advertisement
ECHOMAP™ PLUS 40 SERIES
Installatie-instructies
Belangrijke veiligheidsinformatie
WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie.
Verwijder bij het aansluiten van de voedingskabel niet de geïntegreerde zekeringhouder. Om het risico van letsel of schade aan het product door brand of oververhitting te voorkomen, dient de juiste zekering te worden gebruikt, zoals vermeld in de productspecificaties. Als de voedingskabel wordt aangesloten zonder gebruik van de juiste zekering, vervalt de garantie op het product.
VOORZICHTIG
Draag altijd een veiligheidsbril, oorbeschermers en een stofmasker tijdens het boren, zagen en schuren.
LET OP
Controleer voordat u gaat boren of zagen wat zich aan de andere kant van het oppervlak bevindt.
Om de beste prestaties te garanderen en om schade aan uw boot te voorkomen, moet u het toestel aan de hand van de volgende instructies installeren.
Lees alle installatie-instructies zorgvuldig door voordat u met de installatie begint. Neem contact op met Garmin ® Product Support als u problemen ondervindt tijdens het installeren.
Software-update
Mogelijk moet u de toestelsoftware bijwerken wanneer u het toestel installeert of een accessoire toevoegt aan het toestel.
Dit toestel ondersteunt geheugenkaarten tot 32 GB met de indeling FAT32.
De nieuwe software op een geheugenkaart laden
U moet de software-update naar een geheugenkaart kopiëren via een computer met Windows ® software.
OPMERKING: U kunt contact opnemen met de klantenservice van Garmin om een vooraf geladen kaart met software-update te bestellen als u geen computer met Windows software hebt.
1 Plaats een geheugenkaart in de kaartsleuf van de computer.
2 Ga naar www.garmin.com/support/software/marine.html
.
3 Selecteer echoMAP serie met SD kaart .
4 Selecteer Downloaden naast echoMAP serie met SD kaart .
5 Lees en accepteer de voorwaarden.
6 Selecteer Downloaden .
7 Kies een locatie en selecteer Sla op .
8 Dubbelklik op het gedownloade bestand.
9 Selecteer Volgende .
10 Selecteer het station van de geheugenkaart en selecteer vervolgens Volgende > Voltooi .
Op de geheugenkaart wordt een Garmin map gemaakt met de software-update. De software-update op de geheugenkaart laden kan een paar minuten duren.
De software van het toestel bijwerken
Voordat u de software kunt bijwerken, moet u beschikken over een software-update op een geheugenkaart of de nieuwste software zelf op een geheugenkaart laden.
1 Schakel de kaartplotter in.
2 Nadat het startscherm verschijnt, plaatst u de geheugenkaart in de kaartsleuf.
OPMERKING: De instructies voor de software-update verschijnen alleen als het toestel volledig is opgestart voordat u de kaart plaatst.
3 Volg de instructies op het scherm.
4 Wacht enkele minuten totdat de software-update is voltooid.
5 Laat de geheugenkaart op zijn plaats zitten en start de kaartplotter handmatig opnieuw op, wanneer daar om wordt gevraagd.
6 Verwijder de geheugenkaart.
OPMERKING: Als de geheugenkaart wordt verwijderd voordat het toestel opnieuw is opgestart, is de softwareupdate niet voltooid.
Benodigd gereedschap
• Boormachine
• Boortjes
◦ Beugelsteun: Boortjes die geschikt zijn voor oppervlak en bevestigingsmateriaal
◦ Draaivoetmontage: Boortje van 3 mm ( 1 /
8
in.)
◦ Verzonken montage: Boortjes van 3 mm (
9,5 mm ( 3 /
8
in.)
1 /
8
in.) en
• Kruiskopschroevendraaier, nr. 2
• Decoupeerzaag of slijptol
• Vijl en schuurpapier
• Watervaste kit (optioneel)
Aandachtspunten bij de montage
Het toestel kan op de meegeleverde steun worden gemonteerd, of in het dashboard met de set voor verzonken montage (los verkrijgbaar).
Bepaal eerst de locatie van de verschillende onderdelen, voordat u een onderdeel van het toestel permanent installeert.
• Op de montageplek moet het scherm duidelijk zichtbaar en de knoppen makkelijk te bedienen zijn.
• De montageplek moet sterk genoeg zijn om het gewicht van het toestel en de voet te dragen.
• De kabels moeten lang genoeg zijn om de onderdelen met elkaar en met de voeding te verbinden.
• De kabels kunnen onder de beugelsteun of achter het toestel worden geleid.
• Teneinde interferentie met een magnetisch kompas te voorkomen, mag het toestel niet dichter bij een kompas worden geïnstalleerd dan op de kompasveilige afstand die is vermeld in de productspecificaties.
De draaivoet installeren
De draaivoet bevestigen zonder de kabels door de montagevoet te voeren
U moet deze procedure alleen voltooien als u geen stroom- en transducerkabels onder het montageoppervlak en door de draaivoet wilt laten lopen.
1 Plaats het voetstuk
À
op het montageoppervlak en bevestig deze met de juiste schroeven of bouten
Á
.
Oktober 2017
190-02242-75_0A
2 Plaats de draaivoet op het voetstuk en zet de 10 mm M6×1 kruiskopschroef weer vast.
3 Dicht de kabelgaten af met waterdichte kit.
Voorbereidingen treffen om kabels onder het montageoppervlak te leiden
LET OP
Gebruik schroeven of bouten met een bolle kop voor het bevestigen van de draaivoet. Schroeven of bouten met verzonken kop beschadigen de voet.
Voordat u de draaivoet kunt voorbereiden, moet u de locatie kiezen waar u het voetstuk wilt installeren en bepalen of u het voetstuk wilt bevestigen met schroeven of bouten.
1 Verwijder de 10 mm M6x1 kruiskopschroef
À draaivoet
Á
los van het voetstuk
Â
.
en maak de
De draaivoet bevestigen als de kabels door de montagevoet heen zijn geleid
U moet deze procedure alleen voltooien wanneer u de voedings- en transducerkabels onder het montageoppervlak en door de draaivoet laat lopen.
1 Leid de kabels door het middengat van 16 mm ( 5 /
8
in.) dat u hebt geboord tijdens de voorbereidingen om kabels onder het montageoppervlak te leiden.
2 Plaats het voetstuk op het montageoppervlak.
3 Leid de kabels door de kabelgaten.
4 Bevestig het voetstuk losjes met de juiste schroeven of bouten.
5 Plaats de draaivoet op het voetstuk, maar bevestig deze niet.
6
Plaats de houder of het toestel in de draaivoet ( Het toestel in de houder installeren , pagina 4 ).
7 Trek de stroom- en transducerkabels ver genoeg door, zodat de draaivoet genoeg speling heeft om volledig in de gewenste posities te draaien wanneer de kabels zijn aangesloten.
8 Verwijder de houder en de draaivoet van het voetstuk.
9 Breng watervaste kit aan op het middengat van 16 mm ( inch) en op de kabelgaten.
5 /
8
10 Maak het voetstuk stevig vast met de juiste schroeven of bouten.
11 Plaats de draaivoet op het voetstuk en bevestig deze met de bijgeleverde 10 mm M6×1 kruiskopschroef.
De houder installeren in de draaivoet
1 Trek de vergrendelingsarm
À
omhoog.
2 Richt de draaivoet zodanig dat de doorvoergaten
à richting op staan.
de juiste
3 Gebruik de draaivoet als sjabloon, markeer de locaties waar u wilt voorboren
Ä
.
4 Markeer het gat voor de kabeldoorgang
Å
.
5 Boor de drie voorboorgaten met de juiste boor.
6 Gebruik een boortje van 16 mm ( 5 / kabeldoorgang te boren.
8
in.) om de
2 Plaats de houder in de draaivoet
Á
.
3 Plaats de draaivoet in de gewenste kijkhoek.
4 Druk de vergrendelingsarm omlaag.
De kabels en connectors installeren
Verbinden met de voeding
1 Geleid de voedingskabel van de voet naar de accu of zekeringenkast van de boot.
2 Gebruik zo nodig een verlengkabel van 0,82 mm of dikker.
2 (18 AWG)
3 Sluit de rode draad aan op het positieve aansluitpunt van de accu of zekeringenkast en sluit de zwarte draad aan op het negatieve aansluitpunt.
Draadboom
• De draadboom dient voor aansluiting op NMEA ® 0183 toestellen en het delen van routegegevens en via-punten.
• De draadboom verbindt het toestel met de voeding en NMEA
0183 toestellen.
• Het toestel heeft een interne NMEA 0183 poort die wordt gebruikt om NMEA 0183 compatibele toestellen aan te sluiten.
2
• Gebruik draden met een doorsnede van 0,82 mm verlengd.
2 (18 AWG) of groter als de voedings- of aardedraden moeten worden
• Als u de NMEA 0183 draden of alarmdraden moet verlengen, moet u daarvoor draden met een doorsnede van 0,33 mm 2
(22 AWG) gebruiken.
Onderdeel Draadfunctie
NMEA 0183 interne poort Rx (in)
À
Á
Â
Ã
NMEA 0183 interne poort Tx (uit)
Aarding (voeding en NMEA 0183)
Vermogen
Draadkleur
Bruin
Blauw
Zwart
Rood
NMEA 0183 verbinding - overwegingen
• Raadpleeg de installatie-instructies die bij uw NMEA 0183 compatibele toestel zijn geleverd voor informatie over hoe u de polen A (+) en B (-) van de zendende (Tx) en ontvangende (Rx) draden kunt herkennen. Elke poort kan
één of twee zendende draden bevatten, of één of twee ontvangende draden.
• Wanneer u NMEA 0183 toestellen aansluit op poorten die elk twee zendende (Tx) draden of twee ontvangende (Rx) draden bevatten, is het niet nodig om het NMEA 0183 toestel te verbinden met een gemeenschappelijke aarde.
• Wanneer u een NMEA 0183 toestel aansluit op poorten die elk één zendende (Tx) draad of één ontvangende (Rx) draad bevatten, moet het NMEA 0183 toestel worden verbonden met een gemeenschappelijke aarde.
• Als het toestel is bevestigd op een plaats waar de interne antenne geen satellietsignaal kan ontvangen, kunt u een externe GPS 19x antenne aansluiten via een NMEA 0183 verbinding. Zie voor meer informatie de GPS 19x installatieinstructies .
NMEA 0183 aansluitschema
+
gemonteerd en de draden te kort zijn, kun u de toestellen verbinden via een gegevensuitwisselingskabel (010-12234-06).
1 Zorg dat beide toestellen zijn aangesloten op dezelfde aarding.
2 Voer een van onderstaande handelingen uit:
• Als de toestellen vlak bij elkaar zijn gemonteerd, verbindt u de blauwe draad van het eerste toestel met de bruine draad van het tweede toestel en de bruine draad van het eerste toestel met de blauwe draad van het tweede.
• Als de toestellen te ver bij elkaar vandaan zijn gemonteerd, koopt u een gegevensuitwisselingskabel
(010-12234-06) en verbindt u de toestellen door de instructies te volgen die bij de kabel zijn geleverd.
3 Selecteer Navigatie-info > Beheer gegevens >
Gebruikersgegevens delen op beide toestellen.
Gebruikersgegevens worden gedeeld tussen de verbonden toestellen. Als u Wis gebruikergegevens selecteert, worden gegevens verwijderd van beide toestellen.
Het toestel op een transducer aansluiten
Ga naar www.garmin.com/transducers of neem contact op met uw lokale Garmin dealer om te bepalen welke transducer het beste aansluit op uw behoeften.
1 Volg de meegeleverde instructies om uw transducer correct te installeren op uw boot.
2 Leid de transducerkabel naar de achterkant van uw toestel, verwijderd van bronnen die elektronische interferentie kunnen veroorzaken.
3 Sluit de transducerkabel aan op de juiste poort in de houder.
De kabels aansluiten op de houder
De connectors op de kabels zijn zo gemaakt dat ze alleen in de juiste poorten op de houder passen. De aangesloten kabels worden op hun plek gehouden door een vergrendelingsbeugel.
1 Schuif de kabelvergrendelingsbeugel van beneden naar boven en verwijder de beugel van de houder.
2 Vergelijk de kleine inkepingen welke poort hoort.
À
op elke kabelconnector met de nummers op elke poort om te bepalen welke kabel bij
Onderdeel
À
Á
Â
Ê
Ë
Ì
Í
Tx/Rx
Tx
Rx
Beschrijving
Voedingsbron van 12 V gelijkstroom
Kabelgeleider
NMEA 0183 compatibel toestel
Onderdeel Functie van
Garmin draad
Vermogen
Aarding
Kleur van
Garmin draad
Rood
Zwart
Blauw
Bruin
NMEA Functie van draad 0183 toestel
Vermogen
Aarding gegevens
Tx/Rx/B (-)
Rx/A (+)
Tx/A (+)
Î
Verbinden met een Garmin toestel om gebruikersgegevens te delen
U kunt het ECHOMAP Plus toestel verbinden met een compatibel Garmin toestel om gebruikersgegevens te delen, zoals via-punten. Als de toestellen vlak bij elkaar zijn gemonteerd, kunt u de blauwe en bruine draden op elkaar aansluiten. Als de toestellen te ver bij elkaar vandaan zijn
3 Plaats elke kabel stevig in een gat in de houder en sluit elke kabel aan op een poort.
OPMERKING: Als de kabels niet ver genoeg in de houder worden geplaatst, sluiten de connectors mogelijk niet goed op de poorten aan. Hierdoor kan het lijken alsof het toestel stroom verliest of niet meer werkt.
4 Plaats de vergrendelingsbeugel
Á
over de kabels en schuif de beugel omlaag om de kabels op hun plek te houden.
3
U hoort een duidelijke klik wanneer de vergrendelingsbeugel correct is geïnstalleerd.
Het toestel in de houder installeren
Nadat de kabels op de houder zijn aangesloten, kunt u het toestel in de houder plaatsen.
1 Plaats het voetstuk van het toestel onder in de houder.
2 Kantel de bovenkant van het toestel in de richting van de houder tot het toestel vastklikt.
U hoort een duidelijke klik wanneer het toestel correct in de houder is geïnstalleerd.
LET OP
Zorg ervoor dat het toestel stevig in de houder wordt geplaatst.
Als u een model met vergrendelingsbeugel hebt, dient u de beugel stevig dicht te klikken. U hoort een duidelijke klik wanneer het toestel of de vergrendelingsbeugel correct is geïnstalleerd. De stroomvoorziening van het toestel gaat mogelijk verloren als het toestel niet goed is geplaatst. Het toestel kan uit de houder vallen als het niet goed is geplaatst.
Het toestel uit de houder nemen
1 Druk op de ontgrendelingshendel toestel is ontgrendeld.
À
op de houder tot het
2 Kantel het toestel naar voren en haal het uit de houder.
Specificaties
Specificatie
Afmetingen op steun (B x H x
D)
Gewicht
Schermgrootte (B×H)
Schermtype
Schermresolutie
Afmetingen
102,3 x 203,9 x 4,6 mm (4 x 8 x
3 1 /
8
in.)
0,7 kg (1,6 lbs.)
53,9 x 95,0 mm (2 1 /
8
x 3 3 /
4
in.)
WQVGA
480 x 272 pixels
Specificatie
Materiaal
Waterbestendigheid 1
Temperatuurbereik
Zekering
Ingangsspanning
Max. stroomverbruik 2
Nominale opgenomen stroom
(RMS) 2
Max. opgenomen stroom
(RMS) 2
Kompasveilige afstand
Echoloodfrequenties 3
2 A
Zendvermogen (RMS)
Maximumdiepte
Geheugenkaart
4
Max. aantal via-punten
Max. aantal routes
Max. aantal actieve spoorpunten
3
Afmetingen
Polycarbonaat
IEC 60529 IPX7
Van -15° tot 55°C (van 5° tot 131°F)
3 A, 125 V snel
Van 9 tot 18 V gelijkstroom
5 W
0,5 A
25 cm (9,8 in.)
Traditioneel: 50, 77, 83 of 200 kHz
CHIRP Garmin ClearVü: 260, 455 of
800 kHz
500 W
701 m (2300 ft.) bij 77 kHz
1 microSD ® kaartsleuf, voor kaarten van maximaal 32 GB
5000
100
50.000 punten, 50 opgeslagen sporen
1 Het toestel is bestand tegen incidentele blootstelling aan water tot een diepte van 1 meter gedurende maximaal 30 minuten. Ga voor meer informatie naar www.garmin.com/waterrating .
2 Afhankelijk van model transducer en kaartplotter.
3 Afhankelijk van transducer.
4 Maximumdiepte is afhankelijk van transducer, zoutgehalte van water, bodemsoort en andere watercondities.
NMEA 0183-informatie
Type
Zenden
GPRTE
GPVTG
GPWPL
GPXTE
PGRME
PGRMM
PGRMZ
SDDBT
SDDPT
SDMTW
SDVHW
Ontvangen DPT
DBT
Uitvoertelegram Beschrijving
GPAPB APB: Koers- of spoorcontrole (stuurautomaat) telegram 'B'
GPBOD
GPBWC
GPGGA
BOD: Richting (beginpunt naar bestemming)
BWC: Richting en afstand tot via-punt
GGA: GPS-positiegegevens (Global
Positioning System)
GPGLL
GPGSA
GPGSV
GPRMB
GPRMC
GLL: Geografische positie (breedtegraad en lengtegraad)
GSA: GNSS-DOP en actieve satellieten
GSV: GNSS-satellieten in weergave
RMB: Aanbevolen minimale navigatie-informatie
RMC: Aanbevolen minimale specifieke GNSS-gegevens
RTE: Routes
VTG: Grondkoers en -snelheid
WPL: Locatie van via-punt
XTE: Koersfout
E: Geschatte fout
M: Kaartdatum
Z: Hoogte
DBT: Diepte onder transducer
DPT: Diepte
MTW: Watertemperatuur
VHW: Watersnelheid en koers
Diepte
Diepte onder transducer
4
Type Uitvoertelegram Beschrijving
MTW Watertemperatuur
VHW
WPL
DSC
Watersnelheid en koers
Locatie van via-punt
DSE
DSC-gegevens (Digital Selective
Calling)
Uitgebreide Digital Selective Calling
HDG
HDM
MWD
MDA
MWV
Koers, afwijking en variatie
Koers, magnetisch
Windrichting en -snelheid
Meteorologische composiet
Windsnelheid en -hoek
VDM AIS VHF Data Link bericht
U kunt de volledige informatie over NMEA indeling
(National Marine Electronics Association) en telegrammen aanschaffen bij: NMEA, Seven Riggs Avenue, Severna
Park, MD 21146 USA ( www.nmea.org
)
© 2017 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
Garmin ® en het Garmin logo zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen.
ECHOMAP ™ , Garmin ClearVü ™ , en Garmin Quickdraw ™ zijn handelsmerken van Garmin
Ltd. of haar dochtermaatschappijen. Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder de uitdrukkelijke toestemming van Garmin.
NMEA ® is een geregistreerd handelsmerk van de National Marine Electronics
Association. NMEA ® is een geregistreerd handelsmerk van de National Marine
Electronics Association. Het microSD ® logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC.
5
advertisement
* Your assessment is very important for improving the workof artificial intelligence, which forms the content of this project
Related manuals
advertisement
Table of contents
- 1 Belangrijke veiligheidsinformatie
- 1 Software-update
- 1 De nieuwe software op een geheugenkaart laden
- 1 De software van het toestel bijwerken
- 1 Benodigd gereedschap
- 1 Aandachtspunten bij de montage
- 1 De draaivoet installeren
- 1 De draaivoet bevestigen zonder de kabels door de montagevoet te voeren
- 2 Voorbereidingen treffen om kabels onder het montageoppervlak te leiden
- 2 De draaivoet bevestigen als de kabels door de montagevoet heen zijn geleid
- 2 De houder installeren in de draaivoet
- 2 De kabels en connectors installeren
- 2 Verbinden met de voeding
- 2 Draadboom
- 3 NMEA 0183 verbinding - overwegingen
- 3 NMEA 0183 aansluitschema
- 3 Verbinden met een Garmin toestel om gebruikersgegevens te delen
- 3 Het toestel op een transducer aansluiten
- 3 De kabels aansluiten op de houder
- 4 Het toestel in de houder installeren
- 4 Het toestel uit de houder nemen
- 4 Specificaties
- 4 NMEA 0183-informatie