Brandt HW3635E2 de handleiding


Add to my manuals
26 Pages

advertisement

Brandt HW3635E2 de handleiding | Manualzz

Inhoudsopgave

1. Aanwijzingen voor veiligheid en gebruik _____________________82

2. Installatie en inbedrijfstelling ______________________________85

3. Gebruiksinstructies _____________________________________87

4. Beschrijving van het bedieningspaneel______________________95

5. Schoonmak en onderhoud ______________________________103

Geachte klant,

Wij danken u voor de aanschaf van een

BRANDT vaatwasser

en het door u getoonde vertrouwen.

Onze onderzoekers hebben een nieuwe generatie van apparaten ontwikkeld om u het leven gemakkelijker te maken.

Dankzij het gebruiksgemak, de optimale efficiëntie van het afwassen en drogen, het sobere en vloeiende ontwerp en een ongeëvenaarde stilte, is de

BRANDT vaatwasser

een vernieuwend apparaat dat uitmuntende prestaties levert.

Het productgamma van Brandt omvat tevens een uitgebreide keuze aan was- en droogmachines, koelkasten en diepvriezers, fornuizen en ovens, kookplaten en afzuigkappen, allemaal geschikt voor combinatie met uw nieuwe

BRANDT vaatwasser

.

In het kader van onze voortdurende inspanningen om optimaal tegemoet te komen aan uw behoeften voor wat betreft onze producten, staat onze klantendienst uiteraard volledig tot uw beschikking voor uw vragen of suggesties (u vindt het adres op het eind van deze brochure).

BRANDT

weerspiegelt het toppunt van de vernieuwing en draagt bij aan de verbetering van de kwaliteit van het dagelijkse leven met altijd efficiëntere, gebruiks- en milieuvriendelijke, aantrekkelijke en betrouwbare producten.

Het Merk BRANDT

INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR: deze instructies zijn bestemd voor de

bevoegde installateur

die is belast met de installatie, inbedrijfstelling en het uitproberen van het apparaat.

INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER: deze instructies omvatten de gebruiksinstructies, de beschrijving van de bedieningsorganen en de juiste schoonmaak- en onderhoudshandelingen van het apparaat.

Aanwijzingen

1. Aanwijzingen voor veiligheid en gebruik

DEZE HANDLEIDING IS EEN WEZENLIJK ONDERDEEL VAN HET APPARAAT:

HIJ DIENT ALTIJD IN ZIJN GEHEEL SAMEN BIJ HET APPARAAT TE WORDEN

BEWAARD. VÓÓR DE INGEBRUIKNEMING BEVELEN WIJ AAN OM DE IN

DEZE HANDLEIDING OPGENOMEN AANWIJZINGEN AANDACHTIG DOOR TE

LEZEN. DE INSTALLATIE MOET DOOR BEVOEGD PERSONEEL WORDEN

UITGEVOERD MET INACHTNEMING VAN DE GELDENDE NORMEN. DIT

APPARAAT IS BESTEMD VOOR EEN HUISHOUDELIJK GEBRUIK EN

BEANTWOORDT AAN DE MOMENTEEL VAN TOEPASSING ZIJNDE

RICHTLIJNEN 72/23 EEG, 89/336 (INCLUSIEF 92/31),

MET INBEGRIP VAN

HET VOORKOMEN EN ELIMINEREN VAN RADIOSTORINGEN. HET

APPARAAT IS ONTWIKKELD VOOR DE VOLGENDE WERKZAAAMHEDEN:

HET WASSEN EN DROGEN VAN DE VAAT

; IEDER ANDER GEBRUIK DIENT

ALS ONEIGENLIJK TE WORDEN BESCHOUWD.

DE FABRIKANT KAN NIET

AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR ENIG GEBRUIK DAT AFWIJKT

VAN HETGEEN IS VOORZIEN.

HET TYPEPLAATJE MET DE TECHNISCHE GEGEVENS, HET SERIENUMMER

EN DE MERKING IS ZICHTBAAR OP DE RAND AAN DE BINNENKANT VAN

DE DEUR.

HET PLAATJE OP DE RAND AAN DE BINNENKANT VAN DE

DEUR MAG NOOIT WORDEN VERWIJDERD.

LAAT DE RESTEN VAN DE VERPAKKING NIET ONBEWAAKT IN DE

HUISELIJKE OMGEVING LIGGEN. VERDEEL DE VERSCHILLENDE VAN DE

VERPAKKING AFKOMSTIGE AFVALMATERIALEN EN BRENG ZE NAAR HET

DICHTSBIJZIJNDE CENTRUM VOOR GESCHEIDEN AFVALINZAMELING .

DE AARDAANSLUITING IS VERPLICHT OP DE DOOR DE

VEILIGHEIDSNORMEN VOOR ELEKTRISCHE INSTALLATIES VOORZIENE

WIJZE.

DE FABRIKANT KAN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD

VOOR ENIG LETSEL AAN PERSONEN OF SCHADE AAN ZAKEN ALS

GEVOLG VAN EEN ONTBREKENDE OF GEBREKKIGE AARDAANSLUITING.

BIJ AANSLUITING VAN HET APPARAAT OP HET ELEKTRICITEITSNET

ZONDER GEBRUIK VAN EEN STEKKER, MOET EEN MEERPOLIGE

SCHEIDINGSINRICHTING WORDEN AANGEBRACHT MET EEN MINIMALE

CONTACTOPENING VAN 3 MM.

DE OP DE VOEDINGSKABEL AAN TE BRENGEN STEKER EN HET

BIJBEHORENDE STOPCONTACT DIENEN VAN HETZELFDE TYPE TE ZIJN

EN TE BEANTWOORDEN AAN DE GELDENDE NORMEN. CONTROLEER OF

DE SPANNINGS- EN FREQUENTIEWAARDEN VAN HET NET

OVEREENSTEMMEN MET DIE VERMELD OP HET TYPEPLAATJE. VERMIJD

HET GEBRUIK VAN ADAPTERS OF AFLEIDINGEN.

TREK NOOIT AAN DE

KABEL OM DE STEKER UIT HET STOPCONTACT TE VERWIJDEREN.

#CPYKL\KPIGP

NA DE INSTALLATIE MOET DE STEKER TOEGANKELIJK BLIJVEN.

EEN BESCHADIGDE VOEDINGSKABEL MOET DOOR EEN BEVOEGD

TECHNICUS WORDEN VERVANGEN.

NA DE VERVANGING VAN DE VOEDINGSKABEL, MOET U ERVOOR

ZORGEN DAT DE VERANKERINGSBEUGEL VAN DE KABEL GOED

WORDT VASTGEZET.

BIJ PLAATSING VAN HET APPARAAT OP VLOEREN MET VLOERBEDEKKING

MOET U CONTROLEREN OF DE OPENINGEN AAN DE ONDERZIJDE NIET

WORDEN AFGESLOTEN.

SCHAKEL DE VAATWASSER NA IEDER GEBRUIK UIT OM

STROOMVERSPILLING TE VOORKOMEN.

HET AFGEDANKTE APPARAAT MOET ONBRUIKBAAR WORDEN GEMAAKT.

SNIJD, NA DE STEKER UIT HET STOPCONTACT TE HEBBEN GETROKKEN,

DE VOEDINGSKABEL DOOR. MAAK DE VOOR KINDEREN GEVAARLIJKE

DELEN (SLUITINGEN, DEUREN ENZ.) ONGEVAARLIJK. HET APPARAAT

MOET NAAR EEN CENTRUM VOOR EEN GESCHEIDEN AFVALVERWERKING

WORDEN GEBRACHT.

BIJ STORINGEN MOET U HET APPARAAT VAN HET ELEKRICITEITSNET

LOSKOPPELEN EN DE WATERKRAAN SLUITEN. VERVOLGENS MOET U

EEN BEVOEGD TECHNICUS RAADPLEGEN.

GEBRUIK GEEN TIJDENS HET TRANSPORT BESCHADIGDE APPARATEN!

RAADPLEEG, BIJ TWIJFEL, UW WEDERVERKOPER.

HET APPARAAT MOET WORDEN GEÏNSTALLEERD EN AANGESLOTEN

OVEREENKOMSTIG DE DOOR DE FABRIKANT VERSTREKTE INSTRUCTIES

OF DOOR BEVOEGD PERSONEEL.

HET APPARAAT MOET DOOR VOLWASSENEN WORDEN GEBRUIKT.

ZORG

ERVOOR DAT KINDEREN UIT DE BUURT BLIJVEN EN ER NIET MEE SPELEN.

HOUD KINDEREN UIT DE BUURT VAN AFWASMIDDELEN EN DE GEOPENDE

VAATWASSERDEUR. DE VERPAKKINGSMATERIALEN (PLASTIC ZAKKEN,

POLYSTYROL, METALEN DELEN ENZ.) MOETEN BUITEN HET BEREIK VAN

KINDEREN WORDEN GEHOUDEN.

HOUD KINDEREN UIT DE BUURT VAN DE GEOPENDE VAATWASSER; IN HET

APPARAAT ZOUDEN ZICH NOG RESTEN AFWASMIDDEL KUNNEN BEVINDEN

DIE ONHERSTELBARE SCHADE AAN DE OGEN, DE MOND EN KEEL KUNNEN

VEROORZAKEN, EN ZELFS TOT DE DOOD DOOR VERSTIKKING KAN LEIDEN.

GEBRUIK GEEN OPLOSMIDDELEN ZOALS ALCOHOL EN TERPENTINE IN

HET APPARAAT DIE TOT ONTPLOFFINGEN KUNNEN LEIDEN.

PLAATS GEEN MET AS, WAS OF VERF BEVUILDE VAAT IN HET APPARAAT.

Aanwijzingen

DE VAATWASSER KAN KANTELEN ALS GEVOLG VAN HET LEUNEN OF

ZITTEN OP DE OPEN DEUR, MET ALLE RISICO'S VAN DIEN VOOR DE

PERSONEN.

DRINK, NA BEËINDIGING VAN HET WASPROGRAMMA EN VOOR HET

DROGEN, NIET VAN HET EVENTUEEL IN DE VAAT OF DE VAATWASSER

ACHTERGEBLEVEN WATER.

MESSEN EN ANDER KEUKENGEREI MET SCHERPE PUNTEN MOETEN MET

DE PUNT NAAR BENEDEN IN DE CONTAINER WORDEN GEZET OF

HORIZONTAAL IN DE BOVENSTE KORF GELEGD, WAARBIJ U ERVOOR

MOET OPLETTEN DAT U ZICH NIET VERWONDT EN DAT ZE NIET UIT DE

CONTAINER NAAR BUITEN STEKEN.

MET ACQUASTOP UITGEVOERDE MODELLEN

ACQUASTOP IS EEN INRICHTING DIE BIJ LEKKAGES OVERSTROMINGEN

VOORKOMT. NA DE INTERVENTIE VAN DE ACQUASTOP MOET EEN

BEVOEGD TECHNICUS WORDEN GERAADPLEEGD OM DE OORZAAK VAN

DE STORING OP TE SPOREN EN TE VERHELPEN. BIJ DE MET ACQUASTOP

UITGEVOERDE MODELLEN BEVAT DE TOEVOERSLANG EEN

ELEKTROMAGNETISCHE KLEP.

SNIJD DE SLANG NIET DOOR EN LAAT DE

ELEKTROMAGNETISCHE KLEP NIET IN HET WATER VALLEN.

BIJ

BESCHADIGING VAN DE TOEVOERSLANG MOET U HET APPARAAT

LOSKOPPELEN VAN DE WATERLEIDING EN HET ELEKTRICITEITSNET.

ONMIDDELLIJK NA DE INSTALLATIE MOET HET APPARAAT KORT WORDEN

UITGEPROBEERD OVEREENKOMSTIG DE HIERNA VERSTREKTE

INSTRUCTIES. ALS HET APPARAAT NIET MOCHT FUNCTIONEREN MOET U

HET VAN DE ELEKTRICITEITSNET LOSKOPPELEN EN DE

DICHTSTBIJZIJNDE TECHNISCHE DIENST WAARSCHUWEN.

PROBEER

NIET OM HET APPARAAT TE REPAREREN.

DE VAATWASSER BEANTWOORDT AAN ALLE DOOR DE GELDENDE

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN OPGELEGDE EISEN MET BETREKKING TOT

ELEKTRISCHE APPARATEN. EVENTUELE TECHNISCHE CONTROLES

MOGEN UITSLUITEND DOOR GESPECIALISEERD EN ERKEND PERSONEEL

WORDEN UITGEVOERD:

REPARATIES UITGEVOERD DOOR NIET ERKEND

PERSONEEL, ZULLEN DE GARANTIE DOEN VERVALLEN EN KUNNEN EEN

BRON VAN GEVAAR VOOR DE GEBRUIKER WORDEN.

De fabrikant kan niet aansprakelijk

worden gesteld voor letsel aan personen of schade aan zaken als gevolg van het niet opvolgen van de bovenstaande voorschriften of als gevolg van werkzaamheden op ook een enkel deel van het apparaat of door het gebruik van niet-originele vervangingsonderdelen.

Instructies Voor de Installateur

2. Installatie en inbedrijfstelling

Verwijder de polystyrol korfblokkeringen.

Plaats het apparaat op de daarvoor bestemde. De vaatwasser kan met de zijkanten of de achterkant tegen meubels of wanden worden geplaatst. Als de vaatwasser naast een warmtebron wordt geplaatst moet een warmteïsolerende wand worden geplaatst om oververhitting en een slechte werking te voorkomen. Voor de stabilteit moeten de inbouwapparaten voor onderbouw of integratie uitsluitend onder ononderbroken werkbladen worden geplaatst en aan de ernaast geplaatste meubels worden vastgeschroefd. Om de inbouw te vergemakkelijken kunnen de toevoer- en afvoerslangen in alle richtingen worden gedraaid; zorg ervoor dat ze niet worden geknikt of afgeklemd en dat ze niet te strak gespannen komen te staan. Voor de passage van de buizen en de voedingskabel is een gat nodig van minimaal Ø 8 cm.

Zet het apparaat waterpas op de grond met behulp van de regelbare voetjes. Dit is vereist voor de correcte werking van de vaatwasser.

Aleen voor de vrijstaande modellen:

wanneer het apparaat niet in een nis is geplaatst en dus vanaf een zijkant toegankelijk is, moet u, om veiligheidsredenen, de kant van het deurscharnier bekleden (gevaar voor verwondingen).

De bekledingen zijn beschikbaar als accessoire bij de gespecialiseerde wederverkopers of de Technische Servicedienst.

Sommige modellen hebben een centrale regelbare voet achter die met behulp van een schroef onderaan de voorkant van het apparaat kan worden afgesteld.

2.1 Aansluiting op de waterleiding

Voorkom het risico van verstoppingen of beschadigingen:

als de waterleiding nieuw is of langdurig ongebruikt gebleven, moet u, voordat u de aansluiting op de waterleiding uitvoert, controleren of het water helder is en zonder vervuiling om schade aan het apparaat te voorkomen.

Gebruik voor de aansluiting van de vaatwasser op de waterleiding, uitsluitend nieuwe slangen; gebruik nooit oude of reeds gebruikte slangen.

Instructies Voor de Installateur

AANSLUITING OP DE WATERKRAAN

Sluit de toevoerslang, na plaatsing van het bij de vaatwasser geleverde filter

A

, aan op een koudwaterkraan met een schroefdraad van ¾" gas.

Draai de slang met de hand stevig vast en draai hem nog circa een kwartslag na met een tang.

Bij de met ACQUASTOP uitgeruste modellen is het filter al in de ring met schroefdraad aangebracht.

De vaatwasser kan worden gevuld met water van

maximaal 60°C.

Bij gebruik van warm water zal de wastijd met circa 20 minuten worden teruggebracht, hoewel de efficiëntie iets minder zal zijn. De aansluiting moet worden uitgevoerd op de warmwaterleiding van het huis en op dezelfde wijze als beschreven voor het koude water.

AANSLUITING OP DE AFVOER

Steek de speciale slang in een afvoerleiding met een minimumdoorsnede van

4 cm

of in een verbindingsstuk naar de sifon onder de gootsteen; indien noodzakelijk kunt u de slang ook met behulp van de samen met het apparaat geleverde houder in de gootsteen zelf hangen, waarbij u ervoor moet zorgen dat hij niet wordt afgeklemd en dat er geen knikken in komen. Het is belangrijk dat de slang niet kan losraken en vallen. Om deze reden heeft de slanghouder een gat waarmee hij met behulp van een touwtje aan de pijp of kraan kan worden bevestigd. Het vrije eind moet op een hoogte tussen de

30

en

100 cm

worden aangebracht en mag nooit onder water staan.

Horizontaal geplaatste verlengstukken mogen maximaal 3 m lang zijn en in dat geval moet de afvoerslang maximaal

85 cm

van de grond af worden aangebracht.

2.2 Elektrische aansluiting

Steek de steker in een passend stopcontact en in overeenstemming met de instructies van hfst. "1. Aanwijzingen voor veiligheid en gebruik".

Instructies Voor de Gebruiker

3. Gebruiksinstructies

Na de vaatwasser op correcte wijze te hebben geïnstalleerd zijn de volgende handelingen noodzakelijk om hem te kunnen gebruiken:

Regeling van de ontharder;

• Vullen met het regeneratiezout;

Vullen met glansspoelmiddel en afwasmiddel.

3.1 Gebruik van de waterontharder

De hoeveelheid kalk in het water

(hardheidsgraad van het water) is verantwoordelijk voor de witte vlekken op de opgedroogde vaat, die, na verloop van tijd mat zullen worden. De vaatwasser is uitgerust met een automatische ontharder die met gebruikmaking van hiervoor specifiek bestemd regeneratiezout, de hardheids-elementen uit het water onttrekt.

De vaatwasser is in de fabriek afgesteld op een hardheidsgraad van

3

(gemiddelde hardheid

41-60°dF

24-31°dH

).

<176

Bij gebruik van gemiddeld hard water zal het zout na ongeveer

20 wasbeurten

moeten worden bijgevuld. Het reservoir van de ontharder heeft een capaciteit van ongeveer

1,5 Kg

grof zout. Sommige modellen zijn uitgerust met een venster voor het ontbreken van het zout. In deze modellen bevat de dop van het zoutreservoir een groene drijver die bij het verminderen van de zoutconcentratie in het water zal gaan zakken.

Wanneer de groene drijver niet meer zichtbaar is door de doorzichtige dop moet het regeneratiezout worden bijgevuld. Het reservoir bevindt zich onderin de vaatwasser. Na de onderste korf te hebben verwijderd moet u de dop van het reservoir linksom losdraaien en het zout met behulp van de met de vaatwasser geleverde trechter toevoegen.

Alvorens de dop weer vast te draaien moet u eventuele zoutresten bij de opening verwijderen.

Bij de eerste inwerkingstelling van de vaatwasser dient u, afgezien van het zout, tevens

een liter water

in het reservoir te gieten.

Controleer altijd na het vullen van het reservoir of de

dop goed is afgesloten

. Het mengsel van water en afwasmiddel mag het reservoir niet binnendringen daar dit werking van het regeneratiesysteem zal beïnvloeden. In dat geval is de garantie niet meer geldig.

Gebruik

uitsluitend

regeneratiezout voor vaatwassers voor huishoudelijk gebruik. Vul, bij gebruik van zouttabletten,

het reservoir niet volledig af

.

Instructies Voor de Gebruiker

Gebruik geen keukenzout

, omdat dit niet-oplosbare substanties bevat die na verloop van tijd het onthardingssysteem kunnen beschadigen.

Vul, indien noodzakelijk, het zout bij

vóór u het wasprogramma start

; op deze wijze zal de overtollige zoutoplossing onmiddellijk door het water worden verwijderd; een langdurige aanwezigheid van zout water in de waskuip kan tot

corrosievorming

leiden.

Let ervoor op dat u het zout niet met het afwasmiddel verwisselt:

de aanwezigheid van afwasmiddel in het zoutreservoir zal de ontharder

beschadigen

.

REGELING VAN DE ONTHARDER

De vaatwasser is uitgerust met een inrichting die het mogelijk maakt om de regeling van de ontharder aan te passen aan de hardheid van het vulwater.

Aan de binnezijde van de plastic ring op de

rechterzijkant

in de vaatwasser en maakt een gelijkmatige regeling vanaf het minimum tot het maximum mogelijk.

Instructies Voor de Gebruiker

TABEL HARDHEID VAN HET WATER

HARDHEID VAN HET WATER

Duitse graden (°dH) Franse graden (°dF)

0 - 4

5 - 9

10 - 17

18 - 26

27 - 35

36 - 47

0 - 7

8 - 15

16 - 30

31 - 45

46 - 60

61 - 80

REGELING

Staand nr. 1 GEEN ZOUT

Staand nr. 1

Staand nr. 2

Staand nr. 3

Staand nr. 4

Staand nr. 5

Vraag het waterleidingbedrijf om de informatie betreffende de hardheidsgraad van het water.

3.2 Gebruik van de doseerbakjes voor het glansspoelmiddel en het afwasmiddel

De doseerbakjes voor het afwasmiddel en het glansspoelmiddel bevinden zich aan de binnenkant van de deur: links dat van het

afwasmiddel

en rechts dat van het

glansspoelmiddel.

Uitgezonderd het

WEEK

programma, moet het

afwasmiddelbakje

vóór iedere wasbeurt met een geschikte dosis afwasmiddel worden gevuld.

Het glansspoelmiddel hoeft alleen maar worden bijgevuld indien nodig.

Instructies Voor de Gebruiker

TOEVOEGING VAN HET GLANSSPOELMIDDEL

Het glansspoelmiddel zal het opdrogen van de vaat versnellen en de vorming van vlekken en kalkafzettingen voorkomen; het wordt automatisch tijdens de laatste spoelbeurt aan het water toegevoegd vanuit het doseerbakje aan de binnenkant van de deur.

Om het glansspoelmiddel toe te voegen:

• Open deur.

Draai de dop van het reservoir ¼ slag linksom en verwijder hem.

• Vul het glansspoelmiddel bij tot het bakje vol is (circa 140 c.c.). Het venstertje naast de dop moet helemaal donker worden. Vul weer glansspoelmiddel bij als het venster lichter wordt of het controlelampje voor het ontbreken van het glansspoelmiddel gaat branden.

Plaats de dop weer terug en draai hem rechtsom.

Veeg het gemorste glansspoelmiddel met een doek af omdat dit tot schuimvorming kan leiden.

REGELING VAN DE DOSERING VAN HET GLANSSPOELMIDDEL

De vaatwasser wordt in de fabriek op een gemiddelde waarde afgesteld.

De dosering kan echter worden geregeld met behulp van de regelknop op de doseerder, de dosis zal proportioneel zijn aan de stand van de regelknop.

De dosis moet worden verhoogd als de gewassen vaat mat is of ronde vlekken vertoont.

Voor de regeling van de dosering moet de dop van het reservoir ¼ slag linksom worden gedraaid en verwijderd.

Draai vervolgens met een schroevendraaier de regelaar van de dosering in de gewenste stand.

Plaats de dop weer terug en draai hem rechtsom vast.

De hoeveelheid glansspoelmiddel moet worden

verhoogd

als de gewassen vaat mat is of ronde vlekken vertoont.

Als de vaat daarentegen plakkerig aanvoelt of witte strepen vertoont moet de hoeveelheid glansspoelmiddel worden

verminderd.

Instructies Voor de Gebruiker

VULLEN MET AFWASMIDDEL

Om het deksel van het bakje te openen moet u drukknop

P

een weinig indrukken. Voeg het afwasmiddel toe en sluit het deksel zorgvuldig af.

Tijdens het wassen zal het bakje automatisch worden geopend.

Gebruik

uitsluitend

specifieke afwasmiddelen voor vaatwassers.

Het gebruik van afwasmiddelen van goede kwaliteit is van groot belang voor optimale wasresultaten.

Bewaar het afwasmiddel in een gesloten verpakking op een droge plek om de vorming van klonten die de wasresultaten nadelig zullen beïnvloeden, te voorkomen. Eenmaal geopend zullen de afwasmiddelen niet al te lang bewaard kunnen blijven omdat het afwasmiddel aan efficiëntie zal inboeten.

Gebruik geen afwasmiddel voor de handafwas omdat de hoge schuimproductie ervan de werking van de vaatwasser nadelig kan beïnvloeden.

Zorg voor een goede dosering van het afwasmiddel. Te weinig afwasmiddel zal leiden tot een onvolledige verwijdering van het vuil, terwijl een teveel ervan de efficiëntie niet zal verhogen, maar slechts verspilling is.

Er zijn vloeibare en afwasmiddelen in poedervorm in de handel, die onderling verschillen voor wat betreft hun chemische samenstelling en die

fosfaten

kunnen bevatten of niet, die in dat geval zijn vervangen door

natuurlijke enzymen

.

-

Fosfaathoudende

afwasmiddelen zijn voornamelijk actief tegen vetten en amide bij temperaturen van

meer dan 60°C

.

-

De

enzymen

bevattende afwasmiddelen zijn ook al bij lagere temperaturen actief (

vanaf 40

tot

55°C

) en zijn biologisch beter afbreekbaar. Met dit type afwasmiddel kunnen bij lagere temperaturen dezelfde wasresultaten worden bereikt die anders pas bij programma's van

65°C

mogelijk zouden zijn.

Voor het behoud van het milieu bevelen wij het gebruik aan van afwasmiddelen

zonder fosfaten of chloor.

Instructies Voor de Gebruiker

Er bestaan afwasmiddelen in tabletvorm waarvan wordt verklaard dat het gebruik van zouten of spoelmiddelen overbodig is. In sommige gevallen zullen deze afwasmiddelen niet voldoen, vooral bij gebruik met korte wasprogramma's en/of lage wastemperaturen en/of te hard water (

>35° F

).

Bij problemen met de prestaties (bijv. een witte patina op de kuip of de vaat, slechte resultaten bij het drogen, resten op de vaat na het wassen) raden wij aan om weer terug te vallen op de traditionele producten (zout in korrels, wasmiddel in poedervorm, vloeibaar glansmiddel).

Wij wijzen er echter op dat bij het terugkeren naar het gebruik van het traditionele zout een paar cycli nodig zullen zijn voordat de installatie weer volledig efficiënt zal werken; u kunt dus nog sporen van de witte patina op de kuip en de vaat vinden. Mocht het probleem zich herhalen, waarschuw dan de Technische Dienst van de Klantenservice.

Wanneer u een afwasmiddel in de vorm van tabletten gebruikt (wij raden het gebruik aan van drie afzonderlijke producten: afwasmiddel, zout en glansmiddel) moet u de tabletten in de bestekcontainer leggen. Het doseerbakje is ontworpen voor het gebruik van vloeibaar afwasmiddel of in poedervorm. Tijdens de wascyclus gaat het deurtje niet volledig open en een tabletje wordt daarom niet in zijn geheel afgegeven (gesmolten); dit zou kunnen leiden tot:

-

een onvoldoende hoeveelheid tijdens de cyclus afgegeven afwasmiddel, met slechte wasresultaten;

-

het samenpersen van het afwasmiddel in het doseerbakje en de afgifte ervan tijdens het spoelen op het eind.

De aanwezigheid van, ook vloeibaar afwasmiddel, in het glansspoelmiddelreservoir zal de vaatwasser beschadigen.

Instructies Voor de Gebruiker

3.3 Waarschuwingen en algemene aanbevelingen

Vóór de eerste ingebruikneming van de vaatwasser verdient het aanbeveling om eerst de onderstaande aanbevelingen met betrekking tot de

aard van de te wassen vaat

en de

plaatsing

ervan te lezen.

Over het algemeen bestaan er geen beperkingen voor het wassen van de huishoudelijke vaat, maar in sommige gevallen moet met hun eigenschappen rekening worden gehouden.

Alvorens de vaat in de korven te plaatsen moet u:

de grootste etensresten, zoals bijvoorbeeld botjes, graten enz. die de filter zouden kunnen verstoppen en de waspomp beschadigen, verwijderen;

de pannen of koekenpannen met op de bodem verbrande etensresten laten weken om het vuil beter te laten loskomen; om ze vervolgens in de ONDERSTE KORF te zetten.

Om niet onnodig water te verspillen moet u de vaat vooraf niet onder stromend water wassen voordat u hem in de korven laadt.

Een correcte plaatsing van de vaat is een garantie voor goede wasresultaten.

LET OP!

Controleer of de couverts goed stevig staan en niet kunnen omvallen en de draaiing van de sproeiarmen tijdens de werking niet belemmeren;

plaats geen hele kleine voorwerpen in de korven die bij het vallen de sproeiarmen of de waspomp zouden kunnen blokkeren;

vaat zoals bijv. kopjes, schotels, glazen, bekers en pannen moeten altijd met de opening naar beneden en met eventuele holle kanten schuin worden gezet om het weglopen van het water te bevorderen;

de verschillende delen van de vaat niet in elkaar zetten omdat ze elkaar anders zouden afdekken;

plaats glazen niet te dicht op elkaar omdat ze met elkaar in aanraking zouden kunnen komen en breken. Ook kunnen zich vlekken vormen.

CONTROLEER of de vaat met de vaatwasser kan worden gewassen.

Instructies Voor de Gebruiker

Vaat waarvoor het wassen in de vaatwasser wordt aanbevolen:

Houten couverts:

kunnen beschadigd raken als gevolg van de hoge wastemperaturen;

handwerkproducten:

zijn slechts zelden geschikt om te worden gewassen in een vaatwasser. De relatief hoge watertemperaturen en het afwasmiddel kunnen ze beschadigen;

plastic couverts:

eventueel hittebestendige plastic couverts moeten in de bovenste korf worden gewassen;

couverts en voorwerpen van koper, tin, zink en messing:

hebben de neiging om vlekken te vormen;

aluminium vaat:

vaat van geanodiseerd aluminium kan verkleuren;

glas en kristal:

over het algemeen kunnen glazen en kristallen voorwerpen in de vaatwasser worden gewassen. Er bestaan echter glas- en kristalsoorten die na vele wasbeurten mat kunnen worden en hun transparantie verliezen; voor dit soort materiaal raden wij altijd aan om het minst agressieve programma van de programmatabel te kiezen;

vaat met decoraties:

de in de handel verkrijgbare gedecoreerde voorwerpen zijn over het algemeen goed tegen het wassen in de vaatwasser bestand ook al is het mogelijk dat de kleuren na frequente wasbeurten vervagen, Bij twijfel over de bestendigheid van de kleuren verdient het aanbeveling om ongeveer een maand lang een paar elementen per keer te wassen.

Instructies Voor de Gebruiker

4. Beschrijving van het bedieningspaneel

4.1 Het bedieningspaneel

Alle bedieningsorganen en controle-instrumenten van de vaatwasser zijn samengebracht op het bedieningspaneel aan de voorzijde.

1

2

3

4

KEUZESCHAKELAAR

WASPROGRAMMA'S

TOETS

AAN/UIT

CONTROLELAMPJE

AAN/UIT

WEGGEWERKTE HANDGREEP OPENING DEUR

Instructies Voor de Gebruiker

INSTELLING VAN HET WASPROGRAMMA

Om het voor de te wassen vaat meest geschikte programma te selecteren verwijzen wij naar de onderstaande tabel, waar u het meest geschikte wasprogramma kunt vinden afhankelijk van de aard en de mate van bevuiling van de vaat.

Als, via de voorgestelde tabel, het meest geschikte programma is bepaald, moet u de

PROGRAMMAKEUZEKNOP (1)

(zie hoofdstuk "4.

Beschrijving van het bedieningspaneel") draaien om het gewenste programma in te stellen door de referentiewaarde met het programmanummer overeen te laten stemmen.

KEUZE-

SCHAKELAAR

EN CYCLUS

TYPE EN GRAAD

VUIL VAN HET

VAATWERK

AFWIKKELING

PROGRAMMA

1

2

3

4

5

(*) EN 50242

Pannen en vaatwerk, vòòr een wasprogramm.

Koud voorwassen

Zeer vuil vaatwerk, pannen, niet-delicaat vaatwerk.

Normaal vuil vaatwerk.

Direkt na gebruik gewassen weinig-vuil vaatwerk.

Spoelen en drogen van schoon of stoffing vaatwerk.

Koud voorwassen

Wassen bij 65°C

2 koude spoeling

Spoelen bij 68°C

Drogen met warme lucht

Koud voorwassen

Wassen bij 65°C

1 koude spoelen

Spoelen bij 68°C

Drogen met warme lucht

Wassen bij 65°C

1 koude spoelen

Spoelen bij 68°C

Drogen met warme lucht

1 koude spoelen

Spoelen bij 68°C

Drogen met warme lucht

HOEVEELHEID

ALWASMIDDEL

GRAM

DUUR

MINUUT

(2)

_

6’

25

25

25

_

90’

85’

75’

40’

VERBRUIK

WATER

LITER (1)

ENERGIE

Kwh (2)

4

22

19

15

9

0,01

1,30

1,10

1,15

0,70

(

(*) Referentieprogramma volgens de EN 50242 norm.

) Niet voorzien.

Instructies Voor de Gebruiker

De wascyclus zal niet worden gestart als de deur van de vaatwasser niet of niet op de juiste manier gesloten is.

TABEL VOOR CONTROLE-INSTITUTEN

Controlenorm

Vergelijkbaar programma

Belading

Soort afwasmiddel

Dosering afwasmiddel

Regeling glansspoelmiddel

EN 50242

(*) Keuzeschakelaar op

9 couverts

B

25 g

Afhankelijk van de modellen 3/4 o 4/6

EN 50242

De bovenste korf moet in de laagste stand worden gezet.

4.2 Wasprogramma's

Alvorens een wasprogramma te starten moet u controleren of:

de waterkraan

geopend

is;

er

regeneratiezout

in het

reservoir

aanwezig is;

er

voldoende afwasmiddel

in het

bakje

is gedaan;

de korven op de

juiste

wijze zijn

beladen

;

de sproeiarmen

vrij

, onbelemmerd kunnen draaien;

de deur van de vaatwasser

goed is gesloten.

Instructies Voor de Gebruiker

ANNULERING VAN HET LOPENDE PROGRAMMA

Om het lopende programma te annuleren moet u de

AAN/UIT (2)

toets indrukken.

Plaats de programmakeuzeschakelaar op

WEKEN

en wacht tot vaatwasser start. Als het programma is voltooid moet u de vaatwasser uitschakelen met de toets

AAN/UIT (2)

.

WIJZIGING VAN HET PROGRAMMA

Om het lopende programma te wijzigen moet u de vaatwasser uitschakelen met de

AAN/UIT (2)

toets.

Plaats de programmakeuzeschakelaar op het gewenste programma en start de vaatwasser weer door

AAN/UIT (2)

in te drukken.

De vaatwasser zal automatisch het nieuwe programma uitvoeren.

OM ENERGIE TE BESPAREN! … EN VOOR HET BEHOUD VAN HET

MILIEU

Probeer om de vaatwasser altijd volledig gevuld te gebruiken.

Was de vaat niet onder stromend water.

Gebruik het voor de aard van de vaat meest geschikte programma.

Spoel niet vooraf eerst af.

U kunt de vaatwasser aansluiten op een warmwaterleiding tot max.

60°C (indien beschikbaar).

Sluit,

indien mogelijk

het drogen uit

en laat de deur op het eind van het wasprogramma halfopen staan, de lucht en de restwarmte zullen de vaat op perfecte wijze drogen.

OM HET AFWASMIDDELVERBRUIK TE BEPERKEN! … EN VOOR

HET BEHOUD VAN HET MILIEU

De in de afwasmiddelen voor vaatwassers aanwezige fosfaten vormen een probleem voor het milieu. Om een overmatig afwasmiddel- en stroomverbruik te voorkomen, raden wij aan om:

de delicate vaat

te scheiden van vaat die beter bestand is tegen agressieve afwasmiddelen en hoge temperaturen;

het afwasmiddel

niet rechtstreeks op de vaat te gieten.

Instructies Voor de Gebruiker

Als het tijdens het wassen noodzakelijk mocht zijn om de deur te openen zult u

1 minuut moeten wachten

alvorens het programma weer opnieuw te kunnen starten. Na de deur weer op correcte wijze te hebben gesloten, zal het wasprogramma weer op het punt waarop het werd onderbroken verder gaan. Deze handeling zou kunnen leiden tot onregelmatigheden in het verloop van het programma.

BEËINDIGING

Na beëindiging van het wasprogramma zal de keuzeschakelaar, afhankelijk van het uitgevoerde programma, op een

STOP

waarde staan. Schakel de vaatwasser uit met de toets

AAN/UIT (2)

.

VERWIJDEREN VAN DE VAAT

Na beëindiging van het wasprogramma moet u tenminste

20 minuten

wachten alvorens de vaat er uit te halen, om hem te laten afkoelen. Om te voorkomen dat eventuele in de bovenste korf achtergebleven waterdruppels op de nog in de onderste korf achtergebleven vaat vallen, wordt het

aangeraden

om eerst de onderste korf en daarna pas de bovenste korf leeg te halen.

Instructies Voor de Gebruiker

4.3 Gebruik van de korven

De vaatwasser heeft een capaciteit van

9 couverts

inclusief het opdienservies.

DE ONDERSTE KORF

De onderste korf ontvangt de maximale intensiteit van de werking van de onderste sproeiarm en is daarom bestemd voor de "moeilijkste" en vuilste vaat.

Alle mogelijke beladingscombinaties zijn toegestaan, op voorwaarde dat er bij de plaatsing van het servies, de pannen en de koekenpannen voor wordt gezorgd dat alle vuile oppervlakken worden blootgesteld aan de van onderen afkomstige waterstralen.

BELADING VAN DE ONDERSTE KORF

Plaats de platte, diepe, dessert- en dienborden zorgvuldig rechtop. De pannen, koekenpannen en bijbehorende deksels moet ondersteboven worden geplaatst. Zorg er bij het plaatsen van de diepe en dessertborden altijd voor dat er vrije ruimte tussen blijft.

Laadvoorbeelden:

Instructies Voor de Gebruiker

BESTEKCONTAINER

Het bestek moet gelijkmatig over de container worden verdeeld, met het handvat naar beneden gericht waarbij u goed moet opletten dat u zich niet bezeert aan de lemmetten van de messen.

De container is bestemd voor alle soorten bestek, uitgezonderd bestek waarvan de lengte de bovenste sproeiarm hindert.

Spanen, houten lepels en keukenmessen kunnen in de bovenste korf worden gelegd,

waarbij u ervoor moet opletten dat de punt van de messen niet buiten de korf uitsteekt.

BOVENSTE KORF

Het wordt aangeraden om de bovenste korf te vullen met klein of middelgroot serviesgoed, zoals bijvoorbeeld glazen, kleine borden, koffie- en theekopjes, platte schotels en lichte, hittebestendige plastic voorwerpen. Bij gebruik van de bovenste korf in de laagste stand kunnen er ook dienborden in worden geplaatst, mits slechts licht bevuild.

Om de beschikbare ruimte zo goed mogelijk te benutten, is de bovenste korf uitgerust met twee plastic roosters die naar boven kunnen worden geklapt om ruimte te creëren voor hoge glazen, zoals bijvoorbeeld roemers.

Instructies Voor de Gebruiker

BELADING VAN DE BOVENSTE KORF

Plaats de vaat met de bovenkant naar voren gericht; kopjes en holle recipiënten moeten altijd met de opening naar beneden gericht worden geplaatst. Aan de linkerzijde van de korf kunnen op twee niveaus kopjes en glazen worden geplaatst. in het midden kunnen borden en schoteltjes verticaal in de speciale houders worden gezet.

Laadvoorbeelden:

REGELING VAN DE BOVENSTE KORF

De bovenste korf kan in

twee standen

worden gezet, afhankelijk van de persoonlijke behoeften en de hoogte van de in de onderste korf geplaatste vaat.

Ga hiervoor als volgt te werk:

draai blokkeringen

90°

;

• trek de korf eruit;

• til de korf op en steek de laagste wielenparen in de geleiders;

• zet de blokkeringen

E

weer terug in de beginstand.

Instructies Voor de Gebruiker

5. Schoonmak en onderhoud

Vóór iedere ingreep moet u de elektrische voeding van het apparaat loskoppelen.

5.1 Waarschuwingen en algemene aanbevelingen

Vermijd het gebruik van schurende of bijtende schoonmaakmiddelen.

De buitenoppervlakken en de contradeur van de vaatwasser moeten met regelmatige tussenpozen met een zachte met een normaal schoonmaakmiddel voor geverfde oppervlakken bevochtigde doek worden schoongemaakt. De pakkingen van de deur moeten met een vochtige spons worden schoongemaakt. Periodiek (één of twee keer per jaar) verdient het aanbeveling om al het vuil dat zich op de kuip en de afdichtingen heeft gevormd met een zachte doek en wat water te verwijderen.

SCHOONMAKEN VAN HET WATERTOEVOERFILTER

Het na de kraan geplaatste toevoerfilter voor het water

A

moet regelmatig worden schoongemaakt. Sluit de waterkraan, draai het uiteinde van de toevoerslang los, verwijder het filter

A

en maak hem voorzichtig onder een straal water schoon. Plaats het filter

A

weer in diens houder terug en draai de watertoevoerslang zorgvuldig vast.

SCHOONMAKEN VAN DE SPROEIARMEN

De sproeiarmen kunnen gemakkelijk worden verwijderd om de mondstukken periodiek te reinigen en mogelijke verstoppingen te voorkomen. Was ze onder een straal water en plaats ze weer zorgvuldig in hun houders terug

en controleer of hun draaibeweging op geen enkele wijze wijze wordt belemmerd

.

Om sproeiarm te verwijderen moet de stelring

R

worden losgedraaid.

U de sproeiarm gemakkelijk verwijderen door hem in het midden vast te pakken en naar boven te trekken.

Instructies Voor de Gebruiker

SCHOONMAKEN VAN DE FILTERGROEP

Het verdient aanbeveling om het filter

H

van tijd tot tijd te verwijderen en te controleren, en indien noodzakelijk, schoon te maken. Om het filter te verwijderen moet u de handgreep beetpakken en rechtsom draaien en vervolgens naar boven trekken.

Scheid vervolgens de delen

L

en

M

, en haal tenslotte de twee delen waaruit het plastic filter bestaat uit elkaar door licht op de aangegeven plekken te drukken en aan het bovenste gedeelte te trekken om het eruit te trekken.

Verwijder het centrale filter door hem naar boven te trekken.

WAARSCHUWINGEN EN AANBEVELINGEN VOOR EEN GOED

ONDERHOUD:

De filters moeten met een harde borstel

onder een waterstraal

worden schoongemaakt.

Het is absoluut noodzakelijk dat de

filters zorgvuldig worden schoongemaakt

overeenkomstig de bovenstaande aanwijzingen: de vaatwasser kan niet functioneren als de filters verstopt zijn.

Plaats de filters weer zorgvuldig terug

in hun houders, om schade aan de waspomp te voorkomen.

ALS DE VAATWASSER LANGDURIG BUITEN GEBRUIK BLIJFT:

Voer twee keer achter elkaar het weekprogramma uit.

Trek de steker

uit het stopcontact.

Laat

de deur op een kier

om te voorkomen dat er zich vieze luchtjes in de waskuip vormen.

Vul de doseerder met glansspoelmiddel

.

Sluit de waterkraan.

Instructies Voor de Gebruiker

ALVORENS DE VAATWASSER NA EEN LANGDURIGE PERIODE

VAN STILSTAND IN GEBRUIK TE NEMEN:

controleer of er zich geen

bezinksel of roest

in de slangen heeft gevormd, laat in dat geval het water een paar minuten lang uit de kraan stromen.

Steek de steker

weer in het stopcontact.

Breng de aanvoerslang weer aan en open de kraan.

KLEINE STORINGEN OPLOSSEN

In sommige gevallen is het mogelijk om zelf eventuele kleine storingen met behulp van de onderstaande instructies te verhelpen.

Controleer, als het programma niet start, of:

de vaatwasser op het elekriciteitsnet is aangesloten;

de levering van de elektrische stroom niet is onderbroken;

de waterkraan is geopend;

de deur van de vaatwasser op correcte wijze is gesloten;

Controleer, als er water in de vaatwasser achterblijft, of:

er geen knik in de afvoerslang zit;

de sifon van de afvoer niet verstopt is;

de filters van de vaatwasser niet verstopt zijn.

Controleer, als de vaat niet schoon wordt, of:

er (voldoende) afwasmiddel is ingevoerd;

er regeneratiezout in het speciale reservoir zit;

de vaat op de juiste wijze is geplaatst;

het geselecteerde programma geschikt was voor het type en de aard van vervuiling van de vaat;

alle filters schoon zijn en op de juiste wijze in hun houders zijn geplaatst;

de wateropeningen van de sproeiarmen niet verstopt zijn;

de draaiing van de sproeiarmen niet ergens door werd belemmerd.

Instructies Voor de Gebruiker

Controleer, als de vaat niet droog wordt of mat blijft, of:

er glansspoelmiddel in het daarvoor bestemde reservoir zit;

de dosering ervan goed is ingesteld;

de kwaliteit van het gebruikte afwasmiddel goed is en de eigenschappen er niet van verloren zijn gegaan (bijv. als gevolg van een onjuiste opslag, met geopende verpakking).

Controleer, als de vaat strepen, vlekken … vertoont, of:

de regeling van het glansspoelmiddel niet overmatig is.

Als er roestsporen zichtbaar zijn in de kuip:

de kuip is van roestvrij staal en eventuele roestsporen moeten daarom van buitenaf afkomstig zijn (stukjes roest afkomstig van de waterleiding, pannen, bestek enz.). In de handel kunt u speciale producten vinden om deze vlekken te verwijderen;

controleer of u de juiste hoeveelheid afwasmiddel gebruikt.

Sommige afwasmiddelen kunnen agressiever zijn dan andere;

controleer of u de dop van het zoutreservoir goed heeft afgesloten en de waterontharder goed is ingesteld.

Als, nadat u de bovenstaande aanwijzingen heeft opgevolgd, de storingen zich mochten blijven voordoen, zult u de dichtstbijzijnde technische dienst moeten raadplegen.

LET OP: de door niet bevoegd personeel op het apparaat uitgevoerde werkzaamheden vallen niet onder de garantie en zijn voor rekening van de gebruiker.

TECHNISCHE GEGEVENS

Breedte

Diepte, gemeten vanaf de buitenzijde van het bedieningspaneel

Hoogte

Capaciteit

Druk van het toevoerwater

Elektrische gegevens

447

÷

449 mm

600 mm van 850 mm tot 870 mm

9 Standaardcouverts

Min. 0,05 – max. 0,9 MPa (min. 0.5 – max. 9 bar)

Zie het typeplaatje

advertisement

Was this manual useful for you? Yes No
Thank you for your participation!

* Your assessment is very important for improving the workof artificial intelligence, which forms the content of this project

Related manuals

advertisement