Toro 53cm Super Bagger Lawn Mower Walk Behind Mower Handleiding

Add to My manuals
28 Pages

advertisement

Toro 53cm Super Bagger Lawn Mower Walk Behind Mower Handleiding | Manualzz
Form No. 3418-985 Rev B
Super Bagger gazonmaaier van 53 cm
Modelnr.: 20897—Serienr.: 401000000 en hoger
Gebruikershandleiding
Inleiding
Modelnr.:
Deze loopmaaier met draaiende messen is bedoeld
voor gebruik door particulieren. De machine is
voornamelijk ontworpen voor het maaien van gras op
goed onderhouden particuliere gazons. De machine
is niet ontworpen voor het maaien van struikgewas of
voor gebruik in de landbouw.
Lees deze informatie zorgvuldig door, zodat u weet
hoe u de machine op de juiste wijze moet gebruiken
en onderhouden en om letsel en schade aan de
machine te voorkomen. U bent verantwoordelijk voor
het juiste en veilige gebruik van de machine.
U kunt rechtstreeks contact opnemen met Toro via
www.Toro.com voor informatie over producten en
accessoires, om een dealer te vinden of om uw
product te registreren.
Als u service, originele Toro onderdelen of aanvullende
informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met
een erkende servicedealer of met de klantenservice
van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en
het serienummer van het product te vermelden. De
locatie van het plaatje met het modelnummer en
het serienummer van het product is aangegeven op
Figuur 1. U kunt de nummers noteren in de ruimte
hieronder.
Belangrijk: U kunt met uw mobiel apparaat de
QR-code op het plaatje met het serienummer
(indien aanwezig) scannen om toegang te
krijgen tot de garantie, onderdelen en andere
productinformatie.
Serienr.:
Er worden in deze handleiding een aantal mogelijke
gevaren en een aantal veiligheidsberichten genoemd
(Figuur 2) met de volgende waarschuwingssymbolen,
die duiden op een gevaarlijke situatie die zwaar
lichamelijk letsel of de dood tot gevolg kan hebben
wanneer de veiligheidsvoorschriften niet in acht
worden genomen.
g000502
Figuur 2
Waarschuwingssymbool
Er worden in deze handleiding twee woorden gebruikt
om uw aandacht op bijzondere informatie te vestigen.
Belangrijk attendeert u op bijzondere technische
informatie en Opmerking duidt algemene informatie
aan die bijzondere aandacht verdient.
Dit product voldoet aan alle relevante Europese
richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke
conformiteitsverklaring.
Bruto- en nettokoppel: Het bruto- en nettokoppel
van deze motor is door de motorfabrikant in
laboratoriumomstandigheden gemeten volgens
standaard J1940 of J2723 van de Society of
Automotive Engineers (SAE). Omdat bij de
configuratie rekening is gehouden met de veiligheidsen gebruiksvoorschriften, zal dit type maaiers in
de praktijk een veel lager motorkoppel hebben.
Raadpleeg de informatie van de motorfabrikant die
wordt meegeleverd met de machine.
g226629
Figuur 1
1. Plaats van modelnummer en serienummer
U kunt het modelnummer en het serienummer noteren
in de ruimte hieronder:
© 2017—The Toro® Company
8111 Lyndale Avenue South
Bloomington, MN 55420
Gelieve niet te knoeien met de veiligheidsvoorzieningen of deze uit te schakelen. Controleer ook
regelmatig dat deze nog werken. Probeer het
afgesteld motortoerental niet te veranderen, anders
kan er een onveilige situatie ontstaan waardoor u
letsel kunt oplopen.
Registreer uw product op www.Toro.com.Vertaling van de oorspronkelijke tekst (NL)
Gedrukt in de VS
Alle rechten voorbehouden *3418-985* B
Inhoud
Inleiding .................................................................... 1
Veiligheid .................................................................. 3
Veiligheids- en instructiestickers ........................ 3
Montage .................................................................... 4
1 De handgreep uitklappen................................. 4
2 De startkoord aanbrengen in de
koordgeleider .................................................. 4
3 Carter met olie bijvullen.................................... 5
4 De mulchplug of grasvanger plaatsen .............. 5
5 De grasvanger monteren ................................. 7
Algemeen overzicht van de machine ......................... 8
Specificaties ...................................................... 8
Gebruiksaanwijzing .................................................. 9
Voor gebruik .......................................................... 9
Veiligheid vóór gebruik........................................ 9
Brandstoftank vullen ........................................... 9
Het motoroliepeil controleren............................ 10
De hoogte van handgreep instellen................... 10
De maaihoogte instellen ................................... 10
Tijdens gebruik .....................................................11
Veiligheid tijdens gebruik ...................................11
Motor starten .................................................... 12
De zelfaandrijving gebruiken ............................ 12
De motor afzetten ............................................. 12
Het maaimes inschakelen................................. 12
Het maaimes uitschakelen................................ 13
De werking van het stopsysteem van het
maaimes controleren .................................... 13
Het maaisel uitstrooien ..................................... 14
Het maaisel opvangen ...................................... 14
Het maaisel zijwaarts afvoeren ......................... 16
Tips voor bediening en gebruik ......................... 16
Na gebruik ........................................................... 17
Veiligheid na het werk ....................................... 17
De onderkant van de machine reinigen ............. 17
De handgreep inklappen................................... 17
Onderhoud .............................................................. 19
Aanbevolen onderhoudsschema ......................... 19
De machine veilig onderhouden........................ 19
Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaamheden ................................................... 19
Onderhoud van het luchtfilter ............................ 20
Motorolie verversen .......................................... 20
Het bovenste deel van de handgreep
smeren.......................................................... 21
Zelfaandrijving afstellen.................................... 21
Het maaimes vervangen................................... 22
Het scherm van het maaimesstopsysteem
reinigen ......................................................... 23
Stalling .................................................................... 23
Voorbereidingen voor stalling ........................... 23
De machine uit de stalling halen........................ 23
2
Veiligheid
Deze machine is ontworpen in overeenstemming met
de EN-norm ISO 5395:2013.
Veiligheids- en instructiestickers
Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder
en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of
ontbrekende stickers.
decaloemmarkt
Merkteken van fabrikant
1. Dit merkteken geeft aan dat het mes onderdeel van een
originele Toro maaimachine is.
decal114-2820
114-2820
1. Waarschuwing – Lees de
Gebruikershandleiding.
2. De machine kan
voorwerpen uitwerpen
– Houd omstanders op
een veilige afstand van de
machine.
decal110-9457
110-9457
1. Motor uitzetten
3. Ontgrendeld
2. Motor aanzetten
4. Vergrendeld
3. De machine kan
voorwerpen uitwerpen
– Gebruik de machine
niet zonder de afsluiter
van de achterafvoer of de
grasvanger; gebruik de
machine niet zonder de
afsluiter van de zijafvoer
of de grasgeleider.
4. Handen of voeten
kunnen worden
gesneden/geamputeerd,
maaimes – Blijf uit de
buurt van bewegende
onderdelen.
5. Handen of voeten kunnen
worden gesneden/geamputeerd door het
maaimes – Verwijder het
sleuteltje uit het contact en
raadpleeg de instructies
vóór u service- of onderhoudswerkzaamheden
uitvoert.
6. Handen of voeten
kunnen worden
gesneden/geamputeerd
door het maaimes – Maai
nooit heuvelopwaarts
en heuvelafwaarts.
Gebruik de machine
dwars op hellingen. Zet
de motor af voordat u de
bestuurderspositie verlaat
en kijk achterom als u
achteruitloopt.
decal112-8760
112-8760
decal119-3796
1. De machine kan voorwerpen uitwerpen – Houd omstanders
op een veilige afstand van de machine.
119-3796
2. Handen of voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd
– Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen.
1. Druk op de knop om het maaimes in te schakelen.
2. Trek de beugel achteruit naar de handgreep.
3
Montage
Belangrijk: Verwijder het plastic waarmee de
motor is afgedekt en eventueel ander plastic of
verpakkingsmateriaal op de machine.
1
De handgreep uitklappen
Geen onderdelen vereist
Procedure
decal121-2370
1.
121-2370
1. Duwboom in uitgeklapte
stand
2. Duwboom in ingeklapte
stand
Trek de handgreep naar achteren en houd de
bovenste handgreep op zijn plaats (Figuur 3).
3. Locatie van het pedaal
g010260
Figuur 3
2.
Draai de handgreepknop zo goed mogelijk vast
(Figuur 4).
g020803
Figuur 4
4
2
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.
2.
Verwijder de peilstok door de dop linksom te
draaien en eruit te trekken (Figuur 6).
De startkoord aanbrengen
in de koordgeleider
Geen onderdelen vereist
Procedure
Belangrijk: Om de motor veilig en snel te kunnen
starten voor elk gebruik dient u de startkoord aan
te brengen in de koordgeleider.
Houd de bedieningsstang tegen de bovenste
handgreep en trek de startkoord door de
koordgeleider aan de handgreep (Figuur 5).
g010261
Figuur 6
1. Vol
3. Bijvullen
2. Hoog
g003251
Figuur 5
1. Startkoord
3.
Giet langzaam ongeveer ¾ van de inhoud van
het oliecarter in de vulbuis.
4.
Wacht 3 minuten tot de olie in de motor gezakt
is.
5.
Veeg de peilstok met een schone doek schoon.
6.
Steek de peilstok in de vulbuis, maar draai hem
er niet in. Verwijder dan de peilstok.
7.
Lees het oliepeil af van de peilstok (Figuur 6).
• Als het peil op de peilstok te laag staat, giet
dan voorzichtig een kleine hoeveelheid olie
in de vulbuis, wacht 3 minuten en herhaal
stappen 5 tot en met 7 totdat de peilstok het
juiste peil aangeeft.
• Als het oliepeil op de peilstok te hoog is,
tapt u de overtollige olie af tot de peilstok
het juiste oliepeil aangeeft; zie Motorolie
verversen (bladz. 20).
2. Koordgeleider
3
Carter met olie bijvullen
Geen onderdelen vereist
Procedure
Belangrijk: Uw machine wordt geleverd zonder
olie in het carter. Vul het carter met olie voordat u
de motor start.
Belangrijk: Als het oliepeil in het motor te
hoog of te laag is en u laat de motor toch
draaien, kunt u deze beschadigen.
Motorolietype
Motoroliecapaciteit
0,55 liter
Olieviscositeit
SAE 30 of SAE 10W-30
reinigingsolie
API-onderhoudsclassificatie
SJ of hoger
8.
Plaats de peilstok goed in de vulbuis.
Belangrijk: Ververs de motorolie na de eerste
5 bedrijfsuren; daarna moet dit elk jaar gebeuren.
Zie Motorolie verversen (bladz. 20).
5
4
De mulchplug of
grasvanger plaatsen
Geen onderdelen vereist
Procedure
U moet de mulchplug (voor fijnmaken of zijwaarts
afvoeren van gras) of de grasvanger (voor verzamelen
in een zak) op de juiste wijze installeren, anders start
de motor niet.
g005308
Figuur 8
De machine beschikt over een veiligheidsschakelaar,
die zich onderaan het kanaal rechtsboven, achterop
de maaimachine bevindt. De schakelaar voorkomt
dat de maaimachine zonder mulchplug of grasvanger
werkt. Dit voorkomt dat de machine vuil naar u
uitwerpt via de opening achteraan.
2.
Druk met uw duim op de knop op de greep en
plaats de mulchplug helemaal in de opening
(Figuur 9).
Om te zorgen dat de schakelaar de aanwezigheid van
de mulchplug waarneemt, moet de bovenkant van
de mulchplug zich volledig in het kanaal bevinden
(Figuur 7).
g005309
Figuur 9
3.
g005324
Figuur 7
1. De bovenkant van de mulchplughendel in het schakelkanaal
1.
Plaats de mulchplug in de machine, indien deze
nog niet geïnstalleerd is (Figuur 8).
6
Laat de knop op de greep los en zorg dat de
bovenkant van de greep zich volledig in het
schakelkanaal bevindt (Figuur 10). Als de
bovenkant van de greep zich niet in het
schakelkanaal bevindt, start uw machine
niet!
Opmerking: Schuif de grasvanger niet over
de handgreep (Figuur 11).
2.
Haak het onderste kanaal van de grasvanger
over de onderzijde van het frame (Figuur 12).
g005310
Figuur 10
Opmerking: Als de greep niet goed vastklikt,
moet u de kabel losmaken van de bougie en
kijken of er zich vuil in de tunnel heeft opgehoopt
en dit eventueel verwijderen.
5
De grasvanger monteren
Geen onderdelen vereist
Procedure
1.
Schuif de grasvanger over het frame; zie Figuur
11.
g027157
Figuur 12
3.
g027156
Figuur 11
1. Handgreep
3. Grasvanger
2. Frame
7
Haak het bovenste en de zijkanalen van
de grasvanger achtereenvolgens over de
bovenzijde en de zijkanten van het frame (Figuur
12).
Algemeen overzicht
van de machine
Specificaties
Type
20897
g012240
Figuur 13
1. Maaihoogtehendel (4)
8. Bovenste handgreepknop
(2)
2. Peilstok/vulbuis (niet
afgebeeld)
9. Dop van brandstoftank
3. Handgreep van startkoord 10. Voetpedaal
4. Bedieningsstang voor
maaimes
5. Bovenste deel van de
handgreep
6. Mesbedieningsknop
11. Brandstofklep
12. Luchtfilter
13. Bougie
7. Contactschakelaar
g005325
Figuur 14
1. Grasvanger
3. Mulchplug (standaard
aanwezig op de machine)
2. Zijuitwerpkanaal
8
Gewicht
34 kg
Lengte
159 cm
Breedte
56 cm
Hoogte
110 cm
Gebruiksaanwijzing
– Probeer de motor niet te starten als u
brandstof morst. Zorg ervoor dat er geen
ontstekingsbronnen in de buurt zijn totdat de
brandstofdampen volledig zijn verdwenen.
Opmerking: Bepaal vanuit de normale
bestuurderspositie de linker- en rechterzijde van de
machine.
– Bewaar brandstof in een goedgekeurd vat of
blik en buiten bereik van kinderen.
• Brandstof is schadelijk of dodelijk bij inname.
Voor gebruik
Langdurige blootstelling aan dampen kan leiden
tot ernstig letsel en ziekte.
Veiligheid vóór gebruik
– Voorkom dat u dampen lange tijd inademt.
Algemene veiligheid
– Houd uw handen en gezicht uit de buurt van de
vulpijp en de opening van de brandstoftank.
– Houd brandstof uit de buurt van uw ogen en
huid.
• Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt met de
•
•
•
•
bedieningsorganen en de veiligheidssymbolen, en
weet hoe u de machine veilig kunt gebruiken.
Controleer of de beschermplaten en
veiligheidsvoorzieningen zoals grasgeleiders
en/of de grasvanger op hun plaats zitten en naar
behoren werken.
Controleer de messen, bevestigingsbouten en het
maaimechanisme altijd op slijtage of beschadiging.
Controleer het werkgebied en verwijder alle
voorwerpen die het gebruik van de machine
zouden kunnen hinderen of die de machine zou
kunnen uitwerpen.
Bij het instellen van de maaihoogte kunt u in
aanraking komen met een bewegend mes. Dit kan
ernstig letsel veroorzaken.
– Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
(alleen op model met elektrisch startsysteem)
en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot
stilstand zijn gekomen.
– Plaats uw vingers niet onder de maaikast als u
de maaihoogte instelt.
Brandstoftank vullen
• Gebruik voor de beste resultaten uitsluitend
schone, verse, loodvrije benzine met een
octaangetal van 87 of hoger (indelingsmethode
(R+M)/2).
• Met zuurstof verrijkte benzine met ten hoogste
10% ethanol of 15% MTBE is geschikt.
• Geen ethanolmengsels van benzine gebruiken
(zoals E15 of E85) met meer dan 10% ethanol per
volume. Dit kan leiden tot verminderde prestaties
en/of motorschade die mogelijk niet gedekt wordt
door de garantie.
• Geen benzine gebruiken die methanol bevat.
• Tijdens de winter geen brandstof bewaren in de
brandstoftank of in brandstofblikken, tenzij een
stabilizer aan de brandstof werd toegevoegd.
• Meng nooit olie door benzine.
Vul de brandstoftank met verse loodvrije, normale
benzine van een bekend merk (Figuur 15).
Veilig omgaan met brandstof
• Brandstof is uiterst ontvlambaar en zeer explosief.
Belangrijk: Om startproblemen te verminderen,
moet u het hele seizoen een stabilizer toevoegen
aan de benzine. Meng de stabilizer met benzine
die niet ouder is dan 30 dagen.
Brand of explosie van brandstof kan brandwonden
bij u of anderen en materiële schade veroorzaken.
– Om te voorkomen dat een statische lading de
brandstof tot ontbranding kan brengen, moet u
het brandstofreservoir en/of de machine op de
grond plaatsen voordat u de tank vult, niet op
een voertuig of een ander object.
– Vul de brandstoftank in de open lucht wanneer
de motor koud is. Neem eventueel gemorste
benzine op.
– Rook niet als u omgaat met brandstof, en houd
brandstof uit de buurt van open vuur of vonken.
– Als de motor draait of heet is, mag de
brandstoftankdop niet worden verwijderd
en mag de tank niet met brandstof worden
bijgevuld.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van de motor
voor verdere informatie.
g230458
Figuur 15
9
Het motoroliepeil
controleren
De hoogte van handgreep
instellen
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
U kunt de bovenste handgreep hoger of lager zetten
in een stand die u comfortabel vindt.
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.
2.
Verwijder de peilstok door de dop linksom te
draaien en eruit te trekken (Figuur 16).
Opmerking: U kunt de bovenste handgreep niet
hoger zetten dan de hoek van de onderste handgreep.
1.
De bovenste handgreepschroef losdraaien
(Figuur 17).
g010334
Figuur 17
2.
Zet de bovenste handgreep in de gewenste
stand (Figuur 18).
g010261
Figuur 16
1. Vol
3. Bijvullen
2. Hoog
g010265
Figuur 18
3.
Veeg de peilstok met een schone doek schoon.
4.
Steek de peilstok in de vulbuis, maar draai hem
er niet in. Verwijder dan de peilstok.
5.
Lees het oliepeil af van de peilstok (Figuur 44).
3.
Draai de handgreepknop zo goed mogelijk vast
(Figuur 19).
• Als het oliepeil op de peilstok te laag is
(Figuur 44), giet dan voorzichtig een kleine
hoeveelheid SAE 30 of SAE 10W-30
reinigingsolie in de vulbuis, wacht 3 minuten
en herhaal stappen 3 tot en met 5 totdat de
peilstok het juiste peil aangeeft.
• Als het oliepeil op de peilstok te hoog is
g010352
Figuur 19
(Figuur 44), tapt u de overtollige olie af
totdat de peilstok het juiste peil aangeeft, zie
Motorolie verversen (bladz. 20).
Belangrijk: Als het oliepeil in het motor te
hoog of te laag is en u laat de motor toch
draaien, kunt u deze beschadigen.
6.
De maaihoogte instellen
Zet de maaihoogte op de gewenste stand. Zet alle
maaihoogtehendels op dezelfde hoogte. Zie (Figuur
20) voor het hoger en lager stellen van de machine.
Plaats de peilstok goed in de vulbuis.
10
• Gebruik de machine enkel bij een
goede zichtbaarheid en in geschikte
weersomstandigheden. Gebruik de machine niet
als het kan bliksemen.
• Als u nat gras en natte bladeren maait, kunt u
uitglijden, in aanraking komen met het mes en
ernstig letsel oplopen. Gebruik de machine niet in
vochtige omstandigheden.
• Wees uiterst voorzichtig bij het naderen van blinde
hoeken, struiken, bomen en andere objecten die
uw zicht kunnen belemmeren.
• Kijk uit voor gaten, geulen, hobbels, stenen of
andere verborgen objecten. Op oneffen terrein
kan de machine omslaan of u kunt uw evenwicht
verliezen of wegglijden.
g010264
Figuur 20
• Als de maaimachine toch een voorwerp raakt
1. Maaimachine omhoog brengen
en begint te trillen, moet u meteen de motor
afzetten, de contactsleutel verwijderen (indien
de machine hiermee is uitgerust), wachten totdat
alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn
gekomen en de bougiekabel losmaken voordat
u de maaimachine op beschadiging controleert.
Voer alle noodzakelijke reparaties uit voordat u de
machine weer in gebruik neemt.
2. Maaimachine omlaag brengen
Belangrijk: De maaihoogte-instellingen zijn
25 mm, 38 mm, 51 mm, 64 mm, 83 mm, 95 mm en
108 mm.
Tijdens gebruik
• Voordat u de bedieningspositie verlaat, moet u de
motor afzetten, het contactsleuteltje verwijderen
(alleen modellen met elektrisch startsysteem)
en wachten tot alle bewegende onderdelen tot
stilstand zijn gekomen.
Veiligheid tijdens gebruik
Algemene veiligheid
• Als de motor heeft gelopen, kan de geluiddemper
heet zijn en ernstige brandwonden veroorzaken.
Blijf uit de buurt van een hete geluiddemper.
• Draag geschikte kleding en uitrusting,
•
•
•
•
•
zoals oogbescherming, een lange broek,
stevige schoenen met een gripvaste zool en
gehoorbescherming. Draag lang haar niet los,
steek losse kledingstukken goed vast en draag
geen bungelende juwelen.
Gebruik de machine niet als u ziek of moe bent of
onder de invloed van alcohol of drugs bent.
Het maaimes is scherp, contact met het maaimes
kan ernstig lichamelijk letsel veroorzaken. Zet de
motor af, verwijder het contactsleuteltje (alleen
modellen met elektrisch startsysteem) en wacht
totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn
gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
Als u de bedieningsstang loslaat, moeten de motor
en het mes binnen 3 seconden stoppen. Als dit
niet het geval is, mag u de machine niet meer
gebruiken en moet u contact opnemen met een
erkende servicedealer.
Houd omstanders, in het bijzonder kleine kinderen,
uit de buurt van het werkgebied. Stop de machine
als iemand het werkgebied betreedt.
Kijk altijd naar beneden en achterom voordat u
achteruitrijdt.
• Controleer de onderdelen van de grasvanger
en het uitwerpkanaal regelmatig op slijtage en
beschadiging en vervang ze indien nodig door
onderdelen die de fabrikant heeft aanbevolen.
• Gebruik alleen accessoires en werktuigen die door
The Toro® Company zijn goedgekeurd.
De machine veilig gebruiken op
hellingen
• Maai met de helling mee, nooit helling op en af.
Ga zeer zorgvuldig te werk als u van richting
verandert op een helling.
• Maai niet op al te steile hellingen. Het niet
goed neerzetten van de voeten kan ongevallen
veroorzaken waarbij de gebruiker wegglijdt en ten
val komt.
• Maai voorzichtig in de buurt van steile hellingen,
greppels of dijken.
11
Motor starten
Belangrijk: De maaimachine beschikt over een
veiligheidsschakelaar die voorkomt dat u de
machine kunt starten als u niet eerst de mulchplug
of grasvanger goed op de maaimachine hebt
geplaatst.
1.
Plaats de mulchplug (Figuur 21) of de
grasvanger (Figuur 22) op de maaimachine.
g010489
Figuur 24
Opmerking: Als de machine dan nog niet
wil starten, moet u contact opnemen met een
erkende Service Dealer.
De zelfaandrijving
gebruiken
Om de zelfaandrijving te activeren, loopt u eenvoudig
vooruit met uw handen op het bovenste deel van
de handgreep en uw ellebogen naast uw lichaam;
de maaimachine richt zich automatisch naar uw
loopsnelheid.
g005309
Figuur 21
De motor afzetten
Houd de contactschakelaar in de stand STOP totdat
de motor stopt.
Belangrijk: Als u de bedieningsstang loslaat,
moeten de motor en het mes binnen 3 seconden
stoppen. Als dit niet gebeurt, mag u de machine
niet verder gebruiken en moet u contact opnemen
met een erkende servicedealer.
Het maaimes inschakelen
g010266
Figuur 22
Als u de motor start, mag het mes niet draaien. U
moet het maaimes in werking stellen om te maaien.
2.
Draai de hendel van de brandstofklep naar de
stand AAN (Afbeelding 20).
1.
g002896
Figuur 23
3.
Trek het startkoord uit (Figuur 24).
12
Druk op de bedieningsknop van het maaimes en
trek de bedieningsstang van het maaimes terug
naar de handgreep (Figuur 25).
komen. Als dit niet gebeurt, mag u de machine
niet verder gebruiken en moet u contact opnemen
met een erkende servicedealer.
De werking van het
stopsysteem van het
maaimes controleren
Controleer de bedieningsstang van het maaimes voor
elk gebruik om ervoor te zorgen dat het stopsysteem
naar behoren werkt.
g010491
Figuur 25
De grasvanger gebruiken
2.
Houd de bedieningsstang van het maaimes
tegen de handgreep (Figuur 26).
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
U kunt met behulp van de grasvanger een aanvullende
test uitvoeren om het stopsysteem van het maaimes
te controleren.
1.
Plaats de lege grasvanger op de maaimachine.
2.
Start de motor.
3.
Schakel het maaimes in.
Opmerking: De grasvanger moet gaan
opzwellen. Dit betekent dat het mes is
ingeschakeld en draait.
g010492
4.
Figuur 26
Laat de bedieningsstang van het maaimes los.
Opmerking: Als de grasvanger niet
onmiddellijk kleiner wordt, betekent dit dat het
mes nog steeds draait. Dit kan erop duiden
dat het stopsysteem van het maaimes erop
achteruitgaat. Als u hierop geen acht slaat, kan
dit ertoe leiden dat u de machine niet veilig kunt
gebruiken. Neem contact op met een erkende
Service Dealer om uw maaimachine te laten
inspecteren en repareren.
Het maaimes uitschakelen
Laat de bedieningsstang van het maaimes los (Figuur
27).
5.
Zet de motor uit en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
De grasvanger niet gebruiken
1.
Plaats de maaimachine op een verhard
oppervlak en uit de wind.
2.
Stel alle 4 wielen in op de maaistand van 89 mm.
3.
Neem een stuk krant en maak hiervan een prop
die onder het maaidek past (met een doorsnede
van ongeveer 76 mm).
4.
Plaats de prop krantenpapier 13 cm vóór de
maaimachine.
5.
Start de motor.
6.
Schakel het maaimes in.
7.
Duw de maaimachine onmiddellijk over de prop
krantenpapier.
g010493
Figuur 27
Belangrijk: Als u de bedieningsstang loslaat,
moet het mes binnen 3 seconden tot stilstand
13
8.
Laat de bedieningsstang van het maaimes los.
9.
Zet de motor uit en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
10.
Het maaisel opvangen
Gebruik de grasvanger als u maaisel en bladafval wilt
verzamelen.
Ga naar de voorzijde van de maaimachine en
controleer de prop krantenpapier.
WAARSCHUWING
• Als de prop niet onder de maaier is gegaan,
Een versleten grasvanger kan kleine steentjes
en andere voorwerpen uitwerpen, waardoor u
of omstanders ernstig lichamelijk of dodelijk
letsel kunnen oplopen.
herhaalt u stappen 4 tot en met 10.
• Als de prop uit elkaar gevallen of versnipperd
is, duidt dit erop dat het mes niet op de juiste
manier is gestopt. Dit betekent dat u de
machine niet veilig kunt gebruiken. Neem
contact op met een erkende Service Dealer.
Controleer de grasvanger regelmatig. Plaats
een nieuwe Toro grasvanger als de oude is
beschadigd.
Het maaisel uitstrooien
Als het zijuitwerpkanaal op de machine zit, moet u
dit verwijderen en de zijafvoergeleider vergrendelen;
raadpleeg Het zijuitwerpkanaal verwijderen (bladz.
16) alvorens het maaisel op te vangen.
Uw machine wordt in de fabriek klaargemaakt om
maaisel en bladafval te mulchen en terug in het gazon
te drijven.
WAARSCHUWING
Als de grasvanger op de machine zit, moet u die
verwijderen (zie De grasvanger verwijderen (bladz.
15)) alvorens het maaisel te versnipperen. Als
het zijuitwerpkanaal op de machine zit, moet u dit
verwijderen en de zijafvoergeleider vergrendelen;
raadpleeg Het zijuitwerpkanaal verwijderen (bladz.
16) alvorens het maaisel te versnipperen.
Het maaimes is scherp, contact met het
maaimes kan ernstig lichamelijk letsel
veroorzaken.
Zet de motor af en wacht totdat alle
bewegende onderdelen tot stilstand zijn
gekomen voordat u de bestuurderspositie
verlaat.
Belangrijk: De maaimachine beschikt over een
veiligheidsschakelaar die voorkomt dat u de
machine kunt starten als u niet eerst de mulchplug
goed op de maaimachine hebt geplaatst (Figuur
28).
Plaats de mulchplug zoals afgebeeld in Figuur 28.
g005324
Figuur 28
1. Bovenkant van mulchplughendel in schakelkanaal
14
Montage van de grasvanger
1.
Verwijder de mulchplug (Figuur 29).
g010268
Figuur 31
De grasvanger verwijderen
1.
g005309
Figuur 29
2.
Laat het startkoord rond de onderste
koordgeleider lopen (Figuur 32).
Laat het startkoord rond de onderste
koordgeleider lopen (Figuur 30).
g010269
Figuur 32
2.
g010267
Figuur 30
Trek de beugel van de grasvanger omhoog uit
de gleuven en verwijder de grasvanger van de
machine (Figuur 33).
Opmerking: De onderste koordgeleider geeft
het startkoord vrij als u aan de handgreep van
het startkoord trekt.
3.
Schuif de hendel van de grasvanger in de
groeven bovenop de maaimachine (Figuur 31).
Belangrijk: De maaimachine beschikt over
een veiligheidsschakelaar die voorkomt dat
u de machine kunt starten als u niet eerst de
grasvanger goed op de maaimachine hebt
geplaatst).
g010270
Figuur 33
3.
15
Plaats de mulchplug (Figuur 34).
Het zijuitwerpkanaal verwijderen
Om het zijuitwerpkanaal te verwijderen, brengt u de
afsluiter omhoog, verwijdert u het zijuitwerpkanaal en
brengt u de afsluiter weer omlaag.
Belangrijk: Vergrendel de zijafvoergeleider nadat
u deze hebt gesloten (Figuur 36).
g005309
Figuur 34
g231921
Figuur 36
Het maaisel zijwaarts
afvoeren
Tips voor bediening en
gebruik
Gebruik de zijafvoer als u zeer hoog gras maait.
Als de grasvanger op de machine zit, moet u die
verwijderen alvorens de zijuitworp te gebruiken; zie
De grasvanger verwijderen (bladz. 15).
Algemene maaitips
• Controleer het werkgebied en verwijder alle
voorwerpen die de machine zou kunnen uitwerpen.
Belangrijk: De maaimachine beschikt over een
• Zorg ervoor dat het mes geen vaste voorwerpen
veiligheidsschakelaar die voorkomt dat u de
machine kunt starten als u niet eerst de mulchplug
goed op de maaimachine hebt geplaatst; zie Het
maaisel uitstrooien (bladz. 14).
raakt. Maai nooit met opzet over voorwerpen.
• Als de maaimachine toch een voorwerp raakt en
begint te trillen, moet u meteen de motor afzetten,
de contactsleutel verwijderen (indien de machine
hiermee is uitgerust) de bougiekabel losmaken en
de maaimachine op beschadiging controleren.
Zijuitwerpkanaal monteren
Ontgrendel de afsluiter en breng deze omhoog; plaats
het zijuitwerpkanaal (Figuur 35).
• De beste resultaten krijgt u door een nieuw mes te
monteren voordat het maaiseizoen begint.
• Vervang indien nodig het maaimes door een Toro
mes.
Gras maaien
• U moet telkens niet meer dan ongeveer één derde
van de grassprieten afmaaien. Maai niet met een
stand lager dan 51 mm, tenzij de grasmat dun is,
of als het laat in het najaar is wanneer het gras
langzamer begint te groeien.
• Als u gras wilt maaien dat langer dan 15 cm is,
moet u maaien op de maximale maaihoogte en
met een langzamere loopsnelheid. Vervolgens
gaat u maaien op een lagere maaihoogte om het
gazon een zo fraai mogelijk uiterlijk te geven. Als
het gras te hoog is, kan de machine verstopt raken
en de motor afslaan.
g236532
Figuur 35
16
• Nat gras en natte bladeren gaan aankoeken,
•
•
•
• Wees voorzichtig bij het in- of uitladen van de
waardoor de maaimachine verstopt kan raken of
de motor kan afslaan. Gebruik de machine niet in
vochtige omstandigheden.
Wees bedacht op het risico van brand in zeer
droge omstandigheden; neem alle plaatselijke
brandwaarschuwingen in acht en houd de machine
vrij van droog gras en bladafval.
Maai steeds in wisselende richtingen. Hierdoor
wordt het maaisel beter over het gazon verstrooid,
zodat het gazon gelijkmatig wordt bemest.
Als u met het uiterlijk van het voltooide gazon niet
tevreden bent, probeer dan een of meer van de
volgende stappen:
– Vervang het maaimes of laat het slijpen.
– Loop langzamer tijdens het maaien.
– Stel de maaimachine in op een hogere
maaihoogte.
– Maai het gras vaker.
– Laat de maaibanen overlappen in plaats van
steeds een volledig nieuwe baan te maaien.
machine.
• Zet de machine vast zodat ze niet kan gaan rollen.
De onderkant van de
machine reinigen
Onderhoudsinterval: Na elk gebruik
Om de beste resultaten te verkrijgen, dient u de
onderkant van de machine te reinigen zodra u klaar
bent met maaien.
1.
Zet de machine in zijn laagste maaistand.
2.
Plaats de machine op een verhard horizontaal
oppervlak.
3.
Terwijl de motor en het maaimes ingeschakeld
zijn, spuit u een straal water voor het rechter
achterwiel (Figuur 37).
Opmerking: Het opspattende water komt
dan in de baan van het maaimes en spoelt het
maaisel weg.
Bladeren fijnmaken
• Na het maaien moet altijd 50% van het gazon
•
•
zichtbaar blijven door de bladerlaag. Dit kan een of
meerdere rondgangen over de bladeren vereisen.
Als er een laag bladeren van meer dan 13 cm
op het gazon ligt, moet u eerst met een hogere
maaihoogte werken en vervolgens nogmaals
maaien op de gewenste hoogte.
Als de maaimachine de bladeren niet fijn genoeg
maakt, is het beter om wat langzamer te maaien.
g002600
Figuur 37
Na gebruik
4.
Als er geen maaisel meer onder vandaan komt,
draait u de kraan dicht en brengt u de machine
naar een droge plaats.
5.
Laat de motor een paar minuten lopen om de
onderzijde van de machine te drogen.
Veiligheid na het werk
De handgreep inklappen
Algemene veiligheid
Rechtop zetten
1.
• Verwijder gras en vuil van de machine om brand te
•
•
Houd het pedaal ingetrapt (Figuur 38).
voorkomen. Neem gemorste olie of brandstof op.
Laat de motor afkoelen voordat u de machine in
een afgesloten ruimte opslaat.
Bewaar de machine of brandstofhouder nooit bij
een open vlam, vonk of waakvlam bij bijv. een
geiser of andere apparaten.
De machine veilig vervoeren
g002773
Figuur 38
• Verwijder de contactsleutel (indien de machine
hiermee is uitgerust) voordat u de machine voor
transport inlaadt.
2.
17
Zet de handgreep rechtop (Figuur 39).
g020809
Figuur 39
Naar voren klappen
1.
Zet de handgreep rechtop en houd het pedaal
ingetrapt.
2.
Klap de handgreep helemaal naar voren en
draai de knop van de bovenste handgreep los
(Figuur 40).
g010273
Figuur 40
3.
Om de handgreep uit te vouwen, zie 1 De
handgreep uitklappen (bladz. 4).
18
Onderhoud
Aanbevolen onderhoudsschema
Onderhoudsinterval
Bij elk gebruik of dagelijks
Na elk gebruik
Om de 25 bedrijfsuren
Onderhoudsprocedure
• Het motoroliepeil controleren.
• Controleer of het mes binnen 3 seconden stopt nadat u de bedieningsstang van
het maaimes hebt losgelaten.
• Controleer de werking van het stopsysteem van het maaimes.
• Controleer het luchtfilter op vuil en schade; indien nodig reinigen of vervangen.
• Verwijder maaisel en vuil van de onderkant van de machine.
• Reinig het scherm van het maaimesstopsysteem.
Jaarlijks
• Reinig of vervang het filter vaker als de maaier onder zeer stoffige omstandigheden
wordt gebruikt.
• Motorolie verversen.
• Het bovenste deel van de handgreep smeren
• Vervang het maaimes of laat het slijpen (vaker als de snijrand snel bot wordt).
• Reinig de motor door vuil van de bovenkant en de zijkanten te verwijderen; doe dit
vaker als de machine wordt gebruikt in stoffige omstandigheden.
Jaarlijks of vóór stalling
• Laat de benzine uit de brandstoftank lopen voordat u vereiste reparaties uitvoert of
voor de jaarlijkse stalling.
Belangrijk: Zie de gebruikershandleiding van de motor voor verdere onderhoudsprocedures.
Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaamheden
De machine veilig
onderhouden
• Schakel de motor uit, wacht tot alle bewegende
1.
onderdelen tot stilstand zijn gekomen en koppel
de bougiekabel los van de bougie vooraleer u
onderhoudsprocedures uitvoert.
Zet de motor uit en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
2.
Maak de bougiekabel los van de bougie (Figuur
41).
• Draag handschoenen en oogbescherming
wanneer u servicewerkzaamheden verricht.
• Het maaimes is scherp, contact met het maaimes
kan ernstig lichamelijk letsel veroorzaken. Gebruik
handschoenen als u het mes monteert. Repareer
of wijzig het mes/de messen niet.
g002901
• Knoei nooit met de veiligheidsvoorzieningen.
Figuur 41
Controleer regelmatig of deze goed werken.
1. Bougiekabel
• Als u de machine kantelt, kan er benzine uit de
tank lekken. Benzine is ontvlambaar en explosief
en kan lichamelijk letsel veroorzaken. Laat de
motor drooglopen of pomp de brandstof met een
handpomp uit de tank. Gebruik nooit een hevel.
3.
• Om de beste prestaties te verkrijgen en ervoor
Nadat u de onderhoudswerkzaamheden hebt
uitgevoerd, moet u de kabel weer aansluiten op
de bougie.
Belangrijk: Voordat u de machine kantelt
te zorgen dat de veiligheidscertificaten van de
machine blijven gelden, moet u ter vervanging
altijd originele onderdelen en accessoires van
Toro aanschaffen. Gebruik ter vervanging
nooit onderdelen en accessoires van andere
fabrikanten, omdat dit gevaarlijk kan zijn en de
productgarantie hierdoor kan vervallen.
om olie te verversen of het mes te vervangen,
moet u de machine gebruiken totdat de
benzinetank leeg is. Als u de machine moet
kantelen voordat de benzinetank leeg is,
dient u de benzine met een handpomp uit
de tank te pompen. Kantel de maaimachine
altijd op de zijkant, met de peilstok omlaag.
19
Motorolie verversen
Onderhoud van het
luchtfilter
Onderhoudsinterval: Jaarlijks
Opmerking: Voordat u de olie ververst, moet u
de motor enkele minuten laten lopen zodat de olie
warm wordt. Warme olie stroomt beter en voert
verontreinigingen beter mee.
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Jaarlijks
1.
Druk de lippen van de vergrendeling bovenop
het luchtfilterdeksel omlaag (Figuur 42).
Motorolietype
Motoroliecapaciteit
0,55 liter
Olieviscositeit
SAE 30 of SAE 10W-30
reinigingsolie
API-onderhoudsclassificatie
SJ of hoger
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.
2.
Zie Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaamheden (bladz. 19).
3.
Verwijder de peilstok door de dop linksom te
draaien en eruit te trekken (Figuur 44).
g002902
Figuur 42
1. Lippen van vergrendeling
2.
Open het deksel.
3.
Verwijder het luchtfilter (Figuur 43).
g010271
Figuur 44
4.
Kantel de machine op de zijkant (met het
luchtfilter naar boven) om de oude olie uit de
vulbuis te laten lopen (Figuur 44).
g002903
Figuur 43
4.
Als het luchtfilter is beschadigd of nat is van olie
of brandstof, moet u het filter vervangen.
5.
Als het luchtfilter vuil is, klop er dan een paar
keer mee op een harde ondergrond of blaas
met perslucht onder een druk van minder dan
2,07 bar door de zijde van het filter dat naar de
motor is gericht.
g010272
Figuur 45
Opmerking: Borstel het vuil niet uit het filter,
als u borstelt wordt het vuil in de vezels geduwd.
5.
Verwijder vuil van de luchtfilterbehuizing en het
deksel met een vochtige doek. Veeg geen vuil
in de luchtgang.
Nadat de gebruikte olie is afgetapt, zet u de
maaimachine terug in de werkstand.
6.
Giet langzaam ongeveer ¾ van de inhoud van
het oliecarter in de vulbuis.
7.
Monteer het luchtfilter.
7.
8.
Sluit het deksel.
Wacht 3 minuten tot de olie in de motor gezakt
is.
8.
Veeg de peilstok met een schone doek schoon.
6.
20
9.
10.
Steek de peilstok in de vulbuis, maar draai hem
er niet in. Verwijder dan de peilstok.
Lees het oliepeil af van de peilstok (Figuur 16).
• Als het peil op de peilstok te laag staat, giet
dan voorzichtig een kleine hoeveelheid olie
in de vulbuis, wacht 3 minuten en herhaal
stappen 8 tot en met 10 totdat de peilstok
het juiste peil aangeeft.
• Als het oliepeil op de peilstok te hoog is, tapt
g010350
u de overtollige olie af tot de peilstok het
juiste oliepeil aangeeft.
Figuur 47
Belangrijk: Als het oliepeil in het motor te
hoog of te laag is en u laat de motor toch
draaien, kunt u deze beschadigen.
11.
Plaats de peilstok goed in de vulbuis.
12.
Recycleer de gebruikte olie op de juiste wijze.
Zelfaandrijving afstellen
Als de zelfaandrijving van uw maaimachine niet
goed werkt, moet u de kabel van de zelfaandrijving
afstellen.
Het bovenste deel van de
handgreep smeren
1.
Draai de moer op de kabelbevestiging los
(Figuur 48).
Onderhoudsinterval: Jaarlijks
Smeer de linker- en rechterkant van de bovenste
handgreep in met een silicone smeerspray met lage
viscositeit.
1.
Spuit het plastic uiteinde van de binnenste
handgreep in (Figuur 46).
g010349
g010351
Figuur 46
Figuur 48
1. Kabelbevestiging
Opmerking: Gebruik het rietje dat bij de
spuitbus hoort om de spray te kunnen richten.
2.
2.
Duw de bovenste handgreep helemaal naar
beneden en spuit het binnenste plastic oppervlak
van de buitenhendel in (Figuur 47).
Trek de bovenste handgreep helemaal naar
achteren.
Opmerking: Als de handgreep niet vlot
beweegt, raadpleeg dan Het bovenste deel van
de handgreep smeren (bladz. 21).
3.
21
Trek de kabelmantel naar beneden tot de speling
in de blootgelegde kabel weg is (Figuur 49).
momentsleutel hebt of niet goed weet hoe u de
montage moet uitvoeren, kunt u contact opnemen
met een erkende servicedealer.
Controleer het mes wanneer de brandstoftank leeg
is. Een beschadigd of gescheurd mes moet direct
worden vervangen. Als de snijrand bot is of bramen
vertoont, moet u het mes laten slijpen en balanceren
of het mes vervangen.
WAARSCHUWING
1. Blootgelegde kabel
Het maaimes is scherp, contact met het
maaimes kan ernstig lichamelijk letsel
veroorzaken.
4.
Gebruik handschoenen als u het mes
monteert.
g007744
Figuur 49
Duw de kabelmantel 3 mm omhoog.
Opmerking: U kunt een liniaal langs de
bovenzijde van de zwarte kabelbevestiging
houden en meten hoe ver het boveneind van de
kabelmantel beweegt (Figuur 50).
1.
Maak de bougiekabel los van de
bougie; zie Voorbereidingen voor
onderhoudswerkzaamheden (bladz. 19).
2.
Kantel de maaimachine op zijn zij met het
luchtfilter naar boven.
3.
Verwijder de 2 mesmoeren en de versteviger
(Figuur 51).
g007745
Figuur 50
1. Kabelbevestiging
2. Kabelmantel
Belangrijk: Het omhoog duwen van de
g003133
kabelmantel verlaagt de rijsnelheid. Het
omlaag duwen van de mantel verhoogt de
rijsnelheid.
5.
Draai de moer goed vast.
6.
Start de maaimachine en controleer de afstelling.
Figuur 51
Opmerking: Als de zelfaandrijving niet goed is
afgesteld, moet u deze procedure herhalen.
Het maaimes vervangen
Onderhoudsinterval: Jaarlijks—Vervang het
maaimes of laat het slijpen (vaker
als de snijrand snel bot wordt).
Belangrijk: U hebt een momentsleutel nodig om
het mes op correcte wijze te monteren. Als u geen
22
1. Mesmoeren
4. Mesaandrijving
2. Versteviger
5. Antiscalpeerschijf
3. Mes
6. Scherm van het
maaimesstopsysteem
4.
Verwijder het mes (Figuur 51).
5.
Plaats het nieuwe mes (Figuur 51).
6.
Plaats de versteviger terug.
7.
Draai de mesbouten vast met een torsie van
20 tot 37 N·m.
Het scherm van het
maaimesstopsysteem
reinigen
Stalling
Stal de maaimachine op een koele, schone, droge
plaats.
Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren
Voorbereidingen voor
stalling
1.
Maak de bougiekabel los van de
bougie; zie Voorbereidingen voor
onderhoudswerkzaamheden (bladz. 19).
2.
Kantel de maaimachine op de zijkant, met de
peilstok omlaag.
3.
Verwijder de 2 mesmoeren en de versteviger
(Figuur 52).
1.
Voeg de laatste keer in het seizoen dat u
brandstof toevoegt ook een stabilizer (zoals
Toro Premium Fuel Treatment) toe volgens de
voorschriften op het etiket.
2.
U moet ongebruikte brandstof op de juiste wijze
afvoeren. Voer deze brandstof af volgens de
plaatselijk geldende voorschriften of gebruik
deze voor uw auto.
Opmerking: Oude brandstof in de tank is
de belangrijkste oorzaak voor startproblemen.
Bewaar brandstof zonder stabilizer niet langer
dan 30 dagen en brandstof waaraan stabilizer is
toegevoegd niet langer dan 90 dagen.
3.
Laat de motor lopen totdat hij afslaat door
gebrek aan brandstof.
4.
Start de motor opnieuw en laat hem lopen totdat
hij afslaat. Als de motor niet meer wil starten, is
de brandstof voldoende verbruikt.
5.
Maak de kabel los van de bougie en bevestig de
kabel aan de steunstang (indien aanwezig).
6.
Verwijder de bougie, giet 30 ml motorolie in
de bougieopening en trek verschillende keren
langzaam aan het startkoord om de olie over de
cilinderwand te verspreiden teneinde corrosie in
de stallingsperiode te voorkomen.
7.
Monteer de bougie zonder deze vast te draaien.
8.
Draai alle moeren, bouten en schroeven goed
aan.
g003133
Figuur 52
1. Mesmoeren
4. Mesaandrijving
2. Versteviger
5. Antiscalpeerschijf
3. Mes
6. Scherm van het
maaimesstopsysteem
4.
Verwijder het mes (Figuur 52).
5.
Verwijder de mesaandrijving en de
antiscalpeerschijf (Figuur 52).
6.
Verwijder het scherm van het maaimesstopsysteem (Figuur 52).
7.
Borstel of blaas het vuil uit de binnenzijde van
het scherm en van alle onderdelen.
8.
Plaats het scherm van het maaimesstopsysteem
terug.
9.
Plaats de mesaandrijving en de antiscalpeerschijf terug.
1.
Controleer alle bevestigingen en draai deze
vast.
10.
Plaats het mes en de versteviger terug met de 2
mesmoeren die u eerder verwijderd hebt (Figuur
52).
2.
11.
Monteer de mesmoeren.
Verwijder de bougies en laat de motor snel
draaien door aan de handgreep van het
startkoord te trekken om de overmatige olie uit
de cilinder te verwijderen.
3.
Plaats de bougie en draai hem met behulp van
een momentsleutel vast met een torsie van
20 N·m.
De machine uit de stalling
halen
Opmerking: Draai de mesmoeren vast met
een torsie van 20 tot 37 N·m.
23
4.
Voer de onderhoudsprocedures uit; zie
Onderhoud (bladz. 19).
5.
Controleer het oliepeil in de motor; zie Het
motoroliepeil controleren (bladz. 10).
6.
Vul de brandstoftank met verse brandstof; zie
Veilig omgaan met brandstof (bladz. 9).
7.
Sluit de bougiekabel aan op de bougie.
24
Opmerkingen:
Opmerkingen:
Opmerkingen:
Privacyverklaring voor Europa
De informatie die Toro verzamelt
Toro Warranty Company (Toro) respecteert uw privacy. Om uw aanspraak op garantie te behandelen en contact met u op te nemen in het geval van een
terugroepactie vragen wij om bepaalde persoonlijke informatie, hetzij direct of via uw lokale Toro dealer.
Het Toro garantiesysteem wordt gehost op servers in de Verenigde Staten, waar de privacywet mogelijk niet dezelfde bescherming biedt als in uw land.
DOOR UW PERSOONLIJKE GEGEVENS MET ONS TE DELEN STEMT U IN MET DE VERWERKING VAN UW PERSOONSGEGEVENS ZOALS
BESCHREVEN IN DEZE PRIVACYVERKLARING.
Hoe Toro informatie gebruikt
Toro kan uw persoonsgegevens gebruiken om uw aanspraak op garantie te behandelen, contact met u op te nemen in het geval van een terugroepactie,
of voor een ander doeleinde waarvan we u op de hoogte brengen. Toro kan uw informatie delen met zijn afdelingen, dealers of andere zakenpartners in
verband met deze activiteiten. We verkopen uw persoonsgegevens niet aan andere bedrijven. We behouden ons het recht voor om persoonsgegevens te
delen teneinde te voldoen aan geldende wetten en verzoeken van de aangewezen autoriteiten, opdat wij onze systemen naar behoren kunnen gebruiken
of met het oog op onze eigen bescherming of die van andere gebruikers.
Behoud van uw persoonlijke informatie
Wij bewaren uw persoonsgegevens zo lang als nodig is voor de doeleinden waarvoor ze oorspronkelijk werden verzameld of voor andere legitieme
doeleinden (zoals naleving van voorschriften), of zo lang als vereist is door de van toepassing zijnde wet.
Toro's engagement voor de bescherming van uw persoonlijke informatie
Wij nemen redelijke voorzorgen om uw persoonlijke informatie te beschermen. We proberen bovendien de nauwkeurigheid en geldigheid van
persoonlijke gegevens te waarborgen.
Toegang tot en wijziging van uw persoonsgegevens
Als u toegang wilt tot uw persoonsgegevens of deze wilt wijzigen, gelieve dan een e-mail te sturen naar [email protected].
Australische consumentenwet
Australische klanten kunnen voor informatie over de Australische consumentenwet (Australian Consumer Law) terecht bij de lokale Toro verdeler of ze
kunnen deze informatie in de doos vinden.
374-0282 Rev C

advertisement

Related manuals

advertisement