advertisement
▼
Scroll to page 2
of 8
• Gebruik de ActiveCaptain app. • Ga naar my.garmin.com/registration en meld uzelf aan bij uw Garmin account om het toestel te registreren. Bewaar uw originele aankoopbewijs of een fotokopie op een veilige plek. Registreer nieuwe toestellen nadat u deze aan het kaartplotternetwerk toevoegt. Benodigd gereedschap • Boormachine • Boortjes die geschikt zijn voor toestel en montagestijl GPSMAP 702/902 SERIE INSTALLATIE-INSTRUCTIES ® Montagestijl Boormaten Beugel met meegeleverde M4 houtschroeven 3,2 mm (1/8 in.) Verzonken montage 13 mm (1/2 in.) Verzonken met meegeleverde M3.5 houtschroeven 2 mm (5/64 in.) (702 serie) Belangrijke veiligheidsinformatie Verzonken met meegeleverde M4 houtschroeven (902 serie) 3,2 mm (1/8 in.) WAARSCHUWING Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie. Verwijder bij het aansluiten van de voedingskabel niet de geïntegreerde zekeringhouder. Om het risico van letsel of schade aan het product door brand of oververhitting te voorkomen, dient de juiste zekering te worden gebruikt, zoals vermeld in de productspecificaties. Als de voedingskabel wordt aangesloten zonder gebruik van de juiste zekering, vervalt de garantie op het product. Verzonken met meegeleverde machineschroeven en moerplaten 6 mm (1/4 in.) 4 mm (3/16 in.) Verzonken met meegeleverde M3.5 machineschroeven en getapte gaten (702 serie) M3.5-tap Verzonken met meegeleverde M4 machineschroeven en getapte gaten (902 serie) M4-tap VOORZICHTIG Draag altijd een veiligheidsbril, oorbeschermers en een stofmasker tijdens het boren, zagen en schuren. LET OP Controleer voordat u gaat boren of zagen wat zich aan de andere kant van het oppervlak bevindt. Om de beste prestaties te garanderen en om schade aan uw boot te voorkomen, moet u het toestel aan de hand van de volgende instructies installeren. Lees alle installatie-instructies zorgvuldig door voordat u met de installatie begint. Neem contact op met Garmin Product Support als u problemen ondervindt tijdens het installeren. ® Contact opnemen met Garmin Support • Ga naar support.garmin.com voor hulp en informatie, zoals producthandleidingen, veelgestelde vragen video's en klantondersteuning. • Bel in de VS met 913-397-8200 of 1-800-800-1020. • Bel in het VK met 0808 238 0000. • Bel in Europa met +44 (0) 870 850 1241. De software van het toestel bijwerken Mogelijk moet u de toestelsoftware bijwerken wanneer u het toestel installeert of een accessoire toevoegt aan het netwerk. U kunt een van de volgende twee methoden gebruiken om de software bij te werken. • Gebruik de ActiveCaptain™ app. • Download de update van www.garmin.com/support/software /marine.html met een 32-GB geheugenkaart en een computer met het Windows besturingssysteem. Raadpleeg voor meer informatie de gebruikershandleiding op www.garmin.com/manuals/GPSMAP702-902. ® Het toestel registreren Vul de onlineregistratie vandaag nog in zodat wij u beter kunnen helpen. U kunt het toestel monteren met een van de volgende twee methoden. • • • • Kruiskopschroevendraaier, nr. 2 Decoupeerzaag of slijptol Vijl en schuurpapier Watervaste kit (aanbevolen) Aandachtspunten bij de montage LET OP Dit toestel dient te worden gemonteerd op een locatie die niet wordt blootgesteld aan extreme temperaturen of omstandigheden. Het temperatuurbereik voor dit toestel wordt vermeld in de productspecificaties. Langdurige blootstelling aan temperaturen boven het opgegeven temperatuurbereik, in opslag- of gebruiksomstandigheden, kan tot storingen in het toestel leiden. Schade door extreme temperaturen en gerelateerde gevolgen vallen niet onder de garantie. Houd rekening met deze aandachtspunten wanneer u een montagelocatie selecteert. • De locatie moet optimaal zicht bieden tijdens het besturen van uw boot. • De locatie moet eenvoudig toegang bieden tot alle interfaces van het toestel, zoals de knoppen, het aanraakscherm en de kaartlezer, indien van toepassing. • De locatie moet sterk genoeg zijn om het gewicht van het toestel te dragen en te beschermen tegen overmatige trillingen of schokken. • Teneinde interferentie met een magnetisch kompas te voorkomen, mag het toestel niet dichter bij een kompas worden geïnstalleerd dan op de kompasveilige afstand die is vermeld in de productspecificaties. • Op de locatie moet ruimte beschikbaar zijn voor het geleiden en aansluiten van alle kabels. • De locatie mag geen plat, horizontaal oppervlak zijn. De locatie moet in een verticale hoek zijn. De locatie en zichthoek moeten worden getest voordat u het toestel plaatst. Hoge zichthoeken van boven- en onderaf kunnen leiden tot een slechter beeld. Het toestel aan een beugel monteren LET OP Als u de beugel met schroeven bevestigt op glasvezel, kunt u het beste bij het boren met een kleine verzinkboor alleen in de Oktober 2018 190-02141-02_0D bovenste gellaag een kleine verdieping aanbrengen. U voorkomt hiermee dat er scheuren in de gellaag ontstaan als de schroeven worden aangedraaid. U kunt de meegeleverde montagesteun gebruiken om het toestel aan een beugel op een vlak oppervlak te monteren. 1 Gebruik de beugelsteun À als montagesjabloon en markeer de boorgaten Á. 2 Gebruik een boor van 3,2 mm (1/8 in.) om de gaatjes te boren. 3 Bevestig de beugelsteun aan het oppervlak met behulp van de meegeleverde M4 houtschroeven Â. 4 Installeer de beugelsteunknoppen à aan de zijkanten van het toestel. 5 Plaats het toestel in de beugelsteun en draai de beugelsteunknoppen aan. Bevestig de trimkapjes door deze op hun plaats te klikken 6 rondom het toestel. LET OP Gebruik indien mogelijk plastic gereedschap. Als u metalen gereedschap gebruikt, zoals een schroevendraaier, kunt u de trimkapjes of het toestel beschadigen. 8 Als het toestel goed in de opening past, dient u te controleren of de montagegaten op het toestel zijn uitgelijnd met de grotere gaten op de sjabloon. 9 Markeer de nieuwe locaties van de montagegaten als deze niet zijn uitgelijnd met het toestel. 10 Afhankelijk van het montageoppervlak en het model kunt u de grotere gaten boren, drevelen of tappen: • Boor gaten van 2 mm (5/64 in.) voor de meegeleverde houtschroeven op 702 modellen en ga naar stap 18. • Boor gaten van 3,2 mm (1/8 in.) voor de meegeleverde houtschroeven op 902 modellen en ga naar stap 18. • Boor gaten van 6 mm (1/4 in.) op de locaties van de grotere gaten voor de meegeleverde moerplaat en machineschroeven. • Drevel en tap M3.5-gaten voor de meegeleverde machineschroeven zonder de moerplaat op 702 modellen en ga naar stap 18. • Drevel en tap M4-gaten voor de meegeleverde machineschroeven zonder de moerplaat op 902 modellen en ga naar stap 18. 11 Als u een moerplaat gebruikt, plaatst u vanaf één hoek van de sjabloon een moerplaat À over het grotere gat Á dat u in vorige stap hebt geboord. Het toestel verzonken monteren LET OP Wees voorzichtig wanneer u het gat zaagt om het toestel verzonken te monteren. Er is slechts weinig ruimte tussen de behuizing en de montagegaten. Als u het gat te groot zaagt, kan het toestel mogelijk niet stabiel worden bevestigd. De meegeleverde sjabloon en het meegeleverde bevestigingsmateriaal kunnen worden gebruikt om het toestel verzonken te monteren op uw dashboard. Er zijn drie opties voor hardware, afhankelijk van het materiaal van het montageoppervlak. • U kunt montagegaten boren en de meegeleverde houtschroeven gebruiken. • U kunt gaten boren en de meegeleverde moerplaten en machineschroeven gebruiken. De moerplaten kunnen extra stabiliteit bieden aan een dunner oppervlak. • U kunt gaten drevelen en tappen, en de meegeleverde machineschroeven gebruiken. 1 Snijd de montagesjabloon uit en controleer of deze past op de locatie waar u het toestel wilt monteren. 2 Bevestig de sjabloon op de montageplek. 3 Maak met een boor van 13 mm (1/2 in.) een of meer gaten in de hoeken van de ononderbroken lijn op de sjabloon om het montageoppervlak voor te bereiden voor zagen. 4 Zaag met een decoupeerzaag of slijptol het montageoppervlak uit langs de binnenkant van de streepjeslijn op de sjabloon. 5 Plaats het toestel in de opening om te testen of dit past. 6 Gebruik indien nodig een vijl en schuurpapier om de opening heel precies op maat te krijgen. 7 Verwijder indien nodig de trimkapjes. Het kleinere gat  op de moerplaat moet worden uitgelijnd met het kleinere gat op de sjabloon. 12 Markeer de nieuwe locatie van het gat als het kleinere gat op de moerplaat niet is uitgelijnd met het kleinere gat op de sjabloon. 13 Als u een moerplaat gebruikt, boort u een gat van 4 mm (3/16 in.) op de locatie van het kleinere gat. 14 Herhaal de stappen om de plaatsing van de resterende moerplaten en gaten op de sjabloon te controleren. 15 Verwijder de sjabloon van het montageoppervlak. 16 Plaats vanaf één hoek van de montagelocatie een moerplaat à op de achterzijde van het montageoppervlak, waarbij u de grote en kleine gaten uitlijnt. Het hogere gedeelte van de moerplaat moet passen in het grotere gat. 17 Bevestig de moerplaten stevig aan het montageoppervlak door de kleinere machineschroeven Ä vast te draaien door de kleinere gaten. 2 18 Installeer de schuimrubberen pakking Å aan de achterzijde van het toestel. De delen van de schuimrubberen pakking hebben een zelfklevende strip aan de achterzijde. Verwijder de beschermfolie voordat u deze delen bevestigt aan het toestel. 19 Als u geen toegang hebt tot de achterzijde van het toestel nadat u dit hebt gemonteerd, verbindt u alle benodigde kabels met het toestel voordat u dit in de opening plaatst. LET OP Bedek ongebruikte aansluitingen met de bevestigde weerkapjes om te voorkomen dat de metalen contactpunten roesten. 20 Breng watervaste kit aan tussen het montageoppervlak en het toestel om deze ruimte op te vullen. Dit voorkomt waterschade achter het dashboard. 21 Als u toegang hebt tot de achterzijde van het toestel, kunt u watervaste kit aanbrengen rond de opening. 22 Plaats het toestel in de opening. 23 Bevestig het toestel aan het montageoppervlak met de grotere machineschroeven Æ of de meegeleverde houtschroeven. 24 Veeg de overtollige waterdichte kit weg. 25 Bevestig de trimkapjes door deze op hun plaats te klikken rondom het toestel. schade aan het product door brand of oververhitting te voorkomen, dient de juiste zekering te worden gebruikt, zoals vermeld in de productspecificaties. Als de voedingskabel wordt aangesloten zonder gebruik van de juiste zekering, vervalt de garantie op het product. 1 Leid de kabelgeleider naar de voedingsbron en naar het toestel. 2 Sluit de rode draad aan op de positieve pool van de accu (+) en de zwarte draad op de negatieve pool van de accu (-). 3 Plaats zo nodig de borgring en O-ring aan het uiteinde van de kabelgeleider. 4 Steek de kabel in de POWER connector op de achterzijde van het toestel en druk deze stevig vast. 5 Draai de borgring met de klok mee om de kabel aan het toestel te bevestigen. Overweging bij aanvullende aarding Deze overweging is alleen van toepassing op toestellen die een aardingsschroef hebben. Niet alle modellen hebben een aardingsschroef. In de meeste installatie-situaties hoeft het chassis van dit toestel niet aanvullend te worden geaard. Als er interferentie optreedt, kunt u de aardingsschroef op de behuizing gebruiken om het toestel te verbinden met de wateraarding van de boot om interferentie te helpen voorkomen. Overwegingen voor kabels en verbindingen • De kabels zijn mogelijk verpakt zonder dat de borgringen zijn aangebracht. Als dit zo is, moet u de kabels trekken voordat u de borgringen installeert. • Na het bevestigen van een borgring aan een kabel, moet u ervoor zorgen dat de ring goed is vastgezet en de O-ring is aangebracht, zodat de verbinding niet losraakt. Voeding/NMEA 0183 kabel ® • De kabelgeleider verbindt het toestel met voeding, NMEA 0183 toestellen en een lamp of een hoorn voor zichtbare of hoorbare waarschuwingen. • Gebruik draden met een doorsnede van 0,33 mm² (22 AWG) als de NMEA 0183 of alarmdraden moeten worden verlengd. • Deze kabel heeft één differentiële NMEA 0183 ingangs- en uitgangspoort. Onderdeel Ê Ë Ì Î Í Ï Ð Ñ Draadkleur Draadfunctie Rood Voeding Zwart Aarding (voeding en NMEA 0183) Blauw NMEA 0183 TxA (Uit +) Grijs NMEA 0183 TxB (Uit -) Bruin NMEA 0183 RxA (In +) Paars NMEA 0183 RxB (In -) Oranje Accessoire ingeschakeld Geel Alarm laag De kabelgeleider verbinden met voeding WAARSCHUWING Verwijder bij het aansluiten van de voedingskabel niet de geïntegreerde zekeringhouder. Om het risico van letsel of Aandachtspunten Garmin Marine Network LET OP Een Garmin Power over Ethernet (PoE) isolatiekoppeling (P/N 010-10580-10) moet worden gebruikt voor het aansluiten van een extern toestel, zoals een FLIR camera, op een Garmin Marine Network. Een PoE toestel direct aansluiten op een Garmin Marine Network kaartplotter beschadigt de Garmin kaartplotter en kan het PoE toestel beschadigen. Als u een extern toestel rechtstreeks aansluit op een Garmin Marine Network kaartplotter, leidt dit tot problemen met de Garmin toestellen, zoals problemen met uitschakelen of software die beschadigd raakt. ® Dit toestel kan worden verbonden met aanvullende Garmin Marine Network toestellen om gegevens te delen, zoals radar, sonar en gedetailleerde kaarten. Houd rekening met de volgende overwegingen wanneer u Garmin Marine Network toestellen verbindt met dit toestel. • Alle toestellen die zijn aangesloten op het Garmin Marine Network, moeten worden aangesloten op dezelfde aarde. • Er moet een Garmin Marine Network kabel worden gebruikt voor alle Garmin Marine Network aansluitingen. ◦ U mag geen CAT5-kabel en RJ45-stekkers van andere merken gebruiken voor Garmin Marine Network verbindingen. ◦ Andere Garmin Marine Network kabels en stekkers zijn verkrijgbaar bij uw Garmin dealer. • De ETHERNET poorten op het toestel fungeren elk als netwerkswitch. U kunt elk compatibel toestel verbinden met elke ETHERNET poort om gegevens te delen met alle toestellen op de boot die zijn verbonden via een Garmin Marine Network kabel. 3 NMEA 2000 aandachtspunten ® LET OP Als u verbinding maakt met een bestaand NMEA 2000 netwerk, moet u de NMEA 2000 voedingskabel identificeren. Er is slechts één NMEA 2000 voedingskabel benodigd voor het NMEA 2000 netwerk om goed te werken. Als u dit toestel aansluit op een bestaand NMEA 2000 netwerk of motornetwerk van een andere fabrikant, moet u een NMEA 2000 Power Isolator (010-11580-00) tussen het bestaande netwerk en de Garmin toestellen installeren. Als u een NMEA 2000 voedingskabel installeert, moet u deze verbinden met de contactschakelaar van de boot of via een andere onderbrekingsschakelaar. NMEA 2000 toestellen zullen uw accu leegtrekken indien de NMEA 2000 voedingskabel rechtstreeks is aangesloten op de accu. Het toestel kan worden verbonden met een NMEA 2000 netwerk op uw boot om gegevens van NMEA 2000 compatibele toestellen te delen, zoals een GPS-antenne of een marifoon. Met de meegeleverde NMEA 2000 kabels en connectors kunt u het toestel aansluiten op uw bestaande NMEA 2000 netwerk. Als u geen bestaand NMEA 2000 netwerk heeft, kunt u een basisnetwerk maken met de kabels van Garmin. Als u niet vertrouwd bent met NMEA 2000, kunt u het beste het hoofdstuk 'NMEA 2000 Network Fundamentals' van de Technical Reference for NMEA 2000 Products lezen. U kunt dit document vinden via de koppeling Handleidingen op de productpagina van uw toestel op www.garmin.com. De poort met het label NMEA 2000 wordt gebruikt om het toestel te verbinden met een standaard NMEA 2000 netwerk. • U kunt verbinding maken met één NMEA 0183 toestel op de interne Rx poort om gegevens in te voeren op deze kaartplotter en u kunt maximaal drie NMEA 0183 toestellen tegelijkertijd verbinden met de interne Tx poort om gegevensuitvoer van deze kaartplotter te ontvangen. • Zie de NMEA 0183 installatie-instructies voor het identificeren van de draden voor verzenden (Tx) en ontvangen (Rx). • U moet afgeschermde twisted-pair draden van 0,08 mm² (28 AWG) voor lange bedradingslengten gebruiken. Soldeer alle verbindingen en verzegel deze met krimpkousen. • Sluit de NMEA 0183 gegevensdraden van dit toestel niet aan op geaarde stroom. • De voedingskabel van de kaartplotter en de NMEA 0183 toestellen moeten op een gedeelde, geaarde stroom worden aangesloten. • De interne NMEA 0183 poorten en communicatieprotocollen worden geconfigureerd op de kaartplotter. Zie het NMEA 0183 gedeelte in de gebruikershandleiding van de kaartplotter voor meer informatie. • Raadpleeg de gebruikershandleiding van de kaartplotter voor een lijst met goedgekeurde NMEA 0183 telegrammen die de kaartplotter ondersteunt. NMEA 0183 toestelverbindingen In dit diagram worden zowel verzendende als ontvangende verbindingen geïllustreerd. U kunt dit diagram ook voor eenrichtingscommunicatie gebruiken. Als u informatie wilt ontvangen van een NMEA 0183 toestel, raadpleegt u items Ê, Ë, Ì en Í bij het aansluiten van het Garmin toestel. Als u informatie wilt verzenden naar een NMEA 0183 toestel, raadpleegt u items Ê, Ë, Î en Ï bij het aansluiten van het Garmin toestel. Onderdeel À Á  Onderdeel À Á Â Ã Ä Å Æ Ç È Beschrijving GPS-antenne Startschakelaar of onderbrekingsschakelaar NMEA 2000 voedingskabel NMEA 2000 netwerkkabel Ê Ë Ì Voedingsbron met 12 V gelijkstroom NMEA 2000 afsluitweerstand of backbone-kabel NMEA 2000 T-connector NMEA 2000 afsluitweerstand of backbone-kabel NMEA 0183 verbinding - overwegingen • De kaartplotter heeft een Tx (verzenden) poort en een Rx (ontvangen) poort. • Elke poort heeft twee draden met het label A en B overeenkomstig de NMEA 0183 conventie. De corresponderende A en B draden van elke interne poort dienen te worden verbonden met de A(+) en B(-) draden van het NMEA 0183 toestel. 4 Onderdeel NMEA 2000 compatibel Garmin toestel Í Î Ï Ð Beschrijving Voedingsbron Voedings-/NMEA 0183-kabel NMEA 0183 toestel Garmin draadfunctie Garmin draadkleur NMEA Functie van draad 0183 toestel Vermogen Rood Vermogen Aarding stroom Zwart Aarding stroom Niet van toepassing Niet van toepassing Aarding gegevens RXA Bruin TXA RXB Paars TXB TXA Blauw RXA TXB Grijs RXB Asymmetrische NMEA 0183 toestelverbindingen Onderdeel Onderdeel Beschrijving Beschrijving Voedingsbron À Á  Voedings-/NMEA 0183-kabel NMEA 0183 toestel Onderdeel Ê Ë Ì Í Î Ï Voedingsbron À Á  Voedings-/NMEA 0183-kabel NMEA 0183 toestel Onderdeel Garmin draadfunctie Garmin draadkleur NMEA Functie van draad 0183 toestel Vermogen Rood Vermogen Aarding stroom Zwart Aarding stroom RXB Paars Niet van toepassing RXA Bruin TXA Garmin draadfunctie Garmin draadkleur NMEA Functie van draad 0183 toestel Vermogen Rood Vermogen Aarding stroom Zwart Aarding stroom Ê Ë Ì Í RXB Paars Niet van toepassing NMEA 0183- en voedingskabel pinout RXA Bruin TX TXA Blauw RX TXB Grijs N.v.t. • Laat de TXB-draad onaangesloten als het NMEA 0183 toestel slechts één ontvangende (RX) draad heeft (geen A, B, + of -). • Sluit de RXB-draad aan op aarde als het NMEA 0183 toestel slechts één verzendende draad (TX) heeft (geen A, B, + of -). NMEA 0183 toestel gekoppeld met een enkele ontvangende draad In dit voorbeeld ontvangt het NMEA 0183 toestel gegevens van de kaartplotter. Pinnummer Draadfunctie Draadkleur  NMEA 0183 Tx/A (Uit +) Blauw à NMEA 0183 Rx/A (In +) Bruin À NMEA 0183 Tx/B (Uit -) Grijs Æ NMEA 0183 Rx/B (In -) Paars Alarm Geel Accessoire ingeschakeld Oranje Aarde (afscherming) Zwart VIN Rood Ä Ç Onderdeel Beschrijving Voedingsbron À Á  Voedings-/NMEA 0183-kabel NMEA 0183 toestel Onderdeel Garmin draadfunctie Ê Ë Ì Í Á Å Lamp- en hoornverbindingen Garmin draadkleur NMEA Functie van draad 0183 toestel Vermogen Rood Vermogen Aarding stroom Zwart Aarding stroom TXA Blauw RXA TXB Grijs Niet van toepassing NMEA 0183 toestel gekoppeld met een enkele zendende draad In dit voorbeeld verzendt het NMEA 0183 toestel gegevens naar de kaartplotter. Het toestel kan worden gebruikt met een lamp en/of hoorn om een geluid of visueel signaal weer te geven wanneer op de kaartplotter een bericht wordt weergegeven. Dit is optioneel en het toestel werkt ook zonder alarmdraad. Houd rekening met de volgende overwegingen wanneer u het toestel verbindt met een lamp of hoorn. • Het alarmcircuit schakelt over naar laagspanning wanneer het alarm afgaat. • De maximumstroom is 1 A en u hebt een relais nodig om de stroom vanaf de kaartplotter te beperken tot 1 A. • Als u handmatig wilt schakelen tussen visuele signalen en geluiden, kunt u eenpolige aan-uitschakelaars installeren. 5 Toestel Specificatie Afmetingen Max. vermogen bij 10 V gelijkstroom 24 W Nominale opgenomen 1,5 A stroom bij 12 V gelijkstroom Max. opgenomen 2,0 A stroom bij 12 V gelijkstroom Modellen van negen inch Onderdeel Beschrijving À Á Â Ã Ä Å Voedingsbron 256,4 × 162,3 × 52,5 mm (10 1/8 × 6 3/8 × 2 1/16 in.) Voedingskabel Schermgrootte (B×H) 197 × 114 mm (7,74 × 4,49 in.) Hoorn Gewicht 1,14 kg (2,5 lb.) Lamp Kompasveilige afstand 76 cm (30 in.) Max. vermogen bij 10 V gelijkstroom 27 W Relais (spoelstroom van 1 A) Schakelaars om lamp- of hoornsignalen in en uit te schakelen Onderdeel Ê Ë Ì Draadkleur Draadfunctie Rood Vermogen Zwart Aarding Geel Alarm Nominale opgenomen 1,3 A stroom bij 12 V gelijkstroom Max. opgenomen 2,3 A stroom bij 12 V gelijkstroom Sonarmodellen Overwegingen bij composite video Deze kaartplotter is geschikt voor invoer van composite videobronnen via de poort met het label CVBS IN. Houd rekening met deze overwegingen als u composite video aansluit. • De CVBS IN poort maakt gebruik van een BNC-connector. U kunt een BNC-naar-RCA-adapter gebruiken om een composite videobron met RCA-connectors aan te sluiten op de CVBS IN poort. • Video wordt gedeeld via het Garmin Marine Network, maar wordt niet gedeeld via het NMEA 2000 netwerk. Toestel Specificatie Afmetingen Alle modellen Temperatuurbereik Van -15° tot 55°C (van 5° tot 131°F) Materiaal Polycarbonaat-kunststof en gegoten aluminium Waterbestendigheid1 IEC 60529 IPX7 Ingangsspanning Van 10 tot 32 V gelijkstroom Zekering 6 A, 125 V snel NMEA 2000 LEN 2 NMEA 2000 stroomverbruik Max. 75 mA Traditioneel: 50/200, 77/200, 83/200 kHz 1-kanaals CHIRP: Van 40 tot 240 kHz Garmin ClearVü CHIRP: 260/455/800 kHz (afhankelijk van de transducer) Zendvermogen (RMS)3 CHIRP: 1000 W Garmin ClearVü en SideVü CHIRP: 500 W Diepte4 5000 ft. op 1 kW toestel is bestand tegen incidentele blootstelling aan water tot een diepte van 1 meter gedurende maximaal 30 minuten. Ga voor meer informatie naar www.garmin.com/waterrating. 2Afhankelijk van transducer. 3Afhankelijk van transducerrating en diepte. 4Afhankelijk van de transducer, het zoutgehalte van water, de bodemsoort en andere watercondities. NMEA 2000 PGN informatie Zenden en ontvangen PGN Beschrijving 059392 ISO bevestiging 059904 ISO-aanvraag 060160 ISO-transportprotocol: Gegevensoverdracht 060416 ISO-transportprotocol: Verbindingsbeheer Max. aantal viapunten 5000 Max. aantal routes 100 060928 ISO-adres gereserveerd Max. aantal actieve spoorpunten 50.000 punten, 50 opgeslagen sporen 065240 Gebruikt adres Geheugenkaart 2 SD kaartsleuven, voor kaarten van maximaal 32 GB 126208 Aanvraag (groepfunctie) 126996 Productinformatie 126998 Configuratiegegevens 127237 (Voorliggende) koersinstelling 127245 Roer 127250 Voorliggende koers van vaartuig 127258 Magnetische variatie 127488 Motorparameters: Snelle update 127489 Motorparameters: Dynamisch 127493 Transmissieparameters: Dynamisch 127505 Vloeistofniveau Draadloze frequentie en protocols Modellen van zeven inch Frequenties2 1Het Specificaties Afmetingen (B × H × D) ® Wi‑Fi , ANT , en Bluetooth technologieën 2,4 GHz bij 17,6 dBm nominaal ® ® ® 224 × 142,5 × 53,9 mm (8 13/16 × 5 5/8 × 2 1/8 in.) Schermgrootte (B×H) 154 × 86 mm (6,1 × 3,4 in.) 6 Afmetingen (B × H × D) Gewicht 0,86 kg (1,9 lb.) Kompasveilige afstand 71 cm (28 in.) PGN Beschrijving NMEA 0183 informatie 127508 Batterijstatus Zenden 128259 Snelheid: Door het water Telegram Beschrijving 128267 Waterdiepte GPAPB APB: Koers- of spoorcontrole (stuurautomaat) telegram 'B' 129025 Positie: Snelle update GPBOD BOD: Richting (beginpunt naar bestemming) 129026 COG en SOG: Snelle update GPBWC BWC: Richting en afstand tot waypoint 129029 GNSS positiegegevens GPGGA GGA: GPS-positiegegevens (Global Positioning System) 129283 Koersfout GPGLL GLL: Geografische positie (breedtegraad en lengtegraad) 129284 Navigatiegegevens GPGSA GSA: GNSS-DOP en actieve satellieten 129539 GNSS DOP's GPGSV GSV: GNSS-satellieten in weergave 129540 GNSS satellieten in weergavemodus GPRMB RMB: Aanbevolen minimale navigatie-informatie 130060 Label GPRMC RMC: Aanbevolen minimale specifieke GNSS-gegevens 130306 Windgegevens GPRTE RTE: Routes 130310 Omgevingsparameters (verouderd) GPVTG VTG: Grondkoers en -snelheid 130311 Omgevingsparameters (verouderd) GPWPL WPL: Locatie van waypoint 130312 Temperatuur (verouderd) GPXTE XTE: Koersfout PGRME E: Geschatte fout PGRMM M: Kaartdatum Zenden PGN Beschrijving PGRMZ Z: Hoogte 126464 PGN-lijst verzenden en ontvangen (groepfunctie) SDDBT DBT: Diepte onder transducer 126984 Reactie op waarschuwing SDDPT DPT: Diepte 127497 Reisparameters: Motor SDMTW MTW: Watertemperatuur SDVHW VHW: Watersnelheid en koers Ontvangen PGN Beschrijving Ontvangen 065030 Generator Average basic AC quantities (GAAC) Telegram Beschrijving 126983 Waarschuwing DPT Diepte 126985 Waarschuwingstekst DBT Diepte onder transducer 126987 Waarschuwingsdrempel MTW Watertemperatuur 126988 Waarschuwingswaarde VHW Watersnelheid en koers 126992 Systeemtijd WPL Locatie van waypoint 127251 Koerswijziging DSC DSC-gegevens (Digital Selective Calling) 127257 Gedrag DSE Uitgebreide Digital Selective Calling 127498 Motorparameters: Vaste gegevens HDG Koers, afwijking en variatie 127503 AC-invoerstatus (verouderd) HDM Koers, magnetisch 127504 AC-uitvoerstatus (verouderd) MWD Windrichting en -snelheid 127506 DC gedetailleerde status MDA Meteorologische composiet 127507 Status oplader MWV Windsnelheid en -hoek 127509 Status inverter VDM AIS VHF Data Link bericht 128000 Nautische drifthoek 128275 Afstandslogboek 129038 AIS klasse A positierapport 129039 AIS klasse B positierapport 129040 AIS klasse B uitgebreid positierapport 129044 Datum 129285 Navigatie: Route/via-punt-informatie 129794 AIS klasse A vaste gegevens en vaargegevens 129798 AIS, SAR, positierapport voor vliegtuigen 129799 Radiofrequentie/modus/vermogen 129802 AIS, veiligheidsgerelateerd uitgezonden bericht 129808 DSC Call-informatie 129809 AIS klasse B “CS” rapport met vaste gegevens, deel A 129810 AIS klasse B “CS” rapport met vaste gegevens, deel B 130313 Vochtigheid 130314 Actuele druk 130316 Temperatuur: Vergroot bereik 130576 Trimtab-status 130577 Richtingsgegevens U kunt de volledige informatie over NMEA indeling (National Marine Electronics Association) en telegrammen aanschaffen bij: NMEA, Seven Riggs Avenue, Severna Park, MD 21146 USA (www.nmea.org) © 2017 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen Garmin , het Garmin logo en GPSMAP zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder de uitdrukkelijke toestemming van Garmin. ® ® NMEA , NMEA 2000 en het NMEA 2000-logo zijn gedeponeerde handelsmerken van de National Maritime Electronics Association. HDMI is een geregistreerd handelsmerk van HDMI Licensing, LLC. ® ® ® 7 support.garmin.com
advertisement
* Your assessment is very important for improving the workof artificial intelligence, which forms the content of this project