- No category
advertisement
88
8. Papier en toner bijvullen
Aanbevolen papierformaten en -typen
Dit gedeelte geeft de aanbevolen papierformaten en -typen.
• Als u gekruld papier gebruikt, omdat het te droog of te vochtig is, dan kan een papierstoring optreden.
• Gebruik geen papier dat bedoeld is voor een inkjetprinter, omdat het aan de fuseereenheid kan blijven plakken en een papierstoring kan veroorzaken.
• Wanneer u overheadsheets plaatst, controleer de voor- en achterkant van de vellen en plaatst u ze correct. Anders kan er een storing ontstaan.
Lade 1
Papiertype en -gewicht
52 – 162 g/m
2
(14 lb. Bond
– 90 lb. Index)
Dun papier - Dik papier 2
52 – 162 g/m
2
– 90 lb. Index)
(14 lb. Bond
Dun papier - Dik papier 2
52 – 162 g/m
2
– 90 lb. Index)
(14 lb. Bond
Dun papier - Dik papier 2
Papierformaat
Selecteer het papierformaat met behulp van de papierformaatwijzer op de lade:
A4 , A5 , A6 , 8
1
8
1
/
2
× 11 , 5
1
/
2
/
× 8
2
1
× 14 ,
/
2
Stel de papierformaatwijzer op de lade in op " " en selecteer het papierformaat met het bedieningspaneel:
A5 , B5 JIS , B6 JIS , 8
1
, 8
1
/
4
× 14 , 8
1
/
4
/
2
× 13 ,
× 13
8 × 13 , 8 × 10
1
7
1
/
4
× 10
1
/
2
/
2
, 16K
, 8 × 10 ,
Aangepast formaat:
(voornamelijk in Europa en Azië)
Verticaal: 148,0 – 356,0 mm
Horizontaal: 100,0 – 216,0 mm
(voornamelijk in Noord-
Amerika)
Verticaal: 5,83 – 14,01 inch
Horizontaal: 3,94 – 8,50 inch
Papiercapaciteit
250 vellen
250 vellen
250 vellen
Aanbevolen papierformaten en -typen
Papiertype en -gewicht
Enveloppen
Papierformaat
Selecteer het papierformaat:
4
1
/
8
× 9
1
/
2
, 3
7
/
8
× 7
1
/
2
Env , C6 Env , DL Env
, C5
*1
Papiercapaciteit
*1 Stapel het papier niet hoger dan de limietmarkering. Het aantal vellen dat u in de papierlade kunt plaatsen, hangt af van het gewicht en de gesteldheid van het papier.
Onderste papierlade (250 vellen)
Papiertype en -gewicht
52 – 162 g/m
2
(14 lb. Bond
– 90 lb. Index)
Dun papier - Dik papier 2
52 – 162 g/m
2
– 90 lb. Index)
Dun papier - Dik papier 2
52 – 162 g/m
2
– 90 lb. Index)
(14 lb. Bond
(14 lb. Bond
Dun papier - Dik papier 2
Papierformaat
Selecteer het papierformaat met behulp van de papierformaatwijzer op de lade:
A4 , A5 , A6 , 8
1
8
1
/
2
× 11 , 5
1
/
2
/
× 8
2
1
× 14 ,
/
2
Stel de papierformaatwijzer op de lade in op " " en selecteer het papierformaat met het bedieningspaneel:
A5 , B5 JIS , B6 JIS , 8
1
, 8
1
/
4
× 14 , 8
1
/
4
/
2
× 13 ,
× 13
8 × 13 , 8 × 10
1
7
1
/
4
× 10
1
/
2
/
2
, 16K
, 8 × 10 ,
Aangepast formaat:
(voornamelijk in Europa en Azië)
Verticaal: 148,0 – 356,0 mm
Horizontaal: 100,0 – 216,0 mm
(voornamelijk in Noord-
Amerika)
Verticaal: 5,83 – 14,01 inch
Horizontaal: 3,94 – 8,50 inch
Papiercapaciteit
250 vellen
250 vellen
250 vellen
89
90
8. Papier en toner bijvullen
Onderste papierlade (500 vellen)
Papiertype en -gewicht
52 – 162 g/m
2
(14 lb. Bond
– 90 lb. Index)
Dun papier - Dik papier 2
52 – 162 g/m
2
– 90 lb. Index)
Dun papier - Dik papier 2
52 – 162 g/m
2
– 90 lb. Index)
(14 lb. Bond
(14 lb. Bond
Dun papier - Dik papier 2
Papierformaat
Selecteer het papierformaat met behulp van de papierformaatwijzer op de lade:
A4 , A5 , A6 , 8
1
8
1
/
2
× 11 , 5
1
/
2
/
× 8
2
1
× 14 ,
/
2
Stel de papierformaatwijzer op de lade in op " " en selecteer het papierformaat met het bedieningspaneel:
A5 , B5 JIS , B6 JIS , 8
1
, 8
1
/
4
× 14 , 8
1
/
4
/
2
× 13 ,
× 13
8 × 13 , 8 × 10
1
7
1
/
4
× 10
1
/
2
/
2
, 16K
, 8 × 10 ,
Aangepast formaat:
(voornamelijk in Europa en Azië)
Verticaal: 148,0 – 356,0 mm
Horizontaal: 100,0 – 216,0 mm
(voornamelijk in Noord-
Amerika)
Verticaal: 5,83 – 14,01 inch
Horizontaal: 3,94 – 8,50 inch
Papiercapaciteit
500 vellen
500 vellen
500 vellen
Handinvoer
Papiertype en -gewicht
52 – 162 g/m
2
(14 lb. Bond
– 90 lb. Index)
Dun papier - Dik papier 2
Papierformaat
Selecteer het papierformaat
*1
:
A4 , A5 , A6 , B5 JIS , B6 JIS
, 8
8
1
/
2
1
/
2
× 14 , 8
1
× 11 , 8
1
/
4
/
2
× 13 ,
× 14 ,
8
1
/
4
× 13 , 8 × 13 , 8 × 10
1
, 8 × 10 , 7
× 8
1
/
2
1
/
, 16K
4
× 10
1
/
2
, 5
/
1
2
/
2
Papiercapaciteit
• Dun papier–
Normaal papier
2: 100 vellen
• Medium dik–Dik papier 2:
*2
Aanbevolen papierformaten en -typen
Papiertype en -gewicht
52 – 162 g/m
2
(14 lb. Bond
– 90 lb. Index)
Dun papier - Dik papier 2
OHP-transparanten
Etiketten (stickervellen)
Enveloppen
Papierformaat
Aangepast formaat
*3
:
(voornamelijk in Europa en Azië)
Verticaal: 127,0 – 900,0 mm
Horizontaal: 60,0 – 216,0 mm
(voornamelijk in Noord-
Amerika)
Verticaal: 5,00 – 35,43 inch
Horizontaal: 2,37 – 8,50 inch
Selecteer het papierformaat
*1
:
A4 , A5 , A6 , B5 JIS , B6 JIS
, 8
8
1
/
2
1
/
2
× 14 , 8
1
× 11 , 8
1
/
4
/
2
× 13 ,
× 14 ,
8
1
/
4
× 13 , 8 × 13 , 8 × 10
1
, 8 × 10 , 7
× 8
1
/
2
1
/
, 16K
4
× 10
1
/
2
, 5
/
1
2
/
2
Aangepast formaat
*3
:
(voornamelijk in Europa en Azië)
Verticaal: 127,0 – 900,0 mm
Horizontaal: 60,0 – 216,0 mm
(voornamelijk in Noord-
Amerika)
Verticaal: 5,00 – 35,43 inch
Horizontaal: 2,37 – 8,50 inch
Selecteer het papierformaat:
4
1
/
8
× 9
1
/
2
, 3
7
/
8
× 7
1
/
2
Env , C6 Env , DL Env
, C5
*4
1 vel
*5
Papiercapaciteit
• Dun papier–
Normaal papier
2: 100 vellen
• Medium dik–Dik papier 2:
*2
*1 Raadpleeg voor de kopieermodus de handleiding Kopiëren . Voor de printermodus, zie Pag. 85
"Het formaat voor normaal papier instellen via het bedieningspaneel".
*2 Als u dik papier plaatst in de handinvoer, stapel dit dan niet verder dan de limietmarkering op de lade.
Het aantal vellen dat u in de handinvoerlade kunt plaatsen, hangt af van het gewicht en de gesteldheid van het papier.
91
92
8. Papier en toner bijvullen
*3 Voer het papierformaat in. Raadpleeg voor de kopieermodus de handleiding Kopiëren . Voor de
printermodus, zie Pag. 85 "Aangepast papierformaat instellen via het bedieningspaneel".
*4 Als u OHP-transparanten plaatst in de handinvoer, stapel dit dan niet verder dan de limietmarkering op de lade.
*5 Plaats enveloppen zodanig dat de hoogte van de stapel enveloppen niet boven de limietmarkering van de handinvoer uitkomt zonder de stapel naar beneden te duwen.
Papierdikte
Papierdikte
*1
Dun papier
Normaal papier
Normaal papier 2
Medium dik
Dik papier 1
Dik papier 2
52 – 65 g/m
66 – 74 g/m
75 – 90 g/m
91-105 g/m
Index)
2
2
2
Papiergewicht
(14–18 lb. bankpost)
(18 – 20 lb. bankpost)
(20 – 24 lb. bankpost)
2
(24-28 lb. bankpost)
106-130 g/m
2
(28-35 lb. bankpost)
131 – 162 g/m
2
(35 lb. bankpost – 90 lb.
*1 De afdrukkwaliteit neemt af als het door u gebruikte papier dicht bij het minimale of maximale gewicht ligt. Wijzig de instelling voor het papiergewicht in dunner of dikker.
• Bepaalde papiertypen, zoals OHP-transparanten, kunnen wat meer geluid bij het bedrukken veroorzaken dan normaal. Dit geluid wijst niet op een probleem en heeft geen invloed op de afdrukkwaliteit.
• De papiercapaciteit in de bovenstaande tabellen dient als voorbeeld. De werkelijke papiercapaciteit kan lager zijn, afhankelijk van het papiertype.
• Zorg er bij het plaatsen van papier voor dat de stapelhoogte niet boven het limietteken op de papierlade uitkomt.
• Als invoer van meerdere vellen plaatsvindt, waaiert u de vellen grondig of plaatst u de vellen een voor een.
• Strijk gekrulde vellen glad voordat u ze plaatst.
• De kopieer-/afdruksnelheid kan lager dan gewoonlijk liggen afhankelijk van het papierformaat en
-type.
• Zie voor het plaatsen van enveloppen de handleiding Papierspecificaties en papier bijvullen .
• Bij het plaatsen van dik papier van 106 – 162 g/m
2
(28 lb. bankpost – 90 lb. index), zie
• Wij raden u aan gespecificeerd etikettenpapier te gebruiken.
Aanbevolen papierformaten en -typen
• Wanneer u OHP-transparanten plaatst:
• Als er meerdere vellen tegelijk worden ingevoerd, plaats de vellen dan één voor één.
• Wilt u op OHP-transparanten kopiëren, raadpleeg dan de handleiding Kopiëren .
• Voor het afdrukken op OHP transparanten, zie Papierspecificaties en papier bijvullen .
• Waaier OHP-transparanten zorgvuldig los wanneer u ze gebruikt. Hierdoor kunnen OHPtransparanten niet samenkleven en verkeerd worden geplaatst.
• Verwijder gekopieerde of afgedrukte vellen één voor één.
Dik papier
In dit gedeelte vindt u informatie en aanbevelingen over dik papier.
Als u dik papier van 106 - 162 g/m
2
(28 lb. bankpost - 90 lb. index) in de papierlades of handinvoer plaatst, volgt u onderstaande aanbevelingen om te voorkomen dat er papier vastloopt of dat de beeldkwaliteit afneemt.
• Er kunnen papierstoringen optreden en het papier kan verkeerd worden ingevoerd wanneer u op dikke gladde vellen afdrukt. Als u dergelijke problemen wilt voorkomen, moet u ervoor zorgen dat gladde vellen grondig worden uitgewaaierd voordat u ze plaatst. Als papier ook nadat u het grondig uitgewaaierd hebt, blijft vastlopen of samen wordt ingevoerd, plaatst u het papier vel voor vel in de lade voor handinvoer.
• Wanneer u dik papier plaatst, stel dan de richting van het papier in volgens de korrelstructuur van het papier aan de hand van onderstaande tabel.
Richting van de papierkorrel
Papierlades Handinvoer
• Selecteer [Dik papier 1] of [Dik papier 2] als papierdikte in [Lade papierinstellingen].
• Als [Dik papier 2] is geselecteerd, kan de afdruksnelheid veranderen.
93
94
8. Papier en toner bijvullen
• Als dik papier wordt geplaatst zoals eerder is beschreven, kan het zijn dat - afhankelijk van het type papier - de normale bewerkingen niet kunnen worden uitgevoerd en dat de afdrukkwaliteit niet goed is.
• Afdrukken kunnen opvallende verticale vouwen vertonen.
• Afdrukken kunnen duidelijk zijn omgekruld. Strijk afdrukken glad als ze zijn gevouwen of omgekruld.
• Bij afdrukken op dik papier verandert de afdruksnelheid.
Enveloppen
In dit gedeelte vindt u informatie en aanbevelingen over enveloppen.
• Gebruik geen vensterenveloppen.
• Waaier de enveloppen voordat u ze plaatst om ze van elkaar los te maken en te voorkomen dat de lijm die erop zit de enveloppen aan elkaar plakt.
• Sommige envelopsoorten kunnen vastlopen of rimpelen, en kan de afdruk erop slecht zijn.
• Als u enveloppen plaatst in de richting , moeten de kleppen gesloten zijn.
• Voordat u enveloppen plaatst, drukt u ze naar beneden om lucht eruit te laten en de vier randen glad te maken. Strijk de voorste randen (de randen die het apparaat ingaan) van de enveloppen met een potlood of liniaal glad voordat u de enveloppen plaatst.
• Bij het plaatsen van enveloppen, moet u opletten dat u deze niet hoger dan de limietmarkering stapelt. Als u meer dan de toegestane hoeveelheid enveloppen plaatst, kan dit papierstoringen opleveren.
In de kopieermodus
Bij het kopiëren op enveloppen plaatst u deze volgens de toepasselijke richting die hieronder wordt weergegeven.
Aanbevolen papierformaten en -typen
Enveloppen plaatsen
Richting van enveloppen
Enveloppen met een opening aan de zijkant
Glasplaat Lade 1 Handinvoer
• Flappen: gesloten
• Onderkant van enveloppen: naar de voorkant van het apparaat
• Te scannen zijde: naar beneden
• Flappen: gesloten
• Onderkant van enveloppen: naar de rechterkant van het apparaat
• Te bedrukken zijde: naar beneden
• Flappen: gesloten
• Onderkant van enveloppen: naar de rechterkant van het apparaat
• Te bedrukken zijde: naar boven
Bij het plaatsen van enveloppen moet u het envelopformaat en de dikte invoeren. Zie voor meer informatie de handleiding Kopiëren .
In de printermodus
Bij het afdrukken op enveloppen plaatst u deze volgens de geschikte richting die hieronder wordt weergegeven:
95
96
8. Papier en toner bijvullen
Enveloppen plaatsen
Soorten enveloppen
Enveloppen met een opening aan de zijkant
Lade 1 Handinvoer
• Flappen: gesloten
• Onderkant van enveloppen: naar de rechterkant van het apparaat
• Te bedrukken zijde: naar beneden
• Flappen: gesloten
• Onderkant van enveloppen: naar de rechterkant van het apparaat
• Te bedrukken zijde: naar boven
Kies bij het plaatsen van enveloppen "Envelop" als papiertype in de Gebruikersinstellingen en het printerstuurprogramma en geef de dikte van de enveloppen aan. Zie voor meer informatie de handleiding Afdrukken .
Aanbevolen enveloppen
Neem contact op met uw lokale dealer voor informatie over aanbevolen enveloppen.
• Plaats alleen enveloppen van hetzelfde formaat en soort.
• Voor een betere uitvoerkwaliteit, raden wij u aan om de voorste invoerzijde op ten minste 15 mm
(0,6 inch) in te stellen en de andere marges op ten minste 10 mm (0,4 inch).
• De afdrukkwaliteit van enveloppen kan onregelmatig zijn als delen van de enveloppen verschillende diktes hebben. Druk een of twee enveloppen af om de afdrukkwaliteit te controleren.
• Strijk afdrukken glad als ze zijn gevouwen of omgekruld.
• Controleer of de enveloppen niet vochtig zijn.
• Een hoge temperatuur en een hoge vochtigheidsgraad reduceren de afdrukkwaliteit en zorgen ervoor dat de enveloppen gaan kreukelen.
• Afhankelijk van de omgeving kan het kopiëren of afdrukken op enveloppen deze kreukelen, zelfs als ze zijn aanbevolen.
• Bepaalde typen enveloppen kunnen mogelijk gekreukeld, besmeurd of met drukfouten uit het apparaat komen. Als u een effen kleur op een envelop afdrukt, kunnen er lijnen ontstaan waar de overlappende randen van de envelop het dikker maken.
advertisement
* Your assessment is very important for improving the workof artificial intelligence, which forms the content of this project
Related manuals
advertisement
Table of contents
- 7 Symbolen in de handleiding
- 11 Ik wil papier besparen
- 12 Ik wil documenten zonder veel moeite digitaliseren
- 13 Ik wil bestemmingen registreren
- 14 Ik wil het apparaat efficiënter gebruiken
- 15 U kunt met verschillende functies kopieën maken
- 16 Met verschillende functies gegevens afdrukken
- 17 U kunt de scanner in een netwerk gebruiken
- 18 Voorkomen dat informatie uitlekt (beveiligingsfuncties)
- 19 Het apparaat via een computer controleren en instellen
- 21 Namen en functies van onderdelen
- 21 Overzicht van alle apparaatonderdelen
- 26 De apparaatopties
- 26 De externe apparaatopties
- 27 Namen en functies van het bedieningspaneel
- 30 De taal van het display wijzigen
- 31 Het apparaat aan-/uitzetten
- 31 De hoofdstroomschakelaar inschakelen
- 31 De hoofdstroomschakelaar uitschakelen
- 33 Originelen plaatsen
- 33 Originelen op de glasplaat plaatsen
- 33 Originelen in de automatische documentinvoer plaatsen
- 35 Basisprocedure
- 37 Originelen verkleinen of vergroten
- 37 Vooraf ingesteld verkleinen/vergroten
- 38 Inzoomen
- 39 Automatisch verkleinen/vergroten
- 40 Duplex (dubbelzijdig) kopiëren
- 42 Gecombineerd kopiëren
- 43 Enkelzijdig combineren
- 45 2-zijdig Combineren
- 47 Kopiëren op papier van aangepast formaat vanuit de handinvoer
- 48 Op enveloppen kopiëren
- 49 Sorteren
- 51 Basisprocedure voor verzendingen (Geheugenverzending)
- 52 Originelen verzenden met behulp van de ADF
- 53 Originelen verzenden met behulp van de glasplaat
- 54 Faxbestemmingen opslaan
- 55 Een faxbestemming verwijderen
- 56 Een verzending annuleren
- 56 Een verzending annuleren voordat het origineel is gescand
- 56 Een verzending annuleren terwijl het origineel wordt gescand
- 57 Een verzending annuleren nadat het origineel is gescand (terwijl er een verzending bezig is)
- 57 Een verzending annuleren nadat het origineel is gescand (voordat de verzending wordt gestart)
- 59 Het logboek handmatig afdrukken
- 61 USB-snelinstallatie
- 62 Snelinstallatie voor netwerk
- 63 De eigenschappen van het printerstuurprogramma weergeven
- 64 Normaal afdrukken
- 64 Bij gebruik van het PCL 6-printerstuurprogramma
- 65 Basisprocedure bij het gebruik van Scannen naar map
- 66 Scannen naar map gebruiken in een Windows-omgeving
- 66 Stap 1: De naam van de gebruiker en de computer bevestigen
- 66 Stap 2: Maak een gedeelde map aan op een computer met Microsoft Windows
- 67 Stap 3: Toegangsprivileges opgeven voor de gedeelde map
- 68 Een SMB-map registreren
- 69 De SMB-map handmatig zoeken
- 69 De SMB-map zoeken met [Bladeren door netwerk]
- 70 Een geregistreerde SMB-map verwijderen
- 71 Aangeven waar een map zich bevindt door dit handmatig in te voeren
- 72 Basisprocedure voor het verzenden van scanbestanden via e-mail
- 73 Een e-mailbestemming opslaan
- 73 Een e-mailbestemming verwijderen
- 74 Een e-mailadres opgeven door dit handmatig in te voeren
- 75 Verzendopties opgeven
- 75 Resolutie
- 75 Origineelrichting
- 76 Origineelinstelling
- 76 Scanformaat
- 77 Bestandstype
- 79 De startpagina weergeven
- 81 Papier in de papierlades plaatsen
- 85 Papier in de handinvoer plaatsen
- 87 Afdrukken via de handinvoerlade met behulp van de afdrukfunctie
- 87 Het formaat voor normaal papier instellen via het bedieningspaneel
- 87 Aangepast papierformaat instellen via het bedieningspaneel
- 88 Dik papier of OHP-transparanten als papiersoort instellen via het bedieningspaneel
- 89 Papier met vaste afdrukrichting of dubbelzijdig papier plaatsen
- 90 Aanbevolen papierformaten en -typen
- 95 Dik papier
- 96 Enveloppen
- 99 Toner bijvullen
- 100 Faxberichten of gescande documenten verzenden wanneer de toner op is
- 101 Gebruikte toner weggooien
- 103 Indicatielampjes
- 104 Geluidsignalen
- 105 Als u problemen heeft met de bediening van het apparaat
- 109 Wanneer er meldingen op het bedieningspaneel worden weergegeven
- 109 Meldingen tijdens het gebruik van het kopieerapparaat
- 110 Wanneer het geheugen vol raakt tijdens het gebruik van de kopieerfunctie
- 110 Meldingen tijdens het gebruik van de fax
- 112 Meldingen tijdens het gebruik van de printer
- 112 Statusmeldingen
- 113 Meldingen op het bedieningspaneel tijdens het gebruik van de printer
- 117 Meldingen tijdens het gebruik van de scanner
- 122 Wanneer meldingen op uw computerscherm worden weergegeven
- 122 Meldingen tijdens het gebruik van de scanner
- 127 Handelsmerken