Garmin GPSMAP® 722xs Installatie-instructies


Add to my manuals
8 Pages

advertisement

Garmin GPSMAP® 722xs Installatie-instructies | Manualzz
• Gebruik de ActiveCaptain app.
• Ga naar my.garmin.com/registration en meld uzelf aan bij uw
Garmin account om het toestel te registreren.
Bewaar uw originele aankoopbewijs of een fotokopie op een
veilige plek. Registreer nieuwe toestellen nadat u deze aan het
kaartplotternetwerk toevoegt.
Benodigd gereedschap
• Boormachine
• Boortjes die geschikt zijn voor toestel en montagestijl
GPSMAP 702/902 SERIE
INSTALLATIE-INSTRUCTIES
®
Montagestijl
Boormaten
Beugel met meegeleverde M4 houtschroeven
3,2 mm (1/8 in.)
Verzonken montage
13 mm (1/2 in.)
Verzonken met meegeleverde M3.5 houtschroeven 2 mm (5/64 in.)
(702 serie)
Belangrijke veiligheidsinformatie
Verzonken met meegeleverde M4 houtschroeven
(902 serie)
3,2 mm (1/8 in.)
WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de
verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke
informatie.
Verwijder bij het aansluiten van de voedingskabel niet de
geïntegreerde zekeringhouder. Om het risico van letsel of
schade aan het product door brand of oververhitting te
voorkomen, dient de juiste zekering te worden gebruikt, zoals
vermeld in de productspecificaties. Als de voedingskabel wordt
aangesloten zonder gebruik van de juiste zekering, vervalt de
garantie op het product.
Verzonken met meegeleverde machineschroeven
en moerplaten
6 mm (1/4 in.)
4 mm (3/16 in.)
Verzonken met meegeleverde M3.5 machineschroeven en getapte gaten (702 serie)
M3.5-tap
Verzonken met meegeleverde M4 machineschroeven en getapte gaten (902 serie)
M4-tap
VOORZICHTIG
Draag altijd een veiligheidsbril, oorbeschermers en een
stofmasker tijdens het boren, zagen en schuren.
LET OP
Controleer voordat u gaat boren of zagen wat zich aan de
andere kant van het oppervlak bevindt.
Om de beste prestaties te garanderen en om schade aan uw
boot te voorkomen, moet u het toestel aan de hand van de
volgende instructies installeren.
Lees alle installatie-instructies zorgvuldig door voordat u met de
installatie begint. Neem contact op met Garmin Product Support
als u problemen ondervindt tijdens het installeren.
®
Contact opnemen met Garmin Support
• Ga naar support.garmin.com voor hulp en informatie, zoals
producthandleidingen, veelgestelde vragen video's en
klantondersteuning.
• Bel in de VS met 913-397-8200 of 1-800-800-1020.
• Bel in het VK met 0808 238 0000.
• Bel in Europa met +44 (0) 870 850 1241.
De software van het toestel bijwerken
Mogelijk moet u de toestelsoftware bijwerken wanneer u het
toestel installeert of een accessoire toevoegt aan het netwerk. U
kunt een van de volgende twee methoden gebruiken om de
software bij te werken.
• Gebruik de ActiveCaptain™ app.
• Download de update van www.garmin.com/support/software
/marine.html met een 32-GB geheugenkaart en een
computer met het Windows besturingssysteem.
Raadpleeg voor meer informatie de gebruikershandleiding op
www.garmin.com/manuals/GPSMAP702-902.
®
Het toestel registreren
Vul de onlineregistratie vandaag nog in zodat wij u beter kunnen
helpen. U kunt het toestel monteren met een van de volgende
twee methoden.
•
•
•
•
Kruiskopschroevendraaier, nr. 2
Decoupeerzaag of slijptol
Vijl en schuurpapier
Watervaste kit (aanbevolen)
Aandachtspunten bij de montage
LET OP
Dit toestel dient te worden gemonteerd op een locatie die niet
wordt blootgesteld aan extreme temperaturen of
omstandigheden. Het temperatuurbereik voor dit toestel wordt
vermeld in de productspecificaties. Langdurige blootstelling aan
temperaturen boven het opgegeven temperatuurbereik, in
opslag- of gebruiksomstandigheden, kan tot storingen in het
toestel leiden. Schade door extreme temperaturen en
gerelateerde gevolgen vallen niet onder de garantie.
Houd rekening met deze aandachtspunten wanneer u een
montagelocatie selecteert.
• De locatie moet optimaal zicht bieden tijdens het besturen
van uw boot.
• De locatie moet eenvoudig toegang bieden tot alle interfaces
van het toestel, zoals de knoppen, het aanraakscherm en de
kaartlezer, indien van toepassing.
• De locatie moet sterk genoeg zijn om het gewicht van het
toestel te dragen en te beschermen tegen overmatige
trillingen of schokken.
• Teneinde interferentie met een magnetisch kompas te
voorkomen, mag het toestel niet dichter bij een kompas
worden geïnstalleerd dan op de kompasveilige afstand die is
vermeld in de productspecificaties.
• Op de locatie moet ruimte beschikbaar zijn voor het geleiden
en aansluiten van alle kabels.
• De locatie mag geen plat, horizontaal oppervlak zijn. De
locatie moet in een verticale hoek zijn.
De locatie en zichthoek moeten worden getest voordat u het
toestel plaatst. Hoge zichthoeken van boven- en onderaf
kunnen leiden tot een slechter beeld.
Het toestel aan een beugel monteren
LET OP
Als u de beugel met schroeven bevestigt op glasvezel, kunt u
het beste bij het boren met een kleine verzinkboor alleen in de
Oktober 2018
190-02141-02_0D
bovenste gellaag een kleine verdieping aanbrengen. U voorkomt
hiermee dat er scheuren in de gellaag ontstaan als de
schroeven worden aangedraaid.
U kunt de meegeleverde montagesteun gebruiken om het
toestel aan een beugel op een vlak oppervlak te monteren.
1 Gebruik de beugelsteun À als montagesjabloon en markeer
de boorgaten Á.
2 Gebruik een boor van 3,2 mm (1/8 in.) om de gaatjes te
boren.
3 Bevestig de beugelsteun aan het oppervlak met behulp van
de meegeleverde M4 houtschroeven Â.
4 Installeer de beugelsteunknoppen à aan de zijkanten van het
toestel.
5 Plaats het toestel in de beugelsteun en draai de
beugelsteunknoppen aan.
Bevestig
de trimkapjes door deze op hun plaats te klikken
6
rondom het toestel.
LET OP
Gebruik indien mogelijk plastic gereedschap. Als u metalen
gereedschap gebruikt, zoals een schroevendraaier, kunt u de
trimkapjes of het toestel beschadigen.
8 Als het toestel goed in de opening past, dient u te controleren
of de montagegaten op het toestel zijn uitgelijnd met de
grotere gaten op de sjabloon.
9 Markeer de nieuwe locaties van de montagegaten als deze
niet zijn uitgelijnd met het toestel.
10 Afhankelijk van het montageoppervlak en het model kunt u
de grotere gaten boren, drevelen of tappen:
• Boor gaten van 2 mm (5/64 in.) voor de meegeleverde
houtschroeven op 702 modellen en ga naar stap 18.
• Boor gaten van 3,2 mm (1/8 in.) voor de meegeleverde
houtschroeven op 902 modellen en ga naar stap 18.
• Boor gaten van 6 mm (1/4 in.) op de locaties van de
grotere gaten voor de meegeleverde moerplaat en
machineschroeven.
• Drevel en tap M3.5-gaten voor de meegeleverde
machineschroeven zonder de moerplaat op 702 modellen
en ga naar stap 18.
• Drevel en tap M4-gaten voor de meegeleverde
machineschroeven zonder de moerplaat op 902 modellen
en ga naar stap 18.
11 Als u een moerplaat gebruikt, plaatst u vanaf één hoek van
de sjabloon een moerplaat À over het grotere gat Á dat u in
vorige stap hebt geboord.
Het toestel verzonken monteren
LET OP
Wees voorzichtig wanneer u het gat zaagt om het toestel
verzonken te monteren. Er is slechts weinig ruimte tussen de
behuizing en de montagegaten. Als u het gat te groot zaagt, kan
het toestel mogelijk niet stabiel worden bevestigd.
De meegeleverde sjabloon en het meegeleverde
bevestigingsmateriaal kunnen worden gebruikt om het toestel
verzonken te monteren op uw dashboard. Er zijn drie opties
voor hardware, afhankelijk van het materiaal van het
montageoppervlak.
• U kunt montagegaten boren en de meegeleverde
houtschroeven gebruiken.
• U kunt gaten boren en de meegeleverde moerplaten en
machineschroeven gebruiken. De moerplaten kunnen extra
stabiliteit bieden aan een dunner oppervlak.
• U kunt gaten drevelen en tappen, en de meegeleverde
machineschroeven gebruiken.
1 Snijd de montagesjabloon uit en controleer of deze past op
de locatie waar u het toestel wilt monteren.
2 Bevestig de sjabloon op de montageplek.
3 Maak met een boor van 13 mm (1/2 in.) een of meer gaten in
de hoeken van de ononderbroken lijn op de sjabloon om het
montageoppervlak voor te bereiden voor zagen.
4 Zaag met een decoupeerzaag of slijptol het
montageoppervlak uit langs de binnenkant van de
streepjeslijn op de sjabloon.
5 Plaats het toestel in de opening om te testen of dit past.
6 Gebruik indien nodig een vijl en schuurpapier om de opening
heel precies op maat te krijgen.
7 Verwijder indien nodig de trimkapjes.
Het kleinere gat  op de moerplaat moet worden uitgelijnd
met het kleinere gat op de sjabloon.
12 Markeer de nieuwe locatie van het gat als het kleinere gat op
de moerplaat niet is uitgelijnd met het kleinere gat op de
sjabloon.
13 Als u een moerplaat gebruikt, boort u een gat van 4 mm
(3/16 in.) op de locatie van het kleinere gat.
14 Herhaal de stappen om de plaatsing van de resterende
moerplaten en gaten op de sjabloon te controleren.
15 Verwijder de sjabloon van het montageoppervlak.
16 Plaats vanaf één hoek van de montagelocatie een moerplaat
à op de achterzijde van het montageoppervlak, waarbij u de
grote en kleine gaten uitlijnt.
Het hogere gedeelte van de moerplaat moet passen in het
grotere gat.
17 Bevestig de moerplaten stevig aan het montageoppervlak
door de kleinere machineschroeven Ä vast te draaien door
de kleinere gaten.
2
18 Installeer de schuimrubberen pakking Å aan de achterzijde
van het toestel.
De delen van de schuimrubberen pakking hebben een
zelfklevende strip aan de achterzijde. Verwijder de
beschermfolie voordat u deze delen bevestigt aan het toestel.
19 Als u geen toegang hebt tot de achterzijde van het toestel
nadat u dit hebt gemonteerd, verbindt u alle benodigde
kabels met het toestel voordat u dit in de opening plaatst.
LET OP
Bedek ongebruikte aansluitingen met de bevestigde
weerkapjes om te voorkomen dat de metalen contactpunten
roesten.
20 Breng watervaste kit aan tussen het montageoppervlak en
het toestel om deze ruimte op te vullen. Dit voorkomt
waterschade achter het dashboard.
21 Als u toegang hebt tot de achterzijde van het toestel, kunt u
watervaste kit aanbrengen rond de opening.
22 Plaats het toestel in de opening.
23 Bevestig het toestel aan het montageoppervlak met de
grotere machineschroeven Æ of de meegeleverde
houtschroeven.
24 Veeg de overtollige waterdichte kit weg.
25 Bevestig de trimkapjes door deze op hun plaats te klikken
rondom het toestel.
schade aan het product door brand of oververhitting te
voorkomen, dient de juiste zekering te worden gebruikt, zoals
vermeld in de productspecificaties. Als de voedingskabel wordt
aangesloten zonder gebruik van de juiste zekering, vervalt de
garantie op het product.
1 Leid de kabelgeleider naar de voedingsbron en naar het
toestel.
2 Sluit de rode draad aan op de positieve pool van de accu (+)
en de zwarte draad op de negatieve pool van de accu (-).
3 Plaats zo nodig de borgring en O-ring aan het uiteinde van
de kabelgeleider.
4 Steek de kabel in de POWER connector op de achterzijde
van het toestel en druk deze stevig vast.
5 Draai de borgring met de klok mee om de kabel aan het
toestel te bevestigen.
Overweging bij aanvullende aarding
Deze overweging is alleen van toepassing op toestellen die een
aardingsschroef hebben. Niet alle modellen hebben een
aardingsschroef.
In de meeste installatie-situaties hoeft het chassis van dit toestel
niet aanvullend te worden geaard. Als er interferentie optreedt,
kunt u de aardingsschroef op de behuizing gebruiken om het
toestel te verbinden met de wateraarding van de boot om
interferentie te helpen voorkomen.
Overwegingen voor kabels en verbindingen
• De kabels zijn mogelijk verpakt zonder dat de borgringen zijn
aangebracht. Als dit zo is, moet u de kabels trekken voordat
u de borgringen installeert.
• Na het bevestigen van een borgring aan een kabel, moet u
ervoor zorgen dat de ring goed is vastgezet en de O-ring is
aangebracht, zodat de verbinding niet losraakt.
Voeding/NMEA 0183 kabel
®
• De kabelgeleider verbindt het toestel met voeding, NMEA
0183 toestellen en een lamp of een hoorn voor zichtbare of
hoorbare waarschuwingen.
• Gebruik draden met een doorsnede van 0,33 mm² (22 AWG)
als de NMEA 0183 of alarmdraden moeten worden verlengd.
• Deze kabel heeft één differentiële NMEA 0183 ingangs- en
uitgangspoort.
Onderdeel
Ê
Ë
Ì
Î
Í
Ï
Ð
Ñ
Draadkleur
Draadfunctie
Rood
Voeding
Zwart
Aarding (voeding en NMEA 0183)
Blauw
NMEA 0183 TxA (Uit +)
Grijs
NMEA 0183 TxB (Uit -)
Bruin
NMEA 0183 RxA (In +)
Paars
NMEA 0183 RxB (In -)
Oranje
Accessoire ingeschakeld
Geel
Alarm laag
De kabelgeleider verbinden met voeding
WAARSCHUWING
Verwijder bij het aansluiten van de voedingskabel niet de
geïntegreerde zekeringhouder. Om het risico van letsel of
Aandachtspunten Garmin Marine Network
LET OP
Een Garmin Power over Ethernet (PoE) isolatiekoppeling (P/N
010-10580-10) moet worden gebruikt voor het aansluiten van
een extern toestel, zoals een FLIR camera, op een Garmin
Marine Network. Een PoE toestel direct aansluiten op een
Garmin Marine Network kaartplotter beschadigt de Garmin
kaartplotter en kan het PoE toestel beschadigen. Als u een
extern toestel rechtstreeks aansluit op een Garmin Marine
Network kaartplotter, leidt dit tot problemen met de Garmin
toestellen, zoals problemen met uitschakelen of software die
beschadigd raakt.
®
Dit toestel kan worden verbonden met aanvullende Garmin
Marine Network toestellen om gegevens te delen, zoals radar,
sonar en gedetailleerde kaarten. Houd rekening met de
volgende overwegingen wanneer u Garmin Marine Network
toestellen verbindt met dit toestel.
• Alle toestellen die zijn aangesloten op het Garmin Marine
Network, moeten worden aangesloten op dezelfde aarde.
• Er moet een Garmin Marine Network kabel worden gebruikt
voor alle Garmin Marine Network aansluitingen.
◦ U mag geen CAT5-kabel en RJ45-stekkers van andere
merken gebruiken voor Garmin Marine Network
verbindingen.
◦ Andere Garmin Marine Network kabels en stekkers zijn
verkrijgbaar bij uw Garmin dealer.
• De ETHERNET poorten op het toestel fungeren elk als
netwerkswitch. U kunt elk compatibel toestel verbinden met
elke ETHERNET poort om gegevens te delen met alle
toestellen op de boot die zijn verbonden via een Garmin
Marine Network kabel.
3
NMEA 2000 aandachtspunten
®
LET OP
Als u verbinding maakt met een bestaand NMEA 2000 netwerk,
moet u de NMEA 2000 voedingskabel identificeren. Er is slechts
één NMEA 2000 voedingskabel benodigd voor het NMEA 2000
netwerk om goed te werken.
Als u dit toestel aansluit op een bestaand NMEA 2000 netwerk
of motornetwerk van een andere fabrikant, moet u een NMEA
2000 Power Isolator (010-11580-00) tussen het bestaande
netwerk en de Garmin toestellen installeren.
Als u een NMEA 2000 voedingskabel installeert, moet u deze
verbinden met de contactschakelaar van de boot of via een
andere onderbrekingsschakelaar. NMEA 2000 toestellen zullen
uw accu leegtrekken indien de NMEA 2000 voedingskabel
rechtstreeks is aangesloten op de accu.
Het toestel kan worden verbonden met een NMEA 2000 netwerk
op uw boot om gegevens van NMEA 2000 compatibele
toestellen te delen, zoals een GPS-antenne of een marifoon.
Met de meegeleverde NMEA 2000 kabels en connectors kunt u
het toestel aansluiten op uw bestaande NMEA 2000 netwerk.
Als u geen bestaand NMEA 2000 netwerk heeft, kunt u een
basisnetwerk maken met de kabels van Garmin.
Als u niet vertrouwd bent met NMEA 2000, kunt u het beste het
hoofdstuk 'NMEA 2000 Network Fundamentals' van de
Technical Reference for NMEA 2000 Products lezen. U kunt dit
document vinden via de koppeling Handleidingen op de
productpagina van uw toestel op www.garmin.com.
De poort met het label NMEA 2000 wordt gebruikt om het
toestel te verbinden met een standaard NMEA 2000 netwerk.
• U kunt verbinding maken met één NMEA 0183 toestel op de
interne Rx poort om gegevens in te voeren op deze
kaartplotter en u kunt maximaal drie NMEA 0183 toestellen
tegelijkertijd verbinden met de interne Tx poort om
gegevensuitvoer van deze kaartplotter te ontvangen.
• Zie de NMEA 0183 installatie-instructies voor het
identificeren van de draden voor verzenden (Tx) en
ontvangen (Rx).
• U moet afgeschermde twisted-pair draden van 0,08 mm² (28
AWG) voor lange bedradingslengten gebruiken. Soldeer alle
verbindingen en verzegel deze met krimpkousen.
• Sluit de NMEA 0183 gegevensdraden van dit toestel niet aan
op geaarde stroom.
• De voedingskabel van de kaartplotter en de NMEA 0183
toestellen moeten op een gedeelde, geaarde stroom worden
aangesloten.
• De interne NMEA 0183 poorten en communicatieprotocollen
worden geconfigureerd op de kaartplotter. Zie het NMEA
0183 gedeelte in de gebruikershandleiding van de
kaartplotter voor meer informatie.
• Raadpleeg de gebruikershandleiding van de kaartplotter voor
een lijst met goedgekeurde NMEA 0183 telegrammen die de
kaartplotter ondersteunt.
NMEA 0183 toestelverbindingen
In dit diagram worden zowel verzendende als ontvangende
verbindingen geïllustreerd. U kunt dit diagram ook voor
eenrichtingscommunicatie gebruiken. Als u informatie wilt
ontvangen van een NMEA 0183 toestel, raadpleegt u items Ê,
Ë, Ì en Í bij het aansluiten van het Garmin toestel. Als u
informatie wilt verzenden naar een NMEA 0183 toestel,
raadpleegt u items Ê, Ë, Î en Ï bij het aansluiten van het
Garmin toestel.
Onderdeel
À
Á
Â
Onderdeel
À
Á
Â
Ã
Ä
Å
Æ
Ç
È
Beschrijving
GPS-antenne
Startschakelaar of onderbrekingsschakelaar
NMEA 2000 voedingskabel
NMEA 2000 netwerkkabel
Ê
Ë
Ì
Voedingsbron met 12 V gelijkstroom
NMEA 2000 afsluitweerstand of backbone-kabel
NMEA 2000 T-connector
NMEA 2000 afsluitweerstand of backbone-kabel
NMEA 0183 verbinding - overwegingen
• De kaartplotter heeft een Tx (verzenden) poort en een Rx
(ontvangen) poort.
• Elke poort heeft twee draden met het label A en B
overeenkomstig de NMEA 0183 conventie. De
corresponderende A en B draden van elke interne poort
dienen te worden verbonden met de A(+) en B(-) draden van
het NMEA 0183 toestel.
4
Onderdeel
NMEA 2000 compatibel Garmin toestel
Í
Î
Ï
Ð
Beschrijving
Voedingsbron
Voedings-/NMEA 0183-kabel
NMEA 0183 toestel
Garmin draadfunctie
Garmin
draadkleur
NMEA Functie
van draad 0183
toestel
Vermogen
Rood
Vermogen
Aarding stroom
Zwart
Aarding stroom
Niet van
toepassing
Niet van
toepassing
Aarding
gegevens
RXA
Bruin
TXA
RXB
Paars
TXB
TXA
Blauw
RXA
TXB
Grijs
RXB
Asymmetrische NMEA 0183 toestelverbindingen
Onderdeel
Onderdeel
Beschrijving
Beschrijving
Voedingsbron
À
Á
Â
Voedings-/NMEA 0183-kabel
NMEA 0183 toestel
Onderdeel
Ê
Ë
Ì
Í
Î
Ï
Voedingsbron
À
Á
Â
Voedings-/NMEA 0183-kabel
NMEA 0183 toestel
Onderdeel Garmin draadfunctie
Garmin
draadkleur
NMEA Functie van
draad 0183 toestel
Vermogen
Rood
Vermogen
Aarding stroom
Zwart
Aarding stroom
RXB
Paars
Niet van toepassing
RXA
Bruin
TXA
Garmin draadfunctie
Garmin
draadkleur
NMEA Functie
van draad 0183
toestel
Vermogen
Rood
Vermogen
Aarding stroom
Zwart
Aarding stroom
Ê
Ë
Ì
Í
RXB
Paars
Niet van
toepassing
NMEA 0183- en voedingskabel pinout
RXA
Bruin
TX
TXA
Blauw
RX
TXB
Grijs
N.v.t.
• Laat de TXB-draad onaangesloten als het NMEA 0183
toestel slechts één ontvangende (RX) draad heeft (geen A,
B, + of -).
• Sluit de RXB-draad aan op aarde als het NMEA 0183 toestel
slechts één verzendende draad (TX) heeft (geen A, B, + of -).
NMEA 0183 toestel gekoppeld met een enkele ontvangende
draad
In dit voorbeeld ontvangt het NMEA 0183 toestel gegevens van
de kaartplotter.
Pinnummer
Draadfunctie
Draadkleur
Â
NMEA 0183 Tx/A (Uit
+)
Blauw
Ã
NMEA 0183 Rx/A (In
+)
Bruin
À
NMEA 0183 Tx/B (Uit
-)
Grijs
Æ
NMEA 0183 Rx/B (In
-)
Paars
Alarm
Geel
Accessoire ingeschakeld
Oranje
Aarde (afscherming)
Zwart
VIN
Rood
Ä
Ç
Onderdeel
Beschrijving
Voedingsbron
À
Á
Â
Voedings-/NMEA 0183-kabel
NMEA 0183 toestel
Onderdeel Garmin draadfunctie
Ê
Ë
Ì
Í
Á
Å
Lamp- en hoornverbindingen
Garmin
draadkleur
NMEA Functie van
draad 0183 toestel
Vermogen
Rood
Vermogen
Aarding stroom
Zwart
Aarding stroom
TXA
Blauw
RXA
TXB
Grijs
Niet van toepassing
NMEA 0183 toestel gekoppeld met een enkele zendende
draad
In dit voorbeeld verzendt het NMEA 0183 toestel gegevens naar
de kaartplotter.
Het toestel kan worden gebruikt met een lamp en/of hoorn om
een geluid of visueel signaal weer te geven wanneer op de
kaartplotter een bericht wordt weergegeven. Dit is optioneel en
het toestel werkt ook zonder alarmdraad. Houd rekening met de
volgende overwegingen wanneer u het toestel verbindt met een
lamp of hoorn.
• Het alarmcircuit schakelt over naar laagspanning wanneer
het alarm afgaat.
• De maximumstroom is 1 A en u hebt een relais nodig om de
stroom vanaf de kaartplotter te beperken tot 1 A.
• Als u handmatig wilt schakelen tussen visuele signalen en
geluiden, kunt u eenpolige aan-uitschakelaars installeren.
5
Toestel
Specificatie
Afmetingen
Max. vermogen bij
10 V gelijkstroom
24 W
Nominale opgenomen 1,5 A
stroom bij 12 V gelijkstroom
Max. opgenomen
2,0 A
stroom bij 12 V gelijkstroom
Modellen van
negen inch
Onderdeel Beschrijving
À
Á
Â
Ã
Ä
Å
Voedingsbron
256,4 × 162,3 × 52,5 mm
(10 1/8 × 6 3/8 × 2 1/16 in.)
Voedingskabel
Schermgrootte (B×H) 197 × 114 mm (7,74 ×
4,49 in.)
Hoorn
Gewicht
1,14 kg (2,5 lb.)
Lamp
Kompasveilige
afstand
76 cm (30 in.)
Max. vermogen bij
10 V gelijkstroom
27 W
Relais (spoelstroom van 1 A)
Schakelaars om lamp- of hoornsignalen in en uit te
schakelen
Onderdeel
Ê
Ë
Ì
Draadkleur
Draadfunctie
Rood
Vermogen
Zwart
Aarding
Geel
Alarm
Nominale opgenomen 1,3 A
stroom bij 12 V gelijkstroom
Max. opgenomen
2,3 A
stroom bij 12 V gelijkstroom
Sonarmodellen
Overwegingen bij composite video
Deze kaartplotter is geschikt voor invoer van composite
videobronnen via de poort met het label CVBS IN. Houd
rekening met deze overwegingen als u composite video
aansluit.
• De CVBS IN poort maakt gebruik van een BNC-connector. U
kunt een BNC-naar-RCA-adapter gebruiken om een
composite videobron met RCA-connectors aan te sluiten op
de CVBS IN poort.
• Video wordt gedeeld via het Garmin Marine Network, maar
wordt niet gedeeld via het NMEA 2000 netwerk.
Toestel
Specificatie
Afmetingen
Alle modellen
Temperatuurbereik
Van -15° tot 55°C (van 5° tot
131°F)
Materiaal
Polycarbonaat-kunststof en
gegoten aluminium
Waterbestendigheid1
IEC 60529 IPX7
Ingangsspanning
Van 10 tot 32 V gelijkstroom
Zekering
6 A, 125 V snel
NMEA 2000 LEN
2
NMEA 2000 stroomverbruik
Max. 75 mA
Traditioneel: 50/200, 77/200,
83/200 kHz
1-kanaals CHIRP: Van 40 tot
240 kHz
Garmin ClearVü CHIRP:
260/455/800 kHz
(afhankelijk van de
transducer)
Zendvermogen
(RMS)3
CHIRP: 1000 W
Garmin ClearVü en SideVü
CHIRP: 500 W
Diepte4
5000 ft. op 1 kW
toestel is bestand tegen incidentele blootstelling aan water
tot een diepte van 1 meter gedurende maximaal 30 minuten. Ga
voor meer informatie naar www.garmin.com/waterrating.
2Afhankelijk van transducer.
3Afhankelijk van transducerrating en diepte.
4Afhankelijk van de transducer, het zoutgehalte van water, de
bodemsoort en andere watercondities.
NMEA 2000 PGN informatie
Zenden en ontvangen
PGN
Beschrijving
059392
ISO bevestiging
059904
ISO-aanvraag
060160
ISO-transportprotocol: Gegevensoverdracht
060416
ISO-transportprotocol: Verbindingsbeheer
Max. aantal viapunten
5000
Max. aantal routes
100
060928
ISO-adres gereserveerd
Max. aantal actieve
spoorpunten
50.000 punten, 50
opgeslagen sporen
065240
Gebruikt adres
Geheugenkaart
2 SD kaartsleuven, voor
kaarten van maximaal 32 GB
126208
Aanvraag (groepfunctie)
126996
Productinformatie
126998
Configuratiegegevens
127237
(Voorliggende) koersinstelling
127245
Roer
127250
Voorliggende koers van vaartuig
127258
Magnetische variatie
127488
Motorparameters: Snelle update
127489
Motorparameters: Dynamisch
127493
Transmissieparameters: Dynamisch
127505
Vloeistofniveau
Draadloze frequentie
en protocols
Modellen van
zeven inch
Frequenties2
1Het
Specificaties
Afmetingen (B × H ×
D)
®
Wi‑Fi , ANT , en Bluetooth
technologieën
2,4 GHz bij 17,6 dBm
nominaal
®
®
®
224 × 142,5 × 53,9 mm
(8 13/16 × 5 5/8 × 2 1/8 in.)
Schermgrootte (B×H) 154 × 86 mm (6,1 × 3,4 in.)
6
Afmetingen (B × H ×
D)
Gewicht
0,86 kg (1,9 lb.)
Kompasveilige
afstand
71 cm (28 in.)
PGN
Beschrijving
NMEA 0183 informatie
127508
Batterijstatus
Zenden
128259
Snelheid: Door het water
Telegram Beschrijving
128267
Waterdiepte
GPAPB
APB: Koers- of spoorcontrole (stuurautomaat) telegram 'B'
129025
Positie: Snelle update
GPBOD
BOD: Richting (beginpunt naar bestemming)
129026
COG en SOG: Snelle update
GPBWC
BWC: Richting en afstand tot waypoint
129029
GNSS positiegegevens
GPGGA
GGA: GPS-positiegegevens (Global Positioning System)
129283
Koersfout
GPGLL
GLL: Geografische positie (breedtegraad en lengtegraad)
129284
Navigatiegegevens
GPGSA
GSA: GNSS-DOP en actieve satellieten
129539
GNSS DOP's
GPGSV
GSV: GNSS-satellieten in weergave
129540
GNSS satellieten in weergavemodus
GPRMB
RMB: Aanbevolen minimale navigatie-informatie
130060
Label
GPRMC
RMC: Aanbevolen minimale specifieke GNSS-gegevens
130306
Windgegevens
GPRTE
RTE: Routes
130310
Omgevingsparameters (verouderd)
GPVTG
VTG: Grondkoers en -snelheid
130311
Omgevingsparameters (verouderd)
GPWPL
WPL: Locatie van waypoint
130312
Temperatuur (verouderd)
GPXTE
XTE: Koersfout
PGRME
E: Geschatte fout
PGRMM
M: Kaartdatum
Zenden
PGN
Beschrijving
PGRMZ
Z: Hoogte
126464
PGN-lijst verzenden en ontvangen (groepfunctie)
SDDBT
DBT: Diepte onder transducer
126984
Reactie op waarschuwing
SDDPT
DPT: Diepte
127497
Reisparameters: Motor
SDMTW
MTW: Watertemperatuur
SDVHW
VHW: Watersnelheid en koers
Ontvangen
PGN
Beschrijving
Ontvangen
065030
Generator Average basic AC quantities (GAAC)
Telegram
Beschrijving
126983
Waarschuwing
DPT
Diepte
126985
Waarschuwingstekst
DBT
Diepte onder transducer
126987
Waarschuwingsdrempel
MTW
Watertemperatuur
126988
Waarschuwingswaarde
VHW
Watersnelheid en koers
126992
Systeemtijd
WPL
Locatie van waypoint
127251
Koerswijziging
DSC
DSC-gegevens (Digital Selective Calling)
127257
Gedrag
DSE
Uitgebreide Digital Selective Calling
127498
Motorparameters: Vaste gegevens
HDG
Koers, afwijking en variatie
127503
AC-invoerstatus (verouderd)
HDM
Koers, magnetisch
127504
AC-uitvoerstatus (verouderd)
MWD
Windrichting en -snelheid
127506
DC gedetailleerde status
MDA
Meteorologische composiet
127507
Status oplader
MWV
Windsnelheid en -hoek
127509
Status inverter
VDM
AIS VHF Data Link bericht
128000
Nautische drifthoek
128275
Afstandslogboek
129038
AIS klasse A positierapport
129039
AIS klasse B positierapport
129040
AIS klasse B uitgebreid positierapport
129044
Datum
129285
Navigatie: Route/via-punt-informatie
129794
AIS klasse A vaste gegevens en vaargegevens
129798
AIS, SAR, positierapport voor vliegtuigen
129799
Radiofrequentie/modus/vermogen
129802
AIS, veiligheidsgerelateerd uitgezonden bericht
129808
DSC Call-informatie
129809
AIS klasse B “CS” rapport met vaste gegevens, deel A
129810
AIS klasse B “CS” rapport met vaste gegevens, deel B
130313
Vochtigheid
130314
Actuele druk
130316
Temperatuur: Vergroot bereik
130576
Trimtab-status
130577
Richtingsgegevens
U kunt de volledige informatie over NMEA indeling (National
Marine Electronics Association) en telegrammen aanschaffen
bij: NMEA, Seven Riggs Avenue, Severna Park, MD 21146 USA
(www.nmea.org)
© 2017 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
Garmin , het Garmin logo en GPSMAP zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar
dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Deze
handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder de uitdrukkelijke toestemming van
Garmin.
®
®
NMEA , NMEA 2000 en het NMEA 2000-logo zijn gedeponeerde handelsmerken van
de National Maritime Electronics Association. HDMI is een geregistreerd handelsmerk
van HDMI Licensing, LLC.
®
®
®
7
support.garmin.com

advertisement

Was this manual useful for you? Yes No
Thank you for your participation!

* Your assessment is very important for improving the workof artificial intelligence, which forms the content of this project

Related manuals

Download PDF

advertisement