Papier en speciaal afdrukmateriaal laden. Dell 5535dn Mono Laser MFP

Add to My manuals
315 Pages

advertisement

Papier en speciaal afdrukmateriaal laden. Dell 5535dn Mono Laser MFP | Manualzz

Papier en speciaal afdrukmateriaal laden

In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de laden voor 250, 500 en 2000 vel en de universeellader moet vullen. Hier vindt u ook informatie over de papierafdrukstand, het instellen van de papiersoort en het papierformaat en het koppelen en ontkoppelen van laden.

Papiersoort en papierformaat instellen

De instelling Papierformaat wordt automatisch vastgesteld aan de hand van de positie van de papiergeleiders in de laden, behalve de universeellader. U dient de instelling Papierformaat voor de universeellader handmatig in te stellen.

De instelling Papierformaat staat standaard ingesteld op Normaal papier. U dient de instelling Papierformaat handmatig in te stellen voor alle laden waarin geen normaal papier is geplaatst.

1

Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld en dat het bericht

Gereed

wordt weergegeven.

2

Raak aan op het beginscherm.

3

Raak Paper Menu (Menu Papier) aan.

4

Raak Paper Size/Type (Papierformaat/-soort) aan.

5

Druk op de pijlen van de papiersoort voor de gewenste lade tot de juiste instelling voor formaat of soort verschijnt.

6

Raak Submit (Indienen) aan.

7

Druk op om terug te keren naar het beginscherm.

Instellingen voor universeel papier configureren

Universal Paper Size (Universeel papierformaat) is een door de gebruiker gedefinieerde instelling waarmee u kunt afdrukken op papierformaten die niet vooraf zijn ingesteld in de printermenu's. Stel Paper Size (Papierformaat) voor de betreffende lade in op Universal (Universeel) als het gewenste formaat niet beschikbaar is in het menu Paper Size

(Papierformaat). Geef vervolgens alle onderstaande instellingen voor het universele formaat voor uw papier op:

Maateenheden (inch of millimeter)

Staand breedte

Staand hoogte

Opmerking: Het kleinste ondersteunde formaat is 76 x 76 mm (3 x 3 inch); het grootste formaat is 216 x 356 mm

(8,5 x 14 inch).

Een maateenheid opgeven

1

Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld en dat het bericht

Gereed

wordt weergegeven.

2

Raak aan op het beginscherm.

3

Raak Paper Menu (Menu Papier) aan.

4

Druk op de pijltoetsen tot

Universal-instelling

wordt weergegeven en druk op Universal Setup

(Universal-instelling).

5

Druk op de linker- of rechterpijl om de gewenste maateenheid te selecteren.

Papier en speciaal afdrukmateriaal laden

71

6

Druk op Portrait Width (Breedte Staand) of Portrait Height (Hoogte Staand).

7

Raak de pijlen aan om de gewenste breedte of hoogte te selecteren.

8

Raak Submit (Verzenden) aan om uw selectie op te slaan.

Selectie verzenden...

verschijnt, gevolgd door het menu Papier.

9

Druk op om terug te keren naar het beginscherm.

Standaardladen of optionele laden voor 250 of 550 vel vullen

De laden voor 250 en 550 vel zien er verschillend uit, maar u moet voor beide laden dezelfde procedure gebruiken om het papier te plaatsen. Ga als volgt te werk om papier in een van de laden te plaatsen:

1

Trek de lade naar buiten.

Opmerking: Verwijder een lade nooit tijdens de uitvoering van een afdruktaak of als het bericht

Bezig

op het bedieningspaneel wordt weergegeven. Dit kan een papierstoring veroorzaken.

Papier en speciaal afdrukmateriaal laden

72

2

Druk de breedtegeleiders naar binnen, zoals in de afbeelding wordt aangegeven, en schuif de breedtegeleider naar de juiste positie voor het formaat papier dat u wilt plaatsen.

3

Ontgrendel de lengtegeleider en druk het lipje ervan naar binnen, zoals op de afbeelding wordt aangegeven, en schuif de geleider naar de juiste positie voor het formaat papier dat u plaatst.

Opmerkingen:

Stel de geleiders in op de juiste positie met behulp van de formaatindicatoren aan de onderkant van de lade.

Vergrendel de lengtegeleider voor standaardpapierformaten.

4

Buig de vellen enkele malen heen en weer om de vellen los te maken. Waaier ze vervolgens uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak op een vlakke ondergrond de stapel recht.

5

Plaats het papier als volgt in de lade:

Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden als u enkelzijdig wilt afdrukken.

Plaats het papier met de afdrukzijde omhoog als u dubbelzijdig wilt afdrukken.

Opmerking: de manier waarop u het papier in de laden moet plaatsen, is afhankelijk van of u een optionele

StapleSmart

TM

II-finisher hebt geïnstalleerd.

Papier en speciaal afdrukmateriaal laden

73

Zonder optionele StapleSmart II-finisher Met optionele StapleSmart II-finisher

Enkelzijdig afdrukken Enkelzijdig afdrukken

Dubbelzijdig afdrukken (duplex) Dubbelzijdig afdrukken (duplex)

Opmerking: De lijn voor de maximale hoeveelheid aan de zijkant van de lade geeft de maximumhoogte voor het geplaatste papier aan. Plaats niet te veel papier in de lade.

6

Verstel zo nodig de papiergeleiders zodat deze licht tegen de zijkant van de stapel drukken en vergrendel de lengtegeleider voor de papierformaten die zijn aangegeven op de lade.

Papier en speciaal afdrukmateriaal laden

74

7

Plaats de lade terug.

8

Bij het plaatsen van een andere soort papier dan voorheen moet de instelling Papiersoort voor de lade via het bedieningspaneel worden gewijzigd.

Lade voor 2000 vel vullen

1

Trek de lade naar buiten.

2

Trek de breedtegeleider omhoog en schuif deze naar de juiste positie voor het formaat papier dat u wilt plaatsen.

Papier en speciaal afdrukmateriaal laden

75

3

Ontgrendel de lengtegeleider.

4

Druk de ontgrendelingshendel van de lengtegeleider in om deze te verhogen, schuif de geleider naar de juiste positie voor het formaat papier dat u wilt plaatsen en vergrendel vervolgens de geleider.

Papier en speciaal afdrukmateriaal laden

76

5

Buig de vellen enkele malen heen en weer om de vellen los te maken. Waaier ze vervolgens uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak op een vlakke ondergrond de stapel recht.

6

Plaats het papier als volgt in de lade:

Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden als u enkelzijdig wilt afdrukken.

Plaats het papier met de afdrukzijde omhoog als u dubbelzijdig wilt afdrukken.

Opmerking: de manier waarop u het papier in de laden moet plaatsen, is afhankelijk van of u een optionele

StapleSmart II-finisher hebt geïnstalleerd.

Zonder optionele StapleSmart II-finisher Met optionele StapleSmart II-finisher

Enkelzijdig afdrukken Enkelzijdig afdrukken

Papier en speciaal afdrukmateriaal laden

77

Zonder optionele StapleSmart II-finisher Met optionele StapleSmart II-finisher

Dubbelzijdig afdrukken (duplex) Dubbelzijdig afdrukken (duplex)

Opmerking: De lijn voor de maximale hoeveelheid aan de zijkant van de lade geeft de maximumhoogte voor het geplaatste papier aan. Plaats niet te veel papier in de lade.

7

Plaats de lade terug.

Papier en speciaal afdrukmateriaal laden

78

De universeellader vullen

1

Trek de klep van de universeellader naar beneden.

2

Trek het verlengstuk naar buiten totdat het volledig is uitgetrokken.

3

Schuif de breedtegeleider helemaal naar rechts.

4

Buig de vellen papier of speciaal afdrukmateriaal enkele malen om ze los te maken en waaier ze vervolgens uit.

Vouw of kreuk het papier niet. Maak een rechte stapel op een vlakke ondergrond.

Papier

* Raak de afdrukzijde van transparanten niet aan. Zorg dat er geen krassen op komen.

Papier en speciaal afdrukmateriaal laden

79

Enveloppen

Transparanten*

* Raak de afdrukzijde van transparanten niet aan. Zorg dat er geen krassen op komen.

5

Plaats het papier of speciale afdrukmateriaal in de universeellader.Schuif de stapel voorzichtig zo ver mogelijk in de universeellader.

Zonder optionele StapleSmart-finisher Met optionele StapleSmart-finisher

Enkelzijdig afdrukken Enkelzijdig afdrukken

Dubbelzijdig afdrukken (duplex) Dubbelzijdig afdrukken (duplex)

Papier en speciaal afdrukmateriaal laden

80

Opmerkingen:

Laat de stapel niet boven de maximale stapelhoogte uitkomen door te veel papier onder de indicator te duwen.

Laad of sluit geen lade wanneer er een taak wordt afgedrukt.

Plaats nooit afdrukmateriaal van verschillende formaten en soorten tegelijk.

Plaats enveloppen met de klepzijde omhoog.

Let op—Kans op beschadiging: Gebruik geen enveloppen met postzegels, klemmetjes, drukkers, vensters, bedrukte binnenzijde of zelfklevende sluitingen. Het gebruik van deze enveloppen kan de printer ernstig beschadigen.

6

Pas de breedtegeleider aan zodat deze licht tegen de rand van de stapel papier drukt. Zorg ervoor dat het papier losjes in de universeellader past, plat ligt en niet is omgebogen of gekreukt.

7

Stel via het bedieningspaneel van de printer het papierformaat en de papiersoort in.

De enveloppenlader vullen

1

Stel de envelopsteun in op de lengte van de te plaatsen enveloppen:

Korte enveloppen: sluit de envelopsteun volledig.

Enveloppen met gemiddelde lengte: stel de envelopsteun in op de middelste stand.

Lange enveloppen: open de envelopsteun volledig.

2

Kantel het envelopgewicht en beweeg het weer terug naar de printer.

Papier en speciaal afdrukmateriaal laden

81

3

Schuif de breedtegeleider naar rechts.

4

Zorg dat de enveloppen klaar zijn om te worden geplaatst.

Buig de enveloppen enkele malen heen en weer om de vellen los te maken. Waaier ze vervolgens uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak op een vlakke ondergrond de stapel recht.

5

Plaats de stapel enveloppen met de klepzijde omlaag.

Let op—Kans op beschadiging: Gebruik geen enveloppen met postzegels, klemmetjes, drukkers, vensters, bedrukte binnenzijde of zelfklevende sluitingen. Het gebruik van deze enveloppen kan de printer ernstig beschadigen.

Opmerking: Laat de stapel niet boven de maximale stapelhoogte uitkomen door te veel papier onder de indicator te duwen.

6

Pas de breedtegeleider aan zodat deze licht tegen de rand van de stapel papier drukt.

7

Laat het envelopgewicht op de papierstapel zakken.

8

Stel via het bedieningspaneel van de printer het papierformaat en de papiersoort in.

Papier en speciaal afdrukmateriaal laden

82

Laden koppelen en ontkoppelen

Laden koppelen

Het koppelen van laden is handig bij grote afdruktaken of bij het afdrukken van meerdere exemplaren. Als een van de gekoppelde invoerladen leeg raakt, wordt automatisch de volgende gekoppelde invoerlade gebruikt. Als de instellingen Papierformaat en Papiersoort voor alle laden hetzelfde zijn, worden de laden automatisch gekoppeld.

De printer detecteert automatisch de instelling Papierformaat aan de hand van de positie van de papiergeleiders in de laden, behalve de universeellader. De printer kan de papierformaten A4, A5, JIS B5, Letter, Legal, Executive en

Universal detecteren. De universeellader en laden die andere papierformaten gebruiken, kunnen handmatig worden gekoppeld via het menu Papierformaat in het menu Papierformaat/-soort.

Opmerking: U kunt de universeellader koppelen door Configuratie U-lader in te stellen op Cassette in het menu

Papier om Formaat U-lader als menu-instelling weer te geven.

De instelling Papiersoort moet voor alle laden worden ingesteld via het menu Papiersoort in het menu

Papierformaat/-soort.

Laden ontkoppelen

Ontkoppelde laden hebben instellingen die

afwijken

van de instellingen van andere laden.

Als u een lade wilt ontkoppelen, wijzig dan de volgende lade-instellingen, zodat deze niet overeenkomen met de instellingen van andere laden:

Paper Type (Papiersoort), zoals Plain Paper (Normaal papier), Letterhead (Briefhoofdpapier), Custom Type <x>

(Aangepast <x>)

De papiersoort omschrijft de eigenschappen van het papier. Als de naam die uw papier het beste omschrijft al aan laden is gekoppeld, wijs dan een andere papiersoortnaam aan de lade toe, zoals Custom Type <x> (Aangepast

<x>), of geef uw eigen aangepaste naam op.

Paper Size (Papierformaat), bijvoorbeeld Letter, A4 of Statement

Plaats papier van een ander formaat als u de papierformaatinstelling van een lade automatisch wilt wijzigen. U kunt de papierformaatinstellingen voor de universeellader niet automatisch wijzigen; deze dient u handmatig in te stellen via het menu Paper Size (Papierformaat).

Let op—Kans op beschadiging: Wijs geen papiersoortnaam toe die de in de lade geplaatste papiersoort niet nauwkeurig omschrijft. De temperatuur van het verhittingsstation is afhankelijk van de opgegeven papiersoort. Als een verkeerde papiersoort is geselecteerd, wordt het papier mogelijk niet goed verwerkt.

Een aangepaste papiersoortnaam toewijzen

Wijs een aangepaste papiersoortnaam aan een lade toe bij het koppelen of ontkoppelen van de lade.

1

Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld en dat het bericht

Gereed

wordt weergegeven.

2

Raak aan op het beginscherm.

3

Raak Paper Menu (Menu Papier) aan.

4

Raak Paper Size/Type (Papierformaat/-soort) aan.

5

Druk op de pijlen van de papiersoort voor de gewenste lade tot de juiste aangepaste soort verschijnt.

Papier en speciaal afdrukmateriaal laden

83

6

Raak het nummer van de lade of MP Feeder Type (Soort U-lader) aan.

7

Raak Submit (Indienen) aan.

Naam voor Aangepast <x> wijzigen

U kunt de Embedded Web Server of MarkVision

TM

gebruiken om een andere naam dan Custom Type <x> (Aangepast

<x>) te definiëren voor elk van de aangepaste papiersoorten die zijn geplaatst. Als een Custom Type <x>-naam wordt gewijzigd, wordt de nieuwe naam in de menu's weergegeven in plaats van Custom Type <x> (Aangepast <x>).

Een Custom Type <x>-naam (Aangepast <x>-naam) wijzigen vanaf de Embedded Web Server:

1

Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser.

Opmerking: Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een netwerkconfiguratiepagina af en zoekt u het IP-adres op in het TCP/IP-gedeelte.

2

Klik op Settings (Instellingen).

3

Klik onder Standaardinstellingen op Paper Menu (Menu Papier).

4

Klik op Custom Names (Aangepaste namen).

5

Typ een naam voor de papiersoort in een vak Aangepaste naam <x>.

Opmerking: Deze aangepaste naam komt op de plaats van de naam van een aangepaste papiersoort <x> in de menu's Custom Types (Aangepaste soorten) en Paper Size/Type (Papierformaat/-soort).

6

Klik op Verzenden.

7

Klik op Custom Types (Aangepaste soorten).

Aangepaste soorten

wordt weergegeven, gevolgd door de aangepaste naam.

8

Selecteer een instelling voor Paper Type (Papiersoort) uit de lijst naast de aangepaste naam.

9

Klik op Verzenden.

Papier en speciaal afdrukmateriaal laden

84

advertisement

Related manuals

advertisement

Table of contents