Problemen oplossen. Brother MFC-J6925DW, MFC-J6920DW

Add to My manuals
222 Pages

advertisement

Problemen oplossen. Brother MFC-J6925DW, MFC-J6920DW | Manualzz

Problemen oplossen

OPMERKING

• Voor technische hulp moet u contact opnemen met de klantenservice van Brother.

• Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, raadpleegt u de volgende tabel en volgt u de tips voor het oplossen van problemen. U kunt de meeste problemen zelf oplossen.

• Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het Brother Solutions Center u de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen.

Ga naar http://solutions.brother.com/.

Afdrukproblemen

Probleem

Geen print.

Suggesties

Controleer of de correcte printerdriver is geïnstalleerd en geselecteerd.

Controleer of er een foutmelding op het touchscreen wordt weergegeven.

(Zie

Onderhouds- en foutmeldingen uu pagina 110.)

Controleer of het apparaat online is.

(Windows

®

XP en Windows Server

®

2003)

Klik op start / Printers en faxapparaten . Klik met de rechtermuisknop op

Brother MFC-XXXX Printer (waarbij XXXX voor de naam van uw model staat).

Als de printer offline is, ziet u Printer on line gebruiken . Selecteer deze optie om de printer te activeren.

(Windows Vista ® en Windows Server ® 2008)

Klik op / Configuratiescherm / Hardware en geluiden / Printers . Klik met de rechtermuisknop op Brother MFC-XXXX Printer (waarbij XXXX voor de naam van uw model staat). Als de printer offline is, ziet u Printer online gebruiken .

Selecteer deze optie om de printer te activeren.

(Windows ® 7 en Windows Server ® 2008 R2)

Klik op / Apparaten en printers . Klik met de rechtermuisknop op

Brother MFC-XXXX Printer (waarbij XXXX voor de naam van uw model staat) en selecteer Afdruktaken weergeven . Klik op Printer en zorg dat

Printer offline gebruiken niet is geselecteerd.

(Windows

®

8 en Windows Server

®

2012)

Plaats de muisaanwijzer in de rechterbenedenhoek van het bureaublad. Klik wanneer de menubalk verschijnt op Instellingen en vervolgens op

Configuratiescherm . Klik in de groep Hardware en geluiden (Hardware) op

Apparaten en printers weergeven . Klik met de rechtermuisknop op

Brother MFC-XXXX Printer (waarbij XXXX voor de naam van uw model staat) en selecteer Afdruktaken weergeven . Als er printerdriveropties worden weergegeven, selecteert u uw printerdriver. Klik op Printer op de menubalk en zorg dat Printer offline gebruiken niet geselecteerd is.

Een of meer inktcartridges zijn aan vervanging toe.

(Zie

De inktcartridges vervangen uu pagina 100.)

B

130

Problemen oplossen

Afdrukproblemen (Vervolg)

Probleem

Geen print.

(vervolg)

Suggesties

Het document wordt niet afgedrukt als de oude, niet-afgedrukte gegevens in de printerdriverspooler blijven staan. Open het printerpictogram en verwijder alle gegevens. U vindt het pictogram van uw printer als volgt:

(Windows

®

XP en Windows Server

®

2003)

Klik op start / Printers en faxapparaten .

(Windows Vista

®

en Windows Server

®

2008)

Klik op / Configuratiescherm / Hardware en geluiden / Printers .

(Windows

®

7 en Windows Server

®

2008 R2)

Klik op / Apparaten en printers / Printers en faxapparaten .

(Windows

®

8 en Windows Server

®

2012)

Plaats de muisaanwijzer in de rechterbenedenhoek van het bureaublad. Klik wanneer de menubalk verschijnt op Instellingen / Configuratiescherm /groep

Hardware en geluiden (Hardware)/ Apparaten en printers weergeven /

Printers .

(Mac OS X v10.6.8)

Klik op Systeemvoorkeuren / Afdrukken en faxen .

(OS X v10.7.x, 10.8.x)

Klik op Systeemvoorkeuren / Afdrukken en scannen .

Er is een onbedrukbaar gebied boven en onder aan de pagina. Pas de boven- en ondermarge van uw document navenant aan.

Kop- of voettekst is zichtbaar wanneer het document op het scherm wordt weergegeven, maar wordt niet afgedrukt.

Kan niet afdrukken met “Paginalayout”.

Afdruksnelheid is te laag.

(Zie

Onbedrukbaar gebied uu pagina 39.)

Controleer of de instellingen voor het papierformaat in de toepassing en in de printerdriver hetzelfde zijn.

Wijzig de instelling van de printerdriver. In de hoogste resolutie is meer tijd nodig om de gegevens te verwerken, te verzenden en te printen. Probeer andere kwaliteitsinstellingen in de printerdriver, als volgt:

(Windows

®

)

Klik op Kleurinstellingen op het tabblad Geavanceerd en zorg dat Kleur verbetering niet is geselecteerd.

(Macintosh)

Selecteer Kleurinstellingen , klik op Geavanceerde kleurinstellingen en zorg dat Kleur verbetering niet is geselecteerd.

Schakel de optie Zonder rand uit. Afdrukken zonder rand duurt langer dan normaal afdrukken.

Kleurverbetering werkt niet correct. Als de beeldgegevens in uw toepassing niet in kleurendruk zijn (zoals 256 kleuren), werkt Kleurverbetering niet. Gebruik voor de functie Kleurverbetering minstens 24-bits kleurgegevens.

De machine print niet vanuit

Adobe

®

Illustrator

®

.

( uu

Software en Netwerk gebruikershandleiding.)

Verlaag de printresolutie.

( uu

Software en Netwerk gebruikershandleiding.)

B

131

Problemen met de afdrukkwaliteit

Probleem

Slechte afdrukkwaliteit.

Witte horizontale lijnen in tekst of grafische afbeeldingen.

Suggesties

Controleer de afdrukkwaliteit. (Zie

De afdrukkwaliteit controleren uu pagina 105.)

Controleer of de instelling Mediatype in de printerdriver of de instelling

Papiersoort in het menu van de machine overeenkomt met het soort papier dat u gebruikt.

(Zie

Papierformaat en -soort uu pagina 40.)

( uu

Software en Netwerk gebruikershandleiding.)

Controleer de gebruiksdatum van uw inktcartridges. In de volgende omstandigheden kan de inkt klonteren:

 De uiterste gebruiksdatum die op de cartridge staat, is verstreken. (Originele cartridges van Brother blijven maximaal twee jaar bruikbaar, mits zij in hun originele verpakking worden bewaard.)

 De inktcartridge zit al meer dan zes maanden in uw machine.

 De inktcartridge is vóór gebruik niet goed opgeslagen.

Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother. Het gebruik van andere dan originele cartridges van Brother of van oude cartridges die gevuld zijn met inkt van een ander merk, wordt door Brother afgeraden.

Zorg dat u een van de aanbevolen papiersoorten gebruikt.

(Zie

Acceptabel papier en andere afdrukmedia uu pagina 41.)

De aanbevolen omgevingstemperatuur voor uw machine ligt tussen 20 ° C en

33 ° C.

Reinig de printkop. (Zie

De printkop reinigen uu pagina 104.)

Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother.

Gebruik het aanbevolen type papier.

(Zie

Acceptabel papier en andere afdrukmedia uu pagina 41.)

Om te zorgen dat de printkop en inktcartridges zo lang mogelijk meegaan en de afdrukkwaliteit op peil blijft, kunt u de machine het best zo min mogelijk loskoppelen van het stopcontact. Wacht na loskoppeling niet te lang voordat u de machine weer aansluit op het stopcontact. Gebruik bij voorkeur om de

A4, Letter en Executive machine uit te zetten. Bij gebruik van krijgt de machine net genoeg stroom om te zorgen dat de printkop regelmatig wordt gereinigd.

A3, Ledger, Legal, A5, A6, enveloppen, Foto (10 × 15 cm),

Foto L (89 × 127 mm), Foto 2L

(13 × 18 cm) en Indexkaart

(127 × 203 mm)

132

Problemen oplossen

Problemen met de afdrukkwaliteit (Vervolg)

Probleem Suggesties

De machine print blanco pagina's.

Reinig de printkop. (Zie

De printkop reinigen uu pagina 104.)

Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother.

Om te zorgen dat de printkop en inktcartridges zo lang mogelijk meegaan en de afdrukkwaliteit op peil blijft, kunt u de machine het best zo min mogelijk loskoppelen van het stopcontact. Wacht na loskoppeling niet te lang voordat u de machine weer aansluit op het stopcontact. Gebruik bij voorkeur om de

Tekens en regels zijn vlekkerig.

Afgedrukte tekst of afbeeldingen staan scheef.

Er zit een vlek middenboven op de afgedrukte pagina.

Op de afdruk zitten vlekken of het lijkt of de inkt vlekt.

De inkt vlekt of is vochtig bij het gebruik van glanzend fotopapier.

Afdrukken zien er smoezelig uit of het papier loopt vast bij gebruik van

A3-papier.

Er zitten vlekken op de achterkant of onder aan de pagina.

De machine drukt dichte lijnen af op de pagina.

machine uit te zetten. Bij gebruik van krijgt de machine net genoeg stroom om te zorgen dat de printkop regelmatig wordt gereinigd.

Controleer de uitlijning. (Zie

De uitlijning controleren uu pagina 106.)

Zorg ervoor dat het papier correct in de papierlade is geplaatst en dat de

papiergeleiders goed zijn afgesteld. (Zie Papier en andere afdrukmedia laden uu pagina 23.)

Controleer of de klep ter verwijdering van vastgelopen papier goed gesloten is.

Controleer of het papier niet te dik is en niet krult.

(Zie

Acceptabel papier en andere afdrukmedia uu pagina 41.)

Zorg dat u het aanbevolen type papier gebruikt. (Zie

Acceptabel papier en andere afdrukmedia uu pagina 41.) Raak het papier pas aan als de inkt droog is.

Zorg dat het papier met de bedrukbare zijde naar beneden in de papierlade ligt.

Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother.

Stel de juiste papiersoort in als u fotopapier gebruikt. Als u een foto afdrukt vanaf de pc, stelt u Mediatype in voor de printerdriver.

Controleer beide zijden van het papier. Leg het papier met het glanzende

(bedrukbare) oppervlak naar beneden. (Zie

Papierformaat en -soort uu pagina 40.)

Zorg bij gebruik van glanzend papier dat de papiersoort correct is ingesteld.

(Afdrukken vanaf de pc voor Windows

®

)

Selecteer Langzaam drogend papier op het tabblad Normaal van de printerdriver.

(Afdrukken vanaf de pc voor Macintosh)

Selecteer Afdrukinstellingen in de vervolgkeuzelijst en schakel in de printerdriver Langzaam drogend papier in.

(Kopiëren)

Pas de kopieerdichtheid aan om kopieën lichter te maken. ( uu

Geavanceerde gebruikershandleiding: Dichtheid aanpassen .)

Controleer of er inkt op de geleiderol zit. ( uu

Geavanceerde gebruikershandleiding: De geleiderol van de machine reinigen .)

Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother.

Zorg dat de papiersteunklep wordt gebruikt.

(Zie

Papier en andere afdrukmedia laden uu pagina 23.)

Controleer of er inkt op de papierinvoerrollen zit.

( uu

Geavanceerde gebruikershandleiding: De papierinvoerrollen reinigen .)

(Windows

®

)

Selecteer Omgekeerde volgorde op het tabblad Normaal van de printerdriver.

B

133

Problemen met de afdrukkwaliteit (Vervolg)

Probleem

De afdrukken zijn gekreukeld.

Suggesties

(Windows

®

)

Klik op het tabblad Geavanceerd van de printerdriver op Kleurinstellingen en schakel Bi-directioneel afdrukken uit.

(Macintosh)

Selecteer Afdrukinstellingen in de printerdriver, klik op Geavanceerd , kies

Andere afdrukopties en schakel Bi-directioneel afdrukken uit.

Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother.

Problemen met de papierverwerking

Probleem

Papier wordt niet in de machine ingevoerd.

Fotopapier wordt niet goed ingevoerd.

De machine voert meerdere pagina’s in.

Het papier is vastgelopen.

Papier loopt opnieuw vast.

Suggesties

Controleer of de papierlade goed vastgeklikt in de machine zit.

Zorg dat de klep ter verwijdering van vastgelopen papier aan de achterzijde van de machine goed gesloten is.

Zie Onderhouds- en foutmeldingen uu pagina 110 als de melding 'Papier vast' op

het touchscreen wordt weergegeven en het probleem aanhoudt.

Als er geen papier is, plaatst u een nieuwe stapel papier in de papierlade.

Als de papierlade papier bevat, controleer dan of dit recht ligt. Als het papier is omgekruld, strijkt u het vlak. Soms kunt u het probleem oplossen door het papier te verwijderen, de stapel om te draaien en het papier weer in de papierlade te plaatsen.

Verminder de hoeveelheid papier in de papierlade en probeer het opnieuw.

Maak de papierdoorvoerrollen schoon.

( uu

Geavanceerde gebruikershandleiding: De papierdoorvoerrollen reinigen .)

Wanneer u afdrukt op fotopapier van Brother, plaatst u een extra vel van hetzelfde fotopapier in de papierlade. U vindt dit extra vel in de verpakking van het papier.

Ga als volgt te werk:

(Zie Papier en andere afdrukmedia laden uu pagina 23.)

 Zorg dat het papier op de juiste wijze in de papierlade is geplaatst.

 Verwijder al het papier uit de lade en waaier de stapel papier goed door.

Plaats het papier vervolgens terug in de lade.

 Zorg ervoor dat u het papier niet te ver naar binnen duwt.

Controleer of de klep ter verwijdering van vastgelopen papier goed gesloten is.

(Zie Printer of papier vastgelopen uu pagina 124.)

Controleer of het scheidingskussen in de papierlade schoon is.

( uu

Geavanceerde gebruikershandleiding: De papierdoorvoerrollen reinigen .)

Zie Printer of papier vastgelopen uu pagina 124. Controleer of de papiergeleiders

op het juiste papierformaat zijn afgesteld. Trek de papierlade niet uit wanneer u papier van het formaat A5 of kleiner gebruikt.

Als papier vaker vastloopt, kan het zijn dat een stukje papier in de machine vastzit.

Controleer of er nog papier vastzit in de machine. (Zie

Aanvullende handelingen om vastgelopen papier te verwijderen uu pagina 128.)

134

Problemen oplossen

Problemen met de papierverwerking (Vervolg)

Probleem

Het papier loopt vast bij dubbelzijdig kopiëren of afdrukken.

Suggesties

Gebruik een van de instellingen ter voorkoming van papierstoringen, 2-zijdig

1 of 2-zijdig 2 .

Voor kopiëren

( uu

Geavanceerde gebruikershandleiding: 2-zijdig kopiëren .)

Voor afdrukken

( uu

Software en Netwerk gebruikershandleiding.)

Als papier vaak vastloopt tijdens dubbelzijdig kopiëren of dubbelzijdig afdrukken, zijn de papierinvoerrollen mogelijk vuil. Reinig de papierinvoerrollen.

( uu

Geavanceerde gebruikershandleiding: De papierinvoerrollen reinigen .)

Ontvangen faxen afdrukken

Probleem

 Tekst wordt smal afgedrukt

 Horizontale strepen

 Bovenste en onderste zinnen worden weggelaten

 Ontbrekende regels

Ontvangen faxen hebben zwarte verticale lijnen.

Suggesties

Dit is doorgaans te wijten aan een slechte telefoonverbinding. U kunt dit controleren door een kopie te maken. Wanneer uw kopie er goed uitziet, was er waarschijnlijk sprake van een slechte verbinding, met een atmosferische of andere storing op de telefoonlijn. Vraag de verzendende partij om de fax opnieuw te verzenden.

De linker- en rechtermarge ontbreken of een enkele pagina wordt op twee pagina's afgedrukt.

Ontvangen kleurenfaxen worden alleen in zwart-wit afgedrukt.

De scanner van de afzender is mogelijk vuil. Vraag de afzender een kopie te maken om te controleren of het probleem wordt veroorzaakt door de machine van de afzender. Probeer of u de fax van een ander faxapparaat kunt ontvangen.

Als de ontvangen faxen worden gesplitst en op twee pagina's worden afgedrukt of als u een extra blanco pagina krijgt, is uw papierformaatinstelling mogelijk niet correct voor het gebruikte papier.

(Zie Papierformaat en -soort uu pagina 40.)

Schakel Auto reductie in. ( uu

Geavanceerde gebruikershandleiding: Een verkleinde afdruk van een inkomende fax maken .)

Vervang de kleureninktcartridges die leeg of bijna leeg zijn en vraag de afzender om de kleurenfax opnieuw te versturen.

(Zie De inktcartridges vervangen uu pagina 100.)

Telefoonlijn of verbindingen

Probleem

Kiezen werkt niet.

(Geen kiestoon)

De machine neemt niet op als er wordt gebeld.

Suggesties

Controleer of de telefoonlijn goed is aangesloten.

Wijzig de instelling Toon/Puls. (Alleen in Nederland)

( uu

Installatiehandleiding.)

Als er geen kiestoon is, sluit dan een gegarandeerd werkend toestel en telefoonsnoer op de contactdoos aan. Neem vervolgens de hoorn van de externe telefoon van de haak en luister of u een kiestoon hoort. Vraag uw telefoonbedrijf om de lijn en/of de wandcontactdoos te controleren als u nog steeds geen kiestoon hoort.

Controleer of de machine in de juiste ontvangstmodus voor uw instellingen staat.

(Zie

De ontvangstmodus kiezen uu pagina 55.) Luister of u een kiestoon hoort.

Bel indien mogelijk uw machine om te controleren of deze de oproep aanneemt.

Als de machine de oproep nog steeds niet aanneemt, controleert u of het telefoonsnoer goed is aangesloten. Vraag uw telefoonbedrijf om de lijn te controleren als de machine niet overgaat wanneer u deze belt.

B

135

Faxen ontvangen

Probleem

Kan geen fax ontvangen.

Suggesties

Controleer alle aansluitingen. Controleer of het telefoonsnoer op het telefoonstopcontact en de LINE-ingang in de machine is aangesloten. Als u op

DSL- of VoIP-diensten bent geabonneerd, vraagt u uw serviceprovider om verbindingsinstructies. Zie

Storing op de telefoonlijn / bellen via internet (VoIP) uu pagina 142 voor informatie over het verlagen van de modemsnelheid en het

uitschakelen van ECM (foutencorrectiemodus).

Controleer of de machine in de juiste ontvangstmodus staat. Dit wordt bepaald door de externe apparaten en telefoondiensten die op dezelfde lijn als de Brothermachine zijn aangesloten. (Zie

De ontvangstmodus kiezen uu pagina 55.)

Als u een aparte faxlijn hebt en u alle inkomende faxoproepen automatisch door de Brother-machine wilt laten aannemen, selecteert u de modus Alleen Fax

(Alleen fax) .

Als uw Brother-machine een lijn deelt met een extern antwoordapparaat, selecteert u de modus Ext. TEL/ANT . In de modus Ext. TEL/ANT ontvangt uw Brother-machine automatisch inkomende faxen, terwijl bellers een boodschap op uw antwoordapparaat kunnen achterlaten.

Als uw Brother-machine een lijn deelt met andere telefoontoestellen en u alle inkomende faxoproepen automatisch door de machine wilt laten aannemen, selecteert u de modus Fax/Telefoon . In de modus Fax/Telefoon ontvangt uw Brother-machine automatisch faxen, terwijl u met een snel dubbel belsignaal op normale telefoontjes wordt geattendeerd.

Wilt u inkomende faxoproepen niet automatisch door uw Brother-machine laten aannemen, dan selecteert u de modus Handmatig . In de modus Handmatig moet u elke inkomende oproep beantwoorden en de machine activeren om faxen te ontvangen.

De oproep wordt mogelijk beantwoord door een ander apparaat of een andere dienst op uw locatie voordat uw Brother-machine opneemt. Verlaag de instelling voor belvertraging om dit te testen:

 Als de ontvangstmodus op Alleen Fax (Alleen fax) of Fax/Telefoon is ingesteld, verlaagt u de waarde voor de belvertraging tot 1. (Zie

Belvertraging uu pagina 58.)

 Als de ontvangstmodus op Ext. TEL/ANT is ingesteld, verlaagt u het aantal belsignalen dat op uw antwoordapparaat is geprogrammeerd tot 2.

 Is de ontvangstmodus op Handmatig ingesteld, dan laat u de instelling voor de belvertraging ongewijzigd.

Vraag iemand om u een testfax te sturen:

 Als u de testfax goed ontvangt, werkt uw machine naar behoren. Vergeet niet de oorspronkelijke instelling voor de belvertraging of het antwoordapparaat te herstellen. Als u na het herstellen van de oorspronkelijke belvertragingsinstelling nog steeds geen faxen kunt ontvangen, worden de faxoproepen beantwoord door een persoon, apparaat of abonneedienst voordat de machine de kans heeft om op te nemen.

 Als u de testfax niet ontvangt, wordt de ontvangst van faxen mogelijk verstoord door een ander apparaat of een andere abonneedienst of is er een probleem met uw faxlijn.

136

Problemen oplossen

Faxen ontvangen (Vervolg)

Probleem

Kan geen fax ontvangen.

(vervolg)

Suggesties

Als u op dezelfde lijn als de Brother-machine een antwoordapparaat (modus Ext.

TEL/ANT ) gebruikt, controleert u of het antwoordapparaat correct is ingesteld.

(Zie

Een extern antwoordapparaat aansluiten uu pagina 69.)

1 Sluit het externe antwoordapparaat aan zoals weergegeven in de illustratie op

pagina 69.

2 Stel het antwoordapparaat in op beantwoording na één of twee belsignalen.

3 Neem het uitgaande bericht op uw antwoordapparaat op.

 Neem vijf seconden stilte op aan het begin van uw uitgaande bericht.

 Neem een bericht van maximaal 20 seconden op.

 Beëindig het uitgaande bericht met uw code voor activeren op afstand voor personen die handmatig faxen verzenden. Bijvoorbeeld: “Spreek na de pieptoon een boodschap in of druk op l

5 1 en Start om een fax te versturen.”

4 Stel uw antwoordapparaat in op het aannemen van oproepen.

5 Stel de ontvangstmodus van uw Brother-machine in op Ext. TEL/ANT . (Zie

De ontvangstmodus kiezen uu pagina 55.)

Controleer of de functie Fax Waarnemen van uw Brother-machine is ingeschakeld. Fax Waarnemen is een functie waarmee u een fax kunt ontvangen zelfs als u de oproep hebt aangenomen op een extern toestel of een tweede toestel. (Zie

Fax Waarnemen uu pagina 59.)

Als u vaak problemen hebt met het verzenden van faxen, mogelijk door storingen op de telefoonlijn, wijzigt u de Compatibel-instelling in Basic (voor VoIP) . (Zie

Storing op de telefoonlijn / bellen via internet (VoIP) uu pagina 142.)

Als u uw machine aansluit op een PBX- of ISDN-lijn, stelt u de menu-instelling voor

de telefoonlijn in op uw type telefoonlijn. (Zie Het type telefoonlijn instellen uu pagina 67.)

Faxen verzenden

Probleem

Kan geen fax verzenden.

Slechte kwaliteit bij het verzenden van faxen.

Suggesties

Controleer alle aansluitingen. Controleer of het telefoonsnoer op het telefoonstopcontact en de LINE-ingang in de machine is aangesloten.

Druk het verzendrapport af en controleer op foutmeldingen. ( uu

Geavanceerde gebruikershandleiding: Rapporten .)

Neem contact op met uw beheerder om uw Beveiligd functieslot-instellingen te controleren.

Vraag de andere partij om te controleren of de ontvangende machine papier bevat.

Stel de resolutie in op Fijn of Superfijn . Maak een kopie om de scanfunctie van de machine te controleren. Als de kopieerkwaliteit slecht is, reinigt u de scanner. (Zie

De glasplaat reinigen uu pagina 103.)

B

137

Faxen verzenden (Vervolg)

Probleem

Op het verzendrapport staat

RESULT : FOUT .

Verzonden faxen hebben zwarte verticale lijnen.

Suggesties

Er is waarschijnlijk even ruis of statische elektriciteit op de lijn geweest. Verzend de fax opnieuw. Als u een PC-FAX-bericht verzendt en in het verzendrapport

RESULT : FOUT staat, heeft uw machine wellicht onvoldoende vrij geheugen. Om extra geheugen vrij te maken, kunt u de functie voor ontvangen in het geheugen uitschakelen ( uu

Geavanceerde gebruikershandleiding: Geheugenontvangst uitschakelen ), faxberichten vanuit het machinegeheugen afdrukken

( uu

Geavanceerde gebruikershandleiding: Een fax uit het geheugen afdrukken )

of een uitgestelde fax of pollingtaak annuleren. (Zie Een actieve fax annuleren uu pagina 53.) (

uu Geavanceerde gebruikershandleiding: Taken in wachtrij controleren en annuleren .) Vraag het telefoonbedrijf om uw telefoonlijn te controleren als het probleem aanhoudt.

Als u vaak problemen hebt met het verzenden van faxen, mogelijk door storingen op de telefoonlijn, wijzigt u de Compatibel-instelling van de machine in Basic

(voor VoIP) .

(Zie

Storing op de telefoonlijn / bellen via internet (VoIP) uu pagina 142.)

Als u uw machine aansluit op PBX of ISDN, stelt u de menu-instelling voor de telefoonlijn in op uw type telefoonlijn. (Zie

Het type telefoonlijn instellen uu pagina 67.)

Zwarte verticale lijnen op door u verzonden faxen worden doorgaans veroorzaakt door vuil of correctievloeistof op de glazen strook. Reinig de glazen strook. (Zie

De glasplaat reinigen uu pagina 103.)

Inkomende oproepen beantwoorden

Probleem

De machine “hoort” een stem als een faxtoon.

Een faxoproep naar de machine sturen.

Aangepaste functies op een enkele lijn.

Suggesties

Als Fax Waarnemen op Aan is ingesteld, is uw machine gevoeliger voor geluiden.

Bepaalde stemmen of muziek op de lijn worden dan waargenomen als een faxapparaat dat belt, zodat de machine reageert met faxontvangsttonen.

Deactiveer de machine door op te drukken. U kunt dit probleem voorkomen door Fax Waarnemen op Uit in te stellen.

(Zie Fax Waarnemen uu pagina 59.)

Als u de oproep hebt beantwoord via een tweede of extern toestel, toetst u de code voor activeren op afstand in (de fabrieksinstelling is l

5 1 ). Als u de oproep hebt beantwoord op een extern telefoontoestel, drukt u op Fax start (Fax

Start) en vervolgens op Ontvangen om de fax te ontvangen. Als uw machine de oproep beantwoordt, hangt u op.

Als u Wisselgesprekken, Wisselgesprekken/nummerweergave,

Nummerweergave, Voicemail, een antwoordapparaat, een alarmsysteem of een andere aangepaste functie op een enkele telefoonlijn deelt met uw machine, kan dit problemen opleveren bij het verzenden of ontvangen van faxen.

Bijvoorbeeld: Als u een abonnement hebt op Wisselgesprekken of een andere afzonderlijke dienst en het signaal daarvan via de telefoonlijn wordt doorgegeven terwijl uw machine een fax verzendt of ontvangt, kan het verzend- of ontvangstproces tijdelijk worden onderbroken door dit signaal. Met de ECMmodus (foutencorrectie) van Brother kunt u dit probleem verhelpen. Het probleem heeft betrekking op telefoonsystemen en komt in het algemeen voor bij apparaten die informatie verzenden en ontvangen op een enkele lijn die gedeeld wordt met andere, afzonderlijke functies. Als het van belang is dat er zich geen storingen kunnen voordoen, kunt u het best een aparte telefoonlijn zonder aangepaste functies gebruiken.

138

Problemen oplossen

Problemen met kopiëren

Probleem

Kan geen kopie maken.

Op kopieën worden verticale zwarte lijnen of strepen afgedrukt.

Suggesties

Neem contact op met uw beheerder om uw Beveiligd functieslot-instellingen te controleren.

Verticale zwarte lijnen op kopieën worden doorgaans veroorzaakt door vuil of correctievloeistof op de glazen strook. Reinig de glazen strook, de glasplaat, en

de witte balk en het witte plastic erboven. (Zie De glasplaat reinigen uu pagina 103.)

Gebruik de glasplaat. (Zie

De glasplaat gebruiken uu pagina 48.)

Slechte kopieerresultaten bij het gebruik van de ADF.

De functie Aanp. aan pag. werkt niet goed.

Controleer of het brondocument niet scheef ligt.

Leg het document recht en probeer het opnieuw.

Problemen met scannen

Probleem

Tijdens het scannen verschijnen

TWAIN- of WIA-fouten.

(Windows

®

)

Tijdens het scannen verschijnen

TWAIN- of ICA-fouten. (Macintosh)

OCR werkt niet.

Slechte scanresultaten bij het gebruik van de ADF.

 Er verschijnen zwarte verticale lijnen in de gescande gegevens.

Suggesties

Zorg ervoor dat de TWAIN- of WIA-driver van Brother als primaire bron in uw scantoepassing is geselecteerd. Klik bijvoorbeeld in Nuance™ PaperPort™ 12SE op Scaninstellingen , Selecteren om de Brother TWAIN/WIA-driver te selecteren.

Zorg dat de Brother TWAIN-driver als primaire bron is geselecteerd.

Klik in PageManager op File (Bestand), Select Source (Bron selecteren) en selecteer vervolgens de Brother TWAIN-driver.

U kunt ook documenten scannen via de ICA-scannerdriver.

( uu

Software en Netwerk gebruikershandleiding.)

Verhoog de scannerresolutie.

(Macintosh)

U dient Presto! PageManager eerst te downloaden en installeren.

Zie

Brother-support openen (Macintosh) uu pagina 5 voor meer informatie.

Reinig de witte balk en de glazen strook eronder. (Zie

De glasplaat reinigen uu pagina 103.)

Gebruik de glasplaat. (Zie

De glasplaat gebruiken uu pagina 48.)

Problemen met PhotoCapture Center™

Probleem

Verwisselbare schijf werkt niet correct.

Suggesties

1 Verwijder de geheugenkaart of het USB-flashstation en plaats deze weer terug.

2 Als u “Uitwerpen” hebt geprobeerd vanuit Windows

®

, moet u de geheugenkaart of het USB-flashstation verwijderen voordat u doorgaat.

3 Als er een foutmelding wordt weergegeven wanneer u de geheugenkaart of het USB-flashstation probeert te verwijderen, betekent dit dat de kaart in gebruik is. Wacht even en probeer het opnieuw.

4 Als de bovenstaande suggesties niet helpen, zet u uw pc en machine uit en vervolgens weer aan.

Controleer of u de geheugenkaart of het USB-flashstation goed hebt geplaatst.

Geen toegang tot verwisselbare schijf vanaf de computer.

Een gedeelte van de foto ontbreekt op de afdruk.

Zorg ervoor dat de functies Afdrukken zonder rand en Bijsnijd (crop) zijn uitgeschakeld. ( uu

Geavanceerde gebruikershandleiding: Afdrukken zonder rand en Bijsnijden (crop) .)

B

139

Problemen met software

Probleem

Software kan niet worden geïnstalleerd of er kan niet worden afgedrukt.

“Apparaat bezet”

Suggesties

(Windows

®

)

Voer het programma MFL-Pro Suite repareren op de cd-rom uit. Dit programma repareert en herinstalleert de software.

Controleer of er op het touchscreen van de machine geen foutmelding staat.

Netwerkproblemen

Probleem

Afdrukken via het netwerk is onmogelijk.

De functie netwerkscannen werkt niet.

De functie PC-Fax ontvangen via het netwerk werkt niet.

Suggesties

Controleer of uw machine ingeschakeld en online is en in de gereedstand staat.

Druk de netwerkconfiguratielijst af ( uu

Geavanceerde gebruikershandleiding:

Rapporten ) en controleer de huidige netwerkinstellingen in deze lijst. Sluit de LANkabel weer aan op de hub om te controleren of de kabels en de netwerkaansluitingen in orde zijn. Probeer, indien mogelijk, de machine aan te sluiten op een andere poort van uw hub en gebruik een andere kabel. Als de aansluitingen in orde zijn, wordt op de machine 2 seconden lang LAN Actief

(LAN actief) weergegeven.

Als u een draadloze verbinding gebruikt of als er netwerkproblemen optreden uu

Software en Netwerk gebruikershandleiding.

Netwerkscannen is alleen mogelijk als uw beveiligings-/firewallsoftware hiervoor is geconfigureerd. Voer de onderstaande informatie in om poort 54925 voor netwerkscannen toe te voegen:

Naam: een willekeurige beschrijving, bijvoorbeeld Brother NetScan.

Poortnummer: 54925.

Protocol: UDP is geselecteerd.

Raadpleeg de instructiehandleiding bij uw beveiligings-/firewallsoftware of neem contact op met de softwarefabrikant.

(Macintosh)

Selecteer Andere in de vervolgkeuzelijst Model in het hoofdscherm van

ControlCenter2. Controleer in het venster Device Selector of Netwerk is geselecteerd bij Type verbinding en klik op Bladeren . Selecteer uw netwerkmachine opnieuw en druk op OK .

(Windows

®

)

U kunt PC-Fax ontvangen alleen gebruiken als uw beveiligings-/firewallsoftware hiervoor is geconfigureerd. Voer de onderstaande gegevens in om poort 54926 toe te voegen voor PC-Fax ontvangen via het netwerk:

Naam: een willekeurige beschrijving, bijvoorbeeld Brother PC-Fax ontvangen.

Poortnummer: voer 54926 in.

Protocol: UDP is geselecteerd.

Raadpleeg de instructiehandleiding bij uw beveiligings-/firewallsoftware of neem contact op met de softwarefabrikant.

140

Problemen oplossen

Netwerkproblemen (Vervolg)

Probleem

De software van Brother kan niet worden geïnstalleerd.

Kan geen verbinding maken met het draadloze netwerk.

Suggesties

(Windows

®

)

Sta netwerktoegang toe voor de volgende programma's als uw beveiligingssoftware een waarschuwing geeft tijdens de installatie van MFL-Pro

Suite.

(Macintosh)

Als u een firewallfunctie van een antispyware- of antivirusprogramma gebruikt, schakelt u deze uit voordat u de Brother-software installeert.

Onderzoek het probleem met WLAN-rapport .

Druk op , Alle instell.

en veeg met uw vinger omhoog of omlaag of druk op a

of b

om Print lijsten weer te geven. Druk op Print lijsten .

Veeg met uw vinger omhoog of omlaag of druk op a

of b

om WLAN-rapport weer te geven en druk vervolgens op WLAN-rapport .

( uu

Software en Netwerk gebruikershandleiding.)

Problemen bij het invoeren van gegevens

Probleem

De kiestoetsen werken niet als nummers of tekens worden ingevoerd.

Suggesties

Gebruik het toetsenbord op het touchscreen om informatie in te voeren.

141

B

advertisement

Key Features

  • Business Inkjet Colour printing
  • 1200 x 6000 DPI
  • Printing colours: Black, Cyan, Magenta, Yellow
  • A3 35 ppm
  • Colour copying Colour scanning Colour faxing
  • Apple AirPrint, Brother iPrint & Scan, Google Cloud Print
  • Direct printing
  • USB port Wi-Fi Ethernet LAN
  • Internal memory: 256 MB RISC 288 MHz
  • 16.5 kg

Related manuals

advertisement

Table of contents