5.1 Belangrijke aanwijzingen voor het installeren. Remko SKT1060DCAT, SKT790DCAT, SKT520DCAT

Add to My manuals
64 Pages

advertisement

5.1  Belangrijke aanwijzingen voor het installeren. Remko SKT1060DCAT, SKT790DCAT, SKT520DCAT | Manualzz

5 Montageaanwijzingen voor het vakpersoneel

5.1 Belangrijke aanwijzingen voor het installeren

Markeer de koudemiddelleidingen (inspuit- en zuigleiding) evenals de bijbehorende elektrische besturingsleiding van elke binnenunit met een letter. Sluit de leidingen alleen aan op de aansluitingen die bij elkaar horen.

n Is de enkele lengte van de koudemiddelleiding langer dan 5 meter, moet koudemiddel bijgevuld worden. De hoeveelheid bij te vullen koudemiddel kunt u vinden in het hoofdstuk "Koudemiddel bijvullen".

n Gebruik alleen de meegeleverde wartelmoeren voor de koudemiddelleidingen en verwijder deze pas vlak voor het aansluiten van de koudemiddelleidingen.

n Voer alle elektrische aansluitingen uit volgens de geldende DIN- en VDE-bepalingen.

n Sluit de elektrische leidingen altijd volgens de voorschriften aan op de elektrische aansluitklemmen. Anders kan brand ontstaan.

n Voor de inbedrijfstelling van de totale installatie moeten de gebruikshandleidingen van de binnenunit en de buitenunit worden opgevolgd.

n Breng het apparaat in de originele verpakking zo dicht mogelijk bij de montagelocatie. Zo vermijdt u transportschade.

n Controleer de inhoud van de verpakking op volledigheid en op zichtbare transportschade.

Meld eventuele schade onmiddellijk aan uw leverancier en de transporteur.

n Til het apparaat op aan de hoeken en niet aan de koudemiddel- of condensaansluitingen.

n De koelmiddelleidingen (aanvoer- en afzuigleiding), ventielen en de verbindingen moeten dampdiffusiedicht worden geïsoleerd. Eventueel moet ook de condensleiding worden geïsoleerd.

n Kies een montageplaats, die een vrije luchttoeen -afvoer waarborgt (zie de paragraaf "Minimale vrije ruimte").

n Installeer het apparaat niet in de onmiddellijke nabijheid van apparaten met een sterke warmtestraling. De montage in de buurt van warmtebronnen vermindert de capaciteit van het apparaat.

n Open de afsluitkranen van de koudemiddelleidingen pas na het afronden van alle installatiewerkzaamheden.

n Sluit open koudemiddelleidingen tegen het binnendringen van vocht met geschikte doppen, resp. plakband en knik of druk niet op de koudemiddelleidingen.

n Vermijd onnodig buigen. Zo wordt het drukverlies in de koudemiddelleidingen geminimaliseerd en wordt de vrije retour van de compressorolie gewaarborgd.

n Neem bijzondere voorzorgsmaatregelen voor de olieretour, als de buitenunit hoger dan de binnenunit is geplaatst (zie de paragraaf

"Maatregelen olieretour").

AANWIJZING!

Let beslist op de juiste combinaties en aansluitposities van elektrische- en koudemiddelleidingen! De aansluitingen van de individuele kringlopen mogen niet onderling verwisseld worden. Een verwisseling van de besturings- en koudemiddelleidingen kan fatale gevolgen hebben (schade aan de compressor)!

De inbedrijfstelling van de individuele circuits moet na elkaar gebeuren.

AANWIJZING!

Afhankelijk van de koelcapaciteit van de buitenunit en de binnenunit zijn verschillende koudemiddelleidingen noodzakelijk.

5.2 Wanddoorvoeren

n Er moet een wanddoorbreking worden gemaakt met een diameter van minimaal 70 mm en met minimaal 10 mm verval van binnen naar buiten.

n Om beschadigingen aan de leiding te voorkomen, moet de doorbraak aan de binnenkant worden bekleed of bijv. worden voorzien van een PVC-buis (zie afbeelding).

n Vanwege de brandveiligheid dient de muur van de wanddoorvoer na de montage met een geschikt afdichtmiddel worden afgesloten.

Gebruik geen cement- of kalkhoudende materialen!

17

advertisement

Related manuals

advertisement

Table of contents