2.2. SYMBOLEN OP DE MACHINE. Primus / Lavamac TAMS13, T13/13, LSMS13, LSD300
Add to My manuals66 Pages
advertisement
– Gebruik geen verzachtingsmiddelen of producten die de statische elektriciteit reduceren, indien dit door de producent niet aanbevolen wordt.
– Leg geen wasgoed in de droogkast dat met planten- of keukenolie verontreiningd was want deze oliën konden tijdens het wassen niet verwijderd worden. Ingevolge daarvan zou zo´n wasgoed van zich zelf kunnen ontvlammen.
– Droog geen gordijnen of voorhangsels van glasdraden, indien op het etiket niet vermeld is dat het mag.
– Leef altijd de aanwijzingen van de producent na betreffende de verzorging van het wasgoed.
– Leef altijd de aanwijzingen van de producent na die op de etiketten van het wasgoed en de reinigingsmiddelen vermeld zijn.
– De uitdampingen van oplossingsmiddelen uit de machines voor chemische reiniging vormen zuurstoffen tijdens de doorgang door het droogcompartiment. Deze zuurstoffen werken als etszuur op de droogtrommel en op het gedroogde wasgoed. Controleer of de binnengezogen lucht geen uitdampingen bevat.
– Bij het drogen van chemisch gereinigd wasgoed let op de chemische uitdampingen en uitgedampte gassen die tot een toxisch gevaar en corrosie zouden kunnen leiden. U moet in zo´n situatie heel voorzichtig zijn.
– Gebruik de droogkast alleen voor het drogen van wasgoed dat in water gewassen was.
– Stop de machine nooit voor de beëindiging van de complete afkoelingscyclus.
– Neem het wasgoed onmiddelijk uit nadat de droogkast stopt.
– Voordat het onderhoud uitgevoerd wordt, schakel altijd de toevoer van elektrische energie uit.
– De droogkast zal niet functioneren als de deur voor het inladen van het wasgoed open blijft. Gebruik altijd de veiligheidsschakelaar van de deur en start de droogkast nooit met geopend deur.
– De droogkast stopt met drogen als de deur geopend is. Gebruik de droogkast niet als de trommel draait en de deur geopend is. Zet de droogkast buiten bedrijf en bel de onderhoudstechnicus.
– De droogkast zal niet functioneren als het deksel van de stoffilter geopend is. Gebruik altijd de veiligheidsschakelaar op het voorpaneel en start de droogkast nooit met geopend voorpaneel.
VOOR DE MODELLEN MET GASVERWARMING
– Indien u vaststelt dat er gas uit de machine ontsnapt of als u gas riekt, schakel de hoofdtoevoer van gas uit. Lucht de kamer, schakel geen elektrische toestellen in, raak geen elektrische schakelaar aan, rook niet, gebruik geen open vuur en bel de onderhoudstechnicus.
– Verander niet de instelling van de drukregelaar, schakelaar van luchtstroming, veiligheidsschakelaar van de deur, het afzuigtoestel en van alle voorgerpogrammeerde inrichtingen als het voor de installatie en/of onderhoud niet nodig is. In geval van zulke wijzigingen leef nauwkeurig de aanwijzingen na die in de kapittels „Installatie“ en „Onderhoud en instelling“ aangevoerd zijn.
– Zorg ervoor dat de kamer tenminste volgens de aanwijzingen van de producent verlucht wordt.
VOOR ALLE MODELLEN
PLAATS DE MACHINE IN EEN GOED VERLUCHTE KAMER.
VUL DE MACHINE VOLGENS HET TYPE VAN WASGOED. OVERBELAST HEM NOOIT.
INSTALLATIE EN HERSTELLINGEN KUNNEN SLECHTS DOOR EEN TECHNICUS UITGEVOERD
WORDEN DIE EEN VERGUNNING VAN DE PRODUCENT HEEFT. INDIEN DE AANWIJZINGEN VAN
DIT HANDBOEK NIET NAGELEEFD WORDEN, KAN DE GARANTIE OPGEHEVEN WORDEN.
!
WAARSCHUWING!
ALS DE AANWIJZINGEN VAN DE PRODUCENT BIJ INSTALLATIE, ONDERHOUD EN/OF BEDIENING
VAN DEZE MACHINE NIET NAGELEEFD WORDEN, ZOUDEN ERNSTIGE VERWONDINGEN EN/OF
MATERIËLE SCHADEN KUNNEN ONTSTAAN.
2.2. SYMBOLEN OP DE MACHINE
Zie – Gebruikershandleiding.
4 INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSHANDBOEK 523459_F_DATUM_VAN_UITGAVE_4.1.2013.DOC
advertisement
Related manuals
advertisement
Table of contents
- 5 2.1. SYMBOLEN OP DE MACHINE
- 5 2.2. DROOGINSTRUCTIES
- 6 2.3. ONJUIST GEBRUIK VAN DE MACHINE
- 6 2.4. AANWIJZINGEN VOOR ONDERHOUD, INSTELLING EN VEILIGHEID VAN MENSEN
- 7 3.1. VERSIE „FULL CONTROL
- 7 3.2. VERSIE „EASY CONTROL
- 8 4.1. START
- 8 4.2. INSCHAKELEN VAN ELEKTRISCHE ENERGIE
- 8 4.3. HET DROOGPROCES WORDT GESTART
- 8 4.3.1. DROOGPROGRAMMA´S
- 8 4.3.2. VERSIE „FULL CONTROL
- 9 4.3.3. VERSIE „EASY CONTROL
- 10 4.4. BEËINDIGING VAN DROGEN
- 10 4.5. NOODSTOP VAN DE MACHINE
- 10 4.6. WERKWIJZE BIJ FOUTMELDINGEN
- 11 4.7. DE TOEVOER VAN ELEKTRISCHE ENERGIE IS ONDERBROKEN
- 11 4.8. ONDERBREKING VAN GASTOEVOER
- 11 4.9. RESET VAN GASVERWARMING
- 24 5.1. VOCHTIGHEIDSCONTROLE - PROBLEEMVERWIJDERING
- 29 2.1. VEILIGHEIDSBEPALINGEN
- 30 2.2. SYMBOLEN OP DE MACHINE
- 31 2.3. BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR DE INSTALLATIE
- 32 3.1. GEBRUIK VAN DE DROO
- 32 3.2. UITVOERING VAN DE MACHINE
- 33 3.3. PRODUCTIE-ETIKET
- 33 3.4. TECHNISCHE SPECIFICATIE
- 35 3.5. COMPONENTEN EN AFMETINGEN VAN DE MACHINE, AANSLUITING, 13kg (27/lb)
- 36 3.6. COMPONENTEN EN AFMETINGEN VAN DE MACHINE, AANSLUITING, 13/13kg (27/27lb)
- 38 4.1. MACHINE MANIPULEREN EN UITPAKKEN
- 39 4.2. RUIMTEBEPALINGEN
- 40 4.3. INSTALLATIE VAN DE MACHINE OP DE BODEM
- 41 4.4. ELEKTRISCHE AANSLUITING
- 46 4.5. GASAANSLUITING VAN DE MACHINES MET GASVERWARMING
- 49 4.6. VERANDERING VAN GASTYPE
- 49 4.6.1. MOGELIJKE OVERGANG NAAR EEN ANDER GAS
- 50 ANDER GASTYPE)
- 51 4.7. STOOMAANSLUITING BIJ DE MACHINES MET STOOMVERWARMING
- 51 4.8. LUCHTTOEVOER EN AFVOER
- 51 4.8.1. LUCHTTOEVOER
- 52 4.8.2. VENTILATIELEIDING
- 53 4.8.3. GEMEENSCHAPPELIJKE VENTILATIE
- 54 4.8.4. INSTELLING VAN OPTIMALE DOORSTROMING
- 55 4.9. INBEDRIJFSTELLING VAN DE MACHINE
- 58 5.1. VEILIGHEIDSMAATREGELEN VOOR HET ONDERHOUD
- 58 5.2. DAGELIJKS
- 58 5.3. MAANDELIJKS OF NA 200 WERKUREN
- 58 5.4. ALLE 3 MAANDEN OF NA 500 WERKUREN
- 59 5.5. ALLE 6 MAANDEN OF NA 3000 WERKUREN
- 59 5.6. SMOORKLEP
- 59 5.7. DEURSCHAKELAAR
- 60 5.8. RIEMEN SPANNEN
- 61 6.1. HET DISPLAY SCHIJNT NIET NADAT DE MACHINE INGESCHAKELD WORDT
- 61 6.2. DE TEKST OP HET DISPLAY IS MOEILIJK LEESBAAR
- 61 6.3. DE MACHINE START NIET
- 61 6.4. DE MACHINE DOET IETS ANDERS DAN VERWACHT
- 61 6.5. DE MACHINE WORDT NIET OP DE HOOGSTE TEMPERATUUR OPGEWARMD
- 61 6.6. HET RUSTREGIME VERSCHIJNT EN DE TELLER TELT AF
- 61 6.7. FOUTMELDINGEN „UITLADEN“ EN „DE DEUR IS OPEN
- 61 6.8. FOUTMELDING „DE DEUR VAN DE FILTER
- 62 6.9. FOUTMELDING „STOFFILTER
- 62 6.10. DE TROMMEL DRAAIT NIET
- 62 6.11. DE TERUGGANG FUNCTIONEERT NIET (SLECHTS MODELLEN MET TERUGGANG)
- 62 6.12. DE SMOORKLEP REAGEERT NIET BIJ DE MACHINESTART (FOUT E8)
- 62 6.13. DE SMOORKLEP WORDT TIJDENS DE DROOGCYCLUS GEOPEND (FOUT E9)
- 64 8.1. HET UITSCHAKELEN VAN DE MACHINE
- 64 8.2. LIQUIDATIE VAN DE MACHINE
- 64 8.2.1. MOGELIJKE liQUIDATIE VAN DE MACHINE DOOR EEN VAKKUNDIGE FIRMA
- 64 8.2.2. MOGELIJKE liQUIDATIE VAN DE MACHINE OP EIGENE KRACHTEN