advertisement
![Papierinstellingen. Brother MFC-J6925DW, MFC-J6920DW | Manualzz Papierinstellingen. Brother MFC-J6925DW, MFC-J6920DW | Manualzz](http://s2.manualzz.com/store/data/062165280_1-53f44fed2a3eb20cea75b8c7e2f61b5e-360x466.png)
Hoofdstuk 2
Papierinstellingen
Papierformaat en -soort
Voor de beste afdrukkwaliteit stelt u de machine in op het type papier dat u gebruikt.
U kunt de volgende papierformaten gebruiken voor het afdrukken van kopieën:
A4, A5, A3, 10 × 15 cm, Letter, Legal en
Ledger. Voor het afdrukken van faxen kunt u vijf formaten gebruiken: A4, A3, Ledger,
Letter en Legal. Wanneer u papier van een ander formaat in de machine plaatst, moet u ook de instelling voor het papierformaat wijzigen, zodat uw machine een binnenkomende fax passend op het vel papier kan afdrukken.
a
Druk op .
b
Druk op het weergegeven papierformaat voor lade 1 of lade 2.
c
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Als u op het weergegeven papierformaat voor lade 1 drukt, drukt u op Papiersoort .
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag of druk op a
of b
om
Normaal pap.
, Inkjetpapier ,
Brother BP71 , Glossy anders of Transparanten weer te geven en druk vervolgens op de gewenste optie.
Druk op Papierformaat .
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag of druk op a of b om A4 , A5 ,
A3 , 10x15cm , Letter , Legal of
Grootboek (Ledger) weer te geven en druk dan op de gewenste optie.
Als u op het weergegeven papierformaat voor lade 2 drukt, drukt u op Papierformaat .
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag of druk op a of b om A4 , A3 ,
Letter , Legal of Grootboek
(Ledger) weer te geven en druk vervolgens op de gewenste optie.
2
2 d
Druk op .
OPMERKING
• In Lade 2 kunt u alleen normaal papier gebruiken.
• Het papier wordt met de bedrukte zijde naar boven op de uitvoerlade aan de voorkant van de machine uitgeworpen.
Als u transparanten of glanzend papier gebruikt, dient u elk vel onmiddellijk te verwijderen om te voorkomen dat de vellen aan elkaar plakken of vastlopen.
Ladegebruik in de kopieermodus
2
U kunt de standaardlade voor het afdrukken van kopieën wijzigen.
Als u Autom. ladesel.
selecteert, wordt automatisch papier uit lade 1 of lade 2 gebruikt, al naar gelang de papiersoort en het papierformaat als ingesteld in het menu
Kopiëren .
Ga als volgt te werk om de standaardinstelling te wijzigen: a
Druk op .
b
Druk op Alle instell.
c
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag of druk op a
of b
om Standaardinst.
weer te geven.
d
Druk op Standaardinst.
e
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag of druk op a of b om
Lade-instelling weer te geven.
f
Druk op Lade-instelling .
g
Druk op Ladegebruik: kopiëren .
h
Druk op Lade 1 , Lade 2 of Autom. ladesel.
40
advertisement
Key Features
- Business Inkjet Colour printing
- 1200 x 6000 DPI
- Printing colours: Black, Cyan, Magenta, Yellow
- A3 35 ppm
- Colour copying Colour scanning Colour faxing
- Apple AirPrint, Brother iPrint & Scan, Google Cloud Print
- Direct printing
- USB port Wi-Fi Ethernet LAN
- Internal memory: 256 MB RISC 288 MHz
- 16.5 kg
Related manuals
advertisement
Table of contents
- 11 Gebruik van de documentatie
- 11 Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden
- 12 gebruikershandleiding openen
- 12 Gebruikershandleidingen weergeven
- 14 Handleidingen voor geavanceerde functies openen
- 15 Brother-support openen (Macintosh)
- 16 Overzicht van het bedieningspaneel
- 19 3,7-inch (93,4 mm) Touchscreen-LCD
- 23 Het scherm van de gereedstand instellen
- 24 Standaardhandelingen
- 25 Instellingen voor snelkoppelingen
- 25 Snelkoppelingen voor kopiëren toevoegen
- 26 Faxsnelkoppelingen toevoegen
- 27 Scansnelkoppelingen toevoegen
- 29 Websnelkoppelingen toevoegen
- 29 Snelkoppelingen wijzigen
- 30 De naam van snelkoppelingen bewerken
- 30 Snelkoppelingen verwijderen
- 30 Snelkoppelingen oproepen
- 31 Volume-instellingen
- 31 Belvolume
- 31 Volume van de waarschuwingstoon
- 32 Luidsprekervolume
- 32 Touchscreen-LCD
- 32 De helderheid van de achtergrondverlichting instellen
- 33 Papier en andere afdrukmedia laden
- 33 Papier laden in papierlade
- 38 Kleiner papier laden (Foto, Foto L, Foto 2L of enveloppen)
- 41 Papier laden in papierlade
- 46 Papier in de sleuf voor handmatige invoer laden
- 49 Onbedrukbaar gebied
- 50 Papierinstellingen
- 50 Papierformaat en -soort
- 50 Ladegebruik in de kopieermodus
- 51 Ladegebruik in de faxmodus
- 51 Acceptabel papier en andere afdrukmedia
- 52 Aanbevolen afdrukmedia
- 52 Omgaan met en gebruik van afdrukmedia
- 53 De juiste afdrukmedia selecteren
- 57 Documenten laden
- 57 De ADF gebruiken
- 58 De glasplaat gebruiken
- 59 Niet-scanbaar gebied
- 60 Faxen verzenden
- 62 Faxen onderbreken
- 62 Het formaat van de glasplaat instellen om te faxen
- 62 Een fax in kleur verzenden
- 63 Een actieve fax annuleren
- 63 Uitgaande faxen vooraf bekijken
- 64 Verzendrapport
- 65 Ontvangstmodi
- 65 De ontvangstmodus kiezen
- 67 Ontvangstmodi gebruiken
- 67 Alleen Fax
- 67 Fax/Telefoon
- 67 Handmatig
- 67 Ext. TEL/ANT (extern antwoordapparaat)
- 68 Instellingen ontvangstmodus
- 68 Belvertraging
- 68 F/T Beltijd (alleen in de Fax/Telefoon-modus)
- 69 Fax Waarnemen
- 70 Faxvoorbeeld (alleen faxen in zwart-wit)
- 70 Binnengekomen faxen vooraf weergeven
- 72 Faxvoorbeeld uitschakelen
- 73 PC-FAX verzenden
- 73 Een bestand als PC-FAX verzenden
- 76 Opties voor normale telefoongesprekken
- 76 Fax/Telefoon-modus
- 76 Nummerweergave (Beller ID)
- 77 Telefoondiensten
- 77 Het type telefoonlijn instellen
- 78 VoIP (Voice over Internet Protocol)
- 79 Een extern antwoordapparaat aansluiten
- 80 Aansluitingsinstellingen
- 80 Een uitgaand bericht opnemen op een extern antwoordapparaat
- 81 Aansluiting op meerdere lijnen (PBX)
- 81 Externe en tweede toestellen
- 81 Een extern of tweede toestel aansluiten
- 82 Werken met externe of tweede toestellen
- 82 Codes voor afstandsbediening gebruiken
- 84 Nummers kiezen
- 84 Handmatig kiezen
- 84 Nummers kiezen vanuit het adresboek
- 85 Faxnummer opnieuw kiezen
- 85 Meer manieren om nummers te kiezen
- 85 Overzicht van uitgaande gesprekken
- 86 Overzicht nummerweergave (Overzicht beller-id)
- 87 Nummers opslaan
- 87 Een pauze opslaan
- 87 Adresboeknummers opslaan
- 88 Adresboeknamen of -nummers wijzigen of verwijderen
- 89 Kopiëren
- 89 Kopiëren stoppen
- 89 Voorinstellingen voor kopiëren
- 90 Kopieeropties
- 91 Papiersoort
- 91 Papierformaat
- 92 Ladeselectie
- 92 Kopiëren met de ADF hogesnelheidsmodus
- 93 PhotoCapture Center™-functies (FOTO-modus)
- 93 Een geheugenkaart of een USB-flashstation gebruiken
- 94 Aan de slag
- 96 Foto's afdrukken
- 96 Foto's weergeven
- 97 PhotoCapture Center™-afdrukinstellingen
- 97 Naar een geheugenkaart of een USB-flashstation scannen
- 100 Een document afdrukken
- 101 Vóór het scannen
- 105 De scanmodusinstellingen voor scannen naar PDF wijzigen
- 106 Een document als PDF-bestand scannen via het touchscreen
- 108 Scannen met ADF hogesnelheidsmodus
- 109 Afdrukken met NFC (Near Field Communication)
- 109 Scannen met NFC (Near Field Communication)
- 110 De inktcartridges vervangen
- 113 De machine reinigen en controleren
- 113 De glasplaat reinigen
- 114 De printkop reinigen
- 115 De afdrukkwaliteit controleren
- 116 De uitlijning controleren
- 117 De datum en tijd instellen
- 118 Uw probleem vaststellen
- 120 Onderhouds- en foutmeldingen
- 131 Foutanimatie
- 131 Faxberichten of Faxjournaal overzetten
- 132 Document vastgelopen
- 134 Printer of papier vastgelopen
- 140 Problemen oplossen
- 152 Kiestoon waarnemen
- 152 Storing op de telefoonlijn / bellen via internet (VoIP)
- 153 Informatie over de machine
- 153 Het serienummer controleren
- 153 De firmwareversie controleren
- 153 Resetfuncties
- 154 De machine resetten
- 155 De instellingentabellen gebruiken
- 156 Instellingentabellen
- 174 Functietabellen
- 203 Tekst invoeren
- 203 Spaties invoegen
- 203 Correcties aanbrengen
- 204 Algemeen
- 206 Afdrukmedia
- 208 Faxen
- 209 Kopiëren
- 210 PhotoCapture Center
- 211 PictBridge
- 212 Scanner
- 213 Printer
- 214 Interfaces
- 215 Netwerk
- 216 Vereisten voor de computer
- 217 Verbruiksartikelen