Paneelbeschrijvingen. Roland JD-Xi

Add to My manuals
22 Pages

advertisement

Paneelbeschrijvingen. Roland JD-Xi | Manualzz

Paneelbeschrijvingen

Bovenpaneel

1

2

3

4 5

6

7 8 9 10 11

12 13 14

16

15

17

2

1

Microfoon

pagina

7

MIC-aansluiting

Sluit de bijgeleverde microfoon aan op deze aansluiting. Als een extern apparaat is aangesloten op de INPUT-aansluiting op het achterpaneel, krijgt de INPUT-aansluiting voorrang.

* Gebruikt u een in de handel verkrijgbare microfoon, stel de SYSTEM-

parameter Mic Sel dan in op “Other” (p. 15).

[Auto Note]-knop

Hiermee schakelt u de Auto Note-functie in en uit (p. 7).

2

Display

Geeft uiteenlopende informatie weer voor de bediening.

* De uitleg in deze handleiding omvat illustraties waarin de standaardweergave van het display wordt afgebeeld. Het is echter mogelijk dat uw apparaat een nieuwere, verbeterde versie van het systeem bevat (bv. met nieuwe geluiden), zodat de weergave op uw display kan verschillen van de weergave in de handleiding.

3

Bediening

Cursor [ K ] [ J ]-knoppen

Verplaats de cursor naar links/rechts.

Program (Pattern) Value [-] [+]-knoppen

Selecteer een programma.

Om van geheugenbank te veranderen, houdt u de [Shift]-knop ingedrukt en gebruikt u de Value [-] [+]-knoppen.

Gebruik deze knoppen om waarden te bewerken in de verschillende bewerkingsschermen.

[Menu/Write]-knop

Hiermee opent u het menuscherm.

Om bewerkte gegevens op te slaan, houdt u de [Shift]-knop ingedrukt en drukt u op de [Menu/Write]-knop.

[Exit]-knop

Hiermee keert u terug naar het vorige scherm.

Op sommige schermen annuleert u hiermee de bewerking die op dat ogenblik wordt uitgevoerd.

[Enter]-knop

Druk op deze knop om een waarde te bevestigen of een bewerking uit te voeren.

[Shift]-knop

Gebruik deze knop in combinatie met andere knoppen of regelaars om bewerkingsschermen te openen voor elke functie.

4

Part Select (Part Mute)

pagina 5

Hier kunt u de partij selecteren die door het klavier wordt gespeeld.

5

Digital Synth

pagina 5

Hier kunt u klanken selecteren voor de Digital Synth-partij of de Drums-partij.

6

Analog Synth

Hier kunt u een klank selecteren voor de Analog Synth-partij.

pagina 5

7

Master Volume

[Master Volume]-regelaar

Hiermee past u het volume aan dat wordt uitgestuurd via de OUTPUTaansluitingen en de PHONES-aansluiting.

8

TEMPO

Temporegelaar

Specificeert het tempo van het arpeggio of de patternsequencer.

[Tap]-knop

Druk minstens drie keer op de knop in kwartnootintervallen van het gewenste tempo.

9

OCTAVE

pagina 6

[Down] [Up]-knoppen

Hiermee verhoogt of verlaagt u het klavier in stappen van één octaaf.

10

ARPEGGIO

pagina 6

U kunt een arpeggio spelen door gewoon een akkoord ingedrukt te houden op het klavier.

11

PATTERN SEQUENCER

pagina 10

U kunt uw klavierspel of regelaarbewegingen opnemen en steeds weer herhalen.

12

FILTER

Hier kunt u filterinstellingen uitvoeren.

pagina 8

13

AMP/ENV

pagina 8

Hier kunt u het volume en de tijdsafhankelijke verandering van het volume specificeren.

Gebruikershandleiding

14

LFO

pagina 9

Door gebruik te maken van de LFO om verschillende aspecten van het geluidssignaal te moduleren, kunt u effecten toepassen zoals vibrato of tremolo.

15

EFFECTS

Hier kunt u effectinstellingen uitvoeren.

pagina 9

Achterpaneel

Computer

16

Favorite/Pattern Sequencer

Hier kunt u favoriete geluiden beheren en de patternsequencer bedienen.

pagina

5

pagina 10

17

Toonverbuiging/Modulatie

pagina

6

U kunt dit gebruiken om de toon te wijzigen of vibrato toe te passen.

Sluit uw gitaar of digitale audiospeler hier aan.

* Als een extern apparaat is aangesloten op de INPUT-aansluiting, is de MICaansluiting op het bovenpaneel niet beschikbaar.

Voor aansluiting van MIDI-apparaat.

Snoerhaak

18 19

20 21

Versterkte luidsprekers

22 23

24 25 26 27

Stopcontact

Netstroomadapter

* Zet het volume altijd lager en schakel alle apparaten uit voordat u aansluitingen maakt om defecten en storingen van de apparatuur te voorkomen.

18

DC IN-aansluiting

Sluit de bijgeleverde netstroomadapter aan op deze aansluiting.

* Als u onvoorziene stroomonderbrekingen (als de stekker per ongeluk uit het stopcontact wordt getrokken) of overmatige belasting op de DC IN-aansluiting wilt voorkomen, moet u het netsnoer verankeren met de snoerhaak, zoals u kunt zien in de afbeelding.

19

[POWER]-schakelaar

Hiermee schakelt u het apparaat in of uit (p. 4).

20

USB COMPUTER-poort

Door gebruik te maken van een in de handel verkrijgbare USB

2.0-kabel om deze poort op uw computer aan te sluiten, kunt u de JD-Xi synchroniseren met het DAW van uw computer via USB MIDI, of het geluid

van de JD-Xi opnemen op uw DAW via USB-audio (p. 15).

21

MIDI-poort (IN/OUT)

Deze connectoren kunnen worden aangesloten op andere MIDI-apparaten

om MIDI-berichten te ontvangen en te verzenden (p. 15).

22

LINE/GUITAR-keuzeschakelaar

Verandert de ingangsimpedantie van de INPUT (MONO)-aansluiting. Kies

LINE of GUITAR naargelang wat aangewezen is voor het apparaat dat is aangesloten.

23

INPUT (MONO)-aansluiting

Sluit uw gitaar of digitale audiospeler hier aan.

* Als er aansluitingskabels met weerstanden worden gebruikt, kan het volumeniveau van op de INPUT (MONO)-aansluiting aangesloten apparatuur laag zijn. Als dit het geval is, gebruikt u aansluitingskabels die geen weerstanden bevatten.

24

OUTPUT (L/MONO, R/CLICK OUT)-aansluitingen

Sluit deze aansluitingen aan op uw luidsprekers.

Gebruik de L/MONO-aansluiting als de output monauraal is.

Als u dat wilt, kunt u de kliktoon van de metronoom apart uitsturen (p. 15).

25

PHONES-aansluiting

Hier kunt u een hoofdtelefoon aansluiten.

26

Aardingsaansluiting

Afhankelijk van de omstandigheden van een bepaalde installatie kunt u bij het aanraken van het apparaat, een aangesloten microfoon of de metalen onderdelen van overige voorwerpen, zoals gitaren, een licht onprettig gevoel of ruwheid ervaren. Dit wordt veroorzaakt door een zeer kleine elektrische lading, die volkomen onschadelijk is. Als u zich hierover echter zorgen maakt, kunt u ervoor kiezen om de aardingsklem (zie afbeelding) met een externe aarding te verbinden. Als het apparaat is geaard, kan er, afhankelijk van de details van uw installatie, een licht bromgeluid optreden. Als u niet precies weet hoe u het apparaat moet aansluiten, raden we u aan om contact op te nemen met het dichtstbijzijnde Roland

Service Center of een erkende Roland-leverancier, zoals vermeld op de pagina “Informatie”.

Ongeschikte plaatsen voor aansluiting

5 Waterleidingen (kunnen schokken of elektrocutie veroorzaken)

5 Gasleidingen (kunnen brand of explosies veroorzaken)

5 Geaarde telefoonkabel of bliksemafleider (kunnen in geval van bliksem gevaarlijk zijn)

27

Veiligheidsgleuf (

N

)

http://www.kensington.com/

3

advertisement

Related manuals

advertisement

Table of contents