advertisement
Online
Gebruikershandleiding
DCP-L3510CDW
DCP-L3517CDW
DCP-L3550CDW
MFC-L3710CW
MFC-L3730CDN
MFC-L3750CDW
MFC-L3770CDW
© 2018 Brother Industries, Ltd. Alle rechten voorbehouden.
Inhoudsopgave
Een document afdrukken met de BR-Script3 printerdriver (taalemulatie van PostScript ® 3 ™ )
Een document afdrukken met de BR-Script3 printerdriver (taalemulatie van PostScript ® 3 ™ )
i
Web Services voor scannen op uw netwerk (Windows 7, Windows 8 en Windows 10) .................. 117
ii
Uw apparaat voor een draadloos netwerk configureren met de drukknopmethode van Wi-Fi
Uw apparaat voor een draadloze netwerk configureren met de pinmethode van Wi-Fi Protected
Uw apparaat configureren voor een draadloos netwerk wanneer de SSID niet wordt uitgezonden 318
De tijd synchroniseren met de SNTP-server met behulp van Beheer via een webbrowser............. 345
iii
Maak een aangepast tabblad aan met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows) . 465
iv
Verwijder kleine papiersnippers die in de ADF (automatische documentinvoer) zijn vastgelopen... 491
Mijn Brother-machine kan niet afdrukken, scannen of PC-FAX Ontvangen via het netwerk. .......... 527
v
vi
Home > Voordat u uw Brother-apparaat gebruikt
Voordat u uw Brother-apparaat gebruikt
•
•
•
1
Home > Voordat u uw Brother-apparaat gebruikt > Definities van opmerkingen
Definities van opmerkingen
We gebruiken de volgende symbolen en afspraken doorheen deze Gebruikershandleiding:
WAARSCHUWING geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, als deze niet wordt voorkomen, kan resulteren in ernstig of fataal letsel.
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
BELANGRIJK
OPMERKING
VOORZICHTIG geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, indien genegeerd, lichte of matige verwondingen tot gevolg kan hebben.
BELANGRIJK geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, als deze niet wordt voorkomen, kan resulteren in schade aan eigendommen, storingen of een nietwerkend product.
OPMERKING geeft informatie over de bedieningsomgeving, installatievoorwaarden of speciale gebruiksvoorwaarden.
Onder pictogrammen van tips vindt u nuttige hints en extra informatie.
Vetgedrukt
Cursief
Courier New
Het pictogram Elektrisch gevaar attendeert u op het risico van een elektrische schok.
Het pictogram Brandgevaar attendeert u op het risico van het ontstaan van brand.
Het pictogram Heet oppervlak waarschuwt u ervoor delen van het apparaat die heet zijn niet aan te raken.
Verbodspictogrammen geven aan dat u bepaalde handelingen niet mag uitvoeren.
Vetgedrukte tekst verwijst naar knoppen op het bedieningspaneel van het apparaat of het scherm van de computer.
Cursief gedrukte tekst benadrukt een belangrijk punt of verwijst naar een verwant onderwerp.
Tekst in het lettertype Courier New betreft meldingen die op het LCD-scherm van het apparaat worden weergegeven.
Verwante informatie
•
Voordat u uw Brother-apparaat gebruikt
2
Home > Voordat u uw Brother-apparaat gebruikt > Handelsmerken
Handelsmerken
Microsoft, Windows, Windows Server, SharePoint, Internet Explorer, PowerPoint, Excel en OneNote zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Apple, App Store, Mac, macOS, Safari, AirPrint, het AirPrint-logo, iPad, iPhone en iPod touch zijn handelsmerken van Apple Inc., gedeponeerd in de Verenigde Staten en andere landen.
Nuance en PaperPort zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nuance Communications, Inc.
of dochterbedrijven in de Verenigde Staten en/of andere landen.
PostScript en PostScript 3 zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Adobe Systems
Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Wi-Fi, Wi-Fi Alliance en Wi-Fi Direct zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Wi-Fi Alliance ® .
WPA, WPA2, Wi-Fi CERTIFIED, Wi-Fi Protected Setup en het Wi-Fi Protected Setup-logo zijn handelsmerken van Wi-Fi Alliance ® .
Android, Gmail, Google Cloud Print, Google Drive, Google Chrome, Chrome OS en Google Play zijn handelsmerken van Google LLC. Het gebruik van deze handelsmerken is onderhevig aan toestemming van
Google.
Mopria ® en het Mopria ® -logo zijn gedeponeerde handelsmerken en servicemerken van Mopria Alliance, Inc. in de Verenigde Staten en andere landen. Onbevoegd gebruik is ten strengste verboden.
Mozilla en Firefox zijn gedeponeerde handelsmerken van de Mozilla Foundation.
Intel is een handelsmerk van Intel Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Evernote is een handelsmerk van Evernote Corporation en wordt onder licentie gebruikt.
Het Bluetooth ® -woordmerk is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Bluetooth SIG, Inc., en elk gebruik hiervan door Brother Industries, Ltd. is onder licentie.
WordPerfect is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Corel Corporation en/of haar dochterondernemingen in
Canada, de Verenigde Staten en/of andere landen.
PictBridge is een handelsmerk.
Elk bedrijf waarvan de softwarenaam in deze handleiding is vermeld, bezit een Gebruiksrechtovereenkomst die specifiek is voor de eigen programma’s.
Handelsnamen en productnamen van andere bedrijven op producten van Brother, bijbehorende documenten en andere materialen zijn handelsmerken of wettig gedeponeerde handelsmerken van de betreffende bedrijven.
Verwante informatie
•
Voordat u uw Brother-apparaat gebruikt
3
Home > Voordat u uw Brother-apparaat gebruikt > Belangrijke opmerking
Belangrijke opmerking
• Gebruik dit product alleen in het land van aankoop; bij gebruik in een ander land kunnen de voorschriften voor draadloze telecommunicatie en elektrische voeding overtreden worden.
• Niet alle modellen zijn verkrijgbaar in alle landen.
• Waar Windows 10 in dit document wordt vermeld, wordt ook Windows 10 Home, Windows 10 Pro, Windows
10 Education en Windows 10 Enterprise bedoeld.
• Windows Server 2008 staat in dit document voor Windows Server 2008 en Windows Server 2008 R2.
• In deze gebruikershandleiding worden de LCD-meldingen van de DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW/
MFC-L3770CDW gebruikt, tenzij anders aangegeven.
• In deze gebruikershandleiding worden de afbeeldingen van de MFC-L3770CDW gebruikt, tenzij anders aangegeven.
• De schermen in deze gebruikershandleiding dienen alleen ter illustratie en kunnen afwijken van de daadwerkelijke schermen.
• Tenzij anders aangegeven, zijn de schermen in deze handleiding afkomstig van Windows 7 en macOS v10.12.x. De schermen op uw computer kunnen afhankelijk van uw besturingssysteem variëren.
• De inhoud van deze handleiding en de specificaties van dit product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
• Deze documentatie is bedoeld voor zowel MFC- als DCP-modellen.
• Afhankelijk van uitvoerbeperkingen zijn niet alle functies in alle landen beschikbaar.
Verwante informatie
•
Voordat u uw Brother-apparaat gebruikt
4
Home > Inleiding op uw apparaat van Brother
Inleiding op uw apparaat van Brother
•
Voordat u uw apparaat gebruikt
•
•
Overzicht van de touchscreen-LCD
•
Hoe navigeren op de touchscreen LCD
•
Overzicht van het instellingenscherm
•
•
Toegang krijgen tot Brother Utilities (Windows)
5
Home > Inleiding op uw apparaat van Brother
> Voordat u uw apparaat gebruikt
Voordat u uw apparaat gebruikt
Controleer eerst het volgende voordat u een afdrukopdracht opgeeft:
• Controleer of de software en drivers van Brother zijn geïnstalleerd.
• Voor gebruikers van een USB- of netwerkkabel: Controleer dat de interfacekabel goed is aangesloten.
Gelijktijdig afdrukken, scannen en faxen
Uw apparaat kan gegevens van uw computer afdrukken terwijl een fax in het geheugen wordt verzonden of ontvangen, of terwijl er een document naar de computer wordt gescand. Tijdens het afdrukken via de computer wordt het versturen van de fax niet onderbroken. Als het apparaat echter kopieert of een fax op papier ontvangt, onderbreekt het apparaat het afdrukken en gaat daar pas weer mee verder nadat het kopiëren is voltooid of de hele fax is ontvangen.
DCP-modellen bieden geen ondersteuning voor het versturen van faxen.
Firewall (Windows)
Als uw computer wordt beschermd door een firewall en u niet via het netwerk kunt afdrukken of scannen, of PC-
FAX kunt gebruiken, moet u mogelijk de instellingen van de firewall aanpassen. Als u de Windows Firewall gebruikt en de drivers heeft geïnstalleerd volgens de stappen van het installatieprogramma, zijn de benodigde firewall-instellingen al ingesteld. Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw persoonlijke firewallsoftware of neem contact op met de softwarefabrikant indien u een andere firewall gebruikt.
Verwante informatie
•
Inleiding op uw apparaat van Brother
6
Home > Inleiding op uw apparaat van Brother
> Overzicht bedieningspaneel
Overzicht bedieningspaneel
Het bedieningspaneel kan verschillen afhankelijk van uw model.
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1 2 3 4 5 6
1.
Aan/uit-knop
• Schakel het apparaat in door op te drukken.
• Schakel het apparaat uit door ingedrukt te houden. De LCD geeft [Afsluiten] weer en blijft enkele seconden aan tot de LCD zichzelf uitschakelt.
2. Functieknoppen
Kopie/Scan Opties
Druk hierop om toegang te krijgen tot tijdelijke instellingen voor scannen of kopiëren.
WiFi (voor draadloze modellen)
Klik op de knop WiFi en start de installatie van de draadloze verbinding op uw computer. Volg de aanwijzingen op het scherm om een draadloze verbinding tussen uw apparaat en uw netwerk te installeren.
Wanneer het WiFi -licht aan is, is uw apparaat van Brother met een draadloos toegangspunt verbonden.
Wanneer het WiFi -licht knippert, is de draadloze verbinding uitgeschakeld of is uw apparaat bezig om zich met een draadloos toegangspunt te verbinden.
Scan
Druk hierop om het apparaat in Scanmodus te plaatsen.
2op1 (ID)kopie
Druk hierop om beide zijden van een identiteitskaart op één pagina te kopiëren.
7
3. Liquid Crystal Display (LCD)
Geeft berichten weer die u helpen om het apparaat te installeren en te gebruiken.
Als het apparaat Gereed of in Kopieermodus is, geeft de LCD het volgende weer: a b
Stap. Kopieën:01
□□■□□ e c d a. Type kopie b. Aantal kopieën c. Kwaliteit d. Contrast e. Kopieerverhouding
4. Menuknoppen
Menu
Druk hierop om toegang te krijgen tot het menu voor de programmering van uw apparaat-instellingen.
Wis
• Druk hierop om ingevoerde gegevens te wissen.
• Druk hierop om de huidige instelling te annuleren.
OK
Druk hierop om uw apparaat-instellingen te bewaren.
a of b
Druk hierop om omhoog of omlaag door de menu's en opties te bladeren.
5. Stop/Eindigen
• Druk hierop om een handeling te stoppen.
• Druk hierop om een menu te verlaten.
6. Start-knoppen
• Mono Start
Druk hierop om kopiëren in zwart-wit te starten.
Druk hierop om het scannen van documenten te starten (in kleur, grijstinten of zwart-wit, afhankelijk van de scaninstelling).
• Kleur Start
Druk hierop om kopiëren in kleur te starten.
Druk hierop om het scannen van documenten te starten (in kleur, grijstinten of zwart-wit, afhankelijk van de scaninstelling).
8
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1 2 3 4 5
1. Liquid Crystal Display (LCD) touchscreen
Krijg toegang tot menu's en opties door erop te drukken op het touchscreen.
2. Menuknoppen
(Terug)
Druk hierop om terug te gaan naar het vorige menu.
(Home)
Druk hierop om terug te keren naar het eerste Home-scherm.
(Annuleren)
Druk hierop om een handeling te stoppen.
3. Kiestoetsen (numerieke knoppen)
Druk op de numerieke knoppen om telefoon- of faxnummers te kiezen en het aantal kopieën in te voeren.
4. Aan/uit-indicatie
Het LED-lampje brandt afhankelijk van of het apparaat aan of uit staat.
5.
Stroom Aan/uit
• Schakel het apparaat in door op te drukken.
• Schakel het apparaat uit door ingedrukt te houden. Op het LCD-scherm wordt [Afsluiten] enkele seconden weergegeven voordat het wordt uitgeschakeld. Als u een externe telefoon of antwoordapparaat hebt aangesloten, is het steeds beschikbaar.
9
Near Field Communication (NFC) (MFC-L3770CDW)
Als uw Android ™ -apparaat de NFC-functie ondersteunt, kunt u documenten vanaf uw apparaat afdrukken of documenten naar uw apparaat scannen door het even tegen het NFC-symbool te houden.
Verwante informatie
•
Inleiding op uw apparaat van Brother
10
Home > Inleiding op uw apparaat van Brother
> Overzicht van de touchscreen-LCD
Overzicht van de touchscreen-LCD
Gerelateerde modellen : DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
U kunt twee soorten schermen selecteren als eerste Home-scherm: Home-schermen en snelkoppelingschermen.
Als er een Home-scherm wordt weergegeven, veegt u naar links of rechts of drukt u op d of c om de andere
Home-schermen weer te geven.
Op het eerste Home-scherm wordt de status van het apparaat weergegeven wanneer deze inactief is. Als dit scherm wordt weergegeven, betekent dit dat het apparaat gereed is voor de volgende opdracht.
De beschikbare functies variëren afhankelijk van uw model.
Beginscherm: scherm 1
Op de Home-schermen vindt u functies zoals faxen, kopiëren en scannen.
Beginscherm: scherm 2
11
Beginscherm: scherm 3
Snelkoppelingscherm
Maak snelkoppelingen aan voor veelgebruikte handelingen zoals een fax verzenden, kopiëren, scannen en Web
Connect gebruiken.
Er zijn drie tabbladen voor snelkoppelingen beschikbaar, met zes snelkoppelingen op elk tabblad met snelkoppelingen. Er zijn in totaal 18 snelkoppelingen mogelijk.
1.
Datum & tijd
Geeft de datum en tijd weer die op het apparaat zijn ingesteld.
2.
Modi
• [Fax]
Druk hierop om de faxmodus te openen.
•
•
[Kopie]
Druk hierop om de kopieermodus te openen.
[Scannen]
Druk hierop om de scanmodus te openen.
• [Beveiligd afdrukken]
Druk hierop om toegang te krijgen tot de optie [Beveiligd afdrukken] .
12
•
• [Web]
Druk hierop om het Brother-apparaat met een internetservice te verbinden.
[Apps]
Druk hierop om verbinding te maken met de Brother Apps-service.
• [USB]
Druk hierop om het USB-menu te openen en selecteer de opties [Scannen naar USB] of [Direct afdrukken] .
3.
(Toner)
Geeft de resterende levensduur van de toner weer. Druk hierop om toegang te krijgen tot het [Toner] menu.
4.
(Instellingen)
Druk hierop om toegang te krijgen tot het [Instellingen] -menu.
Als Setting Lock ingeschakeld is, wordt er een pictogram van een hangslot weergegeven op het LCDscherm. U moet het apparaat ontgrendelen om instellingen te kunnen aanpassen.
5.
Status bedraad LAN of status draadloos LAN
• Modellen met bedraad netwerk:
(Status bedraad LAN)
Druk hierop om de instellingen van het bedrade LAN te configureren.
Het pictogram duidt de huidige status van het bedrade netwerk aan.
Netwerkkabel aangesloten
Geen kabel aangesloten
• Modellen met draadloos netwerk:
of (Status draadloze verbinding)
Druk hierop om de draadloze instellingen te configureren.
Als u gebruikmaakt van een draadloze verbinding, geeft een indicator met vier niveaus de huidige signaalsterkte van het draadloze netwerk aan.
0 Max
Draadloos LAN uitgeschakeld
6.
[Snelk.]
Druk hierop om toegang te krijgen tot het [Snelk.] -scherm.
7.
(Beginscherm)
Druk hierop om de Home-schermen weer te geven.
13
Nieuw faxbericht (MFC-modellen)
Als [Faxvoorbeeld] ingesteld is op [Aan] verschijnt het aantal nieuwe faxberichten dat u in het geheugen hebt ontvangen bovenaan op het scherm.
Waarschuwingspictogram
Het waarschuwingspictogram verschijnt wanneer er een fout- of onderhoudsbericht is. Druk op het berichtgedeelte om het te bekijken en druk daarna op om terug te keren naar het hoofdbeginscherm.
OPMERKING
Dit product maakt gebruik van het lettertype van ARPHIC TECHNOLOGY CO., LTD.
Verwante informatie
•
Inleiding op uw apparaat van Brother
14
Home > Inleiding op uw apparaat van Brother
> Hoe navigeren op de touchscreen LCD
Hoe navigeren op de touchscreen LCD
Gerelateerde modellen : DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Druk met uw vinger op de LCD om deze te bedienen. Om alle opties weer te geven en er toegang tot te krijgen, veegt u links, rechts, omhoog en omlaag of drukt u op d c of a b op de LCD om erdoor te bladeren.
De volgende stappen leggen uit hoe u een machine-instelling wijzigt. In dit voorbeeld wordt de instelling van de achtergrond van de LCD gewijzigd van [Licht] naar [Half] .
BELANGRIJK
Druk NOOIT op de LCD met een scherp voorwerp zoals een pen of stylus. Dit kan het apparaat beschadigen.
OPMERKING
Raak de LCD NOOIT aan onmiddellijk nadat u het netsnoer in het stopcontact stak of het apparaat inschakelde. Dit kan resulteren in een fout.
1. Druk op [Instellingen] .
2. Druk op [Alle instell.] .
3. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de optie [Standaardinst.] weer te geven en druk vervolgens op [Standaardinst.] .
4. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de optie [LCD-instell.] weer te geven en druk vervolgens op [LCD-instell.] .
15
5. Druk op [Schermverlicht] .
6. Druk op [Half] .
7. Druk op .
Verwante informatie
•
Inleiding op uw apparaat van Brother
16
Home > Inleiding op uw apparaat van Brother
> Overzicht van het instellingenscherm
Overzicht van het instellingenscherm
Gerelateerde modellen : DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Druk op om de huidige machinestatus op de LCD te bekijken.
Via het instellingenmenu hebt u toegang tot alle instellingen van uw Brother-apparaat.
De beschikbare functies variëren afhankelijk van uw model.
1. Toner
• Geeft de resterende levensduur van de toner weer.
• Druk hierop om toegang te krijgen tot het [Toner] -menu.
2. Netwerk
• Druk hierop om een netwerkverbinding op te stellen.
• Een indicator met vier niveaus op het scherm geeft de kracht van het huidige draadloze signaal weer als u een draadloze verbinding gebruikt.
3. Datum&tijd
Geeft de datum en tijd weer die op het apparaat zijn ingesteld.
Druk hierop om toegang te krijgen tot het [Datum en tijd] -menu.
4. Scherminstellingen
Druk hierop om toegang te krijgen tot het [Scherminst.] -menu.
5. Alle instellingen
Druk hierop om toegang te krijgen tot de instellingen van het apparaat.
6. Lade-instelling
Druk hierop om toegang te krijgen tot het [Lade-instell.] -menu.
7. Ecostand
Druk hierop om toegang te krijgen tot het [Ecomodus] -menu.
Verwante informatie
•
Inleiding op uw apparaat van Brother
17
Home > Inleiding op uw apparaat van Brother
> Hoofdbeginscherm instellen
Hoofdbeginscherm instellen
Gerelateerde modellen : DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
U kunt de LCD zo instellen dat een specifiek beginscherm of scherm met snelkoppelingen wordt weergegeven.
Wanneer het apparaat inactief is of u op drukt, keert het touchscreen terug naar het ingestelde scherm.
1. Druk op [Instellingen] > [Scherminst.] > [Hoofdstartscherm] .
2. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de scherminstellingen weer te geven en druk vervolgens op de gewenste instelling.
3. Druk op .
Het gekozen scherm wordt weergegeven.
Verwante informatie
•
Inleiding op uw apparaat van Brother
18
Home > Inleiding op uw apparaat van Brother
> Toegang krijgen tot Brother Utilities (Windows)
Toegang krijgen tot Brother Utilities (Windows)
Brother Utilities is een programma om toepassingen op te starten dat gemakkelijk toegang biedt tot alle op uw apparaat geïnstalleerde Brother-toepassingen.
1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• (Windows 7)
Klik op (start) > Alle programma's > Brother > Brother Utilities .
• (Windows 8)
Tik of klik op
• (Windows 8.1)
( Brother Utilities ) op het Starten -scherm of op het bureaublad.
Verplaats uw muis naar de benedenlinkerhoek van het Starten -scherm en klik op (als u een aanraakapparaat gebruikt, veegt u van de onderkant van het Starten -scherm naar boven om het
Toepassingen -scherm te laten verschijnen).
Wanneer het
• (Windows 10)
Toepassingen -scherm verschijnt, tikt of klikt u op ( Brother Utilities ).
Klik op > Brother > Brother Utilities .
2. Selecteer uw apparaat (waarbij XXXX uw modelnaam is).
3. Kies de handeling die u wilt gebruiken.
19
Verwante informatie
•
Inleiding op uw apparaat van Brother
•
De installatie van de Brother-software en -drivers ongedaan maken (Windows)
20
Home > Inleiding op uw apparaat van Brother
> Toegang krijgen tot Brother Utilities (Windows)
> De installatie van de Brother-software en -drivers ongedaan maken (Windows)
De installatie van de Brother-software en -drivers ongedaan maken
(Windows)
1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• (Windows 7)
Klik op (start) > Alle programma's > Brother > Brother Utilities .
• (Windows 8)
Tik of klik op ( Brother Utilities ) op het Starten -scherm of op het bureaublad.
• (Windows 8.1)
Verplaats uw muis naar de benedenlinkerhoek van het Starten -scherm en klik op (als u een aanraakapparaat gebruikt, veegt u van de onderkant van het Starten -scherm naar boven om het
Toepassingen -scherm te laten verschijnen).
Wanneer het Toepassingen -scherm verschijnt, tikt of klikt u op
• (Windows 10)
( Brother Utilities ).
Klik op > Brother > Brother Utilities .
2. Klik op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet gedaan). Klik in de linkernavigatiebalk op Hulpmiddelen en klik vervolgens op Installatie ongedaan maken .
Volg de instructies in het dialoogvenster om de installatie van de software en drivers ongedaan te maken.
Verwante informatie
•
Toegang krijgen tot Brother Utilities (Windows)
21
Papierverwerking
•
•
•
•
•
Onscanbare en onbedrukbare gedeelten
•
22
Home > Papierverwerking > Papier plaatsen
Papier plaatsen
•
Plaatsen en afdrukken met behulp van de papierlade
•
Plaatsen en afdrukken met behulp van de multifunctionele lade (Multif. lade)
•
Papier plaatsen en afdrukken in de sleuf voor handmatige invoer
23
> Plaatsen en afdrukken met behulp van de papierlade
Plaatsen en afdrukken met behulp van de papierlade
•
Papier in de papierlade plaatsen
•
•
24
> Plaatsen en afdrukken met behulp van de papierlade
> Papier in de papierlade plaatsen
Papier in de papierlade plaatsen
• Als de instelling Grootte controleren op Aan staat en u de papierlade uit het apparaat trekt, verschijnt een bericht op de LCD dat vraagt of u het papierformaat en papiertype wilt wijzigen. Wijzig indien nodig de instellingen voor het papierformaat en papiertype aan de hand van de aanwijzingen op de LCD.
• Wanneer u een ander papierformaat en -type in de lade plaatst, moet u ook de instelling voor het papierformaat en -type op het apparaat of computer wijzigen.
1. Trek de papierlade volledig uit het apparaat.
2. Druk op en schuif de papiergeleiders zodat het papier past.
Druk op de groene ontgrendelingshendels om de papiergeleiders te schuiven.
3. Waaier de stapel papier goed.
4. Plaats papier met de afdrukzijde naar beneden in de papierlade.
Wanneer u voorbedrukt papier gebruikt, plaats u het papier correct georiënteerd. uu Verwante informatie :
Instellingen van het apparaat wijzigen om af te drukken op voorbedrukt papier in de papierlade
5. Zorg ervoor dat het papier zich onder de maximumaanduiding bevindt ( b b b ).
Als u de papierlade te hoog vult, kan het papier vastlopen.
25
6. Druk de papierlade voorzichtig volledig in het apparaat.
7. Til de steunklep op zodat het papier niet van de uitvoerlade valt.
Verwante informatie
•
Plaatsen en afdrukken met behulp van de papierlade
•
Instellingen van het apparaat wijzigen om af te drukken op voorbedrukt papier in de papierlade
26
> Plaatsen en afdrukken met behulp van de papierlade
> Papier in de papierlade plaatsen
> Instellingen van het apparaat wijzigen om af te drukken op voorbedrukt papier in de papierlade
Instellingen van het apparaat wijzigen om af te drukken op voorbedrukt papier in de papierlade
Gerelateerde modellen : DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW/DCP-L3550CDW/MFC-L3730CDN/
MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Wanneer u voorbedrukt papier gebruikt voor tweezijdig afdrukken, wijzigt u de apparaat-instellingen.
Plaats NOOIT verschillende formaten en soorten papier tegelijkertijd in de papierlade. Hierdoor kan papier vastlopen of slecht worden ingevoerd.
Richting
Voor enkelzijdig afdrukken:
• omlaag gericht
• bovenrand naar de voorzijde van de papierlade gericht
Voor automatisch tweezijdig afdrukken (inbinden aan lange zijde):
• omhoog gericht
• onderrand naar de voorzijde van de papierlade gericht
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Druk op Menu .
2. Druk op a of b om het volgende te selecteren: a. Selecteer [Printer] . Druk op OK .
b. Selecteer [Tweezijdig] . Druk op OK .
c. Selecteer [Eén afbeelding] . Druk op OK .
d. Selecteer [2-zijd. invoer] . Druk op OK .
3. Druk op Stop/Eindigen .
DCP-L3550CDW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Printer] > [Tweezijdig] > [Eén afbeelding] > [2-zijd. invoer] .
2. Druk op .
Verwante informatie
•
Papier in de papierlade plaatsen
27
> Plaatsen en afdrukken met behulp van de multifunctionele lade (Multif. lade)
Plaatsen en afdrukken met behulp van de multifunctionele lade (Multif.
lade)
U kunt dun of dik papier, kringlooppapier, briefpapier, glanzend papier, etiketten, tot 30 vellen normaal papier of tot drie enveloppen in de multifunctionele lade plaatsen.
•
Papier in de multifunctionele lade (Multif. lade) plaatsen
•
Etiketten plaatsen en bedrukken met de Multif. lade
•
Enveloppen plaatsen en bedrukken met de Multif. lade
•
•
28
Papier in de multifunctionele lade (Multif. lade) plaatsen
Gerelateerde modellen : MFC-L3770CDW
Wanneer u een ander papierformaat en -type in de lade plaatst, moet u ook de instelling voor het papierformaat en -type op het apparaat of computer wijzigen.
• Normaal papier
• Dun papier
• Dik papier
• Kringlooppapier
• Briefpapier
• Glanzend papier
1. Til de steunklep op zodat het papier niet van de documentuitvoer met bedrukte zijde naar beneden valt.
2. Open de multifunctionele lade en laat deze voorzichtig zakken.
3. Trek de steun van de multifunctionele lade (1) naar buiten en vouw de klep (2) open.
2
1
4. Verschuif de papiergeleiders van de Multif. lade zodat het te gebruiken papier er precies doorheen past.
29
5. Zorg ervoor dat het afdrukoppervlak in de Multif. lade naar boven gericht is.
1
• Zorg ervoor dat het papier zich onder de maximumaanduiding (1) bevindt.
• Wanneer u glanzend papier gebruikt, plaatst u maar één vel tegelijkertijd in de Multif. lade om te voorkomen dat papier vastloopt.
• Wanneer u voorbedrukt papier gebruikt, plaats u het papier correct georiënteerd. uu Verwante informatie : Instellingen van het apparaat wijzigen om af te drukken op voorbedrukt papier in de multifunctionele lade
• Om een kleine afdruk uit de uitvoerlade te verwijderen, tilt u met beide handen het scannerdeksel op zoals weergegeven op de afbeelding.
• U kunt de machine nog steeds gebruiken wanneer het scannerdeksel omhoog staat. Om het scannerdeksel te sluiten, duwt u het voorzichtig met beide handen omlaag.
30
Verwante informatie
•
Plaatsen en afdrukken met behulp van de multifunctionele lade (Multif. lade)
•
31
> Plaatsen en afdrukken met behulp van de multifunctionele lade (Multif. lade) >
Papier in de multifunctionele lade (Multif. lade) plaatsen
> Instellingen van het apparaat wijzigen om af te drukken op voorbedrukt papier in de multifunctionele lade
Instellingen van het apparaat wijzigen om af te drukken op voorbedrukt papier in de multifunctionele lade
Gerelateerde modellen : MFC-L3770CDW
Wanneer u voorbedrukt papier gebruikt voor tweezijdig afdrukken, wijzigt u het apparaat-instellingen.
Plaats NOOIT verschillende formaten en soorten papier tegelijkertijd in de papierlade. Hierdoor kan papier vastlopen of slecht worden ingevoerd.
Richting
Voor enkelzijdig afdrukken:
• omhoog gericht
• bovenrand eerst
Voor automatisch tweezijdig afdrukken (inbinden aan lange zijde):
• omlaag gericht
• onderrand eerst
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Printer] > [Tweezijdig] > [Eén afbeelding] > [2-zijd. invoer] .
2. Druk op .
Verwante informatie
•
Papier in de multifunctionele lade (Multif. lade) plaatsen
32
Etiketten plaatsen en bedrukken met de Multif. lade
Gerelateerde modellen : MFC-L3770CDW
Wanneer het achterdeksel (uitvoerlade met bedrukte zijde naar boven) dicht is, ontstaat een recht papierpad vanaf de multifunctionele lade tot aan de achterkant van het apparaat. Gebruik deze papierinvoer- en uitvoermethode voor afdrukken op etiketten.
Wanneer u een ander papierformaat en -type in de lade plaatst, moet u ook de instelling voor het papierformaat en -type op het apparaat of computer wijzigen.
1. Maak de achterklep van het apparaat (documentuitvoer met bedrukte zijde naar boven) open.
2. Open de multifunctionele lade aan de voorkant van het apparaat en laat deze voorzichtig zakken.
3. Trek de steun van de multifunctionele lade (1) naar buiten en vouw de klep (2) open.
2
1
4. Verschuif de papiergeleiders van de Multif. lade zodat het te gebruiken papier er precies doorheen past.
5. Zorg ervoor dat het afdrukoppervlak in de Multif. lade naar boven gericht is.
33
1
Zorg ervoor dat het papier zich onder de maximumaanduiding (1) bevindt.
6. Wijzig uw afdrukvoorkeuren in het afdrukscherm voordat u de afdruktaak vanaf uw computer verzendt.
7. Stuur uw afdruktaak naar de machine.
8. Sluit de achterklep (documentuitvoer met bedrukte zijde naar boven) tot deze in de gesloten positie klikt.
Verwante informatie
•
Plaatsen en afdrukken met behulp van de multifunctionele lade (Multif. lade)
34
Enveloppen plaatsen en bedrukken met de Multif. lade
Gerelateerde modellen : MFC-L3770CDW
U kunt maximaal drie enveloppen in de multifunctionele lade plaatsen.
Druk voordat u de enveloppen plaatst de hoeken en zijkanten van de enveloppen zo plat mogelijk.
Wanneer u een ander papierformaat en -type in de lade plaatst, moet u ook de instelling voor het papierformaat en -type op het apparaat of computer wijzigen.
1. Maak de achterklep van het apparaat (documentuitvoer met bedrukte zijde naar boven) open.
2. Trek de twee grijze hendels omlaag, een aan de linkerzijde en een aan de rechterzijde, zoals in de afbeelding getoond.
3. Open de multifunctionele lade aan de voorkant van het apparaat en laat deze voorzichtig zakken.
4. Trek de steun van de multifunctionele lade (1) naar buiten en vouw de klep (2) open.
35
2
1
5. Verschuif de papiergeleiders van de multifunctionele lade zodat de te gebruiken enveloppen er precies doorheen passen.
6. Zorg ervoor dat het afdrukoppervlak in de Multif. lade naar boven gericht is.
1
Plaats maximaal drie enveloppen met de afdrukzijde naar boven in de multifunctionele lade. Zorg ervoor dat de enveloppen zich onder de maximumaanduiding (1) bevinden. Als u meer dan drie enveloppen in de lade plaatst, kan dit papierstoringen veroorzaken.
7. Wijzig de afdrukvoorkeuren in het dialoogvenster Afdrukken vooraleer u de afdruktaak verstuurt vanaf uw computer.
Instellingen Opties voor enveloppen
Papierformaat Com-10
DL
C5
Monarch
Mediatype Enveloppen
Env. Dik
Env. Dun
8. Stuur uw afdruktaak naar het apparaat.
36
9. Als u klaar bent met afdrukken, plaatst u de in de vorige stap door u verplaatste twee grijze hendels terug naar hun originele stand.
10. Sluit de achterklep (documentuitvoer met bedrukte zijde naar boven) tot deze in de gesloten positie klikt.
Verwante informatie
•
Plaatsen en afdrukken met behulp van de multifunctionele lade (Multif. lade)
37
> Papier plaatsen en afdrukken in de sleuf voor handmatige invoer
Papier plaatsen en afdrukken in de sleuf voor handmatige invoer
•
Papier plaatsen en afdrukken in de sleuf voor handmatige invoer
•
Etiketten in de sleuf voor handmatige invoer plaatsen en erop afdrukken
•
Enveloppen plaatsen in de sleuf voor handmatige invoer en erop afdrukken
38
Papier plaatsen en afdrukken in de sleuf voor handmatige invoer
Gerelateerde modellen : DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW/DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/
MFC-L3750CDW
Wanneer u een ander papierformaat in de lade plaatst, moet u ook de instelling voor het papierformaat op het apparaat of computer wijzigen.
• Normaal papier
• Dun papier
• Dik papier
• Kringlooppapier
• Briefpapier
• Glanzend papier
1. Til de steunklep op zodat het papier niet van de documentuitvoer met bedrukte zijde naar beneden valt.
2. Open het deksel van sleuf voor handmatige invoer.
3. Gebruik beide handen om de papiergeleiders van de sleuf voor handmatige invoer te schuiven naar de breedte van het papier dat u gebruikt.
39
4. Plaats met beide handen een vel papier in de sleuf voor handmatige invoer. Het papier moet tegen de papierinvoerrol komen. Wanneer u de machine voelt trekken, laat u los.
• Plaats papier in de sleuf voor handmatige invoer met de afdrukzijde naar boven.
• Zorg ervoor dat het papier recht en in de correctie positie in de sleuf voor handmatige invoer zit. Als dat niet het geval is, kan het papier niet goed worden ingevoerd, wat leidt tot een slechte afdruk of vastgelopen papier.
• Om een kleine afdruk uit de uitvoerlade te verwijderen, tilt u met beide handen het scannerdeksel op.
• U kunt de machine nog steeds gebruiken wanneer het scannerdeksel omhoog staat. Om het scannerdeksel te sluiten, duwt u het voorzichtig met beide handen omlaag.
5. Stuur uw afdruktaak naar de machine.
Wijzig uw afdrukvoorkeuren in het afdrukscherm voordat u de afdruktaak vanaf uw computer verzendt.
6. Wanneer de gedrukte pagina uit het apparaat komt, plaatst u het volgende vel papier in de sleuf voor handmatige invoer. Herhaal dit voor elke pagina die u wilt afdrukken.
Verwante informatie
•
Papier plaatsen en afdrukken in de sleuf voor handmatige invoer
40
Etiketten in de sleuf voor handmatige invoer plaatsen en erop afdrukken
Gerelateerde modellen : DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW/DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/
MFC-L3750CDW
Wanneer u een ander papierformaat in de lade plaatst, moet u ook de instelling voor het papierformaat op het apparaat of computer wijzigen.
1. Maak de achterklep van de machine (documentuitvoer met bedrukte zijde naar boven) open.
De machine stelt vervolgens automatisch de handmatige invoermodus in wanneer u papier in de sleuf voor handmatige invoer plaatst.
2. Open vooraan de machine de klep van de sleuf voor handmatige invoer.
3. Gebruik beide handen om de papiergeleiders van de sleuf voor handmatige invoer te schuiven naar de breedte van het papier dat u gebruikt.
4. Plaats met beide handen een vel papier in de sleuf voor handmatige invoer. Het papier moet tegen de papierinvoerrol komen. Wanneer u de machine voelt trekken, laat u los.
41
• Plaats papier in de sleuf voor handmatige invoer met de afdrukzijde naar boven.
• Trek het papier helemaal naar buiten als u het opnieuw in de sleuf voor handmatige invoer moet plaatsen.
• Plaats slechts één vel papier per keer in de sleuf voor handmatige invoer, anders kan het papier vastlopen.
• Zorg ervoor dat het papier recht en in de correctie positie in de sleuf voor handmatige invoer zit. Als dat niet het geval is, kan het papier niet goed worden ingevoerd, wat leidt tot een slechte afdruk of vastgelopen papier.
5. Stuur uw afdruktaak naar de machine.
Wijzig uw afdrukvoorkeuren in het afdrukscherm voordat u de afdruktaak vanaf uw computer verzendt.
6. Wanneer de gedrukte pagina uit de achterkant van de machine komt, plaatst u het volgende vel papier in de sleuf voor handmatige invoer. Herhaal dit voor elke pagina die u wilt afdrukken.
7. Sluit de achterklep (documentuitvoer met bedrukte zijde naar boven) tot deze in de gesloten positie klikt.
Verwante informatie
•
Papier plaatsen en afdrukken in de sleuf voor handmatige invoer
42
Enveloppen plaatsen in de sleuf voor handmatige invoer en erop afdrukken
Gerelateerde modellen : DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW/DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/
MFC-L3750CDW
Wanneer u een ander papierformaat in de lade plaatst, moet u ook de instelling voor het papierformaat op het apparaat of computer wijzigen.
1. Maak de achterklep van de machine (documentuitvoer met bedrukte zijde naar boven) open.
De machine stelt vervolgens automatisch de handmatige invoermodus in wanneer u papier in de sleuf voor handmatige invoer plaatst.
2. Trek de twee grijze hendels omlaag, een aan de linkerzijde en een aan de rechterzijde, zoals in de afbeelding getoond.
3. Open vooraan de machine de klep van de sleuf voor handmatige invoer.
4. Gebruik beide handen om de papiergeleiders van de sleuf voor handmatige invoer te schuiven naar de breedte van het papier dat u gebruikt.
43
5. Plaats met beide handen een enveloppe in de sleuf voor handmatige invoer tot de bovenkant de papierinvoerrol raakt. Wanneer u de machine voelt trekken, laat u los.
• Plaats de enveloppe in de sleuf voor handmatige invoer met de afdrukzijde naar boven.
• Trek de enveloppe er volledig uit wanneer u de enveloppe opnieuw in de sleuf voor handmatige invoer plaatst.
• Plaats slechts één enveloppe per keer in de sleuf voor handmatige invoer, anders kan het vastlopen.
• Zorg ervoor dat de enveloppe recht en in de correctie positie op de sleuf voor handmatige invoer zit.
Zoniet, wordt de enveloppe mogelijk niet correct ingevoerd, wat leidt tot een slechte afdruk of vastgelopen papier.
6. Stuur uw afdruktaak naar het apparaat.
Wijzig de afdrukvoorkeuren in het dialoogvenster Afdrukken vooraleer u de afdruktaak verstuurt vanaf uw computer.
Instellingen Opties voor enveloppen
Papierformaat Com-10
DL
C5
Monarch
Mediatype Enveloppen
Env. Dik
Env. Dun
7. Wanneer de gedrukte enveloppe uit het apparaat komt, plaatst u de volgende enveloppe. Herhaal dit voor elke enveloppe die u wilt afdrukken.
8. Als u klaar bent met afdrukken, plaatst u de in de vorige stap door u verplaatste twee grijze hendels terug naar hun originele stand.
9. Sluit de achterklep (documentuitvoer met bedrukte zijde naar boven) tot deze in de gesloten positie klikt.
44
Verwante informatie
•
Papier plaatsen en afdrukken in de sleuf voor handmatige invoer
45
Home > Papierverwerking > Papierinstellingen
Papierinstellingen
•
Het papierformaat en de papiersoort wijzigen
•
De lade die voor afdrukken wordt gebruikt selecteren
•
De instelling voor het controleren van het papier wijzigen
46
Papierinstellingen > Het papierformaat en de papiersoort wijzigen
Het papierformaat en de papiersoort wijzigen
Wanneer u een ander papierformaat en -type in de lade plaatst, moet u ook de instelling voor het papierformaat en -type op het LCD-scherm van de machine wijzigen.
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Druk op Menu .
2. Druk op a of b om de optie [Standaardinst.] weer te geven en druk vervolgens op OK .
3. Druk op a of b om de optie [Lade-instell.] weer te geven en druk vervolgens op OK .
4. Druk op a of b om de optie [Papiersoort] weer te geven en druk vervolgens op OK .
5. Druk op a of b om de optie [Dun papier] , [Normaal papier] , [Dik papier] of
[Kringlooppapier] weer te geven en druk vervolgens op OK .
6. Druk op a of b om de optie [Papierform.] weer te geven en druk vervolgens op OK .
7. Druk op a of b om de optie [A4] , [Lettre] , [Legal] , [Executive] , [A5] , [A5(lange zijde)] ,
[A6] , [Mexico Legal] , [India Legal] of [Folio] weer te geven en druk vervolgens op OK .
8. Druk op Stop/Eindigen .
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Standaardinst.] > [Lade-instelling] >
[Papiersoort] .
2. Druk op de gewenste optie.
3. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de opties voor de papiersoort weer te geven en druk vervolgens op de gewenste optie.
4. Druk op .
5. Druk op [Papierform.] .
6. Druk op de gewenste optie.
7. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de opties voor het papierformaat weer te geven en druk vervolgens op de gewenste optie.
8. Druk op .
Verwante informatie
•
47
Papierinstellingen > De lade die voor afdrukken wordt gebruikt selecteren
De lade die voor afdrukken wordt gebruikt selecteren
Gerelateerde modellen : MFC-L3770CDW
Wijzig de standaardlade die het apparaat gebruikt voor het afdrukken van kopieën, ontvangen faxen en afdruktaken vanaf uw computer.
DCP-modellen bieden geen ondersteuning voor het versturen van faxen.
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Standaardinst.] > [Lade-instelling] .
2. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de optie [Ladegebruik: Kopiëren] , [Ladegebruik:
Faxen] of [Ladegebruik: Afdrukken] weer te geven en druk vervolgens op de gewenste optie.
3. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de gewenste optie weer te geven en druk erop. Als u bijvoorbeeld de optie [MF>L1] selecteert, gebruikt het apparaat papier uit de multifunctionele lade tot deze leeg is en vervolgens uit Lade 1.
4. Druk op .
• Als u een kopie maakt met behulp van de ADF (automatische documentinvoer) en prioriteit geeft aan meerdere lades, zoekt het apparaat de lade met het meest geschikte papier en neemt papier uit die lade.
• Als u een kopie maakt met de glasplaat, wordt uw document gekopieerd met de lade met hogere prioriteit, zelfs als een andere papierlade beter geschikt papier bevat.
• (MFC-modellen) Gebruik de volgende papierformaten voor het afdrukken van faxen: Letter, A4, Legal,
Folio, Mexico Legal of India Legal. Als geen enkele lade een geschikt papierformaat bevat, slaat het apparaat ontvangen faxen op en wordt [Ongeldig formaat] weergegeven op het touchscreen.
• (MFC-modellen) Als er geen papier meer aanwezig is in de lade en er zich ontvangen faxen in het geheugen van het apparaat bevinden, wordt [Geen papier] weergegeven op het touchscreen.
Plaats papier in de lege lade.
Verwante informatie
•
48
Papierinstellingen > De instelling voor het controleren van het papier wijzigen
De instelling voor het controleren van het papier wijzigen
Als u de instelling Formaat controleren van uw apparaat inschakelt, dan geeft het apparaat een bericht weer als u een papierlade verwijdert of als u papier laadt via de multifunctionele lade, waarbij u gevraagd wordt of u het papierformaat en het papiertype hebt gewijzigd.
De standaardinstelling is Aan.
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Druk op Menu .
2. Druk op a of b om de optie [Standaardinst.] weer te geven en druk vervolgens op OK .
3. Druk op a of b om de optie [Lade-instell.] weer te geven en druk vervolgens op OK .
4. Druk op a of b om de optie [Controleer formaat] weer te geven en druk vervolgens op OK .
5. Druk op a of b om de optie [Aan] of [Uit] te selecteren en druk vervolgens op OK .
6. Druk op Stop/Eindigen .
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Standaardinst.] > [Lade-instelling] >
[Controleer formaat] .
2. Druk op [Aan] of [Uit] .
3. Druk op .
Verwante informatie
•
49
Home > Papierverwerking > Aanbevolen afdrukmedia
Aanbevolen afdrukmedia
Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen, raden wij u aan het papier te gebruiken dat in de tabel is opgesomd.
Papiertype
Gewoon papier
Kringlooppapier
Etiketten
Enveloppen
Glanzend papier
Item
Xerox Premier TCF 80 g/m 2
Xerox Business 80 g/m 2
Steinbeis Evolution White 80 g/m 2
Avery laser label L7163
Antalis River series (DL)
Xerox Colotech+ Gloss Coated 120 g/m 2
Verwante informatie
•
50
Home > Papierverwerking > Documenten plaatsen
Documenten plaatsen
U kunt een fax verzenden, kopieën maken en scannen via de ADF (automatische documentinvoer) en vanaf de glasplaat.
•
Documenten plaatsen in de automatische documentinvoer (ADF)
•
Documenten op de glasplaat plaatsen
51
Documenten plaatsen > Documenten plaatsen in de automatische
documentinvoer (ADF)
Documenten plaatsen in de automatische documentinvoer (ADF)
Gerelateerde modellen : DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Gebruik de ADF (automatische documentinvoer) voor het kopiëren of scannen van documenten met meerdere pagina's en standaardformaat.
• De ADF heeft een capaciteit van maximaal 50 vellen en voert het papier vel voor vel in.
• Gebruik standaardpapier van 80 g/m 2 .
• Zorg ervoor dat documenten met correctievloeistof of met inkt geschreven volledig droog zijn.
BELANGRIJK
• Laat NOOIT dikke documenten op de glasplaat. Als u dit doet, kan er papier in de ADF (automatische documentinvoer) vastlopen.
• Gebruik NOOIT papier dat gekruld, gekreukt, gevouwen, gescheurd, geniet, geplakt of getaped is of waaraan een paperclip zit.
• Gebruik NOOIT karton, kranten of stof.
• Om schade aan uw apparaat te vermijden bij het gebruik van de ADF (automatische documentinvoer), mag u NOOIT aan het document trekken terwijl het wordt ingevoerd.
Ondersteunde documentgroottes
Lengte:
Breedte:
Gewicht:
147,3 mm tot 355,6 mm
105 mm tot 215,9 mm
60 tot 105 g/m
2
1. Vouw de documentsteunklep van de ADF (automatische documentinvoer) open.
2. Waaier de stapel goed door.
3. Spreid de pagina's van uw document in de ADF (automatische documentinvoer) en laad ze met de voorkant naar boven en de bovenrand eerst in de ADF (automatische documentinvoer) zoals afgebeeld in de illustratie.
52
4. Pas de papiergeleiders aan zodat ze overeenstemmen met de breedte van uw document.
Verwante informatie
•
53
Documenten plaatsen > Documenten op de glasplaat plaatsen
Documenten op de glasplaat plaatsen
Gebruik de glasplaat om te faxen, te kopiëren of een blad per keer te scannen.
Ondersteunde documentgroottes
Lengte:
Breedte:
Gewicht:
Max. 300 mm
Tot 215,9 mm
2 kg
Om de glasplaat te gebruiken, moet de ADF (automatische documentinvoer) leeg zijn.
1. Til het documentdeksel op.
2. Plaats het document op de glasplaat met de voorkant naar onder .
3. Plaats de hoek van de pagina in de linkerbovenhoek van de glasplaat.
4. Sluit het documentdeksel.
Als het document een boek is of dik is, druk dan zacht op het documentdeksel.
Verwante informatie
•
54
Home > Papierverwerking > Onscanbare en onbedrukbare gedeelten
Onscanbare en onbedrukbare gedeelten
De metingen in onderstaande tabel tonen de maximale onscanbare en onbedrukbare gedeelten vanaf de randen van de meest gebruikte papierformaten. Deze metingen kunnen verschillen afhankelijk van het papierformaat of de instellingen in de toepassing die u gebruikt.
1
2 4
3
Probeer deze gebieden niet te scannen, kopiëren of af te drukken; uw uitvoer geeft niets uit deze gebieden weer.
Gebruik
Fax (verzenden)
Kopiëren
Scannen
Afdrukken
Documentgrootte
Letter, Legal
A4
Letter, Legal
A4
Letter
A4
Legal
Letter, Legal
A4
1 een kopie van 1 op 1 en een kopie met documentformaat 100%
Verwante informatie
•
Boven (1)
Onder (3)
3 mm
3 mm
4 mm
4 mm
3 mm
3 mm
3 mm
4,2 mm
4,2 mm
Links (2)
Rechts (4)
4 mm
(ADF)
1 mm
(Glasplaat)
3 mm
4 mm
3 mm
3 mm
3 mm
3 mm
4,2 mm
4,2 mm
55
Home > Papierverwerking > Speciaal papier gebruiken
Speciaal papier gebruiken
Maak altijd eerst een proefafdruk voordat u papier aanschaft om zeker te zijn van het gewenste resultaat.
• Gebruik GEEN inkjetpapier; het kan leiden tot vastgelopen papier of schade aan het apparaat.
• Als u bankpostpapier, papier met een ruw oppervlak of papier dat is gekreukeld of gevouwen gebruikt, kan het afdrukresultaat tegenvallen.
Bewaar papier in de originele verpakking en zorg dat deze gesloten blijft. Bewaar het papier plat en uit de buurt van vocht, direct zonlicht en warmte.
BELANGRIJK
Sommige typen papier bieden niet het gewenste resultaat of kunnen schade veroorzaken aan het apparaat.
Gebruik GEEN papier:
• met een grove textuur
• dat extreem glad of glanzend is
• dat gekruld of scheef is
• dat gecoat is of een chemische vernislaag heeft
• dat beschadigd, gekreukeld of gevouwen is
• dat het in deze handleiding aanbevolen gewicht overschrijdt
• met tabs en nietjes
• met een briefhoofd dat thermografisch gedrukt is of met inkt die niet tegen hoge temperaturen bestand is
• dat uit meerdere delen bestaat of zonder carbon
• dat is bedoeld voor inkjetprinters
Als u een van de bovenstaande typen papier gebruikt, kan het apparaat beschadigd raken. Dergelijke schade wordt niet door de garantie of de service-overeenkomst van Brother gedekt.
Verwante informatie
•
56
Afdrukken
•
Afdrukken vanaf uw computer (Windows)
•
Afdrukken vanaf uw computer (Mac)
•
•
57
Home > Afdrukken > Afdrukken vanaf uw computer (Windows)
Afdrukken vanaf uw computer (Windows)
•
Documenten afdrukken (Windows)
•
•
•
Wijzig de standaard printerinstellingen (Windows)
•
Een document afdrukken met de BR-Script3 printerdriver (taalemulatie van PostScript ®
•
De status van het apparaat bewaken vanaf uw computer (Windows)
58
Afdrukken vanaf uw computer (Windows) > Documenten afdrukken (Windows)
Documenten afdrukken (Windows)
1. Selecteer het afdrukcommando in uw toepassing.
2. Selecteer Brother XXX-XXXX (waarbij XXXX de naam is van uw model) en klik vervolgens op de knop afdrukeigenschappen of voorkeuren.
Het venster van de printerdriver wordt weergegeven.
3. Zorg ervoor dat u papier met het juiste formaat in de papierlade hebt geplaatst.
4. Klik op de keuzelijst Papierformaat en selecteer vervolgens uw papierformaat.
5. Selecteer in het veld Afdrukstand de optie Staand of Liggend om de afdrukstand in te stellen.
Als uw toepassing een vergelijkbare instelling bevat, raden we u aan de afdrukstand via deze toepassing in te stellen.
6. Voer in het veld Aantal het gewenste aantal exemplaren (1 - 999) in.
7. Klik op de vervolgkeuzelijst Mediatype en selecteer vervolgens het type papier dat u gebruikt.
8. Om meerdere pagina's op één vel papier of één pagina van uw document op meerdere vellen af te drukken, klikt u op de vervolgkeuzelijst Meerdere pag. afdrukken en selecteert u vervolgens uw opties.
9. Wijzig indien nodig nog andere printerinstellingen.
10. Klik op OK .
11. Beëindig uw afdruktaak.
59
Verwante informatie
•
Afdrukken vanaf uw computer (Windows)
Gerelateerde onderwerpen:
•
60
Afdrukken vanaf uw computer (Windows) > Afdrukinstellingen (Windows)
Afdrukinstellingen (Windows)
Normaal Tabblad
1. Papierformaat
Selecteer het papierformaat dat u wilt gebruiken. U kunt kiezen uit standaardpapierformaten of een aangepast papierformaat instellen.
2. Afdrukstand
Selecteer de afdrukstand (staand of liggend) voor uw afdruk.
Als uw toepassing een vergelijkbare instelling bevat, raden we u aan de afdrukstand via deze toepassing in te stellen.
3. Aantal
Typ in dit veld het aantal exemplaren (1-999) dat u wilt afdrukken.
Sorteren
Selecteer deze optie om sets van uit meerdere pagina's bestaande documenten in de oorspronkelijke paginavolgorde af te drukken. Wanneer deze optie is geselecteerd, wordt één volledig exemplaar van uw document afgedrukt en vervolgens opnieuw afgedrukt volgens het aantal exemplaren dat u hebt gekozen.
Als deze optie niet is geselecteerd, wordt van elke pagina het gekozen aantal exemplaren afgedrukt voordat de volgende pagina van het document wordt afgedrukt.
61
4. Mediatype
Selecteer het mediatype dat u wilt gebruiken. Voor een optimaal afdrukresultaat past het apparaat automatisch de afdrukinstellingen aan het geselecteerde mediatype aan.
5. Afdrukkwaliteit
Selecteer de gewenste afdrukresolutie. De afdrukkwaliteit en -snelheid beïnvloeden elkaar: hoe hoger de kwaliteit, hoe langer het duurt om het document af te drukken.
6. Kleur / Mono
Selecteer de instellingen voor kleur/zwart-wit die u wilt gebruiken.
OPMERKING
• De kleurensensor van het apparaat is heel gevoelig en kan vervaagde zwarte tekst of een gebroken witte achtergrond als kleur aanzien. Als u weet dat uw document zwart-wit is en u wilt de kleurentoner sparen, selecteer dan de modus Mono .
• Als de cyaan, magenta of gele toner op raakt tijdens het afdrukken van een kleurdocument, kan de afdruktaak niet worden voltooid. Annuleer de afdruktaak en kies om de afdruktaak opnieuw te starten in de modus Mono zolang de zwarte toner beschikbaar is.
7. Documenttype
Selecteer het documenttype dat u wilt gebruiken.
Instellingen knop
Geef geavanceerde instellingen, zoals de kleurmodus, en andere instellingen op.
Kleurmodus
Selecteer de gewenste kleurmodus.
Importeren...
Om de afdrukconfiguratie voor een bepaalde afbeelding te wijzigen, klikt u op Instellingen . Wanneer u de afdrukparameters, zoals de helderheid en het contrast, hebt aangepast, importeert u deze instellingen als een afdrukconfiguratiebestand. Gebruik de optie Exporteren om de huidige instellingen in een afdrukconfiguratiebestand op te slaan.
Exporteren
Om de afdrukconfiguratie voor een bepaalde afbeelding te wijzigen, klikt u op Instellingen Wanneer u de afdrukparameters, zoals de helderheid en het contrast, hebt aangepast, exporteert u deze instellingen als een afdrukconfiguratiebestand. Gebruik de optie Importeren...
om een eerder geëxporteerd configuratiebestand te laden.
Grijstinten verbeteren
Gebruik deze optie om de beeldkwaliteit van dunne lijnen te verbeteren.
Zwarte tinten verbeteren
Als een zwart-witafbeelding niet juist wordt afgedrukt, selecteert u deze instelling.
Patronen verbeteren
U kunt de patroonafdruk verbeteren als de afgedrukte vullingen en patronen verschillend zijn van de vullingen en patronen die u op het computerscherm ziet.
8. Meerdere pag. afdrukken
Selecteer deze optie om meerder pagina's van een enkel vel papier of één pagina van een document op meerdere vellen af te drukken.
Paginavolgorde
Selecteer de paginavolgorde als u meerdere pagina's op een enkel vel papier wilt afdrukken.
Rand
Selecteer het type rand als u meerdere pagina's op een enkel vel papier wilt afdrukken.
62
9. Tweezijdig/boekje (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Selecteer deze optie om op beide zijden van het papier af te drukken of een document als dubbelzijdig boekje af te drukken.
Instellingen voor tweezijdig knop
Klik op deze knop om het type tweezijdig binden te selecteren. Voor elke afdrukstand zijn vier typen tweezijdig binden beschikbaar.
10. Papierbron
Selecteer een papierbron die overeenstemt met uw afdrukvoorwaarden of -doel.
Eerste pagina
Selecteer welke papierbron moet worden gebruikt voor het afdrukken van de eerste pagina.
Andere pagina's
Selecteer welke papierbron moet worden gebruikt voor het afdrukken van de tweede en volgende pagina's.
Geavanceerd Tabblad
1. Scaling
Selecteer deze opties om het formaat van de pagina's in uw document te vergroten of te verkleinen.
Aanpassen aan papierformaat
Selecteer deze optie om de paginagrootte aan te passen aan het opgegeven papierformaat. Als u deze optie selecteert, selecteert u het gewenste papierformaat in de vervolgkeuzelijst.
63
Vrij
Selecteer deze optie om de pagina's van het document handmatig te vergroten of te verkleinen. Wanneer u deze optie selecteert, typt u een waarde in het veld.
2. Ondersteboven afdrukken
Selecteer deze optie om de afgedrukte afbeelding 180 graden te draaien.
3. Watermerk gebruiken
Selecteer deze optie om een logo of tekst als watermerk op uw document af te drukken. Selecteer een van de vooraf ingestelde watermerken, voeg een nieuw watermerk toe of gebruik een afbeeldingsbestand dat u hebt aangemaakt.
4. Kop/Voetregel printen
Selecteer deze optie om de datum, tijd en gebruikersnaam op het document af te drukken.
5. Toner-bespaarstand
Met deze functie bespaart u toner door minder toner te gebruiken om documenten af te drukken; de afdrukken zijn lichter maar nog steeds leesbaar.
6. Afdruk beveiligen
Zorgt ervoor dat vertrouwelijke of gevoelige documenten alleen kunnen worden afgedrukt als u een wachtwoord op het bedieningspaneel van het apparaat invoert.
7. Beheerder
Met deze functie kunt u het beheerderswachtwoord wijzigen en het gebruik van verschillende afdrukfuncties beperken.
8. Verificatie van gebruiker
Met deze functie kunt u de beperkingen voor elke gebruiker bevestigen.
9. Andere afdrukopties knop
Slaaptijd
Selecteer deze optie om het apparaat meteen na het afdrukken in de slaapstand te laten gaan.
Uitvoer verbeteren
Selecteer deze optie om de hoeveelheid omkrullend papier te beperken en de tonerfixatie te verbeteren.
Lege pagina overslaan
Gebruik deze optie zodat de printerdriver automatisch blanco pagina's kan detecteren en deze niet afdrukt.
TrueType-modus
Modus
Selecteer op welke wijze de lettertypen worden verwerkt om af te drukken.
Gebruik TrueType-lettertypen van printer(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Hiermee geeft u op of u ingebouwde lettertypen voor de lettertypeverwerking wilt gebruiken.
Eco-instellingen
Selecteer deze optie om afdrukgeluid te verminderen.
Verwante informatie
•
Afdrukken vanaf uw computer (Windows)
Gerelateerde onderwerpen:
•
Documenten afdrukken (Windows)
64
Afdrukken vanaf uw computer (Windows) > Afdruk beveiligen (Windows)
Afdruk beveiligen (Windows)
Gebruik Afdruk beveiligen om ervoor te zorgen dat vertrouwelijke of gevoelige documenten pas worden afgedrukt wanneer u een wachtwoord op het bedieningspaneel van het apparaat invoert.
• De beveiligde gegevens worden van het apparaat gewist wanneer u het apparaat uitschakelt.
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Selecteer het afdrukcommando in uw toepassing.
2. Selecteer Brother XXX-XXXX (waarbij XXXX de naam is van uw model) en klik vervolgens op de knop afdrukeigenschappen of voorkeuren.
Het venster van de printerdriver wordt weergegeven.
3. Klik op het tabblad Geavanceerd .
4. Klik op de knop Instellingen in het veld Afdruk beveiligen .
5. Schakel het selectievakje Afdruk beveiligen in.
6. Typ uw wachtwoord uit vier cijfers in het veld Wachtwoord in.
U moet voor elk document een afzonderlijk wachtwoord instellen.
7. Typ indien nodig de Gebruikersnaam en de Naam van taak in het tekstveld in.
8. Klik op OK om het venster Instellingen afdruk beveiligen te sluiten.
9. Klik op OK .
10. Beëindig uw afdruktaak.
11. Druk op Menu op het bedieningspaneel van het apparaat.
12. Druk op a of b om de optie [Beveiligd afdrukken] weer te geven en druk vervolgens op OK .
13. Druk op a of b om uw gebruikersnaam weer te geven en druk vervolgens op OK .
De LCD geeft de lijst van beveiligde taken voor uw naam weer.
14. Druk op a of b om de afdruktaak weer te geven en druk vervolgens op OK .
15. Voer uw wachtwoord van vier cijfers in en druk vervolgens op OK .
16. Druk op a of b om de optie [Afdrukken] te selecteren en druk vervolgens op OK .
17. Druk op a of b om het gewenste aantal exemplaren in te voeren.
18. Druk op OK .
De gegevens worden afgedrukt.
Nadat u de beveiligde gegevens heeft afgedrukt, worden deze uit het geheugen van het apparaat verwijderd.
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Selecteer het afdrukcommando in uw toepassing.
2. Selecteer Brother XXX-XXXX (waarbij XXXX de naam is van uw model) en klik vervolgens op de knop afdrukeigenschappen of voorkeuren.
Het venster van de printerdriver wordt weergegeven.
3. Klik op het tabblad Geavanceerd .
4. Klik op de knop Instellingen in het veld Afdruk beveiligen .
5. Schakel het selectievakje Afdruk beveiligen in.
6. Typ uw wachtwoord uit vier cijfers in het veld Wachtwoord in.
65
U moet voor elk document een afzonderlijk wachtwoord instellen.
7. Typ indien nodig de Gebruikersnaam en de Naam van taak in het tekstveld in.
8. Klik op OK om het venster Instellingen afdruk beveiligen te sluiten.
9. Klik op OK .
10. Beëindig uw afdruktaak.
11. Veeg naar links of rechts of druk op d of c op het bedieningspaneel van het apparaat om de optie
[Beveiligd afdrukken] weer te geven en druk vervolgens op [Beveiligd afdrukken] .
12. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de gebruikersnamen weer te geven en druk vervolgens op uw gebruikersnaam.
De LCD geeft de lijst van beveiligde taken voor uw naam weer.
13. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de afdruktaak weer te geven en druk er vervolgens op.
14. Voer uw viercijferig wachtwoord in en druk vervolgens op [OK] .
15. Voer het gewenste aantal exemplaren in.
16. Druk op [Start] .
De gegevens worden afgedrukt.
Nadat u de beveiligde gegevens heeft afgedrukt, worden deze uit het geheugen van het apparaat verwijderd.
Verwante informatie
•
Afdrukken vanaf uw computer (Windows)
66
Afdrukken vanaf uw computer (Windows) > Wijzig de standaard printerinstellingen
(Windows)
Wijzig de standaard printerinstellingen (Windows)
Wanneer u de afdrukinstellingen van een toepassing wijzigt, zijn de wijzigingen alleen van toepassing op de documenten die u met de betreffende toepassing afdrukt. Om de afdrukinstellingen voor alle Windowstoepassingen te wijzigen, moet u de eigenschappen van de printerdriver configureren.
1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Voor Windows Server 2008
Klik op (Starten) > Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers .
• Voor Windows 7 en Windows Server 2008 R2
Klik op (Starten) > Apparaten en printers .
• Voor Windows 8
Verplaats uw muis naar de rechterbenedenhoek van uw bureaublad. Wanneer de menubalk verschijnt, klikt u op het menu Instellingen en vervolgens op Configuratiescherm . Klik in de groep Hardware en geluiden op Apparaten en printers weergeven .
• Voor Windows 10 en Windows Server 2016
Klik op > Systeem > Configuratiescherm . Klik in de groep Hardware en geluiden op Apparaten en printers weergeven .
• Voor Windows Server 2012
Verplaats uw muis naar de rechterbenedenhoek van uw bureaublad. Wanneer de menubalk verschijnt, klikt u op het menu Instellingen en vervolgens op Configuratiescherm . Klik in de groep Hardware op
Apparaten en printers weergeven .
• Voor Windows Server 2012 R2
Klik op Configuratiescherm op het start -scherm. Klik in de groep Hardware op Apparaten en printers weergeven .
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Brother XXX-XXXX (waarbij XXXX uw modelnaam is) en selecteer vervolgens Eigenschappen van printer . Als de opties voor de printerdriver verschijnen, selecteert u uw printerdriver.
3. Klik op het tabblad Algemeen en vervolgens op de knop Voorkeursinstellingen...
of
Voorkeursinstellingen...
.
Het dialoogvenster voor de printerdriver wordt weergegeven.
• Klik op het tabblad Apparaatinstellingen (alleen op bepaalde modellen beschikbaar) voor het configureren van de lade-instellingen.
• Klik op het tabblad Poorten om de printerpoort te wijzigen.
4. Selecteer de afdrukinstellingen die u als standaardinstellingen wilt gebruiken voor al uw Windowsprogramma's.
5. Klik op OK .
6. Sluit het dialoogvenster met de printereigenschappen.
Verwante informatie
•
Afdrukken vanaf uw computer (Windows)
67
Afdrukken vanaf uw computer (Windows) > Een document afdrukken met de BR-
Script3 printerdriver (taalemulatie van PostScript ® 3 ™ ) (Windows)
Een document afdrukken met de BR-Script3 printerdriver (taalemulatie van PostScript ® 3 ™ ) (Windows)
Met de BR-Script3 printerdriver kunt u PostScript ® -gegevens duidelijker afdrukken.
Om de PS-driver (BR-Script3-printerdriver) te installeren, start u de installatieschijf van Brother, selecteert u
Aangepast in het gedeelte Machine selecteren en vinkt u vervolgens het selectievakje PS-stuurprogramma aan.
1. Selecteer het afdrukcommando in uw toepassing.
2. Selecteer Brother XXX-XXXX BR-Script3 (waarbij XXXX de naam is van uw model) en klik vervolgens op de knop afdrukeigenschappen of voorkeuren.
Het venster van de printerdriver verschijnt.
3. Klik op het tabblad Indeling , Papier/Kwaliteit of Afdruk beveiligen om de basisafdrukinstellingen te wijzigen. (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Klik op het tabblad Indeling of Papier/Kwaliteit en klik vervolgens op de knop Geavanceerd...
om de geavanceerde afdrukinstellingen te wijzigen.
4. Klik op OK .
5. Beëindig uw afdruktaak.
Verwante informatie
•
Afdrukken vanaf uw computer (Windows)
68
Afdrukken vanaf uw computer (Windows) > De status van het apparaat bewaken
vanaf uw computer (Windows)
De status van het apparaat bewaken vanaf uw computer (Windows)
Het hulpprogramma Status Monitor is een configureerbaar softwaretool om de status van een of meer apparaten te bewaken, waarmee u onmiddellijk op de hoogte wordt gesteld van fouten.
• Ga op een van de volgende manieren te werk:
Dubbelklik op het pictogram in de taakbalk.
(Windows 7)
Klik op (Starten) > Alle programma's > Brother > Brother Utilities .
Klik op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet geselecteerd). Klik in de linkernavigatiebalk op Hulpmiddelen en klik vervolgens op Status Monitor .
(Windows 8)
Klik op ( Brother Utilities ), klik vervolgens op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam
(indien nog niet geselecteerd). Klik in de linkernavigatiebalk op Hulpmiddelen en klik vervolgens op
Status Monitor .
(Windows 8.1)
Verplaats uw muis naar de linkeronderhoek van het Start -scherm en klik op (als u een aanraakapparaat gebruikt, veegt u van de onderkant van het Start -scherm naar boven om het Apps scherm te laten verschijnen). Als het scherm Apps wordt weergegeven, tikt of klikt u op ( Brother
Utilities ) en vervolgens klikt u op de vervolgkeuzelijst en selecteert u de naam van uw model (als die nog niet geselecteerd is). Klik in de linkernavigatiebalk op Hulpmiddelen en klik vervolgens op Status
Monitor .
(Windows 10)
Klik op > Brother > Brother Utilities .
Klik op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet geselecteerd). Klik in de linkernavigatiebalk op Hulpmiddelen en klik vervolgens op Status Monitor .
Problemen oplossen
Klik op de knop Problemen oplossen om naar de website voor problemen oplossen te gaan.
Zoekt u vervangende verbruiksartikelen?
Klik op de knop Zoekt u vervangende verbruiksartikelen?
voor meer informatie over originele verbruiksartikelen van Brother.
Verwante informatie
•
Afdrukken vanaf uw computer (Windows)
Gerelateerde onderwerpen:
•
•
69
Home > Afdrukken > Afdrukken vanaf uw computer (Mac)
Afdrukken vanaf uw computer (Mac)
•
•
•
•
Een document afdrukken met de BR-Script3 printerdriver (taalemulatie van PostScript ®
•
De status van het apparaat bewaken vanaf uw computer (Mac)
70
Afdrukken vanaf uw computer (Mac) > Een document afdrukken (Mac)
Een document afdrukken (Mac)
1. Zorg ervoor dat u papier met het juiste formaat in de papierlade hebt geplaatst.
2. Klik in een toepassing zoals Apple TextEdit op het menu Archief en selecteer vervolgens Druk af .
3. Selecteer Brother XXX-XXXX (waarbij XXXX uw modelnaam is).
4. Voer in het veld Aantal het gewenste aantal exemplaren in.
5. Klik op het snelmenu Formaat en selecteer vervolgens uw papierformaat.
6. Selecteer de Richting -optie die overeenstemt met de manier waarop u het document wilt afdrukken.
7. Klik op het snelmenu van de toepassing en selecteer vervolgens Afdrukinstellingen .
De Afdrukinstellingen -opties verschijnen.
8. Klik op het snelmenu Mediatype en selecteer vervolgens de papiersoort die u gebruikt.
9. Wijzig indien nodig nog andere afdrukinstellingen.
10. Klik op Druk af .
Verwante informatie
•
Afdrukken vanaf uw computer (Mac)
Gerelateerde onderwerpen:
•
71
Afdrukken vanaf uw computer (Mac) > Afdrukopties (Mac)
Afdrukopties (Mac)
Pagina-instelling
1. Formaat
Selecteer het papierformaat dat u wilt gebruiken. U kunt kiezen uit standaardpapierformaten of een aangepast papierformaat instellen.
2. Richting
Selecteer de afdrukstand (staand of liggend) voor uw afdruk.
Als uw toepassing een vergelijkbare instelling bevat, raden we u aan de afdrukstand via deze toepassing in te stellen.
3. Vergroot/verklein
Typ een waarde in het veld om de paginagrootte aan de passen aan het geselecteerde papierformaat.
72
Lay-out
1. Pagina’s per vel
Selecteer het aantal pagina's dat u op één vel wilt afdrukken.
2. Lay-outrichting
Selecteer de paginavolgorde als u meerdere pagina's op een enkel vel wilt afdrukken.
3. Rand
Selecteer het type rand als u meerdere pagina's op een enkel vel papier wilt afdrukken.
4. Dubbelzijdig (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Selecteer of op beide zijden van het papier moet worden afgedrukt.
5. Keer paginarichting om
Selecteer deze optie om de afgedrukte afbeelding 180 graden te draaien.
6. Spiegel horizontaal
Selecteer deze optie om de afbeelding omgekeerd (van links naar rechts) op de pagina af te drukken.
73
Papierafhandeling
1. Sorteer pagina's
Selecteer deze optie om sets van uit meerdere pagina's bestaande documenten in de oorspronkelijke paginavolgorde af te drukken. Wanneer deze optie is geselecteerd, wordt één volledig exemplaar van uw document afgedrukt en vervolgens opnieuw afgedrukt volgens het aantal exemplaren dat u hebt gekozen.
Als deze optie niet is geselecteerd, wordt van elke pagina het gekozen aantal exemplaren afgedrukt voordat de volgende pagina van het document wordt afgedrukt.
2. Af te drukken pagina's
Selecteer welke pagina's u wilt afdrukken (even of oneven pagina's).
3. Paginavolgorde
Selecteer de paginavolgorde.
4. Pas aan papierformaat aan
Selecteer deze optie om de paginagrootte van uw document aan te passen aan het geselecteerde papierformaat.
5. Doelpapierformaat
Selecteer het papierformaat waarop u wilt afdrukken.
6. Verklein alleen
Selecteer deze optie als u de grootte van de pagina's wilt verkleinen als deze te groot zijn voor het geselecteerde papierformaat. Als deze optie is geselecteerd en het document is ingesteld op papier dat kleiner is dan het papier dat u gebruikt, wordt het document op de originele grootte afgedrukt.
74
Afdrukinstellingen
1. Mediatype
Selecteer het mediatype dat u wilt gebruiken. Voor een optimaal afdrukresultaat past het apparaat automatisch de afdrukinstellingen aan het geselecteerde mediatype aan.
2. Afdrukkwaliteit
Selecteer de gewenste afdrukresolutie. De afdrukkwaliteit en -snelheid beïnvloeden elkaar: hoe hoger de kwaliteit, hoe langer het duurt om het document af te drukken.
3. Kleur / Mono
Selecteer de instellingen voor kleur/zwart-wit die u wilt gebruiken.
OPMERKING
• De kleurensensor van het apparaat is heel gevoelig en kan vervaagde zwarte tekst of een gebroken witte achtergrond als kleur aanzien. Als u weet dat uw document zwart-wit is en u wilt de kleurentoner sparen, selecteer dan de modus Mono .
• Als de cyaan, magenta of gele toner op raakt tijdens het afdrukken van een kleurdocument, kan de afdruktaak niet worden voltooid. Annuleer de afdruktaak en kies om de afdruktaak opnieuw te starten in de modus Mono zolang de zwarte toner beschikbaar is.
4. Papierbron
Selecteer een papierbron die overeenstemt met uw afdrukvoorwaarden of -doel.
5. Geavanceerd
Toner-bespaarstand
Met deze functie bespaart u toner door minder toner te gebruiken om documenten af te drukken; de afdrukken zijn lichter maar nog steeds leesbaar.
Uitvoer verbeteren
Selecteer deze optie om de hoeveelheid omkrullend papier te beperken en de tonerfixatie te verbeteren.
Stille modus
Selecteer deze optie om afdrukgeluid te verminderen.
75
Andere afdrukopties
Lege pagina overslaan
Gebruik deze optie zodat de printerdriver automatisch blanco pagina's kan detecteren en deze niet afdrukt.
Kleurinstellingen
1. Kleurmodus
Selecteer de gewenste kleurmodus.
2. Geavanceerde kleurinstellingen
Klik op het driehoekje om de functie Kleurverbetering te selecteren. Deze functie analyseert uw afbeelding om de scherpte, witbalans en kleurdichtheid ervan te verbeteren. Dit proces kan enkele minuten duren, afhankelijk van de grootte van de afbeelding en de specificaties van uw computer.
76
Afdruk beveiligen
1. Afdruk beveiligen (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Zorgt ervoor dat vertrouwelijke of gevoelige documenten alleen kunnen worden afgedrukt als u een wachtwoord op het bedieningspaneel van het apparaat invoert.
Verwante informatie
•
Afdrukken vanaf uw computer (Mac)
Gerelateerde onderwerpen:
•
77
Afdrukken vanaf uw computer (Mac) > Afdruk beveiligen (Mac)
Afdruk beveiligen (Mac)
Gebruik Afdruk beveiligen om ervoor te zorgen dat vertrouwelijke of gevoelige documenten pas worden afgedrukt wanneer u een wachtwoord op het bedieningspaneel van het apparaat invoert.
• De beveiligde gegevens worden van het apparaat gewist wanneer u het apparaat uitschakelt.
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Klik in een toepassing zoals Apple TextEdit op het menu Archief en selecteer vervolgens Druk af .
2. Selecteer Brother XXX-XXXX (waarbij XXXX uw modelnaam is).
3. Klik op het snelmenu van de toepassing en selecteer vervolgens de optie Afdruk beveiligen . De opties voor
Afdruk beveiligen verschijnen.
4. Schakel het selectievakje Afdruk beveiligen in.
5. Tik uw gebruikersnaam, de taaknaam en een wachtwoord van vier cijfers in.
6. Klik op Druk af .
7. Druk op Menu op het bedieningspaneel van het apparaat.
8. Druk op a of b om de optie [Beveiligd afdrukken] weer te geven en druk vervolgens op OK .
9. Druk op a of b om uw gebruikersnaam weer te geven en druk vervolgens op OK .
De LCD geeft de lijst van beveiligde taken voor uw naam weer.
10. Druk op a of b om de afdruktaak weer te geven en druk vervolgens op OK .
11. Voer uw wachtwoord van vier cijfers in en druk vervolgens op OK .
12. Druk op a of b om de optie [Afdrukken] te selecteren en druk vervolgens op OK .
13. Druk op a of b om het gewenste aantal exemplaren in te voeren.
14. Druk op OK .
De gegevens worden afgedrukt.
Nadat u de beveiligde gegevens heeft afgedrukt, worden deze uit het geheugen van het apparaat verwijderd.
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Klik in een toepassing zoals Apple TextEdit op het menu Archief en selecteer vervolgens Druk af .
2. Selecteer Brother XXX-XXXX (waarbij XXXX uw modelnaam is).
3. Klik op het snelmenu van de toepassing en selecteer vervolgens de optie Afdruk beveiligen . De opties voor
Afdruk beveiligen verschijnen.
4. Schakel het selectievakje Afdruk beveiligen in.
5. Tik uw gebruikersnaam, de taaknaam en een wachtwoord van vier cijfers in.
6. Klik op Druk af .
7. Veeg naar links of rechts of druk op d of c op het bedieningspaneel van het apparaat om de optie
[Beveiligd afdrukken] weer te geven en druk vervolgens op [Beveiligd afdrukken] .
8. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de gebruikersnamen weer te geven en druk vervolgens op uw gebruikersnaam.
De LCD geeft de lijst van beveiligde taken voor uw naam weer.
9. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de afdruktaak weer te geven en druk er vervolgens op.
10. Voer uw viercijferig wachtwoord in en druk vervolgens op [OK] .
11. Voer het gewenste aantal exemplaren in.
12. Druk op [Start] .
78
Nadat u de beveiligde gegevens heeft afgedrukt, worden deze uit het geheugen van het apparaat verwijderd.
Verwante informatie
•
Afdrukken vanaf uw computer (Mac)
79
Afdrukken vanaf uw computer (Mac) > Een document afdrukken met de BR-Script3
printerdriver (taalemulatie van PostScript ® 3 ™ ) (Mac)
Een document afdrukken met de BR-Script3 printerdriver (taalemulatie van PostScript ® 3 ™ ) (Mac)
Met de BR-Script3 printerdriver kunt u PostScript ® -gegevens duidelijker afdrukken.
• Ga naar de Downloads -pagina van uw model in het Brother Solutions Center via support.brother.com
om de PS-driver (BR-Script3-printerdriver) te downloaden.
• Zorg ervoor dat u de BR-Script3 printerdriver uit Printers en scanners in de lijst Systeemvoorkeuren...
op uw Mac hebt toegevoegd.
1. Zorg ervoor dat u papier met het juiste formaat in de papierlade hebt geplaatst.
2. Klik in een toepassing zoals Apple TextEdit op het menu Archief en selecteer vervolgens Druk af .
3. Selecteer uw machine.
4. Voer in het veld Aantal het gewenste aantal exemplaren in.
5. Klik op het snelmenu Formaat en selecteer vervolgens uw papierformaat.
6. Selecteer de Richting -optie die overeenstemt met de manier waarop u het document wilt afdrukken.
7. Klik op het snelmenu voor afdrukopties en klik vervolgens op Printerfuncties .
De opties voor Printerfuncties verschijnen.
8. Klik op het snelmenu Afdrukkwaliteit en selecteer vervolgens de afdrukkwaliteit.
9. Klik op het snelmenu Soort papier en selecteer vervolgens de papiersoort die u gebruikt.
10. Selecteer de optie Auto , Kleur of Mono voor de afdrukinstelling Kleur/Mono .
11. Wijzig indien nodig nog andere afdrukinstellingen.
12. Klik op Druk af .
Verwante informatie
•
Afdrukken vanaf uw computer (Mac)
80
Afdrukken vanaf uw computer (Mac) > De status van het apparaat bewaken vanaf uw
computer (Mac)
De status van het apparaat bewaken vanaf uw computer (Mac)
Het hulpprogramma Status Monitor is een softwaretool dat u zelf kunt configureren en waarmee u de status van een of meer apparaten kunt controleren. U kunt hiermee met vooraf ingestelde intervallen onmiddellijk op de hoogte worden gesteld van foutmeldingen, bijvoorbeeld wanneer het papier op is of is vastgelopen. U kunt ook
Beheer via een webbrowser openen.
1. Klik op het Systeemvoorkeuren...
-menu, selecteer Printers en scanners en selecteer vervolgens uw apparaat.
2. Klik op de knop Opties en toebehoren...
.
3. Klik op het tabblad Onderhoud en klik vervolgens op de knop Open Printerhulpprogramma .
De Status Monitor start.
Problemen oplossen
Klik op de knop Problemen oplossen om naar de website voor het oplossen van problemen te gaan.
Zoekt u vervangende verbruiksartikelen?
Klik op de knop Zoekt u vervangende verbruiksartikelen?
voor meer informatie over originele verbruiksartikelen van Brother.
De status van het apparaat updaten
Om de recentste machinestatus te bekijken wanneer het venster Status Monitor open is, klikt u op het pictogram . U kunt het interval instellen waarop de software de informatie over de machinestatus bijwerkt. Klik op Brother Status Monitor in de menubalk en selecteer vervolgens Voorkeuren...
.
Beheer via een webbrowser (alleen met een netwerkverbinding)
Ga naar het systeem Beheer via een webbrowser door op het pictogram van het apparaat op het scherm
Status Monitor te klikken. U kunt een standaard webbrowser gebruiken om uw apparaat te beheren met
HTTP (Hyper Text Transfer Protocol).
Verwante informatie
•
Afdrukken vanaf uw computer (Mac)
81
Gerelateerde onderwerpen:
•
•
82
Home > Afdrukken > Een afdruktaak annuleren
Een afdruktaak annuleren
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Druk op Stop/Eindigen .
Houd Stop/Eindigen vier seconden ingedrukt om meerdere afdruktaken te annuleren.
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Druk op .
Houd ongeveer vier seconden ingedrukt om meerdere afdruktaken te annuleren.
Verwante informatie
•
Gerelateerde onderwerpen:
•
83
Home > Afdrukken > Een testafdruk maken
Een testafdruk maken
Als er problemen met de afdrukkwaliteit zijn, volg dan deze instructies om een testafdruk te maken:
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Druk op Menu .
2. Druk op a of b om de optie [Printer] weer te geven en druk vervolgens op OK .
3. (Voor modellen die printeremulatie ondersteunen)
Druk op a of b om de optie [Afdrukopties] weer te geven en druk vervolgens op OK .
4. Druk op a of b om de optie [Testafdruk] weer te geven en druk vervolgens op OK .
5. Druk op Mono Start of Kleur Start .
Het apparaat drukt een testpagina af.
6. Druk op Stop/Eindigen .
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Printer] > [Afdrukopties] >
[Testafdruk] .
2. Druk op [Ja] .
3. Druk op .
Verwante informatie
•
Gerelateerde onderwerpen:
•
84
Scannen
•
Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-apparaat
•
Scan vanaf uw computer (Windows)
•
•
Scaninstellingen configureren met Beheer via een webbrowser
85
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-apparaat
Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-apparaat
•
Foto's en afbeeldingen scannen
•
Gescande gegevens als een PDF-bestand in een map opslaan
•
Gescande gegevens op een USB-flashgeheugen opslaan
•
Scannen naar een bewerkbare tekst (OCR)
•
•
•
•
•
Web Services voor scannen op uw netwerk (Windows 7, Windows 8 en Windows 10)
•
Wijzig de Instellingen van Scan-knop via ControlCenter4 (Windows)
•
Scanknopinstellingen wijzigen met Brother iPrint&Scan (Mac)
•
Configureer het certificaat voor Signed PDF
•
Scannen vanaf uw computer uitschakelen
86
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-apparaat > Foto's en
afbeeldingen scannen
Foto's en afbeeldingen scannen
Gescande foto's of afbeeldingen rechtstreeks naar uw computer verzenden.
Gebruik de scanknop op het apparaat om tijdelijke wijzigingen aan de scaninstellingen aan te brengen. Om permanente wijzigingen aan te brengen, gebruikt u het programma ControlCenter4 (Windows) of Brother iPrint&Scan (Mac).
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Plaats uw document.
2. Druk op ( Scan ).
3. Druk op a of b om de optie [naar computer] te selecteren en druk vervolgens op OK .
4. Druk op a of b om de optie [Beeld] te selecteren en druk vervolgens op OK .
5. Als het apparaat verbonden is met het netwerk, drukt u op a of b om de doelcomputer te selecteren.
6. Druk op OK .
Als de LCD u vraagt om een pincode in te voeren, voert u de viercijferige pincode voor de doelcomputer op de LCD in en drukt u vervolgens op OK .
7. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Om de scaninstellingen voor dit document te wijzigen, drukt u op Opties of Kopie/Scan Opties en gaat u vervolgens naar de volgende stap.
• Om de standaard scaninstellingen te gebruiken, drukt u op Mono Start of Kleur Start .
Het apparaat begint met scannen. Als u de glasplaat van het apparaat gebruikt, volgt u de instructies op de LCD om de scantaak te vervolledigen.
• Om de scaninstellingen te wijzigen moet de software ControlCenter van Brother geïnstalleerd zijn op een computer die met het apparaat is verbonden.
8. U wordt op het apparaat gevraagd om elk van de volgende scaninstellingen te configureren. Druk op a of b om de gewenste optie te selecteren en druk vervolgens op OK om naar de volgende scaninstelling te gaan.
• [Scantype]
• [Resolutie]
• [Bestandstype]
• [Documentgrootte]
87
• [Autom. recht] (op bepaalde modellen beschikbaar)
• [Verw. acht.kl.]
(alleen beschikbaar voor de opties [Kleur] en [Grijs] .)
9. Druk op Mono Start of Kleur Start .
Het apparaat begint met scannen. Als u de glasplaat van het apparaat gebruikt, volgt u de instructies op het
LCD-scherm om de scantaak te vervolledigen.
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Scannen] > [naar computer] > [naar afbeelding] .
3. Als het apparaat is aangesloten op een netwerk, selecteert u de naam van de computer waarnaar u gegevens wilt zenden.
Wanneer u via de LCD wordt gevraagd om een pincode in te voeren, voert u via de LCD de vier cijfers van de pincode voor de betreffende computer in en drukt u vervolgens op [OK] .
4. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Om de scaninstellingen te wijzigen, drukt u op [Opties] en gaat u vervolgens naar de volgende stap.
• Om de standaard scaninstellingen te gebruiken, drukt u op [Start] .
Het apparaat begint met scannen. Als u de glasplaat van het apparaat gebruiken, volgt u de instructies op het aanraakscherm om de scantaak te vervolledigen.
Om de scaninstellingen te wijzigen, moet een computer met daarop de ControlCenter-software van Brother geïnstalleerd worden aangesloten op het apparaat.
5. Om beide zijden van het document te scannen (MFC-L3770CDW):
• Druk op [2-zijdige scan] en selecteer vervolgens het documenttype.
Optie
2-zijdige scan: lange zijde
Beschrijving
2-zijdige scan: korte zijde
6. Selecteer de scaninstellingen die u wilt wijzigen:
• [Resolutie]
• [Bestandstype]
• [Scantype]
• [Documentgrootte]
• [Scaninstellingen]
• [Helderheid]
88
• [Contrast]
(alleen beschikbaar voor de opties [Kleur] en [Grijs] )
• [Autom. recht]
• [Geen lege pagina's]
• [Achtergr.kleur verwijderen]
(alleen beschikbaar voor de opties [Kleur] en [Grijs] )
• Als de knop [OK] wordt weergegeven op uw apparaat, drukt u op [OK] .
• Om de instellingen als een snelkoppeling op te slaan, drukt u op [Opslaan als snelk.] .
7. Druk op [Start] .
Het apparaat begint met scannen. Als u de glasplaat van het apparaat gebruiken, volgt u de instructies op het aanraakscherm om de scantaak te vervolledigen.
Verwante informatie
•
Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-apparaat
Gerelateerde onderwerpen:
•
Wijzig de Instellingen van Scan-knop via ControlCenter4 (Windows)
•
Scanknopinstellingen wijzigen met Brother iPrint&Scan (Mac)
89
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-apparaat > Gescande gegevens
als een PDF-bestand in een map opslaan
Gescande gegevens als een PDF-bestand in een map opslaan
Documenten scannen en deze in een map op uw computer als PDF-bestanden opslaan.
Gebruik de scanknop op het apparaat om tijdelijke wijzigingen aan de scaninstellingen aan te brengen. Om permanente wijzigingen aan te brengen, gebruikt u het programma ControlCenter4 (Windows) of Brother iPrint&Scan (Mac).
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Plaats uw document.
2. Druk op ( Scan ).
3. Druk op a of b om de optie [naar computer] te selecteren en druk vervolgens op OK .
4. Druk op a of b om de optie [Bestand] te selecteren en druk vervolgens op OK .
5. Als het apparaat verbonden is met het netwerk, drukt u op a of b om de doelcomputer te selecteren.
6. Druk op OK .
Als de LCD u vraagt om een pincode in te voeren, voert u de viercijferige pincode voor de doelcomputer op de LCD in en drukt u vervolgens op OK .
7. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Om de scaninstellingen voor dit document te wijzigen, drukt u op Opties of Kopie/Scan Opties en gaat u vervolgens naar de volgende stap.
• Om de standaard scaninstellingen te gebruiken, drukt u op Mono Start of Kleur Start .
Het apparaat begint met scannen. Als u de glasplaat van het apparaat gebruikt, volgt u de instructies op de LCD om de scantaak te vervolledigen.
• Om de scaninstellingen te wijzigen moet de software ControlCenter van Brother geïnstalleerd zijn op een computer die met het apparaat is verbonden.
8. U wordt op het apparaat gevraagd om elk van de volgende scaninstellingen te configureren. Druk op a of b om de gewenste optie te selecteren en druk vervolgens op OK om naar de volgende scaninstelling te gaan.
• [Scantype]
• [Resolutie]
• [Bestandstype]
• [Documentgrootte]
• [Autom. recht] (op bepaalde modellen beschikbaar)
90
• [Verw. acht.kl.]
(alleen beschikbaar voor de opties [Kleur] en [Grijs] .)
9. Druk op Mono Start of Kleur Start .
Het apparaat begint met scannen. Als u de glasplaat van het apparaat gebruikt, volgt u de instructies op het
LCD-scherm om de scantaak te vervolledigen.
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Scannen] > [naar computer] > [naar bestand] .
3. Als het apparaat is aangesloten op een netwerk, selecteert u de naam van de computer waarnaar u gegevens wilt zenden.
Wanneer u via de LCD wordt gevraagd om een pincode in te voeren, voert u via de LCD de vier cijfers van de pincode voor de betreffende computer in en drukt u vervolgens op [OK] .
4. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Om de scaninstellingen te wijzigen, drukt u op [Opties] en gaat u vervolgens naar de volgende stap.
• Om de standaard scaninstellingen te gebruiken, drukt u op [Start] .
Het apparaat begint met scannen. Als u de glasplaat van het apparaat gebruiken, volgt u de instructies op het aanraakscherm om de scantaak te vervolledigen.
Om de scaninstellingen te wijzigen, moet een computer met daarop de ControlCenter-software van Brother geïnstalleerd worden aangesloten op het apparaat.
5. Om beide zijden van het document te scannen (MFC-L3770CDW):
• Druk op [2-zijdige scan] en selecteer vervolgens het documenttype.
Optie
2-zijdige scan: lange zijde
Beschrijving
2-zijdige scan: korte zijde
6. Selecteer de scaninstellingen die u wilt wijzigen:
• [Resolutie]
• [Bestandstype]
• [Scantype]
• [Documentgrootte]
• [Scaninstellingen]
• [Helderheid]
• [Contrast]
91
(alleen beschikbaar voor de opties [Kleur] en [Grijs] )
• [Autom. recht]
• [Geen lege pagina's]
• [Achtergr.kleur verwijderen]
(alleen beschikbaar voor de opties [Kleur] en [Grijs] )
• Als de knop [OK] wordt weergegeven op uw apparaat, drukt u op [OK] .
• Om de instellingen als een snelkoppeling op te slaan, drukt u op [Opslaan als snelk.] .
7. Druk op [Start] .
Het apparaat begint met scannen. Als u de glasplaat van het apparaat gebruiken, volgt u de instructies op het aanraakscherm om de scantaak te vervolledigen.
Verwante informatie
•
Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-apparaat
Gerelateerde onderwerpen:
•
Wijzig de Instellingen van Scan-knop via ControlCenter4 (Windows)
•
Scanknopinstellingen wijzigen met Brother iPrint&Scan (Mac)
92
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-apparaat > Gescande gegevens
op een USB-flashgeheugen opslaan
Gescande gegevens op een USB-flashgeheugen opslaan
Gerelateerde modellen : MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Gescande gegevens rechtstreeks op een USB-flashgeheugen opslaan.
1. Plaats uw document.
2. Plaats een USB-flashgeheugen in uw apparaat.
De LCD wijzigt automatisch.
3. Druk op [Scannen naar USB] .
4. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als u de instellingen wilt wijzigen, drukt u op [Opties] en selecteert u vervolgens de knop die u wilt wijzigen. Volg de instructies van het apparaat.
Uw eigen standaardinstellingen instellen: zodra u de instellingen hebt gewijzigd, drukt u op de optie
[Nieuwe standaard] en vervolgens op [Ja] .
Om de fabrieksinstellingen te herstellen: druk op [Fabrieksinstellingen] en vervolgens op [Ja] .
• Druk op [Start] om met scannen te beginnen zonder bijkomende instellingen te wijzigen.
5. Om beide zijden van het document te scannen (MFC-L3770CDW):
• Druk op [2-zijdige scan] en selecteer vervolgens het documenttype.
Optie
2-zijdige scan: lange zijde
Beschrijving
2-zijdige scan: korte zijde
6. Selecteer de scaninstellingen die u wilt wijzigen:
• [Resolutie]
• [Bestandstype]
• [Scantype]
• [Documentgrootte]
• [Helderheid]
• [Contrast]
(alleen beschikbaar voor de opties [Kleur] en [Grijs] )
• [Bestandsnaam]
• [Stijl voor naam]
93
• [Bestandsgrootte]
• [Autom. recht]
• [Geen lege pagina's]
• [Gevoeligheid geen lege pag.]
• [Achtergr.kleur verwijderen]
(alleen beschikbaar voor de opties [Kleur] en [Grijs] )
• Als de knop [OK] wordt weergegeven op uw apparaat, drukt u op [OK] .
• Om de instellingen als een snelkoppeling op te slaan, drukt u op [Opslaan als snelk.] .
7. Druk op [Start] .
Het apparaat begint met scannen. Als u de glasplaat van het apparaat gebruiken, volgt u de instructies op het aanraakscherm om de scantaak te vervolledigen.
BELANGRIJK
De LCD geeft een bericht weer terwijl het de gegevens leest. Koppel het netsnoer NIET los of haal het
USB-flashgeheugen NIET uit het apparaat wanneer het de gegevens leest. U kunt gegevens verliezen of het USB-flashgeheugen beschadigen.
Verwante informatie
•
Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-apparaat
94
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-apparaat > Scannen naar een
bewerkbare tekst (OCR)
Scannen naar een bewerkbare tekst (OCR)
Met behulp van OCR-technologie (optical character recognition) kan het apparaat de tekens in een gescand document naar tekst converteren. Vervolgens kunt u deze tekst met een tekstverwerkingsprogramma naar keuze bewerken.
• De functie Scannen naar OCR is voor bepaalde talen beschikbaar.
• Gebruik de scanknop op het apparaat om tijdelijke wijzigingen aan de scaninstellingen aan te brengen. Om permanente wijzigingen aan te brengen, gebruikt u het programma ControlCenter4 (Windows) of Brother iPrint&Scan (Mac).
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Plaats uw document.
2. Druk op ( Scan ).
3. Druk op a of b om de optie [naar computer] te selecteren en druk vervolgens op OK .
4. Druk op a of b om de optie [OCR] te selecteren en druk vervolgens op OK .
5. Als het apparaat verbonden is met het netwerk, drukt u op a of b om de doelcomputer te selecteren.
6. Druk op OK .
Als de LCD u vraagt om een pincode in te voeren, voert u de viercijferige pincode voor de doelcomputer op de LCD in en drukt u vervolgens op OK .
7. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Om de scaninstellingen voor dit document te wijzigen, drukt u op Opties of Kopie/Scan Opties en gaat u vervolgens naar de volgende stap.
• Om de standaard scaninstellingen te gebruiken, drukt u op Mono Start of Kleur Start .
Het apparaat begint met scannen. Als u de glasplaat van het apparaat gebruikt, volgt u de instructies op de LCD om de scantaak te vervolledigen.
• Om de scaninstellingen te wijzigen moet de software ControlCenter van Brother geïnstalleerd zijn op een computer die met het apparaat is verbonden.
8. U wordt op het apparaat gevraagd om elk van de volgende scaninstellingen te configureren. Druk op a of b om de gewenste optie te selecteren en druk vervolgens op OK om naar de volgende scaninstelling te gaan.
• [Scantype]
• [Resolutie]
• [Bestandstype]
• [Documentgrootte]
95
• [Autom. recht] (op bepaalde modellen beschikbaar)
• [Verw. acht.kl.]
(alleen beschikbaar voor de opties [Kleur] en [Grijs] .)
9. Druk op Mono Start of Kleur Start .
Het apparaat scant het document, converteert het naar een bewerkbare tekst en stuurt het vervolgens naar uw standaard tekstverwerkingsprogramma.
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Scannen] > [naar computer] > [naar OCR] .
3. Als het apparaat is aangesloten op een netwerk, selecteert u de naam van de computer waarnaar u gegevens wilt zenden.
Wanneer u via de LCD wordt gevraagd om een pincode in te voeren, voert u via de LCD de vier cijfers van de pincode voor de betreffende computer in en drukt u vervolgens op [OK] .
4. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Om de scaninstellingen te wijzigen, drukt u op [Opties] en gaat u vervolgens naar de volgende stap.
• Om de standaard scaninstellingen te gebruiken, drukt u op [Start] .
Het apparaat begint met scannen. Als u de glasplaat van het apparaat gebruiken, volgt u de instructies op het aanraakscherm om de scantaak te vervolledigen.
Om de scaninstellingen te wijzigen, moet een computer met daarop de ControlCenter-software van Brother geïnstalleerd worden aangesloten op het apparaat.
5. Om beide zijden van het document te scannen (MFC-L3770CDW):
• Druk op [2-zijdige scan] en selecteer vervolgens het documenttype.
Optie
2-zijdige scan: lange zijde
Beschrijving
2-zijdige scan: korte zijde
6. Selecteer de scaninstellingen die u wilt wijzigen:
• [Resolutie]
• [Bestandstype]
• [Scantype]
• [Documentgrootte]
• [Scaninstellingen]
• [Helderheid]
96
• [Contrast]
(alleen beschikbaar voor de opties [Kleur] en [Grijs] )
• [Autom. recht]
• [Geen lege pagina's]
• [Achtergr.kleur verwijderen]
(alleen beschikbaar voor de opties [Kleur] en [Grijs] )
• Als de knop [OK] wordt weergegeven op uw apparaat, drukt u op [OK] .
• Om de instellingen als een snelkoppeling op te slaan, drukt u op [Opslaan als snelk.] .
7. Druk op [Start] .
Het apparaat begint met scannen. Als u de glasplaat van het apparaat gebruiken, volgt u de instructies op het aanraakscherm om de scantaak te vervolledigen.
Verwante informatie
•
Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-apparaat
Gerelateerde onderwerpen:
•
Wijzig de Instellingen van Scan-knop via ControlCenter4 (Windows)
•
Scanknopinstellingen wijzigen met Brother iPrint&Scan (Mac)
97
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-apparaat > Scannen naar e-
mailbijlage
Scannen naar e-mailbijlage
Een gescand document als e-mailbijlage verzenden.
• Gebruik de scanknop op het apparaat om tijdelijke wijzigingen aan de scaninstellingen aan te brengen. Om permanente wijzigingen aan te brengen, gebruikt u het programma ControlCenter4 (Windows) of Brother iPrint&Scan (Mac).
• De functie Scannen naar e-mail ondersteunt geen webmaildiensten. Gebruik de functie Scannen naar afbeelding of Scannen naar bestand om een document of afbeelding te scannen en vervolgens als emailbijlage te versturen.
Het apparaat scant naar uw standaard e-mailprogramma.
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Plaats uw document.
2. Druk op ( Scan ).
3. Druk op a of b om de optie [naar computer] te selecteren en druk vervolgens op OK .
4. Druk op a of b om de optie [E-mail] te selecteren en druk vervolgens op OK .
5. Als het apparaat verbonden is met het netwerk, drukt u op a of b om de doelcomputer te selecteren.
6. Druk op OK .
Als de LCD u vraagt om een pincode in te voeren, voert u de viercijferige pincode voor de doelcomputer op de LCD in en drukt u vervolgens op OK .
7. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Om de scaninstellingen voor dit document te wijzigen, drukt u op Opties of Kopie/Scan Opties en gaat u vervolgens naar de volgende stap.
• Om de standaard scaninstellingen te gebruiken, drukt u op Mono Start of Kleur Start .
Het apparaat begint met scannen. Als u de glasplaat van het apparaat gebruikt, volgt u de instructies op de LCD om de scantaak te vervolledigen.
• Om de scaninstellingen te wijzigen moet de software ControlCenter van Brother geïnstalleerd zijn op een computer die met het apparaat is verbonden.
8. U wordt op het apparaat gevraagd om elk van de volgende scaninstellingen te configureren. Druk op a of b om de gewenste optie te selecteren en druk vervolgens op OK om naar de volgende scaninstelling te gaan.
98
• [Scantype]
• [Resolutie]
• [Bestandstype]
• [Documentgrootte]
• [Autom. recht] (op bepaalde modellen beschikbaar)
• [Verw. acht.kl.]
(alleen beschikbaar voor de opties [Kleur] en [Grijs] .)
9. Druk op Mono Start of Kleur Start .
Het apparaat scant het document en slaat het op als bestandsbijlage. Het start vervolgens uw emailtoepassing en opent een nieuw, leeg e-mailbericht met het gescande bestand als bijlage.
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Scannen] > [naar computer] > [naar e-mail] .
3. Als het apparaat is aangesloten op een netwerk, selecteert u de naam van de computer waarnaar u gegevens wilt zenden.
Wanneer u via de LCD wordt gevraagd om een pincode in te voeren, voert u via de LCD de vier cijfers van de pincode voor de betreffende computer in en drukt u vervolgens op [OK] .
4. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Om de scaninstellingen te wijzigen, drukt u op [Opties] en gaat u vervolgens naar de volgende stap.
• Om de standaard scaninstellingen te gebruiken, drukt u op [Start] .
Het apparaat begint met scannen. Als u de glasplaat van het apparaat gebruiken, volgt u de instructies op het aanraakscherm om de scantaak te vervolledigen.
Om de scaninstellingen te wijzigen, moet een computer met daarop de ControlCenter-software van Brother geïnstalleerd worden aangesloten op het apparaat.
5. Om beide zijden van het document te scannen (MFC-L3770CDW):
• Druk op [2-zijdige scan] en selecteer vervolgens het documenttype.
Optie
2-zijdige scan: lange zijde
Beschrijving
2-zijdige scan: korte zijde
6. Selecteer de scaninstellingen die u wilt wijzigen:
• [Resolutie]
• [Bestandstype]
99
• [Scantype]
• [Documentgrootte]
• [Scaninstellingen]
• [Helderheid]
• [Contrast]
(alleen beschikbaar voor de opties [Kleur] en [Grijs] )
• [Autom. recht]
• [Geen lege pagina's]
• [Achtergr.kleur verwijderen]
(alleen beschikbaar voor de opties [Kleur] en [Grijs] )
• Als de knop [OK] wordt weergegeven op uw apparaat, drukt u op [OK] .
• Om de instellingen als een snelkoppeling op te slaan, drukt u op [Opslaan als snelk.] .
7. Druk op [Start] .
Het apparaat begint met scannen. Als u de glasplaat van het apparaat gebruiken, volgt u de instructies op het aanraakscherm om de scantaak te vervolledigen.
Verwante informatie
•
Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-apparaat
Gerelateerde onderwerpen:
•
Wijzig de Instellingen van Scan-knop via ControlCenter4 (Windows)
•
Scanknopinstellingen wijzigen met Brother iPrint&Scan (Mac)
100
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-apparaat > Scan naar FTP
Scan naar FTP
Documenten rechtstreeks naar een FTP-server scannen wanneer u de gescande informatie moet delen. Voor extra gebruiksgemak configureert u verschillende profielen om uw favoriete Scannen naar FTP-bestemmingen op te slaan.
•
Een Scannen naar FTP-profiel instellen
•
Gescande gegevens naar een FTP-server uploaden
101
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-apparaat >
Scannen naar FTP-profiel instellen
Een Scannen naar FTP-profiel instellen
Installeer een Scannen naar FTP-profiel om de gescande gegevens rechtstreeks naar een FTP-locatie te scannen en te uploaden.
Wij raden Microsoft Internet Explorer 11/Microsoft Edge voor Windows en Safari 10/11 voor Mac aan. Zorg ervoor dat JavaScript en cookies altijd zijn geactiveerd, ongeacht welke browser u gebruikt.
1. Start de webbrowser.
Voer "https://IP-adres van het apparaat" in de adresregel van uw browser in (waarbij "IP-adres van het apparaat" staat voor het IP-adres van het apparaat of de naam van de afdrukserver). Voorbeeld: https://
192.168.1.2
Als u voordien een wachtwoord hebt ingesteld, voert u dit in en klikt u vervolgens op .
2. Klik op het tabblad Scannen .
3. Klik op het Scannen naar FTP/netwerk/SharePoint -menu in de linkernavigatiebalk.
4. Selecteer de optie FTP en klik vervolgens op Indienen .
102
5. Klik op het Scannen naar FTP/netwerk/SharePoint-profiel -menu in de linkernavigatiebalk.
6. Selecteer het profiel dat u wilt instellen of wijzigen.
7. Voer in het veld Profielnaam een naam voor dit serverprofiel in (maximaal 15 alfanumerieke tekens). De
LCD van de machine geeft deze naam weer.
8. Voer in het veld Hostadres het hostadres in (bijvoorbeeld: ftp.example.com; maximaal 64 tekens) of het IPadres (bijvoorbeeld: 192.23.56.189).
9. Wijzig de instelling voor Poortnummer die wordt gebruikt voor toegang tot de FTP-server. De standaard voor deze instelling is poort 21. In de meeste gevallen hoeft deze instelling niet te worden gewijzigd.
10. Voer in het veld Gebruikersnaam de gebruikersnaam in (maximaal 32 tekens) van degene die toestemming heeft om gegevens naar de FTP-server te schrijven.
11. Voer in het veld Wachtwoord het wachtwoord in (maximaal 32 tekens) voor de gebruikersnaam die u in het veld Gebruikersnaam hebt ingevoerd. Voer het wachtwoord opnieuw in het veld Wachtwoord opnieuw invoeren in.
12. Voer in het veld Directory opslaan het pad in naar de map op de FTP-server waarin u de gescande gegevens wilt opslaan. Voer geen backslash in het begin van het pad in (zie voorbeeld).
103
13. Klik op de vervolgkeuzelijst Bestandsnaam en selecteer vervolgens een voorvoegsel uit een van de vooraf ingestelde namen of uit door de gebruiker gedefinieerde namen. De bestandsnaam die voor het gescande document wordt gebruikt, is het voorvoegsel dat u hebt geselecteerd, plus de laatste zes cijfers van de teller van de flatbed-/ADF-scanner en de bestandsextensie (bijvoorbeeld: "Estimate_098765.pdf").
14. Klik op de vervolgkeuzelijst Kwaliteit en selecteer vervolgens een instelling voor de kwaliteit. Als u de optie
Selectie gebruiker kiest, vraagt de machine de gebruikers een instelling op te geven telkens als deze het scanprofiel gebruiken.
15. Klik op de vervolgkeuzelijst Bestandstype en selecteer vervolgens het bestandstype dat u voor het gescande document wilt gebruiken. Als u de optie Selectie gebruiker kiest, vraagt de machine de gebruikers een instelling op te geven telkens als deze het scanprofiel gebruiken.
16. Klik op de vervolgkeuzelijst Documentgrootte en selecteer vervolgens de documentgrootte uit de lijst. Dit is nodig om ervoor te zorgen dat het gescande bestand de juiste grootte heeft.
17. Klik op de vervolgkeuzelijst Bestandsgrootte en selecteer vervolgens de bestandsgrootte uit de lijst.
18. Klik op de vervolgkeuzelijst Achtergrondkleur verwijderen en selecteer het niveau in de lijst. U kunt deze functie gebruiken om de achtergrondkleur van documenten te verwijderen om de gescande gegevens leesbaarder te maken.
19. Stel de optie Passieve modus in op Aan of Uit, afhankelijk van de configuratie van uw FTP-server en de firewall van het netwerk. De standaardinstelling is Aan. In de meeste gevallen hoeft deze instelling niet gewijzigd te worden.
20. Klik op Indienen .
Als u een van de tekens ?, /, \, ", :, <, >, | of * gebruikt, kan dit een verzendfout veroorzaken.
Verwante informatie
•
104
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-apparaat >
FTP > Gescande gegevens naar een FTP-server uploaden
Gescande gegevens naar een FTP-server uploaden
Gescande informatie delen door het op uw FTP-server op te slaan.
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Plaats uw document.
2. Druk op ( Scan ).
3. Druk op a of b om de optie [naar FTP] te selecteren en druk vervolgens op OK .
4. Druk op a of b om een van de vermelde profielen te selecteren en druk vervolgens op OK .
Als het profiel niet volledig is ingevuld (bijvoorbeeld wanneer de accountnaam en het wachtwoord om in te loggen ontbreken of wanneer de kwaliteit of het bestandstype niet is geselecteerd), wordt u gevraagd om de ontbrekende informatie in te voeren.
5. Druk op Mono Start of Kleur Start .
De LCD toont het bericht [Aansluiten bezig] . Wanneer de verbinding met de FTP-server is gelukt, begint het apparaat te scannen. Als u de glasplaat van het apparaat gebruikt, volgt u de instructies op de
LCD om de scantaak te vervolledigen.
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Scannen] > [naar FTP] .
3. De serverprofielen die u met Beheer via een webbrowser heeft ingesteld, worden weergegeven. Selecteer het gewenste profiel. Als het profiel niet volledig is ingevuld (bijvoorbeeld wanneer de accountnaam en het wachtwoord om in te loggen ontbreken of wanneer de kwaliteit of het bestandstype niet is geselecteerd), wordt u gevraagd om de ontbrekende informatie in te voeren.
4. Druk op [Start] .
Het apparaat begint met scannen. Als u de glasplaat van het apparaat gebruiken, volgt u de instructies op het aanraakscherm om de scantaak te vervolledigen.
Verwante informatie
•
105
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-apparaat > Scan naar netwerk
(Windows)
Scan naar netwerk (Windows)
Documenten rechtstreeks naar een CIFS-server op uw lokale netwerk scannen. Voor extra gebruiksgemak kunt u verschillende profielen configureren om uw favoriete Scannen naar netwerk-bestemmingen op te slaan.
•
Een Scannen naar netwerk-profiel instellen
•
Gescande gegevens naar een CIFS-server uploaden
106
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-apparaat >
> Een Scannen naar netwerk-profiel instellen
Een Scannen naar netwerk-profiel instellen
Installeer een Scannen naar netwerk-profiel om de gescande gegevens rechtstreeks naar een CIFS-server te scannen en te uploaden.
Wij raden Microsoft Internet Explorer 11/Microsoft Edge voor Windows en Safari 10/11 voor Mac aan. Zorg ervoor dat JavaScript en cookies altijd zijn geactiveerd, ongeacht welke browser u gebruikt.
1. Start de webbrowser.
Voer "https://IP-adres van het apparaat" in de adresregel van uw browser in (waarbij "IP-adres van het apparaat" staat voor het IP-adres van het apparaat of de naam van de afdrukserver). Voorbeeld: https://
192.168.1.2
Als u voordien een wachtwoord hebt ingesteld, voert u dit in en klikt u vervolgens op .
2. Klik op het tabblad Scannen .
3. Klik op het Scannen naar FTP/netwerk/SharePoint -menu in de linkernavigatiebalk.
4. Selecteer de optie Netwerk en klik vervolgens op Indienen .
107
5. Klik op het Scannen naar FTP/netwerk/SharePoint-profiel -menu in de linkernavigatiebalk.
6. Selecteer het profiel dat u wilt instellen of wijzigen.
7. Voer in het veld Profielnaam een naam voor dit serverprofiel in (maximaal 15 alfanumerieke tekens). De
LCD van de machine geeft deze naam weer.
8. Voer in het veld Netwerkmapnaam het pad in naar de map op de CIFS-server waarin u de gescande gegevens wilt opslaan.
9. Klik op de vervolgkeuzelijst Bestandsnaam en selecteer vervolgens een voorvoegsel uit een van de vooraf ingestelde namen of uit door de gebruiker gedefinieerde namen. De bestandsnaam die voor het gescande document wordt gebruikt, is het voorvoegsel dat u hebt geselecteerd, plus de laatste zes cijfers van de teller van de flatbed-/ADF-scanner en de bestandsextensie (bijvoorbeeld: "Estimate_098765.pdf").
10. Klik op de vervolgkeuzelijst Kwaliteit en selecteer vervolgens een instelling voor de kwaliteit. Als u de optie
Selectie gebruiker kiest, vraagt de machine de gebruikers een instelling op te geven telkens als deze het scanprofiel gebruiken.
11. Klik op de vervolgkeuzelijst Bestandstype en selecteer vervolgens het bestandstype dat u voor het gescande document wilt gebruiken. Als u de optie Selectie gebruiker kiest, vraagt de machine de gebruikers een instelling op te geven telkens als deze het scanprofiel gebruiken.
108
12. Klik op de vervolgkeuzelijst Documentgrootte en selecteer vervolgens de documentgrootte uit de lijst. Dit is nodig om ervoor te zorgen dat het gescande bestand de juiste grootte heeft.
13. Klik op de vervolgkeuzelijst Bestandsgrootte en selecteer vervolgens de bestandsgrootte uit de lijst.
14. Klik op de vervolgkeuzelijst Achtergrondkleur verwijderen en selecteer het niveau in de lijst. U kunt deze functie gebruiken om de achtergrondkleur van documenten te verwijderen om de gescande gegevens leesbaarder te maken.
15. Om dit profiel met een pincode te beveiligen selecteert u in het veld Pincode gebruiken voor verificatie de optie Aan .
16. Als u Aan selecteerde voor het veld Pincode gebruiken voor verificatie , voert u een viercijferige pincode in het veld Pincode in.
17. Om uw verificatiemethode in te stellen selecteert u Automatisch , Kerberos of NTLMv2 in het
Verificatiemethode -menu.
18. Voer in het veld Gebruikersnaam de gebruikersnaam (maximaal 96 tekens) in van degene die toestemming heeft om gegevens te schrijven naar de map die in het veld Netwerkmapnaam is opgegeven. Als de gebruikersnaam deel uitmaakt van een domein, voert u de gebruikersnaam in een van de volgende vormen in: gebruiker@domein domein\gebruiker
19. Voer in het veld Wachtwoord het wachtwoord in (maximaal 32 tekens) voor de gebruikersnaam die u in het veld Gebruikersnaam hebt ingevoerd. Voer het wachtwoord opnieuw in het veld Wachtwoord opnieuw invoeren in.
20. Om het adres van de Kerberos-server handmatig in te stellen, voert u in het veld Kerberos-serveradres het adres van de Kerberos-server in (bijvoorbeeld: kerberos.voorbeeld.com; tot 64 tekens).
21. Klik op Indienen .
Als u een van de tekens ?, /, \, ", :, <, >, | of * gebruikt, kan dit een verzendfout veroorzaken.
22. U moet het SNTP-protocol configureren (netwerktijdserver) of u moet de datum, tijd en tijdzone correct instellen met behulp van het bedieningspaneel voor alle verificatiemethoden. De tijd moet overeenstemmen met de tijd die door de Kerberos-server en CIFS-server wordt gebruikt.
Verwante informatie
•
•
De datum en tijd instellen met Beheer via een webbrowser
109
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-apparaat >
> Een Scannen naar netwerk-profiel instellen
> De datum en tijd instellen met Beheer via een webbrowser
De datum en tijd instellen met Beheer via een webbrowser
Zorg ervoor dat de datum en tijd en de instellingen van de tijdzone correct zijn ingesteld met Beheer via een webbrowser of het bedieningspaneel, zodat de tijd van het apparaat overeenstemt met de tijd die wordt gebruikt door de server die verificatie biedt.
Sla stap 1 over als u al een venster van Beheer via een webbrowser geopend hebt.
1. Start de webbrowser.
Voer "https://IP-adres van het apparaat" in de adresregel van uw browser in (waarbij "IP-adres van het apparaat" staat voor het IP-adres van het apparaat of de naam van de afdrukserver). Voorbeeld: https://
192.168.1.2
Als u voordien een wachtwoord hebt ingesteld, voert u dit in en klikt u vervolgens op .
2. Klik op het tabblad Beheerder .
3. Klik op het Datum&tijd -menu in de linkernavigatiebalk.
4. Voer in de Datum -velden de datum in.
5. Selecteer het kloktype in het veld Type klok .
6. Voer in de Tijd -velden de tijd in.
7. Selecteer uit de vervolgkeuzelijst Tijdzone het tijdsverschil tussen uw locatie en UTC. De tijdzone voor het oosten van de Verenigde Staten en Canada is bijvoorbeeld UTC-05:00.
8. Klik in het veld Automatisch zomertijd op Aan om het apparaat zo in te stellen dat hij automatisch overschakelt op zomer-/wintertijd. In de lente gaat de klok dan één uur vooruit en in de herfst één uur terug
(alleen in sommige landen beschikbaar).
9. Klik op Indienen .
Verwante informatie
•
Een Scannen naar netwerk-profiel instellen
110
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-apparaat >
> Gescande gegevens naar een CIFS-server uploaden
Gescande gegevens naar een CIFS-server uploaden
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Plaats uw document.
2. Druk op ( Scan ).
3. Druk op a of b om de optie [naar netwerk] te selecteren en druk vervolgens op OK .
4. Druk op a of b om een van de vermelde profielen te selecteren en druk vervolgens op OK .
Als het profiel niet volledig is ingevuld (bijvoorbeeld wanneer de accountnaam en het wachtwoord om in te loggen ontbreken of wanneer de kwaliteit of het bestandstype niet is geselecteerd), wordt u gevraagd om de ontbrekende informatie in te voeren.
5. Druk op Mono Start of Kleur Start .
Het apparaat begint met scannen. Als u de glasplaat van het apparaat gebruikt, volgt u de instructies op het
LCD-scherm om de scantaak te vervolledigen.
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Scannen] > [naar netwerk] .
3. De serverprofielen die u met Beheer via een webbrowser heeft ingesteld, worden weergegeven. Selecteer het gewenste profiel. Als het profiel niet volledig is ingevuld (bijvoorbeeld wanneer de accountnaam en het wachtwoord om in te loggen ontbreken of wanneer de kwaliteit of het bestandstype niet is geselecteerd), wordt u gevraagd om de ontbrekende informatie in te voeren.
4. Druk op [Start] .
Het apparaat begint met scannen. Als u de glasplaat van het apparaat gebruiken, volgt u de instructies op het aanraakscherm om de scantaak te vervolledigen.
Verwante informatie
•
111
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-apparaat > Scannen naar
SharePoint
Scannen naar SharePoint
Scan documenten rechtstreeks naar een SharePoint-server wanneer u de gescande informatie moet delen. Voor extra gebruiksgemak configureert u verschillende profielen om uw favoriete Scannen naar SharePointbestemmingen op te slaan.
•
Een profiel voor Scannen naar SharePoint instellen
•
Gescande gegevens naar een SharePoint-server uploaden
112
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-apparaat >
SharePoint > Een profiel voor Scannen naar SharePoint instellen
Een profiel voor Scannen naar SharePoint instellen
Installeer een Scannen naar SharePoint-profiel om de gescande gegevens rechtstreeks naar een SharePointlocatie te scannen en te uploaden.
Wij raden Microsoft Internet Explorer 11/Microsoft Edge voor Windows en Safari 10/11 voor Mac aan. Zorg ervoor dat JavaScript en cookies altijd zijn geactiveerd, ongeacht welke browser u gebruikt.
1. Start de webbrowser.
Voer "https://IP-adres van het apparaat" in de adresregel van uw browser in (waarbij "IP-adres van het apparaat" staat voor het IP-adres van het apparaat of de naam van de afdrukserver). Voorbeeld: https://
192.168.1.2
Als u voordien een wachtwoord hebt ingesteld, voert u dit in en klikt u vervolgens op .
2. Klik op het tabblad Scannen .
3. Klik op het Scannen naar FTP/netwerk/SharePoint -menu in de linkernavigatiebalk.
4. Selecteer de optie SharePoint en klik vervolgens op Indienen .
113
5. Klik op het Scannen naar FTP/netwerk/SharePoint-profiel -menu in de linkernavigatiebalk.
6. Selecteer het profiel dat u wilt instellen of wijzigen.
7. Voer in het veld Profielnaam een naam voor dit serverprofiel in (maximaal 15 alfanumerieke tekens). De
LCD van de machine geeft deze naam weer.
8. In het veld Internetadres SharePoint kopieert u het volledige adres van de bestemming dat wordt weergegeven in de adresbalk van uw browser (bijvoorbeeld: http://SharePointSiteAddress/Shared
%20Documents/Forms/AllItems.aspx) of het IP-adres (bijvoorbeeld: http://192.168.0.1/Shared
%20Documents/Forms/AllItems.aspx).
9. Klik op de vervolgkeuzelijst Bestandsnaam en selecteer vervolgens een voorvoegsel uit een van de vooraf ingestelde namen of uit door de gebruiker gedefinieerde namen. De bestandsnaam die voor het gescande document wordt gebruikt, is het voorvoegsel dat u hebt geselecteerd, plus de laatste zes cijfers van de teller van de flatbed-/ADF-scanner en de bestandsextensie (bijvoorbeeld: "Estimate_098765.pdf").
10. Klik op de vervolgkeuzelijst Kwaliteit en selecteer vervolgens een instelling voor de kwaliteit. Als u de optie
Selectie gebruiker kiest, vraagt de machine de gebruikers een instelling op te geven telkens als deze het scanprofiel gebruiken.
114
11. Klik op de vervolgkeuzelijst Bestandstype en selecteer vervolgens het bestandstype dat u voor het gescande document wilt gebruiken. Als u de optie Selectie gebruiker kiest, vraagt de machine de gebruikers een instelling op te geven telkens als deze het scanprofiel gebruiken.
12. Klik op de vervolgkeuzelijst Documentgrootte en selecteer vervolgens de documentgrootte uit de lijst. Dit is nodig om ervoor te zorgen dat het gescande bestand de juiste grootte heeft.
13. Klik op de vervolgkeuzelijst Bestandsgrootte en selecteer vervolgens de bestandsgrootte uit de lijst.
14. Klik op de vervolgkeuzelijst Achtergrondkleur verwijderen en selecteer het niveau in de lijst. U kunt deze functie gebruiken om de achtergrondkleur van documenten te verwijderen om de gescande gegevens leesbaarder te maken.
15. Om dit profiel met een pincode te beveiligen selecteert u in het veld Pincode gebruiken voor verificatie de optie Aan .
16. Als u Aan selecteerde voor het veld Pincode gebruiken voor verificatie , voert u een viercijferige pincode in het veld Pincode in.
17. Om uw verificatiemethode in te stellen, selecteert u Automatisch , NTLMv2 , Kerberos of Std in het menu
Verificatiemethode . Als u Automatisch koos, wordt de verificatiemethode automatisch gedetecteerd.
18. Voer in het veld Gebruikersnaam de gebruikersnaam (maximaal 96 tekens) in van degene die toestemming heeft om gegevens te schrijven naar de map die in het veld Internetadres SharePoint is opgegeven. Als de gebruikersnaam deel uitmaakt van een domein, voert u de gebruikersnaam in een van de volgende vormen in: gebruiker@domein domein\gebruiker
19. Voer in het veld Wachtwoord het wachtwoord in (maximaal 32 tekens) voor de gebruikersnaam die u in het veld Gebruikersnaam hebt ingevoerd. Voer het wachtwoord opnieuw in het veld Wachtwoord opnieuw invoeren in.
20. Om het adres van de Kerberos-server handmatig in te stellen, voert u in het veld Kerberos-serveradres het adres van de Kerberos-server in (bijvoorbeeld: kerberos.voorbeeld.com; tot 64 tekens).
21. Klik op Indienen .
Als u een van de tekens ?, /, \, ", :, <, >, | of * gebruikt, kan dit een verzendfout veroorzaken.
Verwante informatie
•
115
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-apparaat >
SharePoint > Gescande gegevens naar een SharePoint-server uploaden
Gescande gegevens naar een SharePoint-server uploaden
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Plaats uw document.
2. Druk op ( Scan ).
3. Druk op a of b om de optie [naar SharePoint] te selecteren en druk vervolgens op OK .
4. Druk op a of b om een van de vermelde profielen te selecteren en druk vervolgens op OK .
Als het profiel niet volledig is ingevuld (bijvoorbeeld wanneer de accountnaam en het wachtwoord om in te loggen ontbreken of wanneer de kwaliteit of het bestandstype niet is geselecteerd), wordt u gevraagd om de ontbrekende informatie in te voeren.
5. Druk op Mono Start of Kleur Start .
Het apparaat begint met scannen. Als u de glasplaat van het apparaat gebruikt, volgt u de instructies op het
LCD-scherm om de scantaak te vervolledigen.
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Scannen] > [naar SharePoint] .
3. De serverprofielen die u met Beheer via een webbrowser heeft ingesteld, worden weergegeven. Selecteer het gewenste profiel. Als het profiel niet volledig is ingevuld (bijvoorbeeld wanneer de accountnaam en het wachtwoord om in te loggen ontbreken of wanneer de kwaliteit of het bestandstype niet is geselecteerd), wordt u gevraagd om de ontbrekende informatie in te voeren.
4. Druk op [Start] .
Het apparaat begint met scannen. Als u de glasplaat van het apparaat gebruiken, volgt u de instructies op het aanraakscherm om de scantaak te vervolledigen.
Verwante informatie
•
116
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-apparaat > Web Services voor
scannen op uw netwerk (Windows 7, Windows 8 en Windows 10)
Web Services voor scannen op uw netwerk (Windows 7, Windows 8 en
Windows 10)
Met het Web Services-protocol kunnen gebruikers van Windows 7, Windows 8 en Windows 10 scannen met een machine van Brother op het netwerk. U moet de driver via Web Services installeren.
•
Met Web Services kunt u de drivers voor scannen installeren (Windows 7, Windows 8 en
•
Scannen met Web Services vanaf het apparaat van Brother (Windows 7, Windows 8 en
•
Scaninstellingen voor Web Services configureren
117
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-apparaat >
scannen installeren (Windows 7, Windows 8 en Windows 10)
Met Web Services kunt u de drivers voor scannen installeren (Windows
7, Windows 8 en Windows 10)
Gebruik Web Services om printers op het netwerk te monitoren.
• Controleer of de software en drivers van Brother zijn geïnstalleerd.
• Controleer of de hostcomputer en de Brother-machine zich op hetzelfde subnet bevinden en of de router foutloos is geconfigureerd zodat gegevensuitwisseling tussen twee apparaten mogelijk is.
• U moet het IP-adres op uw machine van Brother configureren voordat u deze instelling configureert.
1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Windows 7
Klik op (Starten) > Configuratiescherm > Netwerk en internet > Computers en apparaten in het netwerk weergeven .
De Web Services-naam van de machine wordt samen met het printerpictogram weergegeven.
Klik met de rechtermuisknop op de machine die u wilt installeren.
• Windows 8
Verplaats uw muis naar de rechterbenedenhoek van uw bureaublad. Als de menubalk verschijnt, klikt u op Instellingen > Pc-instellingen wijzigen > Apparaten > Een apparaat toevoegen .
De Webservicesnaam van de machine wordt weergegeven.
• Windows 8.1
Beweeg de muisaanwijzer naar de rechteronderhoek van het bureaublad. Wanneer de menubalk verschijnt, klikt u op Instellingen > Pc-instellingen wijzigen > PC en devices > Apparaten > Een apparaat toevoegen .
De Webservicesnaam van de machine wordt weergegeven.
• Windows 10
Klik op > Systeem > Configuratiescherm . Klik in de groep Hardware en geluiden op Een apparaat toevoegen .
• De Web Services-naam van de Brother-machine is de modelnaam en het MAC-adres (Ethernet-adres) van uw machine (bijv. Brother MFC ‑ XXXX (modelnaam) [XXXXXXXXXXXX] (MAC-adres/Ethernetadres)).
• (Windows 8/Windows 10)
Beweeg de muis over de naam van de machine om informatie over de machine weer te geven.
2. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Windows 7
Klik op Installeren in het menu dat wordt weergegeven.
• Windows 8/Windows 10
Selecteer de machine die u wilt installeren en volg de aanwijzingen op het scherm.
Om de installatie van de drivers ongedaan te maken, klikt u op Verwijderen of ( Apparaat verwijderen ).
Verwante informatie
•
Web Services voor scannen op uw netwerk (Windows 7, Windows 8 en Windows 10)
118
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-apparaat >
apparaat van Brother (Windows 7, Windows 8 en Windows 10)
Scannen met Web Services vanaf het apparaat van Brother (Windows 7,
Windows 8 en Windows 10)
Als u de driver voor scannen via Web Services hebt geïnstalleerd, hebt u toegang tot het scanmenu van Web
Services op de LCD van uw Brother-apparaat.
Bepaalde tekens in de berichten op de LCD kunnen vervangen zijn door spaties indien de taalinstellingen van uw besturingssysteem en uw Brother-apparaat verschillend zijn.
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Plaats uw document.
2. Druk op ( Scan ).
3. Druk op a of b om de optie [Webservice] te selecteren en druk vervolgens op OK .
4. Druk op a of b om het gewenste type scan te selecteren en druk vervolgens op OK .
5. Druk op a of b om de bestemmingscomputer te selecteren waarheen u de scan wilt zenden en druk vervolgens op OK .
6. Druk op Mono Start of Kleur Start .
Het apparaat begint met scannen.
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Scannen] > [WS Scan] .
3. Selecteer het type scan.
4. Selecteer de naam van de computer waarnaar u de gegevens wilt verzenden.
5. Druk op [Start] .
Het apparaat begint met scannen.
Als u wordt gevraagd om een scantoepassing te selecteren, selecteert u in de lijst Windows Fax and Scan of
Windows Photo Gallery.
Verwante informatie
•
Web Services voor scannen op uw netwerk (Windows 7, Windows 8 en Windows 10)
119
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-apparaat >
configureren
Scaninstellingen voor Web Services configureren
1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Windows 7
Klik op (Starten) > Apparaten en printers .
• Windows 8
Verplaats uw muis naar de rechterbenedenhoek van uw bureaublad. Wanneer de menubalk verschijnt, klikt u op het menu Instellingen en vervolgens op Configuratiescherm . Klik in de groep Hardware en geluiden op Apparaten en printers weergeven .
• Windows 10
Klik op > Systeem > Configuratiescherm . Klik in de groep Hardware en geluiden op Apparaten en printers weergeven .
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het apparaat en selecteer vervolgens Profielen voor scannen...
. Het dialoogvenster Profielen voor scannen verschijnt.
3. Selecteer het scanprofiel dat u wilt gebruiken.
4. Zorg ervoor dat de scanner die u in de lijst Scanner hebt geselecteerd een Brother-machine is die Web
Services voor scannen ondersteunt, en klik vervolgens op de knop Als standaard instellen .
5. Klik op Bewerken...
.
Het dialoogvenster Standaardprofiel bewerken verschijnt.
6. Selecteer de instellingen voor Bron , Papierformaat , Kleurenindeling , Bestandstype , Resolutie (dpi) ,
Helderheid en Contrast .
7. Klik op de knop Profiel opslaan .
Deze instellingen worden toegepast wanneer u scant met het Web Services-protocol.
Als u wordt gevraagd om een scantoepassing te selecteren, selecteert u in de lijst Windows Faxen en scannen.
Verwante informatie
•
Web Services voor scannen op uw netwerk (Windows 7, Windows 8 en Windows 10)
120
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-apparaat > Wijzig de Instellingen
van Scan-knop via ControlCenter4 (Windows)
Wijzig de Instellingen van Scan-knop via ControlCenter4 (Windows)
1. Klik op het pictogram ( ControlCenter4 ) in de taakbalk en klik vervolgens op Open .
2. Klik op het tabblad Apparaatinstellingen .
3. Klik op de knop Scaninstellingen apparaat .
Het dialoogvenster Scaninstellingen apparaat verschijnt.
4. Klik op het tabblad van de "Scannen naar"-actie die u wilt wijzigen ( Afbeelding , OCR , E-mail of Bestand ).
5. Wijzig de instellingen als nodig.
6. Klik op OK .
121
Elk tabblad stelt een van de scanbestemmingen voor, zoals in onderstaande tabel samengevat.
Wijzig uw scannen naar-instellingen door op het overeenstemmende tabblad te klikken en de gewenste instelling aan te passen.
Naam tabblad
Afbeelding
OCR
Bestand
Corresponderende functie
Scannen naar Afbeelding
Scannen naar OCR
Scannen naar e-mail
Scannen naar Bestand
Instellingen
Type Bestand
Doelprogramma
OCR-taal
Bestandsnaam
Doelmap of Scanlocatie
Venster Opslaan als weergeven
Map weergeven
Prioriteit van bestandsgrootte
Resolutie
Type Scan
Documentgrootte
Helderheid
Contrast
ID-kaartscan
Geavanceerde inst.
Standaard
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
-
-
Beschikbare functies
Afbeelding OCR
Ja Ja
Ja Ja
-
Ja
Ja
Ja
Ja
-
-
-
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
-
-
Ja
-
-
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Type Bestand
Selecteer het type bestand dat u wilt gebruiken voor de gescande gegevens.
Doelprogramma
Selecteer het doelprogramma in de vervolgkeuzelijst.
OCR-taal
Stel de OCR-taal in die overeenstemt met de taal van de tekst van het gescande document.
Bestandsnaam
Klik op Wijzigen om het voorvoegsel van de bestandsnaam te wijzigen.
Doelmap
Klik op het pictogram van de map en blader naar de map waarin u de gescande documenten wilt opslaan.
Scanlocatie
Selecteer het keuzerondje Map of SharePoint om op te geven waar u uw gescande documenten wilt opslaan.
Venster Opslaan als weergeven
Selecteer deze optie als u telkens wanneer u scant de bestemming voor de gescande afbeelding wilt opgeven.
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Bestand
Ja
-
-
Ja
122
Map weergeven
Selecteer deze optie om na het scannen automatisch de bestemmingsmap weer te geven.
Prioriteit van bestandsgrootte
Pas de compressieverhouding van de gescande afbeelding aan. Wijzig de bestandsgrootte door de Prioriteit van bestandsgrootte -schuifbalk naar rechts of links te verplaatsen.
Resolutie
Selecteer een scanresolutie in de vervolgkeuzelijst Resolutie . Hogere resoluties nemen meer geheugen in beslag en vergen meer overdrachtstijd, maar leveren een preciezer gescand beeld.
Type Scan
Kies een van de beschikbare instellingen voor scan-kleurdiepte.
• Automatisch
Gebruik voor elk documenttype. Deze modus kiest automatisch de geschikte kleurdiepte van het document.
• Zwart-wit
Gebruiken voor tekst of lijntekeningen.
• Grijs (Foutdiffusie)
Gebruiken voor fotografische beelden of grafische afbeeldingen. (Foutdiffusie is een methode om gesimuleerde grijze beelden te creëren zonder daarbij gebruik te maken van echte grijze punten.
Zwarte punten worden in een bepaald patroon geplaatst om een grijze schijn te geven.)
• Ware Grijstinten
Gebruiken voor fotografische beelden of grafische afbeeldingen. Deze modus is nauwkeuriger omdat hij tot 256 tinten grijs gebruikt.
• 24bit Kleur
Gebruiken om een afbeelding aan te maken met de nauwkeurigste kleurreproductie. Deze modus gebruikt maximaal 16,8 miljoen kleuren om de afbeelding te scannen, maar vergt het meeste geheugen en de langste overdrachtstijd.
Documentgrootte
Selecteer het exacte formaat van het document in de vervolgkeuzelijst Documentgrootte .
• Als u de optie 1 - 2 (A4) selecteert, wordt de gescande afbeelding verdeeld in twee documenten van A5formaat.
Helderheid
Stel het niveau van de Helderheid in door de schuifknop naar rechts of naar links te slepen om het beeld lichter of donkerder te maken. Als het gescande beeld te licht is, moet u voor de helderheid een lagere waarde opgeven en het document nogmaals scannen. Als het gescande beeld te donker is, geeft u een hogere waarde op voor helderheid en scant u het document nogmaals. U kunt ook een waarde in het veld invoeren om het niveau van het Helderheid in te stellen.
Contrast
Verhoog of verlaag het Contrast door de schuifbalk naar rechts of links te slepen. Het verhogen van het contrast benadrukt de donkere en lichte gedeelten van het beeld, terwijl het verlagen ervan meer details weergeeft in de grijze zones. U kunt ook een waarde in het veld invoeren om het niveau van het Contrast in te stellen.
ID-kaartscan
Vink dit selectievakje aan om beide zijden van een identiteitskaart op één pagina af te drukken.
Geavanceerde inst.
Configureer geavanceerde instellingen door op de knop Geavanceerde inst.
in het dialoogvenster
Scaninstellingen te klikken.
• Verwijder doorlopers/Patronen
Achtergrondkleur verwijderen
Verwijder de basiskleur van documenten om de gescande gegevens beter leesbaar te maken.
123
• Beeld draaien
Bewerk de gescande afbeelding.
• Blanco pagina overslaan
Verwijder de lege pagina's van het document uit de scanresultaten.
• Scanresultaten weergeven
Laat op het computerscherm zien hoeveel pagina's er in totaal zijn opgeslagen en hoeveel lege pagina's er zijn overgeslagen.
• Autom. rechtmaken
Hiermee stelt u het apparaat zo in dat scheve documenten automatisch worden gecorrigeerd.
Standaard
Selecteer deze optie om voor alle instellingen de fabrieksinstellingen te herstellen.
Verwante informatie
•
Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-apparaat
Gerelateerde onderwerpen:
•
Foto's en afbeeldingen scannen
•
Gescande gegevens als een PDF-bestand in een map opslaan
•
Scannen naar een bewerkbare tekst (OCR)
•
124
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-apparaat > Scanknopinstellingen
wijzigen met Brother iPrint&Scan (Mac)
Scanknopinstellingen wijzigen met Brother iPrint&Scan (Mac)
1. Klik in de menubalk Finder op Ga > Programma’s en dubbelklik vervolgens op het pictogram van iPrint&Scan.
Het scherm van Brother iPrint&Scan verschijnt.
2. Als u Brother-machine niet is geselecteerd, klikt u op de knop Selecteer uw apparaat en volgt u verder de aanwijzingen op het scherm om uw Brother-apparaat te selecteren.
3. Klik op de knop Instellingen apparaten scannen en volg daarna de aanwijzingen op het scherm om de scaninstellingen te wijzigen.
Verwante informatie
•
Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-apparaat
Gerelateerde onderwerpen:
•
Scannen met Brother iPrint&Scan (Mac)
•
Foto's en afbeeldingen scannen
•
Gescande gegevens als een PDF-bestand in een map opslaan
•
Scannen naar een bewerkbare tekst (OCR)
•
125
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-apparaat > Configureer het
certificaat voor Signed PDF
Configureer het certificaat voor Signed PDF
Als u Ondertek. PDF selecteert voor scanfuncties, moet u op uw apparaat een certificaat installeren met behulp van Beheer via een webbrowser.
Als u Signed PDF gebruikt, moet u een certificaat installeren op uw apparaat en uw computer.
1. Start de webbrowser.
Voer "https://IP-adres van het apparaat" in de adresregel van uw browser in (waarbij "IP-adres van het apparaat" staat voor het IP-adres van het apparaat of de naam van de afdrukserver). Voorbeeld: https://
192.168.1.2
Als u voordien een wachtwoord hebt ingesteld, voert u dit in en klikt u vervolgens op .
2. Klik op het tabblad Beheerder .
3. Klik op het Ondertek. PDF -menu in de linkernavigatiebalk.
Het configuratiedialoogvenster voor Signed PDF wordt weergegeven.
4. Klik op de vervolgkeuzelijst Selecteer het certificaat en selecteer vervolgens het certificaat.
5. Klik op Indienen .
Verwante informatie
•
Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-apparaat
126
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-apparaat > Scannen vanaf uw
computer uitschakelen
Scannen vanaf uw computer uitschakelen
U kunt de optie om te scannen vanaf uw computer uitschakelen. Schakel de scanfunctie uit met Beheer via een webbrowser.
1. Start de webbrowser.
Voer "https://IP-adres van het apparaat" in de adresregel van uw browser in (waarbij "IP-adres van het apparaat" staat voor het IP-adres van het apparaat of de naam van de afdrukserver). Voorbeeld: https://
192.168.1.2
Als u voordien een wachtwoord hebt ingesteld, voert u dit in en klikt u vervolgens op .
2. Klik op het tabblad Scannen .
3. Klik op het Scannen vanaf pc -menu in de linkernavigatiebalk.
4. Klik in het veld Pull-scan op Uitgeschakeld .
5. Klik op Indienen .
Verwante informatie
•
Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-apparaat
127
> Scan vanaf uw computer (Windows)
Scan vanaf uw computer (Windows)
Er zijn verschillende manieren waarop u uw computer kunt gebruiken om foto's en documenten op uw apparaat van Brother te scannen. Gebruik de softwaretoepassingen van Brother of uw favoriete scantoepassing.
•
Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows)
•
Scan met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows)
•
Scannen met Nuance ™ PaperPort ™ 14SE of een andere Windows-toepassing
•
Scannen met Windows Faxen en scannen
128
> Scan vanaf uw computer (Windows)
> Scan met de Startmodus van ControlCenter4
(Windows)
Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows)
Gebruik de Home-modus van ControlCenter4 om toegang te krijgen tot de belangrijkste functies van uw apparaat.
•
Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows)
•
Sla gescande gegevens als PDF-bestand op naar een map met de Startmodus van
•
Scan automatisch beide zijden van een document met de Startmodus van
•
Scaninstellingen voor de Home-modus van ControlCenter4 (Windows)
129
> Scan vanaf uw computer (Windows)
> Scan met de Startmodus van ControlCenter4
> Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows)
Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows)
Selecteer Startmodus als modusinstelling voor ControlCenter4.
1. Plaats uw document.
2. Klik op het pictogram ( ControlCenter4 ) in de taakbalk en klik vervolgens op Open .
3. Klik op het tabblad Scan .
4. Selecteer het Type document .
5. Wijzig de Scanformaat van het document, indien nodig.
6. Klik op ( Scan ).
Het apparaat start het scannen en de gescande afbeelding wordt in de viewer weergegeven.
7. Klik op de knop naar rechts of links om een afdrukvoorbeeld van elke gescande pagina te bekijken.
8. Snijd indien nodig het gescande beeld bij.
9. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Klik op ( Opslaan ) om gescande gegevens op te slaan.
• Klik op ( Afdrukken ) om gescande gegevens af te drukken.
• Klik op ( Openen met toepassing ) om gescande gegevens in een andere toepassing te openen.
• Klik op ( E-mail verzenden ) om gescande gegevens toe te voegen aan een e-mail.
• Klik op ( OCR ) om uw gescande document te converteren naar een bewerkbaar tekstbestand. (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
130
Verwante informatie
•
Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows)
•
Selecteer het documenttype met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows)
•
De scangrootte wijzigen met behulp van de home-modus van ControlCenter4 (Windows)
•
Snijd een gescand beeld bij met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows)
•
Druk gescande gegevens af met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows)
•
Scannen naar een toepassing met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows)
131
> Scan vanaf uw computer (Windows)
> Scan met de Startmodus van ControlCenter4
> Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows)
> Selecteer het documenttype met de
Startmodus van ControlCenter4 (Windows)
Selecteer het documenttype met de Startmodus van ControlCenter4
(Windows)
• Selecteer de optie Type document die overeenstemt met het type origineel dat u wilt scannen.
Optie
Foto
Beschrijving
600 x 600 dpi 24bit Kleur
Tekst en figuren 300 x 300 dpi 24bit Kleur
Tekst zwart-wit 200 x 200 dpi Zwart-wit
Aangepast 300 x 300 dpi (standaard 24bit Kleur knop Aangepaste instellingen .
) Selecteer de gewenste scaninstellingen met de
Verwante informatie
•
Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows)
•
Aangepaste scaninstellingen (Windows)
132
> Scan vanaf uw computer (Windows)
> Scan met de Startmodus van ControlCenter4
> Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows)
> Selecteer het documenttype met de
Startmodus van ControlCenter4 (Windows)
> Aangepaste scaninstellingen (Windows)
Aangepaste scaninstellingen (Windows)
Selecteer Aangepast in de lijst Type document om geavanceerde scaninstellingen te wijzigen.
• Selecteer Aangepast en klik daarna op de knop Aangepaste instellingen .
Het dialoogvenster Aangepaste scaninstellingen verschijnt.
U kunt de volgende instellingen wijzigen:
Resolutie
Selecteer een scanresolutie in de vervolgkeuzelijst Resolutie . Hogere resoluties nemen meer geheugen in beslag en vergen meer overdrachtstijd, maar leveren een preciezer gescand beeld.
Type Scan
Kies een van de beschikbare instellingen voor scan-kleurdiepte.
Automatisch
Gebruik voor elk documenttype. Deze modus kiest automatisch de geschikte kleurdiepte van het document.
Zwart-wit
Gebruiken voor tekst of lijntekeningen.
Grijs (Foutdiffusie)
Gebruiken voor fotografische beelden of grafische afbeeldingen. (Foutdiffusie is een methode om gesimuleerde grijze beelden te creëren zonder daarbij gebruik te maken van echte grijze punten.
Zwarte punten worden in een bepaald patroon geplaatst om een grijze schijn te geven.)
Ware Grijstinten
Gebruiken voor fotografische beelden of grafische afbeeldingen. Deze modus is nauwkeuriger omdat hij tot 256 tinten grijs gebruikt.
24bit Kleur
Gebruiken om een afbeelding aan te maken met de nauwkeurigste kleurreproductie. Deze modus gebruikt maximaal 16,8 miljoen kleuren om de afbeelding te scannen, maar vergt het meeste geheugen en de langste overdrachtstijd.
133
Helderheid
Stel het niveau van de Helderheid in door de schuifknop naar rechts of naar links te slepen om het beeld lichter of donkerder te maken. Als het gescande beeld te licht is, moet u voor de helderheid een lagere waarde opgeven en het document nogmaals scannen. Als het gescande beeld te donker is, geeft u een hogere waarde op voor helderheid en scant u het document nogmaals. U kunt ook een waarde in het veld invoeren om het niveau van het Helderheid in te stellen.
Contrast
Verhoog of verlaag het Contrast door de schuifbalk naar rechts of links te slepen. Het verhogen van het contrast benadrukt de donkere en lichte gedeelten van het beeld, terwijl het verlagen ervan meer details weergeeft in de grijze zones. U kunt ook een waarde in het veld invoeren om het niveau van het Contrast in te stellen.
Continu scannen
Selecteer deze optie om meerdere pagina's te scannen. Na het scannen van een pagina kunt u doorgaan of stoppen met scannen.
Tweezijdig scannen (MFC-L3770CDW)
Schakel dit selectievakje in om beide zijden van het document te scannen. Wanneer u de functie
Automatisch dubbelzijdig scannen gebruikt, moet u, afhankelijk van de lay-out van het originele document, de optie Inbinden aan de lange kant of Inbinden aan de korte kant selecteren om ervoor te zorgen dat het aangemaakte gegevensbestand correct weergegeven wordt.
ID-kaartscan
Vink dit selectievakje aan om beide zijden van een identiteitskaart op één pagina af te drukken.
Geavanceerde inst.
Configureer geavanceerde instellingen door op de knop Geavanceerde inst.
in het dialoogvenster
Scaninstellingen te klikken.
Verwijder doorlopers/Patronen
• Achtergrondkleur verwijderen
Verwijder de basiskleur van documenten om de gescande gegevens beter leesbaar te maken.
Beeld draaien
Bewerk de gescande afbeelding.
Blanco pagina overslaan
Verwijder de lege pagina's van het document uit de scanresultaten.
Scanresultaten weergeven
Laat op het computerscherm zien hoeveel pagina's er in totaal zijn opgeslagen en hoeveel lege pagina's er zijn overgeslagen.
Autom. rechtmaken
Hiermee stelt u het apparaat zo in dat scheve documenten automatisch worden gecorrigeerd.
Verwante informatie
•
Selecteer het documenttype met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows)
134
> Scan vanaf uw computer (Windows)
> Scan met de Startmodus van ControlCenter4
> Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows)
> De scangrootte wijzigen met behulp van de home-modus van ControlCenter4 (Windows)
De scangrootte wijzigen met behulp van de home-modus van
ControlCenter4 (Windows)
Voor een hogere scansnelheid selecteert u het exacte formaat van het document in het vervolgkeuzemenu
Scanformaat .
Verwante informatie
•
Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows)
135
> Scan vanaf uw computer (Windows)
> Scan met de Startmodus van ControlCenter4
> Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows)
> Snijd een gescand beeld bij met de
Startmodus van ControlCenter4 (Windows)
Snijd een gescand beeld bij met de Startmodus van ControlCenter4
(Windows)
Met de bijsnijdfunctie op de beeldbewerkingsbalk kunt u ongewenste delen uit uw gescande afbeelding snijden.
Gebruik de Inzoomen - en Uitzoomen -functies om het bijsnijden beter te zien.
Beeldbewerkingsbalk
1. Opnieuw starten
Hiermee annuleert u alle wijzigingen die u op de geselecteerde afbeelding hebt toegepast. De bewerkte afbeelding wordt naar zijn oorspronkelijke staat hersteld.
2. Passend
Hiermee geeft u de gescande afbeelding schermvullend weer.
3. Inzoomen
Hiermee zoomt u op de gescande afbeelding in.
4. Uitzoomen
Hiermee zoomt u op de gescande afbeelding uit.
5. Bijsnijden en bewerken
Verwijdert de buitenste delen van de afbeelding. Klik op de knop Bijsnijden en bewerken en wijzig vervolgens het frame om het gebied te bevatten die u na het bijsnijden wilt behouden.
6. Paginateller
Geeft het paginanummer weer van de gescande pagina die in de image viewer wordt weergegeven. Om een andere pagina weer te geven, selecteert u het gewenste paginanummer in de vervolgkeuzelijst.
Als u meerdere pagina's hebt gescand, kunt u de volgende of vorige gescande pagina bekijken door op de linker- of rechterpijlknoppen in het voorbeeldvenster te klikken.
1. Scan een document.
2. Klik op ( Bijsnijden en bewerken ) om de gescande afbeelding te bewerken.
Het venster Bijsnijden en bewerken - ControlCenter4 verschijnt.
136
a. Breidt de gescande afbeelding uit zodat de volledige afbeelding in het venster past.
b. Hiermee zoomt u op de afbeelding in.
c. Hiermee zoomt u op de afbeelding uit.
d. Hiermee draait u de afbeelding 90 graden linksom.
e. Hiermee draait u de afbeelding 90 graden rechtsom.
f. Klik en sleep het kader om het gebied dat u wilt bijsnijden te vergroten of verkleinen.
3. Klik op OK .
De bewerkte afbeelding wordt in de Image viewer weergegeven.
Verwante informatie
•
Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows)
137
> Scan vanaf uw computer (Windows)
> Scan met de Startmodus van ControlCenter4
> Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows)
> Druk gescande gegevens af met de
Startmodus van ControlCenter4 (Windows)
Druk gescande gegevens af met de Startmodus van ControlCenter4
(Windows)
Een document op uw apparaat van Brother scannen en vervolgens exemplaren afdrukken met de functies van de printerdriver die beschikbaar zijn in ControlCenter4.
1. Scan een document.
2. Klik op Afdrukken .
a b c a. Toont welke beelden momenteel zijn geselecteerd.
b. Klik op de knop Eigenschappen om specifieke printerinstellingen te wijzigen.
c. Selecteer de opties Papierformaat , Mediatype en Lay-out . De huidige instellingen worden door een blauw vierkant omringd.
3. Configureer de afdrukinstellingen en klik vervolgens op de knop Afdrukken starten .
Verwante informatie
•
Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows)
138
> Scan vanaf uw computer (Windows)
> Scan met de Startmodus van ControlCenter4
> Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows)
> Scannen naar een toepassing met de
Startmodus van ControlCenter4 (Windows)
Scannen naar een toepassing met de Startmodus van ControlCenter4
(Windows)
Met de knop Openen met toepassing kunt u een afbeelding direct in uw grafische toepassing scannen om deze te bewerken.
Selecteer Startmodus als modusinstelling voor ControlCenter4.
1. Plaats uw document.
2. Klik op het pictogram ( ControlCenter4 ) in de taakbalk en klik vervolgens op Open .
3. Klik op het tabblad Scan .
4. Selecteer het Type document .
5. Wijzig indien nodig de grootte van het document.
6. Klik op ( Scan ).
Het apparaat start het scannen en de gescande afbeelding wordt in de viewer weergegeven.
7. Klik op de knop naar rechts of links om een afdrukvoorbeeld van elke gescande pagina te bekijken.
8. Snijd indien nodig het gescande beeld bij.
9. Klik op de knop Openen met toepassing .
10. Selecteer de toepassing in de vervolgkeuzelijst en klik vervolgens op OK .
Het beeld wordt geopend in de door u geselecteerde toepassing.
Verwante informatie
•
Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows)
139
> Scan vanaf uw computer (Windows)
> Scan met de Startmodus van ControlCenter4
> Sla gescande gegevens als PDF-bestand op naar een map met de Startmodus van
ControlCenter4 (Windows)
Sla gescande gegevens als PDF-bestand op naar een map met de
Startmodus van ControlCenter4 (Windows)
Selecteer Startmodus als modusinstelling voor ControlCenter4.
1. Plaats uw document.
2. Klik op het pictogram ( ControlCenter4 ) in de taakbalk en klik vervolgens op Open .
3. Klik op het tabblad Scan .
4. Selecteer het Type document .
5. Wijzig indien nodig de grootte van het document.
6. Klik op ( Scan ).
Het apparaat start het scannen en de gescande afbeelding wordt in de viewer weergegeven.
7. Klik op de knop naar rechts of links om een afdrukvoorbeeld van elke gescande pagina te bekijken.
8. Klik op Opslaan .
Het dialoogvenster Opslaan verschijnt.
9. Klik op de vervolgkeuzelijst Type Bestand en selecteer vervolgens een PDF-bestand.
140
Om het document als een met een wachtwoord beveiligd PDF-bestand op te slaan, selecteert u Veilige
PDF Enkele pagina (*.pdf) of Veilige PDF Meerdere pagina's (*.pdf) uit de vervolgkeuzelijst Type
Bestand , klikt u op en voert u het wachtwoord in.
10. Om de bestandsnaam te wijzigen, klikt u op de Wijzigen -knop indien nodig.
11. Klik op het pictogram van de map en blader naar de map waarin u de gescande documenten wilt opslaan.
12. Klik op OK .
Het gescande document wordt als een pdf-bestand in de bestemmingsmap opgeslagen.
Verwante informatie
•
Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows)
141
> Scan vanaf uw computer (Windows)
> Scan met de Startmodus van ControlCenter4
> Scan automatisch beide zijden van een document met de Startmodus van ControlCenter4
(Windows)
Scan automatisch beide zijden van een document met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows)
Gerelateerde modellen : MFC-L3770CDW
Selecteer Startmodus als modusinstelling voor ControlCenter4.
1. Plaats documenten in de ADF (automatische documentinvoer).
Om beide zijden van een document automatisch te scannen, gebruikt u de ADF (automatische documentinvoer) en niet de glasplaat.
2. Klik op het pictogram ( ControlCenter4 ) in de taakbalk en klik vervolgens op Open .
3. Klik op het tabblad Scan .
4. Onder Type document selecteert u Aangepast en klikt u vervolgens op de knop Aangepaste instellingen .
Het dialoogvenster Aangepaste scaninstellingen verschijnt.
5. Vink het selectievakje Tweezijdig scannen aan.
6. Selecteer de optie Inbinden aan de lange kant of Inbinden aan de korte kant , afhankelijk van de originele lay-out.
7. Configureer andere Aangepaste scaninstellingen , indien nodig.
8. Klik op OK .
9. Klik op ( Scan ).
Het apparaat start het scannen en de gescande afbeelding wordt in de viewer weergegeven.
10. Klik op de knop naar rechts of links om een afdrukvoorbeeld van elke gescande pagina te bekijken.
142
11. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Klik op ( Opslaan ) om gescande gegevens op te slaan.
• Klik op ( Afdrukken ) om gescande gegevens af te drukken.
• Klik op ( Openen met toepassing ) om gescande gegevens in een andere toepassing te openen.
• Klik op ( E-mail verzenden ) om gescande gegevens toe te voegen aan een e-mail.
• Klik op ( OCR ) om uw gescande document te converteren naar een bewerkbaar tekstbestand. (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Verwante informatie
•
Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows)
143
> Scan vanaf uw computer (Windows)
> Scan met de Startmodus van ControlCenter4
> Scaninstellingen voor de Home-modus van ControlCenter4 (Windows)
Scaninstellingen voor de Home-modus van ControlCenter4 (Windows)
Instellingen
Type Bestand
Doelprogramma
OCR-taal
Bestandsnaam
Scanlocatie
Map weergeven
Prioriteit van bestandsgrootte -
-
-
-
Beschikbare functies
Openen met toepassing OCR E-mail verzenden Opslaan
-
Ja
-
Ja
Ja
Ja
Ja
-
-
Ja
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Type Bestand
Selecteer het type bestand dat u wilt gebruiken voor de gescande gegevens.
Voor E-mail verzenden en Opslaan
• Windows Bitmap (*.bmp)
• JPEG (*.jpg) (aanbevolen voor de meeste gebruikers bij het scannen van foto's)
• TIFF Enkele pagina (*.tif)
• TIFF Meerdere pagina's (*.tif)
• Portable Network Graphics (*.png)
• PDF Enkele pagina (*.pdf) (aanbevolen voor het scannen en delen van documenten)
• PDF Meerdere pagina's (*.pdf) (aanbevolen voor het scannen en delen van documenten)
• PDF/A Enkele pagina (*.pdf) (aanbevolen voor het scannen en delen van documenten)
• PDF/A Meerdere pagina's (*.pdf) (aanbevolen voor het scannen en delen van documenten)
• Hoge compressie PDF Enkele pagina (*.pdf)
• Hoge compressie PDF Meerdere pagina's (*.pdf)
• Veilige PDF Enkele pagina (*.pdf)
• Veilige PDF Meerdere pagina's (*.pdf)
• Doorzoekbare PDF Enkele pagina (*.pdf)
• Doorzoekbare PDF Meerdere pagina's (*.pdf)
• XML Paper Specification (*.xps) (de XML Paper Specification is beschikbaar voor Windows 7, Windows
8 en Windows 10, en wanneer u toepassingen gebruikt die XML Paper Specification-bestanden ondersteunen)
• Microsoft Office Word (*.docx) (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
• Microsoft Office PowerPoint (*.pptx) (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
• Microsoft Office Excel (*.xlsx) (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Voor OCR
• HTML 3.2 (*.htm)
• HTML 4.0 (*.htm)
• Microsoft Excel 2003, XP (*.xls)
• RTF Word 2000 (*.rtf)
• WordPad (*.rtf)
• WordPerfect 9, 10 (*.wpd)
• Text (*.txt)
• Doorzoekbare PDF Enkele pagina (*.pdf)
144
• Doorzoekbare PDF Meerdere pagina's (*.pdf)
Doelprogramma
Selecteer het doelprogramma in de vervolgkeuzelijst.
OCR-taal
Stem de taal van de tekenherkenningssoftware (OCR) af op de taal van de tekst van het gescande document.
Bestandsnaam
Klik op Wijzigen om het voorvoegsel van de bestandsnaam te wijzigen.
Scanlocatie
Selecteer het keuzerondje Map of SharePoint om op te geven waar u uw gescande documenten wilt opslaan.
Map weergeven
Selecteer deze optie om na het scannen automatisch de bestemmingsmap weer te geven.
Prioriteit van bestandsgrootte
Pas de compressieverhouding van de gescande afbeelding aan. Wijzig de bestandsgrootte door de Prioriteit van bestandsgrootte -schuifbalk naar rechts of links te verplaatsen.
Aangepaste instellingen
Selecteer de optie Aangepast , klik op de knop Aangepaste instellingen en wijzig vervolgens de instellingen.
Scanformaat
Selecteer de precieze grootte van uw document in de keuzelijst Scanformaat .
Verwante informatie
•
Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows)
145
> Scan vanaf uw computer (Windows)
> Scan met de Geavanceerde modus van
ControlCenter4 (Windows)
Scan met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows)
De geavanceerde modus van ControlCenter4 biedt u meer controle over de details van de machinefuncties en maakt het u mogelijk om ééndruk-scanacties aan te passen.
•
Scan foto's en grafische afbeeldingen met de Geavanceerde modus van ControlCenter4
•
•
Scan automatisch beide zijden van een document met de Geavanceerde modus van
•
Beide zijden van een ID-kaart scannen met de Geavanceerde modus van
•
Scannen naar een e-mailbijlage met de Geavanceerde modus van ControlCenter4
•
Scan naar een bewerkbaar tekstbestand (OCR) met de Geavanceerde modus van
•
Scaninstellingen voor de geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows)
146
> Scan vanaf uw computer (Windows)
> Scan met de Geavanceerde modus van
> Scan foto's en grafische afbeeldingen met de Geavanceerde modus van
ControlCenter4 (Windows)
Scan foto's en grafische afbeeldingen met de Geavanceerde modus van
ControlCenter4 (Windows)
Gescande foto's of afbeeldingen rechtstreeks naar uw computer verzenden.
Selecteer Geavanceerde modus als modusinstelling voor ControlCenter4.
1. Plaats uw document.
2. Klik op het pictogram ( ControlCenter4 ) in de taakbalk en klik vervolgens op Open .
3. Klik op het tabblad Scan .
4. Klik op de knop Afbeelding .
Het dialoogvenster voor scaninstellingen verschijnt.
147
5. Wijzig indien nodig de scaninstellingen zoals het bestandsformaat, de bestandsnaam, de bestemmingsmap, de resolutie en de kleur.
• Om de bestandsnaam te wijzigen, klikt u op Wijzigen .
• Om Doelmap te wijzigen, klikt u op het pictogram van de map.
• Vink het selectievakje Voorbeeldscan aan om het gescande beeld te bekijken en te configureren.
6. Klik op Scan .
Het apparaat begint met scannen. Het beeld wordt geopend in de door u geselecteerde toepassing.
Verwante informatie
•
Scan met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows)
148
> Scan vanaf uw computer (Windows)
> Scan met de Geavanceerde modus van
> Gescande gegevens opslaan in een map als een PDF-bestand met de
Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows)
Gescande gegevens opslaan in een map als een PDF-bestand met de
Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows)
Documenten scannen en deze in een map op uw computer als PDF-bestanden opslaan.
Selecteer Geavanceerde modus als modusinstelling voor ControlCenter4.
1. Plaats uw document.
2. Klik op het pictogram ( ControlCenter4 ) in de taakbalk en klik vervolgens op Open .
3. Klik op het tabblad Scan .
149
4. Klik op de knop Bestand .
Het dialoogvenster met scaninstellingen verschijnt.
5. Klik op de vervolgkeuzelijst Type Bestand en selecteer vervolgens een PDF-bestand.
Om het document als een met een wachtwoord beveiligd PDF-bestand op te slaan, selecteert u Veilige
PDF Enkele pagina (*.pdf) of Veilige PDF Meerdere pagina's (*.pdf) uit de vervolgkeuzelijst Type
Bestand , klikt u op en voert u het wachtwoord in.
6. Klik op het pictogram van de map en blader naar de map waarin u de gescande documenten wilt opslaan.
7. Wijzig indien nodig de scaninstellingen zoals het bestandsformaat, de bestandsnaam, de resolutie en de kleur.
Om een voorbeeld van de gescande afbeelding te zien en deze te configureren, vinkt u het selectievakje
Voorbeeldscan aan.
8. Klik op Scan .
Het apparaat begint met scannen. Het bestand wordt opgeslagen in de door u geselecteerde map.
Verwante informatie
•
Scan met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows)
150
> Scan vanaf uw computer (Windows)
> Scan met de Geavanceerde modus van
> Scan automatisch beide zijden van een document met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows)
Scan automatisch beide zijden van een document met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows)
Gerelateerde modellen : MFC-L3770CDW
Selecteer Geavanceerde modus als modusinstelling voor ControlCenter4.
1. Plaats documenten in de ADF (automatische documentinvoer).
Om beide zijden van een document automatisch te scannen, gebruikt u de ADF (automatische documentinvoer) en niet de glasplaat.
2. Klik op het pictogram ( ControlCenter4 ) in de taakbalk en klik vervolgens op Open .
3. Klik op het tabblad Scan .
4. Klik op de knop voor de instelling die u wilt wijzigen ( Afbeelding , OCR , E-mail of Bestand ).
Het dialoogvenster met scaninstellingen verschijnt.
5. Schakel het selectievakje Tweezijdig scannen in.
6. Selecteer de optie Inbinden aan de lange kant of Inbinden aan de korte kant , afhankelijk van de originele lay-out.
7. Wijzig indien nodig de scaninstellingen zoals het bestandsformaat, de bestandsnaam, de bestemmingsmap, de resolutie en de kleur.
• Om de bestandsnaam te wijzigen, klikt u op Wijzigen .
• Om Doelmap te wijzigen, klikt u op het pictogram van de map.
8. Klik op Scan .
Het apparaat begint met scannen.
U hebt nu de standaardinstellingen gewijzigd voor uw geselecteerde Scannen naar-actie. Deze instellingen worden actief de volgende keer dat een van de scanopties ( Afbeelding , OCR , E-mail of Bestand ) voor deze actie wordt geselecteerd.
151
Verwante informatie
•
Scan met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows)
152
> Scan vanaf uw computer (Windows)
> Scan met de Geavanceerde modus van
> Beide zijden van een ID-kaart scannen met de Geavanceerde modus van
ControlCenter4 (Windows)
Beide zijden van een ID-kaart scannen met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows)
Selecteer Geavanceerde modus als modusinstelling voor ControlCenter4.
1. Plaats een identiteitskaart op de glasplaat.
2. Klik op het pictogram ( ControlCenter4 ) in de taakbalk en klik vervolgens op Open .
3. Klik op het tabblad Scan .
153
4. Klik op de knop Bestand .
Het dialoogvenster met scaninstellingen verschijnt.
5. Schakel het selectievakje ID-kaartscan in.
Het instructiedialoogvenster verschijnt.
6. Lees de instructies op het scherm en druk vervolgens op OK .
7. Wijzig indien nodig de scaninstellingen zoals het bestandsformaat, de bestandsnaam, de scanlocatie, de resolutie en de kleur.
8. Klik op Scan .
Het apparaat scant één zijde van de identiteitskaart.
9. Als het apparaat klaar is met het scannen van de eerste zijde, draait u de identiteitskaart om en klikt u vervolgens op Doorgaan om de andere zijde te scannen.
10. Klik op Voltooien .
Verwante informatie
•
Scan met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows)
154
> Scan vanaf uw computer (Windows)
> Scan met de Geavanceerde modus van
> Scannen naar een e-mailbijlage met de Geavanceerde modus van
ControlCenter4 (Windows)
Scannen naar een e-mailbijlage met de Geavanceerde modus van
ControlCenter4 (Windows)
Een gescand document als e-mailbijlage verzenden.
• Selecteer Geavanceerde modus als modusinstelling voor ControlCenter4.
• De functie Scannen naar e-mail ondersteunt geen webmaildiensten. Gebruik de functie Scannen naar afbeelding of Scannen naar bestand om een document of afbeelding te scannen en vervolgens als emailbijlage te versturen.
Het apparaat scant naar uw standaard e-mailprogramma.
1. Plaats uw document.
2. Klik op het pictogram ( ControlCenter4 ) in de taakbalk en klik vervolgens op Open .
3. Klik op het tabblad Scan .
4. Klik op de knop E-mail .
Het dialoogvenster voor scaninstellingen verschijnt.
155
5. Wijzig indien nodig de scaninstellingen zoals het bestandsformaat, de bestandsnaam, de bestemmingsmap, de resolutie en de kleur.
• Om de bestandsnaam te wijzigen, klikt u op Wijzigen .
• Om Doelmap te wijzigen, klikt u op het pictogram van de map.
• Vink het selectievakje Voorbeeldscan aan om het gescande beeld te bekijken en te configureren.
6. Klik op Scan .
Het apparaat begint met scannen. Uw standaard e-mailprogramma opent en de gescande afbeelding wordt als bijlage aan een nieuwe, lege e-mail toegevoegd.
Verwante informatie
•
Scan met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows)
156
> Scan vanaf uw computer (Windows)
> Scan met de Geavanceerde modus van
> Scan naar een bewerkbaar tekstbestand (OCR) met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows)
Scan naar een bewerkbaar tekstbestand (OCR) met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows)
Met behulp van OCR-technologie (optical character recognition) kan het apparaat de tekens in een gescand document naar tekst converteren. Vervolgens kunt u deze tekst met een tekstverwerkingsprogramma naar keuze bewerken.
• Selecteer Geavanceerde modus als modusinstelling voor ControlCenter4.
1. Plaats uw document.
2. Klik op het pictogram ( ControlCenter4 ) in de taakbalk en klik vervolgens op Open .
3. Klik op het tabblad Scan .
4. Klik op de knop OCR .
Het dialoogvenster voor scaninstellingen verschijnt.
157
5. Wijzig indien nodig de scaninstellingen zoals het bestandsformaat, de bestandsnaam, de bestemmingsmap, de resolutie en de kleur.
• Om de bestandsnaam te wijzigen, klikt u op Wijzigen .
• Om Doelmap te wijzigen, klikt u op het pictogram van de map.
• Vink het selectievakje Voorbeeldscan aan om het gescande beeld te bekijken en te configureren.
6. Klik op Scan .
Het apparaat scant het document, converteert het naar een bewerkbare tekst en stuurt het vervolgens naar uw standaard tekstverwerkingsprogramma.
Verwante informatie
•
Scan met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows)
158
> Scan vanaf uw computer (Windows)
> Scan met de Geavanceerde modus van
> Scaninstellingen voor de geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows)
Scaninstellingen voor de geavanceerde modus van ControlCenter4
(Windows)
Instellingen
Type Bestand
Doelprogramma
OCR-taal
Bestandsnaam
Scanlocatie of Doelmap
Map weergeven
Venster Opslaan als weergeven
Prioriteit van bestandsgrootte
Voorbeeldscan
Resolutie
Type Scan
Documentgrootte
Helderheid
Contrast
Continu scannen
Tweezijdig scannen
ID-kaartscan
Geavanceerde inst.
Standaard
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
-
Ja
Ja
Ja
Ja
-
Ja
Ja
Beschikbare functies
Afbeelding OCR
Ja
Ja
-
Ja
Ja
Ja
-
-
Ja
Ja
Ja
-
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Type Bestand
Selecteer het type bestand dat u wilt gebruiken voor de gescande gegevens.
Voor afbeelding, e-mail en bestand
• Windows Bitmap (*.bmp)
• JPEG (*.jpg) (aanbevolen voor de meeste gebruikers bij het scannen van foto's)
• TIFF Enkele pagina (*.tif)
• TIFF Meerdere pagina's (*.tif)
• Portable Network Graphics (*.png)
• PDF Enkele pagina (*.pdf) (aanbevolen voor het scannen en delen van documenten)
• PDF Meerdere pagina's (*.pdf) (aanbevolen voor het scannen en delen van documenten)
• PDF/A Enkele pagina (*.pdf) (aanbevolen voor het scannen en delen van documenten)
• PDF/A Meerdere pagina's (*.pdf) (aanbevolen voor het scannen en delen van documenten)
• Hoge compressie PDF Enkele pagina (*.pdf)
• Hoge compressie PDF Meerdere pagina's (*.pdf)
• Veilige PDF Enkele pagina (*.pdf)
• Veilige PDF Meerdere pagina's (*.pdf)
• Doorzoekbare PDF Enkele pagina (*.pdf)
• Doorzoekbare PDF Meerdere pagina's (*.pdf)
-
Ja
Ja
Ja
Ja
-
Ja
Ja
Ja
-
-
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Bestand
Ja
-
-
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
159
• XML Paper Specification (*.xps) (de XML Paper Specification is beschikbaar voor Windows 7, Windows
8 en Windows 10, en wanneer u toepassingen gebruikt die XML Paper Specification-bestanden ondersteunen)
Voor e-mail en bestand
• Microsoft Office Word (*.docx) (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
• Microsoft Office PowerPoint (*.pptx) (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
• Microsoft Office Excel (*.xlsx) (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Voor OCR
• HTML 3.2 (*.htm)
• HTML 4.0 (*.htm)
• Microsoft Excel 2003, XP (*.xls)
• RTF Word 2000 (*.rtf)
• WordPad (*.rtf)
• WordPerfect 9, 10 (*.wpd)
• Text (*.txt)
• Doorzoekbare PDF Enkele pagina (*.pdf)
• Doorzoekbare PDF Meerdere pagina's (*.pdf)
Doelprogramma
Selecteer het doelprogramma in de vervolgkeuzelijst.
OCR-taal
Stel de OCR-taal in die overeenstemt met de taal van de tekst van het gescande document.
Bestandsnaam
Klik op Wijzigen om het voorvoegsel van de bestandsnaam te wijzigen.
Scanlocatie
Selecteer het keuzerondje Map of SharePoint om op te geven waar u uw gescande documenten wilt opslaan.
Doelmap
Klik op het pictogram van de map en blader naar de map waarin u de gescande documenten wilt opslaan.
Map weergeven
Selecteer deze optie om na het scannen automatisch de bestemmingsmap weer te geven.
Venster Opslaan als weergeven
Selecteer deze optie als u telkens wanneer u scant de bestemming voor de gescande afbeelding wilt opgeven.
Prioriteit van bestandsgrootte
Pas de compressieverhouding van de gescande afbeelding aan. Wijzig de bestandsgrootte door de Prioriteit van bestandsgrootte -schuifbalk naar rechts of links te verplaatsen.
Voorbeeldscan
Selecteer Voorbeeldscan om een voorbeeld van uw afbeelding te zien en ongewenste gedeelten bij te snijden alvorens te scannen.
Resolutie
Selecteer een scanresolutie in de vervolgkeuzelijst Resolutie . Hogere resoluties nemen meer geheugen in beslag en vergen meer overdrachtstijd, maar leveren een preciezer gescand beeld.
Type Scan
Kies een van de beschikbare instellingen voor scan-kleurdiepte.
160
• Automatisch
Gebruik voor elk documenttype. Deze modus kiest automatisch de geschikte kleurdiepte van het document.
• Zwart-wit
Gebruiken voor tekst of lijntekeningen.
• Grijs (Foutdiffusie)
Gebruiken voor fotografische beelden of grafische afbeeldingen. (Foutdiffusie is een methode om gesimuleerde grijze beelden te creëren zonder daarbij gebruik te maken van echte grijze punten.
Zwarte punten worden in een bepaald patroon geplaatst om een grijze schijn te geven.)
• Ware Grijstinten
Gebruiken voor fotografische beelden of grafische afbeeldingen. Deze modus is nauwkeuriger omdat hij tot 256 tinten grijs gebruikt.
• 24bit Kleur
Gebruiken om een afbeelding aan te maken met de nauwkeurigste kleurreproductie. Deze modus gebruikt maximaal 16,8 miljoen kleuren om de afbeelding te scannen, maar vergt het meeste geheugen en de langste overdrachtstijd.
Documentgrootte
Selecteer het exacte formaat van het document in de vervolgkeuzelijst Documentgrootte .
• Als u de optie 1 - 2 (A4) selecteert, wordt de gescande afbeelding verdeeld in twee documenten van A5formaat.
Helderheid
Stel het niveau van de Helderheid in door de schuifknop naar rechts of naar links te slepen om het beeld lichter of donkerder te maken. Als het gescande beeld te licht is, moet u voor de helderheid een lagere waarde opgeven en het document nogmaals scannen. Als het gescande beeld te donker is, geeft u een hogere waarde op voor helderheid en scant u het document nogmaals. U kunt ook een waarde in het veld invoeren om het niveau van het Helderheid in te stellen.
Contrast
Verhoog of verlaag het Contrast door de schuifbalk naar rechts of links te slepen. Het verhogen van het contrast benadrukt de donkere en lichte gedeelten van het beeld, terwijl het verlagen ervan meer details weergeeft in de grijze zones. U kunt ook een waarde in het veld invoeren om het niveau van het Contrast in te stellen.
Continu scannen
Selecteer deze optie om meerdere pagina's te scannen. Na het scannen van een pagina kunt u doorgaan of stoppen met scannen.
Tweezijdig scannen (MFC-L3770CDW)
Schakel dit selectievakje in om beide zijden van het document te scannen. Wanneer u de functie Automatisch dubbelzijdig scannen gebruikt, moet u, afhankelijk van de lay-out van het originele document, de optie
Inbinden aan de lange kant of Inbinden aan de korte kant selecteren om ervoor te zorgen dat het aangemaakte gegevensbestand correct weergegeven wordt.
ID-kaartscan
Vink dit selectievakje aan om beide zijden van een identiteitskaart op één pagina af te drukken.
Geavanceerde inst.
Configureer geavanceerde instellingen door op de knop Geavanceerde inst.
in het dialoogvenster
Scaninstellingen te klikken.
• Verwijder doorlopers/Patronen
Achtergrondkleur verwijderen
Verwijder de basiskleur van documenten om de gescande gegevens beter leesbaar te maken.
• Beeld draaien
Bewerk de gescande afbeelding.
161
• Blanco pagina overslaan
Verwijder de lege pagina's van het document uit de scanresultaten.
• Scanresultaten weergeven
Laat op het computerscherm zien hoeveel pagina's er in totaal zijn opgeslagen en hoeveel lege pagina's er zijn overgeslagen.
• Autom. rechtmaken
Hiermee stelt u het apparaat zo in dat scheve documenten automatisch worden gecorrigeerd.
Standaard
Selecteer deze optie om voor alle instellingen de fabrieksinstellingen te herstellen.
Verwante informatie
•
Scan met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows)
162
> Scan vanaf uw computer (Windows)
> Scannen met Nuance een andere Windows-toepassing
™ PaperPort ™ 14SE of
Scannen met Nuance ™ PaperPort ™ 14SE of een andere Windowstoepassing
U kunt de toepassing Nuance ™ PaperPort ™ 14SE gebruiken om te scannen.
• Om Nuance ™ PaperPort ™ 14SE te downloaden, klikt u op ( Brother Utilities ), selecteert u Doe meer in de linkernavigatiebalk en klikt u vervolgens op PaperPort .
• Nuance ™ PaperPort ™ 14SE ondersteunt Windows 7, Windows 8, Windows 8.1 en Windows 10.
• Klik voor gedetailleerde instructies over het gebruik van elke toepassing op het Help -menu van de toepassing en vervolgens op Startgids op het Help -lint.
De scaninstructies in deze stappen zijn voor PaperPort ™ 14SE. Voor andere Windows-toepassingen zijn deze stappen vergelijkbaar. PaperPort ™ 14SE ondersteunt de TWAIN- en WIA-driver; in deze stappen wordt de TWAIN-driver (aanbevolen) gebruikt.
1. Plaats uw document.
2. Start PaperPort ™ 14SE.
Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Windows 7
Klik met uw computer op
• Windows 8
(start) > Alle programma's > Nuance PaperPort 14 > PaperPort .
Klik op ( PaperPort ).
• Windows 10
Klik op > Nuance PaperPort 14 > PaperPort .
3. Klik op het Bureaublad -menu en vervolgens op Scaninstellingen op het Bureaublad -lint.
Het deelvenster Scannen of foto ophalen verschijnt aan de linkerzijde van het scherm.
4. Klik op Selecteren...
.
5. Selecteer TWAIN: TW-Brother MFC-XXXX of TWAIN: TW-Brother MFC-XXXX LAN (waarbij XXX-XXXX voor de modelnaam van uw machine staat) in de lijst met beschikbare scanners. Om de WIA-driver te gebruiken, selecteert u de Brother-driver met de naam "WIA".
6. Schakel in het deelvenster Scannerdialoogvenster weergeven het selectievakje Scannen of foto ophalen in.
7. Klik op Scannen .
Het dialoogvenster voor het instellen van de scanner verschijnt.
163
8. Wijzig indien nodig de instellingen in het venster voor het instellen van de scanner.
9. Klik op de vervolgkeuzelijst Documentgrootte en selecteer vervolgens uw documentgrootte.
Om beide zijden van het document te scannen (MFC-L3770CDW):
Automatisch tweezijdig scannen is alleen mogelijk vanuit de ADF (automatische documentinvoer).
U kunt Vooraf scannen niet gebruiken om een voorbeeld van de afbeelding te bekijken.
10. Klik op Voorbeeldscan als u vóór het scannen een voorbeeld van uw afbeelding wilt weergeven en ongewenste delen wilt bijsnijden.
11. Klik op Starten .
Het scannen wordt gestart.
Verwante informatie
•
Scan vanaf uw computer (Windows)
•
TWAIN-driverinstellingen (Windows)
164
> Scan vanaf uw computer (Windows)
> Scannen met Nuance een andere Windows-toepassing
> TWAIN-driverinstellingen (Windows)
TWAIN-driverinstellingen (Windows)
• De namen van de onderdelen en de waarden die u kunt toekennen, zijn afhankelijk van het apparaat.
• De optie Contrast is alleen beschikbaar wanneer u de opties Grijs (Foutdiffusie) , Ware grijstinten of
24bit kleur selecteert uit de Type scan -instellingen.
1. Scan
Selecteer de optie Foto , Web of Tekst afhankelijk van het soort document dat u wilt scannen.
Scan (beeldtype)
Foto
Web
Tekst
Gebruiken voor het scannen van foto's.
Gebruiken voor het toevoegen van het gescande beeld aan webpagina's.
Gebruiken voor het scannen van tekstdocumenten.
Resolutie
300 x 300 dpi
100 x 100 dpi
200 x 200 dpi
Type scan
24bit kleur
24bit kleur
Zwart-wit
2. Resolutie
Selecteer een scanresolutie in de vervolgkeuzelijst Resolutie . Hogere resoluties nemen meer geheugen in beslag en vergen meer overdrachtstijd, maar leveren een preciezer gescand beeld.
3. Type scan
Kies een van de beschikbare instellingen voor scan-kleurdiepte.
• Zwart-wit
Gebruiken voor tekst of lijntekeningen.
• Grijs (Foutdiffusie)
Gebruiken voor fotografische beelden of grafische afbeeldingen. (Foutdiffusie is een methode om gesimuleerde grijze beelden te creëren zonder daarbij gebruik te maken van echte grijze punten.
Zwarte punten worden in een bepaald patroon geplaatst om een grijze schijn te geven.)
• Ware grijstinten
Gebruiken voor fotografische beelden of grafische afbeeldingen. Deze modus is nauwkeuriger omdat hij tot 256 tinten grijs gebruikt.
165
• 24bit kleur
Gebruiken om een afbeelding aan te maken met de nauwkeurigste kleurreproductie. Deze modus gebruikt maximaal 16,8 miljoen kleuren om de afbeelding te scannen, maar vergt het meeste geheugen en de langste overdrachtstijd.
4. Documentgrootte
Selecteer het exacte formaat van uw document in de vooraf ingestelde scanformaten.
Als u Afwijkende selecteert, wordt het dialoogvenster Afwijkende documentgrootte weergegeven en kunt u de documentgrootte opgeven.
5. Helderheid
Stel het niveau van de Helderheid in door de schuifknop naar rechts of naar links te slepen om het beeld lichter of donkerder te maken. Als het gescande beeld te licht is, moet u voor de helderheid een lagere waarde opgeven en het document nogmaals scannen. Als het gescande beeld te donker is, geeft u een hogere waarde op voor helderheid en scant u het document nogmaals. U kunt ook een waarde in het veld invoeren om het helderheidsniveau in te stellen.
6. Contrast
Verhoog of verlaag het Contrast door de schuifbalk naar rechts of links te slepen. Het verhogen van het contrast benadrukt de donkere en lichte gedeelten van het beeld, terwijl het verlagen ervan meer details weergeeft in de grijze zones. U kunt ook een waarde in het veld invoeren om het contrastniveau in te stellen.
7. Tweezijdig scannen
Scan beide zijden van het document. Wanneer u de functie voor automatisch tweezijdig afdrukken gebruikt, moet u de optie Inbinden aan de lange kant of Inbinden aan de korte kant selecteren in de vervolgkeuzelijst Tweezijdig scannen zodat de pagina's in de juiste richting liggen wanneer u deze omdraait.
(MFC-L3770CDW)
8. Geavanceerde instellingen...
Configureer geavanceerde instellingen door op de knop Geavanceerde instellingen...
in het dialoogvenster
Scaninstellingen te klikken.
• Documentcorrectie
Autom. rechtmaken
Stel het apparaat zo in dat scheefgetrokken pagina's automatisch worden gecorrigeerd wanneer de pagina's worden gescand.
Beeld draaien
Bewerk de gescande afbeelding.
Opvullen van randen
Hiermee vult u de vier randen van de gescande afbeelding met de geselecteerde kleur en breedte in.
Blanco pagina overslaan
Verwijder de lege pagina's van het document uit de scanresultaten.
166
• Afbeeldingskwaliteit
Verwerking op de achtergrond
• Verwijder doorlopers/Patronen
Hiermee voorkomt u doordrukken van de inkt.
• Achtergrondkleur verwijderen
Verwijder de basiskleur van documenten om de gescande gegevens beter leesbaar te maken.
Colour Drop (Kleur verwijderen)
Hiermee selecteert u een kleur die u uit de gescande afbeelding wilt verwijderen.
Randen benadrukken
Hiermee maakt u de tekens van het origineel scherper.
Ruis verminderen
Met deze instelling verbetert u de kwaliteit van gescande beelden. De optie Ruis verminderen is beschikbaar wanneer u de optie 24bit kleur en de scanresolutie 300 x 300 dpi , 400 x 400 dpi of 600 x 600 dpi selecteert.
• Zwart-wit afbeeldingskwaliteit
Correctie van tekens
• Correctie van wazige tekens
Hiermee corrigeert u onderbroken of onvolledige tekens van het origineel om ze beter leesbaar te maken.
• Opmaak vetgedrukte letters
Hiermee kunt u de tekens van het origineel benadrukken door ze vet te maken.
• Toevoercontrole
Doorlopend scannen
Selecteer deze optie om meerdere pagina's te scannen. Na het scannen van een pagina kunt u doorgaan of stoppen met scannen.
Verwante informatie
•
Scannen met Nuance ™ PaperPort ™ 14SE of een andere Windows-toepassing
167
> Scan vanaf uw computer (Windows)
> Scannen met Windows Faxen en scannen
Scannen met Windows Faxen en scannen
De toepassing Windows Faxen en scannen is een andere optie die u kunt gebruiken om te scannen.
• Windows Faxen en scannen maakt gebruik van de WIA-scannerdriver.
• Als u een gedeelte van een pagina wilt bijsnijden na het vooraf scannen van het document, moet u scannen via de glasplaat (ook wel flatbed genoemd).
1. Plaats uw document.
2. Start Windows Faxen en scannen.
3. Klik op Bestand > Nieuw > Zoeken .
4. Selecteer de scanner die u wilt gebruiken.
5. Klik op OK .
Het dialoogvenster Nieuwe scan verschijnt.
6. Wijzig indien nodig de instellingen in het dialoogvenster voor het instellen van de scanner.
De scanresolutie kan op maximaal 1200 dpi worden ingesteld. Gebruik de Scanner Toepassing -software als u met een hogere resolutie wilt scannen vanuit Brother Utilities .
Als uw apparaat tweezijdig scannen ondersteunt en u beide zijden van uw document wilt scannen, selecteert u Papierinvoer (dubbelzijdig scannen) als Bron .
7. Klik op Zoeken .
Het apparaat begint het document te scannen.
168
Verwante informatie
•
Scan vanaf uw computer (Windows)
•
WIA-driver instellen (Windows)
169
> Scan vanaf uw computer (Windows)
> Scannen met Windows Faxen en scannen
> WIA-driver instellen (Windows)
WIA-driver instellen (Windows)
Papierinvoer
Selecteer de optie Documentinvoer of Flatbed uit de vervolgkeuzelijst.
Type afbeelding (Afbeeldingstype)
Selecteer Kleurenafbeelding , Zwart-witafbeelding , Zwart-witafbeelding of tekst of Aangepaste instellingen voor het type document dat u wilt scannen.
Om geavanceerde instellingen te wijzigen, klikt u op de koppeling De kwaliteit van de gescande foto aanpassen .
Paginagrootte
De optie Paginaformaat is beschikbaar wanneer u de Documentinvoer selecteert als de Papierinvoer optie.
170
Helderheid
Stel het niveau van de Helderheid in door de schuifknop naar rechts of naar links te slepen om het beeld lichter of donkerder te maken. Als het gescande beeld te licht is, moet u voor de helderheid een lagere waarde opgeven en het document nogmaals scannen. Als het gescande beeld te donker is, moet u voor de helderheid een hogere waarde opgeven en het document nogmaals scannen.
Contrast
Verhoog of verlaag het Contrast door de schuifbalk naar rechts of links te slepen. Het verhogen van het contrast benadrukt de donkere en lichte gedeelten van het beeld, terwijl het verlagen ervan meer details weergeeft in de grijze zones. U kunt ook een waarde in het veld invoeren om het contrastniveau in te stellen.
Resolutie (dpi)
Selecteer een scanresolutie in de lijst Resolutie (dpi) . Hogere resoluties nemen meer geheugen in beslag en vergen meer overdrachtstijd, maar leveren een preciezer gescand beeld.
Verwante informatie
•
Scannen met Windows Faxen en scannen
171
> Scan vanaf uw computer (Mac)
Scan vanaf uw computer (Mac)
Er zijn verschillende manieren waarop u uw Mac kunt gebruiken om foto's en documenten op uw apparaat van
Brother te scannen. Gebruik de softwaretoepassingen van Brother of uw favoriete scantoepassing.
•
Scannen met Brother iPrint&Scan (Mac)
•
Scannen met behulp van TWAIN-compatibele toepassingen (Mac)
•
TWAIN-driverinstellingen (Mac)
•
172
> Scan vanaf uw computer (Mac)
> Scannen met Brother iPrint&Scan (Mac)
Scannen met Brother iPrint&Scan (Mac)
1. Klik in de menubalk Finder op Ga > Programma’s en dubbelklik vervolgens op het pictogram van iPrint&Scan.
Het scherm van Brother iPrint&Scan verschijnt.
2. Als u Brother-machine niet is geselecteerd, klikt u op de knop Selecteer uw apparaat en volgt u verder de aanwijzingen op het scherm om uw Brother-apparaat te selecteren.
3. Klik op het pictogram Scan en volg daarna de aanwijzingen op het scherm om uw documenten te scannen.
Verwante informatie
•
Gerelateerde onderwerpen:
•
Brother iPrint&Scan voor Windows en Mac
•
Scanknopinstellingen wijzigen met Brother iPrint&Scan (Mac)
173
> Scan vanaf uw computer (Mac)
> Scannen met behulp van TWAIN-compatibele toepassingen (Mac)
Scannen met behulp van TWAIN-compatibele toepassingen (Mac)
U kunt ook scannen met TWAIN-compatibele toepassingen. Raadpleeg de handleiding van uw toepassing voor meer informatie over de scanprocedure.
Als u de Brother TWAIN-driver wilt gebruiken, gaat u naar de pagina Downloads van uw model in het Brother
Solutions Center via support.brother.com
en downloadt u Scannerdriver (TWAIN) .
1. Start uw grafische toepassing en selecteer de scanfunctie.
Het dialoogvenster voor de installatie van de scanner verschijnt.
2. Wijzig indien nodig de scaninstellingen, zoals de opties Resolutie , Type scan of beeld aanpassen .
3. Klik op het snelmenu Documentgrootte en selecteer vervolgens uw documentgrootte.
4. Klik op de optie Voorbeeldscan om een voorbeeld van uw afbeelding te zien en ongewenste gedeelten bij te snijden alvorens te scannen.
• Zodra u een documentgrootte hebt gekozen, kunt u het te scannen gedeelte aanpassen door de muisknop ingedrukt te houden en de muisaanwijzer te verslepen over het gedeelte dat u wilt scannen.
• Om beide zijden van het document te scannen (MFC-L3770CDW):
Automatisch tweezijdig scannen is alleen mogelijk vanuit de ADF (automatische documentinvoer).
U kunt het scangebied niet aanpassen.
U kunt Vooraf scannen niet gebruiken om een voorbeeld van de afbeelding te bekijken.
5. Klik op Starten .
Het scannen wordt gestart.
174
Verwante informatie
•
175
> Scan vanaf uw computer (Mac)
> TWAIN-driverinstellingen (Mac)
TWAIN-driverinstellingen (Mac)
• Namen van de onderdelen en waarden die u kunt toekennen, zijn afhankelijk van het apparaat.
• De instelling Contrast is alleen beschikbaar wanneer u de opties Grijs (Foutdiffusie) , Ware grijstinten of 24bit kleur selecteert in de Type scan -opties.
1. Resolutie
Selecteer een scanresolutie in het snelmenu Resolutie . Hogere resoluties nemen meer geheugen in beslag en vergen meer overdrachtstijd, maar leveren een preciezer gescand beeld.
2. Type scan
Kies een van de beschikbare instellingen voor scan-kleurdiepte.
• Zwart-wit
Gebruiken voor tekst of lijntekeningen.
• Grijs (Foutdiffusie)
Gebruiken voor fotografische beelden of grafische afbeeldingen. (Foutdiffusie is een methode om gesimuleerde grijze beelden te creëren zonder daarbij gebruik te maken van echte grijze punten.
Zwarte punten worden in een bepaald patroon geplaatst om een grijze schijn te geven.)
• Ware grijstinten
Gebruiken voor fotografische beelden of grafische afbeeldingen. Deze modus is nauwkeuriger omdat hij tot 256 tinten grijs gebruikt.
• 24bit kleur
Gebruiken om een afbeelding aan te maken met de nauwkeurigste kleurreproductie. Deze modus gebruikt maximaal 16,8 miljoen kleuren om de afbeelding te scannen, maar vergt het meeste geheugen en de langste overdrachtstijd.
176
3. Documentgrootte
Selecteer het exacte formaat van uw document in de vooraf ingestelde scanformaten.
• Als u Afwijkende selecteert, kunt u de documentgrootte specificeren.
4. beeld aanpassen
Klik op de knop beeld aanpassen om andere beeldkwaliteiten aan te passen.
Helderheid
U kunt het niveau voor de Helderheid instellen door de schuifregelaar naar links of rechts te schuiven om het beeld lichter of donkerder te maken. Als het gescande beeld te licht is, moet u voor de helderheid een lagere waarde opgeven en het document nogmaals scannen. Als het gescande beeld te donker is, geeft u een hogere waarde op voor helderheid en scant u het document nogmaals. U kunt ook een waarde in het vak invoeren om de helderheid in te stellen.
Contrast
Verhoog of verlaag het Contrast door de schuifbalk naar rechts of links te slepen. Het verhogen van het contrast benadrukt de donkere en lichte gedeelten van het beeld, terwijl het verlagen ervan meer details weergeeft in de grijze zones. U kunt ook een waarde in het vak invoeren om het contrast in te stellen.
Ruis verminderen
Met deze optie verbetert u de kwaliteit van de gescande afbeeldingen. De optie Ruis verminderen is beschikbaar wanneer u de optie 24bit kleur en de scanresolutie 300 x 300 dpi , 400 x 400 dpi of 600 x
600 dpi geselecteerd hebt.
5. Tweezijdig scannen
Als u dit selectievakje aanvinkt, worden beide zijden van het document gescand. Wanneer u de functie
Automatisch dubbelzijdig scannen gebruikt, moet u, afhankelijk van de lay-out van het originele document, de optie Inbinden aan de lange kant of Inbinden aan de korte kant selecteren om ervoor te zorgen dat het aangemaakte gegevensbestand correct weergegeven wordt.
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
6. Beeld draaien
Bewerk de gescande afbeelding.
177
Verwante informatie
•
178
> Scaninstellingen configureren met Beheer via een webbrowser
Scaninstellingen configureren met Beheer via een webbrowser
•
De naam van het scanbestand instellen met Beheer via een webbrowser
•
Het e-mailrapport voor scantaken instellen met Beheer via een webbrowser
179
> Scaninstellingen configureren met Beheer via een webbrowser
> De naam van het scanbestand instellen met Beheer via een webbrowser
De naam van het scanbestand instellen met Beheer via een webbrowser
Stel een bestandsnaam voor scangegevens in met Beheer via een webbrowser.
1. Start de webbrowser.
Voer "https://IP-adres van het apparaat" in de adresregel van uw browser in (waarbij "IP-adres van het apparaat" staat voor het IP-adres van het apparaat of de naam van de afdrukserver). Voorbeeld: https://
192.168.1.2
Als u voordien een wachtwoord hebt ingesteld, voert u dit in en klikt u vervolgens op .
2. Klik op het tabblad Scannen .
3. Klik op het Bestandsnaam voor scans -menu in de linkernavigatiebalk.
4. Selecteer de Stijl voor bestandsnaam in de vervolgkeuzelijst.
5. Als u de optie heeft geselecteerd waarbij de datum wordt opgenomen in het veld Stijl voor bestandsnaam , selecteer dan het formaat Datum in de vervolgkeuzelijst.
6. Selecteer Tijd in de velden Aan om de informatie over de tijd op te nemen in de bestandsnaam.
7. Selecteer in het veld Teller Doorlopend of Resetten na elke taak .
Als u Resetten na elke taak selecteert, is het mogelijk dat er dubbele bestandsnamen ontstaan.
8. Als u een door de gebruiker gedefinieerd voorvoegsel wilt aanmaken voor de bestandsnaam, typt u de bestandsnaam in de door de gebruiker gedefinieerde velden van elke scanfunctie.
Als u een van de tekens ?, /, \, of * gebruikt, kan dit een verzendfout veroorzaken.
9. Klik op Indienen .
Verwante informatie
•
Scaninstellingen configureren met Beheer via een webbrowser
180
> Scaninstellingen configureren met Beheer via een webbrowser
> Het e-mailrapport voor scantaken instellen met Beheer via een webbrowser
Het e-mailrapport voor scantaken instellen met Beheer via een webbrowser
Als u een document scant, stuurt het apparaat automatisch een e-mailrapport van scantaken naar het geregistreerde e-mailadres.
1. Start de webbrowser.
Voer "https://IP-adres van het apparaat" in de adresregel van uw browser in (waarbij "IP-adres van het apparaat" staat voor het IP-adres van het apparaat of de naam van de afdrukserver). Voorbeeld: https://
192.168.1.2
Als u voordien een wachtwoord hebt ingesteld, voert u dit in en klikt u vervolgens op .
2. Klik op het tabblad Scannen .
3. Klik op het E-mailrapport voor scantaken -menu in de linkernavigatiebalk.
4. In het veld Adres van beheerder voert u het e-mailadres in.
5. Voor de gewenste scanfuncties selecteert u Aan om een e-mailrapport van scantaken te verzenden.
6. Klik op Indienen .
Verwante informatie
•
Scaninstellingen configureren met Beheer via een webbrowser
181
Kopiëren
•
•
Gekopieerde afbeeldingen vergroten of verkleinen
•
N-in-1-kopieën maken met de functie paginalay-out
•
•
•
Kopiëren op beide zijden van het papier (tweezijdig kopiëren)
•
182
> Een document kopiëren
Een document kopiëren
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Zorg ervoor dat u papier met het juiste formaat in de papierlade hebt geplaatst.
2. Voer een van de volgende stappen uit:
• Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de ADF. (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
(Als u meerdere pagina's kopieert, raden we aan de ADF (automatische documentinvoer) te gebruiken.)
• Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
3. Druk op a of b om het gewenste aantal kopieën in te voeren.
De LCD geeft het volgende weer:
□□■□□
4. Druk op Mono Start of Kleur Start .
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Zorg ervoor dat u papier met het juiste formaat in de papierlade hebt geplaatst.
183
2. Voer een van de volgende stappen uit:
• Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de ADF (automatische documentinvoer).
(Als u meerdere pagina's kopieert, raden we aan de ADF (automatische documentinvoer) te gebruiken.)
• Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
3. Druk op [Kopie] .
Op het LCD-scherm wordt het volgende weergegeven:
4. Wijzig indien nodig de kopieerinstellingen.
• (aantal kopieën)
Voer het aantal exemplaren op een van de volgende manieren in:
Druk op of op het LCD-scherm.
Druk op de cijfers op het bedieningspaneel.
• [Opties]
Druk op om alleen de kopieerinstellingen voor de volgende kopie te wijzigen.
184
Druk op [OK] wanneer u klaar bent. (Als de knop [OK] wordt weergegeven.)
Als u klaar bent met het kiezen van nieuwe opties, kunt u deze opslaan door op de knop [Opslaan als snelkoppeling] te drukken.
• Snel kopiëren
Druk op > om de voorinstellingen voor kopiëren te openen.
• Huidige instelling
Druk op de volgende pictogrammen of het weergavegebied om deze instellingen alleen voor de volgende kopie te wijzigen. Welk pictogram wordt weergegeven, verschilt per model.
[Vergr./verklein]
-
-
-
-
[Dichtheid]
[Ladegebruik]
[2-zijdige kopie]
[Kwaliteit]
[Contrast]
5. Druk op [Kleur Start] of [Mono Start] .
Druk op om het kopiëren te stoppen.
Verwante informatie
•
185
> Gekopieerde afbeeldingen vergroten of verkleinen
Gekopieerde afbeeldingen vergroten of verkleinen
Selecteer een vergrotings- of verkleiningspercentage om uw gekopieerde gegevens een ander formaat te geven.
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Plaats uw document.
2. Druk op a of b om het gewenste aantal kopieën in te voeren.
3. Druk op Kopie/Scan Opties .
4. Druk op a of b om [Vergr./verklein] te selecteren en druk vervolgens op OK .
5. Druk op a of b om het gewenste vergrotings- of verkleiningspercentage te selecteren en druk vervolgens op
OK .
• Als u [Aangep(25-400%)] selecteert, drukt u op a of b om een vergrotings- of verkleiningspercentage tussen [25%] en [400%] in te voeren en drukt u vervolgens op OK .
6. Druk op Mono Start of Kleur Start .
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Kopie] .
3. Voer het aantal kopieën in.
4. Druk op [Opties] > [Vergr./verklein] .
5. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de beschikbare opties weer te geven en druk vervolgens op de gewenste optie.
6. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als u [Vergroten] of [Verkleinen] selecteert, drukt u op het vergrotings- of verkleiningspercentage dat u wilt gebruiken.
• Als u [Aangep.(25-400%)] selecteert, drukt u op (backspace) om het weergegeven percentage te wissen, of drukt u op d om de cursor te verplaatsen, en voert u vervolgens een vergrotings- of verkleiningspercentage tussen [25] en [400] in.
Druk op [OK] .
• Als u [100%] heeft geselecteerd, gaat u naar de volgende stap.
7. Druk op [OK] wanneer u klaar bent. (Als de knop [OK] wordt weergegeven.)
8. Druk op [Kleur Start] of [Mono Start] .
186
Verwante informatie
•
187
> N-in-1-kopieën maken met de functie paginalay-out
N-in-1-kopieën maken met de functie paginalay-out
De functie N-in-1 kopiëren bespaart papier door twee of vier pagina's van uw document op één pagina van de kopie te kopiëren.
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Plaats uw document.
2. Druk op a of b om het gewenste aantal kopieën in te voeren.
3. Druk op Kopie/Scan Opties .
4. Druk op a of b om [Paginalay-out] te selecteren en druk vervolgens op OK .
5. Druk op a of b om [Uit(1 op1)] , [2 op 1 (P)] , [2 op 1 (L)] , [4 op 1 (P)] of [4 op 1 (L)] te selecteren en druk vervolgens op OK .
6. Druk op Mono Start of Kleur Start .
Als u een document in de ADF (automatische documentinvoer) hebt geplaatst, scant het apparaat de pagina's en begint hij af te drukken.
Als u de glasplaat gebruikt, gaat u naar de volgende stap.
7. Zodra het apparaat de pagina heeft gescand, plaatst u de volgende pagina op de glasplaat en vervolgens drukt u op a om de optie [Ja] te selecteren.
8. Zodra alle pagina's zijn gescand, drukt u op b om de optie [Nee] te selecteren.
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Kopie] .
3. Voer het aantal kopieën in.
4. Druk op [Opties] > [Paginalay-out] .
5. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de opties weer te geven en druk vervolgens op de gewenste optie.
Optie
2op1 (staand)
Beschrijving
2op1 (liggend)
188
Optie
4op1 (staand)
Beschrijving
4op1 (liggend)
6. Druk op [OK] wanneer u klaar bent. (Als de knop [OK] wordt weergegeven.)
7. Druk op [Kleur Start] of [Mono Start] .
Als u het document in de ADF (automatische documentinvoer) hebt geplaatst, scant het apparaat de pagina's en begint deze vervolgens met afdrukken.
8.
Als u de glasplaat gebruikt, herhaalt u de volgende stappen voor elke pagina van het document:
• Plaats de volgende pagina op de glasplaat en druk vervolgens op [Doorgaan] om de pagina te scannen.
• Wanneer alle pagina's zijn gescand, drukt u op [Voltooien] .
Verwante informatie
•
189
> Kopieën sorteren
Kopieën sorteren
Meerdere kopieën sorteren. Pagina's worden gestapeld in de orde waarin ze worden ingevoerd, dat is: 1, 2, 3 enzovoort.
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Plaats uw document.
2. Druk op a of b om het gewenste aantal kopieën in te voeren.
3. Druk op Kopie/Scan Opties .
4. Druk op a of b om [Stapel/Sorteer] te selecteren en druk vervolgens op OK .
5. Druk op a of b om [Sorteer] te selecteren en druk vervolgens op OK .
6. Druk op Mono Start of Kleur Start .
Als u een document in de ADF (automatische documentinvoer) hebt geplaatst, scant het apparaat de pagina's en begint hij af te drukken.
Als u de glasplaat gebruikt, gaat u naar de volgende stap.
7. Zodra het apparaat de pagina heeft gescand, plaatst u de volgende pagina op de glasplaat en vervolgens drukt u op a om de optie [Ja] te selecteren.
8. Zodra alle pagina's zijn gescand, drukt u op b om de optie [Nee] te selecteren.
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Kopie] .
3. Voer het aantal kopieën in.
4. Druk op [Opties] > [Stapel/Sorteer] > [Sorteer] .
5. Druk op [OK] wanneer u klaar bent. (Als de knop [OK] wordt weergegeven.)
6. Druk op [Kleur Start] of [Mono Start] .
Als u het document in de ADF (automatische documentinvoer) hebt geplaatst, scant het apparaat de pagina's en begint deze vervolgens met afdrukken.
7.
Als u de glasplaat gebruikt, herhaalt u de volgende stappen voor elke pagina van het document:
• Plaats de volgende pagina op de glasplaat en druk vervolgens op [Doorgaan] om de pagina te scannen.
• Wanneer alle pagina's zijn gescand, drukt u op [Voltooien] .
Verwante informatie
•
190
> Een identiteitskaart kopiëren
Een identiteitskaart kopiëren
U dient zich bij het kopiëren van identiteitskaarten aan de daarvoor geldende regels te houden. Meer gedetailleerde informatie uu Handleiding product veiligheid
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Plaats een identiteitskaart met de bedrukte zijde naar onder nabij de linkerbovenhoek van de glasplaat.
1
1 4,0 mm of groter (boven, links)
2. Druk op 2op1 (ID)kopie .
3. Druk op a of b om het gewenste aantal kopieën in te voeren.
4. Druk op Mono Start of Kleur Start .
Het apparaat scant één zijde van de identiteitskaart.
5. Zodra het apparaat de eerste zijde heeft gescand, draait u de identiteitskaart om.
6. Druk op Mono Start of Kleur Start om de andere zijde te scannen.
191
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Plaats uw identiteitskaart naar beneden gericht in de linkerbovenhoek van de glasplaat.
1
1: Afstand 4,0 mm of groter (bovenaan, links)
2. Druk op [Kopie] .
3. Druk op > op het touchscreen en selecteer vervolgens [2op1(id)] .
4. Voer het aantal kopieën in.
5. Druk op [Kleur Start] of [Mono Start] .
Het apparaat scant één zijde van de identiteitskaart.
6. Zodra het apparaat de eerste zijde heeft gescand, draait u de identiteitskaart om.
7. Druk op [Doorgaan] om de andere zijde te scannen.
Verwante informatie
•
192
> Kopiëren op beide zijden van het papier (tweezijdig kopiëren)
Kopiëren op beide zijden van het papier (tweezijdig kopiëren)
Gerelateerde modellen : DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW/DCP-L3550CDW/MFC-L3730CDN/
MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Verminder de hoeveelheid papier die u gebruikt door op beide zijden van het papier te kopiëren.
• U moet uit de volgende opties een tweezijdige kopieerlay-out kiezen voordat u tweezijdig kunt beginnen te kopiëren.
• De lay-out van uw originele document bepaalt welke tweezijdige kopieerlay-out u moet kiezen.
• Als u de functie automatisch tweezijdig kopiëren wilt gebruiken, moet u uw document in de ADF
(automatische documentinvoer) plaatsen.
• Als u handmatig tweezijdige kopieën maakt van een tweezijdig document, gebruikt u de glasplaat.
• Selecteer papier van A4-formaat wanneer u de optie voor tweezijdig kopiëren gebruikt.
Staand
Tweezijdig naar tweezijdig
1 1
2 2
Enkelzijdig naar tweezijdig (lange zijde omdraaien)
1
1
2
2
Enkelzijdig naar tweezijdig (korte zijde omdraaien)
1
1
2 2
Liggend
Tweezijdig naar tweezijdig
1 1
2 2
Enkelzijdig naar tweezijdig (lange zijde omdraaien)
1
1
2
2
Enkelzijdig naar tweezijdig (korte zijde omdraaien)
1
1
2 2
193
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Plaats uw document.
2. Druk op a of b om het gewenste aantal kopieën in te voeren.
3. Druk op Kopie/Scan Opties .
4. Druk op a of b om [Tweezijdig] te selecteren en druk vervolgens op OK .
5. Druk op a of b om [Lay-out Lang] of [Lay-out Kort] weer te geven en druk vervolgens op OK .
6. Selecteer Over lange zijde omslaan of Over korte zijde omslaan en druk vervolgens op OK .
7. Druk op a of b om [2-z → 2-z] of [1-z → 2-z] weer te geven en druk vervolgens op OK .
Als u de optie [2-z → 2-z] selecteert, kunt u de ADF (automatische documentinvoer) niet gebruiken.
Gebruik de glasplaat.
8. Druk op Mono Start of Kleur Start .
Als u een document in de ADF (automatische documentinvoer) hebt geplaatst, scant het apparaat de pagina's en begint hij af te drukken.
Als u de glasplaat gebruikt, gaat u naar de volgende stap.
9. Zodra het apparaat de pagina heeft gescand, plaatst u de volgende pagina op de glasplaat en vervolgens drukt u op a om de optie [Ja] te selecteren.
10. Zodra alle pagina's zijn gescand, drukt u op b om de optie [Nee] te selecteren.
DCP-L3550CDW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Plaats uw document.
OPMERKING
• Voor modellen met tweezijdig scannen: plaats uw tweezijdig document in de ADF (automatische documentinvoer). Als u de glasplaat gebruikt voor uw tweezijdige document, selecteert u de optie [1zijdig
⇒
2-zijdig] .
• Voor modellen met enkelzijdig scannen: plaats uw tweezijdig document op de glasplaat.
2. Druk op [Kopie] .
3. Voer het aantal kopieën in.
4. Druk op [Opties] > [2-zijdige kopie] .
5. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als u tweezijdige kopieën wilt maken van een tweezijdig document, drukt u op [2-zijdig ⇒ 2-zijdig] .
• Als u tweezijdige kopieën wilt maken van een enkelzijdig document, volgt u de onderstaande stappen: a. Druk op [Lay-out] en vervolgens op [Lange zijde omslaan] of [Korte zijde omslaan] om de lay-outopties te wijzigen.
b. Druk op [1-zijdig ⇒ 2-zijdig] .
Voor DCP-L3550CDW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW
Als u de optie [2-zijdig ⇒ 2-zijdig] selecteert, kunt u de ADF (automatische documentinvoer) niet gebruiken. Gebruik de glasplaat.
6. Druk op [OK] wanneer u klaar bent. (Als de knop [OK] wordt weergegeven.)
7. Druk op [Kleur Start] of [Mono Start] .
Als u het document in de ADF (automatische documentinvoer) hebt geplaatst, scant het apparaat de pagina's en begint deze vervolgens met afdrukken.
194
8.
Als u de glasplaat gebruikt, herhaalt u de volgende stappen voor elke pagina van het document:
• Voor een tweezijdig document draait u het blad om langs de lange zijde om de andere zijde te scannen.
• Plaats de volgende pagina op de glasplaat en druk vervolgens op [Doorgaan] om de pagina te scannen.
• Wanneer alle pagina's zijn gescand, drukt u op [Voltooien] .
Verwante informatie
•
195
> Kopieeropties
Kopieeropties
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
Om kopieerinstellingen te wijzigen, drukt u op de knop Opties of Kopie/Scan Opties .
Menuselecties
Vergr./verklein
Dichtheid
Tweezijdig
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Opties
Selecteer een vergrotings- of verkleiningspercentage voor de volgende kopie.
• Als u Aangep(25-400%) selecteert, gebruikt u de kiestoetsen of drukt u op a of b om een vergrotings- of verkleiningspercentage in te voeren.
Verhoog de dichtheid om de tekst donkerder te maken.
Verlaag de dichtheid om de tekst lichter te maken.
Selecteer deze optie om op beide zijden van het papier te kopiëren.
Enkelzijdig → Tweezijdig
1
1
2
2
Tweezijdig → Tweezijdig
1 1
Kwaliteit
Contrast
Stapel/Sorteer
2 2
Selecteer de kopieerkwaliteit voor uw type document.
Verhoog het contrast om een afbeelding duidelijker te maken.
Verlaag het contrast om een afbeelding zachter te maken.
Selecteer deze optie om meerdere kopieën te stapelen of sorteren.
Stapelen
1
1
Sorteren
2
2
2
1
2
1
196
Menuselecties
Paginalay-out
Opties
Hiermee kunt u N-in-1-kopieën maken.
4 op 1
Autom. recht
Kleuren aanp.
Verw. acht. klr
Hiermee stelt u het apparaat zo in dat scheve kopieën automatisch worden gecorrigeerd.
Wijzig de standaardinstelling voor kleurverzadiging.
Selecteer dit om de achtergrondkleur van het document te verwijderen wanneer u kopieert.
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Als u de kopieerinstellingen wilt wijzigen, drukt u op [Opties] .
Menuselecties
Vergr./verklein
Dichtheid
Ladegebruik
2-zijdige kopie
Opties
100%
Vergroten
Verkleinen
Aangep.(25-400%)
-
Selecteer een vergrotingspercentage voor de volgende kopie.
Selecteer een verkleiningspercentage voor de volgende kopie.
Voer een vergrotings- of verkleiningspercentage in.
Verhoog de dichtheid om de tekst donkerder te maken.
Verlaag de dichtheid om de tekst lichter te maken.
Selecteer een papierlade voor de volgende kopie.
Selecteer deze optie om op beide zijden van het papier te kopiëren.
Enkelzijdig → Tweezijdig
1
1
2
2
Tweezijdig → Tweezijdig
1 1
2-zijdige kopie paginalay-out
2 2
De beschikbare opties variëren afhankelijk van uw model.
Selecteer inbinden aan lange zijde of inbinden aan korte zijde.
197
Menuselecties
(beschikbaar voor bepaalde instellingen)
Kwaliteit
Contrast
Stapel/Sorteer
Opties
Selecteer de kopieerkwaliteit voor uw type document.
Verhoog het contrast om een afbeelding duidelijker te maken.
Verlaag het contrast om een afbeelding zachter te maken.
Selecteer deze optie om meerdere kopieën te stapelen of sorteren.
Stapelen
Paginalay-out
1
1
Sorteren
2
2
1 1
2 2
Hiermee kunt u N-in-1-kopieën maken.
4 op 1
Autom. recht
Kleuren aanp.
Achtergr.kleur verwijderen
Verwante informatie
•
Hiermee stelt u het apparaat zo in dat scheve kopieën automatisch worden gecorrigeerd.
Wijzig de standaardinstelling voor kleurverzadiging.
Selecteer dit om de achtergrondkleur van het document te verwijderen wanneer u kopieert.
198
Faxen
•
•
•
Voicehandelingen en faxnummers
•
Telefoondiensten en externe apparaten
•
•
199
Home > Faxen > Een fax verzenden
Een fax verzenden
•
•
Een dubbelzijdige fax vanuit de ADF verzenden
•
•
Een fax verzenden aan het einde van een gesprek
•
Dezelfde fax naar meer dan een bestemmeling verzenden (groepsverzenden)
•
•
Een fax verzenden op een specifiek tijdstip (uitgestelde fax)
•
Een voorblad aan uw fax toevoegen
•
Een fax die wordt verzonden annuleren
•
Een wachtende fax controleren en annuleren
•
200
> Een fax verzenden
Een fax verzenden
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Voer een van de volgende stappen uit:
• Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de ADF.
(Als u meerdere pagina's faxt, raden we aan de ADF (automatische documentinvoer) te gebruiken.)
• Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
2. Druk op [Fax] .
3. Voer het faxnummer in.
• De kiestoetsen gebruiken
Druk op de cijfers om het faxnummer in te voeren.
• Het adresboek gebruiken
Druk op [Adres- boek] en voer dan een van de volgende zaken uit:
Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om het gewenste nummer weer te geven en druk erop.
201
Druk op [Zoeken] , voer de naam in en druk op [OK] . Druk op de naam die u wilt kiezen.
Druk op [Toepassen] wanneer u klaar bent.
• De oproepgeschiedenis gebruiken
Druk op [Oproephist.] en druk vervolgens op de optie [Uitg. gesprek] .
Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om het gewenste faxnummer weer te geven en druk erop.
Om een fax te verzenden, drukt u op [Toepassen] .
4. Druk op [Fax start] .
Het apparaat scant en verzendt het document.
Als u het document op de glasplaat plaatste, volgt u de instructies in de tabel.
Optie Beschrijving
Ja Om de volgende pagina te scannen, drukt u op de optie Ja en plaatst u vervolgens de volgende pagina op de glasplaat.
Druk op OK om de pagina te scannen.
Nee Zodra u de laatste pagina hebt gescand, drukt u op de optie Nee .
Het apparaat verzendt het document.
Druk op en vervolgens op om het faxen te onderbreken.
Verwante informatie
•
202
> Een dubbelzijdige fax vanuit de ADF verzenden
Een dubbelzijdige fax vanuit de ADF verzenden
Gerelateerde modellen : MFC-L3770CDW
Voordat u een dubbelzijdige fax verzendt, moet u de opmaak voor 2-zijdig scannen selecteren. Selecteer Lange rand of Korte rand, afhankelijk van de lay-out van uw document.
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Fax] > [Opties] > [2-zijdige fax] .
3. Voer een van de volgende stappen uit:
• Als het document wordt omgeslagen over de lange zijde, drukt u op de optie [2-zijdige scan: lange zijde] .
• Als het document wordt omgeslagen over de korte zijde, drukt u op de optie [2-zijdige scan: korte zijde] .
4. Druk op [OK] . (Als de knop [OK] wordt weergegeven.)
5. Voer het faxnummer in.
6. Druk op [Fax start] .
Verwante informatie
•
203
> Een fax handmatig verzenden
Een fax handmatig verzenden
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Met handmatig fax verzenden kunt u het kiezen, bellen en de faxontvangsttonen horen terwijl u een fax verzendt.
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Fax] .
3. Neem de hoorn van de externe telefoon op.
4. Kies het faxnummer dat u wilt bellen.
5. Wanneer u de faxtoon hoort, drukt u op [Fax start] .
• Als u de glasplaat gebruikt, drukt u op [Verzenden] .
6. Pak de hoorn van een externe telefoon op en luister of u een kiestoon hoort.
Verwante informatie
•
204
> Een fax verzenden aan het einde van een gesprek
Een fax verzenden aan het einde van een gesprek
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Aan het einde van een gesprek kunt u een fax verzenden naar de andere partij voordat u allebei ophangt.
1. Vraag de ontvanger om te wachten op de faxtonen (piepjes) en vervolgens op de starttoets te drukken en dan op te hangen.
2. Plaats uw document.
3. Druk op [Fax start] .
• Als u de glasplaat gebruikt, drukt u op [Verzenden] .
4. Plaats de hoorn van het externe toestel weer op de haak.
Verwante informatie
•
205
> Dezelfde fax naar meer dan een bestemmeling verzenden
(groepsverzenden)
Dezelfde fax naar meer dan een bestemmeling verzenden
(groepsverzenden)
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Gebruik de functie groepsverzenden om dezelfde fax tegelijkertijd naar meerdere faxnummers te verzenden.
• U kunt een fax tegelijkertijd rondsturen naar groepen, adresboeknummers en maximaal 50 met de hand gekozen nummers.
• Adresboeknummers moeten in het geheugen van het apparaat zijn opgeslagen voordat u ze kunt gebruiken voor rondsturen.
• Ook groepsnummers moeten in het geheugen van het apparaat zijn opgeslagen voordat u ze kunt gebruiken voor rondsturen. Groepsnummers omvatten vele opgeslagen adresboeknummers voor eenvoudiger kiezen.
Als u geen van de adresboeknummers voor groepen hebt gebruikt, kunt u faxen in een groepsverzending sturen naar maximaal 250 verschillende nummers.
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Fax] > [Opties] > [Rondsturen] .
3. Druk op [Nummer toevoegen] .
U kunt op de volgende manier nummers aan de groepsverzending toevoegen:
• Druk op [Nummer toevoegen] en voer een nummer in met behulp van het LCD-scherm.
Druk op [OK] .
• Druk op [Toevoegen uit adresboek] . Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om het nummer weer te geven dat u aan de groepsverzending wilt toevoegen. Selecteer de selectievakjes van de groepsverzending. Nadat u alle gewenste nummers hebt geselecteerd, drukt u op [OK] .
• Druk op [Zoeken in adresboek] . Druk op de naam en druk op [OK] . Druk op de naam en vervolgens op het nummer dat u wilt toevoegen.
4. Druk op [OK] wanneer u klaar bent.
5. Druk op [Fax start] . Zodra de groepsverzending is beëindigd, drukt het apparaat een groepsverzendrapport af om u de resultaten te geven.
• Hoeveel geheugen op het apparaat beschikbaar is, hangt af van het soort opdrachten in het geheugen en de nummers die u gebruikt voor het rondsturen. Als u de fax naar het maximale aantal nummers stuurt, kunt u de tweevoudige werking en uitgestelde fax niet gebruiken.
• Als het bericht [Geheugen vol] verschijnt, drukt u op of [Stoppen] om de taak te stoppen. Als meer dan een pagina werd gescand, drukt u op [Nu verzenden] om het deel te verzenden dat zich in het geheugen van het apparaat bevindt.
Verwante informatie
•
•
Een aan de gang zijnde groepsverzending annuleren
206
> Dezelfde fax naar meer dan een bestemmeling verzenden
(groepsverzenden) > Een aan de gang zijnde groepsverzending annuleren
Een aan de gang zijnde groepsverzending annuleren
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Tijdens het groepsverzenden kunt u de fax die nu wordt verzonden of de hele groepsverzendingstaak annuleren.
1. Druk op .
2. Druk op .
3. Voer een van de volgende stappen uit:
• Om het hele groepsverzenden te annuleren, drukt u op [Volledige zending] .
• Als u de huidige taak wilt annuleren, drukt u op de LCD op de naam of het nummer dat wordt gekozen.
• Om te verlaten zonder te annuleren, drukt u op .
Verwante informatie
•
Dezelfde fax naar meer dan een bestemmeling verzenden (groepsverzenden)
207
> Een fax in realtime verzenden
Een fax in realtime verzenden
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Wanneer u een fax verzendt, scant het apparaat het document in het geheugen voordat het dit verzendt. Zodra de telefoonlijn vrij is, kiest het apparaat het nummer en wordt de fax verzonden. Als u een belangrijk document onmiddellijk wilt verzenden zonder dat u moet wachten terwijl het apparaat de scan uit zijn geheugen ophaalt, verzendt u de fax snel door [Direct Verzend] in te schakelen.
• Als het geheugen vol is en u een fax via de ADF (automatische documentinvoer) verzendt, verzendt het apparaat het document direct (ook als [Direct Verzend] is ingesteld op [Uit] ). Als het geheugen vol is, kunnen faxen vanaf de glasplaat niet worden verzenden tot u een deel van het geheugen vrijmaakt.
• Bij Direct verzenden werkt de functie Automatisch opnieuw kiezen niet wanneer u de glasplaat gebruikt.
• Als [Direct Verzend] ingeschakeld is, is de optie voor het scannen van tweezijdige documenten niet beschikbaar.
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Fax] > [Opties] > [Direct Verzend] .
3. Druk op [Aan] of [Uit] .
4. Druk op [OK] . (Als de knop [OK] wordt weergegeven.)
5. Voer het faxnummer in.
6. Druk op [Fax start] .
Verwante informatie
•
208
> Een fax verzenden op een specifiek tijdstip (uitgestelde fax)
Een fax verzenden op een specifiek tijdstip (uitgestelde fax)
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
U kunt maximaal 50 faxen opslaan in het geheugen van het apparaat die binnen de volgende vierentwintig uur moeten worden verzonden.
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Fax] > [Opties] > [Tijdklok] > [Tijdklok] .
3. Druk op [Aan] .
4. Druk op [Tijd inst.] .
5. Voer het tijdstip in waarop u de fax wilt verzenden (in 24-uurindeling) en druk vervolgens op [OK] .
(Bijvoorbeeld, voer 19:45 in voor 7:45 PM.)
6. Druk op [OK] .
7. Voer het faxnummer in.
8. Druk op [Fax start] .
9. Druk op .
Verwante informatie
•
209
> Een voorblad aan uw fax toevoegen
Een voorblad aan uw fax toevoegen
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
U kunt een voorblad toevoegen aan de volgende fax of elke uitgaande fax.
• Deze functie werkt niet tenzij u uw stations-ID hebt geprogrammeerd.
• Uw voorblad omvat uw stations-ID, een opmerking en de naam die in het adresboek is opgeslagen.
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Fax] > [Opties] > [Voorpagina instellen] > [Voorpagina instellen] .
3. Druk op [Aan] .
4. Druk op [Voorblad Opm.] .
5. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de opmerking te kiezen die u wilt gebruiken en druk vervolgens op de opmerking.
Druk op .
6. Druk op [OK] . (Als de knop [OK] wordt weergegeven.)
7. Voer het faxnummer in.
8. Druk op [Fax start] .
Het voorblad wordt aan de volgende fax toegevoegd. Als u het voorblad aan elke uitgaande fax wilt toevoegen, stelt u de instellingen als de nieuwe standaard in.
Verwante informatie
•
•
Een boodschap voor het voorblad invoeren
210
> Een voorblad aan uw fax toevoegen
> Een boodschap voor het voorblad invoeren
Een boodschap voor het voorblad invoeren
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
U kunt een of twee eigen boodschappen invoeren om af te drukken op uitgaande faxen.
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Fax] > [Verzendmenu] > [Voorblad Opm.] .
2. Druk op [5] of [6] om uw aangepaste bericht op te slaan.
3. Voer het bericht voor het voorblad in met behulp van het LCD-scherm. Druk op [OK] .
Druk op om nummers, letters of speciale tekens te kiezen.
4. Druk op .
Verwante informatie
•
Een voorblad aan uw fax toevoegen
211
> Een fax die wordt verzonden annuleren
Een fax die wordt verzonden annuleren
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Druk op .
2. Druk op terwijl het apparaat aan het kiezen is of een fax aan het verzenden is.
De LCD geeft [Taak annuleren?] weer.
3. Druk op een optie in de tabel om te annuleren of de faxtaak die bezig is verder te zetten.
Optie Beschrijving
Ja Het apparaat annuleert het verzenden van de faxtaak.
Nee Het apparaat verlaat het proces zonder de faxtaak te annuleren.
Verwante informatie
•
212
> Een wachtende fax controleren en annuleren
Een wachtende fax controleren en annuleren
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
U kunt een faxtaak annuleren voordat deze wordt verzonden door de faxtaak te annuleren wanneer deze opgeslagen is en in het geheugen wacht.
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Fax] > [Rest. jobs] .
2. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om te bladeren door de wachtende taken en druk vervolgens op de taak die u wilt annuleren.
3. Druk op [Annul.] .
4. Druk op [Ja] om te bevestigen of druk op [Nee] om te verlaten zonder te annuleren.
5. Wanneer u klaar bent met het annuleren van taken, drukt u op .
Verwante informatie
•
213
> Faxopties
Faxopties
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Om faxverzendinstellingen te wijzigen, drukt u op de knop [Opties] .
Optie
Faxresolutie
Contrast
Beschrijving
Hiermee stelt u de resolutie voor uitgaande faxen in.
De faxkwaliteit kan vaak worden verbeterd door de faxresolutie te wijzigen.
Hiermee kunt u het contrast instellen.
Als uw document heel licht of heel donker is, kunt u de faxkwaliteit mogelijk verbeteren door het contrast te wijzigen.
Stel het formaat voor tweezijdig scannen in.
2-zijdige fax
(Voor modellen met automatisch tweezijdig scannen)
Scanformaat glas
Rondsturen
Tijdklok
Direct Verzend
Voorpagina instellen
Internationaal
Nieuwe standaard
Fabrieksinstellingen
Stemt het scangebied van de glasplaat af op het documentformaat.
Hiermee kunt u hetzelfde faxbericht naar meerdere faxnummers tegelijk verzenden.
Hiermee stelt u het tijdstip in waarop uitgestelde faxen worden verzonden.
U kunt een fax direct verzenden zonder te hoeven wachten tot het apparaat de scan uit het geheugen heeft opgehaald.
Hiermee stelt u in dat automatisch een voorgeprogrammeerd voorblad moet worden gefaxt.
Schakel deze functie in als u problemen ondervindt met het verzenden van faxen naar het buitenland.
Hiermee kunt u uw instellingen als de standaardinstellingen opslaan.
Hiermee worden alle fabrieksinstellingen hersteld.
U kunt de huidige instellingen opslaan door op [Opslaan als snelkoppeling] te drukken.
Verwante informatie
•
214
Home > Faxen > Faxen ontvangen
Faxen ontvangen
•
•
•
215
> Instellingen ontvangstmodus
Instellingen ontvangstmodus
•
•
•
Stel het aantal keren in dat het apparaat overgaat voordat deze antwoordt
•
De F/T-beltijd (snel dubbel belsignaal) instellen
•
•
De paginagrootte van een te grote inkomende fax verkleinen
•
Het tweezijdig afdrukken voor ontvangen faxen instellen
•
De faxontvangststempel instellen
•
Een fax ontvangen aan het einde van een telefoongesprek
216
> Overzicht van ontvangstmodi
Overzicht van ontvangstmodi
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
In sommige ontvangstmodi worden oproepen automatisch beantwoord (Alleen Fax en Fax/Tel). Mogelijk wilt u de belvertraging wijzigen voordat u deze standen gebruikt.
Stand Alleen fax
( [Alle fax] in het menu van het apparaat)
Stand Alleen fax beantwoordt elke oproep automatisch als een fax.
Fax/Tel-modus
( [Fax/telefoon] in het menu van het apparaat)
De modus Fax/Tel helpt u inkomende oproepen te beheren door te herkennen of het faxen dan wel telefoonoproepen zijn en deze op de volgende manieren te behandelen:
• Faxen worden automatisch ontvangen.
• Voicemail activeert het F/T-belsignaal om aan te geven dat u de oproep moet aannemen. Het dubbele belsignaal is een snel belsignaal afkomstig van uw apparaat.
Handmatige modus
( [Handmatig] in het menu van het apparaat)
Om een fax te ontvangen in de handmatige stand, pakt u de hoorn op van de externe telefoon die met het apparaat verbonden is.
Wanneer u faxtonen (korte herhalende tonen) hoort, drukt u op de knoppen in de tabel om een fax te ontvangen. Gebruik de functie Fax waarnemen om faxen te ontvangen wanneer u de hoorn hebt opgenomen op dezelfde lijn als het apparaat.
Toepasselijke modellen
Modellen met touchscreen-LCD
Om de fax te ontvangen
> Fax Start > Ontvangen
Extern antwoordapparaatmodus
( [Ext. TEL/ANT] in het menu van het apparaat)
De externe antwoordapparaatmodus laat een extern antwoordapparaat uw inkomende oproepen beheren.
Binnenkomende oproepen worden op de volgende manieren afgehandeld:
• Faxen worden automatisch ontvangen.
• Bellers kunnen een bericht op het externe antwoordapparaat inspreken.
Verwante informatie
•
217
> Kies de juiste ontvangstmodus
Kies de juiste ontvangstmodus
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
U dient een ontvangstmodus te kiezen afhankelijk van de externe apparaten en telefoondiensten die op uw lijn aanwezig zijn.
Standaard ontvangt uw apparaat automatisch alle faxen die ernaartoe worden verzonden. Met behulp van het onderstaande schema kunt u de juiste modus kiezen.
Wilt u de telefoonfunctie van uw apparaat (indien beschikbaar), een externe telefoon of extern antwoordapparaat op dezelfde lijn als het apparaat gebruiken?
Ja
Gebruikt u de functie Bericht op antwoordapparaat van een extern antwoordapparaat?
Nee
Wilt u dat het apparaat fax- en telefoonoproepen automatisch beantwoordt?
Nee
Nee
Stand Alleen fax
Ja
Extern antwoordapparaat modus
Ja
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Fax] > [Ontvangstmenu] >
[Ontvangstmod.] .
2. Druk op [Alle fax] , [Fax/telefoon] , [Ext. TEL/ANT] of [Handmatig] .
3. Druk op .
Verwante informatie
•
Gerelateerde onderwerpen:
•
Fax/Tel-modus
Handmatige modus
218
> Stel het aantal keren in dat het apparaat overgaat voordat deze antwoordt (Belvertraging)
Stel het aantal keren in dat het apparaat overgaat voordat deze antwoordt (Belvertraging)
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Wanneer iemand uw apparaat belt, hoort u het geluid van normale telefoontonen. Het aantal keren dat de telefoon overgaat wordt bepaald door de optie belvertraging.
• De belvertraginginstelling stelt in hoeveel keer het apparaat belt voordat deze antwoordt in de modi Alleen
Fax en Fax/Tel.
• Als een externe of tweede telefoon dezelfde lijn als het apparaat gebruikt, kiest u het maximaal aantal keren dat het apparaat over moet gaan.
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Fax] > [Ontvangstmenu] >
[Belvertraging] .
2. Druk het gewenste aantal oproepen in.
Als u [0] selecteert, antwoordt het apparaat onmiddellijk en belt de lijn helemaal niet (alleen beschikbaar in enkele landen).
3. Druk op .
Verwante informatie
•
Gerelateerde onderwerpen:
•
219
> De F/T-beltijd (snel dubbel belsignaal) instellen
De F/T-beltijd (snel dubbel belsignaal) instellen
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Wanneer u de ontvangstmodus op Fax/Tel-modus instelt, als de oproep een fax is, ontvangt uw apparaat deze automatisch. Als de oproep echter een normale oproep is, laat het apparaat het F/T-belsignaal horen (een dubbel belsignaal) gedurende de tijd die u hebt bepaald in de optie F/T-beltijd. Wanneer u het F/T-belsignaal hoort, betekent dit dat u een normale oproep op de lijn ontvangt.
• De functie F/T-beltijd werkt wanneer u Fax/Tel-modus als ontvangstmodus hebt ingesteld.
Omdat de F/T-beltijd door het apparaat wordt gemaakt, bellen tweede toestellen en externe telefonen niet. U kunt echter de oproep op elke telefoon beantwoorden.
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Fax] > [Ontvangstmenu] > [F/T beltijd] .
2. Druk op de tijdsduur dat het apparaat moet overgaan om u op een telefoongesprek te wijzen.
3. Druk op .
Zelfs als de beller tijdens het dubbele belsignaal ophangt, blijft het apparaat overgaan gedurende het aantal seconden dat u hebt geselecteerd.
Verwante informatie
•
220
> Stel Fax waarnemen in
Stel Fax waarnemen in
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Als Fax waarnemen Aan staat: Het apparaat ontvangt een faxoproep automatisch, zelfs als u de oproep beantwoordt. Wanneer u op de LCD [Ontvangst] ziet of 'getjirp' in de hoorn die u gebruikt hoort, haak dan de hoorn opnieuw in. Uw apparaat doet de rest.
Als Fax waarnemen uit staat: Als u bij het apparaat bent en een faxoproep beantwoordt door de hoorn op te nemen, drukt u op de knoppen in de volgende tabel om de fax te ontvangen. Als u de oproep op een tweede
1 of extern toestel hebt beantwoord, drukt u op *
51 .
Toepasselijke modellen
MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/
MFC-L3770CDW
Om de fax te ontvangen
> Fax Start > Ontvangen
• Als deze functie op [Aan] is ingesteld maar uw apparaat geen verbinding maakt met een faxoproep wanneer u een hoorn van het tweede toestel of externe telefoon opneemt, drukt u op de code voor activeren op afstand * 51 .
• Als u vanaf een computer faxen verzendt op dezelfde telefoonlijn en het apparaat deze onderschept, stelt u Fax waarnemen in op [Uit] .
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Fax] > [Ontvangstmenu] > [Fax
Waarnemen] .
2. Druk op [Aan] of [Uit] .
3. Druk op .
Verwante informatie
•
1 (Niet beschikbaar in Duitsland)
221
> De paginagrootte van een te grote inkomende fax verkleinen
De paginagrootte van een te grote inkomende fax verkleinen
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Als u de functie automatisch verkleinen inschakelt, verkleint het apparaat elke pagina van een inkomende fax zodat die op uw papier past. Het apparaat berekent het verkleiningspercentage door de paginagrootte van de fax en uw papierformaat te gebruiken.
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Fax] > [Ontvangstmenu] > [Auto reductie] .
2. Druk op [Aan] of [Uit] .
3. Druk op .
Verwante informatie
•
222
> Het tweezijdig afdrukken voor ontvangen faxen instellen
Het tweezijdig afdrukken voor ontvangen faxen instellen
Gerelateerde modellen : MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Het apparaat drukt ontvangen faxen dubbelzijdig af wanneer [Tweezijdig] is ingesteld op [Aan] .
• Gebruik A4-papier (60 tot 105 g/m 2 ) voor deze functie.
• Wanneer tweezijdig afdrukken is ingeschakeld, worden inkomende faxen automatisch verkleind zodat ze passen op het papier in de papierlade.
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Fax] > [Ontvangstmenu] > [Tweezijdig] .
2. Druk op [Aan] of [Uit] .
3. Druk op .
Verwante informatie
•
223
> De faxontvangststempel instellen
De faxontvangststempel instellen
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
U kunt het apparaat instellen om de datum en tijd van ontvangst af te drukken bovenaan in het midden van elke ontvangen faxpagina.
• Zorg ervoor dat u de juiste datum en tijd in de op het apparaat hebt ingesteld.
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Fax] > [Ontvangstmenu] >
[Faxontvangststempel] .
2. Druk op [Aan] of [Uit] .
3. Druk op .
Verwante informatie
•
224
> Een fax ontvangen aan het einde van een telefoongesprek
Een fax ontvangen aan het einde van een telefoongesprek
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Als u aan de telefoon spreekt die is aangesloten op uw apparaat van Brother en de andere partij ook aan een telefoon spreekt die met zijn fax is verbonden, dan kan de andere partij u aan het einde van het gesprek een fax verzenden voordat u beiden ophangt.
De ADF (automatische documentinvoer) moet leeg zijn.
1. Vraag de andere partij om het document in zijn of haar machine te plaatsen en vervolgens op de start- of verzendtoets te drukken.
2. Wanneer u de faxtonen hoort (traag herhalende pieptonen), drukt u op [Fax start] .
Als Automatisch opnieuw kiezen is ingesteld, wacht dan tot dit afgelopen is en probeer het daarna opnieuw.
3. Druk op [Ontvangen] om een fax te ontvangen.
4. Plaats de hoorn weer op de haak.
Verwante informatie
•
225
> Opties voor geheugenontvangst
Opties voor geheugenontvangst
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Gebruik opties voor ontvangst uit geheugen om inkomende faxen te sturen wanneer u niet in de buurt van het apparaat bent. U kunt slechts één optie voor Geheugenontvangst tegelijk gebruiken.
U kunt Geheugenontvangst instellen op:
• Fax doorzenden
• Fax opslaan
• PC-Fax ontvangen
• Doorzenden naar Cloud
Het apparaat zendt uw ontvangen faxen door naar internetservices.
• Uit
•
Inkomende faxen doorzenden naar een andere machine
•
Inkomende faxen in het machinegeheugen opslaan
•
Opties voor ontvangst in geheugen wijzigen
•
Geheugenontvangst uitschakelen
•
Een fax in het geheugen van het apparaat afdrukken
•
Gebruik PC-Fax Ontvangen om ontvangen faxen over te brengen naar uw computer
226
> Opties voor geheugenontvangst > Inkomende faxen doorzenden naar
een andere machine
Inkomende faxen doorzenden naar een andere machine
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Gebruik de functie Fax doorzenden om de door u ontvangen faxen automatisch naar een andere machine door te zenden.
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Fax] > [Ontvangstmenu] >
[Geheugenontv.] .
2. Druk op [Fax Doorzenden] .
3. Voer een van de volgende stappen uit:
• Druk op [Handmatig] om het nummer voor fax doorzenden in te voeren (max. 20 tekens) via de LCD.
Druk op [OK] .
• Druk op [Adresboek] .
Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om te bladeren tot u het faxnummer of e-mailadres vindt waarnaar uw faxen moeten worden doorgestuurd.
Druk op het gewenste faxnummer of e-mailadres.
• Druk op [Backup Print: Aan] of [Backup Print: Uit] . Als u [Backup Print: Aan] selecteert, drukt het apparaat ook een kopie af van de ontvangen faxen op uw apparaat.
4. Druk op .
Verwante informatie
•
227
> Opties voor geheugenontvangst > Inkomende faxen in het
machinegeheugen opslaan
Inkomende faxen in het machinegeheugen opslaan
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Gebruik de functie Fax opslaan om ontvangen faxen in het geheugen van het apparaat op te slaan. Vraag uw opgeslagen faxen op vanaf een faxapparaat op een andere locatie met behulp van de codes voor afstandsbediening. Uw apparaat drukt een reservekopie van elke opgeslagen fax af.
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Fax] > [Ontvangstmenu] >
[Geheugenontv.] .
2. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de optie [Fax Opslaan] weer te geven en druk vervolgens op [Fax Opslaan] .
Druk op [Backup Print: Aan] of [Backup Print: Uit] . Als u [Backup Print: Aan] selecteert, drukt het apparaat ook een kopie af van de ontvangen faxen op uw apparaat.
3. Druk op .
Verwante informatie
•
228
> Opties voor geheugenontvangst > Opties voor ontvangst in geheugen
wijzigen
Opties voor ontvangst in geheugen wijzigen
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Als er zich in het geheugen van uw apparaat ontvangen faxen bevinden wanneer u de bediening voor Fax op afstand wijzigt, wordt op het LCD-scherm een van de volgende vragen weergegeven:
Als ontvangen faxen automatisch werden afgedrukt, geeft de LCD [Alle documenten wissen?] weer
• Ga op een van de volgende manieren te werk:
Als u op [Ja] drukt, worden alle faxen in het geheugen gewist voordat de instelling wordt gewijzigd.
Als u op [Nee] drukt, worden de faxen in het geheugen niet gewist en blijft de instelling ongewijzigd.
Als er zich niet-afgedrukte faxen in het geheugen van het apparaat bevinden, geeft de LCD [Alle faxen afdrukken?] weer
• Ga op een van de volgende manieren te werk:
Als u op [Ja] drukt, worden alle faxen in het geheugen afgedrukt voordat de instelling wordt gewijzigd.
Als u op [Nee] drukt, worden de faxen in het geheugen niet afgedrukt en blijft de instelling ongewijzigd.
Als ontvangen faxen in het geheugen van het apparaat blijven wanneer u wijzigt naar [PC-Fax ontv.] vanaf een andere optie ( [Fax Doorzenden] of [Fax Opslaan] ).
• Druk op [<USB>] of de naam van de computer als u zich in een netwerk bevindt en druk vervolgens op
[OK] . U wordt gevraagd of u Reserveafdruk wilt inschakelen.
De LCD geeft het volgende weer:
[Fax
⇒
PC zenden?]
Als u op [Ja] drukt, worden faxen in het geheugen naar uw computer verzonden voordat de instelling wijzigt.
Als u op [Nee] drukt, worden de faxen in het geheugen niet gewist en blijft de instelling ongewijzigd.
Verwante informatie
•
229
> Opties voor geheugenontvangst > Geheugenontvangst uitschakelen
Geheugenontvangst uitschakelen
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Schakel geheugenontvangst uit als u niet wilt dat het apparaat inkomende faxen opslaat of overbrengt.
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Fax] > [Ontvangstmenu] >
[Geheugenontv.] .
2. Druk op [Uit] .
De LCD geeft opties weer als er zich in het geheugen van uw apparaat nog ontvangen faxen zitten.
3. Druk op .
Verwante informatie
•
230
> Opties voor geheugenontvangst > Een fax in het geheugen van het
apparaat afdrukken
Een fax in het geheugen van het apparaat afdrukken
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Als u [Fax Opslaan] selecteert, kunt u nog altijd een fax uit het geheugen afdrukken wanneer u bij uw apparaat staat.
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Fax] > [Print document] .
2. Druk op [Ja] .
Verwante informatie
•
Gerelateerde onderwerpen:
•
231
> Opties voor geheugenontvangst > Gebruik PC-Fax Ontvangen om
ontvangen faxen over te brengen naar uw computer (alleen Windows)
Gebruik PC-Fax Ontvangen om ontvangen faxen over te brengen naar uw computer (alleen Windows)
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Schakel de functie PC-Fax Ontvangen in, sla inkomende faxen automatisch op in het geheugen van uw apparaat en verzendt ze vervolgens naar uw computer. Gebruik uw computer voor het weergeven en het opslaan van deze faxen.
Op uw computer moet speciale software voor PC-Fax ontvangen zijn geïnstalleerd om ontvangen faxberichten naar de computer te kunnen overzetten.
Zelfs als u uw computer hebt uitgeschakeld ('s nachts of in het weekend bijvoorbeeld), ontvangt uw apparaat faxen en slaat hij deze op in het geheugen.
Wanneer u uw computer inschakelt en de software PC-FAX Ontvangen actief is, brengt uw apparaat uw faxen automatisch over naar uw computer.
Als u [Backup Print: Aan] selecteerde, drukt het apparaat de fax ook af.
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Fax] > [Ontvangstmenu] > [PC-Fax ontv.] .
2. Druk op [Aan] .
3. Druk op [OK] en volg de instructies op het LCD-scherm.
• PC-Fax Ontvangen is niet beschikbaar voor de Mac-besturingssystemen.
• Als u een foutmelding kreeg en het apparaat de faxen in het geheugen niet kan afdrukken, kunt u deze instelling gebruiken om uw faxen naar uw computer over te brengen.
4. Druk op [<USB>] of de naam van de computer als u faxen wilt ontvangen terwijl u met een netwerk bent verbonden, en druk vervolgens op [OK] .
5. Druk op [Backup Print: Aan] of [Backup Print: Uit] .
6. Druk op .
Verwante informatie
•
232
> Opties voor faxen op afstand
Opties voor faxen op afstand
Gebruik Afstandsbediening om uw apparaat te bellen vanaf een toetstelefoon of faxapparaat en gebruik een toegangscode op afstand en opdrachten op afstand om faxberichten op te halen.
•
Stel een toegangscode op afstand in
•
Uw toegangscode op afstand gebruiken
•
Opdrachten voor afstandsbediening
•
Faxen van op afstand doorsturen
•
Wijzig het nummer voor fax doorzenden
233
> Opties voor faxen op afstand > Stel een toegangscode op afstand in
Stel een toegangscode op afstand in
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Stel een toegangscode op afstand in om toegang te krijgen tot uw apparaat van Brother en deze te beheren, zelfs als u niet in de buurt van het apparaat bent.
Voordat u de afstandsbediening en functies voor bediening op afstand kunt gebruiken, moet u uw eigen code instellen. De fabrieksinstelling van de code is de inactieve code (---*).
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Fax] > [Afst.bediening] .
2. Voer een code van drie cijfers in met behulp van de nummers [0] tot [9] , [*] of [#] met behulp van de
LCD (de voorinstelling "*" kan niet worden gewijzigd) en druk vervolgens op [OK] .
•
• Gebruik NOOIT dezelfde code voor uw Code voor activeren op afstand (*51) of Code voor deactiveren op afstand
Om uw code inactief te maken, houdt u drukt u vervolgens op [OK] .
ingedrukt om de inactieve instelling (---*) te herstellen en
3. Druk op .
Verwante informatie
•
1
(Niet beschikbaar in Duitsland)
234
> Opties voor faxen op afstand > Uw toegangscode op afstand
gebruiken
Uw toegangscode op afstand gebruiken
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Kies uw faxnummer op een toetstelefoon of op een andere faxmachine.
2. Als uw apparaat de oproep beantwoordt, toetst u onmiddellijk de toegangscode in (drie cijfers gevolgd door
*).
3. Het apparaat geeft met de volgende signalen aan of er een faxbericht is ontvangen:
• Een lange toon -- Faxberichten
• Geen pieptonen -- Geen berichten
4. Het apparaat geeft twee korte geluidssignalen om aan te geven dat u een opdracht moet invoeren.
• Als u na 30 seconden nog geen opdracht hebt ingevoerd, wordt de verbinding verbroken.
• Als u een ongeldige opdracht invoert, hoort u drie piepjes.
5. Druk op 9 0 om het apparaat te resetten wanneer u klaar bent.
6. Hang op.
• In sommige landen is deze functie mogelijk niet beschikbaar of wordt deze functie niet door uw lokale telefoonbedrijf ondersteund.
Verwante informatie
•
235
> Opties voor faxen op afstand > Opdrachten voor afstandsbediening
Opdrachten voor afstandsbediening
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Gebruik de opdrachten op afstand in deze tabel om toegang te krijgen tot faxopdrachten en -opties wanneer u niet bij het apparaat van Brother bent. Wanneer u het apparaat belt en uw toegangscode op afstand (drie cijfers gevolgd door *) invoert, laat het systeem twee korte pieptonen horen en moet u een opdracht op afstand invoeren (kolom 1), gevolgd door een van de opties (kolom 2) voor die opdracht.
Werkingsinformatie Opdrachten op afstand
95
Opties
Wijzig de instellingen Fax doorzenden of
Fax opslaan
1 UIT
2 Fax doorzenden
4 Nummer voor fax doorzenden
6 Fax opslaan
U kunt Uit selecteren nadat u al uw berichten hebt opgehaald of gewist.
Eén lange pieptoon betekent dat de wijziging wordt geaccepteerd. Als u drie korte pieptonen hoort, kunt u geen wijziging doorvoeren omdat iets niet werd ingesteld (een nummer voor fax doorzenden werd bijvoorbeeld niet geregistreerd). U kunt uw nummer voor fax doorzenden registreren door 4 in te voeren. Nadat u het nummer hebt geregistreerd, werkt Fax doorzenden.
96 Een fax ophalen
2 Alle faxen opvragen
3 Faxen uit het geheugen wissen
Voer een faxnummer van een faxapparaat op afstand in om opgeslagen faxberichten te ontvangen.
Als u één lange pieptoon hoort, werden faxberichten uit het geheugen gewist.
97 De ontvangststatus controleren
1 Fax Controleer of uw apparaat faxen heeft ontvangen.
Als dat zo is, hoort u één lange pieptoon. Als dat niet zo is, hoort u drie korte pieptonen.
98
90
De ontvangstmodus wijzigen
1 Extern antwoordapparaat
2 Fax/Tel-modus
3 Alleen fax
Verlaten
Eén lange pieptoon betekent dat de wijziging werd geaccepteerd.
Druk op 9 0 om de afstandsbediening te stoppen.
Wacht op de lange pieptoon en hang vervolgens op.
Verwante informatie
•
236
> Opties voor faxen op afstand > Faxen van op afstand doorsturen
Faxen van op afstand doorsturen
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Bel uw apparaat van Brother van op om het even welke toetstelefoon of faxapparaat om inkomende faxen naar een andere machine door te sturen.
U moet Fax opslaan inschakelen om deze functie te gebruiken.
1. Kies het nummer van uw faxmachine.
2. Als uw apparaat de oproep beantwoordt, toetst u de toegangscode op afstand in (drie cijfers gevolgd door *).
Als u een lange toon hoort, zijn er berichten voor u.
3. Als u twee korte piepjes hoort, drukt u op 9 6 2.
4. Wacht op de lange toon en toets vervolgens met de kiestoetsen het nummer (maximaal 20 cijfers) in van het faxapparaat waarheen de faxberichten moeten worden doorgezonden, gevolgd door # #.
U kunt * en # niet als kiesnummers gebruiken. U kunt # echter wel gebruiken om een pauze in een nummer in te lassen.
5. Wacht tot u het piepje van het apparaat hoort en hang op. Uw apparaat belt het andere faxapparaat en dit apparaat drukt uw faxberichten af.
Verwante informatie
•
237
> Opties voor faxen op afstand > Wijzig het nummer voor fax
doorzenden
Wijzig het nummer voor fax doorzenden
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
U kunt vanaf een andere toetstelefoon of faxmachine het nummer voor Fax doorzenden wijzigen.
1. Kies het nummer van uw faxmachine.
2. Als uw apparaat de oproep beantwoordt, toetst u de toegangscode op afstand in (drie cijfers gevolgd door *).
Als u een lange toon hoort, zijn er berichten voor u.
3. Als u twee korte piepjes hoort, drukt u op 9 5 4.
4. Wacht op de lange toon en toets vervolgens met de kiestoetsen het nieuwe nummer (maximaal 20 cijfers) in van het faxapparaat waarheen de faxberichten moeten worden doorgezonden, gevolgd door # #.
U hoort een lange pieptoon.
U kunt * en # niet als kiesnummers gebruiken. U kunt # echter wel gebruiken om een pauze in een nummer in te lassen.
5. Wanneer u twee korte pieptonen hoort, drukt u op 9 0 om toegang op afstand te stoppen als u klaar bent.
6. Wacht tot u het piepje van het apparaat hoort en hang op.
Verwante informatie
•
238
Home > Faxen > Voicehandelingen en faxnummers
Voicehandelingen en faxnummers
•
•
•
Groepen voor groepsverzenden instellen
•
239
Voicehandelingen en faxnummers
> Voicehandelingen
Voicehandelingen
•
Een telefoonoproep oppakken in fax/tel-ontvangstmodus
240
Voicehandelingen en faxnummers
>
> Een telefoonoproep oppakken in fax/tel-ontvangstmodus
Een telefoonoproep oppakken in fax/tel-ontvangstmodus
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Wanneer het apparaat in Fax/Tel-modus is, gebruikt het de F/T-beltoon (snel dubbel belsignaal) om u erop te wijzen een telefoongesprek te beantwoorden.
Als u zich bij het apparaat bevindt, neemt u de hoorn van de externe telefoon op en drukt u vervolgens op de knop in de volgende tabel om te antwoorden:
Toepasselijke modellen
MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/
MFC-L3770CDW
Om een telefoonoproep te beantwoorden
Ophalen
Als u zich bij een tweede toestel bevindt
1 , neemt u de hoorn op tijdens de F/T-beltoon en drukt u vervolgens op
#51 tussen de snelle dubbele belsignalen. Als er niemand aan de lijn is of als iemand u een fax wil zenden, stuurt u de oproep terug naar het apparaat door op *51 te drukken.
Verwante informatie
•
1 (Niet beschikbaar in Duitsland)
241
Voicehandelingen en faxnummers
> Faxnummers opslaan
Faxnummers opslaan
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
•
•
Namen of nummers in het adresboek wijzigen of wissen
242
Voicehandelingen en faxnummers
>
> Adresboeknummers opslaan
Adresboeknummers opslaan
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Druk op [Fax] > [Adres- boek] .
2. Ga als volgt te werk: a. Druk op [Bewerken] .
b. Druk op [Nw adres toev.] .
c. Druk op [Naam] .
d. Voer de naam in via de LCD (max. 16 tekens) en druk vervolgens op [OK] .
e. Druk op [Adres] .
f. Voer het fax- of telefoonnummer in via de LCD (max. 20 cijfers) en druk vervolgens op [OK] .
g. Druk op [OK] .
Om een ander adresboeknummer op te slaan, herhaalt u deze stappen.
3. Druk op .
Verwante informatie
•
•
Adresboeknummers van uitgaande oproepen opslaan
243
Voicehandelingen en faxnummers
>
> Adresboeknummers opslaan > Adresboeknummers van uitgaande oproepen opslaan
Adresboeknummers van uitgaande oproepen opslaan
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
U kunt adresboeknummers van de geschiedenis van uitgaande oproepen opslaan.
1. Druk op [Fax] > [Oproephist.] > [Uitg. gesprek] .
2. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om het gewenste nummer weer te geven en druk erop.
3. Druk op [Bewerken] > [Toevoegen aan adresboek] > [Naam] .
Om het nummer te verwijderen, drukt u op [Bewerken] > [Verwijder] . Druk ter bevestiging op [Ja] .
4. Voer de naam in via het LCD-scherm (max. 16 tekens).
5. Druk op [OK] .
6. Druk op [OK] om het fax- of telefoonnummer dat u wilt opslaan te bevestigen.
7. Druk op .
Verwante informatie
•
244
Voicehandelingen en faxnummers
>
> Namen of nummers in het adresboek wijzigen of wissen
Namen of nummers in het adresboek wijzigen of wissen
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Druk op [Fax] > [Adres- boek] > [Bewerken] .
2. Voer een van de volgende stappen uit:
• Druk op [Wijzigen] om de namen of fax- of telefoonnummers te bewerken.
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag of druk op a of b om het nummer dat u wilt wijzigen weer te geven en druk er vervolgens op.
Als u de naam wilt wijzigen, drukt u op [Naam] . Voer de nieuwe naam in (max. 16 tekens) met behulp van de LCD en druk vervolgens op [OK] .
Als u het fax- of telefoonnummer wilt wijzigen, drukt u op [Adres] . Voer het nieuwe fax- of telefoonnummer in (max. 20 cijfers) met behulp van de LCD en druk vervolgens op [OK] .
Druk op [OK] om te beëindigen.
Tekst invoeren:
Als u een teken wilt wijzigen, drukt u op d of c om het onjuiste teken met de cursor te markeren. Druk vervolgens op .
Voer het nieuwe teken in.
• Als u nummers wilt verwijderen, drukt u op [Verwijder] .
Selecteer de fax- of telefoonnummers die u wilt wissen door erop te drukken zodat er een rood vinkje bij staat, en druk vervolgens op [OK] .
3. Druk op .
Verwante informatie
•
245
Voicehandelingen en faxnummers
> Groepen voor groepsverzenden instellen
Groepen voor groepsverzenden instellen
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Met een groep, die u in het adresboek kunt opslaan, kunt u dezelfde fax naar meerdere nummers verzenden.
Eerst moet u elk faxnummer in het adresboek opslaan. Vervolgens kunt u deze als nummers in de groep opnemen. Elke groep heeft een eigen adresboeknummer.
Toepasselijke modellen Maximaal aantal groepen
MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/
MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
20 groepen
Maximaal aantal nummers in een grote groep
199 nummers
1. Druk op [Fax] > [Adres- boek] .
2. Ga als volgt te werk: a. Druk op [Bewerken] > [Groep instell.] > [Naam] .
b. Voer de groepsnaam in (max. 16 tekens) met behulp van de LCD en druk vervolgens op [OK] .
c. Druk op [Toev./Verw.] .
d. Voeg adresboeknummers toe aan de groep door erop te drukken zodat er een rood vinkje wordt weergegeven en druk vervolgens op [OK] .
e. Lees en bevestig de weergegeven lijst met namen en nummers die u hebt gekozen en druk vervolgens op [OK] om uw groep op te slaan.
Om een andere groep voor groepsverzenden op te slaan, herhaalt u deze stappen.
3. Druk op .
Verwante informatie
•
Voicehandelingen en faxnummers
•
Een groepsverzendingsnaam wijzigen
•
•
Een groepsverzendingslid toevoegen of verwijderen
246
Voicehandelingen en faxnummers
>
Groepen voor groepsverzenden instellen > Een
groepsverzendingsnaam wijzigen
Een groepsverzendingsnaam wijzigen
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Druk op [Fax] > [Adres- boek] > [Bewerken] > [Wijzigen] .
2. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de gewenste groep weer te geven en druk vervolgens op de groepsnaam.
3. Druk op [Naam] .
4. Voer de nieuwe groepsnaam in (max. 16 tekens) met behulp van de LCD en druk vervolgens op [OK] .
Een opgeslagen naam wijzigen:
Als u een teken wilt wijzigen, drukt u op d of c om het onjuiste teken met de cursor te markeren. Druk vervolgens op .
Voer het nieuwe teken in.
5. Druk op [OK] .
6. Druk op .
Verwante informatie
•
Groepen voor groepsverzenden instellen
247
Voicehandelingen en faxnummers
>
Groepen voor groepsverzenden instellen > Een
groepsverzending wissen
Een groepsverzending wissen
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Druk op [Fax] > [Adres- boek] > [Bewerken] > [Verwijder] .
2. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de gewenste groep weer te geven en druk vervolgens op de groepsnaam.
3. Druk op [OK] .
4. Druk op .
Verwante informatie
•
Groepen voor groepsverzenden instellen
248
Voicehandelingen en faxnummers
>
Groepen voor groepsverzenden instellen > Een
groepsverzendingslid toevoegen of verwijderen
Een groepsverzendingslid toevoegen of verwijderen
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Druk op [Fax] > [Adres- boek] > [Bewerken] > [Wijzigen] .
2. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de gewenste groep weer te geven en druk vervolgens op de groepsnaam.
3. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de optie [Toev./Verw.] weer te geven en druk vervolgens op [Toev./Verw.] .
4. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de nummer weer te geven die u wilt toevoegen of wissen.
5. Doe het volgende voor elk nummer dat u wilt wijzigen:
• Als u een nummer aan de groep wilt toevoegen, drukt u op het selectievakje van het nummer om een vinkje toe te voegen.
• Als u een nummer uit de groep wilt verwijderen, drukt u op het selectievakje van het nummer om het vinkje te verwijderen.
6. Druk op [OK] .
7. Druk op [OK] .
8. Druk op .
Verwante informatie
•
Groepen voor groepsverzenden instellen
249
Voicehandelingen en faxnummers
> Adresboeknummers combineren
Adresboeknummers combineren
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Het kan zijn dat u een keuze wilt maken uit meerdere interlokale providers wanneer u een fax verzendt. Tarieven kunnen afhankelijk zijn van de tijd en de bestemming. Om te profiteren van lage tarieven kunt u de toegangscodes van interlokale providers en creditcardnummers opslaan als adresboeknummers.
U kunt deze lange kiesreeksen opslaan door ze te verdelen en op te stellen als afzonderlijke adresboeknummers in om het even welke combinatie. U kunt dit zelfs combineren met handmatig kiezen met behulp van de kiestoetsen.
Bijvoorbeeld: U kunt "01632" en "960555" in uw apparaat hebben bewaard zoals getoond in de volgende tabel.
Toepasselijke modellen
MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/
MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
'01632' bewaard in
Adresboek: Brother 1
'960555' bewaard in
Adresboek: Brother 2
U kunt beide gebruiken om het nummer '01632-960555' te kiezen met behulp van de volgende procedure.
1. Druk op [Fax] > [Adres- boek] .
2. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om het nummer van Brother 1 weer te geven.
3. Druk op het nummer.
4. Druk op [Toepassen] .
5. Druk op [Adres- boek] .
6. Druk op [OK] .
7. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om het nummer van Brother 2 weer te geven.
8. Druk op het nummer.
9. Druk op [Toepassen] .
10. Druk op [Fax start] .
Het apparaat belt '01632-960555'.
Om een nummer tijdelijk te wijzigen, kunt u een deel van het nummer vervangen door het met behulp van de
LCD in te drukken. Om het nummer bijvoorbeeld te wijzigen naar "01632-960556", kunt u het nummer (Brother 1:
01632) invoeren met behulp van het adresboek, drukken op [Toepassen] en vervolgens op 960556 met behulp van de LCD.
Als u moet wachten op een andere kiestoon of signaal op een punt in de kiesreeks, dan kunt u een pauze in het nummer invoegen door te drukken op [Pauze] .
Verwante informatie
•
Voicehandelingen en faxnummers
250
Home > Faxen > Telefoondiensten en externe apparaten
Telefoondiensten en externe apparaten
•
Het type telefoonlijn instellen
•
•
•
Aansluiting op meerdere lijnen (PBX)
251
Telefoondiensten en externe apparaten > Het type telefoonlijn instellen
Het type telefoonlijn instellen
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Als u het apparaat aansluit op een lijn met PBX of ISDN voor het verzenden en ontvangen van faxen, moet u het type telefoonlijn selecteren dat overeenstemt met de functie van uw lijn.
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Stand.instel.] > [Tel lijn inst] .
2. Druk op [Normaal] , [PBX] of [ISDN] .
3. Als u [PBX] selecteerde, voert u de volgende stappen uit: a. Druk op [Aan] of [Altijd] .
• Als u [Aan] selecteert, kiest het apparaat alleen een voorvoegselnummer voor het faxnummer wanneer u op [R] drukt.
• Als u [Altijd] selecteert, kiest het apparaat altijd een voorvoegselnummer voor het faxnummer.
b. Druk op [Buitenlijn] .
c. Voer het voorvoegselnummer in met behulp van de LCD en druk vervolgens op [OK] .
• U kunt de cijfers 0 tot en met 9, #, * en ! gebruiken. U kunt ! niet met andere cijfers of tekens gebruiken.
4. Druk op .
Verwante informatie
•
Telefoondiensten en externe apparaten
•
252
Telefoondiensten en externe apparaten >
Het type telefoonlijn instellen
> PBX en
TRANSFER
PBX en TRANSFER
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
De standaardinstelling van [Tel lijn inst] op het apparaat is [Normaal] , zodat u het apparaat op een standaard openbaar telefoonnetwerk (PSTN) kunt aansluiten. De meeste kantoren gebruiken echter een centraal telefoonsysteem oftewel een Private Branch Exchange (PBX). Uw apparaat kan op de meeste PBXtelefoonsystemen worden aangesloten. De oproepfunctie van het apparaat ondersteunt alleen TBR (Timed
Break Recall). TBR werkt met de meeste PBX-systemen, zodat u toegang krijgt tot een buitenlijn of gesprekken naar een andere lijn kunt doorverbinden
1 . Om deze functie te gebruiken, drukt u op de knop in de tabel.
Toepasselijke modellen
MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/
MFC-L3770CDW
Om de oproepfunctie van het apparaat te gebruiken
R
Programmeer een druk van de knop in de tabel als onderdeel van een in het adresboek bewaard nummer
(Eéntoetsnummer en Snelkiezen in sommige modellen). Wanneer u het adresboeknummer programmeert
(Eéntoetsnummer en Snelkiesnummer in sommige modellen), drukt u eerst op de knop (de LCD geeft "!" weer) en voert u vervolgens het telefoonnummer in. Zo hoeft u niet elke keer op de knop te drukken voordat u uit het adresboek kiest (Eéntoetsnummer of Snelkiezen). Uw type telefoonlijn moet op het apparaat op PBX zijn ingesteld om deze programmering te gebruiken.
Verwante informatie
•
Het type telefoonlijn instellen
1 (Niet beschikbaar in Duitsland)
253
Telefoondiensten en externe apparaten > Extern antwoordapparaat
Extern antwoordapparaat
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
U kunt een extern antwoordapparaat op dezelfde lijn als uw apparaat aansluiten. Als uw antwoordapparaat een oproep beantwoordt, 'luistert' het apparaat naar de faxtonen van het verzendende faxapparaat. Als faxtonen worden waargenomen, neemt het apparaat de oproep over en wordt de fax ontvangen. Als er geen faxtonen worden waargenomen, wordt de beller met uw antwoordapparaat verbonden en wordt [Telefoon] op het LCDscherm weergegeven.
Het externe antwoordapparaat moet binnen vier belsignalen antwoorden (de aanbevolen instelling is twee belsignalen). Dit komt omdat uw apparaat de faxtonen niet kan horen tot het externe antwoordapparaat de oproep heeft beantwoord. Het verzendende apparaat gaat nog acht tot tien seconden door met het zenden van faxtonen. U kunt beter niet de bespaarstand op uw externe antwoordapparaat gebruiken als dit is ingesteld op meer dan vier belsignalen om geactiveerd te worden.
1
2
BELANGRIJK
Sluit een antwoordapparaat NOOIT op een andere plaats op dezelfde telefoonlijn aan.
Als u problemen hebt met het ontvangen van faxen, stelt u op uw externe antwoordapparaat een lagere waarde voor de belvertraging in.
Verwante informatie
•
Telefoondiensten en externe apparaten
•
Een extern antwoordapparaat aansluiten
•
Een uitgaand bericht (OGM) op uw externe antwoordapparaat opnemen
254
Telefoondiensten en externe apparaten >
Extern antwoordapparaat > Een extern
antwoordapparaat aansluiten
Een extern antwoordapparaat aansluiten
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Stel uw externe antwoordapparaat in op het laagste aantal belsignalen dat is toegestaan. Neem contact op met uw telefoonbedrijf voor meer informatie. (De instelling voor de belvertraging van het apparaat is niet van toepassing.)
2. Neem een uitgaand bericht op uw externe antwoordapparaat op.
3. Stel het antwoordapparaat in om oproepen aan te nemen.
4. Stel de ontvangstmodus op uw apparaat in op [Ext. TEL/ANT] .
Verwante informatie
•
255
Telefoondiensten en externe apparaten >
Extern antwoordapparaat > Een uitgaand
bericht (OGM) op uw externe antwoordapparaat opnemen
Een uitgaand bericht (OGM) op uw externe antwoordapparaat opnemen
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Neem 5 seconden stilte op aan het begin van uw bericht. Dit geeft uw apparaat de tijd om te luisteren naar faxtonen.
2. Wij adviseren u het bericht te beperken tot 20 seconden.
3. Beëindig uw bericht van 20 seconden met uw code voor activeren op afstand voor wie handmatig faxen wil verzenden. Bijvoorbeeld: "Spreek een bericht in na de toon of druk op *51 en verzend een fax."
OPMERKING
We raden aan om uw OGM te starten met een stilte van 5 seconden omdat het apparaat geen faxtonen door een luide stem kan horen. U kunt proberen deze pauze weg te laten, maar als uw apparaat problemen heeft om faxen te ontvangen, moet u de OGM opnieuw opnemen en deze pauze invoegen.
Verwante informatie
•
256
Telefoondiensten en externe apparaten > Externe en tweede toestellen
Externe en tweede toestellen
•
Een extern of tweede toestel aansluiten
•
Bediening vanaf externe en tweede toestellen
•
Als u een draadloos extern toestel van een andere fabrikant gebruikt
•
De afstandsbedieningscodes gebruiken
257
Telefoondiensten en externe apparaten >
> Een extern of tweede toestel aansluiten
Een extern of tweede toestel aansluiten
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
U kunt een afzonderlijke telefoon op uw apparaat aansluiten zoals in onderstaande diagram getoond.
3
Zorg ervoor dat de kabel van de externe telefoon niet meer dan drie meter lang is.
Verwante informatie
•
258
Telefoondiensten en externe apparaten >
> Bediening vanaf externe en tweede toestellen
Bediening vanaf externe en tweede toestellen
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Als u een faxoproep op een tweede toestel of externe telefoon beantwoordt, kunt u uw apparaat de oproep doen ontvangen door de code voor activeren op afstand te gebruiken. Wanneer u op de code voor activeren op afstand *51 drukt, begint het apparaat de fax te ontvangen.
Als het apparaat een telefoonoproep beantwoordt en een dubbel belsignaal laat horen zodat u kunt overnemen,
kunt u de oproep beantwoorden op een tweede toestel door op de code voor deactiveren op afstand 1
#51 te drukken.
Als u een oproep beantwoordt en er zich niemand op de lijn bevindt:
Dan moet u aannemen dat u een handmatige fax ontvangt.
Druk op *51 en wacht op het getjirp of tot de LCD [Ontvangst] weergeeft en hang vervolgens op.
U kunt ook de functie Fax waarnemen gebruiken zodat uw apparaat automatisch de oproep beantwoordt.
Verwante informatie
•
1 (Niet beschikbaar in Duitsland)
259
Telefoondiensten en externe apparaten >
> Als u een draadloos extern toestel van een andere fabrikant gebruikt
Als u een draadloos extern toestel van een andere fabrikant gebruikt
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Als uw draadloze telefoon (niet Brother) verbonden is met het telefoonsnoer en u de draadloze hoorn vaak ergens anders mee naartoe neemt, is het eenvoudiger oproepen te beantwoorden tijdens de belvertraging.
Als u het apparaat eerst laat antwoorden, moet u naar het apparaat gaan zodat u op [Ophalen] of Telefoon/
Intern kunt drukken om de oproep naar de draadloze handset door over te brengen.
Verwante informatie
•
260
Telefoondiensten en externe apparaten >
> De afstandsbedieningscodes gebruiken
De afstandsbedieningscodes gebruiken
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Code voor activeren op afstand
Als u een faxoproep beantwoordt op een tweede of extern toestel, kunt u de oproep doorverbinden naar het apparaat door het intoetsen van de code voor activeren op afstand *51 . Wacht tot u de tjirpende geluiden hoort en leg vervolgens de hoorn op de haak.
Als u een faxoproep op de externe telefoon beantwoordt, kunt u het apparaat opdragen om de fax te ontvangen door op de knoppen in de volgende tabel te drukken:
Toepasselijke modellen
MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/
MFC-L3770CDW
Om het apparaat op te dragen de fax te ontvangen
Fax start en vervolgens Ontvangen
Code voor deactiveren op afstand (Niet beschikbaar in Duitsland)
Als u een telefoonoproep ontvangt en het apparaat zich in F/T-modus bevindt, begint het de F/T-beltoon (snel dubbel belsignaal) te laten horen na de initiële belvertraging. Als u de oproep beantwoordt op een tweede toestel, kunt u de F/T-beltoon uitschakelen door op #51 te drukken (zorg ervoor dat u hierop drukt tussen de beltonen).
Als het apparaat een telefoonoproep beantwoordt en een snel dubbel belsignaal laat horen zodat u kunt overnemen, kunt u de oproep beantwoorden op de externe telefoon door op de knop in de volgende tabel te drukken:
Toepasselijke modellen
MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/
MFC-L3770CDW
Om een telefoonoproep te beantwoorden
Ophalen
Verwante informatie
•
•
De codes voor afstandsbediening wijzigen
261
Telefoondiensten en externe apparaten >
>
De afstandsbedieningscodes gebruiken
> De codes voor afstandsbediening wijzigen
De codes voor afstandsbediening wijzigen
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
De vooraf ingestelde code voor activering op afstand is *51 . De vooraf ingestelde code voor deactiveren op afstand
#51 . Wanneer de verbinding iedere keer wordt verbroken wanneer u probeert om vanaf een ander toestel toegang te krijgen tot uw externe antwoordapparaat, is het raadzaam om de driecijferige code te wijzigen in een ander driecijferige code met de nummers 0-9, *, #.
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Fax] > [Ontvangstmenu] > [Act.Op
Afst.] .
2. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als u de code voor activeren op afstand wilt wijzigen, drukt u op [Afstandscode] . Voer de nieuwe code in en druk vervolgens op [OK] .
•
Als u de code voor deactiveren op afstand 1
wilt wijzigen, drukt u op [Deactiveren] . Voer de nieuwe code in en druk vervolgens op [OK] .
• Als u de codes niet wilt wijzigen, gaat u naar de volgende stap.
• Om de afstandsbedieningscodes uit te schakelen (of in te schakelen), drukt u op [Act.Op Afst.] en drukt u vervolgens op [Uit] (of [Aan] ).
3. Druk op .
Verwante informatie
•
De afstandsbedieningscodes gebruiken
1 (Niet beschikbaar in Duitsland)
262
Telefoondiensten en externe apparaten > Aansluiting op meerdere lijnen (PBX)
Aansluiting op meerdere lijnen (PBX)
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Wij raden u aan om contact op te nemen met het bedrijf dat uw PBX heeft geïnstalleerd om uw apparaat aan te sluiten. Wanneer u beschikt over een systeem met meerdere lijnen, raden wij u aan om de installateur te vragen om het apparaat op de laatste lijn van het systeem aan te sluiten. Zo wordt voorkomen dat het apparaat wordt geactiveerd wanneer het systeem telefoonoproepen ontvangt. Als alle inkomende oproepen worden beantwoord door een telefonist(e), raden we aan om de ontvangstmodus op [Handmatig] in te stellen.
Wij kunnen niet garanderen dat uw apparaat onder alle omstandigheden naar behoren werkt als deze is aangesloten op een PBX. Neem bij problemen met het verzenden of ontvangen van faxen eerst contact op met het bedrijf dat uw centrale verzorgt.
Verwante informatie
•
Telefoondiensten en externe apparaten
263
Faxrapporten
•
•
264
> Een verzendrapport afdrukken
Een verzendrapport afdrukken
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
U kunt het verzendrapport gebruiken als bewijs dat u een fax hebt verzonden. Dit rapport vermeldt de naam of faxnummer van de partij, de tijd en datum van de transmissie, de duur van de transmissie, het aantal verzonden pagina's en of de transmissie wel of niet is gelukt.
Er zijn diverse instellingen beschikbaar voor het verzendrapport:
Aan
Aan (+afb.)
Alleen fout
Alleen fout
(+afbeelding)
Uit
Druk een rapport af na elke fax die u verzendt.
Druk een rapport af na elke fax die u verzendt.
Een deel van de eerste pagina van de fax verschijnt op het rapport.
Drukt een rapport af als uw fax niet succesvol is wegens een transmissiefout.
Drukt een rapport af als uw fax niet succesvol is wegens een transmissiefout.
Een deel van de eerste pagina van de fax verschijnt op het rapport.
Uw Brother-apparaat drukt geen rapporten af na het verzenden van faxen.
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Fax] > [Kies rapport] > [Verzendrapp.] .
2. Druk op de gewenste optie.
Als u [Aan (+afb.)] of [Alleen fout (+afbeelding)] selecteert, verschijnt de afbeelding niet op het verzendrapport als Direct verzenden is ingesteld op [Aan] .
3. Druk op .
Als de transmissie succesvol is, verschijnt OK naast RESULT op het verzendrapport. Als de transmissie niet succesvol is, verschijnt NG naast RESULT.
Verwante informatie
•
265
> Een faxjournaal afdrukken
Een faxjournaal afdrukken
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
U kunt het apparaat zo instellen dat er op vaste tijden een faxjournaal wordt afgedrukt (elke 50 faxen, elke 6, 12 of 24 uur, elke 2 of 7 dagen).
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Fax] > [Kies rapport] > [Journaal tijd]
> [Journaal tijd] .
2. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om een interval te selecteren en druk er vervolgens op.
• Elke 6, 12, 24 uur, 2 of 7 dagen
Het apparaat drukt het rapport op het opgegeven tijdstip af en verwijdert vervolgens alle logboekgegevens over verzenden en ontvangen uit het geheugen. Als het geheugen van het apparaat vol is omdat het maximum van 200 logboekgegevens is bereikt en de door u geselecteerde tijd nog niet is verstreken, wordt het faxjournaal voortijdig afgedrukt en worden vervolgens alle taken uit het geheugen gewist. Als u een extra rapport wilt voordat het tijd is om dit automatisch af te drukken, kunt u er een afdrukken zonder dat de logboekgegevens uit het geheugen worden gewist.
• Elke 50 faxen
Het journaal wordt afgedrukt als 50 logboekgegevens over verzenden en ontvangen in het apparaat zijn opgeslagen.
3. Als u elke 6, 12, 24 uur, 2 of 7 dagen geselecteerd hebt, druk op [Tijd] en voer het tijdstip in waarop het afdrukken moet starten (in 24-uursnotatie) via de LCD en druk vervolgens op [OK] . (Bijvoorbeeld: voer 19:45 in voor 7:45 PM.)
4. Als u [Elke 7 dagen] selecteerde, drukt u op [Dag] .
5. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de optie [Elke maandag] , [Elke dinsdag] , [Elke woensdag] , [Elke donderdag] , [Elke vrijdag] , [Elke zaterdag] of [Elke zondag] weer te geven en druk vervolgens op de eerste dag van de aftelperiode van 7 dagen.
6. Druk op .
Verwante informatie
•
266
PC-FAX
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
•
•
267
PC-FAX voor Windows
•
Overzicht van PC-FAX (Windows)
•
Een fax verzenden met PC-FAX (Windows)
•
Ontvang faxen op uw computer (Windows)
268
> Overzicht van PC-FAX (Windows)
Overzicht van PC-FAX (Windows)
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Verminder het papierverbruik en bespaar tijd door de PC-FAX-software van Brother te gebruiken om faxen rechtstreeks van uw apparaat te sturen.
•
•
Uw adresboek van PC-Fax configureren (Windows)
269
> Overzicht van PC-FAX (Windows)
> PC-FAX configureren (Windows)
PC-FAX configureren (Windows)
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Voordat u faxen met PC-FAX verzendt, personaliseert u de verzendopties in elk tabblad van het dialoogvenster
PC-FAX instelling .
1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Windows 7
Klik op (Starten) > Alle programma's > Brother > Brother Utilities .
Klik op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet gedaan). Klik in de linkernavigatiebalk op PC-FAX en klik vervolgens op Verzenden instellen .
• Windows 8 en Windows 10
Klik op ( Brother Utilities ) en vervolgens op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet geselecteerd). Klik in de linkernavigatiebalk op PC-FAX en klik vervolgens op Verzenden instellen .
Het dialoogvenster PC-FAX instelling verschijnt.
2. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Klik op het tabblad Gebruikersinformatie en selecteer vervolgens uw gebruikersinformatie in de velden.
Elke Microsoft-account kan over zijn eigen aangepaste Gebruikersinformatie scherm beschikken voor aangepaste kopteksten en voorbladen voor faxen.
• Klik op het tabblad Verzenden en voer vervolgens het nummer voor een buitenlijn (indien nodig) in het veld Buitenlijn toegang in. Vink het selectievakje Kop opnemen aan om de kopinformatie bij te voegen.
• Klik op het tabblad Adresboek en selecteer vervolgens het adresboek dat u voor PC-FAX wilt gebruiken in de vervolgkeuzelijst Adressenlijst selecteren .
3. Klik op OK .
270
Verwante informatie
•
Overzicht van PC-FAX (Windows)
271
> Overzicht van PC-FAX (Windows)
> Uw adresboek van PC-Fax configureren (Windows)
Uw adresboek van PC-Fax configureren (Windows)
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Voeg leden en groepen toe, bewerk en wis deze om het Adresboek van Brother te personaliseren.
•
Een naam aan PC-FAX-adresboek toevoegen (Windows)
•
Een groep in uw PC-FAX-adresboek aanmaken (Windows)
•
Namen of groepen bewerken in uw PC-FAX-adresboek (Windows)
•
Een naam of groep uit uw PC-Fax-adresboek verwijderen (Windows)
•
Uw PC-FAX-adresboek exporteren (Windows)
•
Importeer informatie naar uw PC-FAX-adresboek (Windows)
272
> Overzicht van PC-FAX (Windows)
> Uw adresboek van PC-Fax configureren (Windows) > Een naam aan PC-FAX-adresboek toevoegen (Windows)
Een naam aan PC-FAX-adresboek toevoegen (Windows)
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Voeg nieuwe mensen en hun faxinformatie toe aan het PC-Faxadresboek als u een fax met Brother PC-
Faxsoftware wilt verzenden.
1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Windows 7
Klik op (Starten) > Alle programma's > Brother > Brother Utilities .
Klik op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet gedaan). Klik in de linkernavigatiebalk op PC-FAX en klik vervolgens op Adressenboek (Versturen) .
• Windows 8 en Windows 10
Klik op ( Brother Utilities ) en vervolgens op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet geselecteerd). Klik in de linkernavigatiebalk op PC-FAX en klik vervolgens op Adressenboek
(Versturen) .
Het dialoogvenster Adresboek verschijnt.
2. Klik op .
Het dialoogvenster Adresboek Leden Setup verschijnt.
3. Voer de informatie van het lid in de overeenstemmende velden in. Alleen het veld Naam is vereist.
4. Klik op OK .
Verwante informatie
•
Uw adresboek van PC-Fax configureren (Windows)
273
> Overzicht van PC-FAX (Windows)
Een groep in uw PC-FAX-adresboek aanmaken (Windows)
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Maak een groep aan om dezelfde PC-FAX naar diverse ontvangers tegelijk te groepsverzenden.
1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Windows 7
Klik op (Starten) > Alle programma's > Brother > Brother Utilities .
Klik op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet gedaan). Klik in de linkernavigatiebalk op PC-FAX en klik vervolgens op Adressenboek (Versturen) .
• Windows 8 en Windows 10
Klik op ( Brother Utilities ) en vervolgens op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet geselecteerd). Klik in de linkernavigatiebalk op PC-FAX en klik vervolgens op Adressenboek
(Versturen) .
Het dialoogvenster Adresboek verschijnt.
2. Klik op .
Het dialoogvenster Adresboek Groepen Setup verschijnt.
3. Voer de naam van de nieuwe groep in het veld Groepsnaam in.
4. Selecteer in het veld Beschikbare Namen elke naam die u in de groep wilt opnemen en klik vervolgens op
Toevoegen >> .
Leden die aan de groep werden toegevoegd verschijnen in het vak Groepsleden .
5. Klik op OK wanneer u klaar bent.
Elke groep kan maximaal 50 leden bevatten.
274
Verwante informatie
•
Uw adresboek van PC-Fax configureren (Windows)
275
> Overzicht van PC-FAX (Windows)
Namen of groepen bewerken in uw PC-FAX-adresboek (Windows)
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Windows 7
Klik op (Starten) > Alle programma's > Brother > Brother Utilities .
Klik op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet gedaan). Klik in de linkernavigatiebalk op PC-FAX en klik vervolgens op Adressenboek (Versturen) .
• Windows 8 en Windows 10
Klik op ( Brother Utilities ) en vervolgens op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet geselecteerd). Klik in de linkernavigatiebalk op PC-FAX en klik vervolgens op Adressenboek
(Versturen) .
Het dialoogvenster Adresboek verschijnt.
2. Selecteer het lid of de groep die u wilt bewerken.
3. Klik op ( Eigenschap ).
4. Informatie van een lid of groep wijzigen.
5. Klik op OK .
Verwante informatie
•
Uw adresboek van PC-Fax configureren (Windows)
276
> Overzicht van PC-FAX (Windows)
Een naam of groep uit uw PC-Fax-adresboek verwijderen (Windows)
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Windows 7
Klik op (Starten) > Alle programma's > Brother > Brother Utilities .
Klik op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet gedaan). Klik in de linkernavigatiebalk op PC-FAX en klik vervolgens op Adressenboek (Versturen) .
• Windows 8 en Windows 10
Klik op ( Brother Utilities ) en vervolgens op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet geselecteerd). Klik in de linkernavigatiebalk op PC-FAX en klik vervolgens op Adressenboek
(Versturen) .
Het dialoogvenster Adresboek verschijnt.
2. Selecteer het lid of de groep die u wilt wissen.
3. Klik op ( Verwijder ).
4. Wanneer het dialoogvenster voor bevestiging verschijnt, klikt u op OK .
Verwante informatie
•
Uw adresboek van PC-Fax configureren (Windows)
277
> Overzicht van PC-FAX (Windows)
> Uw adresboek van PC-Fax configureren (Windows) > Uw PC-FAX-adresboek exporteren (Windows)
Uw PC-FAX-adresboek exporteren (Windows)
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
U kunt het adresboek exporteren als een ASCII-tekstbestand (*.csv), een vCard (een elektronisch visitekaartje) of Kiesgegevens externe setup en het op uw computer opslaan.
• U kunt de groepsinstellingen niet exporteren wanneer u de gegevens van het Adresboek exporteert.
1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Windows 7
Klik op (Starten) > Alle programma's > Brother > Brother Utilities .
Klik op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet gedaan). Klik in de linkernavigatiebalk op PC-FAX en klik vervolgens op Adressenboek (Versturen) .
• Windows 8 en Windows 10
Klik op ( Brother Utilities ) en vervolgens op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet geselecteerd). Klik in de linkernavigatiebalk op PC-FAX en klik vervolgens op Adressenboek
(Versturen) .
Het dialoogvenster Adresboek verschijnt.
2. Klik op het Bestand -menu en selecteer vervolgens Exporteren .
3. Selecteer een van de volgende zaken:
• Tekst
Het dialoogvenster Selecteer Items verschijnt. Ga naar stap 4.
• vCard
U moet het lid selecteren dat u uit uw adresboek wilt exporteren voordat u deze optie selecteert.
Blader naar de map waar u de vCard wilt opslaan, voer de naam van de vCard in het veld
Bestandsnaam in en klik vervolgens op Opslaan .
278
• Kiesgegevens externe setup
Blader naar de map waar u de gegevens wilt opslaan, voer de bestandsnaam in het veld
Bestandsnaam in en klik vervolgens op Opslaan .
4. Selecteer in het veld Beschikbare items de gegevens die u wilt exporteren en klik vervolgens op
Toevoegen >> .
Selecteer en voeg de items toe in de volgorde waarin u ze in de lijst wilt zien.
5. Als u naar een ASCII-bestand exporteert, selecteert u onder het onderdeel Deelteken de optie Tab of
Komma om de gegevensvelden te scheiden.
6. Klik op OK .
7. Blader naar de map op uw computer waar u de gegevens wilt opslaan, voer de bestandsnaam in en klik vervolgens op Opslaan .
Verwante informatie
•
Uw adresboek van PC-Fax configureren (Windows)
279
> Overzicht van PC-FAX (Windows)
Importeer informatie naar uw PC-FAX-adresboek (Windows)
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
U kunt ASCII-tekstbestanden (*.csv), vCards (elektronische visitekaartjes) of Kiesgegevens externe setup importeren naar uw adresboek.
1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Windows 7
Klik op (Starten) > Alle programma's > Brother > Brother Utilities .
Klik op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet gedaan). Klik in de linkernavigatiebalk op PC-FAX en klik vervolgens op Adressenboek (Versturen) .
• Windows 8 en Windows 10
Klik op ( Brother Utilities ) en vervolgens op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet geselecteerd). Klik in de linkernavigatiebalk op PC-FAX en klik vervolgens op Adressenboek
(Versturen) .
Het dialoogvenster Adresboek verschijnt.
2. Klik op het Bestand -menu en selecteer vervolgens Importeren .
3. Selecteer een van de volgende zaken:
• Tekst
Het dialoogvenster Selecteer Items verschijnt. Ga naar stap 4.
• vCard
Ga naar stap 7.
• Kiesgegevens externe setup
Ga naar stap 7.
4. Selecteer in het veld Beschikbare items de gegevens die u wilt importeren en klik vervolgens op
Toevoegen >> .
280
U moet in de lijst Beschikbare items velden selecteren en toevoegen in dezelfde volgorde als waarin ze in het te importeren tekstbestand staan.
5. Als u een ASCII-bestand importeert, selecteert u onder het gedeelte Deelteken de optie Tab of Komma om de gegevensvelden te scheiden.
6. Klik op OK .
7. Blader naar de map waar u de gegevens wilt importeren, voer de bestandsnaam in en klik vervolgens op
Openen .
Verwante informatie
•
Uw adresboek van PC-Fax configureren (Windows)
281
> Een fax verzenden met PC-FAX (Windows)
Een fax verzenden met PC-FAX (Windows)
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
PC-FAX ondersteunt alleen zwart-wit faxen. Een zwart-wit fax wordt verzonden zelfs als de originele gegevens in kleur zijn en het ontvangende faxapparaat kleurenfaxen ondersteunt.
1. Maak een bestand op uw computer in een willekeurige applicatie.
2. Selecteer het afdrukcommando in uw toepassing.
3. Selecteer Brother PC-FAX als uw printer en voltooi dan uw afdrukhandeling.
Het dialoogvenster Brother PC-FAX verschijnt.
4. Tik een faxnummer op een van de volgende manieren:
• Klik op de cijfers op de kiestoetsen om het nummer in te voeren en klik vervolgens op Verzendadres toevoegen .
Als u het selectievakje Verboden nummers aanvinkt, wordt er ter bevestiging een dialoogvenster weergegeven waarin u met behulp van het toetsenbord het faxnummer opnieuw kunt invoeren. Met deze functie vermijdt u dat verzendingen op de verkeerde bestemming terechtkomen.
• Klik op de toets Adresboek en selecteer vervolgens een naam of een groep uit het adresboek.
Als u een vergissing hebt gemaakt, kunt u alle gegevens wissen met de toets Alles wissen .
5. Om een voorblad in te voegen, vinkt u het selectievakje Voorblad toevoegen aan. U kunt ook op klikken om een voorblad aan te maken of te bewerken.
6. Klik op Start om de fax te verzenden.
• Klik op Afbreken om de fax te annuleren.
• Als u een nummer opnieuw wilt kiezen, klikt u op Herkiezen om de laatste vijf faxnummers te tonen en klikt u vervolgens op Start .
282
Verwante informatie
•
283
> Ontvang faxen op uw computer (Windows)
Ontvang faxen op uw computer (Windows)
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
De PC-FAX-software van Brother gebruiken om faxen op uw computer te ontvangen, ze op het scherm te tonen en alleen de gewenste faxen af te drukken.
•
Faxen ontvangen met PC-FAX Ontvangen (Windows)
284
> Ontvang faxen op uw computer (Windows) > Faxen
ontvangen met PC-FAX Ontvangen (Windows)
Faxen ontvangen met PC-FAX Ontvangen (Windows)
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Met de software PC-FAX Ontvangen van Brother kunt u faxen weergeven en opslaan op uw computer. Dit programma wordt automatisch geïnstalleerd wanneer u de software en drivers van Brother installeert en werkt op lokale of via het netwerk aangesloten apparaten.
• PC-FAX Ontvangen ondersteunt alleen zwart-wit faxen.
Wanneer u de computer uitschakelt, blijft het apparaat binnenkomende faxen in het geheugen van het apparaat opslaan. Op de LCD van het apparaat wordt weergegeven hoeveel faxen in het geheugen zijn opgeslagen.
Wanneer u deze toepassing start, worden alle ontvangen faxen automatisch in één keer naar uw computer verzonden. U kunt de optie Reserveafdruk inschakelen. Met deze optie drukt het apparaat de fax af voordat deze wordt verzonden naar uw computer of voordat de computer wordt uitgeschakeld. U kunt de reserveafdrukinstellingen vanaf uw Brother-apparaat instellen.
Verwante informatie
•
Ontvang faxen op uw computer (Windows)
•
PC-FAX Ontvangen van Brother op uw computer activeren (Windows)
•
Bekijk ontvangen PC-FAX-berichten (Windows)
285
> Ontvang faxen op uw computer (Windows) >
Faxen ontvangen met PC-FAX Ontvangen (Windows)
> PC-FAX Ontvangen van Brother op uw computer activeren
(Windows)
PC-FAX Ontvangen van Brother op uw computer activeren (Windows)
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
We bevelen aan om het selectievakje Start het PC-FAX Receive op de computer startup aan te vinken zodat de software automatisch opstart en alle faxen bij opstart kan doorverzenden.
1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Windows 7
Klik op (Starten) > Alle programma's > Brother > Brother Utilities .
Klik op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet gedaan). Klik in de linkernavigatiebalk op PC-FAX en klik vervolgens op Ontvangen .
• Windows 8 en Windows 10
Klik op ( Brother Utilities ) en vervolgens op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet geselecteerd). Klik in de linkernavigatiebalk op PC-FAX en klik vervolgens op Ontvangen .
2. Bevestig het bericht en klik op Ja .
Het venster PC-FAX Receive (PC-FAX Ontvangen) verschijnt. Het pictogram ( PC-FAX Ontvangen ) wordt weergegeven op de taakbalk van de computer.
Verwante informatie
•
Faxen ontvangen met PC-FAX Ontvangen (Windows)
•
Stel uw computer in voor PC-FAX Ontvangen (Windows)
•
Uw Brother-apparaat toevoegen aan PC-FAX Ontvangen (Windows)
286
> Ontvang faxen op uw computer (Windows) >
Faxen ontvangen met PC-FAX Ontvangen (Windows)
> PC-FAX Ontvangen van Brother op uw computer activeren
> Stel uw computer in voor PC-FAX Ontvangen (Windows)
Stel uw computer in voor PC-FAX Ontvangen (Windows)
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Dubbelklik op het pictogram ( PC-FAX Ontvangen ) op de taakbalk.
Het venster PC-FAX Receive (PC-FAX Ontvangen) verschijnt.
2. Klik op Instellingen .
3. Configureer deze opties als nodig:
Voorkeuren
Stel in om PC-Fax Ontvangen automatisch te starten wanneer u Windows start.
Opslaan
Geef het pad op voor het opslaan van bestanden die via PC-Fax worden ontvangen en selecteer de gewenste bestandsindeling.
Upload to (Uploaden naar)
Configureer het pad naar de SharePoint-server en selecteer de optie om automatisch of handmatig te uploaden (alleen beschikbaar voor beheerders).
Apparaat
Selecteer het Brother-apparaat waarop u bestanden via PC-Fax wilt ontvangen.
Vergrendelen (alleen beschikbaar voor beheerders)
U kunt gebruikers die geen beheerdersrechten hebben verhinderen om de bovenstaande opties te wijzigen.
4. Klik op OK .
287
Verwante informatie
•
PC-FAX Ontvangen van Brother op uw computer activeren (Windows)
288
> Ontvang faxen op uw computer (Windows) >
Faxen ontvangen met PC-FAX Ontvangen (Windows)
> PC-FAX Ontvangen van Brother op uw computer activeren
> Uw Brother-apparaat toevoegen aan PC-FAX Ontvangen (Windows)
Uw Brother-apparaat toevoegen aan PC-FAX Ontvangen (Windows)
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
• Als u het apparaat installeerde met de instructies voor een netwerkgebruiker, dan zou het apparaat al voor uw netwerk geconfigureerd moeten zijn.
1. Dubbelklik op het pictogram ( PC-FAX Ontvangen ) op de taakbalk.
Het venster PC-FAX Receive (PC-FAX Ontvangen) verschijnt.
2. Klik op Instellingen .
3. Klik op Apparaat > Toevoegen .
4. Selecteer de juiste verbindingsmethode.
Selecteer uw apparaat in de onderstaande resultaten.
De aangesloten Brother-machines worden weergegeven. Selecteer een apparaat in de lijst. Klik op OK .
Voer het IP-adres in van uw apparaat
Voer het IP-adres van het apparaat in het veld IP-adres in en klik vervolgens op OK .
5. Als u de computernaam die op het LCD-scherm van het apparaat wordt weergegeven wilt wijzigen, typt u in het veld Voer de weergavenaam voor uw pc in (max. 15 tekens) de nieuwe naam.
6. Klik op OK .
Verwante informatie
•
PC-FAX Ontvangen van Brother op uw computer activeren (Windows)
289
> Ontvang faxen op uw computer (Windows) >
Faxen ontvangen met PC-FAX Ontvangen (Windows)
> Bekijk ontvangen PC-FAX-berichten (Windows)
Bekijk ontvangen PC-FAX-berichten (Windows)
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Ontvangststatus
Pictogram Aangegeven status
Stand-bymodus
Geen ongelezen berichten
Bezig met ontvangen van berichten
Ontvangen berichten
Ongelezen berichten
1. Dubbelklik op het pictogram ( PC-FAX Ontvangen ) op de taakbalk.
Het venster PC-FAX Receive (PC-FAX Ontvangen) verschijnt.
2. Klik op een fax in de lijst om deze te bekijken.
3. Wanneer u klaar bent, klikt u op in de rechterbovenhoek van het venster om het te sluiten.
290
Zelfs nadat het venster gesloten is, is PC-Fax Ontvangen nog steeds actief en blijft het pictogram ( PC-
FAX Ontvangen ) op de taakbalk van uw computer weergegeven. Om PC-Fax Ontvangen af te sluiten, klikt u op het pictogram op de taakbalk en vervolgens op Sluiten .
Verwante informatie
•
Faxen ontvangen met PC-FAX Ontvangen (Windows)
291
PC-FAX voor Mac
Gebruik de PC-Fax-software van Brother om faxen rechtstreeks vanaf uw Mac te verzenden zonder ze af te drukken. Deze functie bespaart u papier en tijd.
•
Zend faxen vanuit uw toepassing (Mac)
292
PC-FAX voor Mac > Zend faxen vanuit uw toepassing (Mac)
Zend faxen vanuit uw toepassing (Mac)
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
PC-FAX biedt alleen ondersteuning voor zwart-witfaxen. Er wordt altijd een zwart-witfax verzonden, zelfs als de oorspronkelijke gegevens in kleur zijn en het ontvangende faxapparaat kleurfaxen ondersteunt.
1. Maak een document in een Mac-toepassing.
2. Klik in een toepassing zoals Apple TextEdit op het menu Archief en selecteer vervolgens Druk af .
3. Klik op het snelmenu van de toepassing en selecteer vervolgens de optie Fax verzenden .
4. Klik op het snelmenu Uitvoer en selecteer vervolgens de optie Fax .
5. Tik een faxnummer in het veld Invoer Faxnummer in en klik vervolgens op Toevoegen .
Het faxnummer wordt weergegeven in het veld Bestemming Faxnummers .
293
Indien u een fax naar meerdere nummers wilt verzenden, klikt u op de knop Toevoegen nadat u het eerste faxnummer hebt ingevoerd en voert u het volgende faxnummer in. De bestemmingsfaxnummers worden weergegeven in het veld Bestemming Faxnummers .
6. Klik op Druk af om de fax te verzenden.
Verwante informatie
•
294
Home > Gegevens rechtstreeks afdrukken vanaf een USB-flashstation
Gegevens rechtstreeks afdrukken vanaf een USB-flashstation
U kunt foto's rechtstreeks van de digitale camera of van een USB-flashstation afdrukken.
Ondersteunde bestandstypes zijn PDF, JPEG, TIFF, XPS en PRN.
•
•
Gegevens direct afdrukken vanaf een USB-flashstation of digitale camera die massaopslag ondersteunt
•
Een PRN-bestand aanmaken voor Direct Printing (Windows)
295
Home > Gegevens rechtstreeks afdrukken vanaf een USB-flashstation > Compatibele USB-flashstations
Compatibele USB-flashstations
Gerelateerde modellen : MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
BELANGRIJK
De directe USB-interface ondersteunt alleen USB-flashstations en digitale camera's die gebruikmaken van de norm voor USB-massaopslag. Andere USB-apparaten worden niet ondersteund.
Compatibele USB-flashstations
USB-klasse
Subklasse USB-massaopslag
Overdrachtsprotocol
Indeling
Sectorgrootte
Versleuteling
Klasse USB-massaopslag
SCSI of SFF-8070i
Alleen bulkoverdracht
FAT12/FAT16/FAT32/exFAT
Max. 4096 bytes
Versleutelde apparaten worden niet ondersteund.
Verwante informatie
•
Gegevens rechtstreeks afdrukken vanaf een USB-flashstation
1 NTFS-indeling wordt niet ondersteund.
296
Home > Gegevens rechtstreeks afdrukken vanaf een USB-flashstation > Gegevens direct afdrukken vanaf
een USB-flashstation of digitale camera die massaopslag ondersteunt
Gegevens direct afdrukken vanaf een USB-flashstation of digitale camera die massaopslag ondersteunt
Gerelateerde modellen : MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
• Controleer of uw digitale camera is ingeschakeld.
• Uw digitale camera moet van de PictBridge-modus naar de massaopslagmodus overschakelen.
BELANGRIJK
Om schade aan uw apparaat te voorkomen, mag u GEEN ander apparaat dan een digitale camera of USBflashstation op de USB Direct-interface aansluiten.
Locatie USB-poort (Vooraanzicht)
1. Uw USB-flashstation of digitale camera aansluiten op de USB direct-interface. Op het touchscreen wordt automatisch het USB-menu weergegeven om te bevestigen dat het USB-flashstation of de digitale camera correct is aangesloten.
• Als er zich een fout voordoet, wordt het USB-menu niet weergegeven op het touchscreen.
• Wanneer het apparaat zich in de stand Diepe slaap bevindt, wordt er geen informatie op het touchscreen weergegeven, zelfs als u een USB-flashstation op de USB Direct-interface aansluit. Druk op het touchscreen om het apparaat te activeren.
• Als Beveiligd functieslot op uw apparaat is ingeschakeld, krijgt u mogelijk geen toegang tot Direct Print.
2. Druk op [Direct afdrukken] .
3. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om het bestand dat u wilt afdrukken weer te geven en selecteert vervolgens het bestand.
Als u een index van de bestanden wilt afdrukken, drukt op [Afdr. Index] op het touchscreen. Druk op
[Mono Start] of [Kleur Start] om de gegevens af te drukken.
4. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Druk op [Afdrukinstell.] om de instellingen te wijzigen. Ga naar de volgende stap.
• Als u de standaardinstellingen wilt gebruiken, voert u het aantal exemplaren in en drukt u vervolgens op
[Mono Start] of [Kleur Start] .
5. Selecteer de afdrukinstellingen die u wilt wijzigen:
• [Papiersoort]
297
• [Papierform.]
• [Meer pag. afdr.]
• [Orientatie]
• [Tweezijdig]
• [Sorteren]
• [Ladegebruik]
• [Afdrukkwaliteit]
• [PDF-optie]
Afhankelijk van het bestandstype worden een aantal van deze instellingen mogelijk niet weergegeven.
6. Druk op [OK] .
7. Voer het gewenste aantal exemplaren in.
8. Druk op [Mono Start] of [Kleur Start] om de gegevens af te drukken.
9. Druk op .
BELANGRIJK
Koppel het USB-flashstation of de digitale camera NIET los van de USB Direct-interface tot het apparaat klaar is met afdrukken.
Verwante informatie
•
Gegevens rechtstreeks afdrukken vanaf een USB-flashstation
298
Home > Gegevens rechtstreeks afdrukken vanaf een USB-flashstation > Een PRN-bestand aanmaken voor
Direct Printing (Windows)
Een PRN-bestand aanmaken voor Direct Printing (Windows)
Gerelateerde modellen : MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Deze instructies kunnen verschillen afhankelijk van uw afdruktoepassing en besturingssysteem.
1. Selecteer het afdrukcommando in uw toepassing.
2. Selecteer uw model en selecteer vervolgens de optie afdrukken naar bestand.
3. Beëindig uw afdruktaak.
4. Voer de vereiste informatie in om het bestand op te slaan.
Als de computer u vraagt om alleen een bestandsnaam in te voeren, kunt u ook de map opgeven waarin u het bestand wilt opslaan door de mapnaam in te voeren (bijvoorbeeld: C:\Temp\FileName.prn).
Als een USB-flashstation op uw computer is aangesloten, kunt u het bestand direct op het USB-flashstation opslaan.
Verwante informatie
•
Gegevens rechtstreeks afdrukken vanaf een USB-flashstation
299
Netwerk
•
Netwerkgegevens configureren met het bedieningspaneel
•
Ondersteunde basisnetwerkfuncties
•
Netwerkbeheersoftware en -hulpprogramma's
•
Andere methoden om uw apparaat van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
•
•
Technische informatie voor gevorderde gebruikers
300
Home > Netwerk > Netwerkgegevens configureren met het bedieningspaneel
Netwerkgegevens configureren met het bedieningspaneel
Gebruik het menu [Netwerk] op het bedieningspaneel om het apparaat te configureren voor het netwerk.
• Voor informatie over de netwerkinstellingen die u kunt configureren met het bedieningspaneel uu
Verwante informatie : Instellingstabellen
• U kunt ook aparte beheersoftware gebruiken, zoals BRAdmin Light (Windows), BRAdmin Professional
(Windows), Beheer via een webbrowser en Remote Setup, om de netwerkinstellingen van uw Brotherapparaat te configureren en aan te passen.
Op DCP-modellen is Remote Setup niet beschikbaar.
uu Verwante informatie : Meer informatie over netwerkbeheersoftware en -hulpprogramma's
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Druk op Menu .
2. Druk op a of b om de optie [Netwerk] te selecteren en druk vervolgens op OK .
3. Druk op a of b om de gewenste netwerkoptie te selecteren en druk vervolgens op OK . Herhaal deze stap tot u het menu bereikt dat u wilt aanpassen en volg vervolgens de aanwijzingen op het LCD-scherm.
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Netwerk] .
2. Druk op a of b om de gewenste netwerkoptie weer te geven en druk erop. Herhaal deze stap tot u het menu bereikt dat u wilt aanpassen en volg vervolgens de aanwijzingen op het touchscreen.
Verwante informatie
•
Gerelateerde onderwerpen:
•
Instellingstabellen (DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW)
•
Instellingstabellen (MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW)
•
Instellingstabellen (DCP-L3550CDW)
•
Meer informatie over netwerkbeheersoftware en -hulpprogramma's
•
Ondersteunde basisnetwerkfuncties
301
Home > Netwerk > Ondersteunde basisnetwerkfuncties
Ondersteunde basisnetwerkfuncties
De afdrukserver ondersteunt diverse functies afhankelijk van het besturingssysteem. In de volgende tabel ziet u welke netwerkfuncties en verbindingen door de verschillende besturingssystemen worden ondersteund.
Besturingssystemen
Afdrukken
Scannen
PC-Fax verzenden (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
PC-Fax ontvangen (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
BRAdmin Light
Remote Setup
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Status Monitor
Driver Deployment Wizard
Windows 7
Windows 8
Windows 10
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Windows Server
2008/2008 R2/2012/2012
R2/2016
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja macOS v10.11.6
macOS v10.12.x
macOS v10.13.x
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
• Ga naar de Downloads -pagina van uw model in het Brother Solutions Center via support.brother.com
om de meest recente versie van BRAdmin Light te downloaden.
• Ga naar de Downloads -pagina van uw model in het Brother Solutions Center via support.brother.com
om de meest recente versie van BRAdmin Professional te downloaden.
Verwante informatie
•
1 Het aanmeldwachtwoord dat standaard wordt gebruikt voor het beheer van het apparaat-instellingen, is initpass . Om uw apparaat te beschermen tegen ongeoorloofd gebruik raden wij u aan om dit wachtwoord te wijzigen.
302
Home > Netwerk > Netwerkbeheersoftware en -hulpprogramma's
Netwerkbeheersoftware en -hulpprogramma's
Configureer en wijzig de netwerkinstellingen van uw Brother-apparaat met behulp van een hulpprogramma voor beheer.
•
Meer informatie over netwerkbeheersoftware en -hulpprogramma's
•
De instellingen van het apparaat wijzigen vanaf een computer
•
De instellingen van uw apparaat wijzigen met Beheer via een webbrowser
303
Netwerkbeheersoftware en -hulpprogramma's > Meer informatie over
netwerkbeheersoftware en -hulpprogramma's
Meer informatie over netwerkbeheersoftware en -hulpprogramma's
Beheer via een webbrowser
Beheer via een webbrowser is een hulpprogramma dat een standaardwebbrowser gebruikt om uw machine te beheren met HTTP (Hyper Text Transfer Protocol) of HTTPS (Hyper Text Transfer Protocol over Secure Socket
Layer). Typ het IP-adres van uw machine in de webbrowser om de instellingen van de afdrukserver weer te geven of te wijzigen.
BRAdmin Light (Windows)
BRAdmin Light is ontworpen voor de voorbereidende installatie van Brother-apparaten op het netwerk. Met dit hulpprogramma kunt u naar Brother-producten in het netwerk zoeken, de status bekijken en de basisnetwerkinstellingen, zoals het IP-adres, configureren.
Ga naar de Downloads -pagina van uw model in het Brother Solutions Center via support.brother.com
om
BRAdmin Light te downloaden.
• Als u gebruikmaakt van Windows Firewall of van de firewallfunctie van een antispyware- of antivirusprogramma, moet u deze tijdelijk uitschakelen. Nadat u gecontroleerd hebt of u kunt afdrukken, configureert u de software-instellingen aan de hand van de instructies.
BRAdmin Professional (Windows)
BRAdmin Professional is een hulpprogramma dat meer geavanceerde functies biedt voor het beheren van apparaten van Brother die op een netwerk aangesloten zijn. Dit hulpprogramma kan ook worden gebruikt om in uw netwerk te zoeken naar Brother-producten en voor het weergeven van de apparaatstatus via een venster dat gelijkaardig is aan Windows Verkenner, waarin de status van elk apparaat in verschillende kleuren wordt aangegeven. U kunt netwerk- en apparaatinstellingen configureren en daarnaast apparaatfirmware bijwerken vanaf een Windows-computer op uw LAN. Daarnaast kan BRAdmin Professional een log bijhouden van de activiteiten van Brother-apparaten in uw netwerk en deze loggegevens exporteren. Installeer het programma
Print Auditor Client op de clientcomputer voor gebruikers die lokaal aangesloten machines willen controleren.
Met dit hulpprogramma kunt u met behulp van BRAdmin Professional apparaten controleren die via de USBinterface op een clientcomputer zijn aangesloten.
• Ga naar de Downloads -pagina van uw model in het Brother Solutions Center via support.brother.com
om de meest recente versie van BRAdmin Professional te downloaden.
• Knooppuntnaam: de knooppuntnaam is te vinden in het huidige venster van BRAdmin Professional. De standaardnaam is “BRNxxxxxxxxxxxx” voor een bedraad netwerk of “BRWxxxxxxxxxxxx” voor een draadloos netwerk (waarbij “xxxxxxxxxxxx” staat voor het MAC-adres/Ethernet-adres van de machine).
• Als u gebruikmaakt van Windows Firewall of van de firewallfunctie van een antispyware- of antivirusprogramma, moet u deze tijdelijk uitschakelen. Nadat u gecontroleerd hebt of u kunt afdrukken, configureert u de software-instellingen aan de hand van de instructies.
Remote Setup (Windows en Mac) (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Remote Setup is een programma waarmee u vele machine- en netwerkinstellingen kunt configureren vanuit een
Windows- of Mac-toepassing. Wanneer u deze toepassing start, worden de instellingen op uw machine automatisch naar uw computer gedownload en op het computerscherm weergegeven. Als u de instellingen wijzigt, kunt u deze direct naar het apparaat overbrengen.
Windows
Dit hulpprogramma kan worden gebruikt voor een USB-aansluiting of een netwerkaansluiting.
Mac
• Ga naar de pagina Downloads van uw model in het Brother Solutions Center via support.brother.com
om Remote Setup te downloaden.
• Dit hulpprogramma kan worden gebruikt voor een USB-aansluiting.
304
Verwante informatie
•
Netwerkbeheersoftware en -hulpprogramma's
Gerelateerde onderwerpen:
•
De instellingen van uw apparaat wijzigen met Beheer via een webbrowser
305
Home > Netwerk > Andere methoden om uw apparaat van Brother voor een draadloos netwerk te
configureren
Andere methoden om uw apparaat van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
Gerelateerde modellen : DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW/DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/
MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
We raden u aan de installatieschijf van Brother te gebruiken om uw apparaat op het draadloos netwerk aan te sluiten.
•
Voor u het apparaat van Brother configureert voor een draadloos netwerk
•
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk
•
Uw apparaat voor een draadloos netwerk configureren met de drukknopmethode van Wi-
•
Uw apparaat voor een draadloze netwerk configureren met de pinmethode van Wi-Fi
•
•
Uw apparaat configureren voor een draadloos netwerk wanneer de SSID niet wordt uitgezonden
•
Het apparaat voor een draadloos Enterprise-netwerk configureren
•
306
Andere methoden om uw apparaat van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
> Voor u het apparaat van Brother configureert voor een draadloos netwerk
Voor u het apparaat van Brother configureert voor een draadloos netwerk
Gerelateerde modellen : DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW/DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/
MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Controleer eerst het volgende voordat u een draadloos netwerk probeert te configureren:
• Als u een draadloos bedrijfsnetwerk gebruikt, moet u ook uw gebruikers-ID en wachtwoord kennen.
• Voor optimale resultaten wanneer u op de gebruikelijke wijze afdrukt, plaatst u het apparaat van Brother zo dicht mogelijk bij de draadloze LAN-toegangspoort/router. Zorg dat er zo min mogelijk obstakels tussen de router en het apparaat staan. Grote voorwerpen en muren tussen de twee apparaten en storingssignalen van andere elektronische apparaten kunnen de snelheid van gegevensoverdracht negatief beïnvloeden.
Vanwege deze factoren is draadloos niet altijd de beste verbindingsmethode voor alle documenttypen en applicaties. Als u grote bestanden afdrukt, zoals omvangrijke documenten met een combinatie van tekst en grote grafische afbeeldingen, is de bedrade Ethernet-methode wellicht sneller (alleen mogelijk op ondersteunde modellen). Met USB worden de gegevens het snelst overgedragen.
• Het apparaat van Brother kan weliswaar in zowel een bedraad als een draadloos netwerk worden gebruikt
(alleen ondersteunde modellen), maar u kunt slechts een van deze methoden tegelijk gebruiken. Het is echter wel mogelijk om tegelijk een draadloze verbinding en een Wi-Fi Direct-verbinding, of een bedrade verbinding (alleen op ondersteunde modellen) en een Wi-Fi Direct-verbinding te gebruiken.
Als u de veiligheidsinformatie niet kent (naam (SSID) en sleutel van het netwerk bijvoorbeeld), neemt u contact op met de fabrikant van de router, uw systeembeheerder of uw internetprovider.
Verwante informatie
•
Andere methoden om uw apparaat van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
307
Andere methoden om uw apparaat van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
> Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk
Gerelateerde modellen : DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW/DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/
MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Schakel uw computer in en plaats de installatieschijf van Brother in de computer.
• Bij gebruik van Windows volgt u deze instructies:
• Bij gebruik van Mac, klikt u op Driver Download om naar het Brother Solutions Center te gaan. Volg de aanwijzingen op het scherm om printerdrivers te installeren.
2. Het eerste scherm wordt automatisch geopend.
Kies uw taal en volg de instructies op het scherm.
Als het Brother-venster niet verschijnt, voert u het volgende uit:
• (Windows 7)
Ga naar Computer . Dubbelklik op het pictogram van de cd/dvd-rom en dubbelklik dan op start.exe
.
• (Windows 8 en Windows 10)
Klik op het pictogram ( Verkenner ) in de taakbalk en ga vervolgens naar Computer ( Deze pc ).
Dubbelklik op het pictogram van de cd/dvd-rom en dubbelklik dan op start.exe
.
• Als het scherm Gebruikersaccountbeheer verschijnt, klik dan op Ja .
3. Kies Draadloze netwerkverbinding (wifi) en klik vervolgens op Volgende .
4. Volg de aanwijzingen op het scherm.
De installatie van het draadloze netwerk is nu voltooid. Om het Compleet pakket van drivers & software voor uw apparaat te installeren, plaatst u de installatieschijf van Brother in uw computer of gaat u in het Brother
Solutions Center op support.brother.com
naar de pagina Downloads van uw model.
Verwante informatie
•
Andere methoden om uw apparaat van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
308
Andere methoden om uw apparaat van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
> Uw apparaat voor een draadloos netwerk configureren met de drukknopmethode van Wi-Fi
Protected Setup ™ (WPS)
Uw apparaat voor een draadloos netwerk configureren met de drukknopmethode van Wi-Fi Protected Setup ™ (WPS)
Gerelateerde modellen : DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW/DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/
MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Als uw draadloze toegangspunt/router WPS (PBC: Push Button Configuration) ondersteunt, kunt u WPS gebruiken via het bedieningspaneelmenu op het apparaat om de instellingen voor uw draadloos netwerk te configureren.
Routers of toegangspoorten die WPS ondersteunen, zijn voorzien van het volgende symbool:
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Druk op Menu .
2. Druk op a of b om de optie [Netwerk] te selecteren en druk vervolgens op OK .
3. Druk op a of b om de optie [WLAN] te selecteren en druk vervolgens op OK .
4. Druk op a of b om de optie [WPS] te selecteren en druk vervolgens op OK .
5. Wanneer [WLAN Activeren ?] verschijnt, schakelt u het draadloze netwerk in.
Hiermee wordt de installatiewizard voor het draadloze netwerk gestart.
6. Wanneer de LCD [Knop op rtr indr] weergeeft, drukt u op de WPS-knop op uw draadloze toegangspunt/router. Volg vervolgens de aanwijzingen op het LCD-scherm van het apparaat. Uw apparaat detecteert automatisch uw draadloze toegangspunt/router en probeert verbinding te maken met uw draadloze netwerk.
Als uw draadloos apparaat correct is verbonden, wordt [Verbonden] weergegeven op het LCD-scherm.
De installatie van het draadloze netwerk is nu voltooid. Om het Compleet pakket van drivers & software voor uw apparaat te installeren, plaatst u de installatieschijf van Brother in uw computer of gaat u in het Brother
Solutions Center op support.brother.com
naar de pagina Downloads van uw model.
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Netwerk] > [WLAN] > [WPS] .
2. Wanneer [WLAN inschakelen?] verschijnt, drukt u op [Ja] .
Hiermee wordt de installatiewizard voor het draadloze netwerk gestart. Druk op [Nee] om te annuleren.
3. Wanneer [Start WPS op uw draadloze toegangs- punt/router en druk op [OK].] weergegeven wordt op het touchscreen, drukt u op de WPS-knop op uw draadloze toegangspunt/router.
309
Druk vervolgens op [OK] op het apparaat. Uw apparaat detecteert automatisch uw draadloze toegangspunt/ router en probeert verbinding te maken met uw draadloze netwerk.
Als uw draadloos apparaat correct is verbonden, wordt [Verbonden] weergegeven op het LCD-scherm.
De installatie van het draadloze netwerk is nu voltooid. Om het Compleet pakket van drivers & software voor uw apparaat te installeren, plaatst u de installatieschijf van Brother in uw computer of gaat u in het Brother
Solutions Center op support.brother.com
naar de pagina Downloads van uw model.
Verwante informatie
•
Andere methoden om uw apparaat van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
Gerelateerde onderwerpen:
•
Foutcodes in het rapport voor draadloos LAN
310
Andere methoden om uw apparaat van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
> Uw apparaat voor een draadloze netwerk configureren met de pinmethode van Wi-Fi
Protected Setup ™ (WPS)
Uw apparaat voor een draadloze netwerk configureren met de pinmethode van Wi-Fi Protected Setup ™ (WPS)
Gerelateerde modellen : DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW/DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/
MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Als de draadloze LAN-toegangspoort/router ondersteuning biedt voor WPS, kunt u de PIN-methode (persoonlijk identificatienummer) gebruiken om de draadloze netwerkinstellingen te configureren.
De pinmethode is een van de verbindingsmethoden die door de Wi-Fi Alliance ® zijn ontwikkeld. Door op de registrar (een apparaat dat het draadloze LAN beheert) een pincode in te voeren die is aangemaakt door een enrollee (het apparaat), kunt u het draadloze netwerk en beveiligingsinstellingen configureren. Raadpleeg de gebruikershandleiding bij uw draadloze LAN-toegangspoort/router voor meer informatie over het inschakelen van de WPS-modus.
Type A
Verbinding wanneer de draadloze LAN-toegangspunt/router (1) tevens dienst doet als de registrar:
1
Type B
Verbinding wanneer een ander apparaat (2), zoals een computer, wordt gebruikt als de registrar:
311
2
Routers of toegangspoorten die WPS ondersteunen, zijn voorzien van het volgende symbool:
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Druk op Menu .
2. Druk op a of b om de optie [Netwerk] te selecteren en druk vervolgens op OK .
3. Druk op a of b om de optie [WLAN] te selecteren en druk vervolgens op OK .
4. Druk op a of b om de optie [WPS met pincode] te selecteren en druk vervolgens op OK .
5. Wanneer [WLAN Activeren ?] verschijnt, schakelt u het draadloze netwerk in.
Hiermee wordt de installatiewizard voor het draadloze netwerk gestart.
6. Op het LCD-scherm wordt een achtcijferige pincode weergegeven en het apparaat begint naar een draadloze LAN-toegangspoort/router te zoeken.
7. Typ op een computer in het netwerk in de adresbalk van de browser het IP-adres van het apparaat dat u als de registrar gebruikt. (Voorbeeld: http://192.168.1.2)
8. Ga naar de instellingenpagina van WPS, voer de pincode in en volg de instructies op het scherm.
• De registrar is doorgaans de draadloze LAN-toegangspoort/router.
• De instelpagina zal verschillen afhankelijk van het merk van uw draadloze LAN-toegangspunt/router.
Zie voor meer informatie de gebruikershandleiding die bij de draadloze LAN-toegangspoort/router is geleverd.
Als u een computer met Windows 7, Windows 8 of Windows 10 als registrar gebruikt, gaat u als volgt te werk:
9. Ga op een van de volgende manieren te werk:
312
• Windows 7
Klik op (Starten) > Apparaten en printers > Een apparaat toevoegen .
• Windows 8
Verplaats uw muis naar de rechterbenedenhoek van uw bureaublad. Als de menubalk verschijnt, klikt u op Instellingen > Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Apparaten en printers > Een apparaat toevoegen .
• Windows 10
Klik op > Systeem > Configuratiescherm . Klik in de groep Hardware en geluiden op Een apparaat toevoegen .
• Als u een computer met Windows 7, Windows 8 of Windows 10 als registrar wilt gebruiken, moet u deze eerst in uw netwerk registreren. Zie voor meer informatie de gebruikershandleiding die bij de draadloze
LAN-toegangspoort/router is geleverd.
• Als u Windows 7, Windows 8 of Windows 10 als een registrar gebruikt, kunt u de printerdriver installeren na de draadloze configuratie door de aanwijzingen op het scherm te volgen. Om het
Compleet pakket van drivers & software voor uw apparaat te installeren, plaatst u de installatieschijf van Brother in uw computer of gaat u in het Brother Solutions Center op support.brother.com
naar de pagina Downloads van uw model.
10. Selecteer het apparaat en klik op Volgende .
11. Typ de pincode die op het LCD-scherm van het apparaat wordt weergegeven en klik vervolgens op
Volgende .
12. (Windows 7) Selecteer uw netwerk en klik vervolgens op Volgende .
13. Klik op Sluiten .
Als uw draadloos apparaat correct is verbonden, wordt [Verbonden] weergegeven op het LCD-scherm.
De installatie van het draadloze netwerk is nu voltooid. Om het Compleet pakket van drivers & software voor uw apparaat te installeren, plaatst u de installatieschijf van Brother in uw computer of gaat u in het Brother
Solutions Center op support.brother.com
naar de pagina Downloads van uw model.
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Netwerk] > [WLAN] > [WPS met pincode] .
2. Wanneer [WLAN inschakelen?] verschijnt, drukt u op [Ja] .
Hiermee wordt de installatiewizard voor het draadloze netwerk gestart. Druk op [Nee] om te annuleren.
3. Op het LCD-scherm wordt een achtcijferige pincode weergegeven en het apparaat begint naar een draadloze LAN-toegangspoort/router te zoeken.
4. Typ op een computer in het netwerk in de adresbalk van de browser het IP-adres van het apparaat dat u als de registrar gebruikt. (Voorbeeld: http://192.168.1.2)
5. Ga naar de instellingenpagina van WPS, voer de pincode in en volg de instructies op het scherm.
• De registrar is doorgaans de draadloze LAN-toegangspoort/router.
• De instelpagina zal verschillen afhankelijk van het merk van uw draadloze LAN-toegangspunt/router.
Zie voor meer informatie de gebruikershandleiding die bij de draadloze LAN-toegangspoort/router is geleverd.
Als u een computer met Windows 7, Windows 8 of Windows 10 als registrar gebruikt, gaat u als volgt te werk:
6. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Windows 7
Klik op (Starten) > Apparaten en printers > Een apparaat toevoegen .
• Windows 8
313
Verplaats uw muis naar de rechterbenedenhoek van uw bureaublad. Als de menubalk verschijnt, klikt u op Instellingen > Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Apparaten en printers > Een apparaat toevoegen .
• Windows 10
Klik op > Systeem > Configuratiescherm . Klik in de groep Hardware en geluiden op Een apparaat toevoegen .
• Als u een computer met Windows 7, Windows 8 of Windows 10 als registrar wilt gebruiken, moet u deze eerst in uw netwerk registreren. Zie voor meer informatie de gebruikershandleiding die bij de draadloze
LAN-toegangspoort/router is geleverd.
• Als u Windows 7, Windows 8 of Windows 10 als een registrar gebruikt, kunt u de printerdriver installeren na de draadloze configuratie door de aanwijzingen op het scherm te volgen. Om het
Compleet pakket van drivers & software voor uw apparaat te installeren, plaatst u de installatieschijf van Brother in uw computer of gaat u in het Brother Solutions Center op support.brother.com
naar de pagina Downloads van uw model.
7. Selecteer het apparaat en klik op Volgende .
8. Typ de pincode die op het LCD-scherm van het apparaat wordt weergegeven en klik vervolgens op
Volgende .
9. (Windows 7) Selecteer uw netwerk en klik vervolgens op Volgende .
10. Klik op Sluiten .
Als uw draadloos apparaat correct is verbonden, wordt [Verbonden] weergegeven op het LCD-scherm.
De installatie van het draadloze netwerk is nu voltooid. Om Compleet pakket van drivers & software voor uw apparaat te installeren, plaatst u de installatieschijf van Brother in uw computer of gaat u in het Brother Solutions
Center op support.brother.com
naar de pagina Downloads van uw model.
Verwante informatie
•
Andere methoden om uw apparaat van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
Gerelateerde onderwerpen:
•
Foutcodes in het rapport voor draadloos LAN
314
Andere methoden om uw apparaat van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
> Uw apparaat configureren voor een draadloos netwerk met behulp van de installatiewizard van het bedieningspaneel van het apparaat
Uw apparaat configureren voor een draadloos netwerk met behulp van de installatiewizard van het bedieningspaneel van het apparaat
Gerelateerde modellen : DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW/DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/
MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
We raden u aan de draadloze netwerkinstellingen te noteren voordat u het apparaat configureert. U hebt deze gegevens nodig om de configuratie uit te voeren.
1. Controleer en noteer de huidige draadloze netwerkinstellingen van de computer waarmee u verbinding maakt.
Netwerknaam (SSID)
Netwerksleutel
Bijvoorbeeld:
Netwerknaam (SSID)
HELLO
Netwerksleutel
12345
• U toegangspunt/router ondersteunt mogelijk het gebruik van meerdere WEP-sleutels, maar uw apparaat van Brother ondersteunt alleen het gebruik van de eerste WEP-sleutel.
• Als u tijdens de configuratie hulp nodig hebt en contact wilt opnemen met de klantenservice van
Brother, zorg er dan voor dat u uw SSID (netwerknaam) en netwerksleutel bij de hand hebt. Wij kunnen u niet helpen met het opzoeken van deze informatie.
• Als u niet over deze gegevens (SSID en netwerksleutel) beschikt, kunt u de draadloze configuratie niet voortzetten.
Waar kan ik deze informatie vinden?
Controleer de documentatie die geleverd is bij uw draadloze toegangspunt/router.
Het oorspronkelijke SSID is mogelijk de naam van de fabrikant of van het model.
Als u de veiligheidsinformatie niet kent, neemt u contact op met de fabrikant van de router, uw systeembeheerder of uw internetprovider.
2. Druk op Menu .
3. Druk op a of b om de optie [Netwerk] te selecteren en druk vervolgens op OK .
4. Druk op a of b om de optie [WLAN] te selecteren en druk vervolgens op OK .
5. Druk op a of b om de optie [Inst. Wizard] te selecteren en druk vervolgens op OK .
6. Wanneer [WLAN Activeren ?] verschijnt, schakelt u het draadloze netwerk in.
Hiermee wordt de installatiewizard voor het draadloze netwerk gestart.
315
7. Het apparaat zoekt uw netwerk en toont een lijst met beschikbare SSID's. Wanneer er een lijst met SSID's weergegeven wordt, drukt u op a of b om het gewenste SSID te selecteren.
8. Druk op OK .
9. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als u gebruik maakt van een verificatie- en versleutelingsmethode waarvoor een Netwerksleutel nodig is, voer dan de Netwerksleutel in die u bij de eerste stap noteerde.
Voer de WEP-sleutel in en druk vervolgens op OK om uw instellingen toe te passen.
Selecteer [Ja] om de instellingen toe te passen. Om te annuleren, selecteert u [Nee] .
• Als uw verificatiemethode Open systeem is en uw versleutelingsmodus Geen, ga dan naar de volgende stap.
• Als uw WLAN-toegangspunt/router WPS ondersteunt, verschijnt [WPS beschikbaar] . Om uw apparaat te verbinden met de automatische draadloze modus, drukt u op a . (Als u [Nee] kiest, voert u de
Netwerksleutel in die in bij de eerste stap noteerde.) Wanneer [Druk WPS op rtr] verschijnt, drukt u op de WPS-knop op uw WLAN-toegangspunt/router en drukt u vervolgens tweemaal op a .
10. Het apparaat probeert verbinding te maken met het draadloze apparaat dat u hebt geselecteerd.
Als uw draadloos apparaat correct is verbonden, wordt [Verbonden] weergegeven op het LCD-scherm.
De installatie van het draadloze netwerk is nu voltooid. Om het Compleet pakket van drivers & software voor uw apparaat te installeren, plaatst u de installatieschijf van Brother in uw computer of gaat u in het Brother
Solutions Center op support.brother.com
naar de pagina Downloads van uw model.
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
We raden u aan de draadloze netwerkinstellingen te noteren voordat u het apparaat configureert. U hebt deze gegevens nodig om de configuratie uit te voeren.
1. Controleer en noteer de huidige draadloze netwerkinstellingen van de computer waarmee u verbinding maakt.
Netwerknaam (SSID)
Netwerksleutel
Bijvoorbeeld:
Netwerknaam (SSID)
HELLO
Netwerksleutel
12345
316
• U toegangspunt/router ondersteunt mogelijk het gebruik van meerdere WEP-sleutels, maar uw apparaat van Brother ondersteunt alleen het gebruik van de eerste WEP-sleutel.
• Als u tijdens de configuratie hulp nodig hebt en contact wilt opnemen met de klantenservice van
Brother, zorg er dan voor dat u uw SSID (netwerknaam) en netwerksleutel bij de hand hebt. Wij kunnen u niet helpen met het opzoeken van deze informatie.
• Als u niet over deze gegevens (SSID en netwerksleutel) beschikt, kunt u de draadloze configuratie niet voortzetten.
Hoe kan ik deze informatie vinden?
a. Raadpleeg de documentatie van uw draadloos toegangspunt/router.
b. De oorspronkelijke SSID kan de naam van de fabrikant of de modelnaam zijn.
c. Als u de veiligheidsinformatie niet kent, neemt u contact op met de fabrikant van de router, uw systeembeheerder of uw internetprovider.
2. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Netwerk] > [WLAN] > [Inst. Wizard] .
3. Wanneer [WLAN inschakelen?] verschijnt, drukt u op [Ja] .
Hiermee wordt de installatiewizard voor het draadloze netwerk gestart. Druk op [Nee] om te annuleren.
4. Het apparaat zoekt uw netwerk en toont een lijst met beschikbare SSID's.
Als een lijst met SSID's wordt weergegeven, veegt u omhoog of omlaag of drukt u op a of b om het SSID weer te geven waarmee u verbinding wilt maken en drukt u vervolgens op het SSID.
5. Druk op [OK] .
6. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als u gebruik maakt van een verificatie- en versleutelingsmethode waarvoor een Netwerksleutel nodig is, voer dan de Netwerksleutel in die u bij de eerste stap noteerde.
Als u alle tekens hebt ingevoerd, drukt u op [OK] .
• Als uw verificatiemethode Open systeem is en uw versleutelingsmodus Geen, ga dan naar de volgende stap.
7. Het apparaat probeert verbinding te maken met het draadloze apparaat dat u hebt geselecteerd.
Als uw draadloos apparaat correct is verbonden, wordt [Verbonden] weergegeven op het LCD-scherm.
De installatie van het draadloze netwerk is nu voltooid. Om Compleet pakket van drivers & software voor uw apparaat te installeren, plaatst u de installatieschijf van Brother in uw computer of gaat u in het Brother Solutions
Center op support.brother.com
naar de pagina Downloads van uw model.
Verwante informatie
•
Andere methoden om uw apparaat van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
Gerelateerde onderwerpen:
•
Hoe tekst invoeren in uw apparaat van Brother
•
Foutcodes in het rapport voor draadloos LAN
317
Andere methoden om uw apparaat van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
> Uw apparaat configureren voor een draadloos netwerk wanneer de SSID niet wordt uitgezonden
Uw apparaat configureren voor een draadloos netwerk wanneer de
SSID niet wordt uitgezonden
Gerelateerde modellen : DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW/DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/
MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
We raden u aan de draadloze netwerkinstellingen te noteren voordat u het apparaat configureert. U hebt deze gegevens nodig om de configuratie uit te voeren.
1. Controleer en noteer de huidige instellingen van het draadloze netwerk.
Netwerknaam (SSID)
Communicatiemodus
Infrastructuur
Verificatiemethode
Open Systeem
Gedeelde sleutel
WPA/WPA2 ‑ PSK
Versleutelingsmodus
GEEN
WEP
WEP
AES
TKIP
Netwerksleutel
-
Bijvoorbeeld:
Netwerknaam (SSID)
HELLO
Communicatiemodus
Infrastructuur
Verificatiemethode
WPA2 ‑ PSK
Versleutelingsmodus
AES
Netwerksleutel
12345678
Als uw router gebruikmaakt van WEP-versleuteling, voert u de sleutel in die als eerste WEP-sleutel wordt gebruikt. Het apparaat van Brother ondersteunt alleen het gebruik van de eerste WEP-sleutel.
2. Druk op Menu .
3. Druk op a of b om de optie [Netwerk] te selecteren en druk vervolgens op OK .
4. Druk op a of b om de optie [WLAN] te selecteren en druk vervolgens op OK .
5. Druk op a of b om de optie [Inst. Wizard] te selecteren en druk vervolgens op OK .
6. Wanneer [WLAN Activeren ?] verschijnt, schakelt u het draadloze netwerk in.
Hiermee wordt de installatiewizard voor het draadloze netwerk gestart.
7. Het apparaat zoekt uw netwerk en toont een lijst met beschikbare SSID's. Druk op a of b om de optie
[<Nieuwe SSID>] te selecteren en druk vervolgens op OK .
8. Voer de SSID-naam in en druk vervolgens op OK .
9. Selecteer de optie [Infrastructuur] en druk vervolgens op OK .
10. Druk op a of b om de gewenste verificatiemethode te selecteren en druk vervolgens op OK .
11. Ga op een van de volgende manieren te werk:
318
• Als u de optie [Open systeem] hebt geselecteerd, drukt u op a of b om het versleutelingstype [Geen] of [WEP] te selecteren en drukt u vervolgens op OK .
Als u [WEP] als versleutelingstype hebt geselecteerd, voert u de WEP-sleutel in en drukt u vervolgens op
OK .
• Als u de optie [Ged. sleutel] hebt geselecteerd, voert u de WEP-sleutel in en drukt u vervolgens op
OK .
• Als u de optie [WPA/WPA2-PSK] hebt geselecteerd, drukt u op a of b om het versleutelingstype [TKIP
+AES] of [AES] te selecteren en drukt u vervolgens op OK .
Voer de WPA ™ -sleutel in en druk vervolgens op OK .
Het apparaat van Brother ondersteunt alleen het gebruik van de eerste WEP-sleutel.
12. Selecteer [Ja] om de instellingen toe te passen. Om te annuleren, selecteert u [Nee] .
13. Het apparaat probeert verbinding te maken met het draadloze apparaat dat u hebt geselecteerd.
Als uw draadloos apparaat correct is verbonden, wordt [Verbonden] weergegeven op het LCD-scherm.
De installatie van het draadloze netwerk is nu voltooid. Om het Compleet pakket van drivers & software voor uw apparaat te installeren, plaatst u de installatieschijf van Brother in uw computer of gaat u in het Brother
Solutions Center op support.brother.com
naar de pagina Downloads van uw model.
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
We raden u aan de draadloze netwerkinstellingen te noteren voordat u het apparaat configureert. U hebt deze gegevens nodig om de configuratie uit te voeren.
1. Controleer en noteer de huidige instellingen van het draadloze netwerk.
Netwerknaam (SSID)
Communicatiemodus
Infrastructuur
Verificatiemethode
Open Systeem
Gedeelde sleutel
WPA/WPA2 ‑ PSK
Versleutelingsmodus
GEEN
WEP
WEP
AES
TKIP
Netwerksleutel
-
Bijvoorbeeld:
Netwerknaam (SSID)
HELLO
Communicatiemodus
Infrastructuur
Verificatiemethode
WPA2 ‑ PSK
Versleutelingsmodus
AES
Netwerksleutel
12345678
Als uw router gebruikmaakt van WEP-versleuteling, voert u de sleutel in die als eerste WEP-sleutel wordt gebruikt. Het apparaat van Brother ondersteunt alleen het gebruik van de eerste WEP-sleutel.
2. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Netwerk] > [WLAN] > [Inst. Wizard] .
3. Wanneer [WLAN inschakelen?] verschijnt, drukt u op [Ja] .
Hiermee wordt de installatiewizard voor het draadloze netwerk gestart. Druk op [Nee] om te annuleren.
4. Het apparaat zoekt uw netwerk en toont een lijst met beschikbare SSID's. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om [<Nieuwe SSID>] weer te geven. Druk op [<Nieuwe SSID>] en vervolgens op [OK] .
319
5. Voer de SSID-naam in en druk vervolgens op [OK] .
6. Druk op [Infrastructuur] als u daar om wordt gevraagd.
7. Selecteer de verificatiemethode.
8. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als u de optie [Open systeem] hebt geselecteerd, drukt u op het versleutelingstype [Geen] of [WEP] .
Als u de optie [WEP] als versleutelingstype hebt geselecteerd, selecteert en voert u de WEP-sleutel in en drukt u vervolgens op [OK] .
• Als u de optie [Gedeelde sleutel] hebt geselecteerd, selecteert en voert u de WEP-sleutel in en drukt u vervolgens op [OK] .
• Als u de optie [WPA/WPA2-PSK] hebt geselecteerd, drukt u op het versleutelingstype [TKIP+AES] of
[AES] .
Voer de WPA ™ -sleutel in en druk vervolgens op [OK] .
• Het apparaat van Brother ondersteunt alleen het gebruik van de eerste WEP-sleutel.
9. Het apparaat probeert verbinding te maken met het draadloze apparaat dat u hebt geselecteerd.
Als uw draadloos apparaat correct is verbonden, wordt [Verbonden] weergegeven op het LCD-scherm.
De installatie van het draadloze netwerk is nu voltooid. Om Compleet pakket van drivers & software voor uw apparaat te installeren, plaatst u de installatieschijf van Brother in uw computer of gaat u in het Brother Solutions
Center op support.brother.com
naar de pagina Downloads van uw model.
Verwante informatie
•
Andere methoden om uw apparaat van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
Gerelateerde onderwerpen:
•
Het lukt niet om de configuratie van het draadloze netwerk te voltooien.
•
Hoe tekst invoeren in uw apparaat van Brother
•
Foutcodes in het rapport voor draadloos LAN
320
Andere methoden om uw apparaat van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
> Het apparaat voor een draadloos Enterprise-netwerk configureren
Het apparaat voor een draadloos Enterprise-netwerk configureren
Gerelateerde modellen : DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW/DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/
MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
We raden u aan de draadloze netwerkinstellingen te noteren voordat u het apparaat configureert. U hebt deze gegevens nodig om de configuratie uit te voeren.
1. Controleer en noteer de huidige instellingen van het draadloze netwerk.
Netwerknaam (SSID)
Communicatiemod us
Infrastructuur
Verificatiemethode Versleutelingsmodu s
Gebruikers-ID
LEAP
EAP-FAST/NONE
CKIP
AES
TKIP
EAP-FAST/MS-
CHAPv2
AES
TKIP
AES EAP-FAST/GTC
TKIP
PEAP/MS-CHAPv2 AES
PEAP/GTC
EAP-TTLS/CHAP
EAP-TTLS/MS-
CHAP
EAP-TTLS/MS-
CHAPv2
EAP-TTLS/PAP
EAP-TLS
TKIP
AES
TKIP
AES
TKIP
AES
TKIP
TKIP
AES
TKIP
AES
TKIP
AES
Bijvoorbeeld:
Netwerknaam (SSID)
HELLO
Wachtwoord
-
-
321
Communicatiemod us
Infrastructuur
Verificatiemethode Versleutelingsmodu s
Gebruikers-ID
EAP-FAST/MS-
CHAPv2
AES Brother
Wachtwoord
12345678
• Als u het apparaat configureert met EAP-TLS-verificatie, moet u het door een certificatie-instantie uitgegeven clientcertificaat installeren voordat u de configuratie start. Raadpleeg uw netwerkbeheerder over het clientcertificaat. Als u meerdere certificaten hebt geïnstalleerd, raden we aan de certificaatnaam te noteren die u wilt gebruiken.
• Als u de machine wilt verifiëren met behulp van de algemene naam van het servercertificaat, raden we aan deze naam te noteren voordat u de configuratie start. Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor de algemene naam van het servercertificaat.
2. Druk op Menu .
3. Druk op a of b om het volgende te selecteren: a. Selecteer [Netwerk] . Druk op OK .
b. Selecteer [WLAN] . Druk op OK .
c. Selecteer [Inst. Wizard] . Druk op OK .
4. Wanneer [WLAN Activeren ?] verschijnt, schakelt u het draadloze netwerk in.
Hiermee wordt de installatiewizard voor het draadloze netwerk gestart.
5. Het apparaat zoekt uw netwerk en toont een lijst met beschikbare SSID's. Druk op a of b om de optie
[<Nieuwe SSID>] te selecteren en druk vervolgens op OK .
6. Voer de SSID-naam in en druk vervolgens op OK .
7. Selecteer de optie [Infrastructuur] en druk vervolgens op OK .
8. Druk op a of b om de gewenste verificatiemethode te selecteren en druk vervolgens op OK .
9. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als u de optie [LEAP] hebt geselecteerd, voert u het gebruikers-ID in en drukt u vervolgens op OK .
Voer het wachtwoord in en druk vervolgens op OK .
• Als u de optie [EAP-FAST] , [PEAP] of [EAP-TTLS] geselecteerd hebt, drukt u op a of b om de inwendige verificatiemethode [NONE] , [CHAP] , [MS-CHAP] , [MS-CHAPv2] , [GTC] of [PAP] te selecteren en drukt u vervolgens op OK .
Afhankelijk van uw verificatiemethode kunnen de selecties van de interne verificatiemethode verschillen.
Druk op a of b om het versleutelingstype [TKIP+AES] of [AES] te selecteren en druk vervolgens op OK .
Druk op a of b om de verificatiemethode [Geen verif.] , [CA] of [CA + Server-ID] te selecteren en druk vervolgens op OK .
Als u de optie [CA + Server-ID] hebt geselecteerd, voert u het server-ID, gebruikers-ID en wachtwoord in (indien vereist) en drukt u op OK voor elke optie.
Voor andere selecties voert u het gebruikers-ID en wachtwoord in en drukt u op OK voor elke optie.
Als u geen CA-certificaat hebt geïmporteerd in het apparaat, zal het apparaat het bericht [Geen verif.] weergeven.
• Als u de optie [EAP-TLS] hebt geselecteerd, drukt u op a of b om het versleutelingstype [TKIP+AES] of
[AES] te selecteren en drukt u vervolgens op OK .
Wanneer het apparaat een lijst met beschikbare clientcertificaten weergeeft, selecteert u het gewenste certificaat.
Druk op a of b om de verificatiemethode [Geen verif.] , [CA] of [CA + Server-ID] te selecteren en druk vervolgens op OK .
Als u de optie [CA + Server-ID] hebt geselecteerd, voert u het server-ID en gebruikers-ID in en drukt u op OK voor elke optie.
Voer voor andere selecties het gebruikers-ID in en druk vervolgens op OK .
322
10. Selecteer [Ja] om de instellingen toe te passen. Om te annuleren, selecteert u [Nee] .
11. Het apparaat probeert verbinding te maken met het draadloze apparaat dat u hebt geselecteerd.
Als uw draadloos apparaat correct is verbonden, wordt [Verbonden] weergegeven op het LCD-scherm.
De installatie van het draadloze netwerk is nu voltooid. Om Compleet pakket van drivers & software voor uw apparaat te installeren, plaatst u de installatieschijf van Brother in uw computer of gaat u in het Brother Solutions
Center op support.brother.com
naar de pagina Downloads van uw model.
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
We raden u aan de draadloze netwerkinstellingen te noteren voordat u het apparaat configureert. U hebt deze gegevens nodig om de configuratie uit te voeren.
1. Controleer en noteer de huidige instellingen van het draadloze netwerk.
Netwerknaam (SSID)
Wachtwoord Communicatiemod us
Infrastructuur
Verificatiemethode Versleutelingsmodu s
LEAP CKIP
Gebruikers-ID
EAP-FAST/NONE
EAP-FAST/MS-
CHAPv2
AES
TKIP
AES
EAP-FAST/GTC
TKIP
AES
TKIP
PEAP/MS-CHAPv2 AES
TKIP
PEAP/GTC
EAP-TTLS/CHAP
AES
TKIP
AES
EAP-TTLS/MS-
CHAP
EAP-TTLS/MS-
CHAPv2
EAP-TTLS/PAP
EAP-TLS
TKIP
AES
TKIP
AES
TKIP
AES
TKIP
AES
TKIP
Bijvoorbeeld:
Netwerknaam (SSID)
HELLO
-
-
323
Communicatiemod us
Infrastructuur
Verificatiemethode Versleutelingsmodu s
Gebruikers-ID
EAP-FAST/MS-
CHAPv2
AES Brother
Wachtwoord
12345678
• Als u het apparaat configureert met EAP-TLS-verificatie, moet u het door een certificatie-instantie uitgegeven clientcertificaat installeren voordat u de configuratie start. Raadpleeg uw netwerkbeheerder over het clientcertificaat. Als u meerdere certificaten hebt geïnstalleerd, raden we aan de certificaatnaam te noteren die u wilt gebruiken.
• Als u de machine wilt verifiëren met behulp van de algemene naam van het servercertificaat, raden we aan deze naam te noteren voordat u de configuratie start. Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor de algemene naam van het servercertificaat.
2. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Netwerk] > [WLAN] > [Inst. Wizard] .
3. Wanneer [WLAN inschakelen?] verschijnt, drukt u op [Ja] .
Hiermee wordt de installatiewizard voor het draadloze netwerk gestart. Druk op [Nee] om te annuleren.
4. Het apparaat zoekt uw netwerk en toont een lijst met beschikbare SSID's. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om [<Nieuwe SSID>] weer te geven. Druk op [<Nieuwe SSID>] en vervolgens op [OK] .
5. Voer de SSID-naam in en druk vervolgens op [OK] .
6. Druk op [Infrastructuur] als u daar om wordt gevraagd.
7. Selecteer de verificatiemethode.
8. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als u de optie [LEAP] hebt geselecteerd, voert u het gebruikers-ID in en drukt u vervolgens op [OK] .
Voer het wachtwoord in en druk vervolgens op [OK] .
• Als u de optie [EAP-FAST] , [PEAP] of [EAP-TTLS] selecteerde, selecteert u de inwendige verificatiemethode [NONE] , [CHAP] , [MS-CHAP] , [MS-CHAPv2] , [GTC] of [PAP] .
Afhankelijk van uw verificatiemethode kunnen de selecties van de inwendige verificatiemethode verschillen.
Selecteer het versleutelingstype [TKIP+AES] of [AES] .
Selecteer de verificatiemethode [Geen verificatie] , [CA] of [CA + Server ID] .
Als u de optie [CA + Server ID] hebt geselecteerd, voert u het server-ID, gebruikers-ID en wachtwoord in (indien vereist) en drukt u op [OK] voor elke optie.
Voor andere selecties voert u het gebruikers-ID en wachtwoord in en drukt u op [OK] voor elke optie.
Als u geen CA-certificaat hebt geïmporteerd in het apparaat, geeft het apparaat [Geen verificatie] weer.
• Als u de optie [EAP-TLS] hebt geselecteerd, selecteert u op het versleutelingstype [TKIP+AES] of
[AES] .
Het apparaat geeft een lijst weer met beschikbare clientcertificaten. Selecteer het certificaat.
Selecteer de verificatiemethode [Geen verificatie] , [CA] of [CA + Server ID] .
Als u de optie [CA + Server ID] hebt geselecteerd, voert u het server-ID en gebruikers-ID in en drukt u op [OK] voor elke optie.
Voer voor andere selecties het gebruikers-ID in en druk vervolgens op [OK] .
9. Het apparaat probeert verbinding te maken met het draadloze apparaat dat u hebt geselecteerd.
Als uw draadloos apparaat correct is verbonden, wordt [Verbonden] weergegeven op het LCD-scherm.
De installatie van het draadloze netwerk is nu voltooid. Om Compleet pakket van drivers & software voor uw apparaat te installeren, plaatst u de installatieschijf van Brother in uw computer of gaat u in het Brother Solutions
Center op support.brother.com
naar de pagina Downloads van uw model.
324
Verwante informatie
•
Andere methoden om uw apparaat van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
Gerelateerde onderwerpen:
•
Foutcodes in het rapport voor draadloos LAN
325
Andere methoden om uw apparaat van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
> Wi-Fi Direct ® gebruiken
Wi-Fi Direct ® gebruiken
•
Afdrukken of scannen vanaf uw mobiele apparaat met Wi-Fi Direct
•
Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren
•
Het lukt niet om de configuratie van het draadloze netwerk te voltooien.
326
Andere methoden om uw apparaat van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
> Afdrukken of scannen vanaf uw mobiele apparaat met Wi-Fi Direct
Afdrukken of scannen vanaf uw mobiele apparaat met Wi-Fi Direct
Gerelateerde modellen : DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW/DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/
MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Wi-Fi Direct is een van de draadloze configuratiemethodes die door de Wi-Fi Alliance ® zijn ontwikkeld. Hiermee kunt u een beveiligd draadloos netwerk configureren tussen uw Brother-apparaat en een mobiel apparaat, zoals een Android ™ -apparaat, Windows-apparaat, iPhone, iPod touch of iPad, zonder gebruik van een toegangspunt.
Wi-Fi Direct biedt ook ondersteuning voor het configureren van een draadloos netwerk met behulp van de drukknop- of PIN-methode van Wi-Fi Protected Setup ™ (WPS). U kunt een draadloos netwerk ook configureren door handmatig een SSID en wachtwoord in te stellen. De Wi-Fi Direct-functie van uw Brother-apparaat biedt ondersteuning voor WPA2 ™ -beveiliging met AES-versleuteling.
1
2
1. Mobiel apparaat
2. Uw Brother-apparaat
• Het apparaat van Brother kan weliswaar in zowel een bedraad als een draadloos netwerk worden gebruikt, maar u kunt slechts een van deze methoden tegelijk gebruiken. Het is echter wel mogelijk om tegelijk een draadloze verbinding en een Wi-Fi Direct-verbinding, of een bedrade verbinding (alleen op ondersteunde modellen) en een Wi-Fi Direct-verbinding te gebruiken.
• Het apparaat dat ondersteuning biedt voor Wi-Fi Direct kan groepseigenaar (G/E) worden. De G/E doet binnen een Wi-Fi Direct-netwerk dienst als toegangspunt.
Verwante informatie
•
327
Andere methoden om uw apparaat van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
> Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren
Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren
Uw Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen configureren via het bedieningspaneel van het apparaat.
•
Overzicht van de configuratie van een Wi-Fi Direct-netwerk
•
Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren met behulp van de drukknopmethode
•
Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren met de drukknopmethode van Wi-Fi Protected
•
Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren met behulp van de PIN-methode
•
Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren met behulp van de PIN-methode van Wi-Fi
•
Uw Wi-Fi Direct-netwerk handmatig configureren
328
Andere methoden om uw apparaat van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
> Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren > Overzicht van de
configuratie van een Wi-Fi Direct-netwerk
Overzicht van de configuratie van een Wi-Fi Direct-netwerk
Gerelateerde modellen : DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW/DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/
MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Hierna volgen vijf methoden voor het configureren van uw Brother-apparaat in een draadloze netwerkomgeving.
Selecteer de methode die u verkiest voor uw omgeving:
Controleer uw mobiele apparaat voor de configuratie.
1. Biedt uw mobiele apparaat ondersteuning voor Wi-Fi Direct?
Optie
Ja
Nee
Beschrijving
Ga naar stap 2
Ga naar stap 3
2. Biedt uw mobiele apparaat ondersteuning voor drukknopconfiguratie voor Wi-Fi Direct?
Optie
Ja
Nee
Beschrijving uu Verwante informatie : Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren met behulp van de drukknopmethode uu Verwante informatie : Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren met behulp van de PIN-methode
3. Biedt uw mobiele apparaat ondersteuning voor Wi-Fi Protected Setup ™ (WPS)?
Optie
Ja
Nee
Beschrijving
Ga naar stap 4 uu Verwante informatie : Uw Wi-Fi Direct-netwerk handmatig configureren
4. Biedt uw mobiele apparaat ondersteuning voor drukknopconfiguratie voor Wi-Fi Protected Setup ™ (WPS)?
Optie
Ja
Nee
Beschrijving uu Verwante informatie : Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren met de drukknopmethode van Wi-Fi Protected Setup ™ (WPS) uu Verwante informatie : Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren met behulp van de PIN-methode van Wi-Fi Protected Setup ™ (WPS)
Om de functie Brother iPrint&Scan te gebruiken in een Wi-Fi Direct-netwerk die geconfigureerd is via drukknopconfiguratie met behulp van Wi-Fi Direct of via pinmethodeconfiguratie met behulp van Wi-Fi Direct, moet Android ™ 4.0 of recenter geïnstalleerd zijn op het apparaat dat u gebruikt om Wi-Fi Direct te configureren.
Verwante informatie
•
Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren
Gerelateerde onderwerpen:
•
Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren met behulp van de drukknopmethode
•
Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren met de drukknopmethode van Wi-Fi Protected Setup ™ (WPS)
329
•
Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren met behulp van de PIN-methode
•
Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren met behulp van de PIN-methode van Wi-Fi Protected Setup ™
•
Uw Wi-Fi Direct-netwerk handmatig configureren
330
Andere methoden om uw apparaat van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
> Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren > Uw Wi-Fi Direct-netwerk
configureren met behulp van de drukknopmethode
Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren met behulp van de drukknopmethode
Gerelateerde modellen : DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW/DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/
MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
Als uw mobiele apparaat ondersteuning biedt voor Wi-Fi Direct, volgt u deze stappen om een Wi-Fi Directnetwerk te configureren:
1. Druk op Menu .
2. Druk op a of b om de optie [Netwerk] te selecteren en druk vervolgens op OK .
3. Druk op a of b om de optie [Wi-Fi Direct] te selecteren en druk vervolgens op OK .
4. Druk op a of b om de optie [Drukknop] te selecteren en druk vervolgens op OK .
5. Wanneer [Wi-Fi Direct aan?] verschijnt, schakelt u het Wi-Fi Direct netwerk in.
6. Activeer Wi-Fi Direct op uw mobiele apparaat (raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw mobiele apparaat voor instructies) wanneer [Activeer Wi-Fi Direct op ander apparaat en druk op OK.] weergegeven wordt op het LCD-scherm van het apparaat. Druk op OK op het apparaat.
Hiermee wordt de Wi-Fi Direct-instelling gestart.
7. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Wanneer uw Brother-apparaat de groepseigenaar (G/E) is, sluit u uw mobiele apparaat rechtstreeks aan op het apparaat.
• Wanneer uw Brother-apparaat niet de G/E is, zal deze namen van beschikbare apparaten weergeven voor het configureren van een Wi-Fi Direct-netwerk. Druk op a of b om het mobiele apparaat te selecteren waarmee u verbinding wilt maken en druk op OK . Om opnieuw naar beschikbare apparaten te zoeken, selecteert u [<Opn. scannen>] en drukt u vervolgens op OK .
8. Als uw mobiele apparaat met succes verbonden is, wordt [Verbonden] weergegeven op de LCD van het apparaat. De Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen zijn voltooid.
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Als uw mobiele apparaat ondersteuning biedt voor Wi-Fi Direct, volgt u deze stappen om een Wi-Fi Directnetwerk te configureren:
Wanneer het apparaat de Wi-Fi Direct-aanvraag van uw mobiele apparaat ontvangt, wordt de melding
[Verzoek om Wi-Fi Direct-verbinding ontvangen. Druk op [OK] om verbinding te maken.] weergegeven op het LCD-scherm. Druk op [OK] om verbinding te maken.
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Netwerk] > [Wi-Fi Direct] > [Drukknop] .
2. Activeer Wi-Fi Direct op uw mobiele apparaat (raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw mobiele apparaat voor instructies) wanneer [Activeer Wi-Fi Direct op ander apparaat. Druk vervolgens op
[OK].] weergegeven wordt op het LCD-scherm van het apparaat. Druk op [OK] op het apparaat.
Hiermee wordt de Wi-Fi Direct-instelling gestart. Druk op om te annuleren.
3. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Wanneer uw Brother-apparaat de groepseigenaar (G/E) is, sluit u uw mobiele apparaat rechtstreeks aan op het apparaat.
331
• Wanneer uw Brother-apparaat niet de G/E is, geeft deze namen van beschikbare apparaten weer voor het configureren van een Wi-Fi Direct-netwerk. Selecteer het mobiele apparaat waarmee u verbinding wilt maken. Zoek nogmaals naar beschikbare apparaten door op [Opn. scannen] te drukken.
4. Als uw mobiele apparaat met succes verbonden is, wordt [Verbonden] weergegeven op de LCD van het apparaat. De Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen zijn voltooid.
Verwante informatie
•
Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren
Gerelateerde onderwerpen:
•
Overzicht van de configuratie van een Wi-Fi Direct-netwerk
332
Andere methoden om uw apparaat van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
> Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren > Uw Wi-Fi Direct-netwerk
configureren met de drukknopmethode van Wi-Fi Protected Setup ™ (WPS)
Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren met de drukknopmethode van Wi-
Fi Protected Setup ™ (WPS)
Gerelateerde modellen : DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW/DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/
MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
Als uw mobiel apparaat ondersteuning biedt voor WPS (PBC: Push Button Configuration), volgt u deze stappen om een Wi-Fi Direct-netwerk te configureren:
1. Druk op Menu .
2. Druk op a of b om de optie [Netwerk] te selecteren en druk vervolgens op OK .
3. Druk op a of b om de optie [Wi-Fi Direct] te selecteren en druk vervolgens op OK .
4. Druk op a of b om de optie [Groepseigenaar] te selecteren en druk vervolgens op OK .
5. Druk op a of b om de optie [Aan] te selecteren en druk vervolgens op OK .
6. Druk op a of b om de optie [Drukknop] te selecteren en druk vervolgens op OK .
7. Wanneer [Wi-Fi Direct aan?] verschijnt, schakelt u het Wi-Fi Direct netwerk in.
8. Activeer de WPS-drukknopconfiguratiemethode van uw mobiele apparaat (raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw mobiele apparaat voor instructies) wanneer [Activeer Wi-Fi Direct op ander apparaat en druk op OK.] weergegeven wordt op het LCD-scherm van het apparaat. Druk op OK op het apparaat.
Hiermee wordt de Wi-Fi Direct-instelling gestart.
9. Als uw mobiele apparaat met succes verbonden is, wordt [Verbonden] weergegeven op de LCD van het apparaat. De Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen zijn voltooid.
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Als uw mobiel apparaat ondersteuning biedt voor WPS (PBC: Push Button Configuration), volgt u deze stappen om een Wi-Fi Direct-netwerk te configureren:
Wanneer het apparaat de Wi-Fi Direct-aanvraag van uw mobiele apparaat ontvangt, wordt de melding
[Verzoek om Wi-Fi Direct-verbinding ontvangen. Druk op [OK] om verbinding te maken.] weergegeven op het LCD-scherm. Druk op [OK] om verbinding te maken.
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Netwerk] > [Wi-Fi Direct] >
[Groepseigenaar] .
2. Druk op [Aan] .
3. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de optie [Drukknop] te selecteren. Druk op [Drukknop] .
4. Activeer de WPS-drukknopconfiguratiemethode van uw mobiele apparaat (raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw mobiele apparaat voor instructies) wanneer [Activeer Wi-Fi Direct op ander apparaat.
Druk vervolgens op [OK].] weergegeven wordt op het LCD-scherm van het apparaat. Druk op [OK] op het Brother-apparaat.
Hiermee wordt de Wi-Fi Direct-instelling gestart. Druk op om te annuleren.
5. Als uw mobiele apparaat met succes verbonden is, wordt [Verbonden] weergegeven op de LCD van het apparaat. De Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen zijn voltooid.
333
Verwante informatie
•
Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren
Gerelateerde onderwerpen:
•
Overzicht van de configuratie van een Wi-Fi Direct-netwerk
334
Andere methoden om uw apparaat van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
> Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren > Uw Wi-Fi Direct-netwerk
configureren met behulp van de PIN-methode
Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren met behulp van de PIN-methode
Gerelateerde modellen : DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW/DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/
MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
Als uw mobiele apparaat ondersteuning biedt voor de PIN-methode of voor Wi-Fi Direct, volgt u deze stappen om een Wi-Fi Direct-netwerk te configureren:
1. Druk op Menu .
2. Druk op a of b om de optie [Netwerk] te selecteren en druk vervolgens op OK .
3. Druk op a of b om de optie [Wi-Fi Direct] te selecteren en druk vervolgens op OK .
4. Druk op a of b om de optie [Pincode] te selecteren en druk vervolgens op OK .
5. Wanneer [Wi-Fi Direct aan?] verschijnt, schakelt u het Wi-Fi Direct netwerk in.
6. Activeer Wi-Fi Direct op uw mobiele apparaat (raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw mobiele apparaat voor instructies) wanneer [Activeer Wi-Fi Direct op ander apparaat en druk op OK.] weergegeven wordt op het LCD-scherm van het apparaat. Druk op OK op het apparaat.
Hiermee wordt de Wi-Fi Direct-instelling gestart.
7. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als uw Brother-apparaat groepseigenaar (G/E) is, zal deze wachten op een verbindingsaanvraag van uw mobiele apparaat. Wanneer [Pincode invoeren] wordt weergegeven, voert u de pincode die weergegeven wordt op uw mobiele apparaat in uw apparaat van Brother in. Druk op OK om de instellingen te voltooien.
Als de pincode weergegeven wordt op uw Brother-apparaat, voert u de pincode in op uw mobiele apparaat.
• Wanneer uw Brother-apparaat niet de G/E is, zal deze namen van beschikbare apparaten weergeven voor het configureren van een Wi-Fi Direct-netwerk. Druk op a of b om het mobiele apparaat te selecteren waarmee u verbinding wilt maken en druk op OK . Om opnieuw naar beschikbare apparaten te zoeken, selecteert u [<Opn. scannen>] en drukt u vervolgens op OK .
8. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Volg de instructie van het apparaat om de pincode weer te geven op uw apparaat van Brother, voer de pincode in op uw mobiele apparaat en ga naar de volgende stap.
• Volg de instructie van het apparaat om op het apparaat van Brother de pincode in te voeren die door uw mobiel apparaat wordt weergegeven. Druk op OK en ga naar de volgende stap.
Als uw mobiel apparaat geen PIN weergeeft, druk op uw Brother-apparaat op Stop/Eindigen . Keer terug naar de eerste stap en probeer het opnieuw.
9. Als uw mobiele apparaat met succes verbonden is, wordt [Verbonden] weergegeven op de LCD van het apparaat. De Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen zijn voltooid.
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Als uw mobiele apparaat ondersteuning biedt voor de PIN-methode of voor Wi-Fi Direct, volgt u deze stappen om een Wi-Fi Direct-netwerk te configureren:
Wanneer het apparaat de Wi-Fi Direct-aanvraag van uw mobiele apparaat ontvangt, wordt de melding
[Verzoek om Wi-Fi Direct-verbinding ontvangen. Druk op [OK] om verbinding te maken.] weergegeven op het LCD-scherm. Druk op [OK] om verbinding te maken.
335
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Netwerk] > [Wi-Fi Direct] > [Pincode] .
2. Activeer Wi-Fi Direct op uw mobiele apparaat (raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw mobiele apparaat voor instructies) wanneer [Activeer Wi-Fi Direct op ander apparaat. Druk vervolgens op
[OK].] weergegeven wordt op het LCD-scherm van het apparaat. Druk op [OK] op het apparaat.
Hiermee wordt de Wi-Fi Direct-instelling gestart. Druk op om te annuleren.
3. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als uw Brother-apparaat groepseigenaar (G/E) is, zal deze wachten op een verbindingsaanvraag van uw mobiele apparaat. Wanneer [Pincode] wordt weergegeven, voert u de pincode die weergegeven wordt op uw mobiele apparaat in het apparaat in. Druk op [OK] om de instellingen te voltooien.
Als de pincode weergegeven wordt op uw Brother-apparaat, voert u de pincode in op uw mobiele apparaat.
• Wanneer uw Brother-apparaat niet de G/E is, geeft deze namen van beschikbare apparaten weer voor het configureren van een Wi-Fi Direct-netwerk. Selecteer het mobiele apparaat waarmee u verbinding wilt maken. Zoek nogmaals naar beschikbare apparaten door op [Opn. scannen] te drukken.
4. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Druk op [Pincode tonen] om de pincode weer te geven op uw apparaat en voer de pincode in op uw mobiele apparaat. Ga naar de volgende stap.
• Druk op [Pincode invoeren] om de pincode die op uw mobiele apparaat wordt weergegeven op het apparaat in te voeren en druk vervolgens op [OK] . Ga naar de volgende stap.
Als uw mobiele apparaat geen pincode weergeeft, drukt u op naar de eerste stap en probeer het opnieuw.
op uw Brother-apparaat. Keer terug
5. Als uw mobiele apparaat met succes verbonden is, wordt [Verbonden] weergegeven op de LCD van het apparaat. De Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen zijn voltooid.
Verwante informatie
•
Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren
Gerelateerde onderwerpen:
•
Overzicht van de configuratie van een Wi-Fi Direct-netwerk
336
Andere methoden om uw apparaat van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
> Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren > Uw Wi-Fi Direct-netwerk
configureren met behulp van de PIN-methode van Wi-Fi Protected Setup ™ (WPS)
Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren met behulp van de PIN-methode van Wi-Fi Protected Setup ™ (WPS)
Gerelateerde modellen : DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW/DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/
MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
Als uw mobiele apparaat ondersteuning biedt voor de PIN-methode of voor Wi-Fi Protected Setup ™ (WPS), volgt u deze stappen om een Wi-Fi Direct-netwerk te configureren:
1. Druk op Menu .
2. Druk op a of b om de optie [Netwerk] te selecteren en druk vervolgens op OK .
3. Druk op a of b om de optie [Wi-Fi Direct] te selecteren en druk vervolgens op OK .
4. Druk op a of b om de optie [Groepseigenaar] te selecteren en druk vervolgens op OK .
5. Druk op a of b om de optie [Aan] te selecteren en druk vervolgens op OK .
6. Druk op a of b om de optie [Pincode] te selecteren en druk vervolgens op OK .
7. Wanneer [Wi-Fi Direct aan?] verschijnt, schakelt u het Wi-Fi Direct netwerk in.
8. Activeer de WPS-pinconfiguratiemethode van uw mobiele apparaat (raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw mobiele apparaat voor instructies) wanneer [Activeer Wi-Fi Direct op ander apparaat en druk op OK.] weergegeven wordt op het LCD-scherm van het apparaat. Druk op OK op het apparaat.
Hiermee wordt de Wi-Fi Direct-instelling gestart.
9. Het apparaat wacht op een verbindingsverzoek van uw mobiel apparaat. Wanneer [Pincode invoeren] wordt weergegeven, voert u de pincode in die weergegeven wordt op uw mobiele apparaat in het apparaat.
10. Druk op OK .
11. Als uw mobiele apparaat met succes verbonden is, wordt [Verbonden] weergegeven op de LCD van het apparaat. De Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen zijn voltooid.
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Als uw mobiele apparaat ondersteuning biedt voor de PIN-methode of voor Wi-Fi Protected Setup ™ (WPS), volgt u deze stappen om een Wi-Fi Direct-netwerk te configureren:
Wanneer het apparaat de Wi-Fi Direct-aanvraag van uw mobiele apparaat ontvangt, wordt de melding
[Verzoek om Wi-Fi Direct-verbinding ontvangen. Druk op [OK] om verbinding te maken.] weergegeven op het LCD-scherm. Druk op [OK] om verbinding te maken.
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Netwerk] > [Wi-Fi Direct] >
[Groepseigenaar] .
2. Druk op [Aan] .
3. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de optie [Pincode] te selecteren. Druk op [Pincode] .
4. Wanneer [Activeer Wi-Fi Direct op ander apparaat. Druk vervolgens op [OK].] wordt weergegeven, activeert u de WPS-pinconfiguratiemethode van uw mobiele apparaat (raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw mobiele apparaat voor instructies) en drukt u vervolgens op [OK] op het Brotherapparaat.
337
Hiermee wordt de Wi-Fi Direct-instelling gestart. Druk op om te annuleren.
5. Het apparaat zal wachten op een verbindingsaanvraag van uw mobiele apparaat. Wanneer [Pincode] wordt weergegeven, voert u de pincode die weergegeven wordt op uw mobiele apparaat in het apparaat in.
Druk op [OK] .
6. Als uw mobiele apparaat met succes verbonden is, wordt [Verbonden] weergegeven op de LCD van het apparaat. De Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen zijn voltooid.
Verwante informatie
•
Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren
Gerelateerde onderwerpen:
•
Overzicht van de configuratie van een Wi-Fi Direct-netwerk
338
Andere methoden om uw apparaat van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
> Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren > Uw Wi-Fi Direct-netwerk
handmatig configureren
Uw Wi-Fi Direct-netwerk handmatig configureren
Gerelateerde modellen : DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW/DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/
MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
Als uw mobiele apparaat geen ondersteuning biedt voor Wi-Fi Direct of WPS, moet u een Wi-Fi Direct-netwerk handmatig configureren.
1. Druk op Menu .
2. Druk op a of b om de optie [Netwerk] te selecteren en druk vervolgens op OK .
3. Druk op a of b om de optie [Wi-Fi Direct] te selecteren en druk vervolgens op OK .
4. Druk op a of b om de optie [Handmatig] te selecteren en druk vervolgens op OK .
5. Wanneer [Wi-Fi Direct aan?] verschijnt, schakelt u het Wi-Fi Direct netwerk in.
6. Het apparaat geeft de SSID-naam en het SSID-wachtwoord weer. Ga naar het scherm met de instellingen voor draadloze netwerken op uw mobiele apparaat, selecteer de SSID-naam en voer vervolgens het wachtwoord in.
7. Als uw mobiele apparaat met succes verbonden is, wordt [Verbonden] weergegeven op de LCD van het apparaat. De Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen zijn voltooid.
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Als uw mobiele apparaat Wi-Fi Direct of WPS niet ondersteunt, moet u een Wi-Fi Direct-netwerk handmatig configureren.
Wanneer het apparaat de Wi-Fi Direct-aanvraag van uw mobiele apparaat ontvangt, wordt de melding
[Verzoek om Wi-Fi Direct-verbinding ontvangen. Druk op [OK] om verbinding te maken.] weergegeven op het LCD-scherm. Druk op [OK] om verbinding te maken.
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Netwerk] > [Wi-Fi Direct] > [Handmatig] .
2. Het apparaat geeft de SSID-naam en het SSID-wachtwoord weer. Ga naar het scherm met de instellingen voor draadloze netwerken op uw mobiele apparaat, selecteer de SSID-naam en voer vervolgens het wachtwoord in.
3. Als uw mobiele apparaat met succes verbonden is, wordt [Verbonden] weergegeven op de LCD van het apparaat. De Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen zijn voltooid.
Verwante informatie
•
Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren
Gerelateerde onderwerpen:
•
Overzicht van de configuratie van een Wi-Fi Direct-netwerk
339
Home > Netwerk > Geavanceerde netwerkfuncties
Geavanceerde netwerkfuncties
•
Het netwerkconfiguratierapport afdrukken
•
•
De tijd synchroniseren met de SNTP-server met behulp van Beheer via een webbrowser
340
Geavanceerde netwerkfuncties > Het netwerkconfiguratierapport afdrukken
Het netwerkconfiguratierapport afdrukken
Het netwerkconfiguratierapport biedt een overzicht van de netwerkconfiguratie, inclusief de netwerkinstellingen van de afdrukserver.
• Knooppuntnaam: de knooppuntnaam wordt weergegeven in het huidige netwerkconfiguratierapport. De standaardnaam is “BRNxxxxxxxxxxxx” voor een bedraad netwerk of “BRWxxxxxxxxxxxx” voor een draadloos netwerk (waarbij “xxxxxxxxxxxx” staat voor het MAC-adres/Ethernet-adres van de machine).
• Als achter [IP Address] in het netwerkconfiguratierapport 0.0.0.0 wordt weergegeven, wacht u één minuut en probeert u het opnieuw af te drukken.
• Het rapport bevat de instellingen van uw machine, zoals het IP-adres, het subnetmasker, de knooppuntnaam en het MAC-adres, bijvoorbeeld:
IP-adres: 192.168.0.5
Subnetmasker: 255.255.255.0
Knooppuntnaam: BRN000ca0000499
MAC-adres: 00-0c-a0-00-04-99
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Druk op Menu .
2. Druk op a of b om de optie [Print lijsten] weer te geven en druk vervolgens op OK .
3. Druk op a of b om de optie [Netwerk Conf.] te selecteren en druk vervolgens op OK .
4. Druk op Mono Start of Kleur Start .
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Print lijsten] > [Netwerkconfiguratie] .
2. Druk op [Ja] .
3. Druk op .
Verwante informatie
•
Gerelateerde onderwerpen:
•
Waar kan ik netwerkinstellingen van het Brother-apparaat vinden?
•
Het hulpprogramma voor het herstellen van de netwerkverbinding gebruiken (Windows)
•
Ik wil controleren of mijn netwerkapparaten naar behoren werken.
•
Beheer via een webbrowser openen
341
Geavanceerde netwerkfuncties > Het WLAN-rapport afdrukken
Het WLAN-rapport afdrukken
Gerelateerde modellen : DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW/DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/
MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Het WLAN-rapport geeft de draadloze status van uw apparaat weer. Als de draadloze verbinding niet is gelukt, controleert u de foutcode op het afgedrukte rapport.
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Druk op Menu .
2. Druk op a of b om de optie [Print lijsten] weer te geven en druk vervolgens op OK .
3. Druk op a of b om de optie [WLAN-rapport] te selecteren en druk vervolgens op OK .
4. Druk op Mono Start of Kleur Start .
Het WLAN-rapport wordt afgedrukt.
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Print lijsten] > [WLAN-rapport] .
2. Druk op [Ja] .
Het WLAN-rapport wordt afgedrukt.
3. Druk op .
Als het WLAN-rapport niet wordt afgedrukt, controleer dan of er een fout op de machine is opgetreden. Als er geen zichtbare fouten zijn, wacht u één minuut en probeert u daarna het rapport nogmaals af te drukken.
Verwante informatie
•
•
Foutcodes in het rapport voor draadloos LAN
Gerelateerde onderwerpen:
•
Mijn Brother-machine kan niet afdrukken, scannen of PC-FAX Ontvangen via het netwerk.
•
Ik wil controleren of mijn netwerkapparaten naar behoren werken.
342
Geavanceerde netwerkfuncties >
Het WLAN-rapport afdrukken > Foutcodes in het
rapport voor draadloos LAN
Foutcodes in het rapport voor draadloos LAN
Gerelateerde modellen : DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW/DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/
MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Als op het draadloos LAN-rapport wordt vermeld dat de verbinding mislukt is, controleert u de foutcode op het afgedrukte rapport en raadpleegt u de overeenstemmende instructies in de tabel:
Foutcode
TS-01
TS-02
TS-03
TS-04
TS-05
TS-06
Probleem en suggesties voor oplossingen
De draadloze instelling is niet geactiveerd, schakel de draadloze instelling in.
Als er een netwerkkabel op uw machine is aangesloten, ontkoppelt u deze alvorens de draadloze netwerkinstelling van uw machine in te schakelen.
Het draadloze toegangspunt of de draadloze router kan niet worden gedetecteerd.
1. Controleer de volgende punten:
• Koppel de stroomtoevoer naar het draadloze toegangspunt/router los, wacht 10 seconden en sluit hem vervolgens weer aan.
• Als uw draadloze toegangspunt/router gebruikmaakt van de functie voor filteren op MACadres, controleert u of het MAC-adres van de Brother-machine in het filter wordt toegestaan.
2. Als u de SSID en beveiligingsgegevens (SSID/verificatiemethode/versleutelingsmethode/ netwerksleutel) handmatig hebt ingevoerd, klopt deze informatie mogelijk niet.
Controleer de SSID en beveiligingsgegevens en voer waar nodig opnieuw de juiste informatie in.
Dit apparaat ondersteunt geen SSID/ESSID van 5 GHz en u moet een SSID/ESSID van 2,4
GHz selecteren. Controleer of het toegangspunt/de router op 2,4 GHz of op de gemengde modus 2,4 GHz/5 GHz is ingesteld.
De ingevoerde veiligheidsinstelling van het draadloze netwerk is mogelijk onjuist. Controleer de draadloze netwerkinstellingen.
Als u niet over deze gegevens beschikt, kunt u deze aan uw netwerkbeheerder vragen.
De verificatiemethode en de versleutelingsmethode die door het geselecteerde draadloze toegangspunt of de geselecteerde draadloze router worden gebruikt, worden niet ondersteund door uw machine.
Wijzig de verificatie- en de versleutelingsmethode van het draadloze toegangspunt/de draadloze router. Uw machine ondersteunt de volgende verificatiemethoden:
• WPA-Personal
TKIP of AES
• WPA2-Personal
TKIP of AES
• Open
WEP of Geen (zonder versleuteling)
• Gedeelde sleutel
WEP
Als uw probleem hiermee niet is verholpen, zijn de door u ingevoerde SSID- of netwerkinstellingen mogelijk onjuist. Controleer de draadloze netwerkinstellingen.
De beveiligingsgegevens (SSID/netwerksleutel) zijn onjuist.
Controleer de gegevens voor draadloze beveiliging (verificatiemethode/versleutelingsmethode/ netwerksleutel).
Een WLAN-toegangspunt/router waarop WPS is ingeschakeld, kan niet worden gedetecteerd door de machine.
Controleer de gegevens voor draadloze beveiliging (verificatiemethode/versleutelingsmethode/ netwerksleutel).
343
Foutcode
TS-07
TS-08
Probleem en suggesties voor oplossingen
Een WLAN-toegangspunt/router waarop WPS is ingeschakeld, kan niet worden gedetecteerd door de machine.
Als u verbinding wilt maken met WPS, moet u zowel uw machine als het WLANtoegangspunt/de router bedienen. Controleer de verbindingsmethode voor WPS op het WLANtoegangspunt/de router en probeer het opnieuw.
Raadpleeg de documentatie bij uw WLAN-toegangspunt/router als u niet weet hoe u uw WLANtoegangspunt/router moet bedienen met WPS. U kunt ook de fabrikant van het WLANtoegangspunt/de router of uw netwerkbeheerder om advies vragen.
Er zijn twee of meer WLAN-toegangspunten gedetecteerd waarop WPS is ingeschakeld.
• Zorg dat er slechts één WLAN-toegangspunt of router met actieve WPS-methode binnen bereik is en probeer het opnieuw.
• Begin na een paar minuten opnieuw. Zo voorkomt u storing van andere toegangspunten.
Verwante informatie
•
Gerelateerde onderwerpen:
•
Mijn Brother-machine kan niet afdrukken, scannen of PC-FAX Ontvangen via het netwerk.
•
Ik wil controleren of mijn netwerkapparaten naar behoren werken.
•
Uw apparaat voor een draadloos netwerk configureren met de drukknopmethode van Wi-Fi Protected
•
Uw apparaat voor een draadloze netwerk configureren met de pinmethode van Wi-Fi Protected Setup ™
•
•
Uw apparaat configureren voor een draadloos netwerk wanneer de SSID niet wordt uitgezonden
•
Het apparaat voor een draadloos Enterprise-netwerk configureren
344
Geavanceerde netwerkfuncties > De tijd synchroniseren met de SNTP-server met
behulp van Beheer via een webbrowser
De tijd synchroniseren met de SNTP-server met behulp van Beheer via een webbrowser
Het Simple Network Time Protocol (SNTP) wordt gebruikt voor het synchroniseren van de tijd die door het apparaat voor verificatie met de SNTP-tijdserver wordt gebruikt. (Dit is niet de tijd die op het LCD-scherm van het apparaat wordt weergegeven.) U kunt de tijd van het apparaat automatisch of handmatig synchroniseren met de
UTC-tijd (Coordinated Universal Time) van de SNTP-tijdserver.
•
De datum en tijd configureren met Beheer via een webbrowser
•
Het SNTP-protocol configureren met Beheer via een webbrowser
345
Geavanceerde netwerkfuncties >
De tijd synchroniseren met de SNTP-server met behulp van Beheer via een webbrowser
> De datum en tijd configureren met Beheer via een webbrowser
De datum en tijd configureren met Beheer via een webbrowser
Configureer de datum en tijd om de tijd die door de machine wordt gebruikt, te synchroniseren met die van de
SNTP-tijdserver.
Deze functie is in sommige landen niet beschikbaar.
1. Start uw webbrowser.
2. Voer "https://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser in (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van het apparaat).
Bijvoorbeeld: https://192.168.1.2
3. Als u voordien een wachtwoord hebt ingesteld, voert u dit in en klikt u vervolgens op .
4. Klik op het tabblad Beheerder .
5. Klik op Datum&tijd in de linkernavigatiebalk.
Selecteer in de vervolgkeuzelijst Tijdzone het tijdverschil tussen uw locatie en UTC. De tijdzone voor het oosten van de VS en Canada is bijvoorbeeld UTC-05:00.
6. Controleer de instellingen voor de Tijdzone .
7. Schakel het selectievakje Synchroniseer met SNTP-server in.
8. Klik op Indienen .
Verwante informatie
•
De tijd synchroniseren met de SNTP-server met behulp van Beheer via een webbrowser
346
Geavanceerde netwerkfuncties >
De tijd synchroniseren met de SNTP-server met behulp van Beheer via een webbrowser
> Het SNTP-protocol configureren met Beheer via een webbrowser
Het SNTP-protocol configureren met Beheer via een webbrowser
Configureer het SNTP-protocol om de tijd te synchroniseren die door de machine voor verificatie met de door de
SNTP-tijdserver bijgehouden tijd wordt gebruikt.
1. Start uw webbrowser.
2. Voer "https://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser in (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van het apparaat).
Bijvoorbeeld: https://192.168.1.2
3. Als u voordien een wachtwoord hebt ingesteld, voert u dit in en klikt u vervolgens op .
4. Klik op het tabblad Netwerk .
5. Klik op het Protocol -menu in de linkernavigatiebalk.
6. Schakel het selectievakje SNTP in om de instelling te activeren.
7. Klik op Indienen .
8. Start uw Brother-apparaat opnieuw op om de configuratie te activeren.
9. Klik naast het selectievakje SNTP op Geavanceerde instellingen .
10. Selecteer het profiel dat u wilt instellen of wijzigen.
Optie
Status
Synchronisatiestatus
Methode SNTP-server
Adres primaire SNTP-server
Adres secundaire SNTP-server
Poort primaire SNTP-server
Poort secundaire SNTP-server
Synchronisatie-interval
Beschrijving
Geeft aan of het SNTP-protocol in- of uitgeschakeld is.
Controleer de meest recente synchronisatiestatus.
Selecteer AUTOMATISCH of STATISCH .
• AUTOMATISCH
Als uw netwerk een DHCP-server omvat, haalt de SNTP-server automatisch het adres van die server op.
• STATISCH
Typ hier het gewenste adres.
Typ hier het serveradres (maximaal 64 tekens).
Het adres van de secundaire SNTP-server wordt gebruikt als een back-up voor het adres van de primaire SNTP-server. Als de primaire server niet beschikbaar is, zal de machine contact opnemen met de secundaire SNTP-server.
Typ hier het poortnummer (1 tot 65535).
De poort van de secundaire SNTP-server wordt gebruikt als een back-up voor de poort van de primaire SNTP-server. Als de primaire poort niet beschikbaar is, zal de machine contact opnemen met de secundaire SNTP-poort.
Typ de waarde voor het aantal uren waarna de server opnieuw een synchronisatie moet uitvoeren (1 tot 168 uur).
11. Klik op Indienen .
Verwante informatie
•
De tijd synchroniseren met de SNTP-server met behulp van Beheer via een webbrowser
347
Home > Netwerk > Technische informatie voor gevorderde gebruikers
Technische informatie voor gevorderde gebruikers
•
De netwerkinstellingen resetten naar de fabrieksinstellingen
348
Technische informatie voor gevorderde gebruikers
> De netwerkinstellingen resetten naar de fabrieksinstellingen
De netwerkinstellingen resetten naar de fabrieksinstellingen
U kunt de instellingen van de afdrukserver via het bedieningspaneel op het apparaat naar de fabriekswaarden terugzetten. Hiermee worden alle gegevens, zoals het wachtwoord en het IP-adres, naar hun oorspronkelijke instellingen teruggezet.
• Deze functie herstelt alle fabrieksinstellingen van het bedrade en draadloze netwerk.
• U kunt de fabrieksinstellingen van de afdrukserver ook herstellen met BRAdmin Light, BRAdmin
Professional of Beheer via een webbrowser.
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Druk op Menu .
2. Druk op a of b om de optie [Netwerk] weer te geven en druk vervolgens op OK .
3. Druk op a of b om de optie [Netw. resetten] weer te geven en druk vervolgens op OK .
4. Volg de instructies van het apparaat om de netwerkinstellingen te herstellen.
Het apparaat wordt opnieuw opgestart.
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Netwerk] > [Netw. resetten] .
2.
[Apparaat wordt opnieuw gestart na het resetten.Druk 2 seconden op [OK] ter bevestiging.] wordt weergegeven. Druk twee seconden op [OK] om de instelling te bevestigen.
Het apparaat wordt opnieuw opgestart.
Verwante informatie
•
Technische informatie voor gevorderde gebruikers
349
Beveiliging
•
Het apparaat-instellingen vergrendelen
•
Functies voor netwerkbeveiliging
350
> Het apparaat-instellingen vergrendelen
Het apparaat-instellingen vergrendelen
Noteer uw wachtwoord zorgvuldig voordat u de toegangsblokkering van het apparaat inschakelt. Als u het wachtwoord vergeet, moet u alle wachtwoorden in het apparaat resetten door contact op te nemen met uw beheerder of de klantenservice van Brother.
•
351
> Het apparaat-instellingen vergrendelen > Overzicht instelslot
Overzicht instelslot
Gebruik het instelslot om ongeoorloofde toegang tot het apparaat-instellingen te blokkeren.
Wanneer Instelslot is ingesteld op Aan heeft u geen toegang tot het apparaat-instellingen zonder dat u het wachtwoord invoert.
•
Het wachtwoord van Setting Lock instellen
•
Het wachtwoord van Setting Lock wijzigen
•
352
> Het apparaat-instellingen vergrendelen >
Overzicht instelslot > Het wachtwoord van
Setting Lock instellen
Het wachtwoord van Setting Lock instellen
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Druk op Menu .
2. Druk op a of b om de optie [Standaardinst.] weer te geven en druk vervolgens op OK .
3. Druk op a of b om de optie [Instelblokk.] weer te geven en druk vervolgens op OK .
4. Voer een nummer van vier cijfers in voor het wachtwoord.
5. Druk op OK .
6. Wanneer op de LCD [Verifieer:] wordt weergegeven, voert u het wachtwoord opnieuw in.
7. Druk op OK .
8. Druk op Stop/Eindigen .
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Standaardinst.] > [Instelblokk.] .
2. Voer een nummer van vier cijfers in voor het wachtwoord.
3. Druk op [OK] .
4. Wanneer op de LCD [Verifieer] wordt weergegeven, voert u het wachtwoord opnieuw in.
5. Druk op [OK] .
6. Druk op .
Verwante informatie
•
353
> Het apparaat-instellingen vergrendelen >
Overzicht instelslot > Het wachtwoord van
Setting Lock wijzigen
Het wachtwoord van Setting Lock wijzigen
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Druk op Menu .
2. Druk op a of b om de optie [Standaardinst.] weer te geven en druk vervolgens op OK .
3. Druk op a of b om de optie [Instelblokk.] weer te geven en druk vervolgens op OK .
4. Druk op a of b om de optie [Wachtw. inst.] te selecteren en druk vervolgens op OK .
5. Voer het huidige wachtwoord van vier cijfers in.
6. Druk op OK .
7. Voer een nieuw wachtwoord van vier cijfers in.
8. Druk op OK .
9. Wanneer op de LCD [Verifieer:] wordt weergegeven, voert u het wachtwoord opnieuw in.
10. Druk op OK .
11. Druk op Stop/Eindigen .
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Standaardinst.] > [Instelblokk.] >
[Wachtw. inst.] .
2. Voer het huidige wachtwoord van vier cijfers in.
3. Druk op [OK] .
4. Voer een nieuw wachtwoord van vier cijfers in.
5. Druk op [OK] .
6. Wanneer op de LCD [Verifieer] wordt weergegeven, voert u het wachtwoord opnieuw in.
7. Druk op [OK] .
8. Druk op .
Verwante informatie
•
354
> Het apparaat-instellingen vergrendelen >
Overzicht instelslot > Instelslot inschakelen
Instelslot inschakelen
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Druk op Menu .
2. Druk op a of b om de optie [Standaardinst.] weer te geven en druk vervolgens op OK .
3. Druk op a of b om de optie [Instelblokk.] weer te geven en druk vervolgens op OK .
4. Druk op OK wanneer de LCD [Aan] weergeeft.
5. Voer het huidige wachtwoord van vier cijfers in.
6. Druk op OK .
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Standaardinst.] > [Instelblokk.] >
[Slot Uit ⇒ Aan] .
2. Voer het huidige wachtwoord van vier cijfers in.
3. Druk op [OK] .
Verwante informatie
•
355
> Functies voor netwerkbeveiliging
Functies voor netwerkbeveiliging
•
Voor u netwerkbeveiligingsfuncties gebruikt
•
•
Uw netwerk veilig beheren met SSL/TLS
•
E-mailberichten veilig verzenden
•
IEEE 802.1x-verificatie gebruiken voor een bedraad of draadloos netwerk
•
Afdruklogboek op netwerk opslaan
356
> Functies voor netwerkbeveiliging > Voor u netwerkbeveiligingsfuncties gebruikt
Voor u netwerkbeveiligingsfuncties gebruikt
Uw Brother-apparaat gebruikt enkele van de meest recente protocollen voor netwerkbeveiliging en versleuteling. Deze netwerkfuncties kunnen worden geïntegreerd in uw algemene netwerkbeveiligingsplan om uw gegevens te helpen beschermen en ongeoorloofde toegang tot het apparaat te verhinderen.
Wij raden u aan om de protocollen Telnet, FTP-server en TFTP uit te schakelen. Toegang tot het apparaat via deze protocollen is niet veilig.
Verwante informatie
•
Functies voor netwerkbeveiliging
357
> Functies voor netwerkbeveiliging > Secure Function Lock 3.0
Secure Function Lock 3.0
Secure Function Lock 3.0 van Brother verhoogt de beveiliging door te beperken welke functies op uw Brotherapparaat beschikbaar zijn.
•
Voor u Secure Function Lock 3.0 gebruikt
•
Secure Function Lock 3.0 configureren met Beheer via een webbrowser
•
Scannen met Secure Function Lock 3.0
•
De openbare modus configureren voor Secure Function Lock 3.0
•
Extra functies van Secure Function Lock 3.0
358
> Functies voor netwerkbeveiliging >
> Voor u Secure
Function Lock 3.0 gebruikt
Voor u Secure Function Lock 3.0 gebruikt
Gebruik Secure Function Lock om wachtwoorden te configureren, paginalimieten voor bepaalde gebruikers in te stellen en hun toegang te verlenen tot enkele of alle functies die hier worden vermeld.
U kunt de volgende instellingen voor Secure Function Lock 3.0 configureren of wijzigen met behulp van Beheer via een webbrowser of BRAdmin Professional (Windows):
• Afdrukken
Print omvat eveneens afdruktaken verzonden via AirPrint, Google Cloud Print ™ en Brother iPrint&Scan.
Als u de aanmeldnaam van gebruikers vooraf registreert, hoeven de gebruikers hun wachtwoorden niet in te voeren wanneer ze de afdrukfunctie gebruiken.
• Kleurenafdruk
• Kopie
• Scannen
Hieronder vallen ook scantaken die via Brother iPrint&Scan worden verzonden.
• Verzenden (alleen ondersteunde modellen)
• Ontvangen (alleen ondersteunde modellen)
• Rechtstreeks afdrukken via USB
• Scannen naar USB (alleen ondersteunde modellen)
• Web Connect (alleen ondersteunde modellen)
• Apps (alleen ondersteunde modellen)
• Paginalimiet
• Paginatellers
Verwante informatie
•
359
> Functies voor netwerkbeveiliging >
> Secure Function
Lock 3.0 configureren met Beheer via een webbrowser
Secure Function Lock 3.0 configureren met Beheer via een webbrowser
1. Start uw webbrowser.
2. Voer "https://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser in (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van het apparaat).
Bijvoorbeeld: https://192.168.1.2
3. Als u voordien een wachtwoord hebt ingesteld, voert u dit in en klikt u vervolgens op .
4. Klik op het tabblad Beheerder .
5. Klik op het Beperkingsbeheer - of Functie gebruikersbeperking -menu in de linkernavigatiebalk.
6. Selecteer Beveiligd functieslot .
7. Klik op Indienen .
8. Klik op het Beperkte functies -menu in de linkernavigatiebalk.
9. Typ een groepsnaam of gebruikersnaam in het veld Gebruikerslijst / Beperkte functies .
10. Schakel in de kolom Afdrukken en de andere kolommen een selectievakje in of uit om de weergegeven functie te beperken.
11. Als u de paginalimiet wilt configureren, schakelt u het selectievakje Aan in de kolom Paginalimiet in en typt u het maximumaantal in het veld Max. pagina's .
12. Klik op Indienen .
13. Klik op het Gebruikerslijst -menu in de linkernavigatiebalk.
14. Voer in het veld Gebruikerslijst de gebruikersnaam in.
15. Typ in het veld PIN-nummer een viercijferig wachtwoord.
16. Selecteer Gebruikerslijst / Beperkte functies in de vervolgkeuzelijst voor elke gebruiker.
17. Klik op Indienen .
Verwante informatie
•
360
> Functies voor netwerkbeveiliging >
> Scannen met Secure
Function Lock 3.0
Scannen met Secure Function Lock 3.0
Scanbeperkingen opgeven (voor beheerders)
Met Secure Function Lock 3.0 kan een beheerder bepalen welke gebruikers mogen scannen. Als de scanfunctie is uitgeschakeld voor algemene gebruikers, hebben alleen gebruikers voor wie het selectievakje Scannen is ingeschakeld, het recht om te scannen.
De scanfunctie gebruiken (voor gebruikers met beperkte rechten)
• Scannen via het bedieningspaneel van de machine:
Gebruikers met beperkte rechten moeten hun pincode invoeren op het bedieningspaneel van de machine om de scanmodus te activeren.
• Scannen vanaf een computer:
Gebruikers met beperkte rechten moeten hun pincode invoeren op het bedieningspaneel van de machine voordat ze vanaf hun computer kunnen scannen. Als ze dit niet doen, wordt een foutmelding op het computerscherm weergegeven.
Verwante informatie
•
361
> Functies voor netwerkbeveiliging >
> De openbare modus configureren voor Secure Function Lock 3.0
De openbare modus configureren voor Secure Function Lock 3.0
Gebruik het scherm Secure Function Lock om de openbare modus in te stellen. Deze modus beperkt welke functies beschikbaar zijn voor algemene gebruikers. Algemene gebruikers hoeven geen wachtwoord in te voeren om toegang te krijgen tot functies die via instellingen van openbare modus beschikbaar zijn.
De openbare modus heeft betrekking op afdruktaken die worden verzonden via Google Cloud Print ™ ,
Brother iPrint&Scan of de CUPS-driver (Mac).
1. Start uw webbrowser.
2. Voer "https://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser in (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van het apparaat).
Bijvoorbeeld: https://192.168.1.2
3. Als u voordien een wachtwoord hebt ingesteld, voert u dit in en klikt u vervolgens op .
4. Klik op het tabblad Beheerder .
5. Klik op het Beperkingsbeheer - of Functie gebruikersbeperking -menu in de linkernavigatiebalk.
6. Selecteer Beveiligd functieslot .
7. Klik op Indienen .
8. Klik op het menu Beperkte functies .
9. Schakel in de rij Openbare modus een selectievakje in of uit om de weergegeven functie te beperken.
10. Klik op Indienen .
Verwante informatie
•
Gerelateerde onderwerpen:
•
Het apparaat registreren bij Google Cloud Print met Beheer via een webbrowser
362
> Functies voor netwerkbeveiliging >
> Extra functies van
Secure Function Lock 3.0
Extra functies van Secure Function Lock 3.0
Configureer de volgende functies in het scherm Secure Function Lock:
Alle tellers resetten
Klik op Alle tellers resetten in de kolom Paginatellers om de paginateller te resetten.
Exporteren als CSV-bestand
Klik op Exporteren als CSV-bestand om de actuele paginateller inclusief Gebruikerslijst / Beperkte functies als een CSV-bestand te exporteren.
Laatste tellerstand
Klik op Laatste tellerstand als u wilt dat de pagina de paginatelling onthoudt nadat de teller werd gereset.
Teller automatisch terugstellen
Klik op Teller automatisch terugstellen om het tijdsinterval voor het resetten van de paginateller te configureren. Kies een dagelijks, wekelijks of maandelijks interval.
Verwante informatie
•
363
> Functies voor netwerkbeveiliging > Uw netwerk veilig beheren met SSL/TLS
Uw netwerk veilig beheren met SSL/TLS
•
•
Certificaten en Beheer via een webbrowser
•
Uw netwerkmachine veilig beheren met Beheer via een webbrowser
•
Uw netwerkmachine veilig beheren met BRAdmin Professional (Windows)
•
Documenten veilig afdrukken met SSL/TLS
364
> Functies voor netwerkbeveiliging >
Uw netwerk veilig beheren met SSL/
Inleiding tot SSL/TLS
Secure Socket Layer (SSL) of Transport Layer Security (TLS) is een doeltreffende methode om gegevens te beschermen die via een lokaal of wide area network (LAN of WAN) worden verzonden. Het werkt door gegevens, zoals een afdruktaak, te versleutelen zodat de gegevens niet door onbevoegden kunnen worden gelezen.
SSL/TLS kan zowel op bedrade als draadloze netwerken worden geconfigureerd en werkt met andere vormen van beveiliging, zoals WPA-sleutels en firewalls.
Verwante informatie
•
Uw netwerk veilig beheren met SSL/TLS
•
Een korte geschiedenis van SSL/TLS
•
Voordelen van het gebruik van SSL/TLS
365
> Functies voor netwerkbeveiliging >
Uw netwerk veilig beheren met SSL/
Inleiding tot SSL/TLS > Een korte geschiedenis van SSL/TLS
Een korte geschiedenis van SSL/TLS
SSL/TLS werd oorspronkelijk gemaakt om webverkeerinformatie te beveiligen, vooral voor het verzenden van gegevens tussen webbrowsers en servers. Als u bijvoorbeeld Internet Explorer gebruikt om te internetbankieren en u https:// en een klein pictogram van een hangslot ziet in de webbrowser, bent u SSL aan het gebruiken. SSL evolueerde naar een universele oplossing voor onlinebeveiliging die kan worden gebruikt voor andere toepassingen zoals Telnet, printers en FTP-software. De originele toepassing van SSL/TLS wordt vandaag nog steeds gebruikt door heel wat onlineverkopers en banken voor het beveiligen van gevoelige gegevens zoals kredietkaartnummers, klantengegevens enz.
SSL/TLS past extreem complexe coderingstechnieken toe en wordt overal ter wereld vertrouwd door banken.
Verwante informatie
•
366
> Functies voor netwerkbeveiliging >
Uw netwerk veilig beheren met SSL/
Inleiding tot SSL/TLS > Voordelen van het gebruik van SSL/TLS
Voordelen van het gebruik van SSL/TLS
Het primaire voordeel van het gebruik van SSL/TLS op Brother-machines is beveiligd afdrukken op een IPnetwerk door te voorkomen dat onbevoegde gebruikers gegevens kunnen lezen die naar het apparaat worden verzonden. Het belangrijkste kenmerk van SSL is dat deze technologie kan worden gebruikt voor het veilig afdrukken van vertrouwelijke gegevens. De HR-afdeling van een groot bedrijf drukt bijvoorbeeld regelmatig loonfiches af. Zonder versleuteling kunnen de gegevens op deze loonfiches gelezen worden door andere netwerkgebruikers. Met SSL/TLS ziet iedereen die de gegevens probeert te lezen in plaats van de loonfiche echter een nietszeggende pagina met codes.
Verwante informatie
•
367
> Functies voor netwerkbeveiliging >
Uw netwerk veilig beheren met SSL/
TLS > Certificaten en Beheer via een webbrowser
Certificaten en Beheer via een webbrowser
U moert een certificaat configureren om uw met een netwerk verbonden machine van Brother veilig met
SSL/TLS te beheren. U moet Beheer via een webbrowser gebruiken om een certificaat te configureren.
•
Ondersteunde functies voor beveiligingscertificaten
•
Een certificaat aanmaken en installeren
•
368
> Functies voor netwerkbeveiliging >
Uw netwerk veilig beheren met SSL/
Certificaten en Beheer via een webbrowser > Ondersteunde functies voor beveiligingscertificaten
Ondersteunde functies voor beveiligingscertificaten
Het Brother-apparaat ondersteunt het gebruik van meerdere beveiligingscertificaten, zodat het apparaat veilig kan worden beheerd en geverifieerd, en zodat er veilig mee kan worden gecommuniceerd. De volgende functies voor beveiligingscertificaten kunnen op het apparaat worden gebruikt:
• SSL/TLS-communicatie
• SSL-communicatie voor SMTP
• IEEE 802.1x-verificatie
Het Brother-apparaat biedt ondersteuning voor:
• Vooraf geïnstalleerd certificaat
Uw apparaat bevat een vooraf geïnstalleerd zelf-ondertekend certificaat. Met dit certificaat kunt u gebruikmaken van SSL/TLS-communicatie zonder een ander certificaat te hoeven maken of installeren.
Het voorgeïnstalleerde zelfondertekende certificaat beschermt uw communicatie tot op zeker niveau. Voor een betere beveiliging raden wij u aan een certificaat te gebruiken dat uitgevaardigd werd door een vertrouwde organisatie.
• Zelf-ondertekend certificaat
Deze afdrukserver geeft zijn eigen certificaat uit. Met dit certificaat kunt u eenvoudig gebruikmaken van SSL/
TLS-communicatie zonder een ander certificaat van een CA te moeten maken of installeren.
• Certificaat van een certificeringsinstantie (CA)
U kunt een certificaat van een certificeringsinstantie (CA) op twee manieren installeren. Als u al een certificaat van een CA hebt of een certificaat van een externe betrouwbare CA wilt gebruiken:
Bij gebruik van een CSR (ondertekeningsverzoek) van deze afdrukserver.
Bij het importeren van een certificaat en een geheime sleutel.
• Certificaat van certificeringsinstantie (CA)
Om een CA-certificaat te gebruiken dat de CA identificeert en over de private sleutel ervan beschikt, dient u vóór de configuratie van de beveiligingsfuncties van het netwerk een CA-certificaat van de CA te importeren.
• Als u gebruik wil maken van SSL/TLS-communicatie raden we u aan eerst advies in te winnen bij de systeembeheerder.
• Als u fabrieksinstellingen van de afdrukserver herstelt, worden het certificaat en de geheime sleutel die zijn geïnstalleerd verwijderd. Als u hetzelfde certificaat en dezelfde geheime sleutel wilt behouden, exporteer ze dan voorafgaand aan het herstellen van de fabrieksinstellingen en installeer ze na afloop opnieuw.
Verwante informatie
•
Certificaten en Beheer via een webbrowser
369
> Functies voor netwerkbeveiliging >
Uw netwerk veilig beheren met SSL/
Certificaten en Beheer via een webbrowser > Een certificaat aanmaken en installeren
Een certificaat aanmaken en installeren
•
Schema voor het stap voor stap aanmaken en installeren van een certificaat
•
Een zelf ondertekend certificaat aanmaken en installeren
•
Certificaat van een certificeringsinstantie (CA) aanmaken en installeren
•
Een CA-certificaat importeren en exporteren
370
> Functies voor netwerkbeveiliging >
Uw netwerk veilig beheren met SSL/
Certificaten en Beheer via een webbrowser >
Een certificaat aanmaken en installeren > Schema voor
het stap voor stap aanmaken en installeren van een certificaat
Schema voor het stap voor stap aanmaken en installeren van een certificaat
U kunt uit twee soorten beveiligingscertificaten kiezen: gebruik een zelfondertekend certificaat of gebruik een certificaat van een certificeringsinstantie (CA).
Hier vindt u een kort overzicht van de vereiste handelingen, afhankelijk van de gekozen optie.
Optie 1
Zelf-ondertekend certificaat
1. Maak een zelfondertekend certificaat aan met Beheer via een webbrowser.
2. Installeer het zelfondertekende certificaat op uw computer.
Optie 2
Certificaat van een CA
1. Maak een CSR (Certificate Signing Request) aan met Beheer via een webbrowser.
2. Installeer het certificaat uitgevaardigd door de CA op uw Brother-apparaat met Beheer via een webbrowser.
3. Installeer het certificaat op uw computer.
Verwante informatie
•
Een certificaat aanmaken en installeren
371
> Functies voor netwerkbeveiliging >
Uw netwerk veilig beheren met SSL/
Certificaten en Beheer via een webbrowser >
Een certificaat aanmaken en installeren > Een zelf
ondertekend certificaat aanmaken en installeren
Een zelf ondertekend certificaat aanmaken en installeren
•
Een zelf ondertekend certificaat aanmaken
•
Het zelfondertekende certificaat installeren voor Windows-gebruikers met beheerrechten
•
Het zelfondertekende certificaat importeren en exporteren op uw Brother-apparaat
372
> Functies voor netwerkbeveiliging >
Uw netwerk veilig beheren met SSL/
Certificaten en Beheer via een webbrowser >
Een certificaat aanmaken en installeren >
Een zelf ondertekend certificaat aanmaken en installeren
> Een zelf ondertekend certificaat aanmaken
Een zelf ondertekend certificaat aanmaken
1. Start uw webbrowser.
2. Voer "https://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser in (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van het apparaat).
Bijvoorbeeld: https://192.168.1.2
• Als u een DNS (domeinnaamsysteem) of een NetBIOS-naam gebruikt, kunt u in plaats van het IP-adres een andere naam invoeren zoals "GedeeldePrinter".
Bijvoorbeeld: https://SharedPrinter
Als u een NetBIOS-naam inschakelt, kunt u ook de knooppuntnaam gebruiken.
Bijvoorbeeld: https://brnxxxxxxxxxxxx
De NetBIOS-naam kunt u vinden door het netwerkconfiguratierapport af te drukken.
• Voor Mac gaat u naar Beheer via een webbrowser door op het pictogram van het apparaat op het scherm Status Monitor te klikken.
3. Als u voordien een wachtwoord hebt ingesteld, voert u dit in en klikt u vervolgens op .
4. Klik op het tabblad Netwerk .
5. Klik op het tabblad Beveiliging .
6. Klik op het Certificaat -menu in de linkernavigatiebalk.
7. Klik op Zelf ondertekend certificaat maken .
8. Voer een Algemene naam en een Geldigheidsdatum in.
• De lengte van de Algemene naam is minder dan 64 bytes. Voer een identificator in zoals een IP-adres, naam van een knooppunt of domeinnaam die u zult gebruiken om toegang te krijgen tot deze machine via
SSL/TLS-communicatie. De naam van het knooppunt wordt standaard weergegeven.
• Een waarschuwing wordt weergegeven als u het IPPS- of HTTPS-protocol gebruikt en een andere naam in de URL invoert dan de Algemene naam die werd gebruikt voor het zelfondertekende certificaat.
9. Selecteer uw instelling in de vervolgkeuzelijst Algoritme van openbare sleutel . De standaardinstelling is
RSA (2048-bits) .
10. Selecteer uw instelling in de vervolgkeuzelijst Digest-algoritme . De standaardinstelling is SHA256 .
11. Klik op Indienen .
12. Klik op het tabblad Netwerk .
13. Klik op het Protocol -menu in de linkernavigatiebalk.
14. Klik op HTTP-serverinstellingen .
15. Selecteer het certificaat dat u wilt configureren in de vervolgkeuzelijst Selecteer het certificaat .
16. Klik op Indienen .
17. Klik op Ja om de afdrukserver opnieuw op te starten.
Het zelfondertekende certificaat wordt aangemaakt en opgeslagen in het geheugen van het apparaat.
Om SSL/TLS-communicatie te kunnen gebruiken, moet het zelfondertekende certificaat op uw computer worden geïnstalleerd.
373
Verwante informatie
•
Een zelf ondertekend certificaat aanmaken en installeren
374
> Functies voor netwerkbeveiliging >
Uw netwerk veilig beheren met SSL/
Certificaten en Beheer via een webbrowser >
Een certificaat aanmaken en installeren >
Een zelf ondertekend certificaat aanmaken en installeren
> Het zelfondertekende certificaat installeren voor Windowsgebruikers met beheerrechten
Het zelfondertekende certificaat installeren voor Windows-gebruikers met beheerrechten
De volgende stappen zijn voor Microsoft Internet Explorer. Als u een andere webbrowser gebruikt, raadpleegt u de documentatie van uw webbrowser voor hulp bij de installatie van certificaten.
1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• (Windows 7 en Windows Server 2008)
Klik op (Starten) > Alle programma's .
• (Windows 8)
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram ( Internet Explorer ) op de taakbalk.
• (Windows 10 en Windows Server 2016)
Klik op > Accessoires .
• (Windows Server 2012 en Windows Server 2012 R2)
Klik op ( Internet Explorer ) en klik vervolgens met de rechtermuisknop op het pictogram
( Internet Explorer ) op de taakbalk.
2. Klik met de rechtermuisknop op Internet Explorer en klik daarna op Als administrator uitvoeren .
Als de optie Meer verschijnt, klik dan op Meer .
Als het scherm Gebruikersaccountbeheer verschijnt, klik dan op Ja .
3. Typ "https://IP-adres van machine/" in de adresbalk van uw browser om toegang te krijgen tot uw apparaat
(hierbij staat "IP-adres van machine" voor het gekozen IP-adres van het apparaat of de gekozen naam van het knooppunt voor het certificaat).
4. Klik op Doorgaan naar deze website (niet aanbevolen).
5. Klik op Certificaatfout en klik daarna op Certificaat weergeven .
375
6. Klik op Certificaat installeren...
.
7. Wanneer de Wizard Certificaat importeren verschijnt, klikt u op Volgende .
8. Selecteer Alle certificaten in het onderstaande archief opslaan en klik daarna op Bladeren… .
9. Selecteer Vertrouwde basiscertificeringsinstanties en klik daarna op OK .
10. Klik op Volgende .
11. Klik op Voltooien .
12. Klik op Ja als de vingerafdruk (duimafdruk) correct is.
13. Klik op OK .
Het zelfondertekende certificaat is geïnstalleerd op uw computer en de SSL/TLS-communicatie is beschikbaar.
Verwante informatie
•
Een zelf ondertekend certificaat aanmaken en installeren
376
> Functies voor netwerkbeveiliging >
Uw netwerk veilig beheren met SSL/
Certificaten en Beheer via een webbrowser >
Een certificaat aanmaken en installeren >
Een zelf ondertekend certificaat aanmaken en installeren
> Het zelfondertekende certificaat importeren en exporteren op uw Brother-apparaat
Het zelfondertekende certificaat importeren en exporteren op uw
Brother-apparaat
U kunt de zelfondertekende certificaten opslaan op uw Brother-apparaat en beheren via importeren en exporteren.
•
Het zelf ondertekende certificaat importeren
•
Het zelf ondertekende certificaat exporteren
377
> Functies voor netwerkbeveiliging >
Uw netwerk veilig beheren met SSL/
Certificaten en Beheer via een webbrowser >
Een certificaat aanmaken en installeren >
Een zelf ondertekend certificaat aanmaken en installeren
> Het zelfondertekende certificaat importeren en exporteren op uw Brother-apparaat
> Het zelf ondertekende certificaat importeren
Het zelf ondertekende certificaat importeren
1. Start uw webbrowser.
2. Voer "https://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser in (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van het apparaat).
Bijvoorbeeld: https://192.168.1.2
• Als u een DNS (domeinnaamsysteem) of een NetBIOS-naam gebruikt, kunt u in plaats van het IP-adres een andere naam invoeren zoals "GedeeldePrinter".
Bijvoorbeeld: https://SharedPrinter
Als u een NetBIOS-naam inschakelt, kunt u ook de knooppuntnaam gebruiken.
Bijvoorbeeld: https://brnxxxxxxxxxxxx
De NetBIOS-naam kunt u vinden door het netwerkconfiguratierapport af te drukken.
• Voor Mac gaat u naar Beheer via een webbrowser door op het pictogram van het apparaat op het scherm Status Monitor te klikken.
3. Als u voordien een wachtwoord hebt ingesteld, voert u dit in en klikt u vervolgens op .
4. Klik op het tabblad Netwerk .
5. Klik op het tabblad Beveiliging .
6. Klik op het Certificaat -menu in de linkernavigatiebalk.
7. Klik op Certificaat en geheime sleutel importeren .
8. Blader naar het bestand dat u wilt importeren.
9. Typ het wachtwoord als het bestand versleuteld is en klik vervolgens op Indienen .
Het zelfondertekende certificaat is nu op uw apparaat geïmporteerd.
Om SSL/TLS-communicatie te kunnen gebruiken, moet het zelfondertekende certificaat eveneens op uw computer worden geïnstalleerd. Neem contact op met uw netwerkbeheerder.
Verwante informatie
•
Het zelfondertekende certificaat importeren en exporteren op uw Brother-apparaat
378
> Functies voor netwerkbeveiliging >
Uw netwerk veilig beheren met SSL/
Certificaten en Beheer via een webbrowser >
Een certificaat aanmaken en installeren >
Een zelf ondertekend certificaat aanmaken en installeren
> Het zelfondertekende certificaat importeren en exporteren op uw Brother-apparaat
> Het zelf ondertekende certificaat exporteren
Het zelf ondertekende certificaat exporteren
1. Start uw webbrowser.
2. Voer "https://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser in (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van het apparaat).
Bijvoorbeeld: https://192.168.1.2
• Als u een DNS (domeinnaamsysteem) of een NetBIOS-naam gebruikt, kunt u in plaats van het IP-adres een andere naam invoeren zoals "GedeeldePrinter".
Bijvoorbeeld: https://SharedPrinter
Als u een NetBIOS-naam inschakelt, kunt u ook de knooppuntnaam gebruiken.
Bijvoorbeeld: https://brnxxxxxxxxxxxx
De NetBIOS-naam kunt u vinden door het netwerkconfiguratierapport af te drukken.
• Voor Mac gaat u naar Beheer via een webbrowser door op het pictogram van het apparaat op het scherm Status Monitor te klikken.
3. Als u voordien een wachtwoord hebt ingesteld, voert u dit in en klikt u vervolgens op .
4. Klik op het tabblad Netwerk .
5. Klik op het tabblad Beveiliging .
6. Klik op het Certificaat -menu in de linkernavigatiebalk.
7. Klik op Exporteren naast Certificaten .
8. Als u het bestand wilt versleutelen, voert u een wachtwoord in het veld Wachtwoord invoeren in.
Als het veld Wachtwoord invoeren leeg is, wordt uw uitvoerbestand niet versleuteld.
9. Voer het wachtwoord opnieuw in het veld Wachtwoord opnieuw invoeren in en klik vervolgens op
Indienen .
10. Klik op Opslaan .
11. Geef de locatie op waar u het bestand wilt opslaan.
Het zelfondertekende certificaat is nu naar uw computer geëxporteerd.
U kunt het zelfondertekende certificaat ook importeren op uw computer.
Verwante informatie
•
Het zelfondertekende certificaat importeren en exporteren op uw Brother-apparaat
379
> Functies voor netwerkbeveiliging >
Uw netwerk veilig beheren met SSL/
Certificaten en Beheer via een webbrowser >
Een certificaat aanmaken en installeren > Certificaat van
een certificeringsinstantie (CA) aanmaken en installeren
Certificaat van een certificeringsinstantie (CA) aanmaken en installeren
Als u al een certificaat van een externe betrouwbare CA hebt, kunt u het certificaat en de geheime sleutel opslaan op het apparaat en deze beheren via importeren en exporteren. Als u geen certificaat van een externe betrouwbare CA hebt, maakt u een CSR (Certificate Signing Request) aan, stuurt u dit naar een CA voor verificatie en installeert u het ontvangen certificaat op uw apparaat.
•
Een CSR (Certificate Signing Request) aanmaken
•
Een certificaat installeren op uw Brother-apparaat
•
Het certificaat en de private sleutel importeren en exporteren
380
> Functies voor netwerkbeveiliging >
Uw netwerk veilig beheren met SSL/
Certificaten en Beheer via een webbrowser >
Een certificaat aanmaken en installeren >
Certificaat van een certificeringsinstantie (CA) aanmaken en installeren
> Een CSR (Certificate Signing Request) aanmaken
Een CSR (Certificate Signing Request) aanmaken
Een CSR (Certificate Signing Request) is een aanvraag die naar een certificeringsinstantie (CA) wordt verzonden om de kwalificaties in het certificaat te verifiëren.
Het is aan te raden een hoofdcertificatie van de CA op de computer te installeren voordat u de CSR aanmaakt.
1. Start uw webbrowser.
2. Voer "https://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser in (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van het apparaat).
Bijvoorbeeld: https://192.168.1.2
• Als u een DNS (domeinnaamsysteem) of een NetBIOS-naam gebruikt, kunt u in plaats van het IP-adres een andere naam invoeren zoals "GedeeldePrinter".
Bijvoorbeeld: https://SharedPrinter
Als u een NetBIOS-naam inschakelt, kunt u ook de knooppuntnaam gebruiken.
Bijvoorbeeld: https://brnxxxxxxxxxxxx
De NetBIOS-naam kunt u vinden door het netwerkconfiguratierapport af te drukken.
• Voor Mac gaat u naar Beheer via een webbrowser door op het pictogram van het apparaat op het scherm Status Monitor te klikken.
3. Als u voordien een wachtwoord hebt ingesteld, voert u dit in en klikt u vervolgens op .
4. Klik op het tabblad Netwerk .
5. Klik op het tabblad Beveiliging .
6. Klik op het Certificaat -menu in de linkernavigatiebalk.
7. Klik op CSR maken .
8. Voer een Algemene naam (vereist) in en voeg bijkomende informatie over uw Organisatie toe (optioneel).
• U moet de coördinaten van uw bedrijf verschaffen zodat een CA uw identiteit kan controleren en bevestigen aan de buitenwereld.
• De lengte van de Algemene naam moet minder dan 64 bytes zijn. Voer een identificator in zoals een
IP-adres, naam van een knooppunt of domeinnaam die u zult gebruiken om toegang te krijgen tot deze printer via SSL/TLS-communicatie. De naam van het knooppunt wordt standaard weergegeven. De
Algemene naam is vereist.
• Een waarschuwing wordt weergegeven als u een andere naam in de URL invoert dan de openbare naam die werd gebruikt voor het certificaat.
• De lengte van de Organisatie , de Organisatorische eenheid , de Plaats en de Provincie moet minder dan 64 bytes zijn.
• De Land/Regio moet een ISO 3166-landcode van twee tekens zijn.
• Als u een X.509v3-certificaatextensie configureert, vinkt u het vakje Uitgebreide partitie configureren aan en selecteert u vervolgens Automatisch (IPv4 registreren) of Handmatig .
9. Selecteer uw instelling in de vervolgkeuzelijst Algoritme van openbare sleutel . De standaardinstelling is
RSA (2048-bits) .
10. Selecteer uw instelling in de vervolgkeuzelijst Digest-algoritme . De standaardinstelling is SHA256 .
11. Klik op Indienen .
381
De CSR wordt weergegeven op uw scherm. Sla de CSR op als bestand of kopieer het naar een online CSRformulier van een certificeringsinstantie.
12. Klik op Opslaan .
• Volg het beleid van uw CA aangaande de methode om een CSR te versturen naar uw CA.
• Als u gebruikmaakt van de basis-CA van onderneming van Windows Server 2008/2012/2012 R2/2016, raden wij u aan de webserver te gebruiken als certificaatsjabloon voor het aanmaken van het veilige clientcertificaat. Als u een clientcertificaat aanmaakt voor een IEEE 802.1x-omgeving met EAP-TLSverificatie, raden wij u aan Gebruiker te gebruiken als certificaatsjabloon. Voor meer gedetailleerde informatie ga naar het gedeelte Veelgestelde vragen en probleemoplossing van uw model op de
Brother support website. Zie support.brother.com
naar de pagina van uw model. Zoek naar "SSL".
Verwante informatie
•
Certificaat van een certificeringsinstantie (CA) aanmaken en installeren
382
> Functies voor netwerkbeveiliging >
Uw netwerk veilig beheren met SSL/
Certificaten en Beheer via een webbrowser >
Een certificaat aanmaken en installeren >
Certificaat van een certificeringsinstantie (CA) aanmaken en installeren
> Een certificaat installeren op uw Brother-apparaat
Een certificaat installeren op uw Brother-apparaat
Wanneer u een certificaat ontvangt van een CA, volgt u onderstaande stappen om het te installeren op de afdrukserver:
Alleen een certificaat dat uitgevaardigd is met de CSR van uw apparaat kan op het apparaat worden geïnstalleerd. Als u een andere CSR wilt aanmaken, dient u ervoor te zorgen dat het certificaat geïnstalleerd is voordat u een andere CSR aanmaakt. U mag pas een nieuwe CSR aanmaken als het certificaat op het apparaat geïnstalleerd is. Als u dat niet doet, wordt de CSR die u hebt aangemaakt vóór de installatie ongeldig.
1. Start uw webbrowser.
2. Voer "https://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser in (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van het apparaat).
Bijvoorbeeld: https://192.168.1.2
• Als u een DNS (domeinnaamsysteem) of een NetBIOS-naam gebruikt, kunt u in plaats van het IP-adres een andere naam invoeren zoals "GedeeldePrinter".
Bijvoorbeeld: https://SharedPrinter
Als u een NetBIOS-naam inschakelt, kunt u ook de knooppuntnaam gebruiken.
Bijvoorbeeld: https://brnxxxxxxxxxxxx
De NetBIOS-naam kunt u vinden door het netwerkconfiguratierapport af te drukken.
• Voor Mac gaat u naar Beheer via een webbrowser door op het pictogram van het apparaat op het scherm Status Monitor te klikken.
3. Als u voordien een wachtwoord hebt ingesteld, voert u dit in en klikt u vervolgens op .
4. Klik op het tabblad Netwerk .
5. Klik op het tabblad Beveiliging .
6. Klik op het Certificaat -menu in de linkernavigatiebalk.
7. Klik op Certificaat installeren .
8. Blader naar het bestand met het certificaat dat werd uitgevaardigd door de CA en klik vervolgens op
Indienen .
Het certificaat is met succes aangemaakt en opgeslagen in het geheugen van uw apparaat.
Om SSL/TLS-communicatie te kunnen gebruiken, moet de hoofdcertificatie van de CA eveneens op uw computer worden geïnstalleerd. Neem contact op met uw netwerkbeheerder.
Verwante informatie
•
Certificaat van een certificeringsinstantie (CA) aanmaken en installeren
383
> Functies voor netwerkbeveiliging >
Uw netwerk veilig beheren met SSL/
Certificaten en Beheer via een webbrowser >
Een certificaat aanmaken en installeren >
Certificaat van een certificeringsinstantie (CA) aanmaken en installeren
> Het certificaat en de private sleutel importeren en exporteren
Het certificaat en de private sleutel importeren en exporteren
Sla het certificaat en de geheime sleutel op het apparaat op en beheer deze via importeren en exporteren.
•
Een certificaat en geheime sleutel importeren
•
Het certificaat en de private sleutel exporteren
384
> Functies voor netwerkbeveiliging >
Uw netwerk veilig beheren met SSL/
Certificaten en Beheer via een webbrowser >
Een certificaat aanmaken en installeren >
Certificaat van een certificeringsinstantie (CA) aanmaken en installeren
> Het certificaat en de private sleutel importeren en exporteren
> Een certificaat en geheime sleutel importeren
Een certificaat en geheime sleutel importeren
1. Start uw webbrowser.
2. Voer "https://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser in (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van het apparaat).
Bijvoorbeeld: https://192.168.1.2
• Als u een DNS (domeinnaamsysteem) of een NetBIOS-naam gebruikt, kunt u in plaats van het IP-adres een andere naam invoeren zoals "GedeeldePrinter".
Bijvoorbeeld: https://SharedPrinter
Als u een NetBIOS-naam inschakelt, kunt u ook de knooppuntnaam gebruiken.
Bijvoorbeeld: https://brnxxxxxxxxxxxx
De NetBIOS-naam kunt u vinden door het netwerkconfiguratierapport af te drukken.
• Voor Mac gaat u naar Beheer via een webbrowser door op het pictogram van het apparaat op het scherm Status Monitor te klikken.
3. Als u voordien een wachtwoord hebt ingesteld, voert u dit in en klikt u vervolgens op .
4. Klik op het tabblad Netwerk .
5. Klik op het tabblad Beveiliging .
6. Klik op het Certificaat -menu in de linkernavigatiebalk.
7. Klik op Certificaat en geheime sleutel importeren .
8. Blader naar het bestand dat u wilt importeren.
9. Typ het wachtwoord als het bestand versleuteld is en klik vervolgens op Indienen .
Het certificaat en de geheime sleutel zijn met succes geïmporteerd in uw apparaat.
Om SSL/TLS-communicatie te kunnen gebruiken, moet de hoofdcertificatie van de CA eveneens op uw computer worden geïnstalleerd. Neem contact op met uw netwerkbeheerder.
Verwante informatie
•
Het certificaat en de private sleutel importeren en exporteren
385
> Functies voor netwerkbeveiliging >
Uw netwerk veilig beheren met SSL/
Certificaten en Beheer via een webbrowser >
Een certificaat aanmaken en installeren >
Certificaat van een certificeringsinstantie (CA) aanmaken en installeren
> Het certificaat en de private sleutel importeren en exporteren
> Het certificaat en de private sleutel exporteren
Het certificaat en de private sleutel exporteren
1. Start uw webbrowser.
2. Voer "https://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser in (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van het apparaat).
Bijvoorbeeld: https://192.168.1.2
• Als u een DNS (domeinnaamsysteem) of een NetBIOS-naam gebruikt, kunt u in plaats van het IP-adres een andere naam invoeren zoals "GedeeldePrinter".
Bijvoorbeeld: https://SharedPrinter
Als u een NetBIOS-naam inschakelt, kunt u ook de knooppuntnaam gebruiken.
Bijvoorbeeld: https://brnxxxxxxxxxxxx
De NetBIOS-naam kunt u vinden door het netwerkconfiguratierapport af te drukken.
• Voor Mac gaat u naar Beheer via een webbrowser door op het pictogram van het apparaat op het scherm Status Monitor te klikken.
3. Als u voordien een wachtwoord hebt ingesteld, voert u dit in en klikt u vervolgens op .
4. Klik op het tabblad Netwerk .
5. Klik op het tabblad Beveiliging .
6. Klik op het Certificaat -menu in de linkernavigatiebalk.
7. Klik op Exporteren naast Certificaten .
8. Voer het wachtwoord in als u het bestand wil versleutelen.
Als een leeg wachtwoord wordt gebruikt, wordt er geen versleuteling toegepast.
9. Voer het wachtwoord nogmaals in ter bevestiging en klik daarna op Indienen .
10. Klik op Opslaan .
11. Geef de locatie op waar u het bestand wilt opslaan.
Het certificaat en de geheime sleutel zijn geëxporteerd naar uw computer.
U kunt het certificaat ook importeren op uw computer.
Verwante informatie
•
Het certificaat en de private sleutel importeren en exporteren
386
> Functies voor netwerkbeveiliging >
Uw netwerk veilig beheren met SSL/
Certificaten en Beheer via een webbrowser >
Een certificaat aanmaken en installeren > Een CA-
certificaat importeren en exporteren
Een CA-certificaat importeren en exporteren
U kunt CA-certificaten op uw Brother-apparaat importeren, exporteren en opslaan.
•
•
387
> Functies voor netwerkbeveiliging >
Uw netwerk veilig beheren met SSL/
Certificaten en Beheer via een webbrowser >
Een certificaat aanmaken en installeren >
Een CAcertificaat importeren en exporteren
> Een CA-certificaat importeren
Een CA-certificaat importeren
1. Start uw webbrowser.
2. Voer "https://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser in (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van het apparaat).
Bijvoorbeeld: https://192.168.1.2
• Als u een DNS (domeinnaamsysteem) of een NetBIOS-naam gebruikt, kunt u in plaats van het IP-adres een andere naam invoeren zoals "GedeeldePrinter".
Bijvoorbeeld: https://SharedPrinter
Als u een NetBIOS-naam inschakelt, kunt u ook de knooppuntnaam gebruiken.
Bijvoorbeeld: https://brnxxxxxxxxxxxx
De NetBIOS-naam kunt u vinden door het netwerkconfiguratierapport af te drukken.
• Voor Mac gaat u naar Beheer via een webbrowser door op het pictogram van het apparaat op het scherm Status Monitor te klikken.
3. Als u voordien een wachtwoord hebt ingesteld, voert u dit in en klikt u vervolgens op .
4. Klik op het tabblad Netwerk .
5. Klik op het tabblad Beveiliging .
6. Klik op CA-certificaat .
7. Klik op CA-certificaat importeren .
8. Blader naar het bestand dat u wilt importeren.
9. Klik op Indienen .
Verwante informatie
•
Een CA-certificaat importeren en exporteren
388
> Functies voor netwerkbeveiliging >
Uw netwerk veilig beheren met SSL/
Certificaten en Beheer via een webbrowser >
Een certificaat aanmaken en installeren >
Een CAcertificaat importeren en exporteren
> Een CA-certificaat exporteren
Een CA-certificaat exporteren
1. Start uw webbrowser.
2. Voer "https://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser in (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van het apparaat).
Bijvoorbeeld: https://192.168.1.2
• Als u een DNS (domeinnaamsysteem) of een NetBIOS-naam gebruikt, kunt u in plaats van het IP-adres een andere naam invoeren zoals "GedeeldePrinter".
Bijvoorbeeld: https://SharedPrinter
Als u een NetBIOS-naam inschakelt, kunt u ook de knooppuntnaam gebruiken.
Bijvoorbeeld: https://brnxxxxxxxxxxxx
De NetBIOS-naam kunt u vinden door het netwerkconfiguratierapport af te drukken.
• Voor Mac gaat u naar Beheer via een webbrowser door op het pictogram van het apparaat op het scherm Status Monitor te klikken.
3. Als u voordien een wachtwoord hebt ingesteld, voert u dit in en klikt u vervolgens op .
4. Klik op het tabblad Netwerk .
5. Klik op het tabblad Beveiliging .
6. Klik op CA-certificaat .
7. Selecteer het certificaat dat u wilt exporteren en klik op Exporteren .
8. Klik op Indienen .
9. Klik op Opslaan .
10. Bepaal waar op uw computer u het geëxporteerde certificaat wilt opslaan en sla het vervolgens op.
Verwante informatie
•
Een CA-certificaat importeren en exporteren
389
> Functies voor netwerkbeveiliging >
Uw netwerk veilig beheren met SSL/
Certificaten en Beheer via een webbrowser > Meerdere certificaten beheren
Meerdere certificaten beheren
U kunt meerdere certificaten op uw apparaat installeren en elk van deze certificaten beheren met Beheer via een webbrowser. Ga in Beheer via een webbrowser naar het scherm Certificaat of CA-certificaat om certificaatinhoud te bekijken of certificaten te verwijderen of exporteren.
Maximaal aantal certificaten dat kan worden opgeslagen op het Brotherapparaat
5 Zelf ondertekend certificaat of certificaat uitgevaardigd door een CA
CA-certificaat 5
U kunt het beste één certificaat minder dan het maximum opslaan en zodoende een plaats vrijhouden voor het geval een certificaat verloopt. Importeer bij het verlopen van een certificaat een nieuw certificaat op de gereserveerde plaats en verwijder het verlopen exemplaar. Hierdoor voorkomt u configuratiefouten.
• Wanneer u gebruikmaakt van HTTPS/IPPS, IEEE 802.1x of een ondertekend pdf-bestand moet u opgeven welk certificaat u gebruikt.
• Als u gebruikmaakt van SSL voor SMTP-communicatie hoeft u geen certificaat op te geven. Het benodigde certificaat wordt automatisch gekozen.
Verwante informatie
•
Certificaten en Beheer via een webbrowser
390
> Functies voor netwerkbeveiliging >
Uw netwerk veilig beheren met SSL/TLS
> Uw netwerkmachine veilig beheren met Beheer via een webbrowser
Uw netwerkmachine veilig beheren met Beheer via een webbrowser
Om uw netwerkmachine veilig te kunnen beheren, dient u de beheerprogramma's met beveiligingsprotocollen te gebruiken.
Wij raden u aan het HTTPS-protocol te gebruiken voor een veilig beheer. Om dit protocol te gebruiken, moet
HTTPS ingeschakeld zijn op uw apparaat.
• Het HTTPS-protocol is standaard ingeschakeld.
• U kunt de instellingen van het HTTPS-protocol wijzigen met Beheer via een webbrowser.
1. Start uw webbrowser.
2. Voer "https://algemene naam" in de adresbalk van uw browser in (waarbij "algemene naam" staat voor de algemene naam die u aan het certificaat hebt toegewezen; dit kan uw IP-adres, de naam van een knooppunt of domeinnaam zijn).
3. Als u voordien een wachtwoord hebt ingesteld, voert u dit in en klikt u vervolgens op .
4. U krijgt nu toegang tot het apparaat via HTTPS.
• Als u het SNMPv3-protocol gebruikt, dient u onderstaande stappen te volgen.
• U kunt de SNMP-instellingen ook wijzigen met BRAdmin Professional 3.
5. Klik op het tabblad Netwerk .
6. Klik op Protocol .
7. Zorg ervoor dat de SNMP -instelling ingeschakeld is en klik vervolgens op Geavanceerde instellingen .
8. Configureer de SNMP-instellingen.
Er zijn drie opties voor SNMP-gebruiksmodus .
• Toegang lezen/schrijven SNMP v1/v2c
In deze modus gebruikt de afdrukserver versie 1 en versie 2c van het SNMP-protocol. In deze modus kunt u alle Brother-toepassingen gebruiken. Deze modus is echter niet veilig omdat de gebruiker niet wordt geverifieerd en de gegevens niet worden versleuteld.
• Toegang lezen/schrijven SNMPv3 en alleen lezen v1/v2c
In deze modus gebruikt de afdrukserver de lezen/schrijven-toegang van versie 3 en de alleen-lezentoegang van versie 1 en versie 2c van het SNMP-protocol.
Wanneer u de modus Toegang lezen/schrijven SNMPv3 en alleen lezen v1/v2c gebruikt, is het mogelijk dat sommige Brother-toepassingen (bv. BRAdmin Light) die gebruikmaken van de afdrukserver niet correct werken omdat deze de alleen-lezen-toegang van versie 1 en versie 2c toelaten. Als u alle toepassingen wilt gebruiken, dient u de modus Toegang lezen/schrijven SNMP v1/v2c te gebruiken.
• Toegang lezen/schrijven SNMPv3
In deze modus gebruikt de afdrukserver versie 3 van het SNMP-protocol. Gebruik deze modus als u de afdrukserver veilig wilt beheren.
Let op het volgende wanneer u de modus Toegang lezen/schrijven SNMPv3 gebruikt:
U kunt alleen BRAdmin Professional of Beheer via een webbrowser gebruiken om de afdrukserver te beheren.
Behalve BRAdmin Professional 3 worden alle toepassingen die gebruik maken van SNMPv1/v2c geweerd. Gebruik de modus Toegang lezen/schrijven SNMPv3 en alleen lezen v1/v2c of Toegang lezen/schrijven SNMP v1/v2c om het gebruik van SNMPv1/v2c-toepassingen toe te staan.
9. Klik op Indienen .
391
Verwante informatie
•
Uw netwerk veilig beheren met SSL/TLS
392
> Functies voor netwerkbeveiliging >
Uw netwerk veilig beheren met SSL/TLS
> Uw netwerkmachine veilig beheren met BRAdmin Professional (Windows)
Uw netwerkmachine veilig beheren met BRAdmin Professional
(Windows)
Als u BRAdmin Professional wilt gebruiken, moet u het volgende doen:
• Gebruik de laatste versie van BRAdmin Professional. Ga naar de Downloads -pagina van uw model in het
Brother Solutions Center via support.brother.com
.
• Gebruik Beheer via een webbrowser met het HTTPS-protocol als u BRAdmin Professional en Beheer via een webbrowser samen gebruikt.
• Gebruik een ander wachtwoord voor elke groep als u een gemengde groep van oudere en meer recente afdrukservers beheert met BRAdmin Professional. Zo garandeert u dat de beveiliging op de nieuwere afdrukservers wordt gehandhaafd.
• "Oudere afdrukservers" verwijst naar de reeksen NC-2000, NC-2100p, NC-3100h, NC-3100s,
NC-4100h, NC-5100h, NC-5200h, NC-6100h, NC-6200h, NC-6300h, NC-6400h, NC-8000, NC-100h,
NC-110h, NC-120w, NC-130h, NC-140w, NC-8100h, NC-9100h, NC-7100w, NC-7200w en NC-2200w.
Verwante informatie
•
Uw netwerk veilig beheren met SSL/TLS
393
> Functies voor netwerkbeveiliging >
Uw netwerk veilig beheren met SSL/
TLS > Documenten veilig afdrukken met SSL/TLS
Documenten veilig afdrukken met SSL/TLS
Om documenten veilig met het IPP-protocol af te drukken, gebruikt u het IPPS-protocol.
1. Start uw webbrowser.
2. Voer "https://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser in (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van het apparaat).
Bijvoorbeeld: https://192.168.1.2
• Als u een DNS (domeinnaamsysteem) of een NetBIOS-naam gebruikt, kunt u in plaats van het IP-adres een andere naam invoeren zoals "GedeeldePrinter".
Bijvoorbeeld: https://SharedPrinter
Als u een NetBIOS-naam inschakelt, kunt u ook de knooppuntnaam gebruiken.
Bijvoorbeeld: https://brnxxxxxxxxxxxx
De NetBIOS-naam kunt u vinden door het netwerkconfiguratierapport af te drukken.
• Voor Mac gaat u naar Beheer via een webbrowser door op het pictogram van het apparaat op het scherm Status Monitor te klikken.
3. Als u voordien een wachtwoord hebt ingesteld, voert u dit in en klikt u vervolgens op .
4. Klik op het tabblad Netwerk .
5. Klik op Protocol . Zorg ervoor dat het selectievakje IPP is aangevinkt.
Als het selectievakje IPP niet is aangevinkt, vinkt u het selectievakje IPP aan en klikt u vervolgens op
Indienen .
Start uw apparaat opnieuw op om de configuratie te activeren.
Nadat het apparaat opnieuw is opgestart, keert u terug naar de webpagina van het apparaat, klikt u op het tabblad Netwerk en klikt u vervolgens op Protocol .
6. Klik op HTTP-serverinstellingen .
7. Vink het selectievakje HTTPS(Port 443) in de IPP aan en klik vervolgens op Indienen .
8. Start uw apparaat opnieuw op om de configuratie te activeren.
Communicatie via IPPS kan geen ongeoorloofde toegang tot de afdrukserver voorkomen.
Verwante informatie
•
Uw netwerk veilig beheren met SSL/TLS
394
> Functies voor netwerkbeveiliging > E-mailberichten veilig verzenden
E-mailberichten veilig verzenden
•
Verzenden van e-mailberichten configureren via Beheer via een webbrowser
•
E-mailberichten verzenden met gebruikersverificatie
•
E-mailberichten veilig verzenden met behulp van SSL/TLS
395
> Functies voor netwerkbeveiliging >
E-mailberichten veilig verzenden
> Verzenden van e-mailberichten configureren via Beheer via een webbrowser
Verzenden van e-mailberichten configureren via Beheer via een webbrowser
U kunt het best Beheer via een webbrowser gebruiken om het veilig verzenden van e-mail met gebruikersverificatie of het verzenden van e-mail met SSL/TLS te configureren.
1. Start uw webbrowser.
2. Voer "https://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser in (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van het apparaat).
Bijvoorbeeld: https://192.168.1.2
3. Als u voordien een wachtwoord hebt ingesteld, voert u dit in en klikt u vervolgens op .
4. Klik op het tabblad Netwerk .
5. Klik op het Protocol -menu in de linkernavigatiebalk.
6. Klik in het veld SMTP op Geavanceerde instelling en controleer of SMTP de status Ingeschakeld heeft.
7. Configureer de instellingen voor SMTP .
• Controleer of de e-mailinstellingen juist zijn door na het configureren een test-e-mail te verzenden.
• Raadpleeg uw netwerkbeheerder of internetprovider (ISP) als u niet weet wat de instellingen van de
SMTP-server zijn.
8. Klik op Indienen wanneer u klaar bent.
Het dialoogvenster Configuratie van uitgaande e-mail testen verschijnt.
9. Volg de instructies in het dialoogvenster om de huidige instellingen te testen.
Verwante informatie
•
E-mailberichten veilig verzenden
396
> Functies voor netwerkbeveiliging >
E-mailberichten veilig verzenden
> Emailberichten verzenden met gebruikersverificatie
E-mailberichten verzenden met gebruikersverificatie
Uw Brother-apparaat ondersteunt de methode SMTP-AUTH voor het verzenden van e-mails via een e-mailserver die gebruikersverificatie vereist. Deze methode voorkomt dat onbevoegde gebruikers toegang krijgen tot de emailserver.
U kunt SMTP-AUTH gebruiken voor het verzenden van e-mailmeldingen en e-mailrapporten (beschikbaar voor bepaalde modellen).
U kunt het beste Beheer via een webbrowser gebruiken om de SMTP-verificatie te configureren.
Instellingen van de e-mailserver
U moet de SMTP-verificatiemethode van uw apparaat instellen overeenkomstig de verificatiemethode die door uw e-mailserver wordt gebruikt. Neem contact op met uw netwerkbeheerder of internetprovider (ISP) voor meer informatie over de instellingen van uw e-mailserver.
Als u verificatie van de SMTP-server wilt inschakelen, moet u op het scherm Beheer via een webbrowser
SMTP onder Serververificatiemethode de optie SMTP-VERIF selecteren.
Verwante informatie
•
E-mailberichten veilig verzenden
397
> Functies voor netwerkbeveiliging >
E-mailberichten veilig verzenden
> Emailberichten veilig verzenden met behulp van SSL/TLS
E-mailberichten veilig verzenden met behulp van SSL/TLS
Uw Brother-apparaat ondersteunt SSL/TLS-communicatie. Om een e-mailserver te gebruiken die met SSL/TLScommunicatie werkt, moet u de volgende instellingen configureren.
U kunt het beste Beheer via een webbrowser gebruiken om SSL/TLS te configureren.
Servercertificaat verifiëren
Als u onder SSL/TLS de optie SSL of TLS selecteert, wordt het selectievakje Servercertificaat verifiëren automatisch aangevinkt.
• Voordat u het servercertificaat verifieert, moet u het CA-certificaat importeren dat is uitgegeven door de certificeringsinstantie die het servercertificaat heeft ondertekend. Neem contact op met uw netwerkbeheerder of internetprovider (ISP) om na te vragen of het importeren van een CA-certificaat noodzakelijk is.
• Als u het servercertificaat niet hoeft te verifiëren, schakelt u het selectievakje Servercertificaat verifiëren uit.
Poortnummer
Als u SSL of TLS selecteert, wordt de Poort -waarde afgestemd op het protocol. Als u het poortnummer handmatig wilt wijzigen, voert u het poortnummer in nadat u SSL/TLS -instellingen hebt geselecteerd.
U moet de communicatiemethode van uw apparaat instellen in overeenstemming met de methode die door uw emailserver wordt gebruikt. Neem contact op met uw netwerkbeheerder of internetprovider voor meer informatie over de instellingen van uw e-mailserver.
In de meeste gevallen zijn voor beveiligde webmailservices de volgende instellingen vereist:
SMTP Poort
Serververificatiemethode
SSL/TLS
25
SMTP-VERIF
TLS
Verwante informatie
•
E-mailberichten veilig verzenden
398
> Functies voor netwerkbeveiliging > IEEE 802.1x-verificatie gebruiken voor een
bedraad of draadloos netwerk
IEEE 802.1x-verificatie gebruiken voor een bedraad of draadloos netwerk
•
Wat is IEEE 802.1x-verificatie?
•
•
IEEE 802.1x-verificatiemethodes
399
> Functies voor netwerkbeveiliging >
IEEE 802.1x-verificatie gebruiken voor een bedraad of draadloos netwerk
> Wat is IEEE 802.1x-verificatie?
Wat is IEEE 802.1x-verificatie?
IEEE 802.1x is een IEEE-standaard voor bedrade en draadloze netwerken die de toegang van onbevoegde netwerkapparaten verhindert. Uw Brother-apparaat (aanvrager) verstuurt een verificatieaanvraag naar een
RADIUS-server (verificatieserver) via uw toegangspunt of HUB. Nadat uw aanvraag werd geverifieerd door de
RADIUS-server, krijgt uw apparaat toegang tot het netwerk.
Verwante informatie
•
IEEE 802.1x-verificatie gebruiken voor een bedraad of draadloos netwerk
400
> Functies voor netwerkbeveiliging >
IEEE 802.1x-verificatie gebruiken voor een bedraad of draadloos netwerk
> IEEE 802.1x-verificatie configureren voor een bedraad of draadloos netwerk met behulp van Beheer via een webbrowser
IEEE 802.1x-verificatie configureren voor een bedraad of draadloos netwerk met behulp van Beheer via een webbrowser
• Als u het apparaat configureert met EAP-TLS-verificatie, moet u het door een certificatie-instantie uitgegeven clientcertificaat installeren voordat u de configuratie start. Raadpleeg uw netwerkbeheerder over het clientcertificaat. Als u meerdere certificaten hebt geïnstalleerd, raden we aan de certificaatnaam te noteren die u wilt gebruiken.
• Voordat u het servercertificaat verifieert, moet u het CA-certificaat importeren dat door de certificeringsinstantie die het servercertificaat heeft ondertekend is uitgegeven. Neem contact op met uw netwerkbeheerder of internetprovider (ISP) om na te vragen of het importeren van een CA-certificaat noodzakelijk is.
U kunt IEEE 802.1x-verificatie ook configureren met:
• BRAdmin Professional (bedraad en draadloos netwerk)
• De wizard voor de draadloze instellingen via het bedieningspaneel (draadloos netwerk)
• De wizard voor de draadloze instellingen op de installatieschijf (draadloos netwerk)
1. Start uw webbrowser.
2. Voer "https://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser in (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van het apparaat).
Bijvoorbeeld: https://192.168.1.2
• Als u een DNS (domeinnaamsysteem) of een NetBIOS-naam gebruikt, kunt u in plaats van het IP-adres een andere naam invoeren zoals "GedeeldePrinter".
Bijvoorbeeld: https://SharedPrinter
Als u een NetBIOS-naam inschakelt, kunt u ook de knooppuntnaam gebruiken.
Bijvoorbeeld: https://brnxxxxxxxxxxxx
De NetBIOS-naam kunt u vinden door het netwerkconfiguratierapport af te drukken.
• Voor Mac gaat u naar Beheer via een webbrowser door op het pictogram van het apparaat op het scherm Status Monitor te klikken.
3. Als u voordien een wachtwoord hebt ingesteld, voert u dit in en klikt u vervolgens op .
4. Klik op het tabblad Netwerk .
5. Ga op een van de volgende manieren te werk:
Optie Beschrijving
Bedraad netwerk Klik op het tabblad Bedraad en selecteer Authenticatie 802.1x
in de linkernavigatiebalk.
Draadloos netwerk Klik op het tabblad Draadloos en selecteer Draadloos (Bedrijf) in de linkernavigatiebalk.
6. Configureer de instellingen voor IEEE 802.1x-verificatie.
401
• Als u IEEE 802.1x-verificatie voor bedrade netwerken wilt inschakelen, selecteert u Ingeschakeld voor
Status 802.1x vast op de pagina Authenticatie 802.1x
.
• Als u EAP-TLS -verificatie gebruikt, moet u het clientcertificaat kiezen dat geïnstalleerd is (weergegeven met certificaatnaam) voor verificatie in de vervolgkeuzelijst Clientcertificaat .
• Als u EAP-FAST -, PEAP -, EAP-TTLS - of EAP-TLS -verificatie selecteert, kunt u de verificatiemethode selecteren in de vervolgkeuzelijst Verificatie servercertificaat . Verifieer het servercertificaat met behulp van het CA-certificaat dat vooraf werd geïmporteerd op het apparaat en dat werd verstrekt door de CA die het servercertificaat ondertekende.
Selecteer een van de volgende verificatiemethoden in de vervolgkeuzelijst Verificatie servercertificaat :
Optie
Geen verificatie
CA-cert.
Beschrijving
Het servercertificaat kan altijd vertrouwd worden. De verificatie wordt niet uitgevoerd.
De verificatiemethode voor het controleren van de CA-betrouwbaarheid van het servercertificaat, door gebruik te maken van het CA-certificaat dat werd verstrekt door de CA die het servercertificaat heeft ondertekend.
De verificatiemethode om de algemene naam 1
van het servercertificaat te controleren, naast de CA-betrouwbaarheid van het servercertificaat.
CA-cert. + serverid
7. Klik op Indienen als u klaar bent met de configuratie.
Voor bedrade netwerken: na de configuratie sluit u uw apparaat aan op het netwerk met IEEE 802.1xondersteuning. Druk na enkele minuten het netwerkconfiguratierapport af om de < Wired IEEE 802.1x
>status te controleren.
Optie Beschrijving
Success De bedrade IEEE 802.1x-functie is ingeschakeld en de verificatie is gelukt.
Failed
Off
De bedrade IEEE 802.1x-functie is ingeschakeld; de verificatie is echter mislukt.
De bedrade IEEE 802.1x-functie is niet beschikbaar.
Verwante informatie
•
IEEE 802.1x-verificatie gebruiken voor een bedraad of draadloos netwerk
1 De verificatie van de algemene naam vergelijkt de algemene naam van het servercertificaat met de tekenreeks die geconfigureerd werd voor het Server-id . Voor u deze methode gebruikt, neemt u contact op met uw systeembeheerder voor de algemene naam van het servercertificaat en configureert u vervolgens naast de CA-betrouwbaarheid van het servercertificaat ook de waarde voor Server-id .
402
> Functies voor netwerkbeveiliging >
IEEE 802.1x-verificatie gebruiken voor een bedraad of draadloos netwerk
> IEEE 802.1x-verificatiemethodes
IEEE 802.1x-verificatiemethodes
LEAP (draadloos netwerk)
Cisco Systems, Inc. heeft Lightweight Extensible Authentication Protocol (LEAP) ontwikkeld dat gebruikmaakt van een gebruikers-ID en wachtwoord voor de verificatie.
EAP-FAST
Cisco Systems, Inc. heeft Extensible Authentication Protocol-Flexible Authentication via Secured Tunneling
(EAP-FAST) ontwikkeld dat gebruikmaakt van een gebruikers-ID en wachtwoord voor de verificatie, en van symmetrische sleutelalgoritmes voor het verkrijgen van een getunneld verificatieproces.
Het Brother-apparaat ondersteunt de volgende inwendige verificatiemethoden:
• EAP-FAST/NONE
• EAP-FAST/MS-CHAPv2
• EAP-FAST/GTC
EAP-MD5 (bedraad netwerk)
Extensible Authentication Protocol-Message Digest Algorithm 5 (EAP-MD5) maakt gebruik van een gebruikers-ID en een wachtwoord voor vraag-antwoordverificatie.
PEAP
Protected Extensible Authentication Protocol (PEAP) is een versie van de EAP-methode die door Cisco
Systems, Inc., Microsoft Corporation en RSA Security is ontwikkeld. PEAP maakt een versleutelde Secure
Sockets Layer (SSL)/Transport Layer Security (TLS)-tunnel tussen een client en een verificatieserver voor de verzending van een gebruikers-ID en wachtwoord. PEAP zorgt voor een wederzijdse verificatie tussen de server en de client.
Het Brother-apparaat ondersteunt de volgende interne verificatiemethoden:
• PEAP/MS-CHAPv2
• PEAP/GTC
EAP-TTLS
Extensible Authentication Protocol-Tunneled Transport Layer Security (EAP-TTLS) werd ontwikkeld door Funk
Software en Certicom. EAP ‑ TTLS creëert een gelijkaardige versleutelde SSL-tunnel als bij PEAP tussen een client en een verificatieserver voor het verzenden van een gebruikersidentificatie en wachtwoord. EAP ‑ TTLS zorgt voor een wederzijdse verificatie tussen de server en de client.
Het Brother-apparaat ondersteunt de volgende interne verificatiemethoden:
• EAP-TTLS/CHAP
• EAP-TTLS/MS-CHAP
• EAP-TTLS/MS-CHAPv2
• EAP-TTLS/PAP
EAP-TLS
Extensible Authentication Protocol-Transport Layer Security (EAP-TLS) vereist verificatie van het digitale certificaat bij zowel een client als een verificatieserver.
Verwante informatie
•
IEEE 802.1x-verificatie gebruiken voor een bedraad of draadloos netwerk
403
> Functies voor netwerkbeveiliging > Afdruklogboek op netwerk opslaan
Afdruklogboek op netwerk opslaan
•
Overzicht Logboek op Netwerk opslaan
•
De instellingen voor "Afdruklogboek op Netwerk opslaan" configureren met Beheer via een webbrowser
•
De instelling voor foutdetectie van Afdruklogboek op netwerk opslaan
•
"Afdruklogboek op netwerk opslaan" gebruiken met Secure Function Lock 3.0
404
> Functies voor netwerkbeveiliging >
Afdruklogboek op netwerk opslaan
> Overzicht
Logboek op Netwerk opslaan
Overzicht Logboek op Netwerk opslaan
Met de functie Afdruklogboek op netwerk opslaan kunt u het bestand met het afdruklogboek van uw Brotherapparaat op een netwerkserver opslaan via Common Internet File System (CIFS). U kunt het ID, het type afdruktaak, de naam van de taak, de gebruikersnaam, de datum, de tijd en het aantal afgedrukte pagina's voor elke afdruktaak bijhouden. CIFS is een protocol dat werkt via TCP/IP en waarmee computers op een netwerk bestanden kunnen delen via een intranet of het internet.
De volgende afdrukfuncties worden bijgehouden in het afdruklogboek:
• Afdruktaken van uw computer
• Rechtstreeks afdrukken via USB
• Kopiëren
• Ontvangen fax (alleen ondersteunde modellen)
• Afdrukken via Web Connect (alleen ondersteunde modellen)
• De functie Afdruklogboek op netwerk opslaan ondersteunt Kerberos-verificatie en NTLMv2-verificatie. U moet het SNTP-protocol configureren (netwerktijdserver) of u moet de datum, tijd en tijdzone correct instellen met behulp van het bedieningspaneel voor verificatie.
• U kunt het bestandstype voor het opslaan van een bestand op de server instellen op TXT of CSV.
Verwante informatie
•
Afdruklogboek op netwerk opslaan
405
> Functies voor netwerkbeveiliging >
Afdruklogboek op netwerk opslaan
> De instellingen voor "Afdruklogboek op Netwerk opslaan" configureren met Beheer via een webbrowser
De instellingen voor "Afdruklogboek op Netwerk opslaan" configureren met Beheer via een webbrowser
1. Start uw webbrowser.
2. Voer "https://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser in (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van het apparaat).
Bijvoorbeeld: https://192.168.1.2
3. Als u voordien een wachtwoord hebt ingesteld, voert u dit in en klikt u vervolgens op .
4. Klik op het tabblad Beheerder .
5. Klik op het menu Afdruklog op Netwerk opslaan .
6. Klik in het veld Afdrukrapport op Aan .
7. Configureer de volgende instellingen:
Optie
Netwerkmapnaam
Bestandsnaam
Bestandstype
Verificatiemethode
Beschrijving
Voer de bestemmingsmap in voor het opslaan van uw logboek op de CIFS-server
(bijvoorbeeld: \\Computernaam\Gedeeldemap).
Voer de bestandsnaam in die u wilt gebruiken voor het afdruklogboek (maximaal
32 tekens).
Selecteer de optie TXT of CSV als bestandstype voor het afdruklogboek.
Selecteer de verificatiemethode voor toegang tot de CIFS-server: Automatisch ,
Kerberos of NTLMv2 . Kerberos is een verificatieprotocol waarmee apparaten of individuen veilig hun identiteit kunnen aantonen aan netwerkservers zonder zich telkens opnieuw te moeten aanmelden. NTLMv2 is de verificatiemethode die wordt gebruikt door Windows om aan te melden bij servers.
• Automatisch : als u Automatisch selecteert, wordt NTLMv2 gebruikt als verificatiemethode.
• Kerberos : Selecteer de optie Kerberos om alleen Kerberos-verificatie te gebruiken.
• NTLMv2 : Selecteer de optie NTLMv2 om alleen NTLMv2-verificatie te gebruiken.
Gebruikersnaam
• Voor Kerberos - en NTLMv2 -verificatie moet u ook de Datum&tijd instellingen of het SNTP-protocol (netwerktijdserver) en de DNSserver configureren.
• U kunt de instellingen voor Datum en tijd ook configureren via het bedieningspaneel van het apparaat.
Voer de gebruikersnaam in voor de verificatie (maximaal 96 tekens).
Wachtwoord
Kerberosserveradres (indien nodig)
Als de gebruikersnaam een onderdeel is van een domein, voert u de gebruikersnaam als volgt in: gebruiker@domein of domein\gebruiker.
Voer het wachtwoord in voor de verificatie (maximaal 32 tekens).
Voer het KDC-hostadres (bijvoorbeeld: kerberos.voorbeeld.com; max. 64 tekens) of het IP-adres (bijvoorbeeld: 192.168.56.189).
406
Optie
Instelling foutdetectie
Beschrijving
Kies welke actie moet worden ondernomen wanneer het afdruklogboek niet op de server kan worden opgeslagen wegens een netwerkfout.
8. In het veld Verbindingsstatus controleert u de laatste logboekstatus.
U kunt ook de foutstatus controleren op de LCD van het apparaat.
9. Klik op Indienen om de pagina Log afdrukken naar netwerk testen weer te geven.
Om uw instellingen te testen, klikt u op Ja en gaat u vervolgens naar de volgende stap.
Klik op Nee om de test over te slaan. De instellingen worden automatisch ingediend.
10. Het apparaat test de instellingen.
11. Als de instellingen goedgekeurd zijn, wordt Test OK weergegeven op het scherm.
Als Testfout weergegeven wordt, controleert u alle instellingen en klikt u op Indienen om de testpagina opnieuw weer te geven.
Verwante informatie
•
Afdruklogboek op netwerk opslaan
407
> Functies voor netwerkbeveiliging >
Afdruklogboek op netwerk opslaan
> De instelling voor foutdetectie van Afdruklogboek op netwerk opslaan
De instelling voor foutdetectie van Afdruklogboek op netwerk opslaan
Gebruik de instellingen van foutdetectie om te selecteren welke actie er wordt ondernomen wanneer het afdruklogboek niet kan worden opgeslagen op de server wegens een netwerkfout.
1. Start uw webbrowser.
2. Voer "https://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser in (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van het apparaat).
Bijvoorbeeld: https://192.168.1.2
3. Als u voordien een wachtwoord hebt ingesteld, voert u dit in en klikt u vervolgens op .
4. Klik op het tabblad Beheerder .
5. Klik op het Afdruklog op Netwerk opslaan -menu in de linkernavigatiebalk.
6. Selecteer in het hoofdstuk Instelling foutdetectie de optie Afdrukken annuleren of Log negeren en afdrukken .
Optie
Afdrukken annuleren
Beschrijving
Als u de optie Afdrukken annuleren selecteert, worden de afdruktaken geannuleerd wanneer het afdruklogboek niet kan worden opgeslagen op de server.
Zelfs als u de optie Afdrukken annuleren selecteert, zal uw apparaat een ontvangen fax afdrukken.
Log negeren en afdrukken
Als u de optie Log negeren en afdrukken selecteert, drukt het apparaat het document af, ook al kan het afdruklogboek niet worden opgeslagen op de server.
Wanneer de functie voor het opslaan van het afdruklogboek opnieuw werkt, wordt het afdruklogboek als volgt bijgehouden: a. Als het logboek niet kon worden opgeslagen na het afdrukken, wordt het afdruklogboek zonder het aantal afgedrukte pagina's bijgehouden.
b. Als het afdruklogboek niet kon worden opgeslagen voor en na het afdrukken, wordt het afdruklogboek van de afdruktaak niet bijgehouden. Wanneer de functie opnieuw werkt, wordt de fout weergegeven in het logboek.
7. Klik op Indienen om de pagina Log afdrukken naar netwerk testen weer te geven.
Om uw instellingen te testen, klikt u op Ja en gaat u vervolgens naar de volgende stap.
Klik op Nee om de test over te slaan. De instellingen worden automatisch ingediend.
8. Het apparaat test de instellingen.
9. Als de instellingen goedgekeurd zijn, wordt Test OK weergegeven op het scherm.
Als Testfout weergegeven wordt, controleert u alle instellingen en klikt u op Indienen om de testpagina opnieuw weer te geven.
408
Verwante informatie
•
Afdruklogboek op netwerk opslaan
409
> Functies voor netwerkbeveiliging >
"Afdruklogboek op netwerk opslaan" gebruiken met Secure Function
Lock 3.0
Wanneer Secure Function Lock 3.0 geactiveerd is, worden de namen van de geregistreerde gebruikers voor de functies kopiëren, Fax RX, afdrukken met Web Connect en rechtstreeks afdrukken met USB (indien beschikbaar) bijgehouden in het rapport Afdruklogboek op netwerk opslaan.
Verwante informatie
•
Afdruklogboek op netwerk opslaan
410
Mobile/Web Connect
•
•
•
•
•
•
Brother iPrint&Scan voor mobiele apparaten
•
NFC (Near-Field Communication)
411
Home > Mobile/Web Connect > Brother Web Connect
Brother Web Connect
Gerelateerde modellen : DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
•
•
Onlineservices bij Brother Web Connect
•
Voorwaarden voor het gebruik van Brother Web Connect
•
•
Documenten scannen en uploaden met Brother Web Connect
•
Documenten downloaden en afdrukken met Brother Web Connect
•
FaxForward naar Cloud of E-mail
412
> Overzicht Brother Web Connect
Overzicht Brother Web Connect
Gerelateerde modellen : DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Bepaalde websites bieden services waarmee gebruikers afbeeldingen en bestanden naar de betreffende website kunnen uploaden en bekijken. Met uw Brother-apparaat kunt u afbeeldingen scannen en naar deze services uploaden. Daarnaast kunt u afbeeldingen die al naar deze services zijn geüpload downloaden en afdrukken.
1. Afdrukken
2. Scannen
3. Foto's, afbeeldingen, documenten en andere bestanden
4. Webservice
U kunt Brother Web Connect alleen gebruiken als uw Brother-apparaat verbonden is met een netwerk dat toegang heeft tot internet (via een draadloze of kabelverbinding).
Voor netwerken waarop een proxyserver wordt gebruikt, moet het apparaat ook voor het gebruik van een proxyserver zijn geconfigureerd. Neem contact op met uw netwerkbeheerder als u twijfels hebt over uw netwerkconfiguratie.
Een proxyserver is een computer die bemiddelt tussen computers zonder een rechtstreekse internetverbinding enerzijds en het internet anderzijds.
Verwante informatie
•
413
> Onlineservices bij Brother Web Connect
Onlineservices bij Brother Web Connect
Gerelateerde modellen : DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Gebruik Brother Web Connect om services te openen vanaf uw Brother-apparaat:
Om Brother Web Connect te kunnen gebruiken, moet u een account hebben bij de onlineservice die u wilt gebruiken. Als u nog geen account hebt, maakt u er een door op een computer naar de website van de desbetreffende service te gaan.
U hoeft geen account aan te maken om Brother Creative Center te gebruiken.
Google Drive ™
Een onlineservice voor het opslaan, bewerken, delen en synchroniseren van bestanden.
URL: drive.google.com
Evernote ®
Een onlineservice voor het opslaan en beheren van bestanden.
URL: www.evernote.com
Dropbox
Een onlineservice voor het opslaan, delen en synchroniseren van bestanden.
URL: www.dropbox.com
OneDrive
Een onlineservice voor het opslaan, delen en beheren van bestanden.
URL: onedrive.live.com
Box
Een onlineservice voor het bewerken en delen van documenten.
URL: www.box.com
OneNote
Een onlineservice voor het bewerken en delen van documenten.
URL: www.onenote.com
Brother Creative Center
Een website met verschillende sjablonen zoals kaarten, brochures en kalenders die u kunt afdrukken op uw
Brother-apparaat (alleen in bepaalde landen beschikbaar).
www.brother.com/creativecenter
Raadpleeg de website van de desbetreffende service voor meer informatie over een van deze services.
In de volgende tabel wordt beschreven welke bestandstypen u met de functie Brother Web Connect kunt gebruiken:
Toegankelijke services
Afbeeldingen downloaden en afdrukken
Google Drive
™
Evernote ®
Dropbox
OneDrive
Box
OneNote
JPEG
DOCX
XLSX
Brother Creative Center
(alleen afdrukken)
414
Toegankelijke services
Gescande afbeeldingen uploaden
FaxForward naar de onlineservices
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Google Drive ™
Evernote ®
Dropbox
OneDrive
Box
OneNote
JPEG
DOCX
XLSX
PPTX
TIFF
XPS
JPEG
TIFF
Brother Creative Center
1
2
DOC/XLS/PPT-formaten zijn ook beschikbaar om beelden te downloaden en af te drukken.
Voor het uploaden van gescande beelden, PDF waaronder Searchable PDF, Signed PDF, Secure PDF en PDF/A.
-
-
(Voor Hongkong, Taiwan en Korea)
Brother Web Connect ondersteunt alleen bestandsnamen in het Engels. Bestandsnamen in de lokale taal kunnen niet worden gedownload.
Verwante informatie
•
415
> Voorwaarden voor het gebruik van Brother Web
Connect
Voorwaarden voor het gebruik van Brother Web Connect
Gerelateerde modellen : DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
•
Brother-software installeren voor het gebruik van Brother Web Connect
•
De instellingen van de proxyserver configureren via het bedieningspaneel van uw
•
De instellingen van de proxyserver configureren met Beheer via een webbrowser
416
>
Voorwaarden voor het gebruik van Brother Web
> Brother-software installeren voor het gebruik van Brother Web Connect
Brother-software installeren voor het gebruik van Brother Web Connect
Gerelateerde modellen : DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Voor de initiële installatie van Brother Web Connect is een computer met toegang tot het internet vereist en moet de software van het Brother-apparaat zijn geïnstalleerd.
Windows
Om de Brother software te installeren en uw apparaat te configureren voor een bedraad of draadloos netwerk, raadpleeg de Installatiehandleiding .
Mac
Om Compleet pakket van drivers & software te installeren, gaat u in het Brother Solutions Center op support.brother.com
naar de pagina Downloads voor uw model.
Verwante informatie
•
Voorwaarden voor het gebruik van Brother Web Connect
417
>
Voorwaarden voor het gebruik van Brother Web
> De instellingen van de proxyserver configureren via het bedieningspaneel van uw Brotherapparaat
De instellingen van de proxyserver configureren via het bedieningspaneel van uw Brother-apparaat
Gerelateerde modellen : DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Als uw netwerk een proxyserver gebruikt, moeten de volgende proxyservergegevens op het apparaat worden geconfigureerd.
• Adres van proxyserver
• Poortnummer
• Gebruikersnaam
• Wachtwoord
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Netwerk] > [Web Connect-instellingen] >
[Proxy-instell.] > [Proxy-verbinding] > [Aan] .
2. Druk op de gewenste optie en voer de proxyservergegevens in.
3. Druk op .
Verwante informatie
•
Voorwaarden voor het gebruik van Brother Web Connect
418
>
Voorwaarden voor het gebruik van Brother Web
> De instellingen van de proxyserver configureren met Beheer via een webbrowser
De instellingen van de proxyserver configureren met Beheer via een webbrowser
Gerelateerde modellen : DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Als uw netwerk een proxyserver gebruikt, moeten de volgende proxyservergegevens met Beheer via een webbrowser worden geconfigureerd:
• Adres van proxyserver
• Poortnummer
• Gebruikersnaam
• Wachtwoord
Wij raden Microsoft Internet Explorer 11/Microsoft Edge voor Windows en Safari 10/11 voor Mac aan. Zorg ervoor dat JavaScript en cookies altijd zijn geactiveerd, ongeacht welke browser u gebruikt.
1. Start uw webbrowser.
2. Voer "https://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser in (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van het apparaat).
Bijvoorbeeld: https://192.168.1.2
3. Als u voordien een wachtwoord hebt ingesteld, voert u dit in en klikt u vervolgens op .
4. Klik op het tabblad Netwerk .
5. Klik op het Protocol -menu in de linkernavigatiebalk.
6. Zorg ervoor dat het selectievakje Proxy is aangevinkt en klik vervolgens op Indienen .
7. Klik in het veld Proxy op Geavanceerde instellingen .
8. Voer de proxyservergegevens in.
9. Klik op Indienen .
Verwante informatie
•
Voorwaarden voor het gebruik van Brother Web Connect
419
> Brother Web Connect instellen
Brother Web Connect instellen
Gerelateerde modellen : DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
•
Overzicht van de instellingen voor Brother Web Connect
•
Een account voor elke onlineservice maken voordat u Brother Web Connect gebruikt
•
Toegang aanvragen voor Brother Web Connect
•
Een account op uw Brother-apparaat registreren voor Brother Web Connect
•
Brother Web Connect instellen voor Brother CreativeCenter
420
>
> Overzicht van de instellingen voor Brother Web Connect
Overzicht van de instellingen voor Brother Web Connect
Gerelateerde modellen : DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Configureer de instellingen voor Brother Web Connect aan de hand van de volgende procedure (als u Brother
CreativeCenter gebruikt, dient u deze procedure niet te volgen):
Stap 1: maak een account aan bij de service die u wilt gebruiken.
Ga op een computer naar de website van de service en maak een account aan. (Als u al een account hebt, hoeft u er niet nog een te maken.)
1. Gebruikersregistratie
2. Webservice
3. Account verkrijgen
Stap 2: vraag toegang aan voor Brother Web Connect.
Start Brother Web Connect op een computer en vraag een tijdelijke id aan.
1. Accountinformatie invoeren
2. Brother Web Connect-programmapagina
3. Tijdelijk id verkrijgen
Stap 3: registreer uw accountinformatie bij uw apparaat zodat u toegang krijgt tot de service die u wilt gebruiken.
Voer het tijdelijke id in om de service op uw apparaat in te schakelen. Geef de accountnaam op zoals deze op het apparaat moet worden weergegeven en voer een pincode in als u er een wilt gebruiken.
1. Tijdelijk id invoeren
421
2. Webservice
Uw Brother-apparaat kan nu gebruikmaken van de service.
Verwante informatie
•
422
>
> Een account voor elke onlineservice maken voordat u Brother Web Connect gebruikt
Een account voor elke onlineservice maken voordat u Brother Web
Connect gebruikt
Gerelateerde modellen : DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Om met Brother Web Connect toegang tot een onlineservice te kunnen krijgen, moet u een account bij die service hebben. Als u nog geen account hebt, maakt u er een door op een computer naar de website van de desbetreffende service te gaan. Meld u na het maken van een account aan en gebruik de account eenmaal met een computer voordat u de functie Brother Web Connect gebruikt. Als u dit niet doet, krijgt u mogelijk geen toegang tot de service met Brother Web Connect.
Als u al een account hebt, hoeft u er niet nog een te maken.
Na het aanmaken van een account bij de onlineservice die u wilt gebruiken, vraagt u toegang aan tot Brother
Web Connect.
Als u de service als gast gebruikt, hoeft u geen account te maken. Gasten kunnen alleen bepaalde services gebruiken. Als de optie voor gastgebruikers niet beschikbaar is voor de service die u wilt gebruiken, moet u een account aanmaken.
Verwante informatie
•
423
>
> Toegang aanvragen voor Brother Web Connect
Toegang aanvragen voor Brother Web Connect
Gerelateerde modellen : DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Om met Brother Web Connect toegang te kunnen krijgen tot online services, moet u eerst toegang tot Brother
Web Connect aanvragen op een computer waarop de software van Brother is geïnstalleerd.
1. Open de website van het programma Brother Web Connect:
Optie Beschrijving
Windows 7 Klik op (Starten) > Alle programma's > Brother > Brother Utilities , klik vervolgens op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet geselecteerd). Klik in de linkernavigatiebalk op Doe meer en klik vervolgens op Brother Web Connect .
Windows 8
Windows 10
Klik op ( Brother Utilities ) en vervolgens op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet geselecteerd). Klik in de linkernavigatiebalk op Doe meer en klik vervolgens op Brother Web Connect .
Windows 8.1 Verplaats uw muis naar de benedenlinkerhoek van het Starten -scherm en klik op (als u een aanraakapparaat gebruikt, veegt u van de onderkant van het Starten -scherm naar boven om het Toepassingen -scherm te laten verschijnen).
Klik op ( Brother Utilities ), klik vervolgens op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet geselecteerd). Klik in de linkernavigatiebalk op Doe meer en klik vervolgens op Brother Web Connect .
Mac Klik op Ga in de Finder -balk, Programma’s > Brother > Hulpprogramma's > Brother
Web Connect .
U kunt de website ook rechtstreeks openen:
Typ bwc.brother.com
in de adresbalk van de webbrowser.
De pagina Brother Web Connect wordt weergegeven.
2. Selecteer de service die u wilt gebruiken.
Het werkelijke scherm kan afwijken van het bovenstaande scherm.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm en vraag toegang aan.
Wanneer u klaar bent, wordt uw tijdelijke id weergegeven.
424
4. Noteer uw tijdelijke id. U hebt deze nodig om accounts voor het apparaat te registreren. De tijdelijke id blijft
24 uur geldig.
5. Sluit de webbrowser.
Nu u een toegangs-id voor Brother Web Connect hebt, moet u deze op uw apparaat registreren en vervolgens vanaf uw apparaat naar de gewenste webservice gaan.
Verwante informatie
•
Gerelateerde onderwerpen:
•
Een account op uw Brother-apparaat registreren voor Brother Web Connect
425
>
> Een account op uw Brother-apparaat registreren voor Brother Web Connect
Een account op uw Brother-apparaat registreren voor Brother Web
Connect
Gerelateerde modellen : DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Voer uw accountgegevens voor Brother Web Connect in en configureer uw apparaat zodat deze via Brother Web
Connect toegang tot de gewenste service kan krijgen.
• U moet toegang aanvragen voor Brother Web Connect om een account op uw apparaat te kunnen registreren.
• Controleer voordat u een account registreert of de juiste datum en tijd zijn ingesteld op het apparaat.
1. Veeg om de optie [Web] weer te geven.
2. Druk op [Web] .
• Als op het LCD-scherm van het apparaat informatie over de internetverbinding wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u op [OK] . Als u deze informatie nogmaals wilt weergeven, drukt u op
[Ja] .
• Op het LCD-scherm worden af en toe updates of aankondigingen over Brother Web Connect-functies weergegeven. Lees de informatie en druk vervolgens op [OK] .
3. Als informatie over de licentieovereenkomst wordt weergegeven, maakt u een keuze en volgt u de aanwijzingen op het scherm.
4. Selecteer de service die u wilt registreren.
5. Druk op de naam van de service.
6. Druk op [OK] als informatie over Brother Web Connect wordt weergegeven.
7. Druk op [Account registreren/verwijderen] .
8. Druk op [Account registreren] .
Het apparaat laat een bericht zien met het verzoek de tijdelijke id in te voeren die u hebt ontvangen toen u toegang tot Brother Web Connect aanvroeg.
9. Druk op [OK] .
10. Voer de tijdelijke id in via het LCD-scherm.
11. Druk op [OK] .
Als de informatie die u invoert, niet overeenkomt met de tijdelijke id die u hebt ontvangen toen u toegang aanvroeg, of als de tijdelijke id is verlopen, wordt er een foutmelding op het LCD-scherm weergegeven.
Voer het tijdelijke id correct in of vraag opnieuw toegang aan voor een nieuw tijdelijk id.
Het apparaat laat een bericht zien met het verzoek om de naam van de account in te voeren zoals deze op het LCD-scherm moet worden weergegeven.
12. Druk op [OK] .
13. Voer de naam in via het LCD-scherm.
14. Druk op [OK] .
15. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Druk op [Ja] om een pincode voor de account in te stellen. (Een pincode beschermt de account tegen ongeoorloofde toegang.) Voer een viercijferig nummer in en druk vervolgens op [OK] .
• Druk op [Nee] als u geen pincode wilt instellen.
16. Wanneer de door u ingevoerde accountgegevens worden weergegeven, controleert u of deze correct zijn.
17. Druk op [Ja] om de door u ingevoerde gegevens te registreren.
426
18. Druk op [OK] .
19. Druk op .
De registratie is voltooid en uw apparaat heeft nu toegang tot de service.
Verwante informatie
•
Gerelateerde onderwerpen:
•
Toegang aanvragen voor Brother Web Connect
427
>
> Brother Web
Connect instellen voor Brother CreativeCenter
Brother Web Connect instellen voor Brother CreativeCenter
Gerelateerde modellen : DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Brother Web Connect werkt automatisch met Brother CreativeCenter. U hoeft geen instellingen door te voeren om de kalenders, visitekaartjes, posters en kaarten te maken die u kunt downloaden via www.brother.com/ creativecenter .
Brother CreativeCenter is niet in alle landen beschikbaar.
Verwante informatie
•
428
> Documenten scannen en uploaden met Brother
Web Connect
Documenten scannen en uploaden met Brother Web Connect
Gerelateerde modellen : DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Upload uw gescande foto's en documenten rechtstreeks naar een webservice zonder een computer te gebruiken.
• Bij het scannen en uploaden van JPEG-bestanden is zwart-wit scannen niet beschikbaar.
• Bij het scannen en uploaden van doorzoekbare pdf's of Microsoft Office-bestanden is zwart-wit en grijs scannen niet beschikbaar.
• Bij het scannen en uploaden van JPEG-bestanden wordt elke pagina als afzonderlijk bestand gedownload.
• Geüploade documenten worden opgeslagen in het album From_BrotherDevice .
Raadpleeg de website van de desbetreffende service voor informatie over beperkingen, zoals het formaat van documenten of het aantal documenten dat kan worden geüpload.
Als u wegens de functie Secure Function Lock (beschikbaar voor bepaalde modellen) een beperkte gebruiker bent van Web Connect, kunt u de gescande gegevens niet uploaden.
1. Laad uw document.
2. Veeg om de optie [Web] weer te geven.
3. Druk op [Web] .
• U kunt ook drukken op [Scannen] > [naar web] .
• Als op het LCD-scherm van het apparaat informatie over de internetverbinding wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u op [OK] . Als u deze informatie nogmaals wilt weergeven, drukt u op
[Ja] .
• Op het LCD-scherm worden af en toe updates of aankondigingen over Brother Web Connect-functies weergegeven. Lees de informatie en druk vervolgens op [OK] .
4. Selecteer de service die de host is van het account waarnaar u wilt uploaden.
5. Selecteer uw accountnaam.
6. Volg de aanwijzingen op het scherm om deze bewerking te voltooien.
Verwante informatie
•
429
> Documenten downloaden en afdrukken met
Brother Web Connect
Documenten downloaden en afdrukken met Brother Web Connect
Gerelateerde modellen : DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Documenten die naar uw account zijn geüpload, kunnen rechtstreeks naar het apparaat worden gedownload en worden afgedrukt. Documenten die andere gebruikers naar hun eigen accounts hebben geüpload om die te delen, kunnen ook naar uw apparaat worden gedownload en worden afgedrukt wanneer u gerechtigd bent om deze documenten weer te geven. Bepaalde services bieden gastgebruikers de mogelijkheid om openbare documenten weer te geven. Wanneer u als gastgebruiker toegang hebt tot een service of een account, kunt u documenten bekijken die de eigenaar openbaar heeft gemaakt. Er gelden voor deze documenten dus geen weergavebeperkingen.
Als u documenten van andere gebruikers wilt downloaden, moet u gerechtigd zijn om de desbetreffende albums of documenten weer te geven.
Als u wegens de functie Secure Function Lock (beschikbaar voor bepaalde modellen) een beperkte gebruiker bent voor Web Connect, kunt u de gegevens niet downloaden.
De beperkingfunctie van de pagina Secure Function Lock is van toepassing op de afdruktaak die gebruik maakt van Web Connect.
Voor Hongkong, Taiwan en Korea
Brother Web Connect ondersteunt alleen bestandsnamen in het Engels. Bestandsnamen in de lokale taal kunnen niet worden gedownload.
Verwante informatie
•
•
Downloaden en afdrukken met webservices
•
Brother CreativeCenter-sjablonen downloaden en afdrukken
430
>
Documenten downloaden en afdrukken met
Brother Web Connect > Downloaden en afdrukken met webservices
Downloaden en afdrukken met webservices
Gerelateerde modellen : DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Zie uu Verwante informatie
1. Veeg om de optie [Web] weer te geven.
2. Druk op [Web] .
• Als op het LCD-scherm van het apparaat informatie over de internetverbinding wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u op [OK] . Als u deze informatie nogmaals wilt weergeven, drukt u op
[Ja] .
• Op het LCD-scherm worden af en toe updates of aankondigingen over Brother Web Connect-functies weergegeven. Lees de informatie en druk vervolgens op [OK] .
3. Selecteer de service die het document hosts dat u wilt downloaden en afdrukken.
4. Selecteer uw accountnaam. Als het scherm voor het invoeren van de pincode wordt weergegeven, voert u de viercijferige pincode in en drukt u op [OK] .
• Om de service te gebruiken als gast, selecteert u [Dienst gebruiken als gast] . Druk op [OK] wanneer de informatie over toegang als gastgebruiker wordt weergegeven. Voer de accountnaam van de gebruiker van wie u documenten wilt downloaden in en druk vervolgens op [OK] .
• Afhankelijk van de service moet u mogelijk de accountnaam in een lijst selecteren.
5. Druk op [Downld naar afdruk] .
6. Selecteer het gewenste album. Bij bepaalde services hoeven documenten niet in albums te worden opgeslagen. Selecteer [Ongesorteerde foto's weergeven] of [Ongesorteerde bestanden tonen] als u documenten wilt selecteren die niet in albums zijn opgeslagen. Documenten van andere gebruikers kunnen alleen worden gedownload als deze in een album zijn opgeslagen.
Een album is een collectie afbeeldingen. Welke term in de praktijk wordt gebruikt, is afhankelijk van de gebruikte service. Bij gebruik van Evernote ® moet u bijvoorbeeld eerst het notitieboek en vervolgens de notitie selecteren.
7. Selecteer de miniatuurweergave van het document dat u wilt afdrukken. Controleer het document op het
LCD-scherm en druk op [OK] . Selecteer nog meer documenten die u wilt afdrukken (maximaal 10 documenten).
8. Druk op [OK] wanneer u klaar bent.
9. Volg de aanwijzingen op het scherm om deze bewerking te voltooien.
Verwante informatie
•
Documenten downloaden en afdrukken met Brother Web Connect
Gerelateerde onderwerpen:
•
Brother CreativeCenter-sjablonen downloaden en afdrukken
431
>
Documenten downloaden en afdrukken met
Brother Web Connect > Brother CreativeCenter-sjablonen downloaden en afdrukken
Brother CreativeCenter-sjablonen downloaden en afdrukken
Gerelateerde modellen : DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Brother CreativeCenter is niet in alle landen beschikbaar.
1. Veeg om de optie [Apps] weer te geven.
2. Druk op [Apps] .
• Als op het LCD-scherm van het apparaat informatie over de internetverbinding wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u op [OK] . Als u deze informatie nogmaals wilt weergeven, drukt u op
[Ja] .
• Op het LCD-scherm worden af en toe updates of aankondigingen over Brother Web Connect-functies weergegeven. Lees de informatie en druk vervolgens op [OK] .
3. Druk op [Afdr van "CreativeCenter"-sjablonen] .
4. Selecteer de gewenste categorie.
5. Selecteer nogmaals de gewenste categorie.
6. Selecteer het gewenste bestand. Voer het aantal kopieën in dat u wilt afdrukken en druk dan op [OK] .
Herhaal deze stap tot u alle bestanden hebt gekozen die u wilt afdrukken.
7. Druk op [OK] wanneer u alle af te drukken bestanden hebt gekozen.
Als op het LCD-scherm van het apparaat informatie over de aanbevolen afdrukinstellingen wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u op [OK] . Als u deze informatie nogmaals wilt weergeven, drukt u op [Ja] .
8. Volg de aanwijzingen op het scherm om deze bewerking te voltooien.
Verwante informatie
•
Documenten downloaden en afdrukken met Brother Web Connect
Gerelateerde onderwerpen:
•
Downloaden en afdrukken met webservices
432
> FaxForward naar Cloud of E-mail
FaxForward naar Cloud of E-mail
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
• Gebruik de functie FaxDoorst. n. Cloud om uw inkomende faxen automatisch naar uw accounts door te sturen met de beschikbare onlineservices.
1
1. Web Service
• Gebruik de functie FaxDoorst. n. e-mail om uw inkomende faxen automatisch als e-mailbijlagen naar een inbox te sturen.
Verwante informatie
•
•
Fax doorzenden naar Cloud of E-mail inschakelen
•
Fax doorzenden naar Cloud of E-mail uitschakelen
433
>
FaxForward naar Cloud of E-mail > Fax
doorzenden naar Cloud of E-mail inschakelen
Fax doorzenden naar Cloud of E-mail inschakelen
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Schakel de functie Fax doorzenden in om binnenkomende faxen automatisch als e-mailbijlagen door te zenden naar een online service of een inbox.
• Als u wegens de functie Beveiligd functieslot (beschikbaar voor bepaalde modellen) beperkt bent in het gebruik van Web Connect, kunt u de binnenkomende faxen niet uploaden.
• Deze functie is alleen beschikbaar voor zwart-witfaxen.
• Als u de functie FaxForward naar Cloud inschakelt, kunt u de volgende functies niet gebruiken:
[Fax Doorzenden]
[Fax Opslaan]
[PC-Fax ontv.]
1. Veeg om de optie [Apps] weer te geven.
2. Druk op [Apps] .
• Als op het LCD-scherm van het apparaat informatie over de internetverbinding wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u op [OK] . Als u deze informatie nogmaals wilt weergeven, drukt u op
[Ja] .
• Op het LCD-scherm worden af en toe updates of aankondigingen over Brother Web Connect-functies weergegeven. Lees de informatie en druk vervolgens op [OK] .
3. Selecteer [FaxForward naar Cloud/E-mail] .
Als informatie over [FaxForward naar Cloud/E-mail] wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u vervolgens op [OK] .
4. Druk op [Aan] .
5. Druk op [Doorsturen naar cloud] of [Doorsturen naar E-mail] .
• Als u [Doorsturen naar cloud] hebt geselecteerd, kiest u de online service waarmee u de faxen wilt ontvangen en geeft u uw accountnaam op.
• Als u [Doorsturen naar E-mail] hebt geselecteerd, geeft u het e-mailadres op waarop u de faxen als e-mailbijlagen wilt ontvangen.
6. Volg de aanwijzingen op het scherm om deze bewerking te voltooien.
Verwante informatie
•
FaxForward naar Cloud of E-mail
434
>
FaxForward naar Cloud of E-mail > Fax
doorzenden naar Cloud of E-mail uitschakelen
Fax doorzenden naar Cloud of E-mail uitschakelen
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Schakel de functie Fax doorzenden uit als u niet langer wilt dat binnenkomende faxen automatisch als emailbijlagen naar een online service of inbox worden doorgezonden.
Als het machinegeheugen nog ontvangen faxen bevat, kunt u de functie FaxForward naar Cloud niet uitschakelen.
1. Veeg om de optie [Apps] weer te geven.
2. Druk op [Apps] .
• Als op het LCD-scherm van het apparaat informatie over de internetverbinding wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u op [OK] . Als u deze informatie nogmaals wilt weergeven, drukt u op
[Ja] .
• Op het LCD-scherm worden af en toe updates of aankondigingen over Brother Web Connect-functies weergegeven. Lees de informatie en druk vervolgens op [OK] .
3. Selecteer [FaxForward naar Cloud/E-mail] .
Als informatie over [FaxForward naar Cloud/E-mail] wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u vervolgens op [OK] .
4. Druk op [Uit] .
5. Druk op [OK] .
Verwante informatie
•
FaxForward naar Cloud of E-mail
435
Home > Mobile/Web Connect > Google Cloud Print
Google Cloud Print
•
•
Voordat u Google Cloud Print gebruikt
•
Afdrukken via Google Chrome ™ of Chrome OS ™
•
Afdrukken via Google Drive ™ voor mobiele apparaten
•
Afdrukken via Gmail ™ -webmailservice voor mobiele apparaten
436
> Overzicht Google Cloud Print
Overzicht Google Cloud Print
Google Cloud Print ™ is een service van Google waarmee u met behulp van een voor een netwerk geschikt apparaat (zoals een mobiele telefoon of een computer) kunt afdrukken naar een printer die is geregistreerd in uw
Google-account, zonder dat u daarvoor de printerdriver op het apparaat zelf hoeft te installeren.
Om af te drukken vanuit Android ™ -apps moet u de app Google Cloud Print ™ vanuit de Google Play ™ Store installeren.
1
2
1. Afdrukverzoek
2. Internet
3. Google Cloud Print ™
4. Afdrukken
Verwante informatie
•
3 4
437
> Voordat u Google Cloud Print gebruikt
Voordat u Google Cloud Print gebruikt
•
Netwerkinstellingen voor Google Cloud Print
•
Het apparaat registreren bij Google Cloud Print met Google Chrome ™
•
Het apparaat registreren bij Google Cloud Print met Beheer via een webbrowser
438
> Voordat u Google Cloud Print gebruikt > Netwerkinstellingen voor Google Cloud Print
Netwerkinstellingen voor Google Cloud Print
Om Google Cloud Print ™ te kunnen gebruiken, moet uw Brother-apparaat zijn aangesloten op een netwerk dat via een bedrade of draadloze verbinding toegang tot het internet heeft. Raadpleeg de Snelle
Installatiehandleiding of verwante onderwerpen in deze handleiding om het apparaat correct aan te sluiten en te configureren.
Verwante informatie
•
Voordat u Google Cloud Print gebruikt
Gerelateerde onderwerpen:
•
Problemen met Google Cloud Print
439
> Voordat u Google Cloud Print gebruikt > Het
apparaat registreren bij Google Cloud Print met Google Chrome ™
Het apparaat registreren bij Google Cloud Print met Google Chrome ™
Controleer of u al een Google-account hebt. Als u nog geen account hebt, maakt u er een door op een computer of mobiel apparaat naar de website van Google te gaan ( https://accounts.google.com/signup ).
Controleer of uw Brother-apparaat inactief is voordat u het registratieproces start.
De stappen in dit gedeelte zijn voorbeelden voor Windows-gebruikers.
De schermen op uw computer kunnen hiervan afwijken, afhankelijk van uw besturingssysteem en omgeving.
1. Open Google Chrome ™ op uw computer.
2. Log in op uw Google-account.
3. Klik op het menupictogram van Google Chrome ™ en vervolgens op Instellingen > Geavanceerde instellingen weergeven...
.
4. Klik op Google Cloud Print > Beheren .
5. Volg de aanwijzingen op het scherm om het apparaat te registreren.
6. Wanneer een bevestigingsbericht op het apparaat verschijnt, drukt u op de knop [OK] .
Als het bevestigingsbericht niet op het LCD-scherm van het apparaat verschijnt, herhaalt u deze stappen.
7. Wanneer het Brother-apparaat succesvol is geregistreerd, wordt deze weergegeven in het veld Mijn apparaten .
Verwante informatie
•
Voordat u Google Cloud Print gebruikt
440
> Voordat u Google Cloud Print gebruikt > Het
apparaat registreren bij Google Cloud Print met Beheer via een webbrowser
Het apparaat registreren bij Google Cloud Print met Beheer via een webbrowser
Controleer of u al een Google-account hebt. Als u nog geen account hebt, maakt u er een door op een computer of mobiel apparaat naar de website van Google te gaan ( https://accounts.google.com/signup ).
Controleer of uw Brother-apparaat inactief is voordat u het registratieproces start.
Controleer voordat u het apparaat registreert of de juiste datum en tijd zijn ingesteld op het apparaat.
1. Controleer of het Brother-apparaat op hetzelfde netwerk is aangesloten als de computer of het mobiele apparaat.
2. Start uw webbrowser.
3. Voer "https://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser in (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van het apparaat).
Bijvoorbeeld: https://192.168.1.2
4. Als u voordien een wachtwoord hebt ingesteld, voert u dit in en klikt u vervolgens op .
5. Klik op het tabblad Netwerk .
6. Klik op het Protocol -menu in de linkernavigatiebalk.
7. Controleer of Google Cloud Print is geselecteerd en klik vervolgens op Geavanceerde instellingen .
8. Controleer of Status is ingesteld op Ingeschakeld . Klik op Registreren .
9. Volg de aanwijzingen op het scherm om het apparaat te registreren.
10. Wanneer een bevestigingsbericht op het apparaat verschijnt, drukt u op OK.
Als het bevestigingsbericht niet op het LCD-scherm van het apparaat verschijnt, herhaalt u deze stappen.
11. Klik op Google .
12. Het aanmeldscherm voor Google Cloud Print ™ wordt weergegeven. Meld u aan bij uw Google-account en volg de aanwijzingen op het scherm om uw apparaat te registreren.
13. Wanneer u het apparaat hebt geregistreerd, keert u terug naar Beheer via een webbrowser en controleert u of Registratiestatus is ingesteld op Geregistreerd .
Als uw apparaat de functie Beveiligd functieslot ondersteunt, kunt u zelfs als afdrukken via pc voor alle gebruikers is uitgeschakeld via Google Cloud Print ™ afdrukken. Om afdrukken via Google Cloud Print ™ voor bepaalde gebruikers uit te sluiten, schakelt u Google Cloud Print ™ via Beheer via een webbrowser uit of opent u de openbare modus van de functie Beveiligd functieslot en schakelt u afdrukken voor openbare gebruikers uit. uu Verwante informatie
Verwante informatie
•
Voordat u Google Cloud Print gebruikt
Gerelateerde onderwerpen:
•
De openbare modus configureren voor Secure Function Lock 3.0
441
> Afdrukken via Google Chrome ™ of Chrome OS ™
Afdrukken via Google Chrome ™ of Chrome OS ™
1. Controleer of uw Brother-apparaat is ingeschakeld.
2. Open de webpagina die u wilt afdrukken.
3. Klik op het menupictogram van Google Chrome ™ .
4. Klik op Print (Afdrukken) .
5. Selecteer uw apparaat in de printerlijst.
6. Wijzig indien nodig uw afdrukinstellingen.
7. Klik op Print (Afdrukken) .
Verwante informatie
•
442
> Afdrukken via Google Drive ™ voor mobiele apparaten
Afdrukken via Google Drive ™ voor mobiele apparaten
1. Controleer of uw Brother-apparaat is ingeschakeld.
2. Ga via de webbrowser op uw Android ™ - of iOS-apparaat naar Google Drive ™ .
3. Open het document dat u wilt afdrukken.
4. Tik op het menupictogram.
5. Tik op Print (Afdrukken) .
6. Selecteer uw apparaat in de printerlijst.
7. Wijzig indien nodig uw afdrukinstellingen.
8. Tik op of Print (Afdrukken) .
Verwante informatie
•
443
> Afdrukken via Gmail ™ -webmailservice voor mobiele apparaten
Afdrukken via Gmail ™ -webmailservice voor mobiele apparaten
1. Controleer of uw Brother-apparaat is ingeschakeld.
2. Ga via de webbrowser op uw Android ™ - of iOS-apparaat naar de Gmail ™ -webmailservice.
3. Open de e-mail die u wilt afdrukken.
4. Tik op het menupictogram.
Als Print (Afdrukken) naast de naam van de bijlage wordt weergegeven, kunt u ook de bijlage afdrukken.
Tik op Print (Afdrukken) en volg de instructies op uw mobiele apparaat.
5. Tik op Print (Afdrukken) .
6. Selecteer uw apparaat in de printerlijst.
7. Wijzig indien nodig uw afdrukinstellingen.
8. Tik op of Print (Afdrukken) .
Verwante informatie
•
444
Home > Mobile/Web Connect > AirPrint
AirPrint
•
•
Voordat u AirPrint gebruikt (macOS)
•
•
•
Een fax verzenden met AirPrint (macOS)
445
Overzicht AirPrint
AirPrint is een afdrukoplossing voor Apple-besturingssystemen waarmee u draadloos foto's, e-mailberichten, webpagina's en documenten kunt afdrukken vanaf een iPad, iPhone, iPod touch of Mac-computer zonder dat u daarvoor een driver hoeft te installeren.
Bovendien kunt u met AirPrint rechtstreeks vanaf een Mac-computer faxen verzenden zonder ze eerst af te drukken en documenten naar uw
Mac-computer scannen. (MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/
MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW)
Ga naar de Apple-website voor meer informatie.
Apparatuur die is voorzien van de Apple-badge, is specifiek ontwikkeld voor gebruik met de technologie die op de badge is aangegeven en door de ontwikkelaar gecertificeerd omdat die voldoet aan de prestatiestandaarden van Apple.
Verwante informatie
•
Gerelateerde onderwerpen:
•
446
AirPrint > Voordat u AirPrint gebruikt (macOS)
Voordat u AirPrint gebruikt (macOS)
Voeg het Brother-apparaat op uw Mac-computer aan de lijst met printers toe voordat u met macOS afdrukt.
1. Selecteer Systeemvoorkeuren...
in het menu Apple.
2. Klik op Printers en scanners .
3. Klik op het pictogram + onder het printerpaneel aan de linkerkant.
Het scherm Toevoegen verschijnt.
4. Selecteer uw Brother-apparaat en selecteer vervolgens AirPrint in het snelmenu Gebruik .
5. Klik op Toevoegen .
Verwante informatie
•
447
AirPrint > Afdrukken met AirPrint
Afdrukken met AirPrint
•
Afdrukken van iPad, iPhone of iPod touch
•
Afdrukken met AirPrint (macOS)
448
> Afdrukken van iPad, iPhone of iPod touch
Afdrukken van iPad, iPhone of iPod touch
De afdrukprocedure kan per toepassing variëren. In onderstaand voorbeeld wordt Safari gebruikt.
1. Controleer of uw Brother-apparaat is ingeschakeld.
2. Open vanuit Safari de pagina die u wilt afdrukken.
3. Tik op of .
4. Tik op Afdrukken .
5. Controleer of uw Brother-apparaat is geselecteerd.
6. Als een andere machine (of geen printer) is geselecteerd, tikt u op Printer .
Een lijst met beschikbare machines verschijnt.
7. Tik op de naam van uw apparaat.
8. Geef de gewenste opties op, zoals het aantal af te drukken pagina's of tweezijdig afdrukken (indien ondersteund door uw apparaat).
9. Tik op Afdrukken .
Verwante informatie
•
449
> Afdrukken met AirPrint (macOS)
Afdrukken met AirPrint (macOS)
De afdrukprocedure kan per toepassing variëren. In onderstaand voorbeeld wordt Safari gebruikt. Controleer of uw Brother-apparaat in de printerlijst op uw Mac-computer wordt vermeld voordat u de afdrukprocedure start.
1. Controleer of uw Brother-apparaat is ingeschakeld.
2. Gebruik Safari op uw Mac-computer om de pagina te openen die u wilt afdrukken.
3. Klik op het Archief -menu en selecteer vervolgens Druk af .
4. Controleer of uw Brother-apparaat is geselecteerd. Als een andere machine (of geen printer) is geselecteerd, klikt u op het snelmenu Printer en selecteert u uw Brother-apparaat.
5. Geef de gewenste opties op, zoals het aantal af te drukken pagina's of tweezijdig afdrukken (indien ondersteund door uw apparaat).
6. Klik op Druk af .
Verwante informatie
•
Gerelateerde onderwerpen:
•
Voordat u AirPrint gebruikt (macOS)
450
AirPrint > Scannen met AirPrint (macOS)
Scannen met AirPrint (macOS)
Controleer of uw Brother-apparaat in de scannerlijst op uw Mac-computer wordt vermeld voordat u de scanprocedure start.
1. Plaats uw document.
2. Selecteer Systeemvoorkeuren...
in het menu Apple.
3. Klik op Printers en scanners .
4. Selecteer uw Brother-apparaat in de scannerlijst.
5. Klik op het tabblad Scan en klik vervolgens op de knop Open scanner… .
Het scannervenster verschijnt.
6. Als u het document in de ADF (automatische documentinvoer) plaatst, vinkt u het selectievakje Gebruik documentlade aan en bepaalt u het formaat van uw document in het snelmenu voor het instellen van de scangrootte.
7. Selecteer de bestemmingsmap of bestemmingstoepassing in het snelmenu voor het instellen van de bestemming.
8. Klik op Toon details om indien nodig de scaninstellingen te wijzigen.
U kunt de afbeelding handmatig bijsnijden door de muisaanwijzer over het gedeelte dat u wilt scannen te slepen wanneer u vanaf de glasplaat scant.
9. Klik op Scan .
Verwante informatie
•
Gerelateerde onderwerpen:
•
Voordat u AirPrint gebruikt (macOS)
451
AirPrint > Een fax verzenden met AirPrint (macOS)
Een fax verzenden met AirPrint (macOS)
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Controleer of uw Brother-apparaat in de printerlijst op uw Mac-computer wordt vermeld. Apple TextEdit wordt in onderstaand voorbeeld gebruikt.
• AirPrint ondersteunt alleen faxdocumenten in zwart-wit.
1. Controleer of uw Brother-apparaat is ingeschakeld.
2. Open op uw Mac-computer het bestand dat u als fax wilt verzenden.
3. Klik op het Archief -menu en selecteer vervolgens Druk af .
4. Klik op het snelmenu Printer en selecteer vervolgens Brother MFC-XXXX - Fax (waarbij XXXX voor de naam van uw model staat).
5. Voer de gegevens van geadresseerde van de fax in.
6. Klik op Fax .
Verwante informatie
•
Gerelateerde onderwerpen:
•
Voordat u AirPrint gebruikt (macOS)
452
Home > Mobile/Web Connect > Mobiel afdrukken voor Windows
Mobiel afdrukken voor Windows
Mobiel afdrukken voor Windows is een functie om draadloos af te drukken vanaf uw mobiele Windows-apparaat.
U kunt verbinding maken met hetzelfde netwerk als waarop de Brother-machine is aangesloten en afdrukken zonder dat u de printerdriver op het apparaat hoeft te installeren. Deze functie wordt door een groot aantal
Windows-apps ondersteund.
2
1 3
1. Mobiel Windows-apparaat (Windows 10 Mobile of recenter)
2. Wi-Fi ® -verbinding
3. Uw Brother-machine
Verwante informatie
•
453
Home > Mobile/Web Connect > Mopria
® Print Service
Mopria ® Print Service
Mopria
®
Print Service is een afdrukfunctie op Android
(Android ™
™
-mobiele apparaten
versie 4.4 of recenter) die is ontwikkeld door de Mopria ® Alliance. Met deze functionaliteit kunt u verbinding maken met hetzelfde netwerk als waarop uw apparaat is aangesloten en afdrukken zonder verdere configuratietaken te hoeven uitvoeren. Veel native Android ™ -apps ondersteunen afdrukken.
2
1 3
1. Android ™ 4.4 of recenter
2. Wi-Fi ® -verbinding
3. Uw Brother-apparaat
U moet de Mopria ® Print Service downloaden via de Google Play ™ Store en op uw Android ™ -apparaat installeren. Voordat u deze service kunt gebruiken, moet u deze inschakelen.
Verwante informatie
•
454
Home > Mobile/Web Connect > Brother iPrint&Scan voor mobiele apparaten
Brother iPrint&Scan voor mobiele apparaten
Met Brother iPrint&Scan kunt u vanaf verschillende mobiele apparaten afdrukken en scannen.
• Voor Android ™ -apparaten
Met Brother iPrint&Scan kunt u zonder tussenkomst van een computer direct vanaf een Android ™ -apparaat de functies op het Brother-apparaat gebruiken.
U kunt Brother iPrint&Scan via de Google Play ™ Store-app downloaden en installeren.
• Voor alle iOS-apparaten waaronder iPhone, iPad en iPod touch
Met Brother iPrint&Scan kunt u functies van uw Brother-apparaat rechtstreeks gebruiken vanaf uw iOSapparaat.
Download en installeer Brother iPrint&Scan via de App Store.
• Voor Windows-apparaten
Met Brother iPrint&Scan kunt u zonder tussenkomst van een computer direct vanaf een Windows-apparaat de functies op het Brother-apparaat gebruiken.
Download en installeer Brother iPrint&Scan via de Microsoft Store.
Meer gedetailleerde informatie, ga naar support.brother.com/ips .
Verwante informatie
•
Gerelateerde onderwerpen:
•
Brother iPrint&Scan voor Windows en Mac
455
Home > Mobile/Web Connect > NFC (Near-Field Communication)
NFC (Near-Field Communication)
Gerelateerde modellen : MFC-L3770CDW
NFC (Near Field Communication) voorziet in eenvoudige transacties, gegevensuitwisseling en draadloze verbindingen tussen twee apparaten die zich dicht bij elkaar bevinden.
Wanneer de NFC-functie door uw Android ™ -apparaat wordt ondersteund, kunt u gegevens (foto's, pdfbestanden, tekstbestanden, webpagina's en e-mailberichten) afdrukken vanaf het apparaat of foto's en documenten scannen naar het apparaat door het apparaat even tegen het NFC-symbool op het apparaat te houden.
U moet Brother iPrint&Scan op uw Android ™ -apparaat downloaden en installeren om deze functie te kunnen gebruiken. Meer gedetailleerde informatie, ga naar support.brother.com/ips .
Verwante informatie
•
456
ControlCenter
Gebruik het hulpprogramma ControlCenter van Brother om veelgebruikte toepassingen snel te openen. Met
ControlCenter hebt u direct toegang tot bepaalde toepassingen.
•
457
> ControlCenter4 (Windows)
ControlCenter4 (Windows)
•
Wijzig de bedieningsmodus in ControlCenter4 (Windows)
•
Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows)
•
Scan met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows)
•
Stel het Brother-apparaat in met ControlCenter4 (Windows)
•
Maak een aangepast tabblad aan met de Geavanceerde modus van ControlCenter4
458
> ControlCenter4 (Windows) > Wijzig de bedieningsmodus in ControlCenter4
(Windows)
Wijzig de bedieningsmodus in ControlCenter4 (Windows)
ControlCenter4 beschikt over twee bedieningsmodi: Startmodus en Geavanceerde modus . U kunt modi op elk gewenst moment wisselen.
Startmodus
Geavanceerde modus
• Startmodus
Met de Home-modus van ControlCenter4 krijgt u eenvoudig toegang tot de belangrijkste functies van uw apparaat.
459
• Geavanceerde modus
De geavanceerde modus van ControlCenter4 biedt u meer controle over de details van de machinefuncties en maakt het u mogelijk om ééndruk-scanacties aan te passen.
Om de bedieningsmodus te wijzigen:
1. Klik op het pictogram ( ControlCenter4 ) in de taakbalk en selecteer vervolgens Open .
2. Klik op de knop Configuratie en selecteer vervolgens Modus selecteren .
3. Het dialoogvenster om de modus te selecteren wordt weergegeven. Selecteer de optie Startmodus of
Geavanceerde modus .
4. Klik op OK .
Verwante informatie
•
460
> ControlCenter4 (Windows) > Scan met de Startmodus van ControlCenter4
(Windows)
Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows)
Gebruik de Home-modus van ControlCenter4 om toegang te krijgen tot de belangrijkste functies van uw apparaat.
•
Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows)
•
Sla gescande gegevens als PDF-bestand op naar een map met de Startmodus van
•
Scan automatisch beide zijden van een document met de Startmodus van
•
Scaninstellingen voor de Home-modus van ControlCenter4 (Windows)
461
> ControlCenter4 (Windows) > Scan met de Geavanceerde modus van
ControlCenter4 (Windows)
Scan met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows)
De geavanceerde modus van ControlCenter4 biedt u meer controle over de details van de machinefuncties en maakt het u mogelijk om ééndruk-scanacties aan te passen.
•
Scan foto's en grafische afbeeldingen met de Geavanceerde modus van ControlCenter4
•
•
Scan automatisch beide zijden van een document met de Geavanceerde modus van
•
Beide zijden van een ID-kaart scannen met de Geavanceerde modus van
•
Scannen naar een e-mailbijlage met de Geavanceerde modus van ControlCenter4
•
Scan naar een bewerkbaar tekstbestand (OCR) met de Geavanceerde modus van
•
Scaninstellingen voor de geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows)
462
> ControlCenter4 (Windows) > Stel het Brother-apparaat in met ControlCenter4
(Windows)
Stel het Brother-apparaat in met ControlCenter4 (Windows)
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Als Beveiligd functieslot is ingeschakeld, kunt u Remote Setup niet gebruiken.
1. Klik op het pictogram ( ControlCenter4 ) in de taakbalk en klik vervolgens op Open .
2. Klik op het tabblad Apparaatinstellingen .
3. Klik op de knop Remote Setup .
4. Configureer de instellingen als nodig.
Exporteren
Klik om de huidige configuratie-instellingen naar een bestand op te slaan.
Klik op Exporteren om uw adresboek of alle instellingen voor uw apparaat op te slaan.
Importeren
Klik om een bestand te importeren en de instellingen te lezen.
Afdrukken
Klik om de geselecteerde items op het apparaat af te drukken. U kunt de gegevens niet afdrukken tot deze naar het apparaat zijn geüpload. Klik op Toepassen om de nieuwe gegevens naar het apparaat te uploaden en klik vervolgens op Afdrukken .
463
OK
Klik om het uploaden van gegevens naar het apparaat te starten en verlaat vervolgens het programma
Remote Setup. Als een foutmelding verschijnt, bevestig dan dat uw gegevens correct zijn en klik vervolgens op OK .
Afbreken
Klik om het programma Remote Setup te verlaten zonder gegevens naar het apparaat te uploaden.
Toepassen
Klik om gegevens naar het apparaat te uploaden zonder het programma Remote Setup te verlaten.
5. Klik op OK .
• Als uw computer door een firewall is beschermd en u Remote Setup niet kunt gebruiken, moet u mogelijk de instellingen van de firewall configureren om communicatie via poortnummer 137 en 161 mogelijk te maken.
• Als u de Windows Firewall gebruikt en de software en drivers van Brother vanaf de installatieschijf hebt geïnstalleerd, zijn de benodigde firewall-instellingen al ingesteld.
Verwante informatie
•
•
464
> ControlCenter4 (Windows) > Maak een aangepast tabblad aan met de
Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows)
Maak een aangepast tabblad aan met de Geavanceerde modus van
ControlCenter4 (Windows)
U kunt tot drie aangepaste tabbladen aanmaken, telkens met maximaal vijf aangepaste knoppen, met uw eigen voorkeursinstellingen.
Selecteer Geavanceerde modus als modusinstelling voor ControlCenter4.
1. Klik op het pictogram ( ControlCenter4 ) in de taakbalk en klik vervolgens op Open .
2. Klik op de knop Configuratie en selecteer vervolgens Aangepast tabblad maken .
Er wordt een aangepast tabblad aangemaakt.
3. Om de naam van het aangepaste tabblad te wijzigen, klikt u met de rechtermuisknop op het aangepaste tabblad en selecteert u vervolgens Naam aangepast tabblad wijzigen .
4. Klik op de knop Configuratie , selecteer Aangepaste knop maken en selecteer vervolgens de knop die u wilt aanmaken.
Het dialoogvenster voor instellingen verschijnt.
5. Tik de naam van de knop in en wijzig vervolgens indien nodig de instellingen. Klik op OK .
De instelopties verschillen afhankelijk van de knop die u selecteert.
465
U kunt het aangemaakte tabblad, de knoppen of instellingen wijzigen of verwijderen. Klik op de knop
Configuratie en volg vervolgens het menu.
Verwante informatie
•
466
Home > Brother iPrint&Scan voor Windows en Mac
Brother iPrint&Scan voor Windows en Mac
•
•
Scannen met Brother iPrint&Scan (Mac)
467
Home > Brother iPrint&Scan voor Windows en Mac > Overzicht Brother iPrint&Scan
Overzicht Brother iPrint&Scan
Gebruik Brother iPrint&Scan voor Windows en Mac om af te drukken vanaf uw computer.
Het volgende scherm is een voorbeeld van Brother iPrint&Scan voor Windows. Het werkelijke scherm kan er anders uitzien, afhankelijk van de versie van de toepassing.
• Voor Windows
Ga naar de pagina Downloads van uw model in het Brother Solutions Center via support.brother.com
om de meest recente versie te downloaden.
• Voor Mac
Download en installeer Brother iPrint&Scan via de App Store.
Verwante informatie
•
Brother iPrint&Scan voor Windows en Mac
Gerelateerde onderwerpen:
•
Brother iPrint&Scan voor mobiele apparaten
468
Problemen oplossen
Gebruik dit hoofdstuk om typische problemen op te lossen die u bij gebruik van uw Brother-apparaat kunt tegenkomen. U kunt de meeste problemen zelf oplossen.
BELANGRIJK
Voor technische ondersteuning neemt u contact op met de klantenservice van Brother of uw plaatselijke
Brother-leverancier.
Wanneer u verbruiksartikelen gebruikt die niet afkomstig zijn van Brother, kan dit invloed hebben op de afdrukkwaliteit, de prestaties van de hardware en de betrouwbaarheid van het apparaat.
Als u extra hulp nodig hebt, gaat u naar het Brother Solutions Center via support.brother.com
.
Controleer eerst het volgende:
• Het netsnoer van het apparaat is correct aangesloten en het apparaat is ingeschakeld. uu
Installatiehandleiding
• Alle beschermingsmateriaal werd verwijderd. uu Installatiehandleiding
• Papier is correct in de papierlade geplaatst.
• De interfacekabels zijn goed aangesloten op het apparaat en de computer, of de draadloze verbinding is zowel op het apparaat als uw computer ingesteld.
• Fout- en onderhoudsberichten
Als u met de controles het probleem niet hebt opgelost, identificeer dan het probleem en uu Verwante informatie
Verwante informatie
•
•
Foutmeldingen bij het gebruik van de functie Brother Web Connect
•
•
•
•
•
•
•
Problemen met Google Cloud Print
•
•
•
De gegevens van het apparaat controleren
•
469
Home > Problemen oplossen > Fout- en onderhoudsberichten
Fout- en onderhoudsberichten
• MFC-L3770CDW
Als een foutmelding op het LCD-scherm verschijnt en uw Android ™ -apparaat de NFC-functie ondersteunt, houdt u het apparaat even tegen het NFC-pictogram op uw Brother-machine om het
Brother Solutions Center te openen en door de laatste FAQ's (veelgestelde vragen) voor uw apparaat te bladeren. (Mogelijk worden hiervoor kosten in rekening gebracht door uw telefoonaanbieder.)
Controleer of de NFC-instellingen op uw Brother-machine en Android ™ -apparaat zijn ingeschakeld.
Zoals bij alle geavanceerde kantoorproducten, kunnen fouten voorvallen en moeten verbruiksartikelen mogelijk worden vervangen. Als dit gebeurt, identificeert uw machine de fout of vereiste routineonderhoud en toont hij het geschikte bericht. De meest voorkomende fout- en onderhoudsberichten vindt u in de tabel.
Volg de instructies in de kolom Actie om de fout op te lossen en het bericht te verwijderen.
De meeste meldingen over fouten en algemene onderhoudswerkzaamheden kunt u zelf afhandelen. Ga voor meer tips naar support.brother.com
en klik op de pagina Veelgestelde vragen en probleemoplossing .
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
Foutmelding
2-zijdig uit
Afdrukgegev. vol
Afdrukken Onm ##
Afkoelen
Cartridgefout
Condensvorming
Oorzaak
De achterklep van het apparaat is niet volledig gesloten.
Wat te doen
Sluit het achterdeksel van het apparaat tot het vergrendeld is.
Het geheugen van het apparaat is vol.
Druk op Stop/Eindigen en verwijder de eerder opgeslagen beveiligde afdrukgegevens.
Het apparaat heeft een mechanisch probleem.
De temperatuur in het apparaat is te hoog. Het apparaat onderbreekt de huidige afdruktaak en schakelt over naar de afkoelingsstand.
• Houd ingedrukt om het apparaat uit te schakelen, wacht enkele minuten en schakel hem weer in.
• Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met de klantenservice van Brother.
Wacht tot het apparaat volledig is afgekoeld. Zorg dat de ventilatieopeningen van het apparaat niet worden geblokkeerd.
Zodra het apparaat is afgekoeld, wordt de afdruktaak hervat.
De tonercartridge is niet juist geïnstalleerd.
Als de kamertemperatuur is gewijzigd, kan zich condensatie vormen in het apparaat.
Verwijder de module met de tonercartridge en drumeenheid voor de kleur aangegeven op het LCDscherm. Verwijder de tonercartridge en plaats deze opnieuw in de drumeenheid. Plaats de module met de tonercartridge en drumeenheid terug in het apparaat.
Als u het probleem niet kunt verhelpen, neemt u contact op met de klantenservice van Brother of met uw lokale Brother-leverancier.
Laat het apparaat aan staan. Wacht
30 minuten en laat het bovendeksel open staan. Schakel vervolgens het
470
Foutmelding
Documentstor.
Drum !
Oorzaak
Het document is niet goed geplaatst of het document dat via de ADF
(automatische documentinvoer) is gescand, was te lang.
De primaire corona op de drumeenheid moet worden schoongemaakt.
Wat te doen apparaat uit en sluit het deksel.
Schakel het apparaat weer in.
Verwijder het vastgelopen papier uit de ADF (automatische documentinvoer).
Verwijder alle vuil of stukjes papier van het papierpad van de ADF
(automatische documentinvoer).
Druk op Stop/Eindigen .
Maak de primaire corona van de drumeenheid schoon.
Drum bijna op
Drum vervangen
Formaatfout
Formaatfout DX
Geen afvaltoner
Geen drumeenheid
De drumeenheid is aan het einde van zijn gebruiksduur.
De drumeenheid moet worden vervangen.
Als dit bericht ook wordt weergegeven nadat u de drumeenheid hebt vervangen door een nieuwe, dan hebt u de drumteller niet gereset.
Het papierformaat dat gedefinieerd is in de printerdriver wordt niet ondersteund door de opgegeven lade.
Het papierformaat dat opgegeven is in de instelling voor het papierformaat van het apparaat is niet beschikbaar voor automatisch tweezijdig afdrukken.
Het papier in de lade heeft niet het juiste formaat en is niet beschikbaar voor automatisch tweezijdig afdrukken.
De toneropvangbak is niet of niet correct geïnstalleerd.
De drumeenheid is niet juist geïnstalleerd.
uu Verwante informatie : De coronadraden reinigen
Als het probleem zich blijft voordoen, vervangt u de drumeenheid door een nieuwe.
Schaf een nieuwe drumeenheid aan voordat het bericht Drum vervangen wordt weergegeven.
Vervang de drumeenheid van de kleur aangegeven op de LCD.
Reset de drumteller.
uu Verwante informatie : De drumeenheid vervangen
Kies een papierformaat dat ondersteund wordt door de opgegeven lade.
Druk op nodig).
Plaats papier met het juiste formaat in de lade en pas het papierformaat voor de lade aan.
Kies een papierformaat dat geschikt is voor tweezijdig afdrukken.
Het beschikbare papierformaat voor automatisch tweezijdig afdrukken is
A4.
Stop/Eindigen (indien
Installeer de toneropvangbak opnieuw.
Verwijder de module met de tonercartridge en drumeenheid voor de kleur aangegeven op het LCDscherm.
471
Foutmelding
Geen lade L1
Geen papier L1
Geen riemeenheid
Geen toner
Geheugen vol
Handinvoer
Handm. vastgel.
Oorzaak
De papierlade is niet of niet juist geïnstalleerd.
Het apparaat heeft geen papier meer of het papier is niet correct in de papierlade geplaatst.
Wat te doen
Plaats de papierlade die aangegeven wordt op het LCD-scherm terug in het apparaat.
• Plaats papier in de lege papierlade. Zorg ervoor dat de papiergeleiders op het correcte formaat ingesteld zijn.
• Als er papier aanwezig is in de lade, verwijdert u het en plaatst u het vervolgens terug. Zorg ervoor dat de papiergeleiders op het correcte formaat ingesteld zijn.
• Plaats nooit te veel papier in de papierlade.
De riemeenheid is niet of niet correct geïnstalleerd.
De tonercartridge of de module met de tonercartridge en drumeenheid is niet correct geïnstalleerd.
Het geheugen van het apparaat is vol.
Installeer de riemeenheid opnieuw.
Verwijder de module met de tonercartridge en drumeenheid.
Verwijder de tonercartridge uit de drumeenheid en plaats de tonercartridge terug in de drumeenheid. Plaats de module met de tonercartridge en drumeenheid terug in het apparaat. Als het probleem zich blijft voordoen, vervangt u de tonercartridge.
Als een kopieertaak bezig is, ga dan op een van de volgende manieren te werk:
• Druk op Mono Start of Kleur
Start om de gescande pagina's te kopiëren.
• Druk op Stop/Eindigen en wacht tot andere taken zijn voltooid en probeer het vervolgens opnieuw.
Als een scantaak bezig is, ga dan op een van de volgende manieren te werk:
• Verdeel het document in meerdere delen.
• Verlaag de resolutie.
• Verklein de bestandsgrootte.
• Selecteer PDF met hoge compressie als bestandstype.
Als er een afdruktaak bezig is, drukt u op Stop/Eindigen en verlaagt u vervolgens de afdrukresolutie.
Plaats papier in de sleuf voor handmatige invoer.
Handmatig was geselecteerd als papierbron in de printerdriver, maar er is geen papier aanwezig in de sleuf voor handmatige invoer.
Het papier is vastgelopen in de sleuf voor handmatige invoer van het apparaat.
Verwijder voorzichtig al het vastgelopen papier in en rond de sleuf voor handmatige invoer. Plaats het papier terug in de sleuf voor handmatige invoer en druk op Mono
Start of Kleur Start .
472
Foutmelding
Kalibreren
Klep is open.
Kort papier
Limiet overschr.
Ongeldig formaat
Registratie
Riem bijna op
Riem vervangen
Oorzaak
Kalibratie mislukt.
Wat te doen
Het bovendeksel is niet volledig gesloten.
De fuserklep is niet volledig gesloten of er is papier vastgelopen in de achterzijde van het apparaat toen u deze inschakelde.
Het ADF-deksel is niet volledig gesloten.
De lengte van het papier in de lade is te kort voor het apparaat om het uit te werpen op de documentuitvoer met bedrukte zijde naar beneden.
De afdrukbeperking die in Secure
Function Lock 3.0 werd ingesteld, is bereikt.
Het papier in de lade heeft niet het juiste formaat.
• Houd ingedrukt om het apparaat uit te zetten. Wacht een paar seconden en schakel het apparaat dan weer in. Voer de kalibratie van de kleur opnieuw uit via de LCD.
• Installeer een nieuwe riemeenheid.
• Als u het probleem niet kunt verhelpen, neemt u contact op met de klantenservice van Brother of met uw lokale Brother-leverancier.
Open en sluit het bovendeksel van het apparaat goed.
Sluit de fuserklep die zich binnenin de achterklep van het apparaat bevindt.
Zorg ervoor dat er geen papier vastzit in de achterkant van het apparaat en sluit het fuserdeksel.
Sluit het ADF-deksel.
Als de foutmelding niet verdwijnt, drukt u op Stop/Eindigen .
Open het achterdeksel (lade voor documentuitvoer met bedrukte zijde naar boven) zodat de bedrukte pagina naar de lade voor documentuitvoer met bedrukte zijde naar boven kan. Verwijder de afgedrukte pagina's en druk daarna op Mono Start of Kleur Start .
Vraag aan de beheerder om de instellingen voor Beveiligd functieslot te controleren.
Plaats papier met het juiste formaat in de lade en pas het papierformaat aan de lade aan.
Registratie mislukt.
De riemeenheid is aan het einde van zijn gebruiksduur.
De riemeenheid moet worden vervangen.
• Houd ingedrukt om het apparaat uit te zetten. Wacht een paar seconden en schakel het apparaat dan weer in. Voer de registratie van de kleuren opnieuw uit via de LCD.
• Installeer een nieuwe riemeenheid.
• Als u het probleem niet kunt verhelpen, neemt u contact op met de klantenservice van Brother of met uw lokale Brother-leverancier.
Bestel een nieuwe riemeenheid voor
Riem vervangen wordt weergegeven op het LCD-scherm.
Vervang de riemeenheid door een nieuwe.
uu Verwante informatie : De riemeenheid vervangen
473
Foutmelding
Scannen onmogelijk ##
Stop drumeenheid
Strijdige media
Tnrbak bijna vol
ToegangGeweigerd
Toner vervangen
Tonerafvalbak vervangen
Tonerfout
Vast 2-zijdig
Vast achter
Vast in lade1
Vast intern
Vervang toner
Oorzaak
Het apparaat heeft een mechanisch probleem.
De drumeenheid moet worden vervangen.
Wat te doen
Het mediatype dat opgegeven is in de printerdriver is niet gelijk aan het papiertype dat opgegeven is in het machinemenu.
De toneropvangbak is bijna vol.
Plaats het correcte papier in de lade en selecteer vervolgens het correcte mediatype bij de instelling Papiertype op het apparaat.
Bestel een toneropvangbak voor
Tonerafvalbak vervangen wordt weergegeven op het LCD-scherm.
Vraag aan de beheerder om de instellingen voor Beveiligd functieslot te controleren.
De functie die u wilt gebruiken is beperkt door Secure Function Lock
3.0.
De tonercartridge is aan het einde van zijn gebruiksduur. Het apparaat stopt alle afdruktaken.
Het papier is vastgelopen onder de papierlade of in de fuseereenheid.
Vervang de tonercartridge van de kleur aangegeven op de LCD.
uu Verwante informatie : De tonercartridge vervangen
De tonerbak moet worden vervangen. Vervang de toneropvangbak door een nieuwe.
uu Verwante informatie : De toneropvangbak vervangen
Een of meerdere tonercartridges zijn niet of niet correct geïnstalleerd.
Trek de drumeenheden naar buiten.
Verwijder alle tonercartridges en plaats ze daarna terug in de drumeenheden.
Verwijder de papierlade of open het achterdeksel om al het vastgelopen papier voorzichtig te verwijderen.
Het papier is vastgelopen aan de achterkant van het apparaat.
Het papier is vastgelopen in de aangegeven papierlade.
Het papier is vastgelopen in het apparaat.
Als dit bericht weergegeven wordt op het LCD-scherm, kunt u nog steeds
• Houd ingedrukt om het apparaat uit te schakelen en schakel deze vervolgens opnieuw in.
• Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met de klantenservice van Brother.
Vervang de drumeenheid.
uu Verwante informatie : De drumeenheid vervangen .
Open het fuserdeksel en verwijder voorzichtig het vastgelopen papier.
Sluit het fuserdeksel. Als de foutmelding niet verdwijnt, drukt u op
Mono Start of Kleur Start .
Trek de papierlade volledig naar buiten en verwijder voorzichtig al het vastgelopen papier. Druk de papierlade stevig terug in het apparaat.
Open het bovendeksel, verwijder de module met de tonercartridge en drumeenheid en trek het vastgelopen papier eruit. Plaats de modules met de drumeenheid en tonercartridge terug in het apparaat. Sluit het bovendeksel.
Bestel een nieuwe tonercartridge voor
Toner vervangen wordt weergegeven op het LCD-scherm.
474
Foutmelding
Zelfdiagnose
Oorzaak afdrukken. De tonercartridge is bijna aan het einde van zijn gebruiksduur.
De temperatuur van de fusereenheid bereikt een bepaalde temperatuur niet binnen een bepaalde tijd.
De fusereenheid is te heet.
Wat te doen
• Houd ingedrukt om het apparaat uit te schakelen, wacht enkele seconden en schakel hem weer in. Laat het apparaat gedurende 15 minuten inactief maar ingeschakeld.
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Foutmelding Oorzaak
2-zijdig uitgeschakeld De achterklep van het apparaat is niet volledig gesloten.
ToegangGeweigerd
Kalibratie
De functie die u wilt gebruiken is beperkt door Secure Function
Lock 3.0.
Kalibratie mislukt.
Wat te doen
Sluit het achterdeksel van het apparaat tot het vergrendeld is.
Vraag aan de beheerder om de instellingen voor
Beveiligd functieslot te controleren.
Cartridgefout
Communicatiefout
De tonercartridge is niet juist geïnstalleerd.
Een slechte telefoonverbinding heeft een communicatiefout veroorzaakt.
• Houd ingedrukt om het apparaat uit te zetten. Wacht een paar seconden en schakel het apparaat dan weer in. Voer de kalibratie van de kleur opnieuw uit via de LCD.
• Installeer een nieuwe riemeenheid.
• Als u het probleem niet kunt verhelpen, neemt u contact op met de klantenservice van
Brother of met uw lokale Brother-leverancier.
Verwijder de module met de tonercartridge en drumeenheid voor de kleur aangegeven op het
LCD-scherm. Verwijder de tonercartridge en plaats deze opnieuw in de drumeenheid. Plaats de module met de tonercartridge en drumeenheid terug in het apparaat.
Als u het probleem niet kunt verhelpen, neemt u contact op met de klantenservice van Brother of met uw lokale Brother-leverancier.
Verzend de fax opnieuw of sluit het apparaat op een andere telefoonlijn aan. Als het probleem nog niet is verholpen, neemt u contact op met het telefoonbedrijf en vraagt u of ze uw telefoonlijn willen controleren.
Condensvorming
Afkoelen
Klep is open
Klep is open.
Als de kamertemperatuur is gewijzigd, kan zich condensatie vormen in het apparaat.
De temperatuur in het apparaat is te hoog. Het apparaat onderbreekt de huidige afdruktaak en schakelt over naar de afkoelingsstand.
Het bovendeksel is niet volledig gesloten.
De fuserklep is niet volledig gesloten of er is papier vastgelopen in de achterzijde van het apparaat toen u deze inschakelde.
Laat het apparaat aan staan. Wacht 30 minuten en laat het bovendeksel open staan. Schakel vervolgens het apparaat uit en sluit het deksel.
Schakel het apparaat weer in.
Wacht tot het apparaat volledig is afgekoeld. Zorg dat de ventilatieopeningen van het apparaat niet worden geblokkeerd.
Zodra het apparaat is afgekoeld, wordt de afdruktaak hervat.
Open en sluit het bovendeksel van het apparaat goed.
Sluit de fuserklep die zich binnenin het achterdeksel van het apparaat bevindt.
Zorg ervoor dat er geen papier vastzit in de achterkant van het apparaat en sluit het fuserdeksel.
475
Foutmelding
Klep is open.
Afgebroken
Documentstor.
Benodigheden
Drum bijna op
Drumeenheid !
Oorzaak
Het ADF-deksel is niet volledig gesloten.
De andere partij of het faxapparaat van de andere partij heeft de oproep afgebroken.
Het document is niet goed geplaatst of ingevoerd, of het document dat via de ADF is gescand, is te lang.
De drumeenheid is aan het einde van zijn gebruiksduur.
De coronadraden van de drumeenheid moeten worden schoongemaakt.
Wat te doen
Sluit het ADF-deksel.
Als de foutmelding niet verdwijnt, drukt u op .
Probeer de fax opnieuw te verzenden of te ontvangen.
Als oproepen geregeld worden onderbroken en u een VoIP-systeem (Voice over IP) gebruikt, kunt u proberen de compatibiliteit te wijzigen naar Basis
(voor VoIP).
Verwijder het vastgelopen papier uit de ADF
(automatische documentinvoer).
Verwijder alle vuil of stukjes papier van het papierpad van de ADF.
Druk op .
Bestel een nieuwe drumeenheid voor Drum vervangen weergegeven wordt op het LCDscherm.
Maak de coronadraden van de drumeenheid schoon.
Stop drumeenheid
2-zijd. vastgel.
Vast intern
Handm. vastgel.
Vast B MF-lade
Vast achter
De drumeenheid moet worden vervangen.
Het papier is vastgelopen onder de papierlade of in de fuseereenheid.
Het papier is vastgelopen in het apparaat.
Het papier is vastgelopen in de sleuf voor handmatige invoer van het apparaat.
Het papier is vastgelopen in de multifunctionele lade.
Het papier is vastgelopen aan de achterkant van het apparaat.
uu Verwante informatie : De coronadraden reinigen
Als het probleem zich blijft voordoen, vervangt u de drumeenheid door een nieuwe.
Vervang de drumeenheid.
uu Verwante informatie : De drumeenheid vervangen .
Verwijder de papierlade of open het achterdeksel om al het vastgelopen papier voorzichtig te verwijderen.
Open het bovendeksel, verwijder de module met de tonercartridge en drumeenheid en trek het vastgelopen papier eruit. Plaats de modules met de drumeenheid en tonercartridge terug in het apparaat. Sluit het bovendeksel.
Verwijder voorzichtig al het vastgelopen papier in en rond de sleuf voor handmatige invoer. Plaats het papier terug in de sleuf voor handmatige invoer en druk op Start .
Verwijder voorzichtig al het vastgelopen papier in en rond de multifunctionele lade. Druk op
Opnieuw .
Open het fuserdeksel en verwijder voorzichtig het vastgelopen papier. Sluit het fuserdeksel. Als de foutmelding niet verdwijnt, drukt u op Opnieuw .
476
Foutmelding
Vast in lade1
Limiet overschreden
Handinvoer
Strijdig mediatype
Geen riemeenheid
Hub niet ondersteund
Geen drumeenheid
Geen papier
Geen papier MF
Geen papier L1
Geen toner
Oorzaak
Het papier is vastgelopen in de aangegeven papierlade.
Wat te doen
Trek de papierlade uit het apparaat en verwijder al het vastgelopen papier zoals aangegeven in de animatie op het LCD-scherm.
Vraag aan de beheerder om de instellingen voor
Beveiligd functieslot te controleren.
De afdrukbeperking die in
Secure Function Lock 3.0 werd ingesteld, is bereikt.
Handmatig was geselecteerd als papierbron in de printerdriver, maar er is geen papier aanwezig in de sleuf voor handmatige invoer.
Het mediatype dat opgegeven is in de printerdriver is niet gelijk aan het papiertype dat opgegeven is in het machinemenu.
De riemeenheid is niet of niet correct geïnstalleerd.
Plaats papier in de sleuf voor handmatige invoer.
Plaats het correcte papier in de lade en selecteer vervolgens het correcte mediatype bij de instelling
Papiertype op het apparaat.
Installeer de riemeenheid opnieuw.
Een USB-hub is aangesloten op de USB direct-interface.
Koppel de USB-hub los van de USB directinterface.
De drumeenheid is niet juist geïnstalleerd.
Verwijder de module met de tonercartridge en drumeenheid voor de kleur aangegeven op het
LCD-scherm.
Het apparaat heeft geen papier meer of het papier is niet correct in de papierlade geplaatst.
De multifunctionele lade heeft geen papier meer of het papier is niet correct in de multifunctionele lade geplaatst.
De papierlade heeft geen papier meer of het papier is niet correct in de papierlade geplaatst.
• Plaats papier in de lege papierlade. Zorg ervoor dat de papiergeleiders op het correcte formaat ingesteld zijn.
• Als er papier aanwezig is in de lade, verwijdert u het en plaatst u het vervolgens terug. Zorg ervoor dat de papiergeleiders op het correcte formaat ingesteld zijn.
• Plaats nooit te veel papier in de papierlade.
Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Plaats papier in de lege multifunctionele lade.
Zorg ervoor dat de papiergeleiders op het correcte formaat ingesteld zijn.
• Als er papier aanwezig is in de lade, verwijdert u het en plaatst u het vervolgens terug. Zorg ervoor dat de papiergeleiders op het correcte formaat ingesteld zijn.
Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Plaats papier in de lege papierlade die aangegeven wordt op het LCD-scherm. Zorg ervoor dat de papiergeleiders op het correcte formaat ingesteld zijn.
• Als er papier aanwezig is in de lade, verwijdert u het en plaatst u het vervolgens terug. Zorg ervoor dat de papiergeleiders op het correcte formaat ingesteld zijn.
• Plaats nooit te veel papier in de papierlade.
De tonercartridge of de module met de tonercartridge en drumeenheid is niet correct geïnstalleerd.
Verwijder de module met de tonercartridge en drumeenheid. Verwijder de tonercartridge uit de drumeenheid en plaats de tonercartridge terug in de drumeenheid. Plaats de module met de tonercartridge en drumeenheid terug in het apparaat. Als het probleem zich blijft voordoen, vervangt u de tonercartridge.
477
Foutmelding
Geen lade L1
Geen afvaltoner
Onvoldoende faxgeh.
Geheugen vol
Afdrukgegevens vol
Afdrukken Onm
Registratie
##
Oorzaak
De papierlade is niet of niet juist geïnstalleerd.
De toneropvangbak is niet of niet correct geïnstalleerd.
Het faxgeheugen van het apparaat is vol.
Het geheugen van het apparaat is vol.
Wat te doen
Plaats de papierlade die aangegeven wordt op het LCD-scherm terug in het apparaat.
Installeer de toneropvangbak opnieuw.
Als u de functie Faxvoorbeeld gebruikt, verwijdert u ongewenste ontvangen faxgegevens.
Als u de functie Ontvangst uit het geheugen gebruikt maar de functie Faxvoorbeeld niet, drukt u de ontvangen faxgegevens af.
uu Verwante informatie : Een fax in het geheugen van het apparaat afdrukken
Als er een fax wordt verzonden of een kopieertaak bezig is, ga dan op een van de volgende manieren te werk:
• Druk op Nu verzenden om de dusver gescande pagina's te verzenden.
• Druk op Deelafdruk om de dusver gekopieerde pagina's te verzenden.
• Druk op Stoppen of , wacht tot de andere bewerkingen zijn voltooid en probeer het vervolgens opnieuw.
Als een scantaak bezig is, ga dan op een van de volgende manieren te werk:
• Verdeel het document in meerdere delen.
• Verlaag de resolutie.
• Verklein de bestandsgrootte.
• Selecteer PDF met hoge compressie als bestandstype.
• Wis faxen uit het geheugen.
Als er een afdruktaak bezig is, drukt u op en verlaagt u de afdrukresolutie.
Het geheugen van het apparaat is vol.
Druk op en verwijder de eerder opgeslagen beveiligde afdrukgegevens.
Het apparaat heeft een mechanisch probleem.
• Houd ingedrukt om het apparaat uit te schakelen, wacht enkele minuten en schakel hem weer in.
• Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met de klantenservice van Brother.
Registratie mislukt.
• Houd ingedrukt om het apparaat uit te zetten. Wacht een paar seconden en schakel het apparaat dan weer in. Voer de registratie van de kleuren opnieuw uit via de LCD.
• Installeer een nieuwe riemeenheid.
• Als u het probleem niet kunt verhelpen, neemt u contact op met de klantenservice van
Brother of met uw lokale Brother-leverancier.
478
Foutmelding
Benodigheden
Drum vervangen
Toner vervangen
Vervang WT-doos
Scannen onmogelijk
Scannen onmogelijk
Zelfdiagnose
Kort papier
##
Oorzaak
De drumeenheid moet worden vervangen.
Als dit bericht ook wordt weergegeven nadat u de drumeenheid hebt vervangen door een nieuwe, dan hebt u de drumteller niet gereset.
Het document is te lang voor tweezijdig scannen.
Wat te doen
Vervang de drumeenheid van de kleur aangegeven op de LCD.
Reset de drumteller.
uu Verwante informatie : De drumeenheid vervangen
De tonercartridge is aan het einde van zijn gebruiksduur. Het apparaat stopt alle afdruktaken.
Zolang het geheugen beschikbaar is, worden faxen in het geheugen bewaard.
Vervang de tonercartridge van de kleur aangegeven op de LCD.
uu Verwante informatie : De tonercartridge vervangen
De tonerbak moet worden vervangen.
Vervang de toneropvangbak door een nieuwe.
uu Verwante informatie : De toneropvangbak vervangen
Druk op . Gebruik voor tweezijdig scannen papier met A4-formaat. Ander papier mag maximaal het volgende formaat hebben:
Lengte: 147,3 tot 355,6 mm
Breedte: 105 mm tot 215,9 mm
Het apparaat heeft een mechanisch probleem.
• Houd ingedrukt om het apparaat uit te schakelen en schakel deze vervolgens opnieuw in.
• Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met de klantenservice van Brother.
De temperatuur van de fusereenheid bereikt een bepaalde temperatuur niet binnen een bepaalde tijd.
De fusereenheid is te heet.
De lengte van het papier in de lade is te kort voor het apparaat om het uit te werpen op de documentuitvoer met bedrukte zijde naar beneden.
Houd ingedrukt om het apparaat uit te schakelen, wacht enkele seconden en schakel hem weer in. Laat het apparaat gedurende 15 minuten inactief maar ingeschakeld.
Open het achterdeksel (lade voor documentuitvoer met bedrukte zijde naar boven) zodat de bedrukte pagina naar de lade voor documentuitvoer met bedrukte zijde naar boven kan. Verwijder de afgedrukte pagina's en druk daarna op Opnieuw .
Kies een papierformaat dat ondersteund wordt door de opgegeven lade.
Formaatfout Het papierformaat dat gedefinieerd is in de printerdriver wordt niet ondersteund door de opgegeven lade.
Formaatfout tweezijdig Het papierformaat dat opgegeven is in de instelling voor het papierformaat van het apparaat is niet beschikbaar voor automatisch tweezijdig afdrukken.
Ongeldig formaat
Het papier in de lade heeft niet het juiste formaat en is niet beschikbaar voor automatisch tweezijdig afdrukken.
Het papier in de lade heeft niet het juiste formaat.
Druk op (indien nodig).
Plaats papier met het juiste formaat in de lade en pas het papierformaat voor de lade aan.
Kies een papierformaat dat geschikt is voor tweezijdig afdrukken.
Het beschikbare papierformaat voor automatisch tweezijdig afdrukken is A4.
Plaats papier met het juiste formaat in de lade en pas het papierformaat aan de lade aan.
479
Foutmelding
Benodigheden
Riem bijna op
Benodigheden
Riemeenheid vervangen
Oorzaak
De riemeenheid is aan het einde van zijn gebruiksduur.
De riemeenheid moet worden vervangen.
Wat te doen
Bestel een nieuwe riemeenheid voor
Riemeenheid vervangen wordt weergegeven op het LCD-scherm.
Vervang de riemeenheid door een nieuwe.
uu Verwante informatie : De riemeenheid vervangen
Benodigheden
Weinig toner: X
(X geeft de kleur van de tonercartridge of drumeenheid aan die bijna aan het einde van zijn gebruiksduur is. BK=zwart,
C=cyaan, M=magenta, Y=geel.)
Benodigheden
Tnrbak bijna vol
Als dit bericht weergegeven wordt op het LCD-scherm, kunt u nog steeds afdrukken. De tonercartridge is bijna aan het einde van zijn gebruiksduur.
Bestel een nieuwe tonercartridge voor vervangen scherm.
Toner
wordt weergegeven op het LCD-
De toneropvangbak is bijna vol. Bestel een toneropvangbak voor Vervang WTdoos wordt weergegeven op het LCD-scherm.
Tonerfout
Initial. aanraakscherm mislukt
Trek de drumeenheden naar buiten. Verwijder alle tonercartridges en plaats ze daarna terug in de drumeenheden.
Zorg ervoor dat er niets het touchscreen aanraakt.
Onbruikb. app.
Onbruikb. app.
Verwijder apparaat. Zet uit en weer aan.
Een of meerdere tonercartridges zijn niet of niet correct geïnstalleerd.
Het touchscreen werd aangeraakt voordat het inschakelen was voltooid.
Tussen het onderste deel van het touchscreen en het frame kan zich vuil hebben opgehoopt.
Een USB-apparaat of USBflashstation dat versleuteld is of niet wordt ondersteund, werd op de USB direct-interface aangesloten.
Een defect USB-apparaat of een USB-apparaat dat veel energie verbruikt, werd op de
USB direct-interface aangesloten.
Steek een stuk stevig papier tussen het onderste deel van het touchscreen en het frame en schuif het stuk papier heen en weer om het vuil te verwijderen.
Ontkoppel het apparaat van de USB Direct
Interface.
•
•
Ontkoppel het apparaat van de USB Direct
Interface.
Houd ingedrukt om het apparaat uit te schakelen en schakel deze vervolgens opnieuw in.
Plaats papier in de lege papierlade.
Onjuist papierformaat
MF
Onjuist papierformaat
L1
Het papier in de opgegeven lade is leeggeraakt tijdens het kopiëren en het apparaat kon geen papier met hetzelfde formaat aanvoeren via de volgende prioriteitslade.
Verwante informatie
•
•
Uw faxen of faxjournaalrapport overbrengen
Gerelateerde onderwerpen:
•
Plaatsen en afdrukken met behulp van de papierlade
•
Plaatsen en afdrukken met behulp van de multifunctionele lade (Multif. lade)
•
•
•
•
480
•
•
•
Een fax in het geheugen van het apparaat afdrukken
•
481
Fout- en onderhoudsberichten > Uw faxen of faxjournaalrapport
overbrengen
Uw faxen of faxjournaalrapport overbrengen
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Als de LCD het volgende weergeeft:
• [Afdrukken Onm] ##
• [Scannen onmogelijk] ##
We bevelen dat u uw faxen naar een andere faxmachine of naar uw computer overbrengt.
U kunt het faxjournaalrapport ook overbrengen om te zien of er faxen zijn die u moet overbrengen.
Als er een foutmelding op de LCD wordt weergegeven nadat de faxen werden overgebracht, koppelt u het
Brother-apparaat enkele minuten los van de stroombron en sluit u deze vervolgens opnieuw aan.
Verwante informatie
•
•
Faxen overbrengen naar een andere faxmachine
•
Faxen overbrengen naar uw computer
•
Het faxjournaalrapport overbrengen naar een andere faxmachine
482
Fout- en onderhoudsberichten >
Uw faxen of faxjournaalrapport overbrengen
> Faxen overbrengen naar een andere faxmachine
Faxen overbrengen naar een andere faxmachine
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
U kunt de faxoverdrachtmodus alleen activeren als uw stations-ID is ingesteld.
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Service] > [Dataoverdracht] > [Fax overdracht] .
2. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als op de LCD [Geen dataopslag] wordt weergegeven, zijn er geen faxen meer in het geheugen van het apparaat. Druk op [Sluiten] .
• Voer het faxnummer in waarnaar de faxen moeten worden doorgestuurd.
3. Druk op [Fax start] .
Verwante informatie
•
Uw faxen of faxjournaalrapport overbrengen
Gerelateerde onderwerpen:
•
483
Fout- en onderhoudsberichten >
Uw faxen of faxjournaalrapport overbrengen
> Faxen overbrengen naar uw computer
Faxen overbrengen naar uw computer
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Controleer of de software en drivers op uw computer zijn geïnstalleerd en schakel vervolgens PC-FAX
Ontvangen op uw computer in.
Ga op een van de volgende manieren te werk:
• (Windows 7)
In het ( start )-menu selecteert u Alle programma's > Brother > Brother Utilities .
Klik op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet gedaan). Klik in de linkernavigatiebalk op PC-FAX en klik vervolgens op Ontvangen .
• (Windows 8 en Windows 10)
Klik op ( Brother Utilities ), klik vervolgens op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam
(indien nog niet geselecteerd). Klik in de linkernavigatiebalk op PC-FAX en klik vervolgens op
Ontvangen .
2. Zorg ervoor dat u [PC-Fax ontv.] op het apparaat hebt ingesteld.
Als er zich faxen in het geheugen van het apparaat bevinden wanneer u PC-Fax Ontvangen installeert, geeft de LCD [Fax
⇒
PC zenden?] weer.
3. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Om alle faxen naar uw computer over te brengen, drukt u op [Ja] .
• Om af te sluiten en de faxen in het geheugen te bewaren, drukt u op [Nee] .
4. Druk op .
Verwante informatie
•
Uw faxen of faxjournaalrapport overbrengen
484
Fout- en onderhoudsberichten >
Uw faxen of faxjournaalrapport overbrengen
> Het faxjournaalrapport overbrengen naar een andere faxmachine
Het faxjournaalrapport overbrengen naar een andere faxmachine
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Als u uw stations-ID niet hebt ingesteld, kunt u niet naar faxoverbrengmodus schakelen.
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Service] > [Dataoverdracht] >
[Rapporttransfer] .
2. Voer het faxnummer in waarnaar het faxjournaal moet worden doorgestuurd.
3. Druk op [Fax start] .
Verwante informatie
•
Uw faxen of faxjournaalrapport overbrengen
Gerelateerde onderwerpen:
•
485
Home > Problemen oplossen > Foutmeldingen bij het gebruik van de functie Brother Web Connect
Foutmeldingen bij het gebruik van de functie Brother Web Connect
Uw Brother-apparaat geeft een foutmelding weer als er zich een fout voordoet. De meest voorkomende foutmeldingen vindt u in de tabel.
U kunt de meeste fouten zelf oplossen. Wanneer u deze tabel hebt gelezen en toch assistentie nodig hebt, gaat u naar het Brother Solutions Center en raadpleegt u de tips voor het oplossen van problemen.
Ga naar het Brother Solutions Center op support.brother.com
.
Verbindingsfout
Foutmeldingen
Verbindingsfout 02
Netwerkverbinding mislukt.
Controleer de netwerkverbinding.
Verbindingsfout 03
Verbinding met server mislukt. Controleer netwerkinst.
Verbindingsfout 07
Verbinding met server mislukt. Foute datum/tijd.
Oorzaak
Het apparaat is niet met een netwerk verbonden.
•
•
De netwerk- of serverinstellingen zijn incorrect.
Er is een probleem met het netwerk of de server.
De instellingen voor datum en tijd zijn incorrect.
Handelwijze
• Controleer of de netwerkverbinding in orde is.
• Als de knop Web kort na het inschakelen van het apparaat is ingedrukt, is er mogelijk nog geen netwerkverbinding tot stand gebracht. Wacht even en probeer het opnieuw.
• Controleer of de netwerkinstellingen juist zijn of wacht even en probeer het later nogmaals.
• Als de knop Web kort na het inschakelen van het apparaat is ingedrukt, is er mogelijk nog geen netwerkverbinding tot stand gebracht. Wacht even en probeer het opnieuw.
Geef de juiste instellingen voor datum en tijd op. Houd er rekening mee dat de fabrieksinstellingen van datum en tijd mogelijk zijn hersteld als het netsnoer van het apparaat is ontkoppeld.
Verificatiefout
Foutmeldingen
Verificatiefout 01
Onjuiste pincode. Voer de juiste pincode in.
Verificatiefout 02
Id onjuist of verlopen, of deze tijdelijke id is al in gebruik. Voer de juiste id in of vraag een nieuwe tijdelijke id aan.
Tijdelijke id blijft 24 uur geldig.
Verificatiefout 03
Schermnaam is al geregistreerd. Gebruik een andere schermnaam.
Oorzaak
De door u ingevoerde pincode om toegang te krijgen tot de account, is onjuist. De pincode is het viercijferige nummer dat u hebt ingevoerd toen u de account voor het apparaat registreerde.
U hebt een onjuiste tijdelijke id ingevoerd.
De tijdelijke ID die u hebt ingevoerd, is verlopen. Een tijdelijke ID blijft 24 uur geldig.
Handelwijze
Voer de juiste pincode in.
Voer de juiste tijdelijke id in.
Vraag opnieuw toegang aan voor
Brother Web Connect en gebruik de nieuwe tijdelijke id die u vervolgens ontvangt om de account voor het apparaat te registreren.
De naam die u als schermnaam hebt ingevoerd, is al geregistreerd door een andere gebruiker van de service.
Geef een andere schermnaam op.
486
Serverfout
Foutmeldingen
Serverfout 01
Verificatie mislukt. Ga als volgt te werk: 1. Ga naar http://bwc.brother.com om een nieuwe tijdelijke ID aan te vragen. 2. Druk op 'OK' en voer in het volgende scherm uw tijdelijke ID in.
Serverfout 03
Uploaden mislukt. Nietondersteund bestand of beschadigde gegevens.
Controleer gegevens.
Serverfout 13
Dienst tijdelijk niet beschikbaar. Probeer het later opnieuw.
Oorzaak
De verificatiegegevens van het apparaat (die nodig zijn om de service op te roepen) zijn verlopen of ongeldig.
Het bestand dat u wilt uploaden, kan een van de volgende problemen hebben:
• Het bestand overschrijdt een van de limieten van de service, bijvoorbeeld voor het aantal pixels of de bestandsgrootte.
• Het bestandstype wordt niet ondersteund.
• Het bestand is beschadigd.
Er is een probleem waardoor de service momenteel niet kan worden gebruikt.
Handelwijze
Vraag opnieuw toegang aan voor
Brother Web Connect om een nieuw tijdelijk id aan te vragen, en gebruik het nieuwe id om de account te registreren bij het apparaat.
Het bestand kan niet worden gebruikt:
• Controleer de beperkingen voor formaat of indeling van de service.
• Sla het bestand op als een ander type bestand.
• Zorg, indien mogelijk, voor een nieuwe, niet beschadigde versie van het bestand.
Wacht even en probeer het opnieuw.
Wanneer de melding opnieuw wordt weergegeven, start u de service via een computer om te controleren of deze al dan niet beschikbaar is.
Snelkoppelingsfout
Foutmeldingen
Snelkoppelinsgfout 02
Account is ongeldig.
Registreer het account en de snelkoppeling opnieuw na het verwijderen van deze snelkoppeling.
Oorzaak
De snelkoppeling kan niet worden gebruikt, omdat de account na het opslaan van de snelkoppeling is verwijderd.
Handelwijze
Verwijder de snelkoppeling en registreer de account én de snelkoppeling opnieuw.
Verwante informatie
•
487
Home > Problemen oplossen > Vastgelopen documenten
Vastgelopen documenten
Gerelateerde modellen : DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
•
Een document is aan de bovenzijde van de ADF vastgelopen
•
Document is vastgelopen onder het documentdeksel
•
Verwijder kleine papiersnippers die in de ADF (automatische documentinvoer) zijn vastgelopen
488
> Een document is aan de bovenzijde van de
ADF vastgelopen
Een document is aan de bovenzijde van de ADF vastgelopen
Gerelateerde modellen : DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Verwijder al het papier uit de ADF dat niet is vastgelopen.
2. Open het ADF-deksel.
3. Trek het vastgelopen document er naar links uit. Als het document scheurt, zorg er dan voor dat u alle vuil of stukjes papier verwijdert om latere papierstoringen te vermijden.
4. Sluit het ADF-deksel.
5. Voer een van de volgende stappen uit:
• (DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW)
Druk op .
Verwante informatie
•
489
> Document is vastgelopen onder het documentdeksel
Document is vastgelopen onder het documentdeksel
Gerelateerde modellen : DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Verwijder al het papier uit de ADF dat niet is vastgelopen.
2. Til het documentdeksel op.
3. Trek het vastgelopen document er naar rechts uit. Als het document scheurt, zorg er dan voor dat u alle vuil of stukjes papier verwijdert om latere papierstoringen te vermijden.
4. Sluit het documentdeksel.
5. Voer een van de volgende stappen uit:
• (DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW)
Druk op .
Verwante informatie
•
490
> Verwijder kleine papiersnippers die in de ADF
(automatische documentinvoer) zijn vastgelopen
Verwijder kleine papiersnippers die in de ADF (automatische documentinvoer) zijn vastgelopen
Gerelateerde modellen : DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Til het documentdeksel op.
2. Voer een stuk hard papier, zoals karton, in de ADF (automatische documentinvoer) om er kleine stukjes papier door te duwen.
3. Sluit het documentdeksel.
4. Voer een van de volgende stappen uit:
• (DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW)
Druk op .
Verwante informatie
•
491
Home > Problemen oplossen > Vastgelopen papier
Vastgelopen papier
Verwijder altijd het resterende papier uit de papierlade en maak de stapel recht wanneer u nieuw papier toevoegt. Dit helpt te voorkomen dat meerdere vellen papier tegelijk door het apparaat komen en voorkomt vastgelopen papier.
•
Er is papier vastgelopen in de multifunctionele lade
•
Papier is in de sleuf voor handmatige invoer vastgelopen
•
Er is papier vastgelopen in de papierlade
•
Er is papier vastgelopen in de uitvoerlade
•
Papier is achter in het apparaat vastgelopen
•
Er is papier in het apparaat vastgelopen
•
Er is papier vastgelopen onder de papierlade
492
> Er is papier vastgelopen in de multifunctionele lade
Er is papier vastgelopen in de multifunctionele lade
Gerelateerde modellen : MFC-L3770CDW
Als het bedieningspaneel van het apparaat of Status Monitor aangeeft dat er papier vastgelopen is in de multifunctionele lade van het apparaat, volgt u deze stappen:
1. Verwijder het papier van de multifunctionele lade.
2. Verwijder vastgelopen papier in en rond de multifunctionele lade.
3. Waaier de stapel papier door en plaats deze terug in de multifunctionele lade.
4. Plaats opnieuw papier in de multifunctionele lade en zorg ervoor dat het papier de aanduidingen voor maximale papierhoogte (1) aan beide kanten van de lade niet overschrijdt.
1
5. Volg de instructies op de LCD van het apparaat.
Verwante informatie
•
493
> Papier is in de sleuf voor handmatige invoer vastgelopen
Papier is in de sleuf voor handmatige invoer vastgelopen
Gerelateerde modellen : DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW/DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/
MFC-L3750CDW
Als het bedieningspaneel van het apparaat of de Status Monitor aangeeft dat er papier vastgelopen is in de sleuf voor handmatige invoer van het apparaat, volgt u deze stappen:
1. Verwijder voorzichtig al het papier dat is vastgelopen in en rond de sleuf voor handmatige invoer.
2. Plaats het papier terug in de sleuf voor handmatige invoer.
3. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
Druk op Mono Start of Kleur Start om het afdrukken te starten.
• DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW
Druk op [Opnieuw] om het afdrukken te hervatten.
Verwante informatie
•
494
> Er is papier vastgelopen in de papierlade
Er is papier vastgelopen in de papierlade
Als het bedieningspaneel van het apparaat of Status Monitor aangeeft dat er papier vastgelopen is in de papierlade, volgt u deze stappen:
1. Trek de papierlade volledig uit het apparaat.
2. Trek het vastgelopen papier er traag uit.
Als u het vastgelopen papier met beide handen omlaag trekt, kunt u het papier eenvoudiger verwijderen.
3. Waaier de stapel papier goed door om meer vastgelopen papier te vermijden en stel de papiergeleiders af op het gebruikte papierformaat.
4. Zorg ervoor dat het papier zich onder de maximumaanduiding bevindt ( b b b ).
495
5. Plaats de papierlade stevig achteraan in het apparaat.
Verwante informatie
•
496
> Er is papier vastgelopen in de uitvoerlade
Er is papier vastgelopen in de uitvoerlade
Wanneer het papier in de uitvoerpapierlade is vastgelopen, volgt u deze stappen:
1. Gebruik beide handen om de scanner te openen.
2. Verwijder het papier.
3. Druk de scanner met beide handen omlaag om hem te sluiten.
Verwante informatie
•
497
> Papier is achter in het apparaat vastgelopen
Papier is achter in het apparaat vastgelopen
Als het bedieningspaneel van het apparaat of Status Monitor aangeeft dat er papier vastgelopen is aan de achterkant van het apparaat, volgt u deze stappen:
1. Laat het apparaat 10 minuten ingeschakeld (zonder te gebruiken) zodat de interne ventilator de hete onderdelen binnen in het apparaat kan afkoelen.
2. Maak de achterklep open.
3. Trek de groene lipjes aan de linker- en rechterzijden naar u toe om het fuserdeksel los te maken.
WAARSCHUWING
HEET OPPERVLAK
De interne onderdelen van het apparaat zijn ontzettend heet. Raak ze pas aan wanneer het apparaat afgekoeld is.
Als de grijze envelophendels in het achterdeksel naar beneden, in de envelopstand, staan, moet u deze hendels in de originele stand zetten voor u aan de groene lipjes trekt.
4. Gebruik beide handen om het vastgelopen papier uit de fusereenheid te trekken.
498
5. Sluit het fuserdeksel.
Als u afdrukt op enveloppen, trek de grijze envelophendels dan opnieuw naar beneden, in de envelopstand, voor u het achterdeksel sluit.
6. Sluit de achterklep tot deze in de gesloten positie klikt.
Verwante informatie
•
499
> Er is papier in het apparaat vastgelopen
Er is papier in het apparaat vastgelopen
Als het bedieningspaneel van het apparaat of Status Monitor aangeeft dat er papier vastgelopen is in het apparaat, volgt u deze stappen:
1. Laat het apparaat 10 minuten ingeschakeld (zonder te gebruiken) zodat de interne ventilator de hete onderdelen binnen in het apparaat kan afkoelen.
2. Open het bovendeksel tot deze in de open positie blijft staan.
WAARSCHUWING
HEET OPPERVLAK
De interne onderdelen van het apparaat zijn ontzettend heet. Raak ze pas aan wanneer het apparaat afgekoeld is.
3. Verwijder alle modules met tonercartridge en drumeenheid.
VOORZICHTIG
We raden aan om de modules met de tonercartridge en drumeenheid op een schoon, vlak oppervlak met wegwerppapier te plaatsen voor het geval u per ongeluk toner morst of verspreidt.
BELANGRIJK
Voorkom schade aan het apparaat door statische elektriciteit en raak de in de afbeelding getoonde elektroden NIET aan.
500
4. Verwijder het papier langzaam.
5. Plaats elke module met drumeenheid en tonercartridge in het apparaat. Zorg ervoor dat de kleur van de tonercartridge overeenstemt met de kleur van het etiket op de drumeenheid (voor alle vier de modules).
BK
C
M
Y
6. Sluit het bovendeksel van het apparaat.
Verwante informatie
•
501
> Er is papier vastgelopen onder de papierlade
Er is papier vastgelopen onder de papierlade
Als het bedieningspaneel van het apparaat of Status Monitor aangeeft dat er papier vastgelopen is in de papierlade, volgt u deze stappen:
1. Laat het apparaat 10 minuten ingeschakeld (zonder te gebruiken) zodat de interne ventilator de hete onderdelen binnen in het apparaat kan afkoelen.
2. Trek de papierlade volledig uit het apparaat.
3. Zorg ervoor dat het vastgelopen papier niet in het apparaat blijft.
4. Als er in het apparaat geen papier is vastgelopen, verwijdert u het papier uit de papierlade, kantelt u deze en kijkt u even onder de papierlade.
5. Als het papier niet is vastgelopen in de papierlade, open dan het achterdeksel.
WAARSCHUWING
HEET OPPERVLAK
502
De interne onderdelen van het apparaat zijn ontzettend heet. Raak ze pas aan wanneer het apparaat afgekoeld is.
6. Gebruik beide handen om het vastgelopen papier voorzichtig uit de achterkant van het apparaat te trekken.
7. Sluit de achterklep tot deze in de gesloten positie klikt.
8. Plaats de papierlade stevig achteraan in het apparaat.
Verwante informatie
•
503
Home > Problemen oplossen > Afdrukproblemen
Afdrukproblemen
Als u na het lezen van deze tabel nog steeds hulp nodig hebt, gaat u naar het Brother Solutions Center op support.brother.com
.
Probleem
Er kan niet worden afgedrukt
Suggesties
Controleer of het apparaat zich niet in Stroom uit-modus bevindt.
Als het apparaat zich in Stroom uit-modus bevindt, druk dan op op het bedieningspaneel en verzend de afdrukgegevens daarna opnieuw.
Controleer of de correcte printerdriver is geïnstalleerd en geselecteerd.
Controleer of de Status Monitor of het bedieningspaneel van het apparaat een foutmelding weergeven.
Controleer of het apparaat online is:
• Windows 7 en Windows Server 2008 R2
Klik op (Starten) > Apparaten en printers . Klik met de rechtermuisknop op Brother XXX-XXXX en klik op Afdruktaken weergeven . Klik op Printer in de menubalk. Zorg ervoor dat Printer offline gebruiken niet is geselecteerd.
• Windows Server 2008
Klik op (Starten) > Configuratiescherm >
Hardware en geluiden > Printers . Klik met de rechtermuisknop op Brother XXX-XXXX . Zorg ervoor dat Printer online gebruiken niet in de lijst staat. Als het in de lijst staat, klik dan op deze optie om de driver op Online in te stellen.
• Windows 8 en Windows Server 2012
Verplaats uw muis naar de rechterbenedenhoek van uw bureaublad. Als de menubalk verschijnt, klikt u op
Instellingen > Configuratiescherm . Klik in de groep
Hardware en geluiden op Apparaten en printers .
Klik met de rechtermuisknop op de Brother XXX-
XXXX . Klik op Afdruktaken weergeven . Als de opties voor de printerdriver verschijnen, selecteert u uw printerdriver. Klik in de menubalk op Printer en zorg ervoor dat Printer offline gebruiken niet is geselecteerd.
• Windows 10 en Windows Server 2016
Klik op > Systeem > Configuratiescherm . Klik in de groep Hardware en geluiden op Apparaten en printers weergeven . Klik met de rechtermuisknop op de Brother XXX-XXXX . Klik op Afdruktaken weergeven . Als de opties voor de printerdriver verschijnen, selecteert u uw printerdriver. Klik in de menubalk op Printer en zorg ervoor dat Printer offline gebruiken niet is geselecteerd.
• Windows Server 2012 R2
Klik op Configuratiescherm op het start -scherm. Klik in de groep Hardware op Apparaten en printers weergeven . Klik met de rechtermuisknop op de
Brother XXX-XXXX . Klik op Afdruktaken weergeven . Als de opties voor de printerdriver
504
Probleem Suggesties verschijnen, selecteert u uw printerdriver. Klik in de menubalk op Printer en zorg ervoor dat Printer offline gebruiken niet is geselecteerd.
• Mac
Klik op het Systeemvoorkeuren...
-menu en selecteer vervolgens de optie Printers en scanners . Als het apparaat offline is, verwijder ze dan met de knop en voeg ze vervolgens toe met de knop .
Het apparaat drukt niet af of is gestopt met afdrukken.
De kop- en voettekst van mijn document verschijnt wel op het scherm, maar wordt niet afgedrukt.
Het apparaat drukt onverwacht of heel slecht af.
Het apparaat drukt de eerste pagina's correct af, vervolgens ontbreekt er tekst op enkele pagina's.
Het apparaat drukt niet op beide zijden van het papier af, zelfs als de printerdriver op tweezijdig ingesteld is en het apparaat automatisch tweezijdig afdrukken ondersteunt.
De afdruksnelheid is te traag.
Annuleer de afdruktaak en wis deze uit het geheugen van het apparaat. De afdruk kan onvolledig zijn. Verzend de afdrukgegevens opnieuw.
uu Verwante informatie : Een afdruktaak annuleren
Er is een onbedrukbaar gedeelte aan de boven- en onderkant van de pagina. Pas de boven- en ondermarge voor uw document aan.
Annuleer de afdruktaak en wis deze uit het geheugen van het apparaat. De afdruk kan onvolledig zijn. Verzend de afdrukgegevens opnieuw.
uu Verwante informatie : Een afdruktaak annuleren
Controleer de instellingen in uw toepassingen om er zeker van te zijn dat ze zijn ingesteld om met uw apparaat te werken.
Controleer of de Brother-printerdriver is geselecteerd in het afdrukvenster van uw toepassing.
Controleer de instellingen in uw toepassingen om er zeker van te zijn dat ze zijn ingesteld om met uw apparaat te werken.
Uw apparaat ontvangt niet alle gegevens die vanaf de computer zijn verzonden. Zorg ervoor dat de interfacekabel goed is aangesloten.
Controleer de instelling voor het papierformaat in de printerdriver. U moet A4-papier selecteren. Het ondersteunde papiergewicht is 60 tot 163 g/m².
De machine voert geen papier in.
Wijzig de instelling in de printerdriver. Als u de hoogste resolutie selecteert, duurt het langer om de gegevens te verwerken, te versturen en af te drukken.
Als u de Stille modus heeft ingeschakeld, schakel de
Stille modus in de menu-instelling van de printerdriver of het apparaat dan uit.
Als er papier in de lade zit, moet u nagaan of het correct is geplaatst. Wanneer het papier gekruld is, moet u het plat maken. Soms moet u het papier uit de lade halen, de stapel omdraaien en weer in de papierlade plaatsen.
Plaats minder papier in de lade en probeer het opnieuw.
Het apparaat voert geen papier in uit de multifunctionele lade.
(Voor modellen met een multifunctionele lade)Zorg ervoor dat MF lade in de printerdriver niet is geselecteerd voor
Papierbron .
(Voor modellen met een sleuf voor handmatige invoer)Zorg ervoor dat Handmatig in de printerdriver niet is geselecteerd voor Papierbron .
Maak de papierinvoerrollen schoon.
Waaier de stapel papier goed door en plaats deze stevig terug in de Multif. lade.
505
Probleem
(Voor modellen met een multifunctionele lade)
Het apparaat voert geen papier in uit de sleuf voor handmatige invoer.
(Voor modellen met een sleuf voor handmatige invoer)
Het apparaat voert geen enveloppen in.
Suggesties
Zorg ervoor dat MF lade in de printerdriver is geselecteerd voor Papierbron .
Gebruik beide handen om een vel papier stevig in de sleuf voor handmatige invoer te duwen tot de bovenkant van het papier op de papierinvoerrollen drukt. Blijf het papier tegen de rollen drukken tot het apparaat het papier grijpt en verder naar binnen trekt.
Plaats slechts één vel papier in de sleuf voor handmatige invoer.
Zorg ervoor dat Handmatig in de printerdriver is geselecteerd voor Papierbron .
(Voor modellen met een sleuf voor handmatige invoer)Plaats een enveloppe tegelijkertijd in de sleuf voor handmatige invoer. Uw toepassing moet ingesteld zijn om op een enveloppe van de door u gebruikte grootte af te drukken. Dit wordt doorgaans gedaan in het menu
Pagina-instelling of Documentinstelling van uw toepassing.
(Voor modellen met een multifunctionele lade)Plaats enveloppen in de multifunctionele lade. Uw toepassing moet ingesteld zijn om op een enveloppe van de door u gebruikte grootte af te drukken. Dit wordt doorgaans gedaan in het menu Pagina-instelling of
Documentinstelling van uw toepassing.
Verwante informatie
•
Gerelateerde onderwerpen:
•
De status van het apparaat bewaken vanaf uw computer (Windows)
•
De status van het apparaat bewaken vanaf uw computer (Mac)
•
•
Plaatsen en afdrukken met behulp van de papierlade
•
De papierinvoerrollen schoonmaken
•
Plaatsen en afdrukken met behulp van de multifunctionele lade (Multif. lade)
506
Home > Problemen oplossen > De afdrukkwaliteit verbeteren
De afdrukkwaliteit verbeteren
Als u een probleem met de afdrukkwaliteit hebt, druk dan eerst een testpagina af. Als de afdruk er goed uitziet, ligt het probleem waarschijnlijk niet bij het apparaat. Controleer de aansluitingen van de interfacekabel en probeer om een ander document af te drukken. Als de afdruk of de testpagina die is afgedrukt met het apparaat niet van een goede kwaliteit is, controleert u de voorbeelden van slechte afdrukkwaliteit en volgt u de aanbevelingen in de tabel.
BELANGRIJK
Het gebruik van niet-originele verbruiksartikelen kan van invloed zijn op de afdrukkwaliteit, de prestaties van de hardware en de betrouwbaarheid van het apparaat.
1. Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen, raden we het gebruik van afdrukmedia aan. Zorg ervoor dat u papier gebruikt dat voldoet aan onze specificaties.
2. Controleer of de module met de tonercartridge en drumeenheid correct is geïnstalleerd.
Voorbeelden van slechte afdrukkwaliteit
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGH abcdefghijk
ABCD abcde
01234
Afgedrukte pagina's zijn gecomprimeerd, horizontale strepen verschijnen of tekens in de boven-, onder-, linkerof rechtermarge worden afgesneden
Aanbeveling
Pas de afdrukmarges in de toepassing van uw document aan en druk de taak opnieuw af.
• Kies Tekst of Ontvangst in de instelling van de kopieerkwaliteit.
• Pas de kopieerdensiteit en het contrast aan.
Gekleurde letters en dunne letters in het originele document zijn licht of flauw op de kopie
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
Kleuren zijn op de hele pagina licht of flauw
• Gebruik de LCD van het apparaat om de kalibratie uit te voeren.
uu Verwante informatie : Kleurenuitvoer kalibreren
• Pas de kopieerdichtheid en het contrast aan als u kopieert.
• Zorg ervoor dat de modus toner besparen uit staat op de LCD of de printerdriver.
uu Verwante informatie : Tonerverbruik verminderen
• Zorg ervoor dat de instelling van het mediatype in de printerdriver overeenstemt met de papiersoort die u gebruikt.
• Schud voorzichtig de vier tonercartridges.
• Veeg de vensters van alle vier de LED-koppen schoon met een droge, zachte pluisvrije doek.
uu Verwante informatie : Reinig de LED-koppen
507
Voorbeelden van slechte afdrukkwaliteit
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
Aanbeveling
• Veeg de vensters van alle vier de LED-koppen schoon met een droge, zachte pluisvrije doek.
• Veeg op de strook van de glasplaat van de scanner met een droge, pluisvrije zachte doek.
• Zorg ervoor dat er in het apparaat en rond de modules met tonercartridge en drumeenheid geen vreemd materiaal zoals een verscheurd stuk papier, post-its of stof zit.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
Er verschijnen witte vegen of strepen op de pagina
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
Er verschijnen verticale, gekleurde vegen of strepen op de pagina
• Veeg op de strook van de glasplaat van de scanner met een droge, pluisvrije zachte doek.
• Reinig de vier coronadraden (een voor elke kleur) in de drumeenheid door het groene lipje heen en weer te schuiven.
Controleer of het groene lipje van de coronadraad in de beginstand (1) staat.
1
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
Er verschijnen horizontale, gekleurde lijnen op het papier
• Vervang de tonercartridge van de betreffende kleur van de streep of strook.
Om de kleur van de tonercartridge te identificeren, gaat u naar het Brother Solutions Center op support.brother.com
en bekijkt u de pagina
Veelgestelde vragen en probleemoplossing voor uw Brother-model.
uu Verwante informatie : De tonercartridge vervangen
• Installeer een nieuwe drumeenheid.
uu Verwante informatie : De drumeenheid vervangen
• Stel vast welke kleur het probleem veroorzaakt en vervang de tonercartridge van de kleur van de lijn.
Om de kleur van de tonercartridge te identificeren gaat u naar het Brother Solutions Center op support.brother.com
om de pagina Veelgestelde vragen en probleemoplossing te raadplegen.
uu Verwante informatie : De tonercartridge vervangen
• Installeer een nieuwe drumeenheid.
uu Verwante informatie : De drumeenheid vervangen
508
Voorbeelden van slechte afdrukkwaliteit
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
Witte vlekken
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
Blanco pagina's of enkele ontbrekende kleuren
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
Gekleurde vlekken op 94 mm
Aanbeveling
• Zorg ervoor dat de instelling van het mediatype in de printerdriver overeenstemt met de papiersoort die u gebruikt.
• Controleer de omgeving van het apparaat. Zaken zoals een hoge vochtigheid en hoge temperaturen kunnen de oorzaak zijn van dit probleem met de afdrukkwaliteit.
• Als het probleem niet is verholpen na het afdrukken van enkele pagina's, kan het zijn dat op het oppervlak van de drum een vreemde stof plakt, zoals lijm van een etiket. Reinig de drumeenheid.
uu Verwante informatie : De drumeenheid schoonmaken
• Installeer een nieuwe drumeenheid.
uu Verwante informatie : De drumeenheid vervangen
• Identificeer de kleur die het probleem veroorzaakt en installeer een nieuwe tonercartridge.
Om de kleur van de tonercartridge te identificeren gaat u naar het Brother Solutions Center op support.brother.com
om de pagina Veelgestelde vragen en probleemoplossing te raadplegen.
uu Verwante informatie : De tonercartridge vervangen
• Installeer een nieuwe drumeenheid.
uu Verwante informatie : De drumeenheid vervangen
• Als het probleem niet is verholpen na het afdrukken van enkele pagina's, kan het zijn dat op het oppervlak van de drum een vreemde stof plakt, zoals lijm van een etiket. Reinig de drumeenheid.
uu Verwante informatie : De drumeenheid schoonmaken
• Installeer een nieuwe drumeenheid.
uu Verwante informatie : De drumeenheid vervangen
• Identificeer de kleur die het probleem veroorzaakt en installeer een nieuwe tonercartridge.
Om de kleur van de tonercartridge te identificeren gaat u naar het Brother Solutions Center op support.brother.com
om de pagina Veelgestelde vragen en probleemoplossing te raadplegen.
uu Verwante informatie : De tonercartridge vervangen
Gekleurde vlekken op 29 mm
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
Morsende toner of tonervlekken
• Controleer de omgeving van het apparaat. Zaken zoals een hoge vochtigheid en hoge temperaturen kunnen de oorzaak zijn van dit kwaliteitsafdrukprobleem.
• Stel vast welke kleur het probleem veroorzaakt en plaats een nieuwe tonercartridge.
Om de kleur van de tonercartridge te identificeren gaat u naar het Brother Solutions Center op support.brother.com
om de pagina Veelgestelde vragen en probleemoplossing te raadplegen.
uu Verwante informatie : De tonercartridge vervangen
• Installeer een nieuwe drumeenheid.
uu Verwante informatie : De drumeenheid vervangen
509
Voorbeelden van slechte afdrukkwaliteit
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
Ongelijke dichtheid van de kleuren over de hele pagina
A
B
C
D
E
W X Y Z
Aanbeveling
De kleur van uw afdrukken is niet wat u ervan verwachtte • Om de dichtheid van de kleuren te verbeteren, kalibreert u de kleuren via de LCD.
• Om de afdrukpositie van de kleuren aan te passen voor scherpere randen, voert u de registratie van de kleuren uit via de LCD.
• Pas de kopieerdichtheid en het contrast aan als u kopieert.
• Zorg ervoor dat de modus toner besparen uit staat op de LCD of de printerdriver.
• Als de afdrukkwaliteit van het zwarte gedeelte niet is wat u ervan verwachtte, vink dan het selectievakje
Zwarte tinten verbeteren aan in de printerdriver.
• Vink het selectievakje Grijstinten verbeteren in de printerdriver uit.
• Stel vast welke kleur het probleem veroorzaakt en plaats een nieuwe tonercartridge.
Om de kleur van de tonercartridge te identificeren gaat u naar het Brother Solutions Center op support.brother.com
om de pagina Veelgestelde vragen en probleemoplossing te raadplegen.
uu Verwante informatie : De tonercartridge vervangen
• Installeer een nieuwe drumeenheid.
uu Verwante informatie : De drumeenheid vervangen
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
• Controleer of het apparaat op een stevig horizontaal oppervlak staat.
• Voer de registratie van de kleur uit via de LCD.
• Installeer een nieuwe drumeenheid.
uu Verwante informatie : De drumeenheid vervangen
• Installeer een nieuwe riemeenheid.
uu Verwante informatie : De riemeenheid vervangen
Verschuiving van de kleur
• Voer de kalibratie uit via de LCD.
• Pas de kopieerdichtheid en het contrast aan als u kopieert.
• Vink het selectievakje Grijstinten verbeteren in de printerdriver uit.
• Identificeer de kleur die het probleem veroorzaakt en plaats een nieuwe tonercartridge.
Om de kleur van de tonercartridge te identificeren, gaat u naar het Brother Solutions Center op support.brother.com
om de pagina Veelgestelde vragen en probleemoplossing te raadplegen.
uu Verwante informatie : De tonercartridge vervangen
• Installeer een nieuwe drumeenheid.
uu Verwante informatie : De drumeenheid vervangen
• Zorg ervoor dat de modus toner besparen uit staat op de LCD of de printerdriver.
• Pas de afdrukresolutie aan.
• Als u een printerdriver van Windows gebruikt, selecteert u Patronen verbeteren in Afdrukinstelling van het tabblad Normaal .
Ontbrekende dunne lijnen in afbeeldingen
510
Voorbeelden van slechte afdrukkwaliteit
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
Gekreukelde afdruk
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
Echobeelden
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
Toner maakt gemakkelijk vegen
Gekrulde of gegolfde afbeelding
Aanbeveling
• Controleer dat u het juiste papiertype en -kwaliteit gebruikt.
• Zorg ervoor dat het achterdeksel correct gesloten is.
• Zorg ervoor dat de twee grijze hendels in het achterdeksel in de bovenste stand staan.
• Zorg ervoor dat de instelling van het mediatype in de printerdriver overeenstemt met de papiersoort die u gebruikt.
• Controleer de omgeving van het apparaat. Een omgeving met lage vochtigheid en lage temperaturen kan dit probleem met de afdrukkwaliteit veroorzaken.
• Zorg ervoor dat de instelling van het mediatype in de printerdriver overeenstemt met de papiersoort die u gebruikt.
• Zorg ervoor dat de twee grijze hendels in het achterdeksel in de bovenste stand staan.
• Installeer een nieuwe drumeenheid.
uu Verwante informatie : De drumeenheid vervangen
• Zorg ervoor dat de twee grijze hendels in het achterdeksel in de bovenste stand staan.
• Zorg ervoor dat de instelling van het mediatype in de printerdriver overeenstemt met de papiersoort die u gebruikt.
• Selecteer Tonerhechting verbeteren -modus in de printerdriver.
Als deze selectie voor onvoldoende verbetering zorgt, wijzigt u de instelling van de printerdriver in
Mediatype naar een dikkere instelling. Als u een envelop afdrukt, selecteert u Env. Dik in de instelling voor het type media.
• Selecteer Omkrullen van papier voorkomen -modus in de printerdriver.
Als het probleem zich blijft voordoen, selecteert u
Normaal papier in de instelling voor het type media.
• Als u op een enveloppe afdrukt, kiest u Env. Dun in de mediatype-instelling van de printerdriver.
• Als u het apparaat niet vaak gebruikt, is het mogelijk dat het papier te lang in de papierlade heeft gelegen.
Neem de stapel papier uit de papierlade, draai hem om en leg hem weer terug. Blader de stapel papier ook door, en draai het papier 180° om in de papierlade.
• Bewaar het papier op een plaats waar het niet wordt blootgesteld aan hoge temperaturen en hoge vochtigheid.
• Open het achterdeksel (uitvoerlade met bedrukte zijde naar boven) zodat het afgedrukte papier naar buiten komt in de uitvoerlade met de bedrukte zijde naar boven.
511
Voorbeelden van slechte afdrukkwaliteit
Enveloppen kreukelen
Aanbeveling
• Zorg ervoor dat de enveloppehendels in het achterdeksel omlaag tot de enveloppestand zijn getrokken wanneer u op enveloppen afdrukt.
OPMERKING
Als u klaar bent met afdrukken, opent u het achterdeksel en plaatst u de twee grijze hendels terug naar hun originele stand (1) door ze op te tillen tot ze stoppen.
1
1
• (Voor modellen met een multifunctionele lade) Als er vouwen verschijnen terwijl de enveloppehendels in de enveloppestand staan, drukt u af met het achterdeksel open en voert u een enveloppe tegelijkertijd in vanaf de Multif. lade.
Verwante informatie
•
Gerelateerde onderwerpen:
•
•
•
•
•
•
•
•
512
Home > Problemen oplossen > Telefoon- en faxproblemen
Telefoon- en faxproblemen
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Telefoonlijn of -verbindingen
Probleem
Kiezen werkt niet.
(Geen kiestoon)
De machine neemt niet op wanneer er wordt gebeld.
Suggesties
Controleer alle aangesloten snoeren. Controleer of het telefoonsnoer in de telefoonwandaansluiting en in de LINE-aansluiting van de machine is gestoken. Als u zich abonneert op DSL of VoIP-diensten, neemt u contact op met uw serviceaanbieder voor informatie over aansluitingen.
(Alleen beschikbaar voor enkele landen.)
Wijzig de Toon/Puls-instelling.
Als een extern toestel op het apparaat is aangesloten, kunt u handmatig een fax verzenden door de hoorn van de haak te nemen en het nummer op het externe toestel te kiezen. Wacht tot u de faxontvangsttonen hoort voordat u een fax verzendt.
Als er geen kiestoon is, sluit dan een werkende telefoon en telefoonsnoer aan op de aansluiting. Pak vervolgens de hoorn van een externe telefoon op en luister of u een kiestoon hoort. Als er nog steeds geen kiestoon is, vraag dan uw telefoonbedrijf om het snoer en/of de wandcontactdoos te controleren.
Controleer of de machine in de juiste ontvangstmodus staat voor uw instelling.
Controleer of er een kiestoon hoorbaar is. Bel indien mogelijk uw machine om te controleren of deze de oproep aanneemt. Als er nog steeds geen antwoord is, controleert u of het telefoonsnoer in de telefoonwandaansluiting en de LINE-aansluiting van de machine steekt.
Vraag uw telefoonbedrijf om de lijn te controleren als de machine niet overgaat wanneer u deze belt.
Inkomende oproepen beantwoorden
Probleem
Een faxoproep naar de machine overzetten.
Speciale functies op een enkele lijn.
Faxen ontvangen
Suggesties
Als u vanaf een tweede of externe telefoon hebt opgenomen, moet u de code voor activeren op afstand intoetsen (de fabrieksinstelling is *51). Als u vanaf een externe telefoon hebt opgenomen, drukt u op de Startknop om de fax te ontvangen.
Hang op zodra uw machine opneemt.
Als u Wisselgesprekken, Voicemail, een antwoordapparaat, een alarmsysteem of een andere aangepaste functie op een enkele telefoonlijn deelt met uw machine, kan dit problemen opleveren bij het verzenden of ontvangen van faxen.
Bijvoorbeeld: Als u zich abonneert op wisselgesprekken of bepaalde andere speciale diensten, en het signaal hiervan op de lijn binnenkomt terwijl uw machine een fax verzendt of ontvangt, kan dit signaal de fax tijdelijk onderbreken of verstoren. De ECM-modus (foutencorrectie) van Brother kan helpen om dit probleem te verhelpen. Deze situatie heeft betrekking op telefoonsystemen, en komt veel voor bij apparaten die informatie verzenden en ontvangen over een lijn waarop ook speciale functies worden gebruikt. Als het voor uw bedrijf van essentieel belang is dat ook de kleinste onderbrekingen worden voorkomen, raden we aan om een afzonderlijke telefoonlijn zonder speciale functies te gebruiken.
Probleem
Kan geen fax ontvangen.
Suggesties
Controleer alle aangesloten snoeren. Controleer of het telefoonsnoer in de telefoonwandaansluiting en in de LINE-aansluiting van de machine is gestoken. Als u zich abonneert op DSL- of VoIPdiensten, neemt u contact op met uw serviceaanbieder voor informatie over aansluitingen. Als u een
VoIP-systeem gebruikt, kunt u proberen de VoIP-instelling te wijzigen naar Basis (voor VoIP) .
Hiermee verlaagt u de modemsnelheid en wordt de ECM-modus (Error Connection Mode) uitgeschakeld.
513
Probleem
Kan geen fax ontvangen.
Suggesties
Controleer of de machine in de juiste ontvangststand staat. Dit is afhankelijk van de externe apparaten en telefoonmaatschappijdiensten die aangesloten zijn op dezelfde lijn als uw Brothermachine.
• Als u een afzonderlijke faxlijn hebt en u wilt dat uw machine van Brother automatisch alle inkomende faxen beantwoordt, selecteert u de stand Alleen Fax.
• Als uw machine van Brother een lijn deelt met een extern antwoordapparaat, selecteert u de stand Extern antwoordapparaat. In de stand Extern antwoordapparaat ontvangt uw Brothermachine automatisch inkomende faxen, en bellers kunnen een bericht achterlaten op uw antwoordapparaat.
• Als uw machine van Brother een lijn deelt met andere telefoontoestellen en u wilt dat de machine automatisch alle inkomende faxen beantwoordt, selecteert u de Fax/Tel-modus. In de Fax/Telmodus ontvangt uw Brother-machine automatisch faxen en produceert deze een dubbel belsignaal om u op een telefoonoproep te attenderen.
• Selecteer de stand Handmatig als u niet wilt dat uw Brother-machine automatisch inkomende faxen beantwoordt. In de stand Handmatig moet u elke inkomende oproep beantwoorden en de machine activeren om faxen te ontvangen.
De oproep wordt mogelijk beantwoord door een ander apparaat of een andere dienst op uw locatie voordat uw Brother-machine opneemt. Verlaag de instelling voor belvertraging om dit te testen:
• Als de ontvangstmodus op Alleen Fax of Fax/Tel is ingesteld, vermindert u de belvertraging tot
één keer overgaan.
uu Verwante informatie : Stel het aantal keren in dat het apparaat overgaat voordat deze antwoordt (Belvertraging)
• Als de ontvangstmodus is ingesteld op Extern antwoordapparaat, vermindert u het aantal keer overgaan dat u hebt ingesteld op uw antwoordapparaat tot twee keer.
• Als de ontvangstmodus is ingesteld op Handmatig, past u de belvertraging NIET aan.
Laat iemand anders u een testfax sturen:
• Als u de testfax goed hebt ontvangen, werkt uw machine naar behoren. Vergeet niet om de belvertraging of de instelling van het antwoordapparaat weer terug te zetten op de oorspronkelijke instelling. Als het probleem met het ontvangen van faxen zich opnieuw voordoet als u de belvertraging weer op de oorspronkelijke instelling hebt gezet, beantwoordt een persoon, een apparaat of een dienst de faxoproep voordat uw machine kan reageren.
• Als u de fax niet hebt ontvangen, verstoort wellicht een ander apparaat of een dienst de ontvangst van de fax, of is er een probleem met uw faxlijn.
Als u een antwoordapparaat (stand Extern antwoordapparaat) op dezelfde lijn gebruikt als de machine van Brother, controleert u of uw antwoordapparaat goed is ingesteld.
1. Stel het antwoordapparaat in op beantwoorden na één of twee belsignalen.
2. Neem het uitgaande bericht op uw antwoordapparaat op.
• Neem vijf seconden stilte op aan het begin van uw uitgaande bericht.
• Wij adviseren u het bericht te beperken tot 20 seconden.
• Beëindig uw uitgaande bericht met uw code voor activeren op afstand voor wie handmatig faxen wil verzenden. Bijvoorbeeld: "Spreek een bericht in na de toon, of druk op *51 en verzend een fax."
3. Stel uw antwoordapparaat in om oproepen te beantwoorden.
4. Stel de ontvangstmodus van uw Brother-machine in op Extern antwoordapparaat.
uu Verwante informatie : Kies de juiste ontvangstmodus
Controleer of de functie Fax Waarnemen van uw Brother-machine is ingeschakeld. Met de functie
Fax waarnemen kunt u een fax ook ontvangen wanneer u de oproep op een extern of tweede toestel hebt aangenomen.
Als u vaak foutmeldingen ontvangt door eventuele storing op de telefoonlijn, of als u een VoIPsysteem gebruikt, kunt u proberen de instelling Compatibiliteit op Basis (voor VoIP) te zetten.
Neem contact op met uw beheerder om uw instellingen voor Secure Function Lock te controleren.
Faxen verzenden
514
Probleem Suggesties
Kan geen fax verzenden.
Controleer alle aangesloten snoeren. Controleer of het telefoonsnoer in de telefoonwandaansluiting en in de LINE-aansluiting van de machine is gestoken. Als u zich abonneert op DSLof VoIP-diensten, neemt u contact op met uw serviceprovider voor informatie over aansluitingen.
Zorg ervoor dat u op Fax hebt gedrukt en dat de Faxmodus geactiveerd is op de machine.
Druk het Verzendrapport af en controleer of er een fout is.
Neem contact op met uw beheerder om uw instellingen voor Secure Function Lock te controleren.
Vraag de andere partij om na te gaan of er papier zit in de ontvangende machine.
Slechte verzendkwaliteit.
Stel de resolutie in op Fijn of Superfijn. Maak een kopie om de scanfunctie van de machine te controleren. Als de kopieerkwaliteit slecht is, reinigt u de scanner.
Het verzendrapport meldt
RESULT:ERROR.
Er is waarschijnlijk een tijdelijke storing of ruis op de lijn. Verzend de fax opnieuw. Als u een bericht via PC-Fax verzendt en in het verzendrapport RESULT:ERROR staat, is het geheugen van de machine wellicht vol. Om extra geheugen vrij te maken, kunt u Fax opslaan uitschakelen, faxen afdrukken die in het geheugen zijn opgeslagen of een uitgestelde fax annuleren. Als het probleem nog niet is verholpen, vraagt u het telefoonbedrijf om uw telefoonlijn te controleren.
Als u vaak foutmeldingen ontvangt door eventuele storing op de telefoonlijn, of als u een
VoIP-systeem gebruikt, kunt u proberen de instelling Compatibiliteit op Basis (voor VoIP) te zetten.
Verzonden faxen zijn blanco.
Verticale zwarte lijnen bij het verzenden.
Laad het document op de juiste manier. Wanneer u de ADF (automatische documentinvoer) gebruikt, moet het document met de voorkant naar boven zijn gericht.
Wanneer u de glasplaat gebruikt, moet het document met de voorkant naar beneden zijn gericht.
Zwarte verticale lijnen op faxen die u verzendt worden meestal veroorzaakt door vuil of correctievloeistof op de glazen strook. Maak de glazen strook schoon.
Ontvangen faxen afdrukken
Probleem
• Tekst te dicht op elkaar
• Horizontale strepen
• Er ontbreken delen van de bovenste en onderste zinnen
• Ontbrekende lijnen
Suggesties
Dit is meestal te wijten aan een slechte telefoonlijn. Maal een kopie; als de kopie er goed uitziet, was de verbinding waarschijnlijk niet goed en was er statische ruis op de lijn. Vraag de andere partij om de fax opnieuw te verzenden.
Verticale zwarte lijnen bij het ontvangen
Ontvangen faxen zien eruit als gesplitste of blanco pagina's.
De coronadraden voor het afdrukken kunnen vuil zijn.Maak de coronadraden in de drumeenheid schoon.
De scanner van de afzender kan vuil zijn. Vraag de afzender om een kopie te maken om te zien of het probleem bij de verzendmachine ligt.
Probeer te ontvangen via een andere faxmachine.
De linker- en rechtermarge zijn afgebroken of een enkele pagina wordt afgedrukt op twee pagina's.
Schakel Automatische verkleining in.
Verwante informatie
•
515
•
•
De compatibiliteit van de telefoonlijn instellen voor interferentie en VoIP-systemen
Gerelateerde onderwerpen:
•
Stel het aantal keren in dat het apparaat overgaat voordat deze antwoordt (Belvertraging)
•
516
> Stel de kiestoondetectie in
Stel de kiestoondetectie in
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Als u de kiestoon instelt op [Waarneming] , maakt dit de pauzedetectie van de kiestoon korter.
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Stand.instel.] > [Kiestoon] .
2. Druk op [Waarneming] of [Geen detectie] .
3. Druk op .
Verwante informatie
•
517
> De compatibiliteit van de telefoonlijn instellen voor interferentie en VoIP-systemen
De compatibiliteit van de telefoonlijn instellen voor interferentie en
VoIP-systemen
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Problemen met het verzenden en ontvangen van faxen wegens mogelijke storing op de lijn kunnen worden opgelost door de modemsnelheid te verlagen om fouten bij het verzenden van faxen te minimaliseren. Als u een
Voice over-dienst (VoIP) gebruikt, beveelt Brother aan om de compatibiliteit te wijzigen naar Basis (voor VoIP).
• VoIP is een telefoonsysteem dat gebruik maakt van een internetverbinding in plaats van een traditionele telefoonlijn.
• Telefoonbedrijven bieden vaak pakketten met VoIP-, internet- en kabeldiensten.
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Stand.instel.] > [Compatibel] .
2. Druk op de gewenste optie.
• Selecteer [Hoog] om de modemsnelheid in te stellen op 33600 bps.
• Selecteer [Normaal] om de modemsnelheid in te stellen op 14400 bps.
• Selecteer [Basic(voorVoIP)] om de modemsnelheid te verminderen tot 9600 bps en de ECM-modus
(foutencorrectie) uit te schakelen. Gebruik deze optie alleen indien nodig, bijvoorbeeld als u vaak storing op de telefoonlijn hebt.
3. Druk op .
Verwante informatie
•
518
Home > Problemen oplossen > Netwerkproblemen
Netwerkproblemen
•
•
Het hulpprogramma voor het herstellen van de netwerkverbinding gebruiken (Windows)
•
Waar kan ik netwerkinstellingen van het Brother-apparaat vinden?
•
Het lukt niet om de configuratie van het draadloze netwerk te voltooien.
•
Mijn Brother-machine kan niet afdrukken, scannen of PC-FAX Ontvangen via het netwerk.
•
Ik wil controleren of mijn netwerkapparaten naar behoren werken.
519
Netwerkproblemen > Foutmeldingen
Foutmeldingen
Als er zich een fout voordoet, zal uw Brother-apparaat een foutmelding weergeven. De meest voorkomende foutmeldingen vindt u in de tabel.
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
Foutmeldingen
Kan niet verb.
Het maximumaantal verbonden apparaten is bereikt.
Verificatiefout.
Neem contact op met uw beheerder.
Verbindingsfout
Geen contact
Toegangsfout bestand. Neem contact op met de beheerder.
Toegangsfout logboek
Oorzaak
Het maximumaantal mobiele apparaten is al aangesloten op het Wi-Fi Direct-netwerk wanneer het Brother-apparaat de groepseigenaar (G/E) is.
Wat te doen
Na het verbreken van de huidige verbinding tussen uw
Brother-apparaat en een ander mobiel apparaat, probeert u de Wi-Fi Direct-instellingen opnieuw te configureren. U kunt de verbindingsstatus controleren door het netwerkconfiguratierapport af te drukken.
De verificatie-instelling voor de functie Afdruklogboek op netwerk opslaan is niet correct.
Andere apparaten proberen tegelijk verbinding te maken met het Wi-Fi Direct-netwerk.
Het Brother-apparaat en uw mobiele apparaat kunnen niet communiceren tijdens de Wi-Fi
Direct-netwerkconfiguratie.
Het Brother-apparaat heeft geen toegang tot de bestemmingsmap voor de functie Afdruklogboek op netwerk opslaan.
In Beheer via een webbrowser hebt u de optie Afdrukken annuleren geselecteerd bij
Instelling foutdetectie van
Afdruklog op Netwerk opslaan .
• Zorg ervoor dat de Gebruikersnaam en het
Wachtwoord bij Verificatie-instelling correct zijn. Als de gebruikersnaam een onderdeel is van een domein, voert u de gebruikersnaam als volgt in: gebruiker@domein of domein\gebruiker.
• Zorg ervoor dat de tijd van de logbestandserver gelijk is aan de tijd van de SNTP-server of de instellingen voor Datum&tijd .
• Zorg ervoor dat de instellingen voor de SNTPtijdserver correct geconfigureerd zijn zodat de tijd gelijk is aan de tijd die wordt gebruikt voor verificatie via Kerberos of NTLMv2. Als er geen SNTP-server wordt gebruikt, controleert u of de instellingen voor
Datum&tijd en Tijdzone correct zijn ingesteld via
Beheer via een webbrowser of het bedieningspaneel zodat de tijd van het apparaat overeenkomt met de tijd die wordt gebruikt door de server die de verificatie verschaft.
Zorg ervoor dat er geen andere apparaten verbinding proberen te maken met het Wi-Fi Direct-netwerk en probeer de Wi-Fi Direct-instellingen opnieuw te configureren.
• Plaats het mobiele apparaat dichter bij uw Brotherapparaat.
• Verplaats uw Brother-apparaat en het mobiele apparaat naar een ruimte zonder obstakels.
• Ga na of u de correcte pincode ingevoerd hebt als u de PIN-methode van WPS gebruikt.
• Zorg ervoor dat de opgeslagen mapnaam correct is.
• Zorg ervoor dat de opgeslagen map niet schrijfbeveiligd is.
• Zorg ervoor dat het bestand niet vergrendeld is.
Wacht ongeveer 60 seconden tot deze melding van de
LCD verdwijnt.
520
Foutmeldingen
Geen apparaat
Servertime-out.
Neem contact op met uw beheerder.
Onjuiste datum/ tijd. Neem contact op met uw beheerder.
Oorzaak Wat te doen
Bij het configureren van het Wi-
Fi Direct-netwerk vindt het
Brother-apparaat uw mobiele apparaat niet.
• Zorg ervoor dat de Wi-Fi Direct-modus geactiveerd is op het apparaat en op het mobiele apparaat.
• Plaats het mobiele apparaat dichter bij uw Brotherapparaat.
• Verplaats uw Brother-apparaat en het mobiele apparaat naar een ruimte zonder obstakels.
• Als u het Wi-Fi Direct-netwerk handmatig configureert, dient u ervoor te zorgen dat u het correcte wachtwoord ingevoerd hebt.
• Als uw mobiele apparaat over een configuratiepagina beschikt voor het verkrijgen van een IP-adres, dient u ervoor te zorgen dat het IP-adres van uw mobiele apparaat geconfigureerd werd via DHCP.
Het Brother-apparaat kan geen verbinding maken met de server voor de functie
Afdruklogboek op netwerk opslaan.
Het Brother-apparaat verkrijgt de tijd niet van de SNTPtijdserver of u hebt de datum en tijd niet geconfigureerd voor het apparaat.
• Controleer of het serveradres correct is.
• Controleer of de server verbonden is met het netwerk.
• Controleer of het apparaat verbonden is met het netwerk.
• Controleer of de instellingen voor het oproepen van de SNTP-tijdserver correct geconfigureerd zijn via
Beheer via een webbrowser.
• Controleer in Beheer via een webbrowser of de instellingen voor Datum&tijd van uw apparaat correct zijn.
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Foutmeldingen
Het maximumaantal apparaten is al verbonden via Wi-
Fi Direct.
Verificatiefout.
Neem contact op met uw beheerder.
Verbindingsfout
Geen contact
Oorzaak
Het maximumaantal mobiele apparaten is al aangesloten op het Wi-Fi Direct-netwerk wanneer het Brother-apparaat de groepseigenaar (G/E) is.
De verificatie-instelling voor de functie Afdruklogboek op netwerk opslaan is niet correct.
Andere apparaten proberen tegelijk verbinding te maken met het Wi-Fi Direct-netwerk.
Het Brother-apparaat en uw mobiele apparaat kunnen niet
Wat te doen
Na het verbreken van de huidige verbinding tussen uw
Brother-apparaat en een ander mobiel apparaat, probeert u de Wi-Fi Direct-instellingen opnieuw te configureren. U kunt de verbindingsstatus controleren door het netwerkconfiguratierapport af te drukken.
• Zorg ervoor dat de Gebruikersnaam en het
Wachtwoord bij Verificatie-instelling correct zijn.
Als de gebruikersnaam een onderdeel is van een domein, voert u de gebruikersnaam als volgt in: gebruiker@domein of domein\gebruiker.
• Zorg ervoor dat de tijd van de logbestandserver gelijk is aan de tijd van de SNTP-server of de instellingen voor Datum&tijd .
• Zorg ervoor dat de instellingen voor de SNTPtijdserver correct geconfigureerd zijn zodat de tijd gelijk is aan de tijd die wordt gebruikt voor verificatie via Kerberos of NTLMv2. Als er geen SNTP-server wordt gebruikt, controleert u of de instellingen voor
Datum&tijd en Tijdzone correct zijn ingesteld via
Beheer via een webbrowser of het bedieningspaneel zodat de tijd van het apparaat overeenkomt met de tijd die wordt gebruikt door de server die de verificatie verschaft.
• Zorg ervoor dat er geen andere apparaten verbinding proberen te maken met het Wi-Fi Direct-netwerk en probeer de Wi-Fi Direct-instellingen opnieuw te configureren.
• Plaats het mobiele apparaat dichter bij uw Brotherapparaat.
521
Foutmeldingen
Toegangsfout bestand. Neem contact op met beheerder.
Geen apparaat
Servertimeout.Neem contact op met uw beheerder.
Onjuiste datum/ tijd, neem contact op met beheerder.
Oorzaak Wat te doen communiceren tijdens de Wi-Fi
Direct-netwerkconfiguratie.
Het Brother-apparaat heeft geen toegang tot de bestemmingsmap voor de functie Afdruklogboek op netwerk opslaan.
In Beheer via een webbrowser hebt u de optie Afdrukken annuleren geselecteerd bij
Instelling foutdetectie van
Afdruklog op Netwerk opslaan .
• Verplaats uw Brother-apparaat en het mobiele apparaat naar een ruimte zonder obstakels.
• Ga na of u de correcte pincode ingevoerd hebt als u de PIN-methode van WPS gebruikt.
•
•
Zorg ervoor dat de opgeslagen mapnaam correct is.
• Zorg ervoor dat de opgeslagen map niet schrijfbeveiligd is.
Zorg ervoor dat het bestand niet vergrendeld is.
Wacht ongeveer 60 seconden tot deze melding van de
LCD verdwijnt.
Bij het configureren van het Wi-
Fi Direct-netwerk vindt het
Brother-apparaat uw mobiele apparaat niet.
• Zorg ervoor dat de Wi-Fi Direct-modus geactiveerd is op het apparaat en op het mobiele apparaat.
• Plaats het mobiele apparaat dichter bij uw Brotherapparaat.
• Verplaats uw Brother-apparaat en het mobiele apparaat naar een ruimte zonder obstakels.
• Als u het Wi-Fi Direct-netwerk handmatig configureert, dient u ervoor te zorgen dat u het correcte wachtwoord ingevoerd hebt.
• Als uw mobiele apparaat over een configuratiepagina beschikt voor het verkrijgen van een IP-adres, dient u ervoor te zorgen dat het IP-adres van uw mobiele apparaat geconfigureerd werd via DHCP.
Het Brother-apparaat kan geen verbinding maken met de server voor de functie
Afdruklogboek op netwerk opslaan.
• Controleer of het serveradres correct is.
• Controleer of de server verbonden is met het netwerk.
• Controleer of het apparaat verbonden is met het netwerk.
Het Brother-apparaat verkrijgt de tijd niet van de SNTPtijdserver of u hebt de datum en tijd niet geconfigureerd voor het apparaat.
• Controleer of de instellingen voor het oproepen van de SNTP-tijdserver correct geconfigureerd zijn via
Beheer via een webbrowser.
• Controleer in Beheer via een webbrowser of de instellingen voor Datum&tijd van uw apparaat correct zijn.
Verwante informatie
•
522
Netwerkproblemen > Het hulpprogramma voor het herstellen van de
netwerkverbinding gebruiken (Windows)
Het hulpprogramma voor het herstellen van de netwerkverbinding gebruiken (Windows)
Gebruik het hulpprogramma voor het herstellen van de netwerkverbinding om de netwerkinstellingen van de
Brother-machine te herstellen. Dit hulpprogramma wijst het juiste IP-adres en subnetmasker toe.
• Windows 7/Windows 8/Windows 10
U dient zich als beheerder aan te melden.
• Controleer of de Brother-machine is ingeschakeld en op hetzelfde netwerk als uw computer is aangesloten.
1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
Optie
Windows 7
Windows 8/
Windows 10
Beschrijving
Klik op (Starten) > Alle programma's > Brother > Brother Utilities .
Klik op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet gedaan). Klik in de linkernavigatiebalk op Hulpmiddelen en klik vervolgens op Netwerkverbinding repareren .
Klik op ( Brother Utilities ) en vervolgens op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet geselecteerd). Klik in de linkernavigatiebalk op
Hulpmiddelen en klik vervolgens op Netwerkverbinding repareren .
Als het scherm Gebruikersaccountbeheer verschijnt, klik dan op Ja .
2. Volg de instructies op uw computerscherm.
3. Controleer de diagnose door het netwerkconfiguratierapport of de pagina met printerinstellingen af te drukken.
Het hulpprogramma voor het herstellen van netwerkverbindingen wordt automatisch gestart als u de optie
Hulpprogramma voor verbindingsherstel inschakelen selecteert via de Status Monitor. Klik met de rechtermuisknop in het Status Monitor-venster en klik vervolgens op Overige instellingen >
Hulpprogramma voor verbindingsherstel inschakelen . Dit is niet aan te raden wanneer uw netwerkbeheerder het IP-adres heeft ingesteld op Statisch, aangezien het IP-adres hiermee automatisch wordt gewijzigd.
Als zelfs na het gebruik van het hulpprogramma voor het herstellen van de netwerkverbinding het juiste IP-adres en subnetmasker nog steeds niet zijn toegewezen, vraagt u de netwerkbeheerder om deze informatie.
Verwante informatie
•
Gerelateerde onderwerpen:
•
Het netwerkconfiguratierapport afdrukken
•
Mijn Brother-machine kan niet afdrukken, scannen of PC-FAX Ontvangen via het netwerk.
•
Ik wil controleren of mijn netwerkapparaten naar behoren werken.
523
Netwerkproblemen > Waar kan ik netwerkinstellingen van het Brother-
apparaat vinden?
Waar kan ik netwerkinstellingen van het Brother-apparaat vinden?
•
Het netwerkconfiguratierapport afdrukken
•
De instellingen van het apparaat wijzigen vanaf een computer
524
Netwerkproblemen > Het lukt niet om de configuratie van het draadloze
netwerk te voltooien.
Het lukt niet om de configuratie van het draadloze netwerk te voltooien.
Gerelateerde modellen : DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW/DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/
MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Schakel de draadloze router uit en vervolgens weer in. Probeer opnieuw de draadloze instellingen te configureren. Als het niet lukt om het probleem op te lossen, volgt u de onderstaande instructies:
Onderzoek het probleem met behulp van het WLAN-rapport.
Oorzaak
Uw beveiligingsinstellingen
(SSID/Netwerksleutel) zijn niet juist.
Actie
• Controleer de netwerkbeveiligingsinstellingen Hulp bij draadloze configuratie . Voor meer informatie en om het hulpprogramma te downloaden, gaat u naar de Downloads pagina van uw model op het Brother Solutions Center via support.brother.com
.
• Controleer of u de juiste beveiligingsinstellingen gebruikt.
Raadpleeg de handleiding die u bij uw draadloze LANtoegangspoort/router hebt ontvangen voor informatie over het achterhalen van de veiligheidsinstellingen.
Het kan ook zijn dat de naam van de fabrikant of het modelnummer van de draadloze LAN-toegangspoort/router als de standaardbeveiligingsinstellingen worden gebruikt.
Neem hierover contact op met de fabrikant van de toegangspoort/router, uw internetprovider of netwerkbeheerder.
Het MAC-adres van uw
Brother machine wordt niet toegestaan.
Uw draadloze LANtoegangspoort/router staat in de sluimerstand (geeft de
SSID niet door).
Uw beveiligingsinstellingen
(SSID/wachtwoord) zijn niet correct.
U maakt gebruik van
Android ™ apparaat.
4.0.
Uw Brother-machine bevindt zich te ver van uw mobiele
Er bevinden zich obstakels
(muren of meubels bijvoorbeeld) tussen uw machine en het mobiele apparaat.
Er bevindt zich een draadloze computer,
Bluetooth ® -apparaat, magnetron of draadloze telefoon in de buurt van uw
Controleer of het MAC-adres van de Brother-machine in het filter wordt toegestaan. U vindt het MAC-adres via het bedieningspaneel van de Brother-machine.
• Voer de juiste SSID-naam of netwerksleutel handmatig in.
• Controleer de SSID-naam of de netwerksleutel in de handleiding die u bij uw draadloze LAN-toegangspoort/router hebt ontvangen en configureer de draadloze netwerkinstallatie opnieuw.
• Bevestig de SSID en het wachtwoord.
Wanneer u het netwerk handmatig configureert, worden de
SSID en het wachtwoord op uw machine van Brother weergegeven. Als uw mobiele apparaat handmatige configuratie ondersteunt, worden de SSID en het wachtwoord weergegeven op het scherm van uw mobiel apparaat.
Als de verbinding van uw mobiele apparaat (ongeveer zes minuten na gebruik van Wi-Fi Direct) wordt verbroken, probeert u de drukknopconfiguratie met WPS (aanbevolen) en stelt u de machine van Brother als een G/E in.
Plaats uw Brother-machine binnen een afstand van ongeveer 1 meter van het mobiele apparaat wanneer u de instellingen van het
Wi-Fi Direct-netwerk configureert.
Verplaats uw Brother-machine naar een plaats zonder obstakels.
Verwijder andere apparaten uit de buurt van de Brother-machine of het mobiele apparaat.
Interface
Draadloos
Draadloos
Draadloos
Wi-Fi Direct
Wi-Fi Direct
Wi-Fi Direct
Wi-Fi Direct
Wi-Fi Direct
525
Oorzaak
Brother-apparaat of mobiele apparaat.
Als u al het bovenstaande hebt gecontroleerd en geprobeerd maar de configuratie van Wi-Fi Direct nog steeds niet kunt voltooien, voer dan een van de volgende zaken uit:
Actie
• Schakel uw Brother-machine uit en daarna weer in. Probeer vervolgens de instellingen van Wi-Fi Direct opnieuw te configureren.
• Als u uw Brother-machine als een client-pc gebruikt, bevestig dan het aantal apparaten die tot het huidige Wi-Fi Direct netwerk zijn toegelaten en controleer hoeveel apparaten zijn verbonden.
Interface
Wi-Fi Direct
Voor Windows
Als uw draadloze verbinding verbroken is en u al het bovenstaande hebt gecontroleerd en geprobeerd, raden we u aan het hulpprogramma voor het herstellen van de netwerkverbinding te gebruiken.
Verwante informatie
•
Gerelateerde onderwerpen:
•
Uw apparaat configureren voor een draadloos netwerk wanneer de SSID niet wordt uitgezonden
•
526
Netwerkproblemen > Mijn Brother-machine kan niet afdrukken, scannen of
PC-FAX Ontvangen via het netwerk.
Mijn Brother-machine kan niet afdrukken, scannen of PC-FAX
Ontvangen via het netwerk.
Oorzaak
De toegang tot het netwerk wordt door uw beveiligingssoftware geblokkeerd. (De functie netwerkscannen werkt niet. )
De toegang tot het netwerk wordt door uw beveiligingssoftware geblokkeerd. (De functie
PC-Fax Ontvangen via het netwerk werkt niet.)
(Windows)
De toegang tot het netwerk wordt door uw beveiligingssoftware geblokkeerd.
Er werd geen beschikbaar
IP-adres toegewezen aan uw Brother-apparaat.
Actie
• Windows
Configureer de beveiligings-/firewallsoftware van derden om
Netwerkscannen toe te staan. Om poort 54925 toe te voegen voor netwerkscannen, voert u onderstaande informatie in:
Bij Naam :
Voer een beschrijving in, bijvoorbeeld Brother NetScan.
Bij Poortnummer :
Voer 54925 in.
Bij Protocol :
Selecteer UDP.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw beveiligings-/ firewallsoftware of neem contact op met de softwarefabrikant.
• Mac
(Brother iPrint&Scan)
Klik in de menubalk Finder op Ga > Programma’s en dubbelklik vervolgens op het pictogram van Brother iPrint&Scan. Het Brother iPrint&Scan-venster verschijnt. Klik op de knop Selecteer uw apparaat en volg daarna de aanwijzingen op het scherm om de netwerkmachine opnieuw te selecteren.
(TWAIN-driver)
Klik in de menubalk Finder op Ga > Programma’s > Brother >
TWAIN Driver Utility en dubbelklik vervolgens op het pictogram van Device Selector. Het venster Device Selector verschijnt.
Selecteer opnieuw uw netwerkmachine, zorg ervoor dat Status op inactief staat en klik vervolgens op OK .
Stel de beveiligings-/firewallsoftware van derden in om PC-FAX ontvangen toe te staan. Om poort 54926 toe te voegen voor PC-Fax ontvangen via het netwerk, voert u onderstaande informatie in:
• Bij Naam :
Voer een beschrijving in, bijvoorbeeld Brother PC-Fax ontvangen.
• Bij Poortnummer :
Voer 54926 in.
• Bij Protocol :
Selecteer UDP.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw beveiligings-/ firewallsoftware of neem contact op met de softwarefabrikant.
Beveiligingssoftware blokkeert mogelijk de toegang zonder een beveiligingswaarschuwing weer te geven, zelfs na een succesvolle installatie.
Om toegang toe te staan, raadpleegt u de instructies voor uw beveiligingssoftware of neemt u contact op met de softwarefabrikant.
• Bevestig het IP-adres en het subnetmasker.
Controleer of de IP-adressen en subnetmaskers van uw computer en het Brother-apparaat juist zijn en zich in hetzelfde netwerk bevinden.
Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor meer informatie over hoe u het IP-adres en Subnetmasker verifieert.
• Windows
Interface
Bedraad/ draadloos
Bedraad/ draadloos
Bedraad/ draadloos
Bedraad/ draadloos
527
Oorzaak
De mislukte afdruktaak staat nog steeds in de afdrukwachtrij van de computer.
Uw apparaat van Brother is niet met het draadloze netwerk verbonden.
Actie
Bevestig het IP-adres en het subnetmasker met het hulpprogramma voor het herstellen van de netwerkverbinding.
• Als de mislukte afdruktaak nog steeds in de afdrukwachtrij van uw computer staat, verwijdert u deze.
• Dubbelklik anders in de volgende map op het printerpictogram en annuleer alle documenten:
Windows 7
Klik op (Starten) > Apparaten en printers .
Windows 8
Verplaats uw muis naar de rechterbenedenhoek van uw bureaublad. Als de menubalk verschijnt, klikt u op Instellingen
> Configuratiescherm . Klik in de groep Hardware en geluiden op Apparaten en printers weergeven .
Windows 10 en Windows Server 2016
Klik op > Systeem > Configuratiescherm . Klik in de groep Hardware en geluiden op Apparaten en printers weergeven .
Windows Server 2008
Klik op start > Configuratiescherm > Printers .
Windows Server 2012
Verplaats uw muis naar de rechterbenedenhoek van uw bureaublad. Als de menubalk verschijnt, klikt u op Instellingen
> Configuratiescherm . Klik in de groep Hardware op
Apparaten en printers weergeven > Printers .
Windows Server 2012 R2
Klik op Configuratiescherm op het start -scherm. Klik in de groep Hardware op Apparaten en printers weergeven .
Mac
Klik op Systeemvoorkeuren...
> Printers en scanners .
Druk het WLAN-rapport af en controleer de foutcode op het afgedrukte rapport.
Interface
Bedraad/ draadloos
Draadloos
Als u al het bovenstaande hebt gecontroleerd en geprobeerd maar het Brother-apparaat nog steeds niet afdrukt en scant, verwijdert u de software en drivers van Brother en installeert u deze opnieuw.
Verwante informatie
•
Gerelateerde onderwerpen:
•
•
Foutcodes in het rapport voor draadloos LAN
•
Het hulpprogramma voor het herstellen van de netwerkverbinding gebruiken (Windows)
•
Ik wil controleren of mijn netwerkapparaten naar behoren werken.
528
Netwerkproblemen > Ik wil controleren of mijn netwerkapparaten naar
behoren werken.
Ik wil controleren of mijn netwerkapparaten naar behoren werken.
Controle
Controleer of uw
Brother-apparaat, toegangspoort/router of netwerkhub is ingeschakeld.
Actie
Controleer het volgende:
• Het netsnoer is goed aangesloten en het apparaat van Brother is ingeschakeld.
• De toegangspoort/router of hub is ingeschakeld en de verbindingsknop knippert.
• Alle beschermende verpakkingsmaterialen zijn van het apparaat verwijderd.
• De tonercartridge en drumeenheid zijn correct geïnstalleerd.
• Het deksel van het apparaat is volledig gesloten.
• Het papier is op de juiste manier in de papierlade geplaatst.
• (Voor bedrade netwerken) Een netwerkkabel is stevig aangesloten op het Brother-apparaat en de router of hub.
Druk het netwerkconfiguratierapport af en controleer of Ethernet Link
Status of Wireless Link Status op Link OK staat.
Controleer de Link
Status in het netwerkconfiguratierapp ort of op de pagina met printerinstellingen.
Controleer of u het
Brother-apparaat kunt pingen vanaf uw computer.
Ping het Brother-apparaat vanaf uw computer door bij de Windowsopdrachtprompt of in een Mac-toepassing het IP-adres of de knooppuntnaam te typen: ping <ipaddress> of <nodename> .
• Succesvol: Uw Brother-apparaat werkt correct en is op hetzelfde netwerk aangesloten als uw computer.
• Niet succesvol: Uw Brother-apparaat is niet aangesloten op hetzelfde netwerk als uw computer.
(Windows)
Raadpleeg de netwerkbeheerder en gebruik het hulpprogramma voor het herstellen van de netwerkverbinding om het IP-adres en het subnetmasker te herstellen.
(Mac)
Controleer of het IP-adres en het subnetmasker correct zijn ingesteld.
Controleer of het
Brother-apparaat verbinding heeft met het draadloze netwerk.
Druk het WLAN-rapport af en controleer de foutcode op het afgedrukte rapport.
Interface
Bedraad/ draadloos
Bedraad/ draadloos
Bedraad/ draadloos
Draadloos
Als u al het bovenstaande gecontroleerd en geprobeerd hebt, maar nog steeds problemen ondervindt, raadpleegt u de handleiding van uw draadloze LAN-toegangspoort/router voor het vinden van de SSID- en netwerksleutelgegevens en stelt u deze correct in.
Verwante informatie
•
Gerelateerde onderwerpen:
•
Het netwerkconfiguratierapport afdrukken
•
•
Foutcodes in het rapport voor draadloos LAN
•
Het hulpprogramma voor het herstellen van de netwerkverbinding gebruiken (Windows)
•
Mijn Brother-machine kan niet afdrukken, scannen of PC-FAX Ontvangen via het netwerk.
529
Home > Problemen oplossen > Problemen met Google Cloud Print
Problemen met Google Cloud Print
Probleem
Mijn Brother-machine wordt niet weergegeven in het printeroverzicht.
Afdrukken lukt niet.
Ik kan mijn Brother-machine niet bij Google Cloud Print
™ registreren.
Ik zie geen informatie op mijn Brother-machine wanneer ik deze bij Google Cloud Print
™
probeer te registreren, zelfs niet nadat ik de registratiestappen heb herhaald.
Suggesties
Controleer of het apparaat is ingeschakeld.
Controleer of Google Cloud Print ™ is ingeschakeld.
Controleer of het apparaat is geregistreerd bij Google
Cloud Print
™ opnieuw.
. Als dit niet het geval is, probeer het dan
Controleer of het apparaat is ingeschakeld.
Controleer de netwerkinstellingen. uu Verwante informatie
Bepaalde bestanden kunnen mogelijk niet worden afgedrukt of zien er niet precies zo uit als weergegeven.
Zorg ervoor dat uw apparaat is aangesloten op een netwerk met internetverbinding.
Controleer of de correcte datum en tijd op het apparaat zijn ingesteld.
Controleer of uw Brother-apparaat inactief is wanneer u deze registreert bij Google Cloud Print
™
.
Verwante informatie
•
Gerelateerde onderwerpen:
•
Netwerkinstellingen voor Google Cloud Print
530
Home > Problemen oplossen > Problemen met AirPrint
Problemen met AirPrint
Probleem
Mijn Brother-machine wordt niet weergegeven in het printeroverzicht.
Afdrukken lukt niet.
Ik probeer een document van meerdere pagina's af te drukken vanaf een iOS-apparaat, maar ALLEEN de eerste pagina wordt afgedrukt.
Suggesties
Controleer of uw Brother-apparaat is ingeschakeld.
Controleer de netwerkinstellingen.
Plaats het mobiele apparaat dichter bij uw draadloze toegangspunt/router of uw Brother-apparaat.
Controleer of uw Brother-apparaat is ingeschakeld.
Controleer de netwerkinstellingen.
Zorg ervoor dat u de meest recente versie van het besturingssysteem gebruikt.
Raadpleeg het volgende artikel van Apple voor meer informatie over AirPrint: support.apple.com/kb/HT4356 .
Verwante informatie
•
Gerelateerde onderwerpen:
•
531
Home > Problemen oplossen > Overige problemen
Overige problemen
Problemen
Het apparaat wordt niet ingeschakeld.
Het apparaat kan met de printerdriver BR-Script3 geen
EPS-gegevens afdrukken die binaire gegevens bevatten.
De software van Brother kan niet worden geïnstalleerd.
Suggesties
Ongunstige omstandigheden op de stroomverbinding
(zoals bliksem of een spanningspiek) kan de interne veiligheidsmechanismen van het apparaat hebben ingeschakeld. Koppel het netsnoer los. Wacht tien minuten, steek het netsnoer opnieuw in het stopcontact en druk op om het apparaat in te schakelen.
Als het probleem niet is opgelost en u een stroomonderbreker gebruikt, koppel die dan los om er zeker van te zijn dat deze het probleem niet veroorzaakt.
Steek de stekker van het netsnoer van het apparaat in een ander wandstopcontact waarvan u weet dat het goed werkt. Probeer een ander netsnoer als er nog steeds geen stroom is.
(Windows)
Om EPS-gegevens af te drukken, doet u het volgende:
1. Voor Windows 7 en Windows Server 2008 R2:
Klik op de knop printers .
Starten
Voor Windows Server 2008:
> Apparaten en
Klik op de knop (Starten) > Configuratiescherm
> Hardware en geluiden > Printers .
Voor Windows 8 en Windows Server 2012:
Verplaats uw muis naar de rechterbenedenhoek van uw bureaublad. Als de menubalk verschijnt, klikt u op
Instellingen > Configuratiescherm . In de Hardware
Apparaten en printers weergeven .
Voor Windows 10 en Windows Server 2016:
Klik op > Systeem > Configuratiescherm . Klik in de groep Hardware en geluiden op Apparaten en printers weergeven .
Voor Windows Server 2012 R2:
Klik op Configuratiescherm op het start -scherm. Klik in de groep Hardware op Apparaten en printers weergeven .
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram
Brother XXX-XXXX BR-Script3 , selecteer
Eigenschappen van printer .
3. Kies in het tabblad Apparaatinstellingen TBCP
(Tagged binary communication protocol) in
Uitvoerprotocol .
(Windows)
Als er tijdens de installatie een beveiligingswaarschuwing wordt weergegeven op het computerscherm, wijzigt u de instellingen van de beveiligingssoftware zodat er toegestaan wordt dat het Brother-installatieprogramma of een ander programma wordt uitgevoerd.
(Mac)
532
Problemen Suggesties
Als u de firewallfunctie van een antispyware- of antivirusprogramma gebruikt, dient u deze tijdelijk uit te schakelen en daarna de Brother-software te installeren.
1 Voor Windows Server 2012: groep Hardware en geluiden
Problemen met kopiëren
Problemen
Kan geen kopie maken.
Een verticale zwarte lijn verschijnt op kopieën.
Suggesties
Zorg ervoor dat u op Kopiëren hebt gedrukt en dat de kopieermodus geactiveerd is op de machine.
Neem contact op met uw beheerder om uw instellingen voor Secure Function Lock te controleren.
Zwarte verticale lijnen op kopieën worden meestal veroorzaakt door vuil of correctievloeistof op de glazen strook, of door vuile coronadraden. Maak de glazen strook en de glasplaat van de scanner en de witte balk en wit plastic erboven schoon.
Laad het document op de juiste manier.
De kopieën zijn blanco.
Problemen met scannen
Problemen
Bij de start van de scan verschijnen TWAIN- of WIAfouten. (Windows)
TWAIN-fouten worden weergegeven als het scannen wordt gestart. (Mac)
OCR (optische tekstherkenning) werkt niet.
Kan niet scannen.
Problemen met software
Problemen
Kan geen software installeren en kan niet afdrukken.
Suggesties
Zorg dat de Brother TWAIN- of WIA-driver als primaire bron is geselecteerd in uw scantoepassing. Klik in
Nuance ™ PaperPort ™ 14SE bijvoorbeeld op Bureaublad
> Scaninstellingen > Selecteren...
om de Brother
TWAIN-/WIA-driver te selecteren.
Zorg dat de Brother TWAIN-driver als primaire bron is geselecteerd.
Probeer de scanresolutie te verhogen.
Neem contact op met uw beheerder om uw instellingen voor Secure Function Lock te controleren.
Suggesties
(Windows)
Voer het installatieprogramma opnieuw uit. Dit programma repareert en herinstalleert de software.
Verwante informatie
•
533
Home > Problemen oplossen > De gegevens van het apparaat controleren
De gegevens van het apparaat controleren
Doe het volgende om het serienummer en de firmwareversie van uw Brother-apparaat te controleren.
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Druk op Menu .
2. Druk op a of b om de optie [Machine-info] weer te geven en druk vervolgens op OK .
3. Druk op a of b om een van de volgende opties te selecteren:
Optie
Serienummer
Beschrijving
Hiermee controleert u het serienummer van uw apparaat.
Versie Hiermee controleert u de firmwareversie van uw apparaat.
Paginateller Hiermee controleert u het totale aantal pagina's dat het apparaat heeft afgedrukt.
Duur onderdelen Controleer de resterende beschikbare levensduur van de verbruiksartikelen.
4. Druk op OK .
5. Druk op Stop/Eindigen .
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Machine-info] .
2. Druk op een van de volgende opties:
Optie
Serienummer
Beschrijving
Hiermee controleert u het serienummer van uw apparaat.
Firmware-versie
Paginateller
Levensduur onderdelen
Hiermee controleert u de firmwareversie van uw apparaat.
Firmware bijwerken Hiermee werkt u het apparaat bij met de meest recente firmware.
Firmware Auto Check U kunt informatie over de firmware in het hoofdbeginscherm bekijken.
Hiermee controleert u het totale aantal pagina's dat het apparaat heeft afgedrukt.
Controleer het percentage van de resterende beschikbare levensduur van de verbruiksartikelen.
3. Druk op .
Verwante informatie
•
534
Home > Problemen oplossen > Uw apparaat resetten
Uw apparaat resetten
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Druk op Menu .
2. Druk op a of b om de optie [Stand.instel.] weer te geven en druk vervolgens op OK .
3. Druk op a of b om de optie [Reset] weer te geven en druk vervolgens op OK .
4. Druk op a of b om het resettype dat u wenst uit te voeren te kiezen en druk vervolgens op OK .
Onderverdeelde resetfuncties zijn voor sommige modellen niet beschikbaar.
5. Druk op de optie in de tabel om het apparaat te resetten of het proces te verlaten.
Optie Beschrijving a Reset het apparaat.
b Het apparaat verlaat en annuleert het resetmenu.
De LCD geeft [Heropstart OK?] weer.
6. Druk op de optie in de tabel om het apparaat opnieuw op te starten of het proces te verlaten.
Optie Beschrijving a Start het apparaat opnieuw op. Het apparaat start met resetten.
b Het apparaat verlaat zonder opnieuw op te starten.
Als u uw apparaat niet opnieuw opstart, eindigt het resetproces niet en blijven uw instellingen ongewijzigd.
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Stand.instel.] > [Reset] .
2. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om het type resetfuncties weer te geven en druk vervolgens op de resetfunctie die u wilt gebruiken.
• De netwerkinstellingen, de beveiligingsinstellingen en de adresboekgegevens worden niet gereset met
[Apparaat resetten] .
• Als u het apparaat wegdoet of overdraagt, raden we u aan om de [Fabrieksinstellingen] uit te voeren zodat alle persoonlijke gegevens op het apparaat worden gewist.
3.
[Apparaat wordt opnieuw gestart na het resetten.Druk 2 seconden op [OK] ter bevestiging.] wordt weergegeven. Druk twee seconden op [OK] om de instelling te bevestigen.
U kunt de netwerkinstellingen eveneens resetten door te drukken op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Netwerk] > [Netw. resetten] .
Het apparaat wordt opnieuw opgestart.
Verwante informatie
•
535
•
Overzicht van de resetfuncties
536
> Overzicht van de resetfuncties
Overzicht van de resetfuncties
De volgende resetfuncties zijn beschikbaar:
Koppel de interfacekabel los voordat u de functie Netwerkinstellingen resetten, Alle instellingen resetten of
Fabrieksinstellingen resetten kiest.
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
Onderverdeelde resetfuncties zijn voor sommige modellen niet beschikbaar.
1. Machine resetten
Deze functie resets de volgende instellingen:
• Geprogrammeerde faxtaken in het geheugen (voor MFC-modellen)
(Uitgestelde fax, Groeps-TX)
• Voorbladbericht (voor MFC-modellen)
• Opties voor afstandsbediening (voor MFC-modellen)
(Toegangscode op afstand, Fax opslaan, Fax Doorzenden, PC-Fax verzenden en PC-Fax ontvangen
(alleen Windows))
• Vergrendeling instellen (voor MFC-modellen)
• Taalinstelling
2. Netwerkinstellingen resetten (voor netwerkmodellen)
U kunt de fabrieksinstellingen van de afdrukserver resetten (inclusief wachtwoord en IP-adresgegevens).
3. Adresboek- en faxinstellingen resetten (voor MFC-modellen)
Deze functie resets de volgende instellingen:
• Adresboek
(Eéntoetsnummer / Snelkiezen / Groepen instellen)
• Geprogrammeerde faxtaken in het geheugen
• Stations-ID
(naam en nummer)
• Voorbladbericht
• Opties voor afstandsbediening
(Toegangscode op afstand, Fax opslaan, Fax Doorzenden en PC-Fax ontvangen (alleen Windows))
• Rapport
(Verzendrapport/Telefoonindexlijst/Faxjournaal)
• Vergrendelwachtwoord instellen
4. Alle instellingen resetten
U kunt alle instellingen van het apparaat resetten naar de instellingen die in de fabriek werden ingesteld.
Alle instellingen resetten neemt minder tijd in beslag dan Fabrieksinstellingen herstellen.
5. Fabrieksinstellingen herstellen
Gebruik de resetfunctie voor de instellingen om alle instellingen van het apparaat te resetten naar de instellingen die in de fabriek werden ingesteld.
Fabrieksinstellingen herstellen neemt meer tijd in beslag dan Alle instellingen resetten.
Brother raadt u ten zeerste aan om deze functie uit te voeren wanneer u het apparaat wegdoet.
537
Koppel de interfacekabel los voordat u de functie Netwerkinstellingen resetten, Alle instellingen resetten of
Fabrieksinstellingen resetten kiest.
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Machine resetten
Hiermee kunt u alle apparaat-instellingen die u hebt veranderd, zoals datum en tijd en belvertraging, resetten.
Het adresboek, faxrapporten en oproepgeschiedenis blijven ongewijzigd. (Voor MFC-modellen)
2. Netwerkinstellingen resetten (voor netwerkmodellen)
U kunt de fabrieksinstellingen van de afdrukserver resetten (inclusief wachtwoord en IP-adresgegevens).
3. Adresboek- en faxinstellingen resetten (voor MFC-modellen)
Deze functie resets de volgende instellingen:
• Adresboek
(Adressen en groepen)
• Geprogrammeerde faxtaken in het geheugen
(Uitgestelde fax)
• Stations-ID
(naam en nummer)
• Voorbladbericht
• Instellingen voor het ontvangen van faxen
(Toegangscode op afstand, Fax opslaan, Fax Doorzenden en PC-Fax ontvangen (alleen Windows))
• Rapport
(Verzendrapport / Telefoonindexlijst / Faxjournaal)
• Vergrendelwachtwoord instellen
4. Alle instellingen resetten
Hiermee kunt u alle instellingen van het apparaat resetten naar de instellingen die in de fabriek werden ingesteld.
Alle instellingen resetten neemt minder tijd in beslag dan Fabrieksinstellingen herstellen.
5. Fabrieksinstellingen herstellen
Gebruik de resetfunctie voor de instellingen om alle instellingen van het apparaat te resetten naar de instellingen die in de fabriek werden ingesteld.
Fabrieksinstellingen herstellen neemt meer tijd in beslag dan Alle instellingen resetten.
Brother raadt u ten zeerste aan om deze functie uit te voeren wanneer u het apparaat wegdoet.
Koppel de interfacekabel los voordat u de functie Netwerkinstellingen resetten, Alle instellingen resetten of
Fabrieksinstellingen resetten kiest.
Verwante informatie
•
538
Routineonderhoud
•
•
•
•
De uitlijning van de afdruk in kleur corrigeren (kleurenregistratie)
•
De levensduur van de resterende onderdelen controleren
•
Uw Brother-apparaat verpakken en verzenden
•
Onderdelen bij periodiek onderhoud vervangen
539
Home > Routineonderhoud > Verbruiksartikelen vervangen
Verbruiksartikelen vervangen
U moet de verbruiksartikelen vervangen wanneer het apparaat aangeeft dat de levensduur van het artikel afgelopen is.
Het gebruik van verbruiksartikelen van andere fabrikanten dan Brother kan van invloed zijn op de afdrukkwaliteit en de prestaties en betrouwbaarheid van de hardware. De tonercartridge en drumeenheid zijn twee afzonderlijke verbruiksartikelen. Zorg ervoor dat beide als module zijn geïnstalleerd. De modelnaam van verbruiksartikelen kan verschillen afhankelijk van het land.
OPMERKING
• Zorg ervoor dat u de gebruikte verbruiksartikelen stevig in een zak opbergt zodat er geen tonerstof uit de cartridge wordt gemorst.
• Ga naar www.brother.com/original/index.html
voor instructies over het terugsturen van gebruikte verbruiksartikelen naar het inzamel- en recyclingprogramma van Brother. Als uw lokale Brother-vestiging nog geen inzamelprogramma heeft, of als u het gebruikte verbruiksartikel niet wilt terugsturen, gooi het dan weg volgens de lokale voorschriften, gescheiden van het huishoudelijk afval. Met vragen kunt u contact opnemen met uw plaatselijke afvalverzamelplaats.
• We raden aan om gebruikte en nieuwe verbruiksartikelen op een stuk papier te plaatsen zodat het materiaal erin niet per ongeluk wordt gemorst of verspreid.
• Als u papier gebruikt dat niet gelijkwaardig is aan de aanbevolen afdrukmedia, kan de levensduur van de verbruiksartikelen en machineonderdelen korter zijn.
• De verwachte levensduur van de tonercartridges is gebaseerd op ISO/IEC 19798. Hoe vaak deze moet worden vervangen hangt af van het afdrukvolume, percentage dekking, gebruikte mediatypes en het inen uitschakelen van het apparaat.
• Hoe vaak verbruiksartikelen behalve tonercartridges moeten worden vervangen hangt af van het afdrukvolume, gebruikte mediatypes en het in- en uitschakelen van het apparaat.
• Ga voorzichtig met de tonercartridge om. Als u toner op uw handen of kleren morst, veegt of was u het onmiddellijk met koud water.
• Om problemen met de afdrukkwaliteit te vermijden, mag u NOOIT de onderdelen aanraken die in de afbeeldingen als schaduw zijn weergegeven.
Tonercartridge
Drumeenheid
540
Riemeenheid
Toneropvangbak
Verwante informatie
•
•
•
•
•
Gerelateerde onderwerpen:
•
•
541
Verbruiksartikelen vervangen > De tonercartridge vervangen
De tonercartridge vervangen
Voor u de vervangingsprocedure start uu Verwante informatie : Verbruiksartikelen vervangen
1. Zorg ervoor dat het apparaat ingeschakeld is.
2. Open het bovendeksel tot deze in de open positie blijft staan.
WAARSCHUWING
HEET OPPERVLAK
De interne onderdelen van het apparaat zijn ontzettend heet. Raak ze pas aan wanneer het apparaat afgekoeld is.
3. Verwijder de module met de tonercartridge en drumeenheid voor de kleur aangegeven op het LCD-scherm.
542
VOORZICHTIG
We raden aan om de modules met de tonercartridge en drumeenheid op een schoon, vlak oppervlak met wegwerppapier te plaatsen voor het geval u per ongeluk toner morst of verspreidt.
BELANGRIJK
Voorkom schade aan het apparaat door statische elektriciteit en raak de in de afbeelding getoonde elektroden NIET aan.
4. Duw de groene vergrendelhendel omlaag en haal de tonercartridge uit de drumeenheid.
543
5. Pak de nieuwe tonercartridge uit.
6. Verwijder de bescherming.
De precieze vorm van de tonercartridge verschilt per land en regio.
7. Plaats de nieuwe tonercartridge stevig in de drumeenheid tot u deze op zijn plek hoort vastklikken.
Zorg ervoor dat u de tonercartridge correct plaatst. Zo niet, dan kan hij van de drumeenheid loskomen.
8. Reinig de coronadraad in de drumeenheid door het groene lipje voorzichtig een paar keer van links naar rechts en weer terug te schuiven. Herhaal dit voor alle coronadraden.
Zorg ervoor dat u de groene tab naar de oorspronkelijke stand terugbrengt ( a ). De pijl op het tabblad moet overeenstemmen met de pijl op de drumeenheid. Als dit niet zo is, dan kan er een verticale streep op de afgedrukte pagina's staan.
544
9. Schuif de modules met de drumeenheid en tonercartridge in het apparaat. Zorg ervoor dat de kleur van de tonercartridge overeenstemt met de kleur van het etiket op het apparaat.
BK
C
M
Y
10. Sluit het bovendeksel van het apparaat.
• Schakel na het vervangen van een tonercartridge het apparaat NOOIT uit en open NOOIT het bovendeksel tot het display van het apparaat opnieuw Gereed is.
• De tonercartridge die bij uw Brother-apparaat wordt geleverd, is een startertonercartridge.
• We raden u aan een nieuwe tonercartridge bij de hand te houden wanneer u de waarschuwing Toner bijna leeg ziet.
• Om voor afdrukken van hoge kwaliteit te zorgen, bevelen we het gebruik van alleen originele tonercartridges van het merk Brother aan. Als u tonercartridges wilt kopen, neem dan contact op met de klantenservice van Brother of met uw lokale Brother-leverancier.
• Pak de nieuwe tonercartridge PAS uit wanneer u deze gaat installeren.
• Als de tonercartridge lang voor die tijd is uitgepakt, gaat de toner minder lang mee.
• Brother beveelt ten strengste aan dat u de bij uw apparaat meegeleverde tonercartridge NOOIT opnieuw vult. We bevelen u ook ten strengste aan om alleen originele reservetonercartridges van het merk Brother te gebruiken. Als u toners en/of cartridges van derden gebruikt of probeert te gebruiken in het apparaat van Brother, dan kan dit schade aan het apparaat veroorzaken en/of leiden tot een onbevredigende afdrukkwaliteit. Onze beperkte garantie is niet van toepassing op een probleem dat wordt veroorzaakt door het gebruik van toners en/of cartridges van derden. Om uw investering veilig te stellen en de beste prestatie van het apparaat van Brother te verkrijgen, raden we ten strengste het gebruik van originele verbruiksartikelen van Brother aan.
Verwante informatie
•
Gerelateerde onderwerpen:
•
•
545
Verbruiksartikelen vervangen > De drumeenheid vervangen
De drumeenheid vervangen
Voor u de vervangingsprocedure start uu Verwante informatie : Verbruiksartikelen vervangen
>> De drumteller resetten (DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW)
>> De drumteller resetten (DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/
De drumeenheid vervangen
1. Zorg ervoor dat het apparaat ingeschakeld is.
2. Open het bovendeksel tot deze in de open positie blijft staan.
WAARSCHUWING
HEET OPPERVLAK
De interne onderdelen van het apparaat zijn ontzettend heet. Raak ze pas aan wanneer het apparaat afgekoeld is.
3. Verwijder de module met de tonercartridge en drumeenheid voor de kleur aangegeven op het LCD-scherm.
546
VOORZICHTIG
We raden aan om de modules met de tonercartridge en drumeenheid op een schoon, vlak oppervlak met wegwerppapier te plaatsen voor het geval u per ongeluk toner morst of verspreidt.
BELANGRIJK
Voorkom schade aan het apparaat door statische elektriciteit en raak de in de afbeelding getoonde elektroden NIET aan.
4. Duw de groene vergrendelhendel omlaag en haal de tonercartridge uit de drumeenheid.
547
5. Pak de nieuwe drumeenheid uit.
6. Verwijder de bescherming.
7. Plaats de tonercartridge stevig in de nieuwe drumeenheid tot u deze op zijn plek hoort vastklikken.
Zorg ervoor dat u de tonercartridge correct plaatst. Zo niet, dan kan hij van de drumeenheid loskomen.
8. Reinig de coronadraad in de drumeenheid door het groene lipje voorzichtig een paar keer van links naar rechts en weer terug te schuiven. Herhaal dit voor alle coronadraden.
Zorg ervoor dat u de groene tab naar de oorspronkelijke stand terugbrengt ( a ). De pijl op het tabblad moet overeenstemmen met de pijl op de drumeenheid. Als dit niet zo is, dan kan er een verticale streep op de afgedrukte pagina's staan.
548
9. Schuif de modules met de drumeenheid en tonercartridge in het apparaat. Zorg ervoor dat de kleur van de tonercartridge overeenstemt met de kleur van het etiket op het apparaat.
BK
C
M
Y
10. Sluit het bovendeksel van het apparaat.
11. Reset de teller van de drumeenheid aan de hand van het volgende gedeelte.
OPMERKING
• De drum slijt door gebruik en het draaien van de drum en de interactie met papier, toner en andere materialen in het papierpad. Bij het ontwerpen van dit product besloot Brother om de gebruiksduur van de drum te laten bepalen door het aantal rotaties van de drum. Wanneer een drum de in de fabriek vastgelegde rotatielimiet die overeenstemt met het nominale aantal pagina's heeft bereikt, zal de LCD van het product u adviseren om de drum te vervangen. Het product blijft werken, maar de afdrukkwaliteit neemt af.
• Als de niet-verpakte drumeenheid aan direct zonlicht wordt blootgesteld (of langdurig aan kunstlicht), dan kan de eenheid beschadigd zijn.
• Er zijn vele factoren die invloed hebben op de eigenlijke gebruiksduur van de drum, zoals temperatuur, vochtigheid, gebruikte papiersoort en toner, enz. In ideale omstandigheden wordt de levensduur van de drumeenheid geschat op ongeveer 18.000 pagina's op basis van één pagina per taak [enkelzijdige A4- of
Letter-pagina's]. Het aantal pagina's kan beïnvloed worden door tal van factoren, met inbegrip van maar niet beperkt tot het mediatype en het mediaformaat.
Wij hebben geen invloed op de vele factoren die de gebruiksduur van de drum bepalen en kunnen derhalve geen minimumaantal pagina's garanderen dat door uw drum zal worden afgedrukt.
• Voor de beste prestaties raden wij u aan om alleen originele toner van Brother te gebruiken.
• Het apparaat mag alleen in een schone, stofvrije omgeving met voldoende ventilatie worden gebruikt.
Afdrukken met een drumeenheid die niet van Brother komt, vermindert mogelijk niet alleen de afdrukkwaliteit maar ook de kwaliteit en levensduur van het apparaat zelf. De garantie is niet van toepassing op problemen die worden veroorzaakt door het gebruik van een drumeenheid die niet van
Brother komt.
BELANGRIJK
• Om problemen met de afdrukkwaliteit of schade aan het apparaat te voorkomen, mag u de teller van de drumeenheid ALLEEN resetten als u de drum ook daadwerkelijk vervangt.
• Als u de teller van de drumeenheid reset zonder de drum te vervangen, kan het apparaat de resterende levensduur van de drumeenheid niet goed berekenen.
• Het gebruik van verbruiksartikelen van andere fabrikanten dan Brother kan van invloed zijn op de afdrukkwaliteit en de prestaties en betrouwbaarheid van de hardware.
De drumteller resetten (DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW)
1. Zorg ervoor dat het apparaat ingeschakeld is.
549
2. Zorg ervoor dat het deksel van het apparaat gesloten is.
3. Houd OK ingedrukt terwijl u op a drukt.
4. Druk op OK om [Drumeenheid] te selecteren.
5. Druk op a of b om de tonerkleur weer te geven van de drumeenheid die u net hebt vervangen en druk vervolgens op OK .
6. Druk op a om de drumteller te resetten.
De drumteller resetten (DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/
MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW)
1. Zorg ervoor dat het apparaat ingeschakeld is.
2. Houd gedurende ongeveer vijf seconden ingedrukt.
3. Druk op [Drumeenheid] .
4. Selecteer de tonerkleur van de drumeenheid die u net hebt vervangen.
5. Druk op [Ja] .
Verwante informatie
•
Gerelateerde onderwerpen:
•
•
550
Verbruiksartikelen vervangen > De riemeenheid vervangen
De riemeenheid vervangen
Voor u de vervangingsprocedure start uu Verwante informatie : Verbruiksartikelen vervangen
>> De riemteller resetten (DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW)
>> De riemteller resetten (DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/
De riemeenheid vervangen
1. Zorg ervoor dat het apparaat ingeschakeld is.
2. Open het bovendeksel tot deze in de open positie blijft staan.
WAARSCHUWING
HEET OPPERVLAK
De interne onderdelen van het apparaat zijn ontzettend heet. Raak ze pas aan wanneer het apparaat afgekoeld is.
3. Verwijder alle modules met tonercartridge en drumeenheid.
551
VOORZICHTIG
We raden aan om de modules met de tonercartridge en drumeenheid op een schoon, vlak oppervlak met wegwerppapier te plaatsen voor het geval u per ongeluk toner morst of verspreidt.
BELANGRIJK
Voorkom schade aan het apparaat door statische elektriciteit en raak de in de afbeelding getoonde elektroden NIET aan.
4. Houd de groene handgreep van de riemeenheid vast, til de riemeenheid op en trek deze eruit. Let erop dat de riemeenheid het apparaat niet aanraakt.
552
5. Pak de nieuwe riemeenheid uit en plaats deze in het apparaat.
OPMERKING
Om problemen met de afdrukkwaliteit te vermijden, mag u NOOIT de onderdelen aanraken die in de afbeeldingen als schaduw zijn weergegeven.
6. Plaats elke module met drumeenheid en tonercartridge in het apparaat. Zorg ervoor dat de kleur van de tonercartridge overeenstemt met de kleur van het etiket op de drumeenheid (voor alle vier de modules).
553
BK
C
M
Y
7. Sluit het bovendeksel van het apparaat.
8. Reset de teller van de riemeenheid aan de hand van het volgende gedeelte.
BELANGRIJK
• Om problemen met de afdrukkwaliteit of schade aan het apparaat te voorkomen, mag u de teller van de riemeenheid ALLEEN resetten als u de riemeenheid ook daadwerkelijk vervangt.
• Het gebruik van verbruiksartikelen van andere fabrikanten dan Brother kan van invloed zijn op de afdrukkwaliteit en de prestaties en betrouwbaarheid van de hardware.
De riemteller resetten (DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW)
1. Zorg ervoor dat het apparaat ingeschakeld is.
2. Zorg ervoor dat het deksel van het apparaat gesloten is.
3. Houd OK ingedrukt terwijl u op a drukt.
4. Druk op a of b om de optie [Riem] weer te geven en druk vervolgens op OK .
5. Druk op a om de riemteller te resetten.
De riemteller resetten (DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/
MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW)
1. Zorg ervoor dat het apparaat ingeschakeld is.
2. Houd gedurende ongeveer vijf seconden ingedrukt.
3. Druk op [Riemeenheid] .
4. Druk op [Ja] .
Verwante informatie
•
Gerelateerde onderwerpen:
•
•
554
Verbruiksartikelen vervangen > De toneropvangbak vervangen
De toneropvangbak vervangen
Voor u de vervangingsprocedure start uu Verwante informatie : Verbruiksartikelen vervangen
1. Zorg ervoor dat het apparaat ingeschakeld is.
2. Open het bovendeksel tot deze in de open positie blijft staan.
WAARSCHUWING
HEET OPPERVLAK
De interne onderdelen van het apparaat zijn ontzettend heet. Raak ze pas aan wanneer het apparaat afgekoeld is.
3. Verwijder alle modules met tonercartridge en drumeenheid.
555
VOORZICHTIG
We raden aan om de modules met de tonercartridge en drumeenheid op een schoon, vlak oppervlak met wegwerppapier te plaatsen voor het geval u per ongeluk toner morst of verspreidt.
BELANGRIJK
Voorkom schade aan het apparaat door statische elektriciteit en raak de in de afbeelding getoonde elektroden NIET aan.
4. Houd de groene handgreep van de riemeenheid vast, til de riemeenheid op en trek deze eruit. Let erop dat de riemeenheid het apparaat niet aanraakt.
556
5. Verwijder het oranje verpakkingsmateriaal en gooi het weg.
Deze stap is alleen nodig wanneer u de toneropvangbak voor het eerst vervangt en hoeft u niet meer uit te voeren om de toneropvangbak de volgende keer te vervangen. De oranje stukken zijn in de fabriek geïnstalleerd om uw apparaat tijdens het transport te beschermen.
6. Houd de groene handgreep van de toneropvangbak vast en verwijder de toneropvangbak uit het apparaat.
Gebruik de toneropvangbak NIET opnieuw.
7. Pak de nieuwe toneropvangbak uit en installeer deze in het apparaat. Zorg ervoor dat de toneropvangbak vlak en stevig vast zit.
557
8. Schuif de riemeenheid terug in het apparaat.
OPMERKING
Om problemen met de afdrukkwaliteit te vermijden, mag u NOOIT de onderdelen aanraken die in de afbeeldingen als schaduw zijn weergegeven.
9. Plaats elke module met drumeenheid en tonercartridge in het apparaat. Zorg ervoor dat de kleur van de tonercartridge overeenstemt met de kleur van het etiket op de drumeenheid (voor alle vier de modules).
558
10. Sluit het bovendeksel van het apparaat.
Verwante informatie
•
Gerelateerde onderwerpen:
•
BK
C
M
Y
559
Home > Routineonderhoud > Het apparaat reinigen
Het apparaat reinigen
Maak de buiten- en binnenkant van het apparaat regelmatig schoon met een droge, pluisvrije doek.
Wanneer u de tonercartridge of drumeenheid vervangt, zorg er dan voor dat u de binnenkant van het apparaat schoonmaakt. Als er tonervlekken op afgedrukte pagina's zijn, maal dan de binnenkant van het apparaat schoon met een droge, pluisvrije doek.
WAARSCHUWING
• Gebruik NOOIT brandbare stoffen, om het even welke soort verstuiver of een oplosmiddel/vloeistof met alcohol of ammoniak om de binnen- of buitenkant van het product schoon te maken. Dat kan brand veroorzaken. Gebruik hiervoor uitsluitend een droge, pluisvrije doek.
BELANGRIJK
• Gebruik GEEN isopropylalcohol om het bedieningspaneel te reinigen. Het paneel kan hierdoor barsten.
• Om problemen met de afdrukkwaliteit te vermijden, mag u NOOIT de onderdelen aanraken die in de illustraties als schaduw zijn weergegeven.
Tonercartridge
Drumeenheid
560
Riemeenheid
Toneropvangbak
Verwante informatie
•
•
•
•
Het LCD-touchscreen schoonmaken
•
•
•
De papierinvoerrollen schoonmaken
561
> De scanner schoonmaken
De scanner schoonmaken
1. Houd ingedrukt om het apparaat uit te schakelen.
2. Til het documentdeksel (1) op. Maak het witte plastic oppervlak (2) en de glasplaat (3) eronder schoon met een zachte pluisvrije met water bevochtigde doek.
1
2
3
3. Maak in de ADF (automatische documentinvoer) de witte balk (1) en de strook van de glasplaat (2) eronder schoon met een zachte pluisvrije met water bevochtigde doek.
2
1
4. Open het deksel van de glasplaat (1) en reinig dan het witte gedeelte (2) en de glazen strook (3) (alleen ondersteunde modellen).
3
1
2
5. Sluit het documentdeksel.
6. Druk op om het apparaat aan te zetten.
Verwante informatie
•
562
> Reinig de LED-koppen
Reinig de LED-koppen
Als er een probleem is met de afdrukkwaliteit, zoals lichte of fletse kleuren, witte strepen of streepvorming van boven naar beneden over de pagina, reinig dan de LED-koppen als volgt:
1. Houd ingedrukt om het apparaat uit te schakelen.
2. Open het bovendeksel tot deze in de open positie blijft staan.
3. Veeg elk venster van een LED-kop (1) schoon met een droge, zachte pluisvrije doek. Raak de vensters niet aan met uw vingers.
1
4. Sluit het bovendeksel van het apparaat.
5. Druk op om het apparaat aan te zetten.
1
Verwante informatie
•
Gerelateerde onderwerpen:
•
563
> Het LCD-touchscreen schoonmaken
Het LCD-touchscreen schoonmaken
Gerelateerde modellen : DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
BELANGRIJK
Gebruik NOOIT vloeibare schoonmaakmiddelen (inclusief ethanol).
1. Houd ingedrukt om het apparaat uit te schakelen.
2. Maak het touchscreen schoon met een droge en pluisvrije zachte doek.
3. Druk op om het apparaat aan te zetten.
Verwante informatie
•
564
> De coronadraden schoonmaken
De coronadraden schoonmaken
1. Open het bovendeksel tot deze in de open positie blijft staan.
WAARSCHUWING
HEET OPPERVLAK
De interne onderdelen van het apparaat zijn ontzettend heet. Raak ze pas aan wanneer het apparaat afgekoeld is.
2. Verwijder de modules met de tonercartridge en drumeenheid.
565
VOORZICHTIG
We raden aan om de modules met de tonercartridge en drumeenheid op een schoon, vlak oppervlak met wegwerppapier te plaatsen voor het geval u per ongeluk toner morst of verspreidt.
BELANGRIJK
Voorkom schade aan het apparaat door statische elektriciteit en raak de in de afbeelding getoonde elektroden NIET aan.
3. Reinig de coronadraad in de drumeenheid door het groene lipje voorzichtig een paar keer van links naar rechts en weer terug te schuiven. Herhaal dit voor alle coronadraden.
Zorg ervoor dat u de groene tab naar de oorspronkelijke stand terugbrengt ( a ). De pijl op het tabblad moet overeenstemmen met de pijl op de drumeenheid. Als dit niet zo is, dan kan er een verticale streep op de afgedrukte pagina's staan.
4. Schuif de modules met de drumeenheid en tonercartridge in het apparaat. Zorg ervoor dat de kleur van de tonercartridge overeenstemt met de kleur van het etiket op het apparaat.
566
5. Sluit het bovendeksel van het apparaat.
Verwante informatie
•
Gerelateerde onderwerpen:
•
BK
C
M
Y
567
> De drumeenheid schoonmaken
De drumeenheid schoonmaken
Als er zwarte of witte punten of andere herhalende markeringen met een interval van 94 mm op uw afdruk staan, dan bevat de drum mogelijk vreemd materiaal, zoals lijm van een etiket, op het drumoppervlak.
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Controleer of het apparaat in de stand Gereed staat.
2. Druk op Menu .
3. Druk op a of b om het volgende te selecteren: a. Selecteer [Print lijsten] . Druk op OK .
b. Selecteer [Drum puntafd.] . Druk op OK .
De drumcontrolepagina wordt afgedrukt.
4. Houd ingedrukt om het apparaat uit te schakelen.
5. Open het bovendeksel tot deze in de open positie blijft staan.
WAARSCHUWING
HEET OPPERVLAK
De interne onderdelen van het apparaat zijn ontzettend heet. Raak ze pas aan wanneer het apparaat afgekoeld is.
6. De kleur van de afgedrukte puntjes op de controlepagina is de kleur van de drum die u moet reinigen.
Verwijder de module met de tonercartridge en drumeenheid voor de kleur die het probleem is.
568
VOORZICHTIG
We raden aan om de modules met de tonercartridge en drumeenheid op een schoon, vlak oppervlak met wegwerppapier te plaatsen voor het geval u per ongeluk toner morst of verspreidt.
BELANGRIJK
Voorkom schade aan het apparaat door statische elektriciteit en raak de in de afbeelding getoonde elektroden NIET aan.
7. Duw de groene vergrendelhendel omlaag en haal de tonercartridge uit de drumeenheid.
569
Raak het oppervlak van de drumeenheid behalve het tandwiel NIET aan om problemen met de afdrukkwaliteit te vermijden.
8. Til het frame van de drumeenheid op aan de greep en draai de drum linksom, zoals getoond.
9. Verminder uw grip zodat het frame naar voren valt. Ga vervolgens met uw rechterhand naar het tandwiel van de drumeenheid aan de achterkant in het frame.
Raak het oppervlak van de drumeenheid behalve het tandwiel NIET aan om problemen met de afdrukkwaliteit te vermijden.
10. Draai uw linkerhand omhoog om het frame zo te houden dat de nummering zichtbaar is. Draai met uw rechterhand aan de drum en zoek naar dingen op het drumoppervlak die daar niet thuishoren.
570
Gebruik de cijfers naast de drumrol om de markering te vinden. Een punt in kolom 2 op de controlepagina betekent bijvoorbeeld dat er zich een markering in zone "2" van de drum bevindt.
11. Wrijf zachtjes op het oppervlak van de drumeenheid met een droge katoenen doek tot de markering van het oppervlak eraf komt.
OPMERKING
Reinig het oppervlak van de lichtgevoelige drum NIET met een scherp voorwerp of met een vloeistof.
12. Plaats de tonercartridge stevig in de drumeenheid tot u deze op zijn plek hoort vastklikken.
571
Zorg ervoor dat u de tonercartridge correct plaatst. Zo niet, dan kan hij van de drumeenheid loskomen.
13. Schuif de modules met de drumeenheid en tonercartridge in het apparaat. Zorg ervoor dat de kleur van de tonercartridge overeenstemt met de kleur van het etiket op het apparaat.
BK
C
M
Y
14. Sluit het bovendeksel van het apparaat.
15. Druk op om het apparaat aan te zetten.
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Controleer of het apparaat in de stand Gereed staat.
2. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Print lijsten] > [Drumstippen afdrukken] .
3. Druk op [Ja] .
De drumcontrolepagina wordt afgedrukt.
4. Houd ingedrukt om het apparaat uit te schakelen.
5. Open het bovendeksel tot deze in de open positie blijft staan.
572
WAARSCHUWING
HEET OPPERVLAK
De interne onderdelen van het apparaat zijn ontzettend heet. Raak ze pas aan wanneer het apparaat afgekoeld is.
6. De kleur van de afgedrukte puntjes op de controlepagina is de kleur van de drum die u moet reinigen.
Verwijder de module met de tonercartridge en drumeenheid voor de kleur die het probleem is.
VOORZICHTIG
We raden aan om de modules met de tonercartridge en drumeenheid op een schoon, vlak oppervlak met wegwerppapier te plaatsen voor het geval u per ongeluk toner morst of verspreidt.
BELANGRIJK
Voorkom schade aan het apparaat door statische elektriciteit en raak de in de afbeelding getoonde elektroden NIET aan.
573
7. Duw de groene vergrendelhendel omlaag en haal de tonercartridge uit de drumeenheid.
Raak het oppervlak van de drumeenheid behalve het tandwiel NIET aan om problemen met de afdrukkwaliteit te vermijden.
8. Til het frame van de drumeenheid op aan de greep en draai de drum linksom, zoals getoond.
9. Verminder uw grip zodat het frame naar voren valt. Ga vervolgens met uw rechterhand naar het tandwiel van de drumeenheid aan de achterkant in het frame.
574
Raak het oppervlak van de drumeenheid behalve het tandwiel NIET aan om problemen met de afdrukkwaliteit te vermijden.
10. Draai uw linkerhand omhoog om het frame zo te houden dat de nummering zichtbaar is. Draai met uw rechterhand aan de drum en zoek naar dingen op het drumoppervlak die daar niet thuishoren.
Gebruik de cijfers naast de drumrol om de markering te vinden. Een punt in kolom 2 op de controlepagina betekent bijvoorbeeld dat er zich een markering in zone "2" van de drum bevindt.
575
11. Wrijf zachtjes op het oppervlak van de drumeenheid met een droge katoenen doek tot de markering van het oppervlak eraf komt.
OPMERKING
Reinig het oppervlak van de lichtgevoelige drum NIET met een scherp voorwerp of met een vloeistof.
12. Plaats de tonercartridge stevig in de drumeenheid tot u deze op zijn plek hoort vastklikken.
Zorg ervoor dat u de tonercartridge correct plaatst. Zo niet, dan kan hij van de drumeenheid loskomen.
13. Schuif de modules met de drumeenheid en tonercartridge in het apparaat. Zorg ervoor dat de kleur van de tonercartridge overeenstemt met de kleur van het etiket op het apparaat.
BK
C
M
Y
14. Sluit het bovendeksel van het apparaat.
15. Druk op om het apparaat aan te zetten.
Verwante informatie
•
Gerelateerde onderwerpen:
•
576
> De papierinvoerrollen schoonmaken
De papierinvoerrollen schoonmaken
Door de papierdoorvoerrollen regelmatig schoon te maken zorgt u ervoor dat het papier steeds goed doorgevoerd wordt en er geen papierstoringen optreden.
Als u problemen met de papierinvoer hebt, maak de papierinvoerrollen dan als volgt schoon:
1. Houd ingedrukt om het apparaat uit te schakelen.
2. Trek de papierlade volledig uit het apparaat.
3. Als papier is geplaatst of iets in de papierlade vastzit, verwijder het.
4. Wring een pluisvrije in lauw water gedrenkte doek goed uit en veeg vervolgens op het separatorblok op de papierlade om stof te verwijderen.
5. Wrijf op de twee invoerrollen in het apparaat om stof te verwijderen.
6. Laad het papier opnieuw en plaats de papierlade stevig terug in het apparaat.
7. Druk op om het apparaat aan te zetten.
Verwante informatie
•
Gerelateerde onderwerpen:
•
577
Home > Routineonderhoud > Kleurenuitvoer kalibreren
Kleurenuitvoer kalibreren
De uitvoerdichtheid voor elke kleur kan variëren naargelang de omgeving van de machine, met inbegrip van factoren zoals temperatuur en vochtigheid. Door uw machine te kalibreren, kunt u de uitgevoerde kleurdichtheid verbeteren.
Als u een printerdriver van Mac gebruikt, haalt de printerdriver de kalibratiegegevens automatisch op. Om de gegevens handmatig op te halen, moet u de kalibratie uitvoeren met behulp van de Status Monitor van
Brother.
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Druk op Menu .
2. Druk op a of b om het volgende te selecteren: a. Selecteer [Printer] . Druk op OK .
b. Selecteer [Correctie wissen] . Druk op OK .
c. Selecteer [Kalibratie] . Druk op OK .
d. Selecteer [Kalibreren] . Druk op OK .
3. Druk op a om de optie [Ja] te selecteren.
Kalibratie start automatisch en duurt enkele minuten.
4. Druk op Stop/Eindigen .
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Druk op
2. Druk op [Ja] .
[Toner] > [Kalibratie] > [Kalibreren] .
Kalibratie start automatisch en duurt enkele minuten.
3. Druk op .
Verwante informatie
•
•
De kalibratie-instellingen van het apparaat resetten
Gerelateerde onderwerpen:
•
•
•
De status van het apparaat bewaken vanaf uw computer (Windows)
•
De status van het apparaat bewaken vanaf uw computer (Mac)
578
Kleurenuitvoer kalibreren > De kalibratie-instellingen van het apparaat
resetten
De kalibratie-instellingen van het apparaat resetten
Als de afgedrukte kleur verschilt van de kleur die u op het beeldscherm ziet, probeer dan de kalibratieparameters van uw apparaat te resetten.
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Druk op Menu .
2. Druk op a of b om het volgende te selecteren: a. Selecteer [Printer] . Druk op OK .
b. Selecteer [Correctie wissen] . Druk op OK .
c. Selecteer [Kalibratie] . Druk op OK .
d. Selecteer [Reset] . Druk op OK .
3. Druk op a om de optie [Reset] te selecteren.
4. Druk op Stop/Eindigen .
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Druk op
2. Druk op [Ja] .
3. Druk op .
[Toner] > [Kalibratie] > [Reset] .
Verwante informatie
•
579
Home > Routineonderhoud > De uitlijning van de afdruk in kleur corrigeren (kleurenregistratie)
De uitlijning van de afdruk in kleur corrigeren (kleurenregistratie)
Als effen vlakken met kleur of beelden randen in cyaan, magenta of geel hebben, moet u de functie voor kleurenregistratie gebruiken.
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Druk op Menu .
2. Druk op a of b om het volgende te selecteren: a. Selecteer [Printer] . Druk op OK .
b. Selecteer [Correctie wissen] . Druk op OK .
c. Selecteer [Registratie] . Druk op OK .
3. Druk op a om de optie [Ja] te selecteren.
Kleurenregistratie start automatisch en duurt ongeveer 10 seconden of meer.
4. Druk op Stop/Eindigen .
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Druk op
2. Druk op [Ja] .
[Toner] > [Registratie] .
Kleurenregistratie start automatisch en duurt ongeveer 10 seconden of meer.
3. Druk op .
Verwante informatie
•
580
Home > Routineonderhoud > De levensduur van de resterende onderdelen controleren
De levensduur van de resterende onderdelen controleren
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Druk op Menu .
2. Druk op a of b om het volgende te selecteren: a. Selecteer [Machine-info] . Druk op OK .
b. Selecteer [Duur onderdelen] . Druk op OK .
3. Druk op a of b om het te controleren machinedeel te selecteren en druk vervolgens op OK .
De LCD geeft de geschatte resterende gebruiksduur van het onderdeel weer.
4. Druk op Stop/Eindigen .
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Machine-info] > [Levensduur onderdelen] .
2. Druk op het machineonderdeel dat u wilt controleren.
De LCD geeft de geschatte resterende gebruiksduur van het onderdeel weer.
3. Druk op .
Om de geschatte resterende levensduur van de tonercartridge weer te geven, drukt u op de LCD op
.
Verwante informatie
•
581
Home > Routineonderhoud > Uw Brother-apparaat verpakken en verzenden
Uw Brother-apparaat verpakken en verzenden
WAARSCHUWING
• Dit product is zwaar en weegt meer dan 21,7 kg. Om mogelijk letsel te voorkomen, moeten minstens twee personen het product optillen door het aan de voor- en achterkant vast te houden.
• Wanneer u het apparaat verplaatst, neemt u het apparaat vast zoals getoond in de afbeelding.
• Als u om het even welke reden uw apparaat moet verzenden, pak deze dan voorzichtig in de originele verpakking in om schade tijdens het transport te vermijden. Het apparaat dient passend te worden verzekerd voor het vervoer.
1. Houd ingedrukt om het apparaat uit te schakelen. Laat het apparaat ten minste 10 minuten uitgeschakeld om af te koelen.
2. Koppel alle kabels los en haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
3. Plaats het apparaat in de originele zak.
4. Verpak het apparaat, het gedrukte materiaal en het stroomsnoer (indien van toepassing) met het originele verpakkingsmateriaal in de originele doos, zoals afgebeeld.
582
5. Sluit de doos en maak deze dicht met verpakkingstape.
Verwante informatie
•
583
Home > Routineonderhoud > Onderdelen bij periodiek onderhoud vervangen
Onderdelen bij periodiek onderhoud vervangen
Vervang de volgende onderdelen regelmatig om een goede afdrukkwaliteit te behouden. De onderstaande
onderdelen moeten worden vervangen nadat u ongeveer 50.000 pagina's 1
hebt afgedrukt voor de fuseereenheid, papiertoevoerkit voor de papierlade en papiertoevoerkit voor de multifunctionele lade.
Neem contact op met de klantenservice van Brother of met uw lokale Brother-leverancier wanneer het volgende bericht op de LCD verschijnt:
LCD-bericht
Beschrijving
Vervang de fuseereenheid.
Vervang PF-kitMF
Vervang de papiertoevoerset voor de papierlade.
Vervang de papiertoevoerset voor de multifunctionele lade.
Verwante informatie
•
1
2
Letter- of A4-formaat, enkelzijdig geteld,
Hoe vaak deze moet worden vervangen hangt af van de complexiteit van afgedrukte pagina's, het percentage dekking en het gebruikte mediatype.
584
Machine-instellingen
Pas instellingen en functies aan, maak snelkoppelingen aan en werk met opties weergegeven op de LCD van de machine om van uw machine van Brother een efficiënter werkmiddel te maken.
•
De instellingen van het apparaat vanaf het bedieningspaneel wijzigen
•
De instellingen van het apparaat wijzigen vanaf een computer
585
Home > Machine-instellingen > De instellingen van het apparaat vanaf het bedieningspaneel wijzigen
De instellingen van het apparaat vanaf het bedieningspaneel wijzigen
•
In het geval van stroomstoring (opslag in geheugen)
•
•
Uw favoriete instellingen opslaan als een snelkoppeling
•
•
Instellingen- en functietabellen
586
De instellingen van het apparaat vanaf het bedieningspaneel wijzigen > In
het geval van stroomstoring (opslag in geheugen)
In het geval van stroomstoring (opslag in geheugen)
Uw menu-instellingen zijn permanent opgeslagen en gaan niet verloren in geval van een stroomstoring.Tijdelijke
instellingen (bijvoorbeeld internationale modus) gaan verloren.
• Tijdens een stroomstoring worden de datum, de tijd en geprogrammeerde faxtimertaken (bijvoorbeeld:
Uitgestelde fax) ongeveer 60 uur in het geheugen bewaard. Andere faxopdrachten in het geheugen van het apparaat blijven bewaard.
Verwante informatie
•
De instellingen van het apparaat vanaf het bedieningspaneel wijzigen
587
De instellingen van het apparaat vanaf het bedieningspaneel wijzigen > Algemene instellingen
Algemene instellingen
•
Het volume van het apparaat wijzigen
•
Automatisch wijzigen voor zomer-/wintertijd
•
De aftelling naar Slaapstand instellen
•
•
Automatische stroom uit-stand instellen
•
•
•
De helderheid van de LCD-achtergrond aanpassen
•
Wijzigen hoe lang het achtergrondlicht van de LCD aan blijft
•
•
De kies modus toon of puls instellen
•
•
Voorkomen dat u een verkeerd nummer kiest (kiesbeperking)
•
Lawaai bij het afdrukken verminderen
•
588
De instellingen van het apparaat vanaf het bedieningspaneel wijzigen >
Algemene instellingen > Het volume van het apparaat wijzigen
Het volume van het apparaat wijzigen
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Druk op Menu .
2. Druk op a of b om het volgende te selecteren: a. Selecteer [Standaardinst.] . Druk op OK .
b. Selecteer [Toon] . Druk op OK .
3. Druk op a of b om de optie [Hoog] , [Half] , [Laag] of [Uit] weer te geven en druk vervolgens op OK .
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Voor MFC-modellen:
Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Standaardinst.] > [Volume] .
• Voor DCP-modellen:
Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Standaardinst.] > [Toon] .
2. Druk op een van de volgende opties (MFC-modellen):
(De opties variëren afhankelijk van uw apparaat.)
• [Belvolume]
Hiermee kunt u het belvolume aanpassen.
• [Toon]
U kunt het volume aanpassen van de pieptoon die u hoort als u op een knop drukt, een fout maakt of nadat u een fax hebt verzonden of ontvangen.
• [Luidspreker]
Hiermee stelt u het volume van de luidspreker in.
3. Selecteer de optie [Uit] , [Laag] , [Half] of [Hoog] en druk vervolgens op de gewenste optie.
4. Druk op .
Verwante informatie
•
589
De instellingen van het apparaat vanaf het bedieningspaneel wijzigen >
Algemene instellingen > Automatisch wijzigen voor zomer-/wintertijd
Automatisch wijzigen voor zomer-/wintertijd
U kunt het apparaat zo instellen dat de zomertijd automatisch wordt ingeschakeld.
Het apparaat wordt dan automatisch in de lente een uur vooruitgezet en in de herfst een uur achteruit. Zorg ervoor dat u de juiste datum en tijd in de instelling Datum & Tijd hebt ingevoerd.
Deze functie is alleen in sommige landen beschikbaar.
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Druk op Menu .
2. Druk op a of b om het volgende te selecteren: a. Selecteer [Stand.instel.] . Druk op OK .
b. Selecteer [Datum&tijd] . Druk op OK .
c. Selecteer [Aut. zomertijd] . Druk op OK .
3. Druk op a of b om de optie [Aan] of [Uit] weer te geven en druk vervolgens op OK .
4. Druk op Stop/Eindigen .
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Stand.instel.] > [Datum en tijd] >
[Aut. zomertijd] .
2. Druk op [Aan] of [Uit] .
3. Druk op .
Verwante informatie
•
590
De instellingen van het apparaat vanaf het bedieningspaneel wijzigen >
Algemene instellingen > De aftelling naar Slaapstand instellen
De aftelling naar Slaapstand instellen
Door de slaapstand (of stroombespaarstand) in te stellen kunt u stroom besparen. Wanneer het apparaat in de slaapstand staat, handelt hij alsof hij uitgeschakeld is. Zodra er echter een afdruktaak of fax binnenkomt, ontwaakt het apparaat en begint met afdrukken. Volg de onderstaande instructies om een tijdvertraging
(aftelperiode) in te stellen waarna het apparaat in de slaapstand gaat.
• U kunt kiezen hoe lang het apparaat inactief moet zijn voor deze overschakelt naar de slaapstand.
• De timer start opnieuw als een bewerking op het apparaat wordt uitgevoerd, zoals het ontvangen van een afdruktaak.
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Druk op Menu .
2. Druk op a of b om de optie [Standaardinst.] weer te geven en druk vervolgens op OK .
3. Druk op a of b om de optie [Ecologie] weer te geven en druk vervolgens op OK .
4. Druk op a of b om de optie [Tijd slaapstand] weer te geven en druk vervolgens op OK .
5. Voer in hoe lang het apparaat inactief moet blijven (maximaal 50 minuten) voordat deze in slaapstand gaat en druk vervolgens op OK .
6. Druk op Stop/Eindigen .
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Standaardinst.] > [Ecologie] > [Tijd slaapstand] .
2. Voer in hoelang (maximaal 50 minuten) het apparaat inactief moet zijn alvorens deze naar slaapstand gaat en druk vervolgens op [OK] .
3. Druk op .
Verwante informatie
•
591
De instellingen van het apparaat vanaf het bedieningspaneel wijzigen >
Algemene instellingen > Over Stand diepe slaap
Over Stand diepe slaap
Als het apparaat in de slaapstand staat en gedurende een bepaalde tijd geen taken ontvangt, wordt automatisch de diepe slaapstand ingeschakeld. De tijdsduur is gebaseerd op uw specifieke model en instellingen.
In de diepe slaapstand wordt er minder energie verbruikt dan in de slaapstand.
Modellen
DCP-L3510CDW/
DCP-L3517CDW
DCP-L3550CDW/
MFC-L3710CW/
MFC-L3730CDN/
MFC-L3750CDW/
MFC-L3770CDW
Bedieningspaneel van machine in
Stand diepe slaap
De LCD geeft Diepe slaap weer.
Het achtergrondlicht van de LCD gaat uit en de LED gaat branden en wordt gedimd.
Omstandigheden die het apparaat activeren
• Het apparaat ontvangt een taak.
• Iemand drukt op een knop op het bedieningspaneel.
• Het apparaat ontvangt een taak.
• Iemand drukt op touchscreen-LCD.
, of de
Verwante informatie
•
592
De instellingen van het apparaat vanaf het bedieningspaneel wijzigen >
Algemene instellingen > Automatische stroom uit-stand instellen
Automatische stroom uit-stand instellen
Als het apparaat zich gedurende een bepaalde tijd in de stand Diepe slaap bevindt, schakelt het apparaat op basis van uw model en instellingen automatisch over naar de stroom uit-modus. Het apparaat schakelt niet naar de stroom uit-modus over wanneer het apparaat verbonden is met een netwerk of een telefoonlijn, of beveiligde afdrukgegevens in het geheugen heeft(alleen op bepaalde modellen beschikbaar).
• Om het afdrukken te starten, drukt u op het bedieningspaneel op en verzendt u vervolgens een afdruktaak.
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Druk op Menu .
2. Druk op a of b om de optie [Standaardinst.] weer te geven en druk vervolgens op OK .
3. Druk op a of b om de optie [Ecologie] weer te geven en druk vervolgens op OK .
4. Druk op a of b om de optie [Aut. uitschak.] weer te geven en druk vervolgens op OK .
5. Druk op a of b om de optie [8uren] , [4uren] , [2uren] , [1uur] of [Uit] weer te geven en druk vervolgens op OK .
6. Druk op Stop/Eindigen .
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Standaardinst.] > [Ecologie] > [Aut.
uitschak.] .
2. Druk op de gewenste optie [Uit] , [1uur] , [2uren] , [4uren] of [8uren] .
3. Druk op .
Verwante informatie
•
593
De instellingen van het apparaat vanaf het bedieningspaneel wijzigen >
Algemene instellingen > De datum en tijd instellen
De datum en tijd instellen
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Druk op Menu .
2. Druk op a of b om het volgende te selecteren: a. Selecteer [Stand.instel.] . Druk op OK .
b. Selecteer [Datum&tijd] . Druk op OK .
c. Selecteer [Datum&tijd] . Druk op OK .
3. Druk op a of b om de laatste twee cijfers van het jaar in te voeren. Druk op OK . Herhaal deze stappen voor het instellen van de maand en de dag.
4. Druk op a of b om de optie [12-uurklok] of [24-uurklok] weer te geven en druk vervolgens op OK .
5. Voer een van de volgende stappen uit:
• Als u [12-uurklok] hebt geselecteerd als notatie bij [Datum&tijd] , drukt u op a of b om de uren in te stellen. Druk op OK . Herhaal deze stappen voor het instellen van de minuten.
Druk op a of b om de optie [AM] of [PM] weer te geven en druk vervolgens op OK .
• Als u [24-uurklok] hebt geselecteerd als notatie bij [Datum&tijd] , drukt u op a of b om de uren in te stellen. Druk op OK . Herhaal deze stappen voor het instellen van de minuten.
(Bijvoorbeeld: voer 19:45 in voor 7:45 PM.)
6. Druk op Stop/Eindigen .
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Stand.instel.] > [Datum en tijd] >
[Datum] .
2. Voer de laatste twee cijfers van het jaar met behulp van de LCD in en druk vervolgens op [OK] .
3. Voer de twee cijfers voor de maand met behulp van de LCD in en druk vervolgens op [OK] .
4. Voer de twee cijfers voor de dag met behulp van de LCD in en druk vervolgens op [OK] .
5. Druk op [Tijd] .
6. Voer de tijd (in 24-uurindeling) met behulp van de LCD in en druk vervolgens op [OK] .
(Bijvoorbeeld: voer 19:45 in voor 7:45 PM.)
7. Druk op .
Verwante informatie
•
594
De instellingen van het apparaat vanaf het bedieningspaneel wijzigen >
Algemene instellingen > De tijdzone instellen
De tijdzone instellen
Stel op het apparaat de tijdzone voor uw locatie in.
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Druk op Menu .
2. Druk op a of b om het volgende te selecteren: a. Selecteer [Stand.instel.] . Druk op OK .
b. Selecteer [Datum&tijd] . Druk op OK .
c. Selecteer [Tijdzone] . Druk op OK .
3. Druk op a of b om de tijdzone te selecteren. Druk op OK .
4. Druk op Stop/Eindigen .
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Stand.instel.] > [Datum en tijd] >
[Tijdzone] .
2. Voer uw tijdzone in.
3. Druk op [OK] .
4. Druk op .
Verwante informatie
•
595
De instellingen van het apparaat vanaf het bedieningspaneel wijzigen >
Algemene instellingen > De helderheid van de LCD-achtergrond aanpassen
De helderheid van de LCD-achtergrond aanpassen
Gerelateerde modellen : DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Als u de LCD niet goed kunt lezen, kunt u de helderheidsinstelling wijzigen.
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Standaardinst.] > [LCD-instell.] >
[Schermverlicht] .
2. Druk op de optie [Licht] , [Half] of [Donker] .
3. Druk op .
Verwante informatie
•
596
De instellingen van het apparaat vanaf het bedieningspaneel wijzigen >
Algemene instellingen > Wijzigen hoe lang het achtergrondlicht van de LCD aan blijft
Wijzigen hoe lang het achtergrondlicht van de LCD aan blijft
Gerelateerde modellen : DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Bepaal hoe lang het achtergrondlicht van de LCD aan blijft.
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Standaardinst.] > [LCD-instell.] >
[Lichtdim-timer] .
2. Druk op de gewenste optie:
• [10Sec.]
• [30Sec.]
• [1Min]
• [2Min.]
• [3Min.]
• [5Min.]
3. Druk op .
Verwante informatie
•
597
De instellingen van het apparaat vanaf het bedieningspaneel wijzigen >
Algemene instellingen > Uw stations-ID instellen
Uw stations-ID instellen
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Stel het apparaat in om uw stations-ID en de datum en tijd van de fax af te drukken bovenaan elke fax die u verzendt.
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Stand.instel.] > [Stations-ID] > [Fax] .
2. Voer uw faxnummer (maximaal 20 cijfers) in via de LCD en druk vervolgens op [OK] .
3. Druk op [Telefoon] .
4. Voer uw telefoonnummer (maximaal 20 cijfers) in via de LCD en druk vervolgens op [OK] .
5. Druk op [Naam] .
6. Voer uw naam (maximaal 20 tekens) in met behulp van de LCD en druk vervolgens op [OK] .
• Druk op om te schakelen tussen letters, cijfers en speciale tekens. (De beschikbare tekens kunnen per land verschillen.)
• Als u een foutief teken hebt ingevoerd, drukt u op d of c om de cursor ernaar te verplaatsen en drukt u op . Druk op het juiste teken.
• Druk op [Spatie] of c om een spatie in te voeren.
• Meer gedetailleerde informatie uu Verwante informatie
7. Druk op .
Verwante informatie
•
Gerelateerde onderwerpen:
•
Hoe tekst invoeren in uw apparaat van Brother
•
Faxen overbrengen naar een andere faxmachine
•
Het faxjournaalrapport overbrengen naar een andere faxmachine
598
De instellingen van het apparaat vanaf het bedieningspaneel wijzigen >
Algemene instellingen > De kies modus toon of puls instellen
De kies modus toon of puls instellen
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Uw apparaat van Brother is ingesteld voor een kiesservice met toon. Als u een pulskiessysteem (kiesschijf) heeft, moet u de kiesmodus wijzigen.
Deze functie is in sommige landen niet beschikbaar.
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Stand.instel.] > [Toon/Puls] .
2. Druk op [Toon] of [Puls] .
3. Druk op .
Verwante informatie
•
599
De instellingen van het apparaat vanaf het bedieningspaneel wijzigen >
Algemene instellingen > Tonerverbruik verminderen
Tonerverbruik verminderen
Met de functie Toner besparen kunt u het tonerverbruik verminderen. Wanneer Toner besparen ingeschakeld is, zien uw afgedrukte documenten er lichter uit.
Gebruik de functie Toner besparen NOOIT voor het afdrukken van foto's of afbeeldingen met grijstinten.
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Druk op Menu .
2. Druk op a of b om de optie [Standaardinst.] weer te geven en druk vervolgens op OK .
3. Druk op a of b om de optie [Ecologie] weer te geven en druk vervolgens op OK .
4. Druk op a of b om de optie [Toner besparen] weer te geven en druk vervolgens op OK .
5. Druk op a of b om de optie [Aan] of [Uit] weer te geven en druk vervolgens op OK .
6. Druk op Stop/Eindigen .
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Standaardinst.] > [Ecologie] > [Toner besparen] .
2. Druk op [Aan] of [Uit] .
3. Druk op .
Verwante informatie
•
Gerelateerde onderwerpen:
•
600
De instellingen van het apparaat vanaf het bedieningspaneel wijzigen >
Algemene instellingen > Voorkomen dat u een verkeerd nummer kiest (kiesbeperking)
Voorkomen dat u een verkeerd nummer kiest (kiesbeperking)
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Deze functie voorkomt dat gebruikers per ongeluk een fax verzenden of oproep doen naar een foutief nummer. U kunt het apparaat instellen op beperkt kiezen bij gebruik van de kiestoetsen, het adresboek en snelkoppelingen.
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Fax] > [Kiesbeperking] .
2. Druk op een van de volgende opties:
• [Cijfertoetsen]
• [Adresboek]
Als u adresboeknummers combineert tijdens het kiezen, worden de nummers herkend als invoer met kiestoetsen en worden deze niet beperkt.
• [Snelk.]
3. Druk op een van de volgende opties:
Optie
# tweemaal invoeren
Aan
Uit
Beschrijving
U wordt gevraagd het nummer opnieuw in te voeren. Als u vervolgens hetzelfde nummer juist invoert, wordt het nummer gekozen. Als u het foutieve nummer opnieuw invoert, geeft de LCD een foutmelding weer.
Het apparaat beperkt het verzenden van alle faxen en uitgaande oproepen voor die kiesmethode.
Het apparaat legt de kiesmethode geen beperkingen op.
• De instelling [# tweemaal invoeren] werkt niet als u een extern toestel gebruikt voordat u het nummer invoert. U wordt niet gevraagd om het nummer nogmaals in te voeren.
• Als u [Aan] of [# tweemaal invoeren] koos, kunt u de functie Groepsverzenden niet gebruiken.
4. Druk op .
Verwante informatie
•
601
De instellingen van het apparaat vanaf het bedieningspaneel wijzigen >
Algemene instellingen > Lawaai bij het afdrukken verminderen
Lawaai bij het afdrukken verminderen
Als u de stille modus instelt, produceert het apparaat minder lawaai bij het afdrukken. Als de stille modus is ingeschakeld, wordt de afdruksnelheid langzamer. De fabrieksinstelling is uit.
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Druk op Menu .
2. Druk op a of b om de optie [Standaardinst.] weer te geven en druk vervolgens op OK .
3. Druk op a of b om de optie [Ecologie] weer te geven en druk vervolgens op OK .
4. Druk op a of b om de optie [Stille modus] weer te geven en druk vervolgens op OK .
5. Druk op a of b om de optie [Aan] of [Uit] weer te geven en druk vervolgens op OK .
6. Druk op Stop/Eindigen .
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Standaardinst.] > [Ecologie] > [Stille modus] .
2. Druk op [Aan] of [Uit] .
3. Druk op .
Verwante informatie
•
602
De instellingen van het apparaat vanaf het bedieningspaneel wijzigen >
Algemene instellingen > De taal op de LCD wijzigen
De taal op de LCD wijzigen
Wijzig de taal van de LCD, indien nodig.
Deze functie is in sommige landen niet beschikbaar.
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Druk op Menu .
2. Druk op a of b om de optie [Stand.instel.] weer te geven en druk vervolgens op OK .
3. Druk op a of b om de optie [Taalkeuze] weer te geven en druk vervolgens op OK .
4. Druk op a of b om uw taal weer te geven en druk vervolgens op OK .
5. Druk op Stop/Eindigen .
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Stand.instel.] > [Taalkeuze] .
2. Druk op uw taal.
3. Druk op .
Verwante informatie
•
603
De instellingen van het apparaat vanaf het bedieningspaneel wijzigen > Uw
favoriete instellingen opslaan als een snelkoppeling
Uw favoriete instellingen opslaan als een snelkoppeling
Gerelateerde modellen : DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
•
•
Snelkoppelingen wijzigen of verwijderen
604
De instellingen van het apparaat vanaf het bedieningspaneel wijzigen >
Uw favoriete instellingen opslaan als een snelkoppeling > Snelkoppelingen toevoegen
Snelkoppelingen toevoegen
Gerelateerde modellen : DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
U kunt de fax-, kopieer-, scan-, internetverbindings- en appinstellingen die u het meest gebruikt als snelkoppelingen instellen. Later kunt u op de snelkoppeling drukken om deze instellingen toe te passen in plaats van ze handmatig opnieuw in te voeren.
Afhankelijk van uw model zijn sommige snelkoppelingmenu's mogelijk niet beschikbaar.
De volgende instructies beschrijven hoe u een kopieersnelkoppeling toevoegt. De stappen voor het toevoegen van een fax-, scan-, internetverbindings- of appsnelkoppeling zijn grotendeels vergelijkbaar.
1. Druk op [Snelk.] . (Als [Snelk.] wordt weergegeven.)
2. Druk op een tabblad.
3. Druk op waar u nog geen snelkoppeling hebt toegevoegd.
4. Druk op [Kopie] .
5. Druk op > om de voorinstellingen voor kopiëren te openen.
6. Veeg om de voorinstellingen voor kopiëren weer te geven en druk vervolgens op de gewenste voorinstelling voor kopiëren.
7. Druk op [Opties] .
8. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de beschikbare instellingen weer te geven en druk vervolgens op de instelling die u wilt wijzigen.
9. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de beschikbare opties voor de instelling weer te geven en druk vervolgens op de gewenste optie.
Herhaal deze twee stappen tot u alle gewenste instellingen en opties hebt geselecteerd.
10. Wanneer u klaar bent met het wijzigen van de instellingen, drukt u op [OK] . (Als de knop [OK] wordt weergegeven.)
11. Druk op [Opslaan als snelkoppeling] .
12. Lees en bevestig de weergegeven lijst met instellingen die u hebt geselecteerd en druk vervolgens op [OK] .
13. Voer een naam voor de snelkoppeling in via de LCD en druk vervolgens op [OK] .
Verwante informatie
•
Uw favoriete instellingen opslaan als een snelkoppeling
605
De instellingen van het apparaat vanaf het bedieningspaneel wijzigen >
Uw favoriete instellingen opslaan als een snelkoppeling > Snelkoppelingen wijzigen of verwijderen
Snelkoppelingen wijzigen of verwijderen
Gerelateerde modellen : DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
U kunt snelkoppelingen voor internetverbindingen of snelkoppelingen voor apps niet wijzigen. Wanneer u deze wilt wijzigen, verwijdert u deze en voegt u vervolgens een nieuwe snelkoppeling toe.
1. Druk op [Snelk.] . (Als [Snelk.] wordt weergegeven.)
2. Druk op een tabblad om de snelkoppeling die u wilt wijzigen weer te geven.
3. Druk op de snelkoppeling die u wilt wijzigen.
De instellingen voor de geselecteerde snelkoppeling worden weergegeven.
Om de snelkoppeling te verwijderen of de naam te wijzigen, drukt u op de snelkoppeling tot de opties worden weergegeven en volgt u vervolgens de menu's op het scherm.
4. Druk op [Opties] .
5. Wijzig indien nodig de instellingen voor de snelkoppeling.
6. Druk op [OK] (indien nodig).
7. Druk op [Opslaan als snelkoppeling] wanneer u klaar bent.
8. Lees en bevestig de weergegeven lijst met instellingen die u hebt geselecteerd en druk vervolgens op [OK] .
9. Voer een van de volgende stappen uit:
• Om de snelkoppeling te overschrijven, drukt u op [Ja] .
• Als u de snelkoppeling niet wilt overschrijven, drukt u op [Nee] om een nieuwe naam voor de snelkoppeling in te voeren.
Voer een nieuwe naam in met behulp van de LCD en druk vervolgens op [OK] .
Om de naam te bewerken, houdt u ingedrukt om te huidige naam te wissen.
Verwante informatie
•
Uw favoriete instellingen opslaan als een snelkoppeling
606
De instellingen van het apparaat vanaf het bedieningspaneel wijzigen > Rapporten afdrukken
Rapporten afdrukken
•
•
607
De instellingen van het apparaat vanaf het bedieningspaneel wijzigen >
Rapporten afdrukken > Rapporten
Rapporten
De volgende rapporten zijn beschikbaar:
Verzendrapport controleren (MFC-modellen)
Het rapport Verzendrapport controleren drukt een verzendrapport voor uw laatste transmissie af.
Adresboek (MFC-modellen)
Het adresboekrapport drukt een alfabetische lijst met namen en nummers af die in het geheugen van het adresboek zijn opgeslagen.
Faxjournaal (MFC-modellen)
Het faxjournaal is een lijst met informatie over de laatste 200 ontvangen en verzonden faxen. (TX betekent verzenden, RX betekent ontvangen.)
Gebruikersinstellingen
Het gebruikersinstellingenrapport drukt een lijst met uw huidige instellingen af.
Printerinstellingen
Het printerinstellingenrapport drukt een lijst met uw huidige printerinstellingen af.
Netwerkconfiguratie (Modellen met netwerkfunctie)
Het netwerkconfiguratierapport drukt een lijst met uw huidige netwerkinstellingen af.
Bestandslijst afdrukken
Met Bestandslijst afdrukken wordt een lijst met de lettertypes en afdrukmacro's opgeslagen in het apparaat afgedrukt.
Drumdot afdrukken
Met Drumdot afdrukken wordt het drumdotblad afgedrukt, wat helpt bij het reinigen van de drumeenheid.
WLAN-rapport (Modellen met draadloze netwerkfunctie)
Met het WLAN-rapport drukt u de verbindingsdiagnose van het draadloze LAN af.
Verwante informatie
•
608
De instellingen van het apparaat vanaf het bedieningspaneel wijzigen >
Rapporten afdrukken > Een rapport afdrukken
Een rapport afdrukken
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
1. Druk op Menu .
2. Druk op a of b om de optie [Print lijsten] weer te geven en druk vervolgens op OK .
3. Druk op a of b om het rapport dat u wilt afdrukken weer te geven en druk vervolgens op OK .
4. Druk op Mono Start of Kleur Start .
5. Druk op Stop/Eindigen .
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
1. Druk op [Instellingen] > [Alle instell.] > [Print lijsten] .
2. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om het rapport dat u wilt afdrukken weer te geven en druk er vervolgens op.
3. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als u [Verzendrapport] koos, voert u een van de volgende zaken uit:
Om het verzendrapport te bekijken, drukt u op [Weergeven op LCD] .
Om het verzendrapport af te drukken, drukt u op [Afdrukrapport] .
• Als u andere rapporten koos, ga dan naar de volgende stap.
4. Druk op [Ja] .
5. Druk op .
Verwante informatie
•
609
Instellingen- en functietabellen
De instellingentabellen helpen u de menuselecties en opties in de programma's van het apparaat te begrijpen.
•
Instellingstabellen (DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW)
•
Instellingstabellen (MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/
•
Instellingstabellen (DCP-L3550CDW)
•
Functietabellen (MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW)
•
Functietabellen (DCP-L3550CDW)
610
De instellingen van het apparaat vanaf het bedieningspaneel wijzigen >
Instellingen- en functietabellen > Instellingstabellen (DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW)
Instellingstabellen (DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW)
Gerelateerde modellen : DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
[Standaardinst.]
Niveau 1 Niveau 2 Omschrijvingen
Lade-instell.
Papiersoort
Papierform.
Controleer formaat
Toon
Ecologie
LCD-Contrast
Instelblokk.
-
Ecomodus
-
-
Toner besparen
Tijd slaapstand Hiermee stelt u in na hoeveel minuten het apparaat in de slaapstand gaat.
Stille modus Verminder de afdrukgeluidsemissie.
Aut. uitschak.
Gegevens Wissen Macro-ID=
Font ID=
Opmaak
Stel het papiertype in de papierlade in.
Stel het papierformaat in de papierlade in.
Selecteer of een bericht moet worden weergegeven dat u vraagt om de grootte en type van het papier in het apparaat en het overeenstemmende papierformaat en papiertype van het apparaat te controleren.
Pas het volume van de waarschuwingstoon aan.
Hiermee schakelt u de volgende apparaat-instellingen tegelijkertijd in.
• 2-zijdige afdruk: Lange zijde (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
• Tijd slaapstand: 0Min
Verhoog het aantal pagina's van de tonercartridge.
Hiermee kunt u de uren opgeven waarin het apparaat in de slaapstand blijft staan voordat deze wordt uitgeschakeld.
Hiermee past u LCD-contrast aan.
Hiermee voorkomt u dat onbevoegde gebruikers de instellingen van het apparaat wijzigen.
Hiermee verwijdert u de geregistreerde macrogegevens.
Hiermee verwijdert u de geregistreerde lettertypegegevens.
Hiermee herstelt u de macro- en lettertypegegevens van uw apparaat naar de standaardinstellingen.
[Kopie]
Niveau 1
Dichtheid
Kwaliteit
Contrast
Niveau 2
-
-
-
Kleuren aanp. Rood
Groen
Omschrijvingen
Pas de dichtheid aan.
Kies de kopieerresolutie voor uw documenttype.
Pas het contrast voor kopieën aan.
Hiermee past u de rode kleur aan.
Hiermee past u de groene kleur aan.
Blauw Hiermee past u de blauwe kleur aan.
Id kopieëren Dichtheid Pas de dichtheid aan.
Kwaliteit Kies de kopieerresolutie voor uw documenttype.
Contrast Pas het contrast voor kopieën aan.
2in1/1in1 Maak 2-in-1-kopieën van identiteitskaarten.
611
[Printer]
Niveau 1
Emulatie
Kwaliteit
Afdrukopties
Tweezijdig
Auto doorgaan
Uitvoerkleur
Opdracht lade
Printer resetten
Correctie wissen
-
-
Niveau 2
-
-
Niveau 3
-
-
Lettert.lijst
HP LaserJet
BR-Script 3
Testafdruk -
2-zijd. afdruk -
Eén afbeelding -
-
-
Kalibratie
Registratie
Autocorr.
-
-
-
-
Kalibreren
Reset
-
-
Kleurinstel.
Instelmodus
Kleurmodus
Verbeter grijs
Verbeter zwart
Helderheid
Contrast
Rood
Groen
Blauw
[Netwerk]
Voor modellen met bedraad en draadloos netwerk
Niveau 1
LAN met kabel
Niveau 2
TCP/IP
Niveau 3 Niveau 4
Opstartmeth.
-
IP-adres -
Subnetmasker -
Omschrijvingen
Selecteer de printeremulatiemodus.
Hiermee selecteert u de afdrukkwaliteit.
Druk een lijst met de interne lettertypes van het apparaat af.
Druk een testpagina af.
Schakel tweezijdig afdrukken in of uit en selecteer omdraaien langs lange zijde of korte zijde.
Voor een afdruktaak waarvan de laatste pagina een enkelzijdige afbeelding is, selecteert u de optie 1zijd. invoer om de afdruktijd te verminderen.
Selecteer deze instelling als u wilt dat het apparaat foutmeldingen over het papierformaat verwijdert en het papier in de lade gebruikt.
Stel de uitvoerkleur in.
Selecteer deze instelling als een verkeerde lade wordt gebruikt wanneer u de HP-drivers gebruikt.
Herstel de printerinstellingen naar de fabrieksinstellingen.
Hiermee start u de kalibratie van de kleuren om de kleuren te controleren en te corrigeren.
Hiermee reset u de kalibratieparameters naar de standaardinstellingen.
Lijn de afdrukpositie van elke kleur uit.
Stel het apparaat zo in dat ze de kalibratie en de registratie van de kleuren automatisch uitvoert.
Selecteer of de afdrukinstellingen voor kleur van het apparaat of de printerdriver moeten worden toegepast.
Hiermee selecteert u de modus voor kleuren.
Schakel in of uit om de beeldkwaliteit van schaduwgebieden te verbeteren.
Schakel in of uit als een zwarte afbeelding niet correct is afgedrukt.
Hiermee kunt u de helderheid instellen.
Hiermee kunt u het contrast instellen.
Hiermee past u de rode kleur aan.
Hiermee past u de groene kleur aan.
Hiermee past u de blauwe kleur aan.
Omschrijvingen
Selecteert de opstartmethode die het best aan uw eisen voldoet.
Voer het IP-adres in.
Voer het Subnetmasker in.
612
Niveau 1
LAN met kabel
WLAN
Niveau 2
TCP/IP
Ethernet
Status bedraad
MAC-adres
Standaard
Bedraad inschakelen
TCP/IP
Inst. Wizard
Niveau 3
Gateway
Knooppuntnaam
WINS Config
WINS-server
Niveau 4
-
-
Omschrijvingen
Voer het Gateway-adres in.
Voer de knooppuntnaam in.
(maximaal 32 tekens)
Selecteer de WINS-configuratiemodus.
-
Primair Specificeer het IP-adres van de primaire
WINS-server.
Secundair Specificeer het IP-adres van de secundaire WINS-server.
DNS-server
APIPA
IPv6
Primair Specificeer het IP-adres van de primaire
DNS-server.
Secundair Specificeer het IP-adres van de secundaire DNS-server.
-
-
Hiermee stelt u het apparaat in om automatisch het IP-adres van het linklocal-adresbereik toe te wijzen.
Hiermee schakelt u het IPv6-protocol in of uit.
-
-
-
DNS-server
APIPA
IPv6
-
-
-
-
Selecteer de ethernetlinkmodus.
Bekijk de huidige bedrade status.
Hiermee kunt u het MAC-adres van het apparaat weergeven.
-
-
Opstartmeth.
-
-
-
Hiermee worden de instellingen van het bedrade netwerk naar de fabrieksinstellingen teruggezet.
Hiermee schakelt u het bedrade LAN handmatig in of uit.
Selecteert de opstartmethode die het best aan uw eisen voldoet.
Voer het IP-adres in.
IP-adres -
Subnetmasker -
Gateway -
Knooppuntnaam -
WINS Config
WINS-server
Voer het Subnetmasker in.
Voer het Gateway-adres in.
Voer de knooppuntnaam in.
(maximaal 32 tekens)
Selecteer de WINS-configuratiemodus.
Primair Specificeer het IP-adres van de primaire
WINS-server.
Secundair Specificeer het IP-adres van de secundaire WINS-server.
Primair Specificeer het IP-adres van de primaire
DNS-server.
Secundair Specificeer het IP-adres van de secundaire DNS-server.
Hiermee stelt u het apparaat in om automatisch het IP-adres van het linklocal-adresbereik toe te wijzen.
-
-
Hiermee schakelt u het IPv6-protocol in of uit.
Configureer uw draadloze netwerkinstellingen handmatig.
613
Niveau 1
WLAN
Wi-Fi
Direct
Niveau 2
WLAN-assistent
WPS
WPS met pincode
Status WLAN
MAC-adres
Standaard
WLAN Activeren
Drukknop
Pincode
Handmatig
Groepseigenaar
Apparaatinfo.
Statusinfo
Niveau 3
-
-
-
Status
Signaal
Kanaal
Snelheid
SSID
Comm. Modus
-
-
-
-
-
-
-
Apparaatnaam -
SSID
IP-adres
Status
Signaal
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Niveau 4
-
-
-
-
-
-
-
-
Omschrijvingen
U kunt met de installatieschijf van Brother uw instellingen voor het draadloos netwerk instellen.
Configureer uw draadloze netwerkinstellingen met de drukknopmethode.
Configureer uw draadloze netwerkinstellingen met behulp van de
WPS met een PIN-code.
Bekijk de huidige status van het draadloze netwerk.
Bekijk de huidige signaalsterkte van het draadloze netwerk.
Hiermee geeft u het huidige draadloze netwerkkanaal weer.
Hiermee geeft u de huidige draadloze netwerksnelheid weer.
Bekijk de huidige SSID.
Hiermee geeft u de huidige communicatiemodus weer.
Hiermee kunt u het MAC-adres van het apparaat weergeven.
Hiermee worden de instellingen van het draadloze netwerk naar de fabrieksinstellingen teruggezet.
Hiermee schakelt u het WLAN handmatig in of uit.
Hiermee configureert u uw Wi-Fi Directnetwerkinstellingen met de drukknopmethode.
Hiermee kunt u uw Wi-Fi Directnetwerkinstellingen configureren met WPS en een pincode.
Hiermee configureert u handmatig uw Wi-
Fi Direct-netwerkinstellingen.
Stel uw apparaat als de Groepseigenaar in.
Hiermee wordt de apparaatnaam van uw apparaat weergegeven.
Hiermee kunt u de SSID van de groepseigenaar weergeven.
Wanneer het apparaat niet verbonden is, wordt Niet verbonden op het LCD-scherm weergegeven.
Hiermee kunt u het huidige IP-adres van uw apparaat weergeven.
Hiermee geeft u de status van het huidige
Wi-Fi Direct-netwerk weer.
Hiermee kunt u de signaalsterkte van het huidige WiFi Direct-netwerk nagaan.
614
Niveau 1
Wi-Fi
Direct
Niveau 2
Statusinfo
Interf. insch.
Niveau 3
Kanaal
Snelheid
-
Niveau 4
-
-
-
Omschrijvingen
Wanneer uw apparaat als Groepseigenaar handelt, geeft de LCD altijd een sterk signaal aan.
Hiermee geeft u het huidige Wi-Fi Directnetwerkkanaal weer.
Hiermee geeft u de huidige Wi-Fi Directnetwerksnelheid weer.
Hiermee schakelt u de Wi-Fi Directverbinding in of uit.
Zet alle netwerkinstellingen terug naar de fabrieksinstellingen.
Netw.
resetten
-
Voor modellen met draadloos netwerk
-
Niveau 1
WLAN
-
Niveau 2
TCP/IP
Inst. Wizard
WLAN-assistent
WPS
WPS met pincode
Status WLAN
Niveau 3
Opstartmeth.
-
IP-adres
Subnetmasker
Gateway
Knooppuntnaam
WINS Config
WINS-server
DNS-server
APIPA
IPv6
-
-
-
-
Status
Signaal
Kanaal
Niveau 4
-
-
-
-
Omschrijvingen
Selecteert de opstartmethode die het best aan uw eisen voldoet.
Voer het IP-adres in.
Voer het Subnetmasker in.
Voer het Gateway-adres in.
Voer de knooppuntnaam in.
(maximaal 32 tekens)
Selecteer de WINS-configuratiemodus.
Primair Specificeer het IP-adres van de primaire
WINS-server.
Secundair Specificeer het IP-adres van de secundaire
WINS-server.
-
-
Primair Specificeer het IP-adres van de primaire
DNS-server.
Secundair Specificeer het IP-adres van de secundaire
DNS-server.
Hiermee stelt u het apparaat in om automatisch het IP-adres van het link-localadresbereik toe te wijzen.
Hiermee schakelt u het IPv6-protocol in of uit.
-
Configureer uw draadloze netwerkinstellingen handmatig.
U kunt met de installatieschijf van Brother uw instellingen voor het draadloos netwerk instellen.
-
-
-
-
-
Configureer uw draadloze netwerkinstellingen met de drukknopmethode.
Configureer uw draadloze netwerkinstellingen met behulp van de WPS met een PIN-code.
Bekijk de huidige status van het draadloze netwerk.
Bekijk de huidige signaalsterkte van het draadloze netwerk.
Hiermee geeft u het huidige draadloze netwerkkanaal weer.
615
Niveau 1
WLAN
Wi-Fi
Direct
Netw.
resetten
Niveau 2
Status WLAN
MAC-adres
Drukknop
Pincode
Handmatig
Niveau 3
Snelheid
SSID
Comm. Modus
-
WLAN Activeren -
Groepseigenaar -
Apparaatinfo.
Apparaatnaam -
Statusinfo
-
-
-
SSID
IP-adres
Status
Signaal
Kanaal
Snelheid
Interf. insch.
-
-
-
-
Niveau 4
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Omschrijvingen
Hiermee geeft u de huidige draadloze netwerksnelheid weer.
Bekijk de huidige SSID.
Hiermee geeft u de huidige communicatiemodus weer.
Hiermee kunt u het MAC-adres van het apparaat weergeven.
Hiermee schakelt u het WLAN handmatig in of uit.
Hiermee configureert u uw Wi-Fi Directnetwerkinstellingen met de drukknopmethode.
Hiermee kunt u uw Wi-Fi Directnetwerkinstellingen configureren met WPS en een pincode.
Hiermee configureert u handmatig uw Wi-Fi
Direct-netwerkinstellingen.
Stel uw apparaat als de Groepseigenaar in.
Hiermee wordt de apparaatnaam van uw apparaat weergegeven.
Hiermee kunt u de SSID van de groepseigenaar weergeven.
Wanneer het apparaat niet verbonden is, wordt Niet verbonden op het LCD-scherm weergegeven.
Hiermee kunt u het huidige IP-adres van uw apparaat weergeven.
Hiermee geeft u de status van het huidige Wi-
Fi Direct-netwerk weer.
Hiermee kunt u de signaalsterkte van het huidige WiFi Direct-netwerk nagaan.
Wanneer uw apparaat als Groepseigenaar handelt, geeft de LCD altijd een sterk signaal aan.
Hiermee geeft u het huidige Wi-Fi Directnetwerkkanaal weer.
Hiermee geeft u de huidige Wi-Fi Directnetwerksnelheid weer.
Hiermee schakelt u de Wi-Fi Directverbinding in of uit.
Zet alle netwerkinstellingen terug naar de fabrieksinstellingen.
[Print lijsten]
Niveau 1 Omschrijvingen
Gebruikersinst Druk een lijst van uw instellingen af.
Afdrukinstell.
Druk een lijst van uw printerinstellingen af.
Netwerk Conf.
Druk een lijst van uw netwerkinstellingen af.
Bst.lst.afdr.
Hiermee drukt u een lijst af met de gegevens die zijn opgeslagen in het geheugen van het apparaat.
616
Niveau 1 Omschrijvingen
Drum puntafd.
Druk het vel met puntcontrole van de drum af.
WLAN-rapport Hiermee drukt u de resultaten van de draadloze LAN-verbinding af.
[Machine-info]
Niveau 1
Serienummer
Versie
Paginateller
Niveau 2
-
Hoofdversie
Sub1-versie
Totaal
Kopiëren
Omschrijvingen
Hiermee geeft u het serienummer van het apparaat weer.
Hiermee geeft u de hoofdfirmwareversie weer.
Hiermee geeft u de subfirmwareversie weer.
Hiermee controleert u het totale aantal pagina's dat het apparaat tijdens zijn levensduur heeft afgedrukt.
Afdrukken
Overige
Duur onderdelen Toner Bekijk de geschatte resterende levensduur van de toner voor elke kleur.
Drumeenheid
Riem
Hiermee geeft u de resterende levensduur van elke drumeenheid weer.
Hiermee geeft u de resterende levensduur van de riemeenheid weer.
Fusereenheid Hiermee geeft u de resterende levensduur van de fuseereenheid weer.
Pap.toev.kit 1 Hiermee geeft u de resterende levensduur van de PF Kit 1 weer.
[Bev. afdr.]
Niveau 1
(Selecteer gebruiker)
Niveau 2
(Selecteer afdruktaak beveiligen)
Omschrijvingen
U kunt taken die opgeslagen zijn in het geheugen afdrukken wanneer u uw viercijferige wachtwoord invoert.
Dit is alleen actief als het apparaat beveiligde afdrukgegevens bevat.
[Stand.instel.]
Niveau 1
Datum&tijd
Niveau 2
Datum&tijd
Reset
Aut. zomertijd
(Alleen voor sommige landen beschikbaar)
Tijdzone
Reset machine
Netw. resetten
(Voor modellen met netwerkfunctie)
Alle instellingen
Omschrijvingen
Hiermee krijgt u toegang tot de menu's om de datum en tijd in te stellen.
Hiermee stelt u het apparaat in voor automatische aanpassing aan de zomer-/wintertijd.
Stel uw tijdzone in.
Hiermee herstelt u alle apparaat-instellingen die u hebt gewijzigd.
Zet alle netwerkinstellingen terug naar de fabrieksinstellingen.
Fabrieksinstell.
Herstel alle instellingen van het apparaat naar de fabrieksinstellingen.
Herstelt alle fabrieksinstellingen van het apparaat. Voer deze handeling uit wanneer u uw apparaat wegdoet.
Wijzig uw LCD-taal.
Taalkeuze
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
-
617
Verwante informatie
•
Instellingen- en functietabellen
618
De instellingen van het apparaat vanaf het bedieningspaneel wijzigen >
Instellingen- en functietabellen > Instellingstabellen (MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/
MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW)
Instellingstabellen (MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/
MFC-L3770CDW)
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
[Instellingen]
Niveau 1
Toner
Niveau 2
Datum en tijd
Levensduur toner
Testafdruk
Kalibratie
Niveau 3
-
Omschrijvingen
Hiermee krijgt u toegang tot de menu's om de datum en tijd in te stellen.
-
-
Bekijk de geschatte resterende levensduur van de toner voor elke kleur.
Druk een testpagina af.
-
Kalibreren Hiermee start u de kalibratie van de kleuren om de kleuren te controleren en te corrigeren.
Reset Hiermee reset u de kalibratieparameters naar de standaardinstellingen.
Lijn de afdrukpositie van elke kleur uit.
Verkrijg toegang tot de instelmenu's van bedrade LAN.
Registratie
Netwerk LAN met kabel
(MFC-L3730CDN/
MFC-L3750CDW/
MFC-L3770CDW)
WLAN
(MFC-L3710CW/
MFC-L3750CDW/
MFC-L3770CDW)
Scherminst.
-
Verkrijg toegang tot de instelmenu's van WLAN.
Ecomodus -
Lade-instell.
-
Alle instell.
-
-
-
-
-
Hiermee opent u de instellingenmenu's van het standaardscherm.
Hiermee schakelt u de volgende apparaat-instellingen tegelijkertijd in.
• 2-zijdige afdruk : Lange zijde (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
• Tijd slaapstand : 0Min
• Lichtdim-timer : 10Sec.
Hiermee opent u de lade-instellingenmenu's.
Configureer de gedetailleerde instellingen.
[Alle instell.] > [Standaardinst.]
Niveau 3
Ladeinstelling
Niveau 4
Papiersoort
Niveau 5
MF-lade
(MFC-L3770CDW)
Lade 1
(MFC-L3770CDW)
Omschrijvingen
Hiermee selecteert u de papiersoort die overeenkomt met het papier in de multifunctionele lade.
Hiermee selecteert u de papiersoort die overeenkomt met het papier in de standaardpapierlade.
619
Niveau 3
Ladeinstelling
Volume
Scherminst.
Meldingen
Ecologie
Niveau 4
Papierform.
Niveau 5
MF-lade
(MFC-L3770CDW)
Controleer formaat -
Lade 1
(MFC-L3770CDW)
Omschrijvingen
Hiermee selecteert u de grootte van het papier dat u in de multifunctionele lade hebt geplaatst.
Selecteer de grootte van het papier dat u in de standaardpapierlade hebt geplaatst.
Selecteer of een bericht moet worden weergegeven dat u vraagt om de grootte en type van het papier in het apparaat en het overeenstemmende papierformaat en papiertype van het apparaat te controleren.
Selecteer de te gebruiken lade voor kopiëren.
Ladegebruik:
Kopiëren
-
Ladegebruik: Faxen -
Ladegebruik:
Afdrukken
-
Belvolume
Toon
-
-
LCD-instell.
Luidspreker
Schermverlicht
Lichtdim-timer
Hoofdstartscherm
Scherm Kopiëren
Scherm Scannen -
Scanresult. (Geen lege pag.)
-
Ecomodus
Toner besparen
Tijd slaapstand
Stille modus
Aut. uitschak.
Instelblokk.
Wachtw. inst.
Slot Uit ⇒ Aan
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Selecteer de te gebruiken lade voor faxen.
Hiermee selecteert u de lade die voor afdrukken wordt gebruikt.
Pas het belvolume aan.
Pas het volume van de waarschuwingstoon aan.
Pas het luidsprekervolume aan.
Past de helderheid van de LCD-achtergrond aan.
Hiermee kunt u instellen hoe lang de achtergrondverlichting op de LCD blijft branden nadat u naar het hoofdbeginscherm bent teruggekeerd.
Stel het hoofdbeginscherm in.
Hiermee kunt u het standaardkopieerscherm instellen.
Hiermee kunt u het standaardscanscherm instellen.
Toont het totaal aantal gescande pagina's en overgeslagen blanco pagina's nadat het scannen is voltooid.
Hiermee schakelt u de volgende apparaatinstellingen tegelijkertijd in.
• 2-zijdige afdruk : Lange zijde
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
• Tijd slaapstand : 0Min
• Lichtdim-timer : 10Sec.
Verhoog het aantal pagina's van de tonercartridge.
Hiermee bepaalt u hoeveel tijd verstrijkt voordat het apparaat naar de energiespaarstand gaat.
Verminder de afdrukgeluidsemissie.
Hiermee kunt u de uren opgeven waarin het apparaat in de slaapstand blijft staan voordat deze wordt uitgeschakeld.
Hiermee voorkomt u dat onbevoegde gebruikers de instellingen van het apparaat wijzigen.
620
Niveau 3
Instelblokk.
Niveau 4
Nieuw wachtw.
(Alleen beschikbaar wanneer u het wachtwoord voor het eerst invoert.)
Macro-ID=
Niveau 5
-
Omschrijvingen
Hiermee voorkomt u dat onbevoegde gebruikers de instellingen van het apparaat wijzigen.
Gegevens
Wissen
Font ID=
Opmaak
-
-
-
Hiermee verwijdert u de geregistreerde macrogegevens.
Hiermee verwijdert u de geregistreerde lettertypegegevens.
Hiermee herstelt u de macro- en lettertypegegevens van uw apparaat naar de standaardinstellingen.
[Alle instell.] > [Instellingen snelkoppelingen]
Niveau 3 Niveau 4 Omschrijvingen
(Selecteer een snelkoppeling) Naamwijz Wijzig de naam van de snelkoppeling.
Bewerken Hiermee kunt u de snelkoppelingsinstellingen wijzigen.
Verwijder Wis de snelkoppeling.
[Alle instell.] > [Fax]
Niveau 3 Niveau 4
Ontvangstmenu Ontvangstmod.
Belvertraging
F/T beltijd
Faxvoorbeeld
Fax Waarnemen
Act.Op Afst.
Auto reductie
PC-Fax ontv.
Geheugenontv.
Niveau 5
-
-
-
Omschrijvingen
Selecteer de ontvangstmodus die het best aan uw behoeften voldoet.
Hiermee kunt u instellen hoe vaak het belsignaal moet overgaan voordat het apparaat reageert in de modus Fax of Fax/Tel.
Stel de lengte van het dubbel belsignaal in
Fax/Tel-modus in.
-
-
Hiermee kunt u ontvangen faxen bekijken op de LCD.
Ontvang faxberichten automatisch wanneer u een oproep beantwoordt en faxtonen hoort.
Act.Op Afst.
Hiermee kunt u oproepen op een tweede of
Afstandscode
Deactiveren extern toestel aannemen en codes gebruiken om de codes op afstand in- of uitschakelen. U kunt deze codes personaliseren.
(Niet beschikbaar in Duitsland)
-
Aan
Uit
Uit
Fax
Doorzenden
Fax Opslaan
Doorsturen
Verklein het formaat van inkomende faxen.
Hiermee stelt u het apparaat in om faxen naar uw computer te verzenden.
U kunt de beveiligingsfunctie Back-up afdrukken inschakelen.
-
Stel het apparaat in om faxberichten door te zenden of om binnenkomende faxen in het geheugen op te slaan (zodat u deze kunt opvragen wanneer u niet bij uw apparaat bent).
Als u Fax doorzenden of Fax opslaan selecteert, kunt u de beveiligingsfunctie
Reserveafdruk inschakelen.
Hiermee stuurt u inkomende faxen door naar
621
Niveau 3 Niveau 4
Ontvangstmenu Geheugenontv.
Verzendmenu
Kies rapport
Print document
Afst.bediening
Kiesbeperking
Rest. jobs
Tweezijdig
Verzamelen
Voorblad Opm.
Automatisch herkiezen
Bestemming
Verzendrapp.
Journaal tijd
-
-
Cijfertoetsen
Adresboek
Snelk.
-
Niveau 5 naar cloud
Faxontvangststempel -
-
-
-
-
-
-
Omschrijvingen de internetservice.
Hiermee drukt u boven aan ontvangen faxen de tijd en datum van ontvangst af.
Druk ontvangen faxen op beide zijden van het papier af.
Combineer uitgestelde faxen naar hetzelfde faxnummer op hetzelfde ogenblik van de dag tot één transmissie.
Hiermee stelt u een of twee eigen boodschappen in om af te drukken op uitgaande faxen.
Hiermee kunt u het apparaat instellen om het laatste faxnummer na vijf minuten opnieuw te kiezen als de fax niet kon worden verzonden omdat de lijn bezet was.
Hiermee kunt u het apparaat instellen om tijdens het kiezen van faxen gegevens over de bestemming op de LCD weer te geven.
Selecteer de voorbereidende installatie voor het verzendrapport.
Journaal tijd Hiermee stelt u het interval in voor het automatisch afdrukken van het faxjournaal.
Tijd Als u een andere optie dan Uit of Elke 50 faxen selecteert, kunt u de tijd voor de optie instellen.
Dag Als u Elke 7 dagen selecteert, kunt u de dag van de week instellen.
-
-
Hiermee drukt u binnengekomen faxen af die in het geheugen van het apparaat zijn opgeslagen.
Stel uw eigen code in voor afstandsbediening.
-
-
-
-
Stel het apparaat in om het kiezen te beperken bij gebruik van de kiestoetsen.
Stel het apparaat in om het kiezen te beperken bij gebruik van het adresboek.
Stel het apparaat in om het kiezen te beperken bij gebruik van een snelkoppeling.
Hiermee kunt u controleren welke geplande taken in het geheugen van het apparaat zijn opgeslagen en geselecteerde taken annuleren.
[Alle instell.] > [Printer]
Niveau 3
Emulatie
Kwaliteit
Afdrukopties
Tweezijdig
Niveau 4 Niveau 5
-
-
-
-
Lettretypelijst HP LaserJet
Testafdruk
2-zijdige afdruk -
BR-Script 3
-
Omschrijvingen
Selecteer de emulatiemodus.
Hiermee selecteert u de afdrukkwaliteit.
Druk een lijst met de interne lettertypes van het apparaat af.
Druk een testpagina af.
Schakel tweezijdig afdrukken in of uit en kies lange zijde of korte zijde.
622
Niveau 3
Tweezijdig
Autom. doorgaan
Uitvoerkleur
Opdracht HP-lade
Printer resetten
Kleurcorrectie
Niveau 4
Eén afbeelding
-
-
-
-
Kalibratie
Registratie
Autom. correctie
Niveau 5
-
-
-
-
-
Kalibreren
Reset
-
-
Kleurinstellingen Instelmodus
Kleurmodus
Grijze kleur verbeteren
Afdrukken in zwart verbeteren
Helderheid
Contrast
Rood
Groen
Blauw
Omschrijvingen
Voor een afdruktaak waarvan de laatste pagina een enkelzijdige afbeelding is, selecteert u de optie 1-zijd. invoer om de afdruktijd te verminderen.
Wanneer u voorgedrukt papier gebruikt, moet u de optie 2-zijd. invoer selecteren. Als u 1zijd. invoer selecteert voor voorgedrukt papier, wordt de laatste pagina op de achterzijde afgedrukt.
Selecteer als u wilt dat het apparaat fouten met het papierformaat of fouten met het mediatype automatisch wist en papier van andere lades gebruikt.
Stel de uitvoerkleur in.
Hiermee selecteert u de juiste versie van HP
LaserJet-lade-emulatie.
Herstel de printerinstellingen naar de fabrieksinstellingen.
Hiermee start u de kalibratie van de kleuren om de kleuren te controleren en te corrigeren.
Hiermee reset u de kalibratieparameters naar de standaardinstellingen.
Lijn de afdrukpositie van elke kleur uit.
Stel het apparaat zo in dat ze de kalibratie en de registratie van de kleuren automatisch uitvoert.
Selecteer of de afdrukinstellingen voor kleur van het apparaat of de printerdriver moeten worden toegepast.
Hiermee selecteert u de modus voor kleuren.
Schakel in of uit om de beeldkwaliteit van schaduwgebieden te verbeteren.
Schakel in of uit als een zwarte afbeelding niet correct is afgedrukt.
Hiermee kunt u de helderheid instellen.
Hiermee kunt u het contrast instellen.
Hiermee past u de rode kleur aan.
Hiermee past u de groene kleur aan.
Hiermee past u de blauwe kleur aan.
[Alle instell.] > [Netwerk]
Niveau 3
LAN met kabel
(MFC-L3730CDN/
MFC-L3750CDW/
MFC-L3770CDW)
Niveau 4
TCP/IP
Niveau 5 Niveau 6
Opstartmethode Pogingen
IP-boot
IP-adres
Subnetmasker
Gateway
Knooppuntnaam
-
-
-
-
Omschrijvingen
Selecteert de opstartmethode die het best aan uw eisen voldoet.
Voer het IP-adres in.
Voer het Subnetmasker in.
Voer het Gateway-adres in.
Voer de knooppuntnaam in.
623
Niveau 3
LAN met kabel
(MFC-L3730CDN/
MFC-L3750CDW/
MFC-L3770CDW)
WLAN
(MFC-L3710CW/
MFC-L3750CDW/
MFC-L3770CDW)
Niveau 4
TCP/IP
Ethernet
Status bedraad
MAC-adres
Standaard
(MFC-L3750CDW/
MFC-L3770CDW)
Bedraad inschakelen
(MFC-L3750CDW/
MFC-L3770CDW)
TCP/IP
WINSconfiguratie
WINS-server
-
-
IPv6
-
-
-
Niveau 5
DNS-server
APIPA
Niveau 6
-
Primair
Omschrijvingen
(maximaal 32 tekens)
Selecteer de WINSconfiguratiemodus.
Specificeer het IP-adres van de primaire WINS-server.
Secundair Specificeer het IP-adres van de secundaire WINS-server.
Primair Specificeer het IP-adres van de primaire DNS-server.
Secundair Specificeer het IP-adres van de secundaire DNS-server.
Hiermee stelt u het apparaat in om automatisch het IPadres van het link-localadresbereik toe te wijzen.
-
-
Hiermee schakelt u het IPv6protocol in of uit.
Selecteer de ethernetlinkmodus.
-
-
-
-
Bekijk de huidige bedrade status.
Hiermee kunt u het MACadres van het apparaat weergeven.
Hiermee worden de instellingen van het bedrade netwerk naar de fabrieksinstellingen teruggezet.
Hiermee schakelt u het bedrade LAN handmatig in of uit.
Opstartmethode
IP-adres
Subnetmasker
Gateway
Knooppuntnaam
WINSconfiguratie
WINS-server
DNS-server
Pogingen
IP-boot
-
-
-
Selecteert de opstartmethode die het best aan uw eisen voldoet.
Voer het IP-adres in.
Voer het Subnetmasker in.
Voer het Gateway-adres in.
-
-
Voer de knooppuntnaam in.
(maximaal 32 tekens)
Selecteer de WINSconfiguratiemodus.
Primair Specificeer het IP-adres van de primaire WINS-server.
Secundair Specificeer het IP-adres van de secundaire WINS-server.
Primair Specificeer het IP-adres van de primaire DNS-server.
Secundair Specificeer het IP-adres van de secundaire DNS-server.
624
Niveau 3
WLAN
(MFC-L3710CW/
MFC-L3750CDW/
MFC-L3770CDW)
Wi-Fi Direct
(MFC-L3710CW/
MFC-L3750CDW/
MFC-L3770CDW)
Niveau 4
TCP/IP
Inst. Wizard
WLAN-assistent
WPS
WPS met pincode -
Status WLAN
MAC-adres
Standaard
(MFC-L3750CDW/
MFC-L3770CDW)
WLAN Activeren
Drukknop
Pincode
Handmatig
-
-
-
-
Niveau 5
APIPA
IPv6
-
Status
Signaal
SSID
Comm. Modus
-
-
-
-
Groepseigenaar -
Apparaatgegevens Apparaatnaam
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Niveau 6
-
Omschrijvingen
Hiermee stelt u het apparaat in om automatisch het IPadres van het link-localadresbereik toe te wijzen.
Hiermee schakelt u het IPv6protocol in of uit.
Hiermee configureert u de draadloze netwerkinstellingen met de installatiewizard.
U kunt met de installatieschijf van Brother uw instellingen voor het draadloos netwerk instellen.
Configureer uw draadloze netwerkinstellingen met de drukknopmethode.
Configureer uw draadloze netwerkinstellingen met behulp van de WPS met een
PIN-code.
Bekijk de huidige status van het draadloze netwerk.
Bekijk de huidige signaalsterkte van het draadloze netwerk.
Bekijk de huidige SSID.
Hiermee geeft u de huidige communicatiemodus weer.
Hiermee kunt u het MACadres van het apparaat weergeven.
Hiermee worden de instellingen van het draadloze netwerk naar de fabrieksinstellingen teruggezet.
Schakelt de draadloze interface in of uit.
Hiermee configureert u uw
Wi-Fi Directnetwerkinstellingen met de drukknopmethode.
Hiermee kunt u uw Wi-Fi
Direct-netwerkinstellingen configureren met WPS en een pincode.
Hiermee configureert u handmatig uw Wi-Fi Directnetwerkinstellingen.
Stel uw apparaat als de
Groepseigenaar in.
Hiermee wordt de apparaatnaam van uw apparaat weergegeven.
625
Niveau 3
Wi-Fi Direct
(MFC-L3710CW/
MFC-L3750CDW/
MFC-L3770CDW)
Niveau 4 Niveau 5
Apparaatgegevens SSID
Interf. insch.
IP-adres
Statusinformatie Status
Signaal
-
Niveau 6
-
-
-
-
-
Omschrijvingen
Hiermee kunt u de SSID van de groepseigenaar weergeven.
Wanneer het apparaat niet verbonden is, wordt Niet verbonden op het LCDscherm weergegeven.
Hiermee kunt u het huidige
IP-adres van uw apparaat weergeven.
Hiermee geeft u de status van het huidige Wi-Fi Directnetwerk weer.
Hiermee kunt u de signaalsterkte van het huidige
WiFi Direct-netwerk nagaan.
Wanneer uw apparaat als
Groepseigenaar handelt, geeft de LCD altijd een sterk signaal aan.
Hiermee schakelt u de Wi-Fi
Direct-verbinding in of uit.
Hiermee schakelt u NFCfunctie in of uit.
NFC
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Web Connectinstellingen
-
Proxy-instell.
-
Proxyverbinding
Adres
-
-
Poort -
Gebruikersnaam -
Wachtwoord -
-
Wijzig de instellingen voor de internetverbinding.
Netw. resetten Zet alle netwerkinstellingen terug naar de fabrieksinstellingen.
[Alle instell.] > [Print lijsten]
Niveau 3
Verzendrapport
Adres- boek
Fax Journaal
Gebruikersinst
Printerinstellingen
Netwerkconfiguratie
Bestandsl. afdr.
-
-
-
-
-
Niveau 4 Omschrijvingen
Weergeven op LCD Hiermee geeft u verzendrapporten weer over verzonden faxen.
Afdrukrapport Hiermee drukt u een verzendrapport van de laatste transmissie af.
Druk een lijst met namen en nummers in het adresboek af.
-
Druk een lijst met informatie over uw 200 laatste inkomende en uitgaande faxen af.
(TX betekent Verzenden. RX betekent Ontvangen.)
Druk een lijst van uw instellingen af.
Druk een lijst van uw printerinstellingen af.
Druk een lijst van uw netwerkinstellingen af.
Hiermee drukt u een lijst af met de gegevens die zijn opgeslagen in het geheugen van het apparaat.
626
Niveau 3
Drumstippen afdrukken
WLAN-rapport
(MFC-L3710CW/
MFC-L3750CDW/
MFC-L3770CDW)
Niveau 4
-
-
Omschrijvingen
Druk het vel met puntcontrole van de drum af.
Hiermee drukt u de resultaten van de draadloze LANverbinding af.
[Alle instell.] > [Machine-info]
Niveau 3
Serienummer
Firmware-versie
Firmware bijwerken
Firmware Auto
Check
Paginateller
Levensduur onderdelen
Niveau 4
-
Hoofdversie
Sub1-versie
-
-
Totaal
Fax
Kopie
Afdrukken
Overige
Drumeenheid
Riemeenheid
Fusereenheid
Niveau 5
-
Pap.toev.kit MF
(MFC-L3770CDW)
-
Pap.toev.kit 1 -
-
-
-
Omschrijvingen
Hiermee controleert u het serienummer van uw apparaat.
Hiermee controleert u de firmwareversie van uw apparaat.
-
-
Hiermee werkt u het apparaat bij met de meest recente firmware.
U kunt informatie over de firmware in het hoofdbeginscherm bekijken.
Hiermee controleert u het totale aantal pagina's dat het apparaat heeft afgedrukt.
Kleur
Zwart-wit
-
Kleur
Zwart-wit
Kleur
Zwart-wit
Kleur
Zwart-wit
Zwart (BK) Hiermee geeft u de resterende levensduur van elke
Cyaan (C) drumeenheid weer.
Magenta
(M)
Geel (Y)
Hiermee geeft u de resterende levensduur van de riemeenheid weer.
Hiermee geeft u de resterende levensduur van de fuseereenheid weer.
Hiermee geeft u de resterende levensduur van de PF kit MP weer.
Hiermee geeft u de resterende levensduur van de PF
Kit 1 weer.
1 De gebruiksduur van onderdelen is een schatting en kan variëren naargelang het gebruik.
[Alle instell.] > [Stand.instel.]
Niveau 3
Datum en tijd
Niveau 4
Datum
Tijd
Omschrijvingen
Voeg de datum en tijd toe op het scherm en in de hoofdingen van de faxen die u verzendt.
627
Niveau 3
Datum en tijd
Stations-ID
Toon/Puls
(Alleen voor sommige landen beschikbaar)
Kiestoon
Tel lijn inst
Compatibel
-
-
-
Niveau 4
Type klok
Aut. zomertijd
(Alleen voor sommige landen beschikbaar)
Tijdzone
Fax
Telefoon
Naam
-
Reset Apparaat resetten
Netw. resetten
Adresboek en fax
Alle instellingen
Fabrieksinstellingen
Omschrijvingen
Hiermee selecteert u de tijdsindeling (12-uurs- of 24uursnotatie).
Hiermee stelt u het apparaat in voor automatische aanpassing aan de zomer-/wintertijd.
Stel uw tijdzone in.
Hiermee kunt u opgeven welke naam en welk faxnummer moeten worden afgedrukt op elke pagina die u faxt.
Selecteer de kiesmodus.
Maak de pauzedetectie van de kiestoon korter.
Selecteer het type telefoonlijn.
Hiermee past u de synchronisatie aan bij verzendproblemen.
VoIP-providers bieden faxondersteuning middels verschillende standaards. Als u regelmatig transmissiefouten ondervindt, selecteert u Minimaal (voor
VoIP).
Hiermee herstelt u het apparaat-instellingen die u hebt gewijzigd.
Zet alle netwerkinstellingen terug naar de fabrieksinstellingen.
Wis alle opgeslagen telefoonnummers en faxinstellingen.
Hiermee herstelt u alle apparaat-instellingen terug naar de fabrieksinstellingen en verwijdert u de persoonlijke gegevens in het geheugen. U kunt de gegevens niet zien op het apparaat.
Hiermee herstelt u alle apparaat-instellingen terug naar de fabrieksinstellingen en verwijdert u de persoonlijke gegevens in het geheugen van het apparaat. We raden u aan deze menuoptie te gebruiken als u alle gegeven van het apparaat wilt wissen.
Wijzig uw LCD-taal.
Taalkeuze
(Alleen voor sommige landen beschikbaar)
-
Verwante informatie
•
Instellingen- en functietabellen
628
De instellingen van het apparaat vanaf het bedieningspaneel wijzigen >
Instellingen- en functietabellen > Instellingstabellen (DCP-L3550CDW)
Instellingstabellen (DCP-L3550CDW)
Gerelateerde modellen : DCP-L3550CDW
[Instellingen]
Niveau 1 Niveau 2
Datum en tijd
Registratie
Netwerk LAN met kabel
WLAN
Scherminst.
-
Niveau 3
-
Omschrijvingen
Hiermee krijgt u toegang tot de menu's om de datum en tijd in te stellen.
Bekijk de geschatte resterende levensduur van de toner.
Toner
Ecomodus
Lade-instell.
-
Alle instell.
-
Levensduur toner
Testafdruk
Kalibratie
-
-
-
-
-
-
-
Druk een testpagina af.
Kalibreren Hiermee start u de kalibratie van de kleuren om de kleuren te controleren en te corrigeren.
Reset
-
Hiermee reset u de kalibratieparameters naar de standaardinstellingen.
Lijn de afdrukpositie van elke kleur uit.
Verkrijg toegang tot de instelmenu's van bedrade LAN.
Verkrijg toegang tot de instelmenu's van WLAN.
Hiermee opent u de instellingenmenu's van het standaardscherm.
Hiermee schakelt u de volgende apparaat-instellingen tegelijkertijd in.
• 2-zijdige afdruk : Lange zijde (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
• Tijd slaapstand : 0Min
• Lichtdim-timer : 10Sec.
Hiermee opent u de lade-instellingenmenu's.
Configureer de gedetailleerde instellingen.
[Alle instell.] > [Standaardinst.]
Niveau 3 Niveau 4
Lade-instelling Papiersoort
Toon
LCD-instell.
Scherminst.
Papierform.
Controleer formaat
-
Schermverlicht
Lichtdim-timer
Hoofdstartscherm
Omschrijvingen
Hiermee selecteert u de papiersoort die overeenkomt met het papier in de standaardpapierlade.
Selecteer de grootte van het papier dat u in de standaardpapierlade hebt geplaatst.
Selecteer of een bericht moet worden weergegeven dat u vraagt om de grootte en type van het papier in het apparaat en het overeenstemmende papierformaat en papiertype van het apparaat te controleren.
Pas het volume van de waarschuwingstoon aan.
Past de helderheid van de LCD-achtergrond aan.
Hiermee kunt u instellen hoe lang de achtergrondverlichting op de LCD blijft branden nadat u naar het hoofdbeginscherm bent teruggekeerd.
Stel het hoofdbeginscherm in.
629
Niveau 3
Scherminst.
Meldingen
Ecologie
Niveau 4
Scherm Kopiëren
Scherm Scannen
Scanresult. (Geen lege pag.)
Ecomodus
Toner besparen
Tijd slaapstand
Stille modus
Aut. uitschak.
Omschrijvingen
Hiermee kunt u het standaardkopieerscherm instellen.
Hiermee kunt u het standaardscanscherm instellen.
Toont het totaal aantal gescande pagina's en overgeslagen blanco pagina's nadat het scannen is voltooid.
Hiermee schakelt u de volgende apparaat-instellingen tegelijkertijd in.
• 2-zijdige afdruk : Lange zijde (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
• Tijd slaapstand : 0Min
• Lichtdim-timer : 10Sec.
Verhoog het aantal pagina's van de tonercartridge.
Hiermee bepaalt u hoeveel tijd verstrijkt voordat het apparaat naar de energiespaarstand gaat.
Verminder de afdrukgeluidsemissie.
Hiermee kunt u de uren opgeven waarin het apparaat in de slaapstand blijft staan voordat deze wordt uitgeschakeld.
Instelblokk.
Wachtw. inst.
Slot Uit ⇒ Aan
Nieuw wachtw.
(Alleen beschikbaar wanneer u het wachtwoord voor het eerst invoert.)
Gegevens Wissen Macro-ID=
Font ID=
Opmaak
Hiermee voorkomt u dat onbevoegde gebruikers de instellingen van het apparaat wijzigen.
Hiermee verwijdert u de geregistreerde macrogegevens.
Hiermee verwijdert u de geregistreerde lettertypegegevens.
Hiermee herstelt u de macro- en lettertypegegevens van uw apparaat naar de standaardinstellingen.
[Alle instell.] > [Instellingen snelkoppelingen]
Niveau 3 Niveau 4 Omschrijvingen
(Selecteer een snelkoppeling) Naamwijz Wijzig de naam van de snelkoppeling.
Bewerken Hiermee kunt u de snelkoppelingsinstellingen wijzigen.
Verwijder Wis de snelkoppeling.
[Alle instell.] > [Printer]
Niveau 3
Emulatie
Kwaliteit
Afdrukopties
Tweezijdig
Niveau 4 Niveau 5
-
-
-
-
Lettretypelijst HP LaserJet
Testafdruk
2-zijdige afdruk -
BR-Script 3
-
Eén afbeelding -
Omschrijvingen
Selecteer de emulatiemodus.
Hiermee selecteert u de afdrukkwaliteit.
Druk een lijst met de interne lettertypes van het apparaat af.
Druk een testpagina af.
Schakel tweezijdig afdrukken in of uit en kies lange zijde of korte zijde.
Voor een afdruktaak waarvan de laatste pagina een enkelzijdige afbeelding is, selecteert u de optie 1-zijd. invoer om de afdruktijd te verminderen.
630
Niveau 3
Tweezijdig
Autom. doorgaan
Uitvoerkleur
Opdracht HP-lade
Printer resetten
Kleurcorrectie
Niveau 4
-
-
-
-
Kalibratie
Registratie
Autom. correctie
Niveau 5
-
-
-
-
Kalibreren
Reset
-
-
Kleurinstellingen Instelmodus
Kleurmodus
Grijze kleur verbeteren
Afdrukken in zwart verbeteren
Helderheid
Contrast
Rood
Groen
Blauw
Omschrijvingen
Wanneer u voorgedrukt papier gebruikt, moet u de optie 2-zijd. invoer selecteren. Als u 1zijd. invoer selecteert voor voorgedrukt papier, wordt de laatste pagina op de achterzijde afgedrukt.
Selecteer als u wilt dat het apparaat fouten met het papierformaat of fouten met het mediatype automatisch wist en papier van andere lades gebruikt.
Stel de uitvoerkleur in.
Hiermee selecteert u de juiste versie van HP
LaserJet-lade-emulatie.
Herstel de printerinstellingen naar de fabrieksinstellingen.
Hiermee start u de kalibratie van de kleuren om de kleuren te controleren en te corrigeren.
Hiermee reset u de kalibratieparameters naar de standaardinstellingen.
Lijn de afdrukpositie van elke kleur uit.
Stel het apparaat zo in dat ze de kalibratie en de registratie van de kleuren automatisch uitvoert.
Selecteer of de afdrukinstellingen voor kleur van het apparaat of de printerdriver moeten worden toegepast.
Hiermee selecteert u de modus voor kleuren.
Schakel in of uit om de beeldkwaliteit van schaduwgebieden te verbeteren.
Schakel in of uit als een zwarte afbeelding niet correct is afgedrukt.
Hiermee kunt u de helderheid instellen.
Hiermee kunt u het contrast instellen.
Hiermee past u de rode kleur aan.
Hiermee past u de groene kleur aan.
Hiermee past u de blauwe kleur aan.
[Alle instell.] > [Netwerk]
Niveau 3 Niveau 4
LAN met kabel TCP/IP
Niveau 5 Niveau 6
Opstartmethode Pogingen
IP-boot
IP-adres -
Subnetmasker
Gateway
Knooppuntnaam
-
-
-
WINSconfiguratie
WINS-server
-
Primair
Omschrijvingen
Selecteert de opstartmethode die het best aan uw eisen voldoet.
Voer het IP-adres in.
Voer het Subnetmasker in.
Voer het Gateway-adres in.
Voer de knooppuntnaam in.
(maximaal 32 tekens)
Selecteer de WINSconfiguratiemodus.
Specificeer het IP-adres van de primaire WINS-server.
631
Niveau 3 Niveau 4
LAN met kabel TCP/IP
WLAN
Ethernet
Status bedraad
MAC-adres
Standaard
Bedraad inschakelen
TCP/IP
Inst. Wizard
WLAN-assistent
Niveau 5
WINS-server
DNS-server
APIPA
IPv6
-
-
-
-
-
WINSconfiguratie
WINS-server
-
-
-
Niveau 6
Primair
Omschrijvingen
Secundair Specificeer het IP-adres van de secundaire WINS-server.
Specificeer het IP-adres van de primaire DNS-server.
Secundair Specificeer het IP-adres van de secundaire DNS-server.
Hiermee stelt u het apparaat in om automatisch het IP-adres van het link-local-adresbereik toe te wijzen.
Hiermee schakelt u het IPv6protocol in of uit.
Selecteer de ethernetlinkmodus.
Bekijk de huidige bedrade status.
-
-
Hiermee kunt u het MAC-adres van het apparaat weergeven.
Hiermee worden de instellingen van het bedrade netwerk naar de fabrieksinstellingen teruggezet.
Hiermee schakelt u het bedrade
LAN handmatig in of uit.
Selecteert de opstartmethode die het best aan uw eisen voldoet.
Opstartmethode Pogingen
IP-boot
IP-adres
Subnetmasker
Gateway
Knooppuntnaam
-
-
-
-
-
Voer het IP-adres in.
Voer het Subnetmasker in.
Voer het Gateway-adres in.
Voer de knooppuntnaam in.
(maximaal 32 tekens)
Selecteer de WINSconfiguratiemodus.
DNS-server
APIPA
IPv6
Primair Specificeer het IP-adres van de primaire WINS-server.
Secundair Specificeer het IP-adres van de secundaire WINS-server.
Primair Specificeer het IP-adres van de primaire DNS-server.
Secundair Specificeer het IP-adres van de secundaire DNS-server.
-
-
Hiermee stelt u het apparaat in om automatisch het IP-adres van het link-local-adresbereik toe te wijzen.
Hiermee schakelt u het IPv6protocol in of uit.
-
-
-
-
Hiermee configureert u de draadloze netwerkinstellingen met de installatiewizard.
U kunt met de installatieschijf van Brother uw instellingen voor het draadloos netwerk instellen.
632
Niveau 3
WLAN
Wi-Fi Direct
Niveau 4
WPS
WPS met pincode
Status WLAN
MAC-adres
Standaard
WLAN Activeren
Drukknop
Pincode
Handmatig
Niveau 5
-
-
Status
Signaal
SSID
Comm. Modus
-
-
-
-
-
-
Groepseigenaar -
Apparaatgegevens Apparaatnaam
SSID
Statusinformatie
IP-adres
Status
Signaal
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Niveau 6
-
-
-
-
-
-
-
Omschrijvingen
Configureer uw draadloze netwerkinstellingen met de drukknopmethode.
Configureer uw draadloze netwerkinstellingen met behulp van de WPS met een PIN-code.
Bekijk de huidige status van het draadloze netwerk.
Bekijk de huidige signaalsterkte van het draadloze netwerk.
Bekijk de huidige SSID.
Hiermee geeft u de huidige communicatiemodus weer.
Hiermee kunt u het MAC-adres van het apparaat weergeven.
Hiermee worden de instellingen van het draadloze netwerk naar de fabrieksinstellingen teruggezet.
Schakelt de draadloze interface in of uit.
Hiermee configureert u uw Wi-Fi
Direct-netwerkinstellingen met de drukknopmethode.
Hiermee kunt u uw Wi-Fi Directnetwerkinstellingen configureren met WPS en een pincode.
Hiermee configureert u handmatig uw Wi-Fi Directnetwerkinstellingen.
Stel uw apparaat als de
Groepseigenaar in.
Hiermee wordt de apparaatnaam van uw apparaat weergegeven.
Hiermee kunt u de SSID van de groepseigenaar weergeven.
Wanneer het apparaat niet verbonden is, wordt Niet verbonden op het LCD-scherm weergegeven.
Hiermee kunt u het huidige IPadres van uw apparaat weergeven.
Hiermee geeft u de status van het huidige Wi-Fi Direct-netwerk weer.
Hiermee kunt u de signaalsterkte van het huidige WiFi Directnetwerk nagaan.
Wanneer uw apparaat als
Groepseigenaar handelt, geeft de LCD altijd een sterk signaal aan.
633
Niveau 3
Wi-Fi Direct
Web Connectinstellingen
Niveau 4
Interf. insch.
Proxy-instell.
Niveau 5
-
Proxyverbinding
Adres
-
-
Poort -
Gebruikersnaam -
Wachtwoord -
-
Niveau 6
-
Omschrijvingen
Hiermee schakelt u de Wi-Fi
Direct-verbinding in of uit.
Wijzig de instellingen voor de internetverbinding.
Netw. resetten Zet alle netwerkinstellingen terug naar de fabrieksinstellingen.
[Alle instell.] > [Print lijsten]
Niveau 3
Gebruikersinst
Printerinstellingen
Netwerkconfiguratie
Bestandsl. afdr.
Drumstippen afdrukken -
WLAN-rapport -
-
-
-
Niveau 4 Omschrijvingen
Druk een lijst van uw instellingen af.
Druk een lijst van uw printerinstellingen af.
Druk een lijst van uw netwerkinstellingen af.
Hiermee drukt u een lijst af met de gegevens die zijn opgeslagen in het geheugen van het apparaat.
Druk het vel met puntcontrole van de drum af.
Hiermee drukt u de resultaten van de draadloze LAN-verbinding af.
[Alle instell.] > [Machine-info]
Niveau 3
Serienummer
Firmware-versie Hoofdversie
Sub1-versie
Firmware bijwerken -
Firmware Auto
Check
Paginateller
Levensduur onderdelen
Niveau 4
-
-
Totaal
Kopie
Afdrukken
Overige
Drumeenheid
Niveau 5
-
-
-
-
Omschrijvingen
Hiermee controleert u het serienummer van uw apparaat.
Hiermee controleert u de firmwareversie van uw apparaat.
-
Hiermee werkt u het apparaat bij met de meest recente firmware.
U kunt informatie over de firmware in het hoofdbeginscherm bekijken.
Hiermee controleert u het totale aantal pagina's dat het apparaat heeft afgedrukt.
Kleur
Zwart-wit
Kleur
Zwart-wit
Kleur
Zwart-wit
Kleur
Zwart-wit
Zwart (BK) Hiermee geeft u de resterende levensduur van elke
Cyaan (C) drumeenheid weer.
Magenta
(M)
Geel (Y)
634
Niveau 3
Levensduur onderdelen
Niveau 4
Riemeenheid
Niveau 5
-
Fusereenheid -
Pap.toev.kit 1 -
Omschrijvingen
Hiermee geeft u de resterende levensduur van de riemeenheid weer.
Hiermee geeft u de resterende levensduur van de fuseereenheid weer.
Hiermee geeft u de resterende levensduur van de PF
Kit 1 weer.
1 De gebruiksduur van onderdelen is een schatting en kan variëren naargelang het gebruik.
[Alle instell.] > [Stand.instel.]
Niveau 3
Datum en tijd
Niveau 4
Datum
Tijd
Type klok
Omschrijvingen
Hiermee stelt u de datum en tijd op uw apparaat in.
Reset
Aut. zomertijd
(Alleen voor sommige landen beschikbaar)
Tijdzone
Apparaat resetten
Hiermee selecteert u de tijdsindeling (12-uurs- of 24uursnotatie).
Hiermee stelt u het apparaat in voor automatische aanpassing aan de zomer-/wintertijd.
Netw. resetten
Alle instellingen
Fabrieksinstellingen
-
Stel uw tijdzone in.
Hiermee herstelt u het apparaat-instellingen die u hebt gewijzigd.
Zet alle netwerkinstellingen terug naar de fabrieksinstellingen.
Hiermee herstelt u alle apparaat-instellingen terug naar de fabrieksinstellingen en verwijdert u de persoonlijke gegevens in het geheugen. U kunt de gegevens niet zien op het apparaat.
Hiermee herstelt u alle apparaat-instellingen terug naar de fabrieksinstellingen en verwijdert u de persoonlijke gegevens in het geheugen van het apparaat. We raden u aan deze menuoptie te gebruiken als u alle gegeven van het apparaat wilt wissen.
Wijzig uw LCD-taal.
Taalkeuze
(Alleen voor sommige landen beschikbaar)
Verwante informatie
•
Instellingen- en functietabellen
635
De instellingen van het apparaat vanaf het bedieningspaneel wijzigen >
Instellingen- en functietabellen > Functietabellen (MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/
MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW)
Functietabellen (MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/
MFC-L3770CDW)
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
[Toner]
Niveau 3 Niveau 4
Levensduur toner -
Testafdruk
Kalibratie
Omschrijvingen
Bekijk de geschatte resterende levensduur van de toner voor elke kleur.
Druk een testpagina af.
Kalibreren Hiermee start u de kalibratie van de kleuren om de kleuren te controleren en te corrigeren.
Reset Hiermee reset u de kalibratieparameters naar de standaardinstellingen.
Registratie Lijn de afdrukpositie van elke kleur uit.
Niveau 3
TCP/IP
(Wi-Fi ® ) (MFC-L3710CW/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW)
Omschrijvingen
Hiermee wijzigt u de TCP/IP-instellingen.
Inst. Wizard
WLAN-assistent
Hiermee configureert u de draadloze netwerkinstellingen met de installatiewizard.
U kunt met de installatieschijf van Brother uw instellingen voor het draadloos netwerk instellen.
WPS
WPS met pincode
Configureer uw draadloze netwerkinstellingen met de drukknopmethode.
Hiermee configureert u de draadloze netwerkinstellingen met WPS en een pincode.
Geeft de verbindingsstatus van het draadloos netwerk weer.
Status WLAN
MAC-adres
Standaard
WLAN Activeren
Hiermee geeft u het MAC-adres van het apparaat weer.
Hiermee herstelt u de instellingen van het draadloze netwerk van uw apparaat naar de fabrieksinstellingen.
Hiermee schakelt u de draadloze interface in of uit.
1 Beschikbaar nadat een Wi-Fi ® -verbinding is geconfigureerd.
(Bedraad LAN) (MFC-L3730CDN)
Niveau 3
TCP/IP
Omschrijvingen
Hiermee wijzigt u de TCP/IP-instellingen.
Ethernet Selecteer de ethernetlinkmodus.
Status bedraad Configureer uw draadloze netwerkinstellingen met de drukknopmethode.
MAC-adres Hiermee geeft u het MAC-adres van het apparaat weer.
636
[Fax] (Wanneer faxvoorbeeld is uitgeschakeld)
Niveau 3 Niveau 4
Herkies / Pauze -
Niveau 5
-
Niveau 6
-
Telefoon / R
Adres- boek
-
-
-
-
Omschrijvingen
Hiermee wordt het laatst gebelde nummer opnieuw gebeld.
Wanneer u een fax- of telefoonnummer invoert op het bedieningspaneel, wijzigt
Opnieuw kiezen in Pauze op het
LCD-scherm. Druk op Pauze wanneer u een vertraging wilt invoeren wanneer u nummers kiest, voor bijvoorbeeld toegangscodes en nummers van creditcards. U kunt ook een pauze opslaan wanneer u een adres instelt.
Tel wijzigt in R wanneer PBX is geselecteerd als het type telefoonlijn. U kunt R gebruiken om toegang te krijgen tot een buitenlijn of om een oproep door te verbinden naar een ander toestel wanneer u met een PBX bent verbonden.
Zoek in het adresboek.
( Zoeken )
Bewerken
Oproephist.
(Selecteer adresboek)
Herkies
Uitg. gesprek
Fax start
Opties
-
Faxresolutie
Contrast
2-zijdige fax
(MFC-L3770CDW)
Scanformaat glas
-
-
-
-
-
Nw adres toev.
Groep instell.
Wijzigen
Verwijder
Toepassen
-
(Selecteer uitgaande oproep)
Naam
Adres
Naam
Toev./
Verw.
Sla adresboeknummers op, stel groepsnummers voor groepsverzenden in, wijzig en wis adresboeknummers.
(Selecteer adresboek)
(Selecteer adresboek)
-
-
-
Begin een fax ter verzenden met behulp van het adresboek.
-
-
Bel het laatste nummer dat u belde opnieuw.
Toepassen Selecteer een nummer uit de
Bewerken geschiedenis van uitgaande oproepen en verzend er vervolgens een fax naar, voeg het aan het adresboek toe of wis het.
Verzend een fax.
Stel de resolutie voor uitgaande faxen in.
Pas het contrast aan.
Stel het formaat voor tweezijdig scannen in.
Pas het scangebied van de glasplaat aan de grootte van het document aan.
637
Niveau 3
Opties
Opslaan als snelkoppeling
Niveau 4
Rondsturen
Tijdklok
Direct Verzend
Niveau 5
Nummer toevoegen
Tijdklok
Tijd inst.
-
Voorpagina instellen Voorpagina instellen
-
Voorblad Opm.
-
-
Internationaal
Totaalaantal pag.
-
Niveau 6
Nummer toevoegen
Toevoegen uit adresboek
-
-
Zoeken in adresboek
Omschrijvingen
Verzend hetzelfde faxbericht naar meer dan een faxnummer.
-
Stel de tijd van de dag in waarop de uitgestelde faxen worden verzonden.
Verzend een fax zonder gebruik van het geheugen.
Hiermee stelt u in dat automatisch een voorgeprogrammeerd voorblad moet worden gefaxt.
Nieuwe standaard
Fabrieksinstellingen
-
-
-
-
-
-
-
Stel dit in op Aan als u problemen hebt om internationale faxen te verzenden.
Sla uw instellingen als de standaard op.
Zet alle faxinstellingen terug naar de fabrieksinstellingen.
Sla de huidige instellingen als een snelkoppeling op.
[Fax] (Wanneer faxvoorbeeld is ingeschakeld)
Niveau 3
Faxen verzenden
Niveau 4
Herkies / Pauze
Telefoon / R
Adres- boek
Oproephist.
Fax start
Opties
Opslaan als snelkoppeling
-
-
-
Niveau 5
-
-
-
-
Omschrijvingen
Hiermee wordt het laatst gebelde nummer opnieuw gebeld. Wanneer u een fax- of telefoonnummer invoert op het bedieningspaneel, wijzigt Opnieuw kiezen in Pauze op het LCD-scherm. Druk op Pauze wanneer u een vertraging wilt invoeren wanneer u nummers kiest, voor bijvoorbeeld toegangscodes en nummers van creditcards. U kunt ook een pauze opslaan wanneer u een adres instelt.
Tel wijzigt in R wanneer PBX is geselecteerd als het type telefoonlijn. U kunt R gebruiken om toegang te krijgen tot een buitenlijn of om een oproep door te verbinden naar een ander toestel wanneer u met een
PBX bent verbonden.
Selecteer het adres van de bestemmeling uit het adresboek.
Selecteer een nummer uit de geschiedenis van uitgaande oproepen en verzend er vervolgens een fax naar, voeg het aan het adresboek toe of wis het.
Verzend een fax.
Hier kunt u instellingen opgeven.
Sla de huidige instellingen als een snelkoppeling op.
638
Niveau 3
Ontvangen faxen
Niveau 4
Afdr./verw.
Adres- boek
Oproephist.
-
-
Niveau 5
Alles afdr.
(nieuwe faxen)
Alles afdrukken
(oude fax)
Alles verwijderen
(nwe fax)
Alles verwijderen
(oude faxen)
-
-
Omschrijvingen
Druk de nieuw ontvangen faxen af.
Druk de oude ontvangen faxen af.
Wis de nieuw ontvangen faxen.
Wis de oude ontvangen faxen.
Selecteer het adres van de bestemmeling uit het adresboek.
Selecteer een nummer uit de geschiedenis van uitgaande oproepen en verzend er vervolgens een fax naar, voeg het aan het adresboek toe of wis het.
[Kopie]
Niveau 3
Mono Start
Kleur Start
ID
> (meer opties voor kopiëren)
-
-
Niveau 4
-
Ontvangst
Normaal
2op1(id)
-
-
Niveau 5
-
Mono Start
Kleur Start
ID
Opslaan als snelkoppeling
> (meer opties voor kopiëren)
Opties
Mono Start
Kleur Start
ID
Opslaan als snelkoppeling
> (meer opties voor kopiëren)
Opties
Mono Start
Kleur Start
ID
Opslaan als snelkoppeling
> (meer opties voor kopiëren)
Omschrijvingen
Hiermee maakt u een kopie in zwart-wit of grijstinten.
Maak een kleurenkopie.
Hiermee maakt u een kopie van uw identiteitskaart.
Hiermee stelt u de vooringestelde kopieerinstellingen van Ontvangst in.
Hiermee stelt u de vooringestelde kopieerinstellingen van Normaal in.
Hiermee stelt u de vooringestelde kopieerinstellingen van 2op1(ID) in.
639
Niveau 3
> (meer opties voor kopiëren)
Opties
Niveau 4
2op1(id)
2op1
Niveau 5
Opties
Mono Start
Kleur Start
ID
Opslaan als snelkoppeling
> (meer opties voor kopiëren)
Opties
Omschrijvingen
Hiermee stelt u de vooringestelde kopieerinstellingen van 2op1(ID) in.
Hiermee stelt u de vooringestelde kopieerinstellingen van 2op1 in.
2-zijd.(1
2-zijd.(2
⇒
⇒
Papierbesp.
2)
2)
Mono Start
Kleur Start
ID
Opslaan als snelkoppeling
> (meer opties voor kopiëren)
Opties
Mono Start
Kleur Start
ID
Opslaan als snelkoppeling
> (meer opties voor kopiëren)
Opties
Mono Start
Kleur Start
ID
Opslaan als snelkoppeling
> (meer opties voor kopiëren)
Opties
Hiermee stelt u de vooringestelde kopieerinstellingen van tweezijdig(1 in.
Hiermee stelt u de vooringestelde kopieerinstellingen van tweezijdig(2 in.
Hiermee stelt u de vooringestelde kopieerinstellingen van Papier besparen in.
⇒
⇒
Mono Start
Kleur Start
Opties
Dichtheid
-
-
-
Vergr./verklein 100%
Vergroten
Hiermee begint u met kopiëren.
Hier kunt u instellingen opgeven.
-
Selecteer een vergrotingspercentage voor de volgende kopie.
Verkleinen Selecteer een verkleiningspercentage voor de volgende kopie.
Aangep.(25-400%) Voer een vergrotings- of verkleiningspercentage in.
Pas de dichtheid aan.
2)
2)
640
Niveau 3
Opties
Niveau 4
Ladegebruik
Niveau 5
-
2-zijdige kopie Lay-out
2-zijdige kopie paginalay-out
-
Kwaliteit
Contrast
Stapel/Sorteer
2in1/1in1
-
-
-
Paginalay-out
Autom. recht
Kleuren aanp.
Achtergr.kleur
verwijderen
-
-
-
-
-
Opslaan als snelkoppeling
[Scannen]
Niveau 3 naar USB
(MFC-L3750CDW/
MFC-L3770CDW)
Niveau 4 Niveau 5
Overige acties
Scannen naar
-
Opties Resolutie
Bestandstype
Scantype
2-zijdige scan
(MFC-L3770CDW)
Documentgrootte
Helderheid
Contrast
Bestandsnaam
Stijl voor naam
Bestandsgrootte
Autom. recht
Geen lege pagina's
Gevoeligheid geen lege pag.
Achtergr.kleur
verwijderen
Nieuwe standaard
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Niveau 6
-
Omschrijvingen
Hiermee selecteert u de lade die wordt gebruikt.
Schakel tweezijdig kopiëren in of uit en selecteer omdraaien langs lange zijde of korte zijde.
Selecteer een paginalay-outoptie wanneer u tweezijdige N-in-1-kopieën van een tweezijdige document maakt.
Hiermee selecteert u de kopieerresolutie voor uw documenttype.
Pas het contrast aan.
Selecteer om meerdere kopieën te stapelen of te sorteren.
Als u 2-op-1 (id) selecteert, kunt u opties voor de lay-out selecteren.
Maak N-in-1- en 2-in-1 ID-kopieën.
Het apparaat corrigeert scheve afbeeldingen automatisch.
Hiermee past u de kleur voor kopieën aan.
Wijzig de hoeveelheid achtergrondkleur die wordt verwijderd.
Sla de huidige instellingen als een snelkoppeling op.
Omschrijvingen
Hiermee kunt u documenten naar een
USB-flashstation scannen.
641
Niveau 3 naar USB
(MFC-L3750CDW/
MFC-L3770CDW) naar computer
Niveau 4
Opties
Opslaan als snelkoppeling
Start
Niveau 5
Fabrieksinstellingen
-
naar bestand Overige acties
Scannen naar
(Selecteer USB of pc) naar OCR Overige acties
Scannen naar
(Selecteer USB of pc) naar afbeelding
Overige acties
Scannen naar
(Selecteer USB of pc) naar e-mail Overige acties
Scannen naar
(Selecteer USB of pc) naar FTP Overige acties
Scannen naar
-
(Selecteer profielnaam)
Opties
Opslaan als snelkoppeling
Start naar netwerk Overige acties
Scannen naar
-
(Selecteer profielnaam)
Opties
Opslaan als snelkoppeling
Start naar SharePoint Overige acties
Scannen naar
-
(Selecteer profielnaam)
Opties
Opslaan als snelkoppeling
Start
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Verzend gescande gegevens naar een
CIFS-server op uw lokale netwerk of op het internet.
Hiermee kunt u gescande gegevens via een SharePointserver verzenden.
642
Niveau 3 naar web
WS Scan
(Wordt weergegeven wanneer u een Web
Services Scanner installeert; deze wordt weergegeven in de netwerkverkenner van uw computer.)
Overige acties
Scannen naar
-
Scannen -
Scannen vr mail
Scannen voor faxen
-
Scannen voor afdr.
-
[Snelk.]
Niveau 1
Bewerken /verwij.
Niveau 2
(Selecteer een snelkoppeling)
Snelkoppeling toevoegen
Niveau 4
-
Kopie
Fax
Scannen
Web
Apps
(Deze instellingen zijn beschikbaar als u twee seconden op een snelkoppelingsnaam drukt.)
Naamwijz
Bewerken
Verwijder
Niveau 5
-
-
-
-
-
-
Niveau 6
-
Omschrijvingen
Upload gescande gegevens naar een internetdienst.
Hiermee scant u gegevens met het Web
Service-protocol.
-
-
Niveau 3
Naamwijz
Bewerken
Omschrijvingen
Wijzig de naam van de snelkoppeling.
Hiermee kunt u de snelkoppelingsinstellingen wijzigen.
Wis de snelkoppeling.
Verwijder
-
-
Selecteer de gewenste instellingen.
Selecteer de gewenste instellingen.
naar bestand Hiermee kunt u een zwart-wit- of kleuren document naar uw computer scannen.
naar OCR naar afbeelding
Hiermee kunt u gescande documenten naar een bewerkbaar tekstbestand converteren.
Scan een kleurenfoto naar uw grafische toepassing.
naar USB Hiermee kunt u documenten naar een USBflashstation scannen.
naar e-mail Scan een document in zwart-wit of kleur naar uw e-mailtoepassing.
naar netwerk Verzend gescande gegevens naar een CIFSserver op uw lokale netwerk of op het internet.
naar FTP Verzend gescande gegevens via FTP.
naar
SharePoint
Hiermee kunt u gescande gegevens via een
SharePoint-server verzenden.
Verbind het apparaat van Brother met een internetdienst.
Mogelijk werden Web services toegevoegd en servicenamen gewijzigd door de provider sinds dit document werd gepubliceerd.
-
-
Hiermee maakt het apparaat verbinding met de
Brother Apps-service.
Wijzig de naam van de snelkoppeling.
Hiermee kunt u de snelkoppelingsinstellingen wijzigen.
Wis de snelkoppeling.
643
[Beveiligd afdrukken]
Niveau 1
Beveiligd afdrukken
Niveau 2
(Selecteer gebruiker)
Niveau 3
(Selecteer afdruktaak beveiligen)
Omschrijvingen
U kunt taken die opgeslagen zijn in het geheugen afdrukken wanneer u uw viercijferige wachtwoord invoert.
Dit is alleen actief als het apparaat beveiligde afdrukgegevens bevat.
[Web]
Niveau 1 Omschrijvingen
Web Verbind het apparaat van Brother met een internetdienst.
[Apps]
Niveau 1 Omschrijvingen
Apps Hiermee maakt het apparaat verbinding met de Brother Apps-service.
[USB] (MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW)
Niveau 1 Niveau 2
USB Scannen naar USB
Omschrijvingen
Hiermee kunt u documenten naar een USB-flashstation scannen.
Direct afdrukken Hiermee kunt u de gegevens direct vanaf het USB-flashstation afdrukken.
Verwante informatie
•
Instellingen- en functietabellen
644
De instellingen van het apparaat vanaf het bedieningspaneel wijzigen >
Instellingen- en functietabellen > Functietabellen (DCP-L3550CDW)
Functietabellen (DCP-L3550CDW)
Gerelateerde modellen : DCP-L3550CDW
[Toner]
Niveau 3 Niveau 4
Levensduur toner -
Testafdruk
Kalibratie
Omschrijvingen
Bekijk de geschatte resterende levensduur van de toner voor elke kleur.
Druk een testpagina af.
Kalibreren Hiermee start u de kalibratie van de kleuren om de kleuren te controleren en te corrigeren.
Reset Hiermee reset u de kalibratieparameters naar de standaardinstellingen.
Registratie Lijn de afdrukpositie van elke kleur uit.
(Wi-Fi ® )
Niveau 3
TCP/IP
Omschrijvingen
Hiermee wijzigt u de TCP/IP-instellingen.
Inst. Wizard Hiermee configureert u de draadloze netwerkinstellingen met de installatiewizard.
WLAN-assistent U kunt met de installatieschijf van Brother uw instellingen voor het draadloos netwerk instellen.
WPS Configureer uw draadloze netwerkinstellingen met de drukknopmethode.
WPS met pincode
Hiermee configureert u de draadloze netwerkinstellingen met WPS en een pincode.
Geeft de verbindingsstatus van het draadloos netwerk weer.
Status WLAN
MAC-adres
Hiermee geeft u het MAC-adres van het apparaat weer.
Standaard
WLAN Activeren
Hiermee herstelt u de instellingen van het draadloze netwerk van uw apparaat naar de fabrieksinstellingen.
Hiermee schakelt u de draadloze interface in of uit.
1 Beschikbaar nadat een Wi-Fi ® -verbinding is geconfigureerd.
[Kopie]
Niveau 3
Mono Start
Niveau 4
-
Niveau 5
-
Kleur Start
ID
> (meer opties voor kopiëren)
-
-
Ontvangst
-
-
Mono Start
Kleur Start
Omschrijvingen
Hiermee maakt u een kopie in zwart-wit of grijstinten.
Maak een kleurenkopie.
Hiermee maakt u een kopie van uw identiteitskaart.
Hiermee stelt u de vooringestelde kopieerinstellingen van Ontvangst in.
645
Niveau 3
> (meer opties voor kopiëren)
Niveau 4
Ontvangst
Normaal
2op1(id)
2op1
2-zijd.(1 ⇒ 2)
2-zijd.(2 ⇒ 2)
Niveau 5
ID
Opslaan als snelkoppeling
> (meer opties voor kopiëren)
Opties
Mono Start
Kleur Start
ID
Opslaan als snelkoppeling
> (meer opties voor kopiëren)
Opties
Mono Start
Kleur Start
ID
Opslaan als snelkoppeling
> (meer opties voor kopiëren)
Opties
Mono Start
Kleur Start
ID
Opslaan als snelkoppeling
> (meer opties voor kopiëren)
Opties
Mono Start
Kleur Start
ID
Opslaan als snelkoppeling
> (meer opties voor kopiëren)
Opties
Mono Start
Kleur Start
ID
Opslaan als snelkoppeling
> (meer opties voor kopiëren)
Omschrijvingen
Hiermee stelt u de vooringestelde kopieerinstellingen van Ontvangst in.
Hiermee stelt u de vooringestelde kopieerinstellingen van Normaal in.
Hiermee stelt u de vooringestelde kopieerinstellingen van 2op1(ID) in.
Hiermee stelt u de vooringestelde kopieerinstellingen van 2op1 in.
Hiermee stelt u de vooringestelde kopieerinstellingen van tweezijdig(1 ⇒ 2) in.
Hiermee stelt u de vooringestelde kopieerinstellingen van tweezijdig(2 ⇒ 2) in.
646
Niveau 3
> (meer opties voor kopiëren)
Opties
Opslaan als snelkoppeling
Niveau 4
2-zijd.(2 ⇒ 2)
Niveau 5
Opties
Papierbesp.
Mono Start
Kleur Start
ID
Opslaan als snelkoppeling
Mono Start
> (meer opties voor kopiëren)
Opties
-
Kleur Start
Opties
-
-
Vergr./verklein 100%
Vergroten
Omschrijvingen
Hiermee stelt u de vooringestelde kopieerinstellingen van tweezijdig(2 ⇒ 2) in.
Hiermee stelt u de vooringestelde kopieerinstellingen van Papier besparen in.
Hiermee begint u met kopiëren.
Verkleinen
Hier kunt u instellingen opgeven.
-
Selecteer een vergrotingspercentage voor de volgende kopie.
Selecteer een verkleiningspercentage voor de volgende kopie.
Dichtheid
Aangep.(25-400%) Voer een vergrotings- of verkleiningspercentage in.
-
2-zijdige kopie Lay-out
Pas de dichtheid aan.
2-zijdige kopie paginalay-out
-
Schakel tweezijdig kopiëren in of uit en selecteer omdraaien langs lange zijde of korte zijde.
Selecteer een paginalay-outoptie wanneer u tweezijdige N-in-1-kopieën van een tweezijdige document maakt.
Kwaliteit -
Contrast
Stapel/Sorteer
2in1/1in1
Paginalay-out
Autom. recht
-
-
-
-
-
Hiermee selecteert u de kopieerresolutie voor uw documenttype.
Pas het contrast aan.
Selecteer om meerdere kopieën te stapelen of te sorteren.
Als u 2-op-1 (id) selecteert, kunt u opties voor de lay-out selecteren.
Maak N-in-1- en 2-in-1 ID-kopieën.
Kleuren aanp.
Achtergr.kleur
verwijderen
-
-
-
-
Het apparaat corrigeert scheve afbeeldingen automatisch.
Hiermee past u de kleur voor kopieën aan.
Wijzig de hoeveelheid achtergrondkleur die wordt verwijderd.
Sla de huidige instellingen als een snelkoppeling op.
647
[Scannen]
Niveau 3 naar computer naar FTP naar netwerk naar SharePoint
Niveau 4 Niveau 5 naar bestand Overige acties
Scannen naar
(Selecteer USB of pc) naar OCR naar afbeelding
Overige acties
Scannen naar
(Selecteer USB of pc)
Overige acties
Scannen naar
(Selecteer USB of pc) naar e-mail Overige acties
Scannen naar
(Selecteer USB of pc)
Niveau 6
-
Opties
Opslaan als snelkoppeling
Start
-
Omschrijvingen
Scan documenten en sla deze naar een map op uw computer op.
Hiermee kunt u gescande documenten naar een bewerkbaar tekstbestand converteren.
Opties
Opslaan als snelkoppeling
Start
Scan foto's of afbeeldingen naar uw grafische toepassingen.
Opties
Opslaan als snelkoppeling
Start
Een gescand document als e-mailbijlage verzenden.
Opties
Opslaan als snelkoppeling
Start
Verzend gescande gegevens via FTP.
Overige acties
Scannen naar
(Selecteer profielnaam)
-
Opties
Opslaan als snelkoppeling
Start
Overige acties
Scannen naar
(Selecteer profielnaam)
Opties
Opslaan als snelkoppeling
Start
Overige acties
Scannen naar
(Selecteer profielnaam)
Opties
Opslaan als snelkoppeling
Start
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Verzend gescande gegevens naar een CIFS-server op uw lokale netwerk of op het internet.
Hiermee kunt u gescande gegevens via een
SharePoint-server verzenden.
648
Niveau 3 naar web
Niveau 4
-
WS Scan
(Wordt weergegeven wanneer u een Web
Services Scanner installeert; deze wordt weergegeven in de netwerkverkenner van uw computer.)
Overige acties
Scannen naar
Scannen
Scannen vr mail
Scannen voor faxen
Scannen voor afdr.
-
-
-
-
-
Niveau 5
-
[Snelk.]
Niveau 1
Bewerken /verwij.
Niveau 2
(Selecteer een snelkoppeling)
Snelkoppeling toevoegen
Kopie
Scannen
Web
Apps
(Deze instellingen zijn beschikbaar als u twee seconden op een snelkoppelingsnaam drukt.)
Naamwijz
Bewerken
Verwijder
-
-
-
-
Niveau 6
-
-
Omschrijvingen
Upload gescande gegevens naar een internetdienst.
Hiermee scant u gegevens met het Web Serviceprotocol.
Niveau 3
Naamwijz
Bewerken
Omschrijvingen
Wijzig de naam van de snelkoppeling.
Hiermee kunt u de snelkoppelingsinstellingen wijzigen.
Wis de snelkoppeling.
Verwijder
naar OCR
Selecteer de gewenste instellingen.
naar bestand Hiermee kunt u een zwart-wit- of kleuren document naar uw computer scannen.
Hiermee kunt u gescande documenten naar een bewerkbaar tekstbestand converteren.
-
naar afbeelding
Scan een kleurenfoto naar uw grafische toepassing.
naar e-mail Scan een document in zwart-wit of kleur naar uw e-mailtoepassing.
naar netwerk Verzend gescande gegevens naar een CIFSserver op uw lokale netwerk of op het internet.
naar FTP Verzend gescande gegevens via FTP.
naar
SharePoint
-
Hiermee kunt u gescande gegevens via een
SharePoint-server verzenden.
Verbind het apparaat van Brother met een internetdienst.
Mogelijk werden Web services toegevoegd en servicenamen gewijzigd door de provider sinds dit document werd gepubliceerd.
-
-
Hiermee maakt het apparaat verbinding met de
Brother Apps-service.
Wijzig de naam van de snelkoppeling.
Hiermee kunt u de snelkoppelingsinstellingen wijzigen.
Wis de snelkoppeling.
649
[Beveiligd afdrukken]
Niveau 1
Beveiligd afdrukken
Niveau 2
(Selecteer gebruiker)
Niveau 3
(Selecteer afdruktaak beveiligen)
Omschrijvingen
U kunt taken die opgeslagen zijn in het geheugen afdrukken wanneer u uw viercijferige wachtwoord invoert.
Dit is alleen actief als het apparaat beveiligde afdrukgegevens bevat.
[Web]
Niveau 1 Omschrijvingen
Web Verbind het apparaat van Brother met een internetdienst.
[Apps]
Niveau 1 Omschrijvingen
Apps Hiermee maakt het apparaat verbinding met de Brother Apps-service.
Verwante informatie
•
Instellingen- en functietabellen
650
Home > Machine-instellingen > De instellingen van het apparaat wijzigen vanaf een computer
De instellingen van het apparaat wijzigen vanaf een computer
•
De instellingen van uw apparaat wijzigen met Beheer via een webbrowser
•
De instellingen van het apparaat wijzigen met behulp van Remote Setup
•
Waar kan ik netwerkinstellingen van het Brother-apparaat vinden?
•
Netwerkbeheersoftware en -hulpprogramma's
651
De instellingen van het apparaat wijzigen vanaf een computer
> De instellingen van uw apparaat wijzigen met Beheer via een webbrowser
De instellingen van uw apparaat wijzigen met Beheer via een webbrowser
Beheer via een webbrowser is een hulpprogramma dat een standaardwebbrowser gebruikt om uw apparaat te beheren met HTTP (Hyper Text Transfer Protocol) of HTTPS (Hyper Text Transfer Protocol over Secure Socket
Layer).
•
Wat is Beheer via een webbrowser?
•
Beheer via een webbrowser openen
•
Een aanmeldwachtwoord voor Beheer via een webbrowser instellen of wijzigen
•
Netwerkbeheersoftware en -hulpprogramma's
•
Meer informatie over netwerkbeheersoftware en -hulpprogramma's
652
De instellingen van het apparaat wijzigen vanaf een computer
> De instellingen van uw apparaat wijzigen met Beheer via een webbrowser
> Wat is Beheer via een webbrowser?
Wat is Beheer via een webbrowser?
Beheer via een webbrowser is een hulpprogramma dat een standaardwebbrowser gebruikt om uw machine te beheren met HTTP (Hyper Text Transfer Protocol) of HTTPS (Hyper Text Transfer Protocol over Secure Socket
Layer). Typ het IP-adres van uw machine in de webbrowser om de instellingen van de afdrukserver weer te geven of te wijzigen.
• Wij raden Microsoft Internet Explorer 11/Microsoft Edge voor Windows en Safari 10/11 voor Mac aan.
Zorg ervoor dat JavaScript en cookies altijd zijn geactiveerd, ongeacht welke browser u gebruikt.
• Het is van belang dat u op uw netwerk het TCP/IP-protocol gebruikt en een geldig IP-adres in de afdrukserver en de computer hebt geprogrammeerd.
• Het werkelijke scherm kan afwijken van het bovenstaande scherm.
Verwante informatie
•
De instellingen van uw apparaat wijzigen met Beheer via een webbrowser
653
De instellingen van het apparaat wijzigen vanaf een computer
> De instellingen van uw apparaat wijzigen met Beheer via een webbrowser
> Beheer via een webbrowser openen
Beheer via een webbrowser openen
• We raden u aan het HTTPS-beveiligingsprotocol te gebruiken wanneer u instellingen configureert via
Beheer via een webbrowser.
• Wanneer u HTTPS gebruikt voor de configuratie van Beheer via een webbrowser, geeft uw browser een waarschuwingsscherm weer. Als u wilt voorkomen dat het waarschuwingsscherm wordt weergegeven, kunt u een zelfondertekend certificaat gebruiken voor SSL/TLS-communicatie. Voor meer informatie, uu
Verwante informatie
• Het aanmeldwachtwoord dat standaard wordt gebruikt voor het beheer van de apparaat-instellingen, is initpass . Om uw apparaat te beschermen tegen ongeoorloofd gebruik raden wij u aan om dit wachtwoord te wijzigen.
1. Start uw webbrowser.
2. Voer "https://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser in (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van het apparaat).
Bijvoorbeeld: https://192.168.1.2
• Als u een DNS (domeinnaamsysteem) of een NetBIOS-naam gebruikt, kunt u in plaats van het IP-adres een andere naam invoeren zoals "GedeeldePrinter".
Bijvoorbeeld: https://SharedPrinter
Als u een NetBIOS-naam inschakelt, kunt u ook de knooppuntnaam gebruiken.
Bijvoorbeeld: https://brnxxxxxxxxxxxx
De NetBIOS-naam kunt u vinden door het netwerkconfiguratierapport af te drukken.
• Voor Mac gaat u naar Beheer via een webbrowser door op het pictogram van het apparaat op het scherm Status Monitor te klikken.
3. Als u voordien een wachtwoord hebt ingesteld, voert u dit in en klikt u vervolgens op .
U kunt de instellingen van de afdrukserver nu wijzigen.
Als u de protocolinstellingen wijzigt, moet u, nadat u op Indienen hebt geklikt, het apparaat opnieuw opstarten om de configuratie te activeren.
Voer het wachtwoord in het veld Inloggen in en klik op telkens wanneer u Beheer via een webbrowser opent. Nadat u alle instellingen hebt geconfigureerd, meldt u zich af door op te klikken.
Verwante informatie
•
De instellingen van uw apparaat wijzigen met Beheer via een webbrowser
Gerelateerde onderwerpen:
•
Het netwerkconfiguratierapport afdrukken
•
Een zelf ondertekend certificaat aanmaken
•
Het zelfondertekende certificaat installeren voor Windows-gebruikers met beheerrechten
654
De instellingen van het apparaat wijzigen vanaf een computer
> De instellingen van uw apparaat wijzigen met Beheer via een webbrowser
> Een aanmeldwachtwoord voor
Beheer via een webbrowser instellen of wijzigen
Een aanmeldwachtwoord voor Beheer via een webbrowser instellen of wijzigen
Wij raden u aan het standaardwachtwoord te wijzigen, zodat niet zomaar iedereen toegang heeft tot Beheer via een webbrowser.
1. Start uw webbrowser.
2. Voer "https://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser in (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van het apparaat).
Bijvoorbeeld: https://192.168.1.2
• Als u een DNS (domeinnaamsysteem) of een NetBIOS-naam gebruikt, kunt u in plaats van het IP-adres een andere naam invoeren zoals "GedeeldePrinter".
Bijvoorbeeld: https://SharedPrinter
Als u een NetBIOS-naam inschakelt, kunt u ook de knooppuntnaam gebruiken.
Bijvoorbeeld: https://brnxxxxxxxxxxxx
De NetBIOS-naam kunt u vinden door het netwerkconfiguratierapport af te drukken.
• Voor Mac gaat u naar Beheer via een webbrowser door op het pictogram van het apparaat op het scherm Status Monitor te klikken.
3. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als u voordien een eigen wachtwoord hebt ingesteld, voert u dit in en klikt u vervolgens op .
• Als u voordien geen eigen wachtwoord hebt ingesteld, voert u initpass in en klikt u vervolgens op .
4. Klik op Beheerder .
5. Voer het gewenste wachtwoord in het veld Invoeren: nieuw wachtwoord in (8 tot 32 tekens).
6. Typ het wachtwoord nogmaals in het veld Bevestigen: nieuw wachtwoord .
7. Klik op Indienen .
Verwante informatie
•
De instellingen van uw apparaat wijzigen met Beheer via een webbrowser
655
De instellingen van het apparaat wijzigen vanaf een computer
> De instellingen van het apparaat wijzigen met behulp van Remote Setup
De instellingen van het apparaat wijzigen met behulp van Remote Setup
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Met het programma Remote Setup kunt u vanaf uw computer heel wat instellingen van uw Brother-apparaat configureren. Wanneer u het programma Remote Setup start, worden de instellingen van uw Brother-apparaat automatisch naar uw computer gedownload en op uw scherm weergegeven. Als u de instellingen op uw computer wijzigt, kunt u deze direct naar het apparaat overbrengen.
•
•
656
De instellingen van het apparaat wijzigen vanaf een computer
> De instellingen van het apparaat wijzigen met behulp van Remote Setup > Remote Setup (Windows)
Remote Setup (Windows)
•
Stel het Brother-apparaat in vanaf uw computer (Windows)
•
Stel het Brother-apparaat in met ControlCenter4 (Windows)
•
Het adresboek van uw apparaat instellen met ControlCenter4 (Windows)
657
De instellingen van het apparaat wijzigen vanaf een computer
> De instellingen van het apparaat wijzigen met behulp van Remote Setup >
> Stel het
Brother-apparaat in vanaf uw computer (Windows)
Stel het Brother-apparaat in vanaf uw computer (Windows)
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Als Beveiligd functieslot is ingeschakeld, kunt u Remote Setup niet gebruiken.
1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Windows 7
Klik op (Starten) > Alle programma's > Brother > Brother Utilities .
Klik op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet geselecteerd). Klik in de linkernavigatiebalk op Hulpmiddelen en klik vervolgens op Remote Setup .
• Windows 8 en Windows 10
Klik op ( Brother Utilities ) en vervolgens op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet geselecteerd). Klik in de linkernavigatiebalk op Hulpmiddelen en klik vervolgens op Remote
Setup .
Het venster van het programma Remote Setup wordt weergegeven.
Wanneer uw apparaat via een netwerk is verbonden, voert u indien nodig het wachtwoord in.
2. Configureer de instellingen als nodig.
658
Exporteren
Klik om de huidige configuratie-instellingen naar een bestand op te slaan.
Klik op Exporteren om uw adresboek of alle instellingen voor uw apparaat op te slaan.
Importeren
Klik om een bestand te importeren en de instellingen te lezen.
Afdrukken
Klik om de geselecteerde items op het apparaat af te drukken. U kunt de gegevens niet afdrukken tot deze naar het apparaat zijn geüpload. Klik op Toepassen om de nieuwe gegevens naar het apparaat te uploaden en klik vervolgens op Afdrukken .
OK
Klik om het uploaden van gegevens naar het apparaat te starten en verlaat vervolgens het programma
Remote Setup. Als een foutmelding verschijnt, bevestig dan dat uw gegevens correct zijn en klik vervolgens op OK .
Afbreken
Klik om het programma Remote Setup te verlaten zonder gegevens naar het apparaat te uploaden.
Toepassen
Klik om gegevens naar het apparaat te uploaden zonder het programma Remote Setup te verlaten.
3. Klik op OK .
• Als uw computer door een firewall is beschermd en u Remote Setup niet kunt gebruiken, moet u mogelijk de instellingen van de firewall configureren om communicatie via poortnummer 137 en 161 mogelijk te maken.
• Als u de Windows Firewall gebruikt en de software en drivers van Brother vanaf de installatieschijf hebt geïnstalleerd, zijn de benodigde firewall-instellingen al ingesteld.
Verwante informatie
•
659
De instellingen van het apparaat wijzigen vanaf een computer
> De instellingen van het apparaat wijzigen met behulp van Remote Setup >
> Stel het
Brother-apparaat in met ControlCenter4 (Windows)
Stel het Brother-apparaat in met ControlCenter4 (Windows)
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Als Beveiligd functieslot is ingeschakeld, kunt u Remote Setup niet gebruiken.
1. Klik op het pictogram ( ControlCenter4 ) in de taakbalk en klik vervolgens op Open .
2. Klik op het tabblad Apparaatinstellingen .
3. Klik op de knop Remote Setup .
4. Configureer de instellingen als nodig.
Exporteren
Klik om de huidige configuratie-instellingen naar een bestand op te slaan.
Klik op Exporteren om uw adresboek of alle instellingen voor uw apparaat op te slaan.
Importeren
Klik om een bestand te importeren en de instellingen te lezen.
Afdrukken
Klik om de geselecteerde items op het apparaat af te drukken. U kunt de gegevens niet afdrukken tot deze naar het apparaat zijn geüpload. Klik op Toepassen om de nieuwe gegevens naar het apparaat te uploaden en klik vervolgens op Afdrukken .
660
OK
Klik om het uploaden van gegevens naar het apparaat te starten en verlaat vervolgens het programma
Remote Setup. Als een foutmelding verschijnt, bevestig dan dat uw gegevens correct zijn en klik vervolgens op OK .
Afbreken
Klik om het programma Remote Setup te verlaten zonder gegevens naar het apparaat te uploaden.
Toepassen
Klik om gegevens naar het apparaat te uploaden zonder het programma Remote Setup te verlaten.
5. Klik op OK .
• Als uw computer door een firewall is beschermd en u Remote Setup niet kunt gebruiken, moet u mogelijk de instellingen van de firewall configureren om communicatie via poortnummer 137 en 161 mogelijk te maken.
• Als u de Windows Firewall gebruikt en de software en drivers van Brother vanaf de installatieschijf hebt geïnstalleerd, zijn de benodigde firewall-instellingen al ingesteld.
Verwante informatie
•
•
661
De instellingen van het apparaat wijzigen vanaf een computer
> De instellingen van het apparaat wijzigen met behulp van Remote Setup >
> Het adresboek van uw apparaat instellen met ControlCenter4 (Windows)
Het adresboek van uw apparaat instellen met ControlCenter4
(Windows)
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Gebruik Remote Setup via CC4 om nummers van het adresboek op uw computer toe te voegen of te wijzigen.
Als Beveiligd functieslot is ingeschakeld, kunt u Remote Setup niet gebruiken.
1. Klik op het pictogram ( ControlCenter4 ) in de taakbalk en klik vervolgens op Open .
2. Klik op het tabblad Apparaatinstellingen .
3. Klik op de knop Adresboek .
Het Adresboek opent in een venster van Remote Setup.
4. Voeg als nodig informatie toe aan het adresboek of werk deze bij.
5. Klik op OK .
Verwante informatie
•
662
De instellingen van het apparaat wijzigen vanaf een computer
> De instellingen van het apparaat wijzigen met behulp van Remote Setup > Remote Setup (Mac)
Remote Setup (Mac)
•
Het Brother-apparaat instellen via de USB-aansluiting (Mac)
•
Het adresboek van uw Brother-apparaat instellen via de USB-aansluiting (Mac)
663
De instellingen van het apparaat wijzigen vanaf een computer
> De instellingen van het apparaat wijzigen met behulp van Remote Setup >
Remote Setup (Mac) > Het Brother-
apparaat instellen via de USB-aansluiting (Mac)
Het Brother-apparaat instellen via de USB-aansluiting (Mac)
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Gebruik Remote Setup om uw Brother-apparaat in te stellen via een USB-kabel.
Als u Remote Setup wilt gebruiken, gaat u naar de pagina Downloads van uw model in het Brother Solutions
Center via support.brother.com
en downloadt u Remote Setup.
• Als Beveiligd functieslot is ingeschakeld, kunt u Remote Setup niet gebruiken.
• Remote Setup voor Mac ondersteunt alleen USB.
1. Klik in de menubalk Finder op Ga > Programma’s > Brother en dubbelklik vervolgens op het pictogram van
Remote Setup.
Het scherm van het programma Remote Setup wordt weergegeven.
2. Configureer de instellingen als nodig.
Exporteren
Klik om de huidige configuratie-instellingen naar een bestand op te slaan.
Klik op Exporteren om uw adresboek of alle instellingen voor uw apparaat op te slaan.
Importeren
Klik om een bestand te importeren en de instellingen te lezen.
664
Afdrukken
Klik om de geselecteerde items op het apparaat af te drukken. U kunt de gegevens niet afdrukken tot deze naar het apparaat zijn geüpload. Klik op Toepassen om de nieuwe gegevens te uploaden naar het apparaat en klik vervolgens op Afdrukken .
OK
Klik om het uploaden van gegevens naar het apparaat te starten en verlaat vervolgens het programma
Remote Setup. Als er een foutmelding verschijnt, voert u de juiste gegevens nogmaals in en klikt u vervolgens op OK .
Afbreken
Klik om het programma Remote Setup te verlaten zonder gegevens naar het apparaat te uploaden.
Toepassen
Klik om gegevens naar het apparaat te uploaden zonder het programma Remote Setup te verlaten.
3. Klik op OK wanneer u klaar bent.
Verwante informatie
•
665
De instellingen van het apparaat wijzigen vanaf een computer
> De instellingen van het apparaat wijzigen met behulp van Remote Setup >
Remote Setup (Mac) > Het adresboek
van uw Brother-apparaat instellen via de USB-aansluiting (Mac)
Het adresboek van uw Brother-apparaat instellen via de USBaansluiting (Mac)
Gerelateerde modellen : MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Gebruik Remote Setup om op uw computer adresboeknummers toe te voegen of te wijzigen via een USB-kabel.
Als u Remote Setup wilt gebruiken, gaat u naar de pagina Downloads van uw model in het Brother Solutions
Center via support.brother.com
en downloadt u Remote Setup.
• Als Beveiligd functieslot is ingeschakeld, kunt u Remote Setup niet gebruiken.
• Remote Setup voor Mac ondersteunt alleen USB.
1. Klik in de menubalk Finder op Ga > Programma’s > Brother en dubbelklik vervolgens op het pictogram van
Remote Setup.
Het scherm van het programma Remote Setup wordt weergegeven.
2. Klik in het linkermenu op Adresboek bij Fax .
3. Voeg als nodig informatie toe aan het adresboek of werk deze bij.
4. Klik op OK wanneer u klaar bent.
Verwante informatie
•
666
Appendix
•
•
Hoe tekst invoeren in uw apparaat van Brother
•
•
Belangrijke informatie over de levensduur van tonercartridges
•
Informatie over kringlooppapier
•
667
Home > Appendix > Specificaties
Specificaties
>> Specificatie documentgrootte
>> Specificaties Direct Print-functie
>> Ondersteunde protocollen en beveiligingsfuncties
>> Specificaties van computervereisten
Algemene specificaties
Printertype
Afdrukmethode
Geheugencapaciteit Standaard
LCD (Liquid Crystal Display) 1
Stroombron
Stroomverbruik
(Gemiddeld)
Piek
Afdrukken
• LED
• Elektrofotografische ledprinter
• 512 MB
• DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
16 tekens x 2 regels
• DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/
MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/
MFC-L3770CDW
93,4 mm TFT kleuren touchscreen LCD
• 220 tot 240 V AC 50/60 Hz
• DCP-L3510CDW
Ongeveer 1.180 W
• DCP-L3517CDW
Ongeveer 1.180 W
• DCP-L3550CDW
Ongeveer 1.180 W
• MFC-L3710CW
Ongeveer 1.180 W
• MFC-L3730CDN
Ongeveer 1.180 W
• MFC-L3750CDW
Ongeveer 1.320 W
• MFC-L3770CDW
Ongeveer 1.320 W
• DCP-L3510CDW
Ongeveer 400 W bij 25 °C
• DCP-L3517CDW
Ongeveer 400 W bij 25 °C
• DCP-L3550CDW
Ongeveer 400 W bij 25 °C
• MFC-L3710CW
Ongeveer 400 W bij 25 °C
• MFC-L3730CDN
Ongeveer 400 W bij 25 °C
• MFC-L3750CDW
668
Stroomverbruik
(Gemiddeld)
Afdrukken
(Stille modus)
Gereed
Kopiëren
(Stille modus)
Ongeveer 430 W bij 25 °C
• MFC-L3770CDW
Ongeveer 430 W bij 25 °C
• DCP-L3510CDW
Ongeveer 280 W bij 25 °C
• DCP-L3517CDW
Ongeveer 280 W bij 25 °C
• DCP-L3550CDW
Ongeveer 280 W bij 25 °C
• MFC-L3710CW
Ongeveer 280 W bij 25 °C
• MFC-L3730CDN
Ongeveer 280 W bij 25 °C
• MFC-L3750CDW
Ongeveer 260 W bij 25 °C
• MFC-L3770CDW
Ongeveer 260 W bij 25 °C
• DCP-L3510CDW
Ongeveer 400 W bij 25 °C
• DCP-L3517CDW
Ongeveer 400 W bij 25 °C
• DCP-L3550CDW
Ongeveer 400 W bij 25 °C
• MFC-L3710CW
Ongeveer 400 W bij 25 °C
• MFC-L3730CDN
Ongeveer 400 W bij 25 °C
• MFC-L3750CDW
Ongeveer 430 W bij 25 °C
• MFC-L3770CDW
Ongeveer 430 W bij 25 °C
• DCP-L3510CDW
Ongeveer 280 W bij 25 °C
• DCP-L3517CDW
Ongeveer 280 W bij 25 °C
• DCP-L3550CDW
Ongeveer 280 W bij 25 °C
• MFC-L3710CW
Ongeveer 280 W bij 25 °C
• MFC-L3730CDN
Ongeveer 280 W bij 25 °C
• MFC-L3750CDW
Ongeveer 260 W bij 25 °C
• MFC-L3770CDW
Ongeveer 260 W bij 25 °C
• DCP-L3510CDW
Ongeveer 80 W bij 25 °C
• DCP-L3517CDW
Ongeveer 80 W bij 25 °C
• DCP-L3550CDW
669
Stroomverbruik
(Gemiddeld)
Slaapstand
Diepe slaap
• DCP-L3510CDW
Ongeveer 1,2 W
• DCP-L3517CDW
Ongeveer 1,2 W
• DCP-L3550CDW
Ongeveer 1,2 W
• MFC-L3710CW
Ongeveer 1,2 W
• MFC-L3730CDN
Ongeveer 1,2 W
• MFC-L3750CDW
Ongeveer 1,2 W
• MFC-L3770CDW
Ongeveer 1,2 W
• DCP-L3510CDW
Ongeveer 0,04 W
• DCP-L3517CDW
Ongeveer 0,04 W
• DCP-L3550CDW
Ongeveer 0,04 W
• MFC-L3710CW
Ongeveer 0,04 W
• MFC-L3730CDN
Ongeveer 0,04 W
• MFC-L3750CDW
Ongeveer 0,04 W
• MFC-L3770CDW
Ongeveer 80 W bij 25 °C
• MFC-L3710CW
Ongeveer 80 W bij 25 °C
• MFC-L3730CDN
Ongeveer 80 W bij 25 °C
• MFC-L3750CDW
Ongeveer 75 W bij 25 °C
• MFC-L3770CDW
Ongeveer 75 W bij 25 °C
• DCP-L3510CDW
Ongeveer 9,7 W
• DCP-L3517CDW
Ongeveer 9,7 W
• DCP-L3550CDW
Ongeveer 9,7 W
• MFC-L3710CW
Ongeveer 9,7 W
• MFC-L3730CDN
Ongeveer 9,7 W
• MFC-L3750CDW
Ongeveer 10,1 W
• MFC-L3770CDW
Ongeveer 10,1 W
670
Stroomverbruik
(Gemiddeld)
Afmetingen
(Typische overzichtsweergave)
(DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW)
(DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/
MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW)
Ongeveer 0,04 W
Eenheid: mm
• DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
*: 410
**: 368
***: 475
• DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/
MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW
*: 410
**: 414
***: 475
• MFC-L3770CDW
*: 410
**: 414
***: 509
Gewicht (met verbruiksartikelen) • DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
21,7 kg
• DCP-L3550CDW
23,2 kg
• MFC-L3710CW
22,5 kg
• MFC-L3730CDN
23,4 kg
• MFC-L3750CDW
23,4 kg
• MFC-L3770CDW
24,5 kg
671
Geluidsemissie Geluidsdruk
Geluidskracht
Afdrukken
Gereed
Temperatuur
Vochtigheid
In bedrijf
Opslag
In bedrijf
Opslag
ADF (automatische documentinvoer)
(DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/
MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW)
• MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
LpAm = 47 dB (A)
• DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW/
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/
MFC-L3730CDN
LpAm = 45 dB (A)
• LpAm = 43 dB (A) Afdrukken
(Stille modus)
Gereed
Afdrukken
(Stille modus)
• Standaard: onhoorbaar
Zwart-wit
• DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW/
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/
MFC-L3730CDN
LWAd = 5,86 B (A)
• MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
LWAd = 6,11 B (A)
Kleur
• DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW/
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/
MFC-L3730CDN
LWAd = 5,92 B (A)
• MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
LWAd = 6,16 B (A)
Zwart-wit
• LWAd = 5,71 B (A)
Kleur
• LWAd = 5,73 B (A)
• Standaard: onhoorbaar
• Van 10 °C tot 32 °C
• Van 0 °C tot 40 °C
• 20 tot 80% (niet condenserend)
• 10 tot 95% (niet condenserend)
• Maximaal 50 pagina's
Voor de beste resultaten raden we het volgende aan:
• Temperatuur: 20 tot 30 °C
• Vochtigheid: 50 tot 70%
• Papier: 80 g/m 2
5
6
7
1
2
3
4
Diagonaal gemeten.
USB-verbindingen met computer
Gemeten in overeenstemming met IEC 62301 Editie 2.0.
Het stroomverbruik varieert licht afhankelijk van de gebruiksomgeving van het onderdeel.
Als de ventilator draait: LpAm = 33 dB (A)
Gemeten in overeenstemming met de methode beschreven in RAL-UZ205.
Als de ventilator draait: LWAd = 4,67 B (A)
Specificatie documentgrootte
Documentgrootte Breedte ADF
Lengte ADF
• 105 mm tot 215,9 mm
• 147,3 mm tot 355,6 mm
672
Documentgrootte Breedte glasplaat • Maximaal 215,9 mm
Lengte glasplaat • Maximaal 300 mm
Specificaties afdrukmedia
Papierinvoer Papierlade
(Standaard)
Multifunctionele lade (Multif.
lade) (MFC-L3770CDW)
Tweezijdig Automatisch tweezijdig afdrukken (DCP-L3510CDW/
DCP-L3517CDW/
DCP-L3550CDW/
MFC-L3730CDN/
Papiertype
Papierformaat
Papiergewicht
Maximale papiercapaciteit
Papiertype
Papierformaat
Papiergewicht
Maximale papiercapaciteit
Sleuf voor handmatige invoer
(DCP-L3510CDW/
DCP-L3517CDW/
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/
MFC-L3730CDN/
MFC-L3750CDW)
Papiertype
Papierformaat
Papiergewicht
Maximale papiercapaciteit
Papieruitvoer
Uitvoerlade met bedrukte zijde naar onder
Uitvoerlade met bedrukte zijde naar boven
Papiertype
Papierformaat
Papiergewicht
• Normaal papier, dun papier, dik papier, kringlooppapier
• A4, Letter, A5, A5 (Long Edge), A6,
Executive
• 60 tot 163 g/m²
• Maximaal 250 vellen normaal papier van 80 g/m 2
• Normaal papier, dun papier, dik papier, kringlooppapier, bankpostpapier, etiket, envelop, dunne envelop, dikke envelop, glanzend papier
• Breedte:
76,2 mm tot 216 mm
• Lengte:
116 mm tot 355,6 mm
• Envelop:
COM-10, DL, C5, Monarch
• 60 tot 163 g/m
2
• Maximaal 30 vellen normaal papier van
80 g/m 2
• Enveloppe: drie enveloppen tot 6 mm dik
• Normaal papier, dun papier, dik papier, kringlooppapier, bankpostpapier, etiket, envelop, dunne envelop, dikke envelop, glanzend papier
• Breedte:
76,2 mm tot 216 mm
• Lengte:
116 mm tot 355,6 mm
• Envelop:
COM-10, DL, C5, Monarch
• 60 tot 163 g/m 2
• Eén vel
• Max. 150 vellen normaal papier van 80 g/m 2 (levering met bedrukte zijde naar beneden in de papierlade voor uitvoer met de bedrukte zijde naar beneden)
• Eén vel (levering met bedrukte zijde naar boven naar de documentuitvoer met bedrukte zijde naar boven)
• Normaal papier, dun papier, dik papier, kringlooppapier
• A4
• 60 tot 163 g/m 2
673
Tweezijdig MFC-L3750CDW/
MFC-L3770CDW)
1 Voor etiketten raden we aan om de afgedrukte vellen uit de uitvoerlade te verwijderen zodra ze uit het apparaat komen om de mogelijkheid tot vlekken te voorkomen.
Faxspecificaties
OPMERKING
Deze functie is alleen beschikbaar voor MFC-modellen.
Compatibiliteit
Coderingssysteem
Modemsnelheid
• ITU-T Supergroep 3
• MH / MR / MMR / JBIG
• 33.600 bps (met Automatic Fallback)
Ontvangst tweezijdig afdrukken • MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Ja
Automatisch tweezijdig verzenden • MFC-L3770CDW
Ja (vanaf ADF)
Scanbreedte
Afdrukbreedte
• Maximaal 208 mm
• Maximaal 207,4 mm
Grijstint
Resolutie Horizontaal
Verticaal
•
•
8 bits / 256 niveaus
203 dpi
• Standaard: 98 dpi
• Fijn: 196 dpi
• Superfijn: 392 dpi
• Foto: 196 dpi
• 200 locaties Adresboek
Groepen
Groepsverzenden
Automatisch opnieuw kiezen
Verzenden vanuit het geheugen
• Max. 20
• 250 locaties
•
•
3 keer op intervallen van 5 minuten
Ontvangst zonder papier
Breedte kopie
Automatisch tweezijdig kopiëren
Sorteren
Stapelen
Vergroten/verkleinen
Resolutie
Tijd voor eerste kopie
•
1 "Pagina's" verwijst naar het "ITU-T Testdiagram #1" (een typische zakelijke brief, standaardresolutie, JBIG-code).
Kopieerspecificatie
• Maximaal 210 mm
• MFC-L3770CDW
Ja (vanaf ADF)
• Ja
• Max. 99 pagina's
• 25 tot 400% (in stappen van 1%)
• Maximaal 600 x 600 dpi
Zwart-wit
• MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Minder dan 15 seconden bij 23 °C / 230 V
674
Tijd voor eerste kopie
• DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW/DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/
MFC-L3730CDN
Minder dan 17,5 seconden bij 23 °C / 230 V
Kleur
• MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Minder dan 16 seconden bij 23 °C / 230 V
• DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW/DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/
MFC-L3730CDN
Minder dan 17,5 seconden bij 23 °C / 230 V
1 Van Gereed en standaardlade
Scannerspecificaties
Kleur / Zwart
TWAIN-compatibel
WIA-compatibel
Kleurintensiteit
Grijsschaal
Resolutie
• Ja / Ja
• Ja
(Windows 7 / Windows 8 / Windows 8.1 / Windows 10)
(macOS v10.11.6, v10.12.x, v10.13.x)
• Ja
(Windows 7 / Windows 8 / Windows 8.1 / Windows 10)
• 48-bits kleuren verwerking (Invoer)
• 24-bits kleuren verwerking (Uitvoer)
• 16-bits kleuren verwerking (Invoer)
• 8-bits kleuren verwerking (Uitvoer)
• Max. 19200 x 19200 dpi (geïnterpoleerd)
• Max. 1200 x 2400 dpi (vanaf glasplaat)
• Max. 600 x 600 dpi (vanuit ADF)
Scanbreedte • Maximaal 210 mm
Automatisch tweezijdig scannen • MFC-L3770CDW
Ja (vanaf ADF)
1 Maximaal 1200 × 1200 dpi scannen met de WIA-driver in Windows 7, Windows 8, Windows 8.1 en Windows 10 (een resolutie tot 19200 ×
19200 dpi kan worden geselecteerd met het hulpprogramma van de scanner)
Printerspecificaties
Automatische tweezijdig afdrukken • DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW/DCP-L3550CDW/MFC-L3730CDN/
MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Ja
Emulatie
Resolutie
•
•
PCL6, BR-Script3, PDF-versie 1.7, XPS-versie 1.0
600 x 600 dpi, klasse 2400 dpi (2400 x 600)-kwaliteit
Afdruksnelheid
Eenzijdig afdrukken
Zwart-wit
• DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW/DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/
MFC-L3730CDN
Tot 19 pagina's/minuut (Letter-formaat)
Tot 18 pagina's/minuut (A4-formaat)
• MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Tot 25 pagina's/minuut (Letter-formaat)
Tot 24 pagina's/minuut (A4-formaat)
Kleur
675
Afdruksnelheid
Eenzijdig afdrukken
Tweezijdig afdrukken
• DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW/DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/
MFC-L3730CDN
Tot 19 pagina's/minuut (Letter-formaat)
Tot 18 pagina's/minuut (A4-formaat)
• MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Tot 25 pagina's/minuut (Letter-formaat)
Tot 24 pagina's/minuut (A4-formaat)
Zwart-wit
• DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW/DCP-L3550CDW/MFC-L3730CDN
Tot 6 zijden per minuut (tot 3 vellen per minuut) (Letter- of A4-formaat)
• MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Tot 8 zijden per minuut (tot 4 vellen per minuut) (Letter- of A4-formaat)
Kleur
• DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW/DCP-L3550CDW/MFC-L3730CDN
Tot 6 zijden per minuut (tot 3 vellen per minuut) (Letter- of A4-formaat)
• MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Tot 8 zijden per minuut (tot 4 vellen per minuut) (Letter- of A4-formaat)
Zwart-wit
• MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Minder dan 14 seconden bij 23 °C / 230 V
• DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW/DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/
MFC-L3730CDN
Minder dan 15,5 seconden bij 23 °C / 230 V
Kleur
• MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Minder dan 14 seconden bij 23 °C / 230 V
• DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW/DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/
MFC-L3730CDN
Minder dan 15,5 seconden bij 23 °C / 230 V
1
2
3
De afdruksnelheid kan verschillen naargelang het type document dat u afdrukt.
De afdruksnelheid kan trager zijn als het apparaat verbonden is via draadloos LAN.
Afdrukken vanuit Gereed en standaardlade.
Interfacespecificaties
USB
LAN
• Hi-Speed USB 2.0
Gebruik een USB 2.0-interfacekabel van maximaal 2 meter.
• DCP-L3550CDW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
Draadloos LAN • DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW/DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3750CDW/
MFC-L3770CDW
IEEE 802.11b/g/n (Infrastructuurmodus)
IEEE 802.11g/n (Wi-Fi Direct
®
)
NFC • MFC-L3770CDW
Ja
2
3
1 Uw apparaat heeft een Hi-speed USB 2.0-interfacekabel. Het apparaat kan ook worden aangesloten op een computer die beschikt over een USB 1.1-interface.
USB-poorten van andere merken worden niet ondersteund.
Gebruik een rechtstreekse categorie 5e (of hoger) twisted-pair-kabel.
676
Specificaties Direct Print-functie
OPMERKING
Deze functie is beschikbaar voor MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW.
Compatibiliteit • PDF versie 1.7, JPEG, Exif+JPEG, PRN (gemaakt door eigen printerdriver), TIFF (gescand door
Brother-modellen), XPS versie 1.0
Interface • USB direct-interface: voorkant x 1
Ondersteunde protocollen en beveiligingsfuncties
Ethernet
10Base-T/100Base-TX
Draadloos netwerk
IEEE 802.11b/g/n (infrastructuurmodus), IEEE 802.11g/n (Wi-Fi Direct)
Protocollen (IPv4)
ARP, RARP, BOOTP, DHCP, APIPA(Auto IP), WINS/NetBIOS-naamresolutie, DNS-Resolver, mDNS, LLMNR-
Responder, LPR/LPD, Custom Raw Port/Poort9100, SMTP-Client, IPP/IPPS, FTP-Client en Server, CIFS-
Client, TELNET-Server, SNMPv1/v2c/v3, HTTP/HTTPS-server, TFTP-client en server, ICMP, Web Services
(Print/Scan), SNTP-Client
Protocollen (IPv6)
NDP, RA, DNS Resolver, mDNS, LLMNR Responder, LPR/LPD, Custom Raw Port/Port9100, IPP/IPPS,
SMTP-client, FTP-client en -server, CIFS-client, TELNET-server, SNMPv1/v2c/v3, HTTP/HTTPS-server,
TFTP-client en -server, ICMPv6, SNTP-client, Web Services (afdrukken/scannen)
Netwerkbeveiliging (bedraad)
SMTP-AUTH, SSL/TLS (IPPS, HTTPS, SMTP), SNMP v3, 802.1x (EAP-MD5, EAP-FAST, PEAP, EAP-TLS,
EAP-TTLS), Kerberos
Netwerkbeveiliging (draadloos)
SMTP-AUTH, SSL/TLS (IPPS, HTTPS, SMTP), SNMP v3, 802.1x (LEAP, EAP-FAST, PEAP, EAP-TLS, EAP-
TTLS), Kerberos
Beveiliging van het draadloze netwerk
WEP 64/128-bit, WPA-PSK (TKIP/AES), WPA2-PSK (TKIP/AES)
Draadloze certificering
Licentie Wi-Fi-certificatiemarkering (WPA ™ /WPA2 ™ - Enterprise, Personal), licentie identificatiemarkering Wi-
Fi Protected Setup ™ (WPS), Wi-Fi CERTIFIED ™ Wi-Fi Direct
Specificaties van computervereisten
Ondersteunde besturingssystemen en softwarefuncties
Versie van het computerplatform en het besturingssysteem
Pc-interface
Parallel
(IEEE128
4)
10Base-
T/
100Base-
TX
(Ethernet
)
Draadloo s
802.11b/g
/n
Processor Hardeschijfruimte voor installatie voor drivers
Voor toepassin gen
(inclusief drivers)
1 Wi-Fi Direct ondersteunt alleen WPA2-PSK (AES).
677
Windowsbesturings systeem
Windows 7 SP1 /
8 / 8.1
Windows 10
Home / 10 Pro /
10 Education / 10
Windows Server
2008
Windows Server
2008 R2
Windows Server
2012
Windows Server
2012 R2
Windows Server
2016
Macbesturings systeem macOS v10.11.6
macOS v10.12.x
macOS v10.13.x
N.v.t.
Afdrukken
Scannen
N.v.t.
Afdrukken
Afdrukken
Scannen
32-bits
(x86) of 64bits (x64) processor
650 MB
64-bits
(x64) processor
50 MB
Intel ®
Processor
80 MB
1,2 GB
N.v.t.
400 MB
1
2
3
4
USB-poorten van andere merken worden niet ondersteund.
Voor WIA, resolutie van 1200 x 1200. Met de Brother-scantoepassing zijn resoluties tot max. 19200 x 19200 dpi mogelijk.
PaperPort ™ 14SE ondersteunt Windows 7 SP1, Windows 8, Windows 8.1 en Windows 10.
PC-Fax ondersteunt alleen zwart-wit.
Voor de recentste driverupdates gaat u naar de Downloads -pagina van uw model in het Brother Solutions
Center via support.brother.com
.
Alle handelsmerken, merk- en productnamen zijn de eigendom van hun respectieve bedrijven.
Verwante informatie
•
678
Home > Appendix > Hoe tekst invoeren in uw apparaat van Brother
Hoe tekst invoeren in uw apparaat van Brother
>> DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
DCP-L3510CDW/DCP-L3517CDW
Als er tekst vereist is, voer dan tekens in op het apparaat. De tekens die beschikbaar zijn kunnen variëren afhankelijk van de uitgevoerde bewerking.
• Houd a of b ingedrukt of druk er herhaaldelijk op om een teken uit deze lijst te selecteren:
0123456789abcdefghijklmnopqrstuvwxyzABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ(space)!"#$%&'()*+,-./:;<=>?
@[\]^_‘{|}~
• Druk op OK wanneer het gewenste teken of symbool wordt weergegeven en voert voervolgens het volgende teken in.
• Druk op Wis om de foutief ingevoerde tekens te wissen.
DCP-L3550CDW/MFC-L3710CW/MFC-L3730CDN/MFC-L3750CDW/MFC-L3770CDW
• Wanneer u tekst op uw apparaat van Brother moet invoeren, verschijnt een toetsenbord op de LCD.
• De beschikbare tekens kunnen verschillen afhankelijk van uw land.
• De toetsenbordindeling kan variëren afhankelijk van de uitgevoerde bewerking.
• Druk op om te schakelen tussen letters, cijfers en speciale tekens.
• Druk op om te schakelen tussen kleine en hoofdletters.
• Om de cursor naar links of rechts te verplaatsen, drukt u op d of c .
Spaties invoegen
• Druk op [Spatie] of c om een spatie in te voeren.
Correcties maken
• Als u een onjuist teken hebt ingevoerd en u dit wilt wijzigen, drukt u op d of c om de cursor naar het onjuiste teken te verplaatsen en drukt u vervolgens op . Voer het juiste teken in.
• Om een teken in te voeren drukt u op d of c om de cursor naar de juiste plaats te bewegen, en voert u vervolgens het teken in.
• Druk op voor elk teken dat u wilt wissen, of houd ingedrukt om alle tekens te wissen.
679
Verwante informatie
•
Gerelateerde onderwerpen:
•
•
Uw apparaat configureren voor een draadloos netwerk wanneer de SSID niet wordt uitgezonden
•
680
Home > Appendix > Verbruiksartikelen
Verbruiksartikelen
Wanneer verbruiksartikelen zoals de toner of drum aan vervanging toe zijn, wordt er een foutmelding weergegeven op het bedieningspaneel van het apparaat of in de Status Monitor. Ga voor meer informatie over de verbruiksartikelen van uw apparaat naar www.brother.com/original/index.html
of neem contact op met uw plaatselijke Brother-leverancier.
De modelnaam van het verbruiksartikel verschilt afhankelijk van uw land en regio.
Verbruiksartikelen Modelnaam verbruiksartikel
Tonercartridge
Drumeenheid
Standaardtoner:
TN-243
Toner met hoge capaciteit:
TN-247
Inbox-toner:
(bij uw apparaat geleverd)
DR-243CL
Geschatte levensduur
(aantal pagina's)
• Zwart:
• Cyaan / magenta / geel:
• Zwart:
• Cyaan / magenta / geel:
• Zwart:
• Cyaan / magenta / geel:
Riemeenheid BU-223CL
Toneropvangbak WT-223CL
1
2
3
4
De geschatte capaciteit van de cartridge wordt vermeld in overeenstemming met ISO/IEC 19798.
Enkelzijdige pagina's van A4- of Letter-formaat
Bevat vier drumeenheden: één zwart en drie kleuren.
Ongeveer 18.000 pagina's gebaseerd op één pagina per taak [enkelzijdige A4-/Letter-pagina's]. Het aantal pagina's kan beïnvloed worden door tal van factoren, met inbegrip van maar niet beperkt tot het mediatype en het mediaformaat.
681
5 Ongeveer 50.000 pagina's gebaseerd op twee pagina per taak [enkelzijdige A4-/Letter-pagina's]. Het aantal pagina's kan beïnvloed worden door tal van factoren, met inbegrip van maar niet beperkt tot het mediatype en het mediaformaat.
Verwante informatie
•
Gerelateerde onderwerpen:
•
682
Home > Appendix > Belangrijke informatie over de levensduur van tonercartridges
Belangrijke informatie over de levensduur van tonercartridges
Levensduur van tonercartridges
Dit product detecteert de levensduur van de tonercartridges met behulp van de volgende twee methodes:
• Detectie door van elke kleur de punten te tellen die nodig zijn om een beeld te creëren
• Detectie door de rotaties van de developerrol te tellen
Dit product is uitgerust met een functie die de punten telt van elke kleur die gebruikt wordt om documenten af te drukken, evenals de rotaties van de developerrol van elke tonercartridge. Afdrukken stopt wanneer een van de bovenlimieten is bereikt. De bovenlimiet is ingesteld boven het aantal punten of rotaties dat nodig is zodat de prestaties van de cartridge consistent zijn met het aangekondigde aantal pagina's. Deze functie is bedoeld om het risico op een slechte afdrukkwaliteit en schade aan het apparaat te beperken.
Er zijn twee berichten die aangeven dat de toner bijna leeg is of moet worden vervangen: Toner bijna leeg en
Vervang toner.
Toner bijna leeg wordt weergegeven op de LCD als het aantal punten of rotaties van de developerrol in de buurt van het maximum komt. Vervang toner wordt weergegeven op de LCD als het aantal punten of rotaties van de developerrol het maximum bereikt.
Kleurcorrectie
Niet alleen voor normale bewerkingen, zoals afdrukken en kopiëren, wordt het aantal rotaties van de developerrol geteld, maar ook voor aanpassingen van het apparaat, zoals kleurenkalibratie en kleurenregistratie.
Kleurenkalibratie (Instellen van kleurdichtheid)
Voor een stabiele afdrukkwaliteit moet de dichtheid van elke tonercartridge een vaste waarde blijven behouden.
Als het evenwicht van de dichtheid tussen de kleuren niet kan worden behouden, wordt de tint onstabiel en is een nauwkeurige reproductie van de kleuren niet langer mogelijk. De tonerdichtheid kan wijzigen als gevolg van chemische wijzigingen aan de toner die van invloed zijn op de elektrische lading, achteruitgang van de developereenheid en temperatuur- en vochtigheidsniveaus in het apparaat. Tijdens de kalibratie worden testpatronen voor aanpassing van het dichtheidsniveau afgedrukt op de riemeenheid.
De kalibratie wordt voornamelijk op de volgende tijdstippen uitgevoerd:
• Als de gebruiker de kalibratie handmatig selecteert op het bedieningspaneel of de printerdriver.
(Voer de kalibratie uit als de kleurdichtheid moet worden verbeterd.)
• Als een gebruikte tonercartridge wordt vervangen door een nieuwe.
• Als het apparaat detecteert dat de omgevingstemperatuur en de vochtigheid zijn gewijzigd.
• Als een bepaald aantal afgedrukte pagina's is bereikt.
kleurenregistratie (correctie van de positie van de kleuren)
In deze machine zijn de drumeenheid en de developereenheid respectievelijk in orde gemaakt voor zwart (K), geel (Y), magenta (M) en cyaan (C). Vier beelden in kleur worden gecombineerd in een beeld, waardoor fouten bij de registratie van de kleuren (bijvoorbeeld hoe de vier beelden in kleur zijn uitgelijnd) kunnen optreden. Als er zich registratiefouten voordoen, worden de testpatronen voor registratiecorrectie afgedrukt op de riemeenheid.
De registratie wordt voornamelijk op de volgende tijdstippen uitgevoerd:
• Als de gebruiker de registratie handmatig selecteert op het bedieningspaneel.
(Voer de registratie uit als een fout bij de registratie van de kleur moet worden gecorrigeerd.)
• Als een bepaald aantal afgedrukte pagina's is bereikt.
Verwante informatie
•
683
Home > Appendix > Informatie over kringlooppapier
Informatie over kringlooppapier
• Kringlooppapier heeft dezelfde kwaliteit als nieuw papier. Normen die op modern kringlooppapier van toepassing zijn, garanderen dat het voldoet aan de hoogste kwaliteitseisen voor verschillende afdrukprocessen. Fabrikanten die de vrijwillige overeenkomst ten aanzien van beeldapparatuur hebben getekend, leveren apparatuur die geschikt is voor het gebruik van kringlooppapier dat voldoet aan de norm
EN 12281:2002.
• Het kopen van kringlooppapier spaart natuurlijke hulpbronnen en bevordert de kringloopeconomie. Papier wordt gefabriceerd met cellulosevezels uit hout. Het verzamelen en recyclen van papier zorgt voor een optimaal gebruik van natuurlijke hulpbronnen doordat deze vezels keer op keer worden hergebruikt.
• Het productieproces van kringlooppapier is korter. De vezels zijn al eerder bewerkt, waardoor er minder water, energie en chemicaliën worden verbruikt.
• Het recyclen van papier heeft het voordeel dat koolstof wordt bespaard door papierproducten op een andere manier te verwerken dan via de vuilnisbelt of verbranding. Vuilnisbelten produceren methaangas, wat in hoge mate bijdraagt aan het broeikaseffect.
Verwante informatie
•
684
Home > Appendix > Nummers van Brother
Nummers van Brother
BELANGRIJK
Voor technische hulp neemt u contact op met de klantenservice van Brother of met uw lokale Brotherleverancier.
Veelgestelde vragen
Het Brother Solutions Center is ons belangrijkste hulpmiddel voor al uw machinebehoeften. Download de nieuwste software en hulpprogramma's en lees veelgestelde vragen en tips voor probleemoplossing om te leren hoe u het maximum uit uw product van Brother kunt halen.
U kunt hier ook driverupdates van Brother vinden.
support.brother.com
Klantenservice
Kijk op www.brother.com
of neem contact op met uw plaatselijke Brother-vestiging voor meer informatie.
Servicecentra
Voor service centers in Europa, neemt u contact op met uw plaatselijke Brother-kantoor. U vindt de contactgegevens van de Europese kantoren op www.brother.com
, waar u uw regio en land selecteert.
Internetadressen
Wereldwijde website van Brother: www.brother.com
Voor veelgestelde vragen (FAQ), productondersteuning en technische vragen, en stuurprogramma-updates en hulpprogramma's: support.brother.com
Verwante informatie
•
685
Bezoek ons op World Wide Web www.brother.com
DUT
Versie B
advertisement
* Your assessment is very important for improving the workof artificial intelligence, which forms the content of this project
Key Features
- Fast printing and scanning keeps you moving. Delivering increased efficiency with quick print speeds of up to 19 pages per minute and scan speeds up to 29ipm black and 22ipm color
- Print professional documents in black and color. Print high-quality business documents in sharp black and rich, vivid color
- Engineered to deliver efficiency and help increase productivity. The 250-sheet capacity paper tray adjusts for letter or legal paper to help minimize paper refills while the up to 50-sheet automatic document feeder helps save time with multi-page copy, scan & fax
- Flexible printing options. The manual feed slot offers flexible paper handling for a variety of papers and sizes, including card stock, envelopes and more to accommodate varied printing needs
- Printing as mobile as you are. Print wirelessly from your desktop, laptop, smartphone and tablet‡
- Intuitive connection to the Cloud. Print-from and scan-to popular cloud apps directly from the 3.7" color touchscreen including Dropbox, Google Drive™, Evernote, OneNote and more‡. Help save time by creating custom shortcuts right on the touchscreen for your most used features
- Connect your way. Versatile connection options with built-in wireless, and Wi-Fi Direct® or connect locally to a single computer via USB interface
- Genuine savings with Brother Genuine toner. Brother Genuine high-yield replacement toner cartridges and toner save mode help lower printing costs
- Dependable, durable and compact design. Sturdy and robust construction ensures your printer works as hard as you do; compact design is ideal for smaller spaces
- At your side support. 1-year Limited Warranty and free online, call, or live chat support for the life of your printer
Related manuals
advertisement