Toshiba Satellite L40 de handleiding

Add to My manuals
137 Pages

advertisement

Toshiba Satellite L40 de handleiding | Manualzz

Gebruikershandleiding

L40-serie computers.toshiba-europe.com

L40-serie

Copyright

© 2007 by TOSHIBA Corporation. Alle rechten voorbehouden. Onder de auteurswetten mag deze handleiding op geen enkele wijze worden verveelvoudigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van

TOSHIBA. Met betrekking tot het gebruik van de informatie in deze handleiding wordt geen octrooirechtelijke aansprakelijkheid aanvaard.

TOSHIBA L40-serie Draagbare personal computer Gebruikershandleiding

Eerste druk mei 2007

Eigendom en auteursrechtelijk beschermd materiaal, met inbegrip van maar niet beperkt tot muziek, video, computerprogramma's en databases, is beschermd onder het auteursrecht. Deze auteursrechtelijk beschermde materialen mogen uitsluitend worden gekopieerd voor persoonlijk gebruik thuis. Als u deze materialen, afgezien van de bovenstaande beperking, toch kopieert (ook om gegevensindelingen om te zetten) of wijzigt, overdraagt of verspreidt via internet zonder toestemming van de houders van het auteursrecht, kunt u gerechtelijk worden vervolgd voor schadevergoeding en/of gerechtelijke straffen ondergaan vanwege inbreuk op het auteursrecht of persoonlijke rechten. Houd u daarom aan de auteurswetten wanneer u dit product gebruikt om auteursrechtelijk beschermde werken te kopiëren of andere bewerkingen uit te voeren.

Houd er rekening mee dat u de auteursrechtelijk beschermde rechten van de eigenaar kunt schenden als u de functies voor het schakelen tussen beeldschermmodi (zoals breedbeeld of zoomen) van dit product gebruikt om beelden/video vergroot weer te geven in een café of hotel met als doel winst te maken of deze beelden aan het publiek aan te bieden.

Afwijzing van aansprakelijkheid

Deze handleiding is zorgvuldig geverifieerd en nagekeken. De aanwijzingen en beschrijvingen waren correct voor draagbare personal computers uit de L40-serie op het tijdstip waarop deze handleiding ter perse ging. Erop volgende computers en handleidingen kunnen echter zonder kennisgeving worden gewijzigd. TOSHIBA aanvaardt dientengevolge geen aansprakelijkheid voor schade die direct of indirect voortvloeit uit fouten of omissies in de handleiding, of uit discrepanties tussen computer en handleiding.

Handelsmerken

IBM is een gedeponeerd handelsmerk en IBM PC, OS/2 en PS/2 zijn handelsmerken van International Business Machines Corporation. Celeron,

Intel, Intel SpeedStep en Pentium zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Intel Corporation of haar dochtermaatschappijen in de

Verenigde Staten en andere landen.

MS-DOS, Microsoft, Windows en DirectX zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.

Centronics is een gedeponeerd handelsmerk of Centronics Data Computer

Corporation. Photo CD is een handelsmerk van Eastman Kodak.

Gebruikershandleiding ii

L40-serie iLink is een handelsmerk van Sony Corporation.

In deze handleiding wordt mogelijk verwezen naar andere handelsmerken en gedeponeerde handelsmerken die hierboven niet zijn genoemd.

EU-verklaring van overeenstemming

Dit product draagt het CE-keurmerk in overeenstemming met de relevante

Europese richtlijnen. De verantwoording voor de toewijzing van CE-keurmerken ligt bij TOSHIBA Europe GmbH, Hammfelddamm 8,

41460 Neuss, Duitsland.

De volledige en officiële EU-verklaring van overeenstemming is te vinden op de website van TOSHIBA http://epps.toshiba-teg.com

.

Overeenstemming met CE-richtlijnen

This product is labelled with the CE Mark in accordance with the related European Directives, notably

Electromagnetic Compatibility Directive 89/336/EEC for the notebook and the electronic accessories including the supplied power adapter, the Radio Equipment and Telecommunications Terminal

Equipment Directive 1999/5/EC in case of implemented telecommunication accessories and the Low

Voltage Directive 73/23/EEC for the supplied power adapter.

De volgende informatie is alleen bestemd voor lidstaten van de EU:

Het symbool geeft aan dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld. Zorg ervoor dat dit product op correcte wijze wordt weggegooid. Doet u dit niet, dan kan dit gevaar opleveren voor het milieu en de gezondheid van de mens.

Neem voor meer informatie over recycling van dit product contact op met het gemeentekantoor, de afvalverwerkingsinstantie of de winkel waar u het product hebt gekocht.

Gebruikershandleiding iii

L40-serie

Veiligheidsinstructies voor optische schijfstations

Vergeet niet de internationale voorzorgsmaatregelen aan het einde van deze paragraaf te lezen.

Het optische station dat in deze computer wordt gebruikt, is uitgerust met een laser. Het station is voorzien van een classificatie-etiket met de volgende tekst.

CLASS 1 LASER PRODUCT

LASER KLASSE 1

LUOKAN 1 LASERLAITE

APPAREIL A LASER DE CLASSE 1

KLASS 1 LASER APPARAT

De fabrikant van het station met het bovenstaande etiket certificeert dat het station op de fabricagedatum voldeed aan de voorschriften voor laserproducten conform artikel 21 van de Amerikaanse Code of Federal

Regulations (Department of Health & Human Services, Food and Drug

Administration).

In andere landen voldoet het station aan de IEC 825- en EN 60825voorschriften voor laserproducten van klasse 1.

Afhankelijk van het model is de computer voorzien van één van de optische stations die op de volgende pagina's worden genoemd.

Gebruikershandleiding iv

L40-serie

TOSHIBA Samsung Storage Technology Korea Corporation

CD-RW/DVD-ROM TS-L462D

■ Het CD-RW/DVD-ROM-station gebruikt een lasersysteem. Om er zeker van te zijn dat dit product correct wordt gebruikt, dient u deze handleiding zorgvuldig te lezen en ter referentie bij de hand te houden.

Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een Authorized Toshiba Service Center.

■ Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures die hier niet worden vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.

■ Probeer niet de kast te openen. Doet u dit wel, dan loopt u het risico van directe blootstelling aan de laserstraal.

Gebruikershandleiding v

L40-serie

Pioneer

DVD Super Multi DVR-K17

■ Het DVD Super Multi-station gebruikt een lasersysteem. Om er zeker van te zijn dat dit product correct wordt gebruikt, dient u deze handleiding zorgvuldig te lezen en ter referentie bij de hand te houden.

Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een Authorized Toshiba Service Center.

■ Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures die hier niet worden vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.

■ Probeer niet de kast te openen. Doet u dit wel, dan loopt u het risico van directe blootstelling aan de laserstraal.

Gebruikershandleiding vi

L40-serie

Hitachi-LG Data Storage, Inc.

DVD Super Multi GSA-T20N

■ Het DVD Super Multi-station gebruikt een lasersysteem. Om er zeker van te zijn dat dit product correct wordt gebruikt, dient u deze handleiding zorgvuldig te lezen en ter referentie bij de hand te houden.

Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een Authorized Toshiba Service Center.

■ Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures die hier niet worden vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.

■ Probeer niet de kast te openen. Doet u dit wel, dan loopt u het risico van directe blootstelling aan de laserstraal.

Gebruikershandleiding vii

L40-serie

Panasonic

CD-RW/DVD-ROM UJDA770

■ Het CD-RW/DVD-ROM-station gebruikt een lasersysteem. Om er zeker van te zijn dat dit product correct wordt gebruikt, dient u deze handleiding zorgvuldig te lezen en ter referentie bij de hand te houden.

Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een Authorized Toshiba Service Center.

■ Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures die hier niet worden vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.

■ Probeer niet de kast te openen. Doet u dit wel, dan loopt u het risico van directe blootstelling aan de laserstraal.

Gebruikershandleiding viii

L40-serie

Panasonic

DVD Super Multi UJ-850U

■ Het DVD Super Multi-station gebruikt een lasersysteem. Om er zeker van te zijn dat dit product correct wordt gebruikt, dient u deze handleiding zorgvuldig te lezen en ter referentie bij de hand te houden.

Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een Authorized Toshiba Service Center.

■ Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures die hier niet worden vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.

■ Probeer niet de kast te openen. Doet u dit wel, dan loopt u het risico van directe blootstelling aan de laserstraal.

Gebruikershandleiding ix

L40-serie

Internationale voorzorgsmaatregelen

LET OP: de apparatuur bevat een lasersysteem, dat is geclassificeerd als een KLASSE 1

LASERPRODUCT. Om te zorgen dat u dit product correct gebruikt, dient u de handleiding zorgvuldig te lezen en ter referentie bij de hand te houden.

Als u problemen met dit model mocht ondervinden, moet u contact opnemen met het dichtstbijzijnde erkende servicecentrum .

Probeer niet de kast te openen. Doet u dit wel, dan loopt u het risico van directe blootstelling aan de laserstraal.

VORSICHT: Dieses Gerät enthält ein Laser-

System und ist als "LASERSCHUTZKLASSE 1

PRODUKT" klassifiziert. Für den richtigen

Gebrauch dieses Modells lesen Sie bitte die

Bedienungsanleitung sorgfältig durch und bewahren diese bitte als Referenz auf. Falls

Probleme mit diesem Modell auftreten, benachrichtigen Sie bitte die nächste autorisierte

Service-Vertretung .

Um einen direkten Kontakt mit dem Laserstrahl zu vermeiden darf das Gerät nicht geöffnet werden.

Gebruikershandleiding x

L40-serie

ADVARSEL: Denne mærking er anbragt udvendigt på apparatet og indikerer, at apparatet arbejder med laserstråler af klasse 1, hviket betyder, at der anvendes laserstrlier af svageste klasse, og at man ikke på apparatets yderside kan bilve udsat for utilladellg kraftig stråling.

APPARATET BOR KUN ÅBNES AF FAGFOLK

MED SÆRLIGT KENDSKAB TIL APPARATER

MED LASERSTRÅLER!

Indvendigt i apparatet er anbragt den her gengivne advarselsmækning, som advarer imod at foretage sådanne indgreb i apparatet, at man kan komme til at udsætte sig for laserstråling.

OBS! Apparaten innehåller laserkomponent som avger laserstråining överstigande gränsen för laserklass 1.

VAROITUS.

Suojakoteloa si saa avata. Laite sisältää laserdiodin, joka lähetää näkymätöntä silmilie vaarallista lasersäteilyä.

LET OP: HET GEBRUIK VAN REGELAARS,

INSTELLINGEN OF PROCEDURES DIE NIET IN

DE GEBRUIKERSHANDLEIDING ZIJN

VERMELD, KAN RESULTEREN IN

BLOOTSTELLING AAN GEVAARLIJKE

STRALING.

VORSICHT: DIE VERWENDUNG VON

ANDEREN STEURUNGEN ODER

EINSTELLUNGEN ODER DAS DURCHFÜHREN

VON ANDEREN VORGÄNGEN ALS IN DER

BEDIENUNGSANLEITUNG BESCHRIEBEN

KÖNNEN GEFÄHRLICHE

STRAHLENEXPOSITIONEN ZUR FOLGE

HABEN.

Modemwaarschuwing

Verklaring van overeenstemming

De apparatuur is goedgekeurd (conform Commissiebesluit "CTR21") voor aansluiting van één toestel op het PSTN (Public Switched Telephone

Network: openbaar geschakeld telefoonnetwerk) in alle Europese landen.

Als gevolg van variaties tussen de individuele PSTN’s in verschillende landen vormt deze goedkeuring niet per se een garantie voor storingsvrije werking op elke telefoonaansluiting.

Wend u in het geval van problemen onmiddellijk tot uw leverancier.

Gebruikershandleiding xi

L40-serie

Netwerkcompatibiliteit

Dit product is ontworpen voor gebruik met de volgende netwerken en is compatibel met deze netwerken. Het is getest en voldoet aan de aanvullende voorschriften in EG 201 121.

Duitsland

Griekenland

Portugal

Spanje

Zwitserland

Noorwegen

Alle overige landen/regio's

ATAAB AN005, AN006, AN007, AN009, AN010 en DE03, 04, 05, 08, 09, 12, 14, 17

ATAAB AN005, AN006 en GR01, 02, 03, 04

ATAAB AN001, 005, 006, 007, 011 en P03, 04, 08, 10

ATAAB AN005, 007, 012 en ES01

ATAAB AN002

ATAAB AN002, 005, 007 en NO 01, 02

ATAAB AN003, 004

Voor elk netwerk zijn specifieke switch- of software-instellingen vereist.

Raadpleeg de relevante gedeelten van de gebruikershandleiding voor meer informatie.

De hookflash-functie is onderhevig aan afzonderlijke nationale goedkeuring. Deze functie is niet getest op conformiteit met nationale voorschriften, en correcte werking van deze functie op nationale netwerken kan niet worden gegarandeerd.

Algemene voorzorgsmaatregelen

TOSHIBA-computers bieden optimale veiligheid en optimaal gebruikerscomfort; bovendien zijn ze robuust, een belangrijke eigenschap voor draagbare computers. U moet echter bepaalde voorzorgsmaatregelen nemen om het risico van lichamelijk letsel of beschadiging van de computer verder te beperken.

Lees de onderstaande algemene aanwijzigen en let op de waarschuwingen die in de handleiding worden gegeven.

Gebruikershandleiding xii

L40-serie

Een gebruiksvriendelijke omgeving inrichten

Plaats de computer op een egaal oppervlak dat groot genoeg is voor de computer en eventuele andere apparaten die u nodig hebt, zoals een printer.

Laat voldoende ruimte vrij rondom de computer en andere apparatuur voor een adequate ventilatie. De apparaten kunnen anders oververhit raken.

Houd uw computer in optimale werkconditie door de werkplek niet bloot te stellen aan:

■ stof, vocht en direct zonlicht;

■ apparatuur met sterke magnetische velden, zoals luidsprekers (andere dan die op de computer zijn aangesloten) of een hoofdtelefoon;

■ plotselinge veranderingen in temperatuur of vochtigheid, en warmtebronnen zoals radiatoren en airconditioningroosters;

■ Vermijd extreme hitte, koude of vochtigheid.

■ vloeistoffen en bijtende chemicaliën;

Blessures door overbelasting

Lees de instructiehandleiding met betrekking tot veiligheid en gebruikomstandigheden. Hierin wordt toegelicht hoe u hand- en polsblessures als gevolg van langdurig toetsenbordgebruik kunt

voorkomen. Hoofdstuk 3, Voor u begint , bevat eveneens informatie over

het inrichten van de werkplek, de lichaamshouding en de verlichting, met behulp waarvan u lichamelijke overbelasting kunt reduceren.

Letsel door verhitting van computeroppervlakken

■ Vermijd langdurig lichamelijk contact met de computer. Indien de computer gedurende een langere periode is gebruikt, kan het oppervlak zeer heet worden. Zelfs als de computer niet heet aanvoelt, kan langdurig lichamelijk contact - bijvoorbeeld wanneer u de computer op uw schoot of uw handen op de polssteun laat rusten - resulteren in rode plekken op de huid.

■ De metalen plaat die de interfacepoorten ondersteunt, kan heet worden. Vermijd daarom rechtstreeks contact met deze plaat na langdurig computergebruik.

■ Het oppervlak van de netadapter kan bij gebruik heet worden, maar dit is normaal. Als u de netadapter wilt vervoeren, koppelt u deze los en laat u deze eerst afkoelen.

■ Plaats de netadapter niet op materiaal dat hittegevoelig is, deze kan namelijk schade veroorzaken.

Schade door druk of stoten

Zorg dat de computer niet wordt blootgesteld aan zware druk of harde stoten, hierdoor kunnen onderdelen van de computer worden beschadigd of storingen optreden.

Gebruikershandleiding xiii

L40-serie

Oververhitting van PC-kaarten

Sommige pc-kaarten kunnen bij langdurig gebruik heet worden wat kan leiden tot instabiliteit in de werking van het apparaat in kwestie. Ga ook voorzichtig te werk bij het verwijderen van een PC-kaart die langdurig is gebruikt.

Mobiele telefoons

Let erop dat het gebruik van mobiele telefoons kan leiden tot storingen in het audiosysteem. Hoewel de werking van de computer hierdoor niet wordt beïnvloed, verdient het aanbeveling om tijdens telefoongesprekken een afstand van minimaal 30 cm in acht te nemen tussen de computer en de mobiele telefoon.

Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort

Alle belangrijke informatie voor veilig en juist gebruik van deze computer wordt beschreven in de bijgesloten Instructiegids voor veiligheid en comfort. Lees deze gids voordat u de computer gebruikt.

Gebruikershandleiding xiv

L40-serie

Inhoud

Hoofdstuk 1

Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 3

Voorzieningen L40-serie

Voorzieningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-1

Speciale voorzieningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-7

Hulpprogramma's en toepassingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-9

Opties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-10

Rondleiding

Voorkant met gesloten beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-1

Rechterkant. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-2

Linkerkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-3

Achterkant. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-4

Onderkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-5

Voorkant met geopend beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-6

Toetsenbordlampjes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-7

Optisch station . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-8

Voor u begint

de netadapter aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-1

Het beeldscherm openen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-2

De computer inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-3

Voor het eerst opstarten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-3

De computer uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-4

Computer opnieuw opstarten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-8

Opties voor systeemherstel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-8

De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de schijf

Productherstel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-9

Gebruikershandleiding xv

L40-serie

Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 5

Hoofdstuk 6

Hoofdstuk 7

Grondbeginselen

Touchpad gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-1

Het interne modem gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-2

LAN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-6

Draadloos LAN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-7

Optische schijfstations gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-8

CD's beschrijven met een CD-RW-/DVD-ROM-station . . . . . . . . . . 4-12

CD’s/DVD’s schrijven naar een DVD Super Multi-station dat opnames op een Double Layer schijf ondersteunt . . . . . . . . . . . . . 4-15

Wanneer u Ulead DVD MovieFactory® for TOSHIBA gebruikt . . . . 4-19

TOSHIBA Disc Creator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-21

Behandeling van schijven/diskettes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-23

Diskettes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-23

Meerdere beeldschermen instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-24

Computer schoonmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-25

Computer verplaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-25

Het toetsenbord

Typemachinetoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-1

Functietoetsen F1 ... F12 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-2

Softkeys: Fn-toetscombinaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-2

Sneltoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-3

Speciale Windows-toetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-4

Geïntegreerde numerieke toetsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-4

ASCII-tekens genereren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-6

Stroomvoorziening en spaarstanden

Omstandigheden bij stroomvoorziening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-1

Voedingslampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-1

Accutypen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-2

Onderhoud en gebruik van de accu-eenheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-3

De accu-eenheid vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-9

Spaarstanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-11

Uit/Inschakelen via LCD. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-12

Systeem in automatische slaapstand/zuinige slaapstand . . . . . . . 6-12

Optionele apparaten

Express-kaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-1

SD-/SDHC-/MMC-/MS-/MS Pro-/xD-geheugenkaart . . . . . . . . . . . . . . 7-3

Geheugenuitbreiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-6

Extra accu-eenheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-6

Extra netadapter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-6

Externe monitor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-7

Gebruikershandleiding xvi

L40-serie

Hoofdstuk 8

Hoofdstuk 9

Bijlage A

Bijlage B

Bijlage C

Bijlage D

Probleemoplossing

Handelwijze bij probleemoplossing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-1

Controlelijst voor hardware en systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-3

TOSHIBA-ondersteuning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-16

Vrijwaringsverklaringen

CPU . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-1

Geheugen (hoofdsysteem) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-2

Gebruiksduur van de accu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-2

Capaciteit van vaste schijf. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-3

LCD . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-3

GPU (Graphics Processor Unit) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-3

Draadloos LAN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-3

Niet-toepasselijke pictogrammen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-3

Kopieerbeveiliging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-4

Afbeeldingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-4

LCD-scherm en vermoeidheid van de ogen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-4

Specificaties

Weergavemodi

Netsnoer en connectoren

Als uw computer wordt gestolen

Woordenlijst

Gebruikershandleiding xvii

L40-serie

Voorwoord

Gefeliciteerd met uw nieuwe computer uit de L40-serie! Deze krachtige notebook biedt uitstekende uitbreidingsmogelijkheden, bijvoorbeeld voor multimedia-apparaten. De notebook (die hoge prestaties biedt) staat garant voor jarenlang betrouwbaar computergebruik.

Deze handleiding geeft informatie over de installatie en het gebruik van uw computer uit de L40-serie. Verder wordt gedetailleerde informatie gegeven over het configureren van de computer, elementaire bewerkingen en onderhoud, het gebruik van optionele apparaten en probleemoplossing.

Als u nog nooit een computer hebt gebruikt of nog nooit met een portable

hebt gewerkt, leest u de hoofdstukken Voorzieningen L40-serie

en

Rondleiding om uzelf vertrouwd te maken met de voorzieningen,

onderdelen en accessoires van de computer. Lees vervolgens

Voor u begint

voor stapsgewijze instructies voor het gebruiksklaar maken van de computer.

Bent u een ervaren computergebruiker, dan leest u dit voorwoord verder door om inzicht te krijgen in de indeling van deze handleiding, waarna u de handleiding kunt doorbladeren om ermee vertrouwd te raken. Besteed met name aandacht aan de paragraaf

Speciale voorzieningen in de

Voorzieningen L40-serie

om kennis te maken met de voorzieningen die uniek zijn voor de computer.

Inhoud van de handleiding

Deze handleiding bevat informatie over verschillende componenten van de computer en over het gebruik van de componenten.

Hoofdstuk 1, Voorzieningen L40-serie

. In dit hoofdstuk worden de speciale voorzieningen, hulpmiddelen en opties van de computer beschreven.

Hoofdstuk 2, Rondleiding

. In dit hoofdstuk worden de verschillende onderdelen van de computer beschreven. Maak uzelf vertrouwd met de onderdelen voordat u met de computer aan de slag gaat.

Hoofdstuk 3, Voor u begint . Dit hoofdstuk verschaft basisinformatie aan de

hand waarvan u met de computer aan de slag kunt.

Hoofdstuk 4, Grondbeginselen . Dit hoofdstuk geeft informatie over het

gebruik van de onderdelen van de computer.

Gebruikershandleiding xviii

L40-serie

Hoofdstuk 5, Het toetsenbord . Dit hoofdstuk beschrijft speciale

toetsenbordfuncties zoals de geïntegreerde numerieke toetsen en de sneltoetsen.

Hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en spaarstanden . Dit hoofdstuk geeft

informatie over de voedingsbronnen van de computer.

Hoofdstuk 7, Optionele apparaten . Dit hoofdstuk geeft aan welke optionele

hardware beschikbaar is.

Hoofdstuk 8, Probleemoplossing . Dit hoofdstuk geeft mogelijke

oplossingen voor problemen die kunnen voorkomen als u de computer gebruikt.

Hoofdstuk 9, Vrijwaringsverklaringen

. Dit hoofdstuk geeft informatie over vrijwaringsverklaringen die van toepassing zijn op de computer.

De

Bijlagen geven extra informatie die u ter referentie kunt gebruiken.

De

Woordenlijst bevat definities van algemene computertermen en

acroniemen die in de tekst worden gebruikt.

Conventies

In deze handleiding worden de volgende notatieconventies gebruikt voor het beschrijven, identificeren en markeren van termen en bedieningsprocedures.

Afkortingen

Wanneer een afkorting voor het eerst wordt gebruikt, wordt deze gevolgd door een verklaring (al dan niet tussen haakjes). Bijvoorbeeld: ROM (Read

Only Memory). Acroniemen worden tevens gedefinieerd in de Woordenlijst

.

Pictogrammen

Pictogrammen identificeren poorten, regelaars en andere delen van de computer. Het paneel met systeemlampjes gebruikt tevens pictogrammen ter aanduiding van de onderdelen waarover het informatie verschaft.

Toetsen

De toetsenbordtoetsen worden in de tekst gebruikt ter beschrijving van een aantal computerbewerkingen. De toetsopschriften die op het toetsenbord te zien zijn, worden in een ander lettertype gedrukt. Enter duidt bijvoorbeeld de Enter-toets aan.

Gebruik van toetsen

Voor sommige bewerkingen moet u tegelijkertijd twee of meer toetsen indrukken. Dergelijke bewerkingen worden aangeduid door een plusteken

( + ) tussen de toetsopschriften. Zo betekent Ctrl + C dat u op C moet drukken terwijl u Ctrl ingedrukt houdt. Als er drie toetsen worden gebruikt, houdt u de eerste twee ingedrukt en drukt u tegelijkertijd op de derde.

Gebruikershandleiding xix

L40-serie

DISKCOPY A: B: Wanneer u in een procedure een handeling moet uitvoeren (bijvoorbeeld een pictogram aanklikken of tekst invoeren), wordt de pictogramnaam of de te typen tekst in het links weergegeven lettertype gedrukt.

Beeldscherm

ABC

De namen van vensters en pictogrammen, en door de computer gegenereerde tekst die op het beeldscherm verschijnt, worden in het links weergegeven lettertype gedrukt.

Mededelingen

Mededelingen worden in deze handleiding gebruikt om u attent te maken op belangrijke informatie. Elk type mededeling wordt aangeduid zoals hieronder wordt geïllustreerd.

WAARSCHUWING/LET OP: informatie om lichamelijk letsel of beschadiging van de onderdelen te voorkomen als u een taak probeert uit te voeren.

OPMERKING: instructies die u MOET volgen om een taak uit te voeren.

Terminologie

Deze term wordt in dit document als volgt gedefinieerd:

Start Het woord "Start" verwijst naar de knop in

Microsoft ® Windows Vista™.

Controlelijst van apparatuur

Verwijder de computer voorzichtig uit de verpakking. Berg de doos en het verpakkingsmateriaal op voor toekomstig gebruik. Controleer of u de volgende items hebt:

Hardware

■ Draagbare personal computer uit de L40-serie

■ Universele netadapter en netsnoer

■ USB-diskettestation (geleverd bij sommige modellen)

■ modulaire kabel voor modem (geleverd bij sommige modellen)

Gebruikershandleiding xx

L40-serie

Software

Het volgende Windows-besturingssysteem en -hulpprogramma zijn vooraf geïnstalleerd.

■ Microsoft

®

Windows Vista™

■ DVD-videospeler

■ TOSHIBA ConfigFree

■ TOSHIBA Assist

■ TOSHIBA Disc Creator

■ TOSHIBA CD/DVD Drive Accoustic Silencer

■ Ulead DVD MovieFactory

®

voor TOSHIBA

■ TOSHIBA-hulpprogramma's voor SD-geheugenkaarten

■ Online handleiding

Het systeem functioneert wellicht niet correct als u gebruik maakt van stuurprogramma's die niet zijn geïnstalleerd of gedistribueerd door

TOSHIBA.

Het hulpprogramma voor het formatteren van SD-geheugenkaarten en andere SD-functies maken deel uit van de TOSHIBA-hulpprogramma's voor SD-geheugenkaarten. Als u de SD-hulpprogramma's wilt verwijderen, klikt u op Start Control Panel (Configuratiescherm) Uninstall a program (Een programma verwijderen) en selecteert u TOSHIBA SD

Memory Utilities (TOSHIBA-hulpprogramma's voor SDgeheugenkaarten).

Documentatie en back-upmedia

■ Dit is de documentatie die bij uw computer wordt geleverd:

■ Gebruikershandleiding voor de L40-serie personal computer

■ L40-serie – Aan de slag

■ Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort

■ Snelstartgids voor Microsoft

®

Windows Vista™

■ Garantie-informatie

■ DVD-ROM Productherstel

Neem onmiddellijk contact op met uw leverancier als een of meer items ontbreken of beschadigd zijn.

Gebruikershandleiding xxi

Voorzieningen L40-serie

Hoofdstuk 1

Voorzieningen L40-serie

In dit hoofdstuk worden de speciale voorzieningen, opties en accessoires van de computer beschreven.

De basisvoorzieningen worden in een aparte publicatie beschreven.

Sommige voorzieningen die in deze handleiding worden toegelicht, functioneren wellicht niet correct als u een besturingssysteem gebruikt dat niet vooraf door TOSHIBA is geïnstalleerd.

Voorzieningen

Voor de configuratiegegevens van het model dat u hebt aangeschaft, gaat u naar de TOSHIBA-website voor uw regio.

Processor

Afhankelijk van het gekochte model:

Ga naar de TOSHIBA-website voor uw regio voor de configuratiegegevens van het model dat u hebt aangeschaft.

Vrijwaringsverklaring (CVE)

Voor meer informatie over de vrijwaringsverklaring met betrekking tot

de CVE, raadpleegt u de paragraaf Vrijwaringsverklaringen

in hoofdstuk 9.

Chipset

■ Mobile Intel ® 943GML Express-chipset

■ ADI AD1986A audio-codec

■ RICOH R5C847 voor kaartsleuf voor meerdere digitale media.

■ Realtek 8100CL voor 10/100-Mbps

LAN-controller

Gebruikershandleiding 1-1

Voorzieningen L40-serie

Hoofdgeheugen

Het grafische systeem in uw computer kan een deel van het hoofdgeheugen van de computer gebruiken om de grafische prestaties te verbeteren. Dit vermindert mogelijk de hoeveelheid systeemgeheugen die voor andere computeractiviteiten beschikbaar is. De hoeveelheid systeemgeheugen die wordt toegewezen om de grafische prestaties te verbeteren, hangt af van het grafische systeem, de gebruikte toepassingen, de grootte van het systeemgeheugen en andere factoren.

■ 2 SODIMM-sockets voor uitbreiding tot maximaal 2 GB (twee keer 1 GB of één keer

2 GB)

■ SODIMM-capaciteit: 512 MB, 1024 MB,

2048 MB

■ Dubbelkanaalsondersteuning

BIOS

■ 512 KB Flash ROM voor systeem-BIOS

■ Wachtstand naar geheugen of vaste schijf

■ Hardwarematige wachtwoordbeveiliging

■ Verschillende sneltoetsfuncties voor systeembeheer

■ Volledige ACPI 1.0c-functionaliteit

Voeding

Accu-eenheid Eén van de volgende accu's is geïnstalleerd, afhankelijk van het model dat u hebt aangeschaft:

Lithium-ion smart accu-eenheid met 4 cellen en een capaciteit van 28,8 W (14,4 V/2000 mAH)

Lithium-ion smart accu-eenheid met 6 cellen en een capaciteit van 43,2 W (10,8 V/4000 mAH)

Oplaadtijd tot 100 % accucapaciteit is circa 12 uur of meer (met systeem ingeschakeld).

Oplaadtijd tot 100 % accucapaciteit is circa 4 uur

(met systeem uitgeschakeld).

De ontlaadtijd in de slaapstand bedraagt circa anderhalve dag voor de accu met 4 cellen en

2 dagen voor de accu met 6 cellen.

Ontladingstijd in afsluitmodus is circa één (1) maand.

Gebruikershandleiding 1-2

Voorzieningen L40-serie

Vrijwaringsverklaring (levensduur accu)

Raadpleeg het gedeelte Vrijwaringsverklaringen

in hoofdstuk 9 voor meer informatie over de vrijwaringsverklaring met betrekking tot de levensduur van de accu.

RTC-batterij

Netadapter

De computer heeft een interne batterij voor de

RTC (Real Time Clock), de kalender en de informatie voor het instellen. Zonder externe voedingsbron gaat deze batterij ten minste een maand mee.

De universele netadapter voorziet het systeem van stroom en laadt de accu’s op wanneer deze opraken. De adapter wordt geleverd met een verwisselbaar netsnoer.

Diskettestations

Extern USB-diskettestation (hangt af van het gekochte model).

TouchPad

Met het touchpad en de besturingsknoppen in de polssteun kunt u de schermaanwijzer verplaatsen.

Beeldscherm (LCD)

15,4-inch WXGA TFT-scherm met een resolutie van 1280 horizontale x 800 verticale pixels.

Vrijwaringsverklaring (LCD)

Raadpleeg het gedeelte Vrijwaringsverklaringen

in hoofdstuk 9 voor meer informatie over de vrijwaringsverklaring met betrekking tot het LCDbeeldscherm.

Grafische controller Geïntegreerde grafische controller voor

Mobile Intel ® 943GML Express-chips

Grafische controller voor optimale beeldschermprestaties. Raadpleeg het gedeelte

Weergavemodi

in bijlage B voor meer informatie.

Gebruikershandleiding 1-3

Voorzieningen L40-serie

Vrijwaringsverklaring (GPU – Graphics Processor Unit)

Raadpleeg het gedeelte Vrijwaringsverklaringen

in hoofdstuk 9 voor meer informatie over de vrijwaringsverklaring met betrekking tot de GPU

(Graphic Processor Unit).

Schijven

Vaste schijf Afhankelijk van het gekochte model is een van de volgende schijven geïnstalleerd:

40,0 miljard bytes (37,25 GB)

60,0 miljard bytes (55,88 GB)

80,0 miljard bytes (74,51 GB)

100,0 miljard bytes (93,13 GB)

120,0 miljard bytes (111,26 GB)

160,0 miljard bytes (149,01 GB)

200,0 miljard bytes (186,26 GB)

Ondersteuning voor vaste schijven van 9,5 mm/2,5 inch

Vrijwaringsverklaring (capaciteit van de vaste schijf)

Raadpleeg het gedeelte Vrijwaringsverklaringen

in hoofdstuk 9 voor meer informatie over de vrijwaringsverklaring met betrekking tot de vasteschijfcapaciteit.

CD-RW-/

DVD-ROM-station

Sommige modellen zijn uitgerust met een

CD-RW-/DVD-ROM-module van volledige grootte waarmee u zonder adapter gegevens op herschrijfbare CD's/CD-RW's kunt vastleggen en

CD’s/DVD's van 12 cm of 8 cm kunt lezen. De maximale leessnelheid is 8-speed voor DVD-

ROM’s en 24-speed voor CD-ROM’s. De maximale schrijfsnelheid is 24-speed voor CD-R’s en 24-speed voor CD-RW’s. Dit station ondersteunt de volgende indelingen:

■ DVD-ROM ■

■ CD-R

■ CD-DA

DVD-video

■ CD-RW

■ CD-Text

■ Photo CD (single/multi-session)

■ CD-ROM Mode1, Mode2

■ CD-ROMXA Mode2 (Form1, Form2)

■ Enhanced CD (CD-EXTRA)

Gebruikershandleiding 1-4

Voorzieningen L40-serie

DVD Super Multistation met opnameondersteuning voor

Double Layerschijven

Sommige modellen zijn uitgerust met een DVD

Super Multi-stationsmodule van volledige grootte met dubbellaagse ondersteuning waarmee u zonder adapter gegevens op herschrijfbare CD's/

DVD's kunt vastleggen en CD's/DVD's van 12 cm of 8 cm kunt lezen. Het station leest DVD-ROM’s met maximaal 8-speed en CD-ROM’s met maximaal 24-speed. De maximale schrijfsnelheid is 24-speed voor CD-R's, 16-speed voor CD-

RW's, 8-speed voor DVDR's, 6-speed voor DVD-

RW's, 8-speed voor DVD+RW's, 8-speed voor

DVD+R's, 4-speed voor DVD+R's (Double Layer),

4-speed voor DVD-R's (Dual Layer) en 5-speed voor DVD-RAM's. Dit station ondersteunt dezelfde indelingen als het CD-RW/DVD-ROMstation en tevens:

■ DVD-ROM ■

■ DVD-R ■

■ DVD+R ■

■ DVD-RAM ■

DVD-video

DVD-RW

DVD+RW

DVD+R (Double Layer)

■ DVD-R (Dual Layer)

■ CD-R ■ CD-RW

■ CD-DA ■ CD-Text

■ Photo CD (single/multi-session)

■ CD-ROM Mode1, Mode2

■ CD-ROMXA Mode2 (Form1, Form2)

■ Enhanced CD (CD-EXTRA)

Computers in deze serie kunnen worden geconfigureerd met meerdere typen optische schijfstations. Wend u tot uw dealer voor meer informatie over de beschikbare optische schijfstations.

Sleuven (afhankelijk van de configuratie)

Express-kaart

Kaartlezer voor meerdere digitale media (SD/SDHC/

MMC/MS/MS Pro/xD)

Hiermee kunt u gemakkelijk gegevens overbrengen van vijf verschillende typen geheugenkaarten voor algemene multimedia in verschillende apparaten, zoals PDA's en digitale camera's.

Gebruikershandleiding 1-5

Voorzieningen L40-serie

Poorten

Externe monitor De 15-pens analoge VGA-poort ondersteunt

VESA DDC2B-compatibele functies.

Universal Serial Bus De computer heeft drie USB 2.0-poorten, die gegevensoverdrachtsnelheden ondersteunen die ruim 40 maal hoger zijn dan met USB 1.1

(eveneens door deze computer ondersteund).

Multimedia

Geluidssysteem

Hoofdtelefoonbus

Microfoonbus

Het geïntegreerde Windows-compatibele geluidssysteem biedt ondersteuning voor zowel interne luidsprekers als aansluitingen voor externe microfoons en hoofdtelefoons.

Er is een standaard 3,5-mm stereobus voor aansluiting van externe hoofdtelefoons of luidsprekers.

Op de standaard 3,5-mm mini-microfoonbus kan een monomicrofoon worden aangesloten.

Communicatie (afhankelijk van de configuratie)

Modem

LAN

Draadloos LAN

Sommige computers in deze serie zijn uitgerust met modemfunctionaliteit.

De ingebouwde modem voorziet in gegevens- en faxcommunicatie. Het ondersteunt de V.90- of

V.92-standaarden (afhankelijk van de regio) en heeft een modempoort voor aansluiting op een telefoonlijn. De snelheid van gegevens- en faxverzending is afhankelijk van de omstandigheden van de analoge telefoonlijn.

De computer heeft ingebouwde ondersteuning voor Ethernet LAN (10 megabits per seconde,

10BASE-T) en Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX).

Sommige computers in deze serie zijn uitgerust met een minikaart voor draadloze LAN's die compatibel is met andere systemen die ondersteuning bieden voor de 802.11b/g- en

802.11a/b/g-standaarden voor draadloze communicatie. De kaart ondersteunt frequentiebandselectie tussen 2,4 GHz of 5 GHz en zoeken op meerdere kanalen.

Gebruikershandleiding 1-6

Voorzieningen L40-serie

Beveiliging

Wachtwoordbeveiliging voor opstarten

Wachtwoordarchitectuur met twee niveaus

Beveiligingsslot

Hiermee kan de computer door middel van een optioneel beveiligingsslot aan een bureau of ander groot, zwaar voorwerp worden verankerd.

Speciale voorzieningen

Sneltoetsen

Beeldscherm automatisch uitschakelen

Automatisch uitschakelen van vasteschijfstation

Systeem in automatische slaapstand/zuinige slaapstand

Geïntegreerde numerieke toetsen wachtwoord voor opstarten

Door middel van deze toetscombinaties kunt u de systeemconfiguratie snel wijzigen zonder een systeemconfiguratieprogramma te hoeven gebruiken.

Met deze functie wordt het interne beeldscherm automatisch uitgeschakeld als het toetsenbord of aanwijsapparaat een bepaalde tijd niet is gebruikt. De stroomvoorziening wordt hersteld zodra een toets wordt ingedrukt of het aanwijsapparaat wordt gebruikt. U kunt de tijd opgeven in de opties voor energiebeheer .

Met deze functie wordt de vaste schijf automatisch uitgeschakeld als gedurende een bepaalde tijd geen activiteit op de vaste schijf heeft plaatsgevonden. De stroomvoorziening wordt hersteld zodra de vaste schijf wordt gebruikt. U kunt de tijd opgeven in de opties voor energiebeheer .

Met deze functie wordt het systeem automatisch in de slaapstand of de zuinige slaapstand gezet als een bepaalde tijd geen invoer of hardwareactiviteit heeft plaatsgevonden. U kunt de tijd opgeven en een keuze maken uit System

Sleep (Systeem in slaapstand) en System

Hibernate (Systeem in zuinige slaapstand) in de opties voor energiebeheer .

Het toetsenbord heeft tien geïntegreerde numerieke toetsen.

Er zijn een aantal niveaus van wachtwoordbeveiliging: Supervisor en

Gebruiker . Deze beveiligingsniveaus kunnen voorkomen dat onbevoegden uw computer gebruiken.

Gebruikershandleiding 1-7

Voorzieningen L40-serie

Battery Save Mode

(energiebesparingsmodus)

Instant Security

(directe beveiliging)

In-/uitschakelen via LCD (Panel power on/off)

Deze functie schakelt de computer uit als het beeldscherm wordt gesloten en schakelt de computer weer in als het scherm wordt geopend.

U kunt deze instelling opgeven in de opties voor energiebeheer .

Low Battery

Automatic

Hibernation

(automatische slaapstand bij lage acculading)

Als de acculading zover is gedaald dat u de computer niet meer kunt gebruiken, wordt automatisch de sluimerstand geactiveerd en wordt het systeem afgesloten. U kunt deze instelling opgeven in de opties voor energiebeheer .

Zuinige slaapstand

Slaapstand

Met deze voorziening kunt u accuenergie besparen. U kunt het niveau van het energiebeheer opgeven in de opties voor energiebeheer .

Met een speciale sneltoets kunt u de computer blokkeren. Deze functie zorgt voor gegevensbeveiliging.

Met deze functie kunt u uw computer uitschakelen zonder de software te hoeven sluiten. De inhoud van het hoofdgeheugen wordt op de vaste schijf opgeslagen. Wanneer u de computer weer aanzet, kunt u uw werk hervatten op de plaats waar u was opgehouden.

In de slaapstand blijft de computer ingeschakeld, maar worden de processor en alle andere apparaten feitelijk in een slaapstand gezet.

Wanneer de computer in de slaapstand staat, knippert het aan/uit-lampje oranje. De computer wordt in de slaapstand gezet ongeacht de instelling voor de zuinige slaapstand.

■ Vergeet niet uw gegevens op te slaan alvorens de computer in de slaapstand te zetten.

■ Wanneer de computer in de slaapstand staat, dient u geen geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan bestaat het risico dat de computer of de module schade oploopt.

■ Verwijder de accu-eenheid niet terwijl de computer in de slaapstand staat. In dat geval zullen gegevens in het geheugen verloren gaan.

Gebruikershandleiding 1-8

Voorzieningen L40-serie

Hulpprogramma's en toepassingen

In dit gedeelte worden vooraf geïnstalleerde hulpprogramma’s beschreven en wordt toegelicht hoe u de programma’s start. Raadpleeg de onlinehandleiding, Help- of readme-bestanden bij elk hulpprogramma voor informatie over bewerkingen.

TOSHIBA Assist

DVD-videospeler

Dit is een grafische gebruikersinterface waarmee u gemakkelijk toegang tot Help en services kunt verkrijgen.

Deze speler heeft een scherminterface en

-functies voor het afspelen van DVDvideoschijven.

Er kunnen frames wegvallen, het geluid kan overslaan en het geluid en beeld kunnen niet meer synchroon lopen tijdens de weergave van bepaalde DVD-videotitels. Sluit de netadapter van de computer aan wanneer u een DVD-video afspeelt. Energiebesparende functies kunnen een vloeiende weergave verstoren.

TOSHIBA ConfigFree Dit is een programmapakket waarmee communicatieapparaten en netwerkverbindingen op eenvoudige wijze kunnen worden beheerd.

Met ConfigFree kunt u tevens communicatieproblemen opsporen en profielen maken, waarmee u eenvoudig schakelt tussen locaties en communicatienetwerken.

Als u ConfigFree wilt starten, klikt u op Start

All Programs (Alle programma's) TOSHIBA

Networking (Netwerk) ConfigFree .

TOSHIBA

Disc Creator

Geluiddemper voor cd/dvd-station

U kunt CD's/DVD's in verschillende indelingen maken: audio-CD's die op een gewone stereo-

CD-speler kunnen worden afgespeeld, en data-

CD's voor het opslaan van de bestanden en mappen op uw vaste schijf. Deze software kan alleen worden gebruikt op modellen met een

CD-RW/DVD-ROM-station of een

DVD Super Multi-station.

Met dit hulpprogramma kunt u de leessnelheid van het optische station configureren. U kunt de normale modus of de stille modus configureren.

In de normale modus werkt het station op maximale snelheid voor een snelle toegang tot gegevens en in de stille modus kunt u op single speed geruislozer naar CD's luisteren. Het heeft geen invloed op het DVD-station.

Gebruikershandleiding 1-9

Voorzieningen L40-serie

Ulead DVD

MovieFactory

TOSHIBA

®

voor

(afhankelijk van configuratie)

Windows

Mobiliteitscentrum

U kunt een digitale video bewerken en een video-

DVD maken.

Het Mobiliteitscentrum is een hulpprogramma dat in één venster snel toegang biedt tot diverse instellingen voor draagbare pc's. Standaard biedt het besturingssysteem maximaal acht groepen aan, terwijl twee extra groepen worden toegevoegd aan het Mobiliteitscentrum.

■ Computer vergrendelen:

Hiermee kunt u de computer vergrendelen zonder deze uit te schakelen. Dit heeft hetzelfde functie als de knop Vergrendelen, onder in het rechterdeel van het menu Start.

■ TOSHIBA Assist:

Hiermee kunt u TOSHIBA Assist openen als dit al op uw computer is geïnstalleerd.

Opties

U kunt uw computer nog krachtiger en gebruikersvriendelijker maken door een aantal opties toe te voegen. De volgende opties zijn beschikbaar:

Geheugenmodules Er kunnen twee geheugenmodules in de computer worden geïnstalleerd.

Gebruik alleen PC5300*-compatibele DDRII-geheugenmodules. Neem contact op met uw TOSHIBA-dealer voor nadere informatie.

* De beschikbaarheid van DDRII is afhankelijk van het aangeschafte model.

Accu-eenheid

Netadapter

U kunt een extra accu-eenheid aanschaffen bij uw TOSHIBA-dealer. U kunt deze als reserveexemplaar of ter vervanging gebruiken.

Als u de computer regelmatig op verschillende locaties gebruikt, is het wellicht een goed idee om voor elke locatie een extra netadapter te kopen: u hoeft de adapter dan niet telkens mee te nemen.

USB-diskettestation Hiermee kunt u een diskettestation op de computer aansluiten door middel van een USBkabel.

Gebruikershandleiding 1-10

Rondleiding

Hoofdstuk 2

Rondleiding

In dit hoofdstuk worden de verschillende onderdelen van de computer beschreven. Maak uzelf vertrouwd met elk onderdeel voordat u met de computer aan de slag gaat.

Bepaalde soorten notebookchassis zijn ontworpen om alle mogelijke configuraties voor een volledige productserie te huisvesten. Uw geselecteerde model heeft mogelijk niet alle voorzieningen en specificaties die corresponderen met de pictogrammen of schakelaars op het notebookchassis, tenzij u voor al deze voorzieningen hebt gekozen.

Voorkant met gesloten beeldscherm

De volgende afbeelding illustreert de voorkant van de computer met het beeldscherm gesloten.

1 2 3

5 4

1.

Aan/uit-lampje

2.

Acculampje

3.

Lampje voor vaste schijf

4.

Schakelaar voor draadloze communicatie*

5.

Lampje voor draadloze communicatie*

* De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van het aangeschafte model.

Aan/uit-lampje Tijdens normaal gebruik is het Aan/uit-lampje groen. Het lampje knippert oranje wanneer het systeem in de slaapstand staat en het lampje is uit wanneer de computer is uitgeschakeld of in de zuinige slaapstand staat.

Gebruikershandleiding 2-1

Rondleiding

Accu-lampje

Lampje voor vaste schijf

Het acculampje geeft het ladingsniveau van de accu aan. Het lampje brandt groen wanneer de accu volledig is opgeladen. Het lampje brandt oranje wanneer de accu door de netadapter wordt opgeladen. Het knippert oranje wanneer de accu bijna leeg is.

Het lampje voor de vaste schijf geeft aan of de vaste schijf wordt gebruikt. Telkens wanneer de computer een programma uitvoert, een bestand opent of een andere functie verricht waarbij de vaste schijf wordt gebruikt, gaat dit lampje branden.

Schakelaar voor draadloze communicatie*

Draadlozecommunicatielampje*

Met de schakelaar voor draadloze communicatie wordt de zender/ontvanger van het draadloze netwerk ingeschakeld. Het draadlozecommunicatielampje brandt ten teken dat de draadloze netwerkfunctie is ingeschakeld.

Geeft aan of het draadloos LAN actief is.

Rechterkant

De volgende afbeelding illustreert de rechterkant van de computer.

1 2 3 4 5

1.

Microfoonaansluiting

2.

Hoofdtelefoonaansluiting

3.

USB-poort

4.

Lampje voor kaartsleuf voor meerdere digitale mediakaarten*

Kaartsleuf voor meerdere digitale media*

5.

.

Express-kaart

* De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van het aangeschafte model.

Microfoonaansluiting Op de standaard 3,5-mm mini-microfoonbus kan een drie-aderige miniplug voor een monomicrofoon worden aangesloten.

Hoofdtelefoonaansluiting

Op de hoofdtelefoonbus kunt u een stereohoofdtelefoon of andere audiouitvoerapparatuur zoals externe luidsprekers aansluiten. Als u een hoofdtelefoon of een ander apparaat op deze bus aansluit, worden de interne luidsprekers automatisch uitgeschakeld.

Gebruikershandleiding 2-2

Rondleiding

/

Universal Serial

Bus-poort (USB)

Lampje voor kaartsleuf voor meerdere digitale media

Kaartsleuf voor meerdere digitale media

Via de Universal Serial Bus-poorten (compatibel met USB 2.0 en 1.1) kunt u USB-apparaten zoals toetsenborden, muizen, vaste schijven, scanners en printers aansluiten op de computer.

Het lampje voor de sleuf voor meerdere digitale mediakaarten gaat branden als de kaart in de sleuf in gebruik is.

Met de sleuf voor meerdere digitale mediakaarten kunt u mediakaarten van digitale fotocamera's en andere verschillende soorten draagbare gegevensapparaten gebruiken.

Het groene lampje naast de aansluiting van de mediakaartlezer knippert als de computer toegang heeft tot de mediakaart.

Sleuf voor Expresskaart

Met de Express-kaart kunt u een extra Expresskaart installeren.

Linkerkant

De volgende afbeelding illustreert de linkerkant van de computer.

1.

Optisch schijfstation

1 2

2.

Lampje voor optisch station

Optisch station

Lampje voor optisch schijfstation

De computer is uitgerust met een optischstationsmodule van volledige grootte waarin u schijven van 12 cm of 8 cm zonder adapter kunt uitvoeren. Raadpleeg het gedeelte Schijven/ stations in dit hoofdstuk voor technische specificaties voor elk station, en hoofdstuk 4,

Grondbeginselen , voor informatie over het

gebruik van het station en het omgaan met schijven.

Dit lampje geeft aan wanneer het optische schijfstation wordt gebruikt.

Gebruikershandleiding 2-3

Rondleiding

Achterkant

De volgende afbeelding illustreert het achterpaneel van de computer.

1 2 3 4 5 6

1.

RGB-(monitor)poort

2.

USB-poorten

3.

LAN-poort

4.

Modempoort*

5.

Gelijkstroomingang (19 V)

6.

Luchtopeningen

* De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van het aangeschafte model.

RGB-monitorpoort

Universal Serial

Bus-poort (USB)

LAN-poort

Modemaansluiting

Via deze 15-pens poort kunt u een extern beeldscherm op de computer aansluiten.

Via de Universal Serial Bus-poorten (compatibel met USB 2.0 en 1.1) kunt u USB-apparaten zoals toetsenborden, muizen, vaste schijven, scanners en printers op de computer aansluiten.

Via deze poort kunt u de computer op een LAN aansluiten. De adapter biedt ingebouwde ondersteuning voor Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T) en Fast Ethernet LAN

(100 megabits per seconde, 100BASE-TX).

In regio’s waar standaard een interne modem wordt geïnstalleerd, kunt u met een modemkabel via deze aansluiting het modem rechtstreeks aansluiten op een telefoonlijn.

Op de DC-IN-poort sluit u de netadapter aan.

Gelijkstroomingang

(19 V)

Luchtopeningen De luchtopeningen dienen om de CPU te beschermen tegen oververhitting.

Om oververhitting van de CPU te voorkomen dient u ervoor te zorgen dat de luchtopening niet worden geblokkeerd.

Gebruikershandleiding 2-4

Rondleiding

Onderkant

De volgende afbeelding geeft de onderkant van de computer weer.

4

3

2

1

1.

Accu-eenheid

2.

Vergrendeling van de accueenheid

3.

Accuvergrendelingsschuif

4.

Geheugenuitbreidingssleuf

Accu-eenheid

Vergrendeling van de accu-eenheid

Accuvergrendelingsschuif

Geheugenuitbreidingssleuf

De accu-eenheid voorziet de computer van stroom wanneer de netadapter niet is aangesloten. Raadpleeg hoofdstuk 6

Stroomvoorziening en spaarstanden voor

uitgebreide informatie over de accu-eenheid.

Als u deze vergrendeling naar de vergrendelstand schuift, kan de accu-eenheid niet worden losgemaakt, zelfs niet als u de accuvergrendelingsschuif open probeert te zetten.

Als de vergrendeling van de accu-eenheid in de ontgrendelde stand staat, kunt u deze schuif opzij duwen om de accu-eenheid te verwijderen.

In deze sleuf kunt u een geheugenmodule installeren om het computergeheugen uit te breiden. Raadpleeg de paragraaf

Geheugenuitbreiding

in Hoofdstuk 7: Optionele apparaten

.

Gebruikershandleiding 2-5

Rondleiding

Voorkant met geopend beeldscherm

De volgende afbeelding illustreert de voorkant van de computer met het beeldscherm geopend. Als u het beeldscherm wilt openen dient u de vergrendelingsschuif op de voorkant van het beeldscherm naar rechts te duwen en het scherm omhoog te kantelen. Zet het scherm in een stand waar u er goed zicht op hebt.

1

2

3

4

6

5

7

1.

Beeldscherm

2.

Lampjes voor de toetsenbordstatus

3.

Aan/uit-knop

4.

Toetsenbord

Beeldscherm

5.

TouchPad

6.

Linker- en rechterluidspreker

7.

Bedieningsknoppen voor

TouchPad

Op het LCD-scherm worden contrastrijke tekst en afbeeldingen weergegeven met een resolutie van

1280 × 800 pixels. Raadpleeg bijlage B,

Weergavemodi

, voor meer informatie. Wanneer de computer op de netadapter werkt, is het beeld op het scherm helderder dan wanneer de computer op accu-energie werkt. Dit is normaal en is bedoeld om accu-energie te besparen.

Gebruik een schermbeveiligingsprogramma (screensaver) als u niet met de computer werkt om de levensduur van het beeldscherm te verlengen.

Aan/uit-knop Druk op de aan/uit-knop om de computer in en uit te schakelen. De aan/uit-knop bevat een lampje dat groen brandt wanneer het systeem is ingeschakeld.

Gebruikershandleiding 2-6

Rondleiding

Toetsenbord

TouchPad

Linker en rechter luidspreker

Bedieningsknoppen voor touchpad

Het toetsenbord biedt toetsen van volledige grootte die comfortabel kunnen worden ingedrukt en polssteun voor beide handen. Er zijn twee

Windows-functietoetsen in het Windowsbesturingssysteem beschikbaar.

Het TouchPad-aanwijsapparaat bevindt zich in het midden van de polssteun en kan worden gebruikt om de schermaanwijzer te verplaatsen.

Raadpleeg de paragraaf Het touchpad gebruiken

in hoofdstuk 4: Grondbeginselen

.

De computer heeft twee luidsprekers voor weergave van stereogeluid.

Met de besturingsknoppen onder het touchpad kunt u menuopties selecteren en bewerkingen uitvoeren op tekst en afbeeldingen die u met de schermaanwijzer hebt geselecteerd.

Toetsenbordlampjes

CAPS LOCK-

MODUS

NUMERIEKE

MODUS

Caps Lock-modus

Numerieke modus

Scroll Lock-modus

SCROLL LOCK-

MODUS

Het lampje van het pictogram van de Caps Lockmodus gaat branden wanneer u op de toets Caps

Lock drukt. In dat geval wordt bij het indrukken van een lettertoets een hoofdletter weergegeven.

Als het lampje van de numerieke modus groen brandt, kunt u de geïntegreerde numerieke toetsen (de toetsen met de lichtgrijze opschriften) gebruiken om cijfers in te voeren. Raadpleeg het gedeelte over de numerieke toetsen in

hoofdstuk 5: Het toetsenbord .

Als het lampje van het pictogram van de Scroll

Lock-modus groen brandt, kunt u de Scroll Lockmodus gebruiken. In de Scroll Lock-modus kunt u met de pijltjestoetsen door de inhoud in het venster bladeren en hoeft u de cursor niet te verplaatsen, afhankelijk van de toepassing.

Gebruikershandleiding 2-7

Rondleiding

Optisch station

Afhankelijk van de configuratie heeft de computer een CD-RW/DVD-ROMstation of een DVD Super Multi-station met Double Layer. Voor het aansturen van deze optische stations wordt een ATAPI-interface-controller gebruikt. Zodra de computer toegang verkrijgt tot een schijf, gaat het lampje op het station branden.

Regiocodes voor DVD-stations en media

Het schijfstation en de media worden vervaardigd conform de specificaties van zes verkoopgebieden. Om problemen bij het afspelen van DVD-video's te voorkomen dient u bij de aanschaf van DVD-video-schijven te controleren of de schijven geschikt zijn voor uw station.

5

6

3

4

Code Regio

1

2

Canada, Verenigde Staten

Japan, Europa, Zuid-Afrika, Midden-Oosten

Zuid-Oost-Azië, Oost-Azië

Australië, Nieuw Zeeland, Stille-Oceaaneilanden, Midden-

Amerika, Zuid-Amerika, Caribisch gebied

Rusland, Indisch subcontinent, Afrika, Noord-Korea, Mongolië

China

Beschrijfbare schijven

In deze paragraaf worden de verschillende soorten beschrijfbare schijven beschreven. Controleer de specificaties van uw station om te zien welke typen schijven het kan beschrijven. Gebruik Record Now!

voor het

beschrijven van CD's. Raadpleeg hoofdstuk 4: Grondbeginselen .

CD's

■ Beschrijfbare CD's (CD-R's) kunnen slechts één keer worden beschreven. De opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd.

■ CD-RW- ofwel CD-Rewritable-schijven kunnen meer dan één keer worden beschreven. Gebruik multispeed CD-RW's (1x, 2x of 4x) of high-speed schijven (4x tot 10x). De schrijfsnelheid van ultra-speed CD-

RW's is maximaal 24-speed. DVD's

■ DVD-R's en DVD+R's kunnen slechts één keer worden beschreven. De opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd.

■ DVD-RW-, DVD+RW- en DVD-RAM-schijven kunnen meermaals worden beschreven.

Gebruikershandleiding 2-8

Rondleiding

CD-RW-/DVD-ROM-station

In de CD-RW-/DVD-ROM-stationsmodule van volledige grootte kunt u zonder adapter gegevens op herschrijfbare CD's vastleggen en schijven van 12 cm of 8 cm lezen.

In het midden van een schijf is de leessnelheid lager dan aan de rand.

DVD lezen 8-speed

CD lezen 24-speed

CD-R schrijven 24-speed

CD-RW schrijven 24-speed (maximaal, ultra-speed media)

DVD Super Multi-station met opnameondersteuning voor Double

Layer-schijven

In de DVD Super Multi-stationsmodule van volledige grootte kunt u zonder adapter gegevens op herschrijfbare schijven vastleggen en schijven van 12 cm of 8 cm lezen zonder een adapter te gebruiken.

In het midden van een schijf is de leessnelheid lager dan aan de rand.

DVD lezen 8-speed

DVD-R schrijven 8-speed

DVD-RW schrijven 6-speed

DVD+R schrijven 8-speed

DVD+RW schrijven 8-speed (maximaal)

DVD-RAM schrijven 5-speed

CD lezen 24-speed

CD-R schrijven 24-speed

CD-RW schrijven 16-speed (maximaal, ultra-speed media)

DVD+R (DL) schrijven 4-speed (maximaal)

DVD-R (DL) schrijven 4-speed (maximaal)

Dit station is niet compatibel met schijven die schrijven met 8-speed of sneller (bij DVD-R's, DVD+R's met Single Layer en DVD+RW's), 6-speed of sneller (bij DVD-RW's), 5-speed (bij DVD-RAM's) en ultra-speed+ of sneller (bij CD-RW's).

Gebruikershandleiding 2-9

Rondleiding

Netadapter

De netadapter zet wisselstroom om in gelijkstroom en vermindert de spanning die aan de computer wordt geleverd. De netadapter kan zich automatisch aanpassen aan elke spanning tussen 100 en 240 volt en aan een frequentie van 50 of 60 hertz, waardoor u de computer in praktisch elk land of gebied kunt gebruiken.

Om de accu op te laden sluit u de netadapter eenvoudig aan op een voedingsbron en op de computer. Voor meer informatie raadpleegt

u hoofdstuk 6: Stroomvoorziening en spaarstanden .

Gebruik ALLEEN de netadapter die bij de computer is geleverd of een netadapter die door TOSHIBA is gecertificeerd.

Gebruik van de verkeerde adapter kan resulteren in beschadiging van de computer. TOSHIBA aanvaardt in een dergelijk geval geen aansprakelijkheid voor eventuele schade. De nominale uitvoer voor de computer bedraagt 19 Volt.

Gebruikershandleiding 2-10

Voor u begint

Hoofdstuk 3

Voor u begint

Lees de instructiehandleiding voor veiligheid en comfort die bij het apparaat is meegeleverd voordat u uw computer gaat gebruiken.

De instructiehandleiding voor veiligheid en comfort voorziet u van instructies zodat u uw computer veilig en optimaal kunt gebruiken.

Dit hoofdstuk verschaft basisinformatie aan de hand waarvan u met uw computer aan de slag kunt. De volgende onderwerpen worden behandeld:

■ de netadapter aansluiten

■ het beeldscherm openen

■ de computer inschakelen

■ voor het eerst opstarten

■ de computer uitschakelen

■ computer opnieuw opstarten

■ de vooraf geïnstalleerde software herstellen met de schijf

Productherstel.

Lees in elk geval het gedeelte Voor het eerst opstarten

zorgvuldig door; hierin wordt beschreven welke handelingen u moet uitvoeren wanneer u de computer voor het eerst inschakelt.

De netadapter aansluiten

Sluit de netadapter aan wanneer u de accu moet opladen of via de netvoeding wilt werken. Dit is tevens de snelste manier om met de computer aan de slag te gaan, omdat de accu-eenheid eerst moet worden opgeladen voordat u de computer hiermee van stroom kunt voorzien. De netadapter kan worden aangesloten op elk stopcontact dat tussen 100 en

240 volt, en 50 of 60 hertz levert. Raadpleeg hoofdstuk 6,

Stroomvoorziening en spaarstanden

, voor informatie over het opladen van de accu-eenheid met de netadapter.

Gebruikershandleiding 3-1

Voor u begint

Gebruik ALLEEN de netadapter die bij de computer is geleverd of een netadapter die door TOSHIBA is gecertificeerd.

Gebruik van de verkeerde adapter kan resulteren in beschadiging van de computer. TOSHIBA aanvaardt in een dergelijk geval geen aansprakelijkheid voor eventuele schade. De nominale uitvoer voor de computer bedraagt 19 Volt.

1. Sluit het netsnoer aan op de netadapter.

2. Koppel de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter aan de

DC IN-gelijkstroomingangspoort op de achterkant van de computer.

3. Sluit het netsnoer op een wandcontactdoos aan. De accu - en DC IN lampjes op de voorzijde van de computer moeten gaan branden.

Het beeldscherm openen

Het LCD-scherm kan in een aantal standen worden gezet voor optimaal kijkgemak.

1. Druk op de schermvergrendeling op de voorkant van de computer.

2. Kantel het scherm omhoog en zet het in de stand waar u er het beste zicht op hebt.

Gebruikershandleiding 3-2

Voor u begint

Wees voorzichtig bij het openen en sluiten van het beeldscherm. Als u het scherm te ruw opent of dichtklapt, bestaat het risico dat u de computer beschadigt.

De computer inschakelen

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de computer inschakelt.

Nadat u de computer voor het eerst hebt ingeschakeld, dient u hem niet uit te zetten voordat het besturingssysteem is geïnstalleerd. Raadpleeg de

paragraaf Voor het eerst opstarten

in dit hoofdstuk.

1. Controleer of het USB-diskettestation leeg is als er een dergelijk station is aangesloten. Als het station een diskette bevat, dient u op de uitwerpknop te drukken en de diskette te verwijderen.

2. Open het beeldscherm.

3. Druk op de aan/uit-knop van de computer en laat deze weer los.

Voor het eerst opstarten

Wanneer u de computer voor het eerst inschakelt, verschijnt het opstartscherm van Windows Vista™. Volg de aanwijzingen op elk scherm.

Tijdens de configuratie kunt u op de knop Terug klikken om terug te keren naar het vorige scherm.

Vergeet niet om de Windows-gebruiksrechtovereenkomst zorgvuldig door te lezen.

Gebruikershandleiding 3-3

Voor u begint

De computer uitschakelen

U kunt de computer uitschakelen in een van de volgende drie modi:

Shut down (Boot) Mode (Afsluitmodus (ofwel opstartmodus)),

Hibernation Mode (Zuinige slaapstand) of Sleep Mode (Slaapstand).

Afsluitmodus (opstartmodus)

Wanneer u de computer uitschakelt in de afsluitmodus, worden er geen gegevens opgeslagen, en de volgende keer zal bij het opstarten van de computer het hoofdscherm van het besturingssysteem worden weergegeven.

1. Als u gegevens hebt ingevoerd, slaat u deze op op de vaste schijf of een opslagmedium.

2. Controleer of er geen schijfactiviteit meer plaatsvindt en verwijder vervolgens eventuele schijfmedia (CD/DVD of diskette).

■ Zorg dat het lampje voor de vaste schijf uit staat. Als u de computer uitschakelt terwijl er nog schijfactiviteit plaatsvindt, loopt u het risico dat gegevens verloren gaan of de schijf beschadigd raakt.

■ Schakel nooit de stroom uit terwijl een toepassing actief is Dit kan tot gegevensverlies leiden.

■ Schakel nooit de stroom uit, koppel nooit een extern opslagapparaat los en verwijder nooit opslagmedia tijdens het lezen/schrijven van gegevens. Als u dat wel doet, kan dit tot gegevensverlies leiden.

3. Klik op Start en vervolgens op de pijlknop ( ) bij de knoppen voor energiebeheer ( ) en selecteer de afsluitmodus in het menu.

4. Schakel eventuele randapparaten die op de computer zijn aangesloten uit.

Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even om schade aan de randapparatuur te voorkomen.

Slaapstand

Als u de computer in de slaapstand zet, kunt u de computer uitschakelen zonder de software te hoeven sluiten. In deze modus worden de gegevens opgeslagen in het hoofdgeheugen van de computer, zodat u kunt verder werken waar u was gebleven wanneer u de computer weer aanzet.

Gebruikershandleiding 3-4

Voor u begint

■ Wanneer de netadapter is aangesloten, wordt de computer in de slaapstand gezet conform de instellingen in het dialoogvenster

Power Options (Energiebeheer).

■ Als u de computer uit de slaapstand wilt halen, drukt u op de aan/uitknop of drukt u op een willekeurige toets.

■ Als de computer automatisch in de slaapstand wordt gezet terwijl een netwerktoepassing actief is, wordt deze toepassing mogelijk niet hersteld wanneer de computer de volgende keer wordt ingeschakeld en uit de slaapstand wordt gehaald.

■ Als u wilt voorkomen dat de computer automatisch in de slaapstand wordt gezet, schakelt u de slaapstand uit in Power Options

(Energiebeheer). Hierna is de computer echter niet langer compatibel met de Energy Star-richtlijnen.

■ Vergeet niet uw gegevens op te slaan alvorens de computer in de slaapstand te zetten.

■ Wanneer de computer in de slaapstand staat, dient u geen geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan bestaat het risico dat de computer of de module schade oploopt.

■ Verwijder de accu-eenheid niet terwijl de computer in de slaapstand staat, tenzij de computer op een stopcontact is aangesloten. In dat geval zullen gegevens in het geheugen verloren gaan.

Voordelen van de slaapstand

De slaapstand biedt de volgende voordelen:

■ De vorige werkomgeving wordt sneller hersteld dan met de zuinige slaapstand.

■ De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Sluimerstand.

■ U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.

De sluimerstand uitvoeren

U kunt de slaapstand ook inschakelen door op Fn + F3 te drukken.

Zie voor meer informatie hoofdstuk 5, Het toetsenbord .

U kunt de slaapstand op een van de volgende drie manieren activeren:

1. Klik op Start en vervolgens op de slaapknop ( voor energiebeheer ( selecteer Sleep (Slaapstand) in het menu.

) bij de knoppen

), of klik op de pijlknop ( ) en

2. Sluit het LCD-scherm van de computer. Deze functie moet zijn ingeschakeld. U schakelt de slaapstand in door te klikken op Start

Configuratiescherm Systeem en onderhoud Energiebeheer .

Gebruikershandleiding 3-5

Voor u begint

3. Druk op de aan/uit-knop. Deze functie moet ingeschakeld zijn. U schakelt de slaapstand in door te klikken op Start

Configuratiescherm Systeem en onderhoud Energiebeheer

Choose what the power button do (Kies wat er gebeurt als u het scherm sluit) .

Wanneer u de computer opnieuw inschakelt, kunt u uw werk hervatten op het punt waar u was opgehouden toen u de computer afsloot.

■ Wanneer de computer in de slaapstand staat, knippert het aan/uitlampje oranje.

■ Als u de computer via de accu gebruikt, kunt u de gebruiksduur verlengen door af te sluiten in de sluimerstand, aangezien de slaapstand meer energie gebruikt als de computer uit staat.

Beperkingen van de slaapstand

In de volgende omstandigheden werkt de slaapstand niet:

■ De computer wordt onmiddellijk na het afsluitproces weer aangezet.

■ Geheugenschakelingen zijn blootgesteld aan statische elektriciteit of elektrische ruis.

Slaapstand

De sluimerstand zorgt ervoor dat de inhoud van het geheugen op de vaste schijf wordt opgeslagen wanneer de computer wordt uitgeschakeld zodat de vorige toestand wordt hersteld als de computer weer wordt aangezet.

De status van de randapparaten die op de computer zijn aangesloten, wordt niet opgeslagen bij het inschakelen van de sluimerstand.

■ Sla uw gegevens op. Wanneer de sluimerstand wordt geactiveerd, wordt de inhoud van het geheugen op de vaste schijf opgeslagen.

U kunt uw gegevens voor de zekerheid echter het beste handmatig opslaan.

■ Als u de accu verwijdert of de netadapter ontkoppelt voordat de gegevens volledig zijn opgeslagen, gaan gegevens verloren. Wacht tot het lampje van de vaste schijf uitgaat.

■ Wanneer de computer in de sluimerstand staat, dient u geen geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan gaan gegevens verloren.

Voordelen van de sluimerstand

De sluimerstand biedt de volgende voordelen.

■ Wanneer de computer automatisch wordt afgesloten omdat de accu bijna leeg is, worden gegevens op de vaste schijf opgeslagen.

■ Na het inschakelen van de computer kunt u direct naar uw vorige werkomgeving terugkeren.

Gebruikershandleiding 3-6

Voor u begint

■ De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Sluimerstand.

■ U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.

Sluimerstand activeren

U kunt de slaapstand ook activeren door op Fn + F4 te drukken.

Zie hoofdstuk 5,

Het toetsenbord

voor meer informatie .

Voer de volgende stappen uit om de sluimerstand in te schakelen:

1. Klik op Start en klik op de pijlknop ( ) in de knoppen voor energiebeheer ( ).

2. Selecteer Hibernate (Zuinige slaapstand) in het menu.

Automatische sluimerstand

De computer wordt automatisch in de zuinige slaapstand gezet wanneer u op de aan/uit-knop drukt of het scherm sluit. Om deze instellingen in te voeren kunt u de volgende stappen nemen:

1. Klik op Start en vervolgens op Configuratiescherm .

2. Klik op Systeem en onderhoud en vervolgens op Energiebeheer .

3. Klik op Choose what the power buttons do (Kies wat de aan/uit-knop doet) of Choose what closing the lid does (Kies wat er gebeurt als u het scherm sluit).

4. Activeer de gewenste sluimerstandinstelling voor Als ik op de aan/uitknop druk en Als ik het scherm sluit .

5. Klik op de knop Save changes (Wijzigingen opslaan).

Gegevensopslag in de sluimerstand

Zodra u de computer in de zuinige slaapstand afsluit, worden de gegevens uit het geheugen op de vaste schijf opgeslagen, wat enkele ogenblikken zal duren. Gedurende deze periode brandt het lampje voor de vaste schijf .

Nadat u de computer hebt uitgeschakeld en de geheugeninhoud op de vaste schijf is opgeslagen, dient u eventuele randapparaten uit te schakelen.

Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.

Gebruikershandleiding 3-7

Voor u begint

Computer opnieuw opstarten

Mogelijk dient u uw computer opnieuw op te starten bij bijvoorbeeld wijzigingen in computerinstellingen en bij systeemfouten.

Er zijn drie (3) manieren om de computer opnieuw op te starten. U kunt één van de volgende stappen uitvoeren:

■ Klik op Start en vervolgens bij de energiebeheerknoppen ( ) op de pijltoets ( ), en selecteer Restart (Opnieuw opstarten) in het menu.

■ Druk op Ctrl + Alt + Del om het menuvenster weer te geven en selecteer vervolgens Restart (Opnieuw opstarten) in de opties voor

Shut Down (Afsluiten).

■ Druk op de aan/uit-knop en houd deze knop circa 5 seconden ingedrukt. Als de computer zichzelf heeft uitgeschakeld wacht u 10 tot

15 seconden voordat u de computer weer inschakelt door de aan/uitknop in te drukken.

Opties voor systeemherstel

Een verborgen partitie van circa 1,5 GB op de vaste schijf is toegewezen voor de opties voor systeemherstel.

De opties voor systeemherstel kunnen niet meer worden gebruikt als deze partitie wordt verwijderd.

De opties voor systeemherstel zijn op de vaste schijf geïnstalleerd bij aflevering uit de fabriek. Het menu voor systeemherstel bevat enkele opties waarmee opstartproblemen kunnen worden gerepareerd, een diagnose kan worden uitgevoerd of het systeem kan worden hersteld. Zie voor meer informatie over "Opstarten herstellen" de paragraaf "Windows Help en ondersteuning".

De opties voor systeemherstel kunnen ook handmatig worden uitgevoerd om problemen te herstellen. Ga hierbij als volgt te werk. Volg de instructies in het schermmenu.

Als u de fouten wilt herstellen, volgt u de volgende stappen:

1. Schakel de computer uit.

2. Zet de computer aan terwijl u de toets F8 ingedrukt houdt.

3. Het menu Geavanceerde opstartopties verschijnt. Selecteer Uw computer repareren met behulp van de pijltoetsen en druk op Enter .

4. Volg de aanwijzingen op het scherm.

De Windows Vista™-functie voor volledige back-up van de pc kan alleen worden gebruik in Windows Vista™ Business Edition en Ultimate Edition.

Gebruikershandleiding 3-8

Voor u begint

De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de schijf

Productherstel

Als vooraf geïnstalleerde bestanden beschadigd zijn, gebruikt u de Herstel-

CD om de bestanden te herstellen. Als u het besturingssysteem en alle vooraf geïnstalleerde software wilt herstellen, dient u de volgende stappen uit te voeren.

Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt de vaste schijf opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens erop verloren gaan. U kunt de opties voor systeemherstel niet gebruiken als u de vooraf geïnstalleerde software herstelt zonder de opties voor systeemherstel.

1. Plaats de schijf Productherstel in het station en schakel de computer uit.

2. Schakel de computer in. Als het bericht In Touch with Tomorrow

TOSHIBA wordt weergegeven, drukt u op F12 om het opstartmenu weer te geven.

3. Gebruik de cursortoets om het CD-ROM-/DVD-ROM-station in het menu te selecteren.

4. Volg de aanwijzingen op het scherm.

5. Als uw computer werd geleverd met andere geïnstalleerde software, kunt u deze software niet herstellen via de herstel-CD. Installeer deze toepassingen (bijvoorbeeld Works Suite, DVD-speler of spelletjes) zo nodig apart vanaf andere media.

Gebruikershandleiding 3-9

Grondbeginselen

Hoofdstuk 4

Grondbeginselen

In dit hoofdstuk worden de grondbeginselen van computergebruik toegelicht; zo wordt ingegaan op het gebruik van het touchpad, optische schijfstations, het interne modem, LAN en draadloos LAN. Verder worden tips gegeven voor het onderhoud van de computer en voor bescherming tegen oververhitting.

Touchpad gebruiken

Om het touchpad te gebruiken plaatst u uw vingertop eenvoudig op het touchpad en schuift u deze in de richting waarin u de schermaanwijzer wilt verplaatsen.

2

1. Bedieningsknoppen voor touchpad

1

2. TouchPad

De twee knoppen onder het touchpad worden op dezelfde wijze gebruikt als de knoppen op een standaardmuis.

Druk op de linkerknop om een menuoptie te selecteren of om tekst of afbeeldingen te bewerken die u met de aanwijzer hebt geselecteerd. Druk op de rechterknop om een menu of andere functie weer te geven, afhankelijk van de gebruikte software.

Druk niet te hard op het touchpad en gebruik geen spitse voorwerpen zoals ballpoints. Hierdoor kan het touchpad beschadigd raken.

Gebruikershandleiding 4-1

Grondbeginselen

Het touchpad heeft dezelfde functies als een muis met twee knoppen en een scrollwiel. Sommige functies kunt u activeren door het touchpad zachtjes aan te tikken in plaats van op een knop te drukken.

U kunt de bewerkingen van het aanwijsapparaat aanpassen in het venster

Eigenschappen voor Muis. Open het Configuratiescherm, selecteer het pictogram Muis en druk op Enter om het venster Eigenschappen voor Muis te openen.

Klikken: Klik eenmaal op de linkerbesturingsknop of tik eenmaal op het touchpad.

Dubbelklikken: Klik tweemaal op de linkerbesturingsknop of tik tweemaal op het touchpad.

Schuiven Verticaal: schuif uw vinger aan de rechterkant van het touchpad omhoog of omlaag.

Horizontaal: schuif uw vinger aan de onderkant van het touchpad naar links of rechts.

Het interne modem gebruiken

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u het modem installeert en het gebruikt om verbinding te maken met andere computersystemen.

Raadpleeg voor meer informatie de online Help-bestanden van de computer en van de modemsoftware.

Het interne modem biedt geen ondersteuning voor de spraakfuncties die in de online Help worden beschreven. De data- en faxfuncties worden wel ondersteund.

■ Bij onweer dient u de modemkabel uit de telefoonaansluiting te verwijderen.

■ Sluit de modem niet op een digitale telefoonlijn aan. Hierdoor zal het modem schade oplopen.

* Sommige computers in deze serie zijn uitgerust met modemfunctionaliteit.

Gebruikershandleiding 4-2

Grondbeginselen

Belangrijke veiligheidsinstructies

Neem bij het gebruik van uw telefoonapparatuur fundamentele veiligheidsvoorschriften in acht om het risico van brand, elektrische schokken en persoonlijk letsel te beperken. Bijvoorbeeld:

1. Gebruik dit product niet in de buurt van water, bijvoorbeeld bij een badkuip, wasbak of gootsteen, in een vochtige kelder of bij een zwembad.

2. Telefoneer niet tijdens onweer (behalve als u een draadloze telefoon gebruikt). Bliksem kan elektrische schokken veroorzaken.

3. Gebruik de telefoon niet om een gaslek te rapporteren in de nabijheid van het lek.

4. Gebruik alleen het in deze handleiding vermelde netsnoer.

Regioselectie

Telecommunicatievoorschriften variëren per land/regio, en u moet er dus voor zorgen dat de modeminstellingen correct zijn voor het land/de regio waarin u het modem gaat gebruiken.

1. Open de toepassing Modem Region Select. U vindt deze toepassing in het menu Programma’s onder TOSHIBA Networking (Netwerk).

Als in het hulpprogramma voor de modem van het Configuratiescherm een functie voor regio-/landselectie beschikbaar is, dient u deze niet te gebruiken. Als u het land/de regio in het Configuratiescherm wijzigt, wordt deze wijziging mogelijk niet doorgevoerd.

2. Het pictogram Regioselectie, dat u hieronder ziet, wordt weergegeven op de Windows-taakbalk.

3. Klik met de primaire knop op het pictogram om een lijst van ondersteunde regio's weer te geven. U ziet tevens een submenu met telefoonlocatie-informatie. Naast de geselecteerde regio en de geselecteerde telefoonlocatie staat een kruisje.

4. Selecteer een regio uit het regiomenu of een telefoonlocatie uit het submenu.

■ Wanneer u op een regio klikt, wordt dit de regioselectie van het modem en wordt automatisch de nieuwe telefoonlocatie ingesteld.

■ Wanneer u een telefoonlocatie selecteert, wordt automatisch de corresponderende regio geselecteerd en wordt dit de huidige regioinstelling van het modem.

Gebruikershandleiding 4-3

Grondbeginselen

Menu Eigenschappen

Klik met de secundaire knop op het pictogram om het volgende menu weer te geven.

Instellingen

U kunt de volgende instellingen in- of uitschakelen:

Automatisch uitvoeren

Het hulpprogramma voor regioselectie wordt automatisch gestart wanneer u het besturingssysteem start.

Dialoogvenster Keuze-opties openen na selectie van de regio

Het dialoogvenster met kiesopties wordt automatisch geopend nadat u de regio hebt geselecteerd.

Locatielijst voor regioselectie

Er wordt een submenu met informatie over telefoonlocaties weergegeven.

Dialoogvenster openen als modem en huidige telefoonlocatie niet overeenkomen

Er verschijnt een waarschuwingsvenster als de huidige instellingen voor het regionummer en de telefoonlocatie incorrect zijn.

Modemselectie

Als de computer de interne modem niet herkent, wordt er een dialoogvenster weergegeven. Selecteer de COM-poort die u voor de modem wilt gebruiken.

Gebruikershandleiding 4-4

Grondbeginselen

Keuze-opties

Als u deze optie selecteert, worden de keuze-opties weergegeven.

Als u de computer in Japan gebruikt, bent u verplicht Japan als regio te selecteren. Het is in strijd met de wet om de modem in Japan met een andere regioselectie te gebruiken.

Aansluiten

Om de kabel van de interne modem aan te sluiten, voert u de volgende stappen uit.

■ Bij onweer dient u de modemkabel uit de telefoonaansluiting te verwijderen.

■ Sluit de modem niet op een digitale telefoonlijn aan. Hierdoor zal het modem schade oplopen.

1. Steek één uiteinde van de modemkabel in de modempoort.

2. Koppel het andere uiteinde van de modemkabel aan een telefoonaansluiting.

U dient niet aan de kabel te trekken of de computer te verplaatsen terwijl de kabel is aangesloten.

Als u gebruik maakt van een opslagapparaat (bijvoorbeeld een optisch station of een vaste schijf die aan een 16-bits PC-kaart is gekoppeld), is de modemsnelheid mogelijk laag of kan de communicatiesessie worden onderbroken.

Als het modem traag werkt of de communicatie tijdens modemgebruik wordt onderbroken, dient u de CPU-snelheid in te stellen op Maximum in

Power Options (Energiebeheer).

Gebruikershandleiding 4-5

LAN

Grondbeginselen

Ontkoppelen

Voer de volgende stappen uit om de kabel van de interne modem te los te koppelen.

1. Knijp het palletje op de connector in de telefoonaansluiting in en trek de connector eruit.

2. Koppel de kabel op dezelfde manier los van de computer.

De computer is uitgerust met netwerkhardware die ondersteuning biedt voor Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T) en

Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde).

Installeer of verwijder geen optionele geheugenmodule zolang Activering op LAN is ingeschakeld.

Activering op LAN werkt niet op accu-energie. Bij gebruik van deze functie dient de computer altijd aangesloten te zijn op de netadapter.

De LAN-kabel aansluiten

De computer moet correct worden geconfigureerd alvorens verbinding met een LAN te maken. Als u zich bij een LAN aanmeldt terwijl de standaardinstellingen van de computer van kracht zijn, kunnen storingen in het LAN optreden. Vraag de LAN-beheerder naar de juiste configuratieprocedures.

Gebruikt u Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), dan kunt u de computer aansluiten met een CAT5- of een CAT3-kabel.

Als u gebruikmaakt van 100BASE-TX Fast Ethernet, dient u de computer aan te sluiten met een CAT5-kabel.

Voer de volgende stappen uit om de LAN-kabel aan te sluiten.

1. Schakel de computer en alle erop aangesloten externe apparaten uit.

2. Koppel één uiteinde van de kabel aan de LAN-poort. Duw voorzichtig tot de vergrendeling vast klikt.

3. Koppel het andere uiteinde van de kabel aan een LAN-hubconnector.

Raadpleeg de LAN-beheerder voordat u de kabel op een hub aansluit.

Gebruikershandleiding 4-6

Grondbeginselen

De LAN-kabel ontkoppelen

Voer de volgende stappen uit om de LAN-kabel los te koppelen.

1. Druk het palletje op de connector in de LAN-poort van de computer in en trek de connector eruit.

2. Koppel de kabel op dezelfde wijze los van de LAN-hub. Raadpleeg de

LAN-beheerder voordat u de kabel van de hub loskoppelt.

Draadloos LAN

Het draadloze LAN is compatibel met andere LAN-systemen die voldoen aan de IEEE 802.11b/g of 802.11a/b/g-norm voor draadloos LAN.

Deze voorziening ondersteunt de volgende functies:

■ Automatische selectie van de verzendsnelheid in het verzendbereik 54,

11, 5,5, 2 en 1 Mbit/s

■ AES-gegevenscodering (Advanced Encryption Standard), gebaseerd op een 256-bits codeeralgoritme.

Ontwaken bij LAN-activiteit werkt niet in een draadloos LAN.

■ Zwerven (roaming) over meerdere kanalen

■ Kaartenergiebeheer

■ WEP-gegevenscodering (WEP = Wired Equivalent Privacy)

Network (Netwerk)

Er kan mogelijk geen netwerkverbinding tot stand worden gebracht met een opgegeven netwerknaam via de functie voor ad hoc-netwerk. Om de netwerkverbindingen weer in te schakelen, moet het nieuwe netwerk worden geconfigureerd voor alle computers die zijn aangesloten op hetzelfde netwerk.

Zorg dat u een nieuwe netwerknaam gebruikt.

Beveiliging

1. TOSHIBA raadt met klem aan de coderingsfunctie in te schakelen. Uw computer kan anders via de draadloze LAN-verbinding toegankelijk zijn voor buitenstaanders, wat kan leiden tot diefstal of verlies van de opgeslagen gegevens. De eigenaar van een internetverbinding is bovendien verantwoordelijk voor alle browser-, download- en uploadactiviteiten die via deze verbinding verlopen. Een niet-beveiligd, draadloos netwerk dat direct op het internet is aangesloten, staat derhalve open voor misbruik door anderen.

2. TOSHIBA is niet verantwoordelijk voor onrechtmatige toegang tot uw gegevens via de draadloze LAN-verbinding of voor eventuele beschadiging van die gegevens.

Gebruikershandleiding 4-7

Grondbeginselen

Schakelaar voor draadloze communicatie

U kunt de draadloos-LAN-functie in- of uitschakelen met de schakelaar voor draadloze communicatie. Als de schakelaar op uit staat, kunnen geen gegevens worden verzonden of ontvangen. Schuif de schakelaar naar voren om de functie in te schakelen en naar achteren om de functie uit te schakelen.

Zet de schakelaar in vliegtuigen en ziekenhuizen op uit. Controleer aan de hand van het Draadloze-communicatie-lampje of de functie voor draadloze communicatie uit is (het lampje brandt in dat geval niet).

Draadloze-communicatie-lampje

Dit lampje geeft de status van de draadloze-communicatiefuncties aan.

Status van het lampje Betekenis

Lampje uit Schakelaar voor draadloze communicatie staat op uit.

Lampje brandt Schakelaar voor draadloze communicatie staat op aan.

Optische schijfstations gebruiken

De illustraties in deze paragraaf stroken wellicht niet helemaal met uw station, maar het gebruik is voor alle optische schijfstations identiek. Het station van volledige grootte voorziet in snelle uitvoering van schijfprogramma’s. U kunt schijven van 12 cm of 8 cm zonder adapter gebruiken. Voor schijfstationsaansturing wordt een ATAPIinterfacecontroller gebruikt. Zodra de computer toegang krijgt tot een schijf, gaat het lampje op het station branden.

Gebruik het programma WinDVD om DVD-video's te bekijken.

Als u een CD-RW/DVD-ROM-station hebt, raadpleeg dan ook het gedeelte

CD's beschrijven met het CD-RW/DVD-ROM-station voor voorzorgsmaatregelen bij het beschrijven van CD's.

Raadpleeg bij gebruik van een DVD Super Multi-station tevens de paragraaf CD's/DVD's beschrijven met het DVD Super Multi-station voor voorzorgsmaatregelen bij het beschrijven van CD's.

Als u een DVD-ROM-station hebt, kunt u niet naar CD's schrijven.

Gebruikershandleiding 4-8

Grondbeginselen

Optische schijven laden

Voer de volgende stappen uit om schijven te laden.

1. Schakel de stroom in.

2. a. Druk op de uitwerpknop om de lade een stukje te openen.

b. U kunt de lade niet met de uitwerpknop openen wanneer de stroom van de computer is uitgeschakeld. In dat geval kunt u de lade openen door een dun voorwerp (ongeveer 15 mm lang) zoals een rechtgebogen paperclip in het ejectgaatje rechts van de ejectknop te steken.

Gebruikershandleiding 4-9

Grondbeginselen

3. Trek de lade voorzichtig uit totdat deze volledig is geopend.

4. Plaats de schijf met het label omhoog in de lade.

Zorg dat u de lens of het gebied eromheen niet aanraakt. Hierdoor kunt u storingen teweegbrengen in de werking van het station.

5. Druk voorzichtig in het midden van de schijf tot deze vastklikt. De schijf moet onder de bovenkant van de as liggen, vlak op het lade-oppervlak.

Gebruikershandleiding 4-10

Grondbeginselen

6. Duw zachtjes tegen het midden van de lade tot deze dichtklikt.

Duw zachtjes tot de lade vastklikt.

Als de schijf niet goed zit wanneer de lade gesloten is, bestaat het risico dat de schijf beschadigd raakt. Bovendien kan het dan gebeuren dat de lade niet volledig wordt geopend wanneer u op de ejectknop drukt.

Schijven verwijderen

Voer de volgende stappen uit om de schijf te verwijderen.

Druk niet op de uitwerpknop terwijl de computer toegang heeft tot het schijfstation. Wacht tot het optisch-stationslampje uitgaat voordat u de lade opent. Neem de schijf pas uit de lade nadat deze is opgehouden met draaien.

1. Druk op de ejectknop om de lade een stukje te openen. Trek de lade voorzichtig open.

■ Wanneer de lade een stukje wordt geopend, moet u even wachten tot de schijf is opgehouden met draaien voordat u de lade volledig opentrekt.

■ Als u de lade handmatig wilt openen door middel van het gaatje naast de uitwerpknop, dient u de computer eerst uit te schakelen. Als de schijf nog draait terwijl u de lade opent, kan de schijf van de as vliegen en letsel teweegbrengen.

2. De schijf steekt iets uit over de zijkanten van de lade, zodat u hem kunt pakken. Til de schijf voorzichtig uit de lade.

Gebruikershandleiding 4-11

Grondbeginselen

3. Duw zachtjes tegen het midden van de lade tot deze dichtklikt.

Duw zachtjes tot de lade vastklikt.

CD's beschrijven met een CD-RW-/DVD-ROM-station

Met het CD-RW-/DVD-ROM-station kunt u gegevens schrijven naar

CD-R-/CD-RW-schijven. Deze schrijftoepassing is vooraf geïnstalleerd:

TOSHIBA Disc Creator .

Belangrijk bericht

Lees deze paragraaf vóór het beschrijven van CD-R-/CD-RW-schijven grondig door en volg alle configuratie- en gebruiksaanwijzingen. Doet u dit niet, dan kan het gebeuren dat het CD-RW-/DVD-ROM-station niet correct werkt en krijgt u mogelijk te maken met schrijf- of herschrijffouten, gegevensverlies of andere schade.

Afwijzing van aansprakelijkheid

TOSHIBA is niet aansprakelijk voor:

■ Beschadiging van CD-R-/CD-RW-schijven als gevolg van het schrijf- of herschrijfproces.

■ Wijziging of verlies van de opgenomen inhoud van CD-R-/CD-RWschijven als gevolg van het schrijf- of herschrijfproces, of hieruit voortvloeiende winstderving of bedrijfsonderbreking.

■ Schade die is veroorzaakt door het gebruik van hardware of software van andere leveranciers. Hedendaagse optische stations zijn onderhevig aan dusdanige technologische beperkingen dat er onverwachte schijf- of herschrijffouten kunnen optreden als gevolg van de schijfkwaliteit of problemen met de gebruikte apparaten. Het is dan ook raadzaam om ten minste twee kopieën te maken van belangrijke gegevens, voor het geval de opgenomen inhoud onverhoopt wordt veranderd of verloren gaat.

Gebruikershandleiding 4-12

Grondbeginselen

Beschrijfbare CD's (CD-R's) kunnen slechts één keer worden beschreven.

Herschrijfbare CD's (CD-RW's) kunnen meer dan één keer worden beschreven.

Voordat u gaat schrijven of herschrijven

Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het schrijven en herschrijven van gegevens.

■ De volgende fabrikanten van CD-R- en CD-RW-media worden aanbevolen. De kwaliteit van media kan het schrijf- of herschrijfproces beïnvloeden. Beschrijfbare CD's (CD-R's) kunnen slechts één keer worden beschreven. Herschrijfbare CD's (CD-RW's) kunnen meer dan

één keer worden beschreven.

CD-R

CD-RW en Highspeed CD-RW

TAIYOYUDEN CO., LTD.

MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD.

RICOH Co., Ltd.

Hitachi Maxell Ltd.

MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD.

RICOH Co., Ltd.

Ultra-speed CD-RW MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD.

TOSHIBA heeft de werking van CD-R's en CD-RW's van bovenstaande fabrikanten bevestigd. De werking van andere media kan niet worden gegarandeerd.

■ Herschrijfbare CD's (CD-RW's) kunnen ongeveer duizendmaal worden beschreven. Het werkelijke aantal hangt af van de kwaliteit van de media en het gebruik ervan.

■ Vergeet niet de netadapter aan te sluiten wanneer u begint met schrijven of herschrijven.

■ Sluit alle softwareprogramma's behalve de schrijfsoftware.

■ Voer geen programma's uit die de CPU belasten, bijvoorbeeld schermbeveiliging.

■ Zorg dat de computer met een volledige stroomvoorziening werkt.

Gebruik geen energiebesparingsfuncties.

■ Schrijf niet terwijl anti-virussoftware actief is. Wacht tot het programma klaar is en schakel vervolgens de anti-virussoftware uit en andere programma's die automatisch bestanden controleren op de achtergrond.

■ Gebruik geen hulpprogramma's voor harde schijven, ook geen programma's die de toegangssnelheid tot schijven vergroten, aangezien deze tot een instabiele werking kunnen leiden en gegevens kunnen beschadigen.

Gebruikershandleiding 4-13

Grondbeginselen

■ Schrijf vanaf de vaste schijf van de computer naar de CD. Probeer niet te schrijven vanaf gedeelde apparaten zoals een LAN-server of andere netwerkapparaten.

■ Schrijven beschrijven met andere software dan TOSHIBA Disc Creator

(optioneel) is niet getest. De werking in combinatie met andere software kan niet worden gegarandeerd.

Schrijven of herschrijven

Neem de volgende punten in acht wanneer u CD-R-/CD-RW-schijven,

DVD-R-/DVD-RW-/DVD-RAM-schijven of DVD+R-/DVD+RW-schijven beschrijft of herschrijft.

■ Vermijd de volgende handelingen tijdens het schrijf-/herschrijfproces.

■ Wisselen van gebruiker in het besturingssysteem Windows Vista™.

■ Gebruik van de computer zoals het hanteren van het aanwijsapparaat (muis of touchpad) en het sluiten/openen van het

LCD-scherm.

■ Het starten van communicatietoepassingen (bijvoorbeeld een modemprogramma).

■ Handelingen waardoor de computer wordt blootgesteld aan schokken of trillingen.

■ Het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten, zoals PC-kaarten, USB-apparaten, een externe monitor, i.Linkapparaten of optische stations.

■ Gebruik van de audio-/videobedieningsknoppen om geluid te reproduceren.

■ Open het station.

■ Gebruik tijdens het (her)schrijven niet de afsluit-/afmeldprocedure en de

(zuinige) slaapstand.

■ Zorg ervoor dat het schrijven of herschrijven is voltooid voordat u overschakelt naar de (zuinige) slaapstand. Het schrijfproces is voltooid als u de lade van het station kunt openen.

■ Plaats de computer op een egaal, horizontaal oppervlak en vermijd plaatsen waar trillingen waarneembaar zijn, bijvoorbeeld auto's, treinen en vliegtuigen. Gebruik geen instabiele plekken zoals een wankele tafel.

■ Houd mobiele telefoons en andere draadloze communicatieapparaten uit de buurt van de computer.

■ Kopieer gegevens altijd vanaf de vaste schijf naar de CD. Maak geen gebruik van de Windows-functie Knippen-en-plakken aangezien de originele gegevens verloren gaan als er zich een fout voordoet.

Gebruikershandleiding 4-14

Grondbeginselen

CD’s/DVD’s schrijven naar een DVD Super Multi-station dat opnames op een Double Layer schijf ondersteunt

Met het DVD Super Multi-station kunt u gegevens schrijven naar CD-R-

/RW-schijven en naar DVD-R-/RW-/+R-/+RW-/RAM-schijven. De volgende schrijftoepassingen zijn vooraf geïnstalleerd.

■ TOSHIBA Disc Creator.

■ Ulead DVD MovieFactory

®

Systems, Inc.

for TOSHIBA, een product van Ulead

Belangrijk bericht

Lees deze paragraaf vóór het beschrijven van CD-R-/CD-RW-schijven of

DVD-R-/DVD-RW-, DVD+R-/DVD+RW- of DVD-RAM-schijven grondig door en volg alle configuratie- en gebruiksaanwijzingen. Doet u dit niet, dan kan het gebeuren dat het DVD Super Multi-station niet correct werkt en krijgt u mogelijk te maken met schrijf- of herschrijffouten, gegevensverlies of materiële schade.

Afwijzing van aansprakelijkheid

TOSHIBA is niet aansprakelijk voor:

■ Beschadiging van CD-R-/RW-schijven of DVD-R-/RW-/+R-/+RW-/RAMschijven als gevolg van het (her)schrijfproces;

■ Wijziging of verlies van de opgenomen inhoud van CD-R/CD-RWschijven, DVD-R/DVD-RW-schijven, DVD+R/DVD+RW-schijven of

DVD-RAM-schijven als gevolg van het schrijf- of herschrijfproces, of hieruit voortvloeiende winstderving of bedrijfsonderbreking;

■ Schade die is veroorzaakt door het gebruik van hardware of software van andere leveranciers.

Hedendaagse optische stations zijn onderhevig aan dusdanige technologische beperkingen dat er onverwachte schijf- of herschrijffouten kunnen optreden als gevolg van de schijfkwaliteit of problemen met de gebruikte apparaten. Het is dan ook raadzaam om ten minste twee kopieën te maken van belangrijke gegevens, voor het geval de opgenomen inhoud onverhoopt wordt veranderd of verloren gaat.

Voordat u gaat schrijven of herschrijven

Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het schrijven en herschrijven van gegevens.

■ Op grond van TOSHIBA’s beperkte compatibiliteitstests worden de volgende fabrikanten van CD-R-/CD-RW-schijven, DVD-R-/DVD-RW-,

DVD+R-/DVD+RW-schijven en DVD-RAM-schijven aanbevolen.

TOSHIBA staat echter niet in voor de werking, kwaliteit of prestaties van enigerlei schijven. De schijfkwaliteit kan het schrijf- of herschrijfproces beïnvloeden.

Gebruikershandleiding 4-15

Grondbeginselen

CD-R

CD-RW en Highspeed CD-RW

Ultra-speed

CD-RW

DVD-R

TAIYOYUDEN CO., LTD.

MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD.

RICOH Co., Ltd.

Hitachi Maxell Ltd.

MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD.

RICOH Co., Ltd.

MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD.

DVD-RW

DVD+R

DVD+RW

*DVD-RAM

DVD-specificaties voor beschrijfbare schijven voor algemeen gebruik, Versie 2.0

TAIYOYUDEN CO., LTD.

Matsushita Electric Industrial Co., Ltd.

DVD-specificaties voor herschrijfbare schijven,

Versie 1.1 of Versie 1.2

VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED

MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD.

MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD.

RICOH Co., Ltd

MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD.

RICOH Co., Ltd.

DVD-specificaties voor DVD-RAM-schijven voor versie 2.0, versie 2.1 of versie 2.2

Matsushita Electric Industrial Co., Ltd.

Hitachi Maxell Ltd.

MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD.

DVD+R

(Double Layer)

DVD-R

(Dual Layer)

MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD.

■ Controleer of de disc van goede kwaliteit, schoon en onbeschadigd is.

Is dit niet het geval, dan kunnen fouten optreden tijdens het

(her)schrijven. Controleer de schijf op vuil of beschadiging voor u deze gebruikt.

■ Hoe vaak een CD-RW of DVD-RW/DVD+RW/DVD-RAM kan worden beschreven, is afhankelijk van de schijfkwaliteit en de manier waarop de schijf wordt gebruikt.

■ Er bestaan twee soorten DVD-R's: voor authoring en voor algemeen gebruik. Gebruik geen zogeheten authoring-schijven. Alleen schijven voor algemeen gebruik kunnen met een computerstation worden beschreven.

Gebruikershandleiding 4-16

Grondbeginselen

■ Alleen Format 1 wordt ondersteund voor DVD-R DL. Daarom kunt u niets extra schrijven. Als uw gegevens minder dan DVD-R (SL) zijn, raden wij aan DVD-R (SL)-schijven te gebruiken.

■ U kunt DVD-RAM-schijven gebruiken die u uit hun omhulsel kunt verwijderen en DVD-RAM-schijven die geen omhulsel bevatten. U kunt schijven met een capaciteit van 2,6 GB enkelzijdig of 5,2 GB dubbelzijdig niet gebruiken.

■ DVD-R's, DVD+R's, DVD-RW's, DVD+RW's en DVD-RAM's kunnen wellicht niet worden gelezen op bepaalde DVD-spelers of op DVD-

ROM-stations voor computers.

■ Gegevens die naar een CD-R-, DVD-R- of DVD+R-schijf zijn geschreven, kunnen niet gedeeltelijk of volledig worden verwijderd.

■ Gegevens die van een CD-RW-, DVD-RW-, DVD+RW- of DVD-RAMschijf zijn gewist, kunnen niet worden teruggehaald. Controleer de inhoud van een schijf zorgvuldig voordat u deze verwijdert. Als er meerdere stations zijn aangesloten die gegevens naar schijven kunnen schrijven, dient u op te letten dat u niet de gegevens van het verkeerde station verwijdert.

■ Bij het schrijven naar een DVD-R/DVD+R/DVD-RW/DVD+RW is schijfruimte nodig voor bestandsbeheer, wat inhoudt dat schijven mogelijk niet tot de maximale capaciteit kunnen worden beschreven.

■ De schijf functioneert volgens de DVD-R/-RW-standaard en wordt opgevuld met dummygegevens als er gegevens naar worden geschreven die minder dan 1 GB in beslag nemen. Zelfs als u een kleine hoeveelheid gegevens schrijft, kan het even duren om de schijf met dummygegevens te vullen.

■ Er zijn twee soorten DVD-R/+R/-RW/+RW/-RAM-schijven verkrijgbaar: data en video. U gebruikt een videodisc om videogegevens op te slaan.

Videoschijven zijn geschikt voor DVD-recorders en DVD-ROM-stations van computers. U kunt datadiscs niet gebruiken in een DVD-recorder.

■ Een DVD-RAM die met FAT32 is geformatteerd, kan onder

Windows 2000 alleen met een DVD-RAM-stuurprogramma worden gelezen.

■ Als er meerdere stations zijn aangesloten die gegevens naar schijven kunnen schrijven, dient u op te letten dat u niet naar het verkeerde station schrijft.

■ Vergeet niet de netadapter aan te sluiten voordat u begint met schrijven of herschrijven.

■ Als u wilt overschakelen naar de (zuinige) slaapstand, moet u eerst controleren of het schrijven naar DVD-RAM is voltooid. Het schrijven is voltooid wanneer u de DVD-RAM-schijf kunt uitwerpen.

■ Sluit alle softwareprogramma's behalve de schrijfsoftware.

■ Voer geen programma's uit die de processor belasten, zoals een schermbeveiliging.

■ Zorg dat de computer met een volledige stroomvoorziening werkt.

Gebruik geen energiebesparingsfuncties.

Gebruikershandleiding 4-17

Grondbeginselen

■ Schrijf niet terwijl anti-virussoftware actief is. Wacht tot het programma klaar is en schakel vervolgens de anti-virussoftware uit en andere programma's die automatisch bestanden controleren op de achtergrond.

■ Gebruik geen hulpprogramma's voor harde schijven, ook geen programma's die de toegangssnelheid tot schijven vergroten, aangezien deze tot een instabiele werking kunnen leiden en gegevens kunnen beschadigen.

■ Schrijf vanaf de vaste schijf van de computer naar de CD. Probeer niet te schrijven vanaf gedeelde apparaten zoals een LAN-server of andere netwerkapparaten.

■ Schrijven met andere software dan TOSHIBA Disc Creator of Ulead

DVD MovieFactory

®

for TOSHIBA is niet bevestigd. De werking in combinatie met andere software kan derhalve niet worden gegarandeerd.

Schrijven of herschrijven

Neem de volgende punten in acht wanneer u CD-R-/CD-RW-schijven,

DVD-R-/DVD-RW-/DVD-RAM-schijven of DVD+R-/DVD+RW-schijven beschrijft of herschrijft.

Vermijd de volgende handelingen tijdens het schrijf-/herschrijfproces:

■ Wisselen van gebruiker in het besturingssysteem Windows Vista™.

■ Gebruik van de computer zoals het hanteren van het aanwijsapparaat

(muis of touchpad) en het sluiten/openen van het LCD-scherm.

■ Het starten van communicatietoepassingen (bijvoorbeeld een modemprogramma).

■ Handelingen waardoor de computer wordt blootgesteld aan schokken of trillingen.

■ Het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten, zoals

PC-kaarten, USB-apparaten, een externe monitor, i.Link-apparaten of optische stations.

■ Gebruik van de audio-/videobedieningsknoppen om geluid te reproduceren.

■ Open het station.

■ Gebruik tijdens het (her)schrijven niet de afsluit-/afmeldprocedure en de

(zuinige) slaapstand.

■ Zorg ervoor dat het schrijven of herschrijven is voltooid voordat u overschakelt naar de (zuinige) slaapstand. Het schrijfproces is voltooid als u de lade van het station kunt openen.

■ Plaats de computer op een egaal, horizontaal oppervlak en vermijd plaatsen waar trillingen waarneembaar zijn, bijvoorbeeld auto's, treinen en vliegtuigen. Gebruik geen instabiele plekken zoals een wankele tafel.

■ Houd mobiele telefoons en andere draadloze communicatieapparaten uit de buurt van de computer.

Gebruikershandleiding 4-18

Grondbeginselen

■ Kopieer gegevens altijd vanaf de vaste schijf naar de CD. Maak geen gebruik van de Windows-functie Knippen-en-plakken aangezien de originele gegevens verloren gaan als er zich een fout voordoet.

Wanneer u Ulead DVD MovieFactory

®

for TOSHIBA gebruikt

Een DVD-video maken

Vereenvoudigde stappen om een DVD-video te maken van videogegevens die zijn vastgelegd met een DV-camera:

1. Klik op Start All Programs (Alle programma's) DVD

MovieFactory for TOSHIBA Ulead DVD MovieFactory for

TOSHIBA Launcher om DVD MovieFactory te starten.

2. Plaats een DVD-RW of DVD+RW in de brander.

3. Klik op Video Disc (Videoschijf) Burn Video to Disc (Video naar schijf branden) om het dialoogvenster Direct Recording (Direct opnemen) te starten, selecteer DVD-Video/+VR om de pagina

Straight Capture to Disc (Rechtstreeks vastleggen op schijf) te openen.

4. Selecteer DVD-Video (DVD-video-indeling).

5. Bevestig dat DV de opnamebron is.

6. Druk op de knop Capture (Opnemen).

Eenvoudige stappen voor het maken van een DVD-video door een videobron toe te voegen.

1. Klik op Start All Programs (Alle programma's)

DVD MovieFactory for TOSHIBA Ulead DVD MovieFactory for

TOSHIBA Launcher om DVD MovieFactory te starten.

2. Klik op Video Disc (Videoschijf) New Project (Nieuw project) om de

2e Launcher te starten, selecteer uw projecttype en start vervolgens

DVD MovieFactory.

3. Voeg een bron van de vaste schijf toe door te klikken op de knop

Add Video files om een navigatiedialoogvenster te openen.

4. Selecteer de bronvideo en ga naar de volgende pagina om het menu toe te passen.

5. Nadat u een menusjabloon hebt geselecteerd, klikt u op Next

(Volgende) om naar de Burning Page (Branden-pagina) te gaan.

6. Selecteer het uitvoertype en klik vervolgens op Burn (Branden).

Meer informatie over Ulead DVD MovieFactory

®

Raadpleeg de handleiding en Help-bestanden voor meer informatie over

Ulead DVD MovieFactory .

Gebruikershandleiding 4-19

Grondbeginselen

Belangrijke informatie over het gebruik

Houd rekening met de volgende beperkingen wanneer u een video-DVD maakt:

1. Digitale video bewerken

■ Meld u aan met beheerdersrechten om DVD MovieFactory te kunnen gebruiken.

■ Zorg dat de computer op de netadapter werkt wanneer u DVD

MovieFactory gebruikt.

■ Zorg dat de computer met een volledige stroomvoorziening werkt.

Gebruik geen energiebesparingsfuncties.

■ U kunt een voorbeeld weergeven terwijl u een DVD bewerkt. Als echter een andere toepassing actief is, worden voorbeelden mogelijk niet correct weergegeven.

■ Met DVD MovieFactory kunt u geen auteursrechtelijk beschermde inhoud bewerken of afspelen.

■ Schakel de (zuinige) slaapstand niet in terwijl u DVD MovieFactory gebruikt.

■ Gebruik DVD MovieFactory niet direct nadat u de computer hebt ingeschakeld. Wacht tot alle schijfactiviteit is geëindigd.

■ Als u opneemt naar een DV-camera, laat de camera dan gedurende enkele seconden opnemen voor u de daadwerkelijke gegevens opneemt om ervoor te zorgen dat alle gegevens worden vastgelegd.

■ Deze versie ondersteunt geen CD-recorder-, JPEG-, DVD-audio-, mini-

DVD- en video-CD-functies.

■ Sluit alle andere programma’s terwijl u video opneemt op DVD of videoband.

■ Voer geen programma's uit die de CPU belasten, zoals een schermbeveiliging.

■ Ondersteunt geen mp3-decodering en -codering.

2. Voor u de video opneemt op DVD

■ Als u opneemt op DVD, gebruik dan alleen schijven die worden aanbevolen door de fabrikant van het station.

■ Stel de werkschijf niet in op een traag apparaat, zoals een vaste schijf met USB 1.1, omdat dan geen DVD's geschreven kunnen worden.

■ Vermijd de volgende handelingen:

■ gebruik van de computer zoals het hanteren van het aanwijsapparaat (muis of touchpad) en het sluiten/openen van het

LCD-scherm;

■ Handelingen waardoor de computer wordt blootgesteld aan schokken of trillingen.

■ gebruik van de modusschakelaar en audio-

/videobedieningsknoppen om muziek of spraak af te spelen;

■ het DVD-station openen;

Gebruikershandleiding 4-20

Grondbeginselen

■ Het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten zoals: PC-kaart, SD-kaart, USB-apparaten, extern beeldscherm, i.LINK- apparaten, optische digitale apparaten.

■ Controleer de schijf nadat u belangrijke gegevens hebt opgenomen.

■ Een DVD-R/+R/-RW kan niet in VR-indeling worden beschreven.

■ Ondersteunt geen weergave van VCD- of SVCD-indeling.

3. Over Rechtstreeks naar schijf

■ Ondersteunt geen opnamen op DVD-R/+R

■ Ondersteunt geen opnamen in DVD+VR-indeling door HDV

■ HDV-ondersteuning voor alleen branden van DVD-video

■ DVD-VR-indeling wordt niet ondersteund om menu toe te voegen

4. Over opgenomen DVD’s

■ DVD-R's, DVD+R's, DVD-RW's en DVD-RAM's kunnen wellicht niet worden gelezen op bepaalde DVD-spelers of op DVD-ROM-stations voor PC's.

■ Als u een opgenomen schijf afspeelt op uw computer, gebruik dan de toepassing WinDVD.

■ Als u een vaak gebruikte herschrijfbare schijf gebruikt, is een volledige formattering wellicht niet mogelijk. Gebruik een nieuwe schijf.

TOSHIBA Disc Creator

Opmerking: let op de volgende beperkingen wanneer u TOSHIBA

Disc Creator gebruikt:

■ TOSHIBA Disc Creator kan niet worden gebruikt voor het maken van

DVD-video.

■ TOSHIBA Disc Creator kan niet worden gebruikt voor het maken van

DVD-audio.

■ De functie Audio CD van TOSHIBA Disc Creator kan niet worden gebruikt voor het opnemen van muziek op DVD-R/-RW of

DVD+R/+RW.

■ Gebruik de functie Disc Backup van TOSHIBA Disc Creator niet voor het kopiëren van DVD-Video en DVD-ROM die auteursrechtelijk zijn beschermd. Met de functie Disc Backup van TOSHIBA Disc Creator kunt u geen back-up maken van DVD-RAM-media.

■ U kunt de functie Disc Backup van TOSHIBA Disc Creator niet gebruiken om de inhoud van een CD-ROM of CD-R/-RW naar een

DVD-R/-RW of DVD+R/+RW te kopiëren.

■ U kunt de inhoud van een DVD-ROM, DVD-Video-schijf, DVD-R/DVD-

RW of DVD+R/DVD+RW niet naar een CD-R/CD-RW kopiëren met

TOSHIBA Disc Creator.

■ TOSHIBA Disc Creator kan niet opnemen in de pakketindeling.

Gebruikershandleiding 4-21

Grondbeginselen

■ Met de functie Disc Backup van TOSHIBA Disc Creator kunt u wellicht geen back-up maken van een DVD-R-/-RW of DVD+R/+RW die met andere software op een andere DVD-R/-RW- of DVD+R/+RW-recorder is gemaakt.

■ Als u gegevens toevoegt aan een DVD-R of DVD+R waarop reeds gegevens zijn opgenomen, kunnen de toegevoegde gegevens in bepaalde omstandigheden niet worden gelezen. Het kan niets lezen vanuit 16-bits besturingsystemen zoals Windows 98 Tweede Editie en

Windows ME. In Windows NT4 hebt u Service Pack 6 of later nodig om gegevens te kunnen lezen en in Windows 2000 hebt u hiervoor Service

Pack 2 of later nodig. Sommige optische stations kunnen geen toegevoegde gegevens lezen, ongeacht welk besturingssysteem wordt gebruikt.

■ Opname op DVD-RAM-schijven wordt niet ondersteund door TOSHIBA

Disc Creator. Als u op een DVD-RAM wilt opnemen, dient u Verkenner of een ander hulpprogramma te gebruiken.

■ Controleer alvorens een back-up van een DVD te maken of het bronstation ondersteuning biedt voor opnemen op DVD-R-/DVD-RW- of DVD+R-/DVD+RW-schijven. Is dit niet het geval, dan wordt de DVD mogelijk niet correct gekopieerd.

■ Wanneer u een back-up maakt van een DVD-R, DVD-RW, DVD+R of DVD+RW, dient u hetzelfde type schijf te gebruiken.

■ Gegevens die naar een CD-RW, DVD-RW of DVD+RW zijn geschreven, kunnen niet gedeeltelijk worden verwijderd.

Gegevensverificatie

Om te controleren of het schrijf-/herschrijfproces correct verloopt, voert u de volgende stappen uit voordat u gegevens naar een data-CD of -DVD schrijft.

1. Geef het dialoogvenster met instellingen weer door een van de volgende twee stappen uit te voeren:

■ Klik op de instellingenknop ( ) voor schrijven op de hoofdwerkbalk in de modus Data CD/DVD .

■ Selecteer Setting for writing (Instellen op schrijven)

Data CD/DVD (Gegevens CD/DVD) in het menu Setting

(Instelling).

2. Schakel het selectievakje Geschreven gegevens controleren in.

3. Selecteer de modus File Open of Full Compare .

4. Klik op OK .

Gebruikershandleiding 4-22

Grondbeginselen

Behandeling van schijven/diskettes

In dit gedeelte treft u tips aan voor het beschermen van de gegevens die u op schijven of diskettes hebt opgeslagen.

Ga voorzichtig om met schijven. Door de volgende eenvoudige richtlijnen in acht te nemen kunt u de levensduur van uw media verlengen en de erop opgeslagen gegevens beschermen:

1. Bewaar diskettes in hun originele houders om ze te beschermen en schoon te houden.

2. Buig de schijf niet.

3. Beschadig het oppervlak van een schijf niet door er bijvoorbeeld een etiket op te plakken of erop te schrijven.

4. Houd een schijf bij de rand of bij het gat in het midden vast.

5. Stel schijven niet bloot aan direct zonlicht, extreme hitte of koude, en plaats geen zware voorwerpen op de schijven.

6. Als uw schijven stoffig of vuil raken, kunt u ze afvegen met een schone, droge doek. Veeg vanuit het midden naar buiten (niet in een cirkel).

Gebruik zo nodig een doek die is bevochtigd met water of een neutraal schoonmaakmiddel. Gebruik geen benzine, verdunningsmiddel of soortgelijke schoonmaakmiddelen.

Diskettes

1. Bewaar diskettes in hun originele houders om ze te beschermen en schoon te houden. Maak een vuile diskette schoon met een zachte doek die is bevochtigd met water. Gebruik geen schoonmaakmiddelen.

2. Duw het metalen schuifje van een diskette niet opzij en raak het magnetische oppervlak niet aan.

3. Buig diskettes niet en stel deze niet bloot aan direct zonlicht of extreme temperaturen; als u dit voorschrift niet in acht neemt, kunnen gegevens verloren gaan.

4. Plaats geen zware voorwerpen op uw diskettes.

5. Eet, rook of gum niet in de nabijheid van uw diskettes. Vreemde deeltjes kunnen het magnetische oppervlak van een diskette beschadigen.

6. Magnetische energie kan de gegevens op uw diskettes vernietigen.

Houd uw diskettes daarom uit de buurt van voorwerpen die magnetische velden genereren, zoals luidsprekers, radio's en tv's.

Gebruikershandleiding 4-23

Grondbeginselen

Meerdere beeldschermen instellen

U kunt de computer configureren voor het gebruik van meerdere beeldschermen, zodat het bureaublad in feite over twee monitors wordt verdeeld.

In het venster Eigenschappen voor Beeldscherm kunt u de relatieve posities van de twee beeldschermen (wanneer deze als een uitgebreid bureaublad zijn geconfigureerd) preciezer aanpassen. In dit venster kunt u de twee beeldschermen in een horizontale, verticale of diagonale configuratie plaatsen, zoals in de volgende afbeelding wordt aangegeven.

Als er geen extern beeldscherm aangesloten zal zijn wanneer u de computer de volgende keer gebruikt, dient u eventuele kloonscherminstellingen of instellingen voor een uitgebreid bureaublad uit te schakelen alvorens de computer af te sluiten.

Kloonscherminstellingen zijn instellingen waar meer dan één apparaat is geselecteerd en tegelijk van toepassing is.

Gebruikershandleiding 4-24

Grondbeginselen

Computer schoonmaken

Om een lange levensduur en storingsvrij gebruik te waarborgen dient u de computer stofvrij te houden en voorzichtig te zijn met vloeistoffen in de buurt van de computer.

■ Mors geen vloeistoffen in de computer. Als de computer toch nat wordt, schakelt u onmiddellijk de stroom uit; laat de computer volledig drogen voordat u hem weer aanzet.

■ Reinig de computer met een licht (met water) bevochtigde doek. Voor het beeldscherm kunt u een glasreinigingsmiddel gebruiken. Sproei een kleine hoeveelheid reinigingsmiddel op een zachte, schone doek en veeg het scherm hiermee voorzichtig af.

Sproei schoonmaakmiddel nooit rechtstreeks op de computer en laat er geen vloeistof inlopen. Gebruik nooit bijtende chemicaliën om de computer te reinigen.

Computer verplaatsen

De computer is een robuust apparaat. Wanneer u de computer verplaatst, dient u echter enkele eenvoudige voorzorgsmaatregelen te treffen om te zorgen dat het systeem probleemloos blijft werken.

■ Zorg dat alle schijfactiviteit is gestopt voor u de computer verplaatst.

Controleer het vaste-schijf- en het optisch-stationslampje op de computer.

■ Als er een diskette in het diskettestation zit, verwijdert u deze.

■ Als het optische schijfstation een schijf bevat, verwijdert u deze. Zorg tevens dat de lade van het schijfstation goed is gesloten.

■ Schakel de computer uit.

■ Ontkoppel alle randapparaten alvorens de computer te verplaatsen.

■ Sluit het beeldscherm. Til de computer niet op aan het scherm of aan de achterkant (waar de interfacepoorten zich bevinden).

■ Sluit alle poortafdekkingen.

■ Ontkoppel de netadapter als deze is aangesloten.

■ Gebruik een draagtas wanneer u de computer vervoert.

Gebruikershandleiding 4-25

Het toetsenbord

Hoofdstuk 5

Het toetsenbord

Het toetsenbord van de computer is compatibel met een uitgebreid toetsenbord met 104/105 toetsen. Door bepaalde toetsen tegelijkertijd in te drukken, kunt u alle functies uitvoeren die op een toetsenbord met

104/105 toetsen beschikbaar zijn.

Het aantal toetsen op uw toetsenbord is afhankelijk van de toetsenbordindeling waarmee uw computer is geconfigureerd. Er zijn toetsenborden voor verschillende talen beschikbaar.

Er zijn zes soorten toetsenbordtoetsen: typemachinetoetsen, geïntegreerde numerieke toetsen, functietoetsen, zogenoemde "softkeys", speciale Windows

®

-toetsen en cursorbesturingstoetsen.

Typemachinetoetsen

De typemachinetoetsen produceren de hoofd- en kleine letters, cijfers, leestekens en speciale symbolen die op het scherm worden weergegeven.

Er zijn echter enkele verschillen tussen het gebruik van een typemachine en het gebruik van een computertoetsenbord:

■ Letters en cijfers die met de computer zijn geproduceerd, verschillen van breedte. Spaties, die door een spatieteken worden gecreëerd, kunnen ook variëren, al naar gelang uitlijning en andere factoren.

■ Op computers zijn de kleine letter l (el) en het cijfer 1 (één) niet verwisselbaar.

■ Hoofdletter O en 0 (nul) zijn niet verwisselbaar.

■ Caps Lock , de functietoets voor hoofdlettervergrendeling, is alleen van invloed op de lettertoetsen, niet (zoals op typemachines) op de cijfer- en symbooltoetsen.

■ De Shift - of hoofdlettertoetsen, de Tab -toets en de toets BkSp

(backspace- ofwel correctietoets) hebben dezelfde functie als de gelijknamige typemachinetoetsen maar hebben bovendien speciale computerfuncties.

Gebruikershandleiding 5-1

Het toetsenbord

Functietoetsen F1 ... F12

De functietoetsen, niet te verwarren met de Fn -toets, zijn de 12 toetsen boven aan het toetsenbord. Deze toetsen zijn donkergrijs, maar werken anders dan de andere donkergrijze toetsen.

F1 tot en met F12 worden aangeduid als functietoetsen, omdat u hiermee geprogrammeerde functies kunt uitvoeren. Als u pictogramtoetsen in combinatie met de Fn -toets gebruikt, worden specifieke functies op de

computer uitgevoerd. Zie de paragraaf Softkeys: Fn-toetscombinaties in dit

hoofdstuk. De werking van individuele toetsen is afhankelijk van de software die u gebruikt.

Softkeys: Fn-toetscombinaties

De toets Fn (functie) is een bijzondere toets die alleen op TOSHIBAcomputers aanwezig is en die in combinatie met andere toetsen "softkeys" vormt. Softkeys zijn toetscombinaties die specifieke voorzieningen activeren, uitschakelen of configureren.

In sommige softwareprogramma’s werken softkeys niet naar behoren of werken ze in het geheel niet. De softkey-instellingen worden niet hersteld door de slaapstandfunctie.

Emulatietoetsen

Het is mogelijk dat uw softwaretoepassing een toets vereist die niet op het toetsenbord voorkomt. Door de Fn -toets in combinatie met een van de volgende toetsen in te drukken emuleert u de functies van het uitgebreide toetsenbord.

Druk op Fn + F11 om de geïntegreerde numerieke toetsen te activeren. De grijze toetsen met witte cijfers worden hierdoor cijfertoetsen ( Fn + F11 ).

Raadpleeg de paragraaf Geïntegreerde numerieke toetsen in dit hoofdstuk voor meer informatie over het gebruik van deze toetsen. Bij het opstarten is deze functie standaard uitgeschakeld.

Druk op Fn + F12 ( ScrLock ) om de cursor op een bepaalde regel te vergrendelen. Bij het opstarten is deze functie standaard uitgeschakeld.

Gebruikershandleiding 5-2

Het toetsenbord

Met Fn + Enter emuleert u de Enter -toets op het numerieke toetsenblok van het uitgebreide toetsenbord.

Met Fn + Ctrl emuleert u de rechter Ctrl -toets van het uitgebreide toetsenbord.

Sneltoetsen

Fn + ESC Mute (Dempen) – Hiermee schakelt u het volume in of uit.

Fn + F1 Lock (Vergrendelen) – Hiermee schakelt u de modus

"Lock computer" (Computer vergrendelen) in. U kunt uw bureaublad alleen herstellen door u opnieuw aan te melden.

Fn + F2 Power Plan Mode (Modus voor energieplan) – Hiermee worden de energiebesparingsmodi weergegeven, waarna u wijzigingen in de energie-instellingen kunt aanbrengen.

Fn + F3 Sleep (Slaapstand) - Hiermee wordt het systeem in de slaapstand gezet.

Fn + F4 Hibernate (Zuinige slaapstand) – Hiermee wordt het systeem in de zuinige slaapstand gezet.

Fn + F5 Output (Uitvoer) – Hiermee worden weergaven gewijzigd.

De standaardresolutie voor de simultaanmodus is WXGA (1280 × 800).

Als u een RGB-monitor aansluit die deze resolutie niet ondersteunt, dient u de resolutie te wijzigen in het onderdeel "Display Properties"

(Beeldschermeigenschappen).

Fn + F6

Fn + F7

Fn + F8

Fn + F9

Fn + F11

Fn + F12

Helderheid (verlagen)

Helderheid (verhogen)

Wireless (Draadloos) – Hiermee kunt u schakelen tussen actieve apparaten als de draadloze communicatie is ingeschakeld.

Touchpad aan/uit

Numeric Keypad On/Off (Numeriek toetsenblok aan/uit) –

Met deze sneltoets schakelt u het geïntegreerde cursortoetsenblok in en uit. Zie hoofdstuk 3 voor meer informatie.

Scroll Lock aan/uit

Gebruikershandleiding 5-3

Het toetsenbord

Fn +

Fn +

Volume omhoog

Volume omlaag

Speciale Windows-toetsen

Het toetsenbord is voorzien van twee toetsen die in Windows Vista™ speciale functies hebben. De ene activeert het menu Start en de andere heeft dezelfde functie als de secundaire muisknop.

Deze toets activeert het Windows Vista™-menu Start.

Deze toets heeft dezelfde functie als de secundaire muisknop.

Geïntegreerde numerieke toetsen

In plaats van een apart numeriek toetsenblok heeft het toetsenbord van uw computer geïntegreerde numerieke toetsen.

De toetsen met de witte opschriften in het midden van het toetsenbord zijn de geïntegreerde numerieke toetsen. Het toetsenbord heeft dezelfde functies als het numerieke toetsenblok.

De geïntegreerde numerieke toetsen inschakelen

U kunt de geïntegreerde numerieke toetsen gebruiken voor het invoeren van cijfers of voor cursor- en paginabesturing.

Numerieke modus

Om de numerieke modus te activeren drukt u op Fn + F11 (het lampje van de numerieke modus gaat branden). Nu kunt u cijfers invoeren met de toetsen die hieronder worden geïllustreerd. Druk nogmaals op Fn + F11 om de geïntegreerde numerieke toetsen uit te schakelen.

Gebruikershandleiding 5-4

Het toetsenbord

Tijdelijk de cursormodus gebruiken

Als de numerieke modus actief is, kunt u tijdelijk naar de cursormodus overschakelen door op een Shift-toets te drukken. In de cursormodus is cursor- en paginabesturing mogelijk met de toetsen die zijn weergegeven in het onderstaande diagram.

CAPS

LOCK

SHIFT

CTRL FN ALT

ALT

GR

PAUSE

BREAK

PRTSC

SYSRQ

INS

BACK

SPACE

DEL

HOME

ENTER

PGUP

PGDN

SHIFT END

CTRL

Tijdelijk het gewone toetsenbord gebruiken (geïntegreerde numerieke toetsen aan)

Tijdens het gebruik van de geïntegreerde numerieke toetsen kunt u tijdelijk met het gewone toetsenbord werken zonder de geïntegreerde numerieke toetsen uit te schakelen:

1. Houd Fn ingedrukt en druk op een andere toets. Alle toetsen werken alsof de geïntegreerde numerieke toetsen zijn uitgeschakeld.

2. Typ hoofdletters door Fn + Shift ingedrukt te houden en op een lettertoets te drukken.

3. Laat Fn los om de geïntegreerde numerieke toetsen weer in gebruik te nemen.

Gebruikershandleiding 5-5

Het toetsenbord

Tijdelijk de geïntegreerde numerieke toetsen gebruiken

(geïntegreerde numerieke toetsen uit)

Tijdens het gebruik van het gewone toetsenbord kunt u tijdelijk met de geïntegreerde numerieke toetsen werken zonder deze in te schakelen:

1. Druk op Fn en houd deze toets ingedrukt.

2. Controleer de toetsenbordlampjes. Door op Fn te drukken activeert u de laatst gebruikte modus van de geïntegreerde numerieke toetsen.

Als het lampje van de numerieke modus oplicht, kunt u de geïntegreerde numerieke toetsen voor het invoeren van cijfers gebruiken. Brandt het lampje van de numerieke modus niet, dan kunt u de geïntegreerde numerieke toetsen gebruiken voor cursor- en paginabesturing.

3. Laat Fn los om het gewone toetsenbord weer in gebruik te nemen.

ASCII-tekens genereren

Niet alle ASCII-tekens kunnen via het gewone toetsenbord worden gegenereerd. U kunt deze tekens echter door middel van hun ASCII-codes genereren.

Voer de volgende stappen uit met de geïntegreerde numerieke toetsen ingeschakeld:

1. Houd Alt ingedrukt.

2. Typ de ASCII-code met behulp van de geïntegreerde numerieke toetsen.

3. Laat Alt los; het ASCII-teken verschijnt op het scherm.

Als de geïntegreerde numerieke toetsen zijn uitgeschakeld, voert u de volgende stappen uit:

1. Houd Alt + Fn ingedrukt.

2. Typ de ASCII-code met behulp van de geïntegreerde numerieke toetsen.

3. Laat Alt + Fn los; het ASCII-teken verschijnt op het scherm.

Gebruikershandleiding 5-6

Stroomvoorziening en spaarstanden

Hoofdstuk 6

Stroomvoorziening en spaarstanden

De computer kan via de netadapter of via de interne accu van stroom worden voorzien. In dit hoofdstuk leest u hoe u deze energiebronnen optimaal gebruikt en hoe u de accu oplaadt en vervangt. Verder worden tips gegeven voor het besparen van accu-energie en krijgt u informatie over spaarstanden.

Omstandigheden bij stroomvoorziening

De bedrijfscapaciteit en de energiestatus van de accu in de computer worden beïnvloed door de stroomvoorzieningsomstandigheden: of er een netadapter is aangesloten, of er een accu is geïnstalleerd en wat het ladingsniveau van de accu is.

Voedingslampjes

Zoals in de vorige tabel wordt aangegeven, maken het accu -, DC IN - en aan/uit -lampje op u attent op de bedrijfscapaciteit en de accuenergiestatus van de computer.

Acculampje

Aan de hand van het Accu-lampje kunt u de status van de accu controleren. De accustatus wordt als volgt aangeduid:

Knipperend amber

Lampje brandt oranje

Groen

Brandt niet

De accucapaciteit is minder dan 10 %.

De netadapter moet worden aangesloten om de accu op te laden.

Geeft aan dat de netadapter is aangesloten en dat de accu wordt opgeladen.

Geeft aan dat de netadapter is aangesloten en dat de accu volledig is opgeladen.

In alle andere omstandigheden is het lampje uit.

Gebruikershandleiding 6-1

Stroomvoorziening en spaarstanden

Aan/uit-lampje

Aan de hand van het DC IN -lampje kunt u de stroomvoorzieningsstatus voor de aangesloten netadapter controleren:

Groen

Knipperend amber

Brandt niet

De Aan/uit-knop brandt groen wanneer de computer van stroom wordt voorzien en ingeschakeld is. Het Aan/uit-lampje aan de voorzijde van de computer is groen wanneer de computer wordt ingeschakeld.

Geeft aan dat de computer van stroom wordt voorzien en in de slaapstand staat.

In alle andere omstandigheden is het lampje uit.

Accutypen

De computer bevat twee (2) soorten accu’s/batterijen:

■ Accu-eenheid

■ RTC-batterij (batterij voor de real-time klok)

Accu-eenheid

De verwisselbare lithium-ion accu-eenheid, in deze handleiding ook wel kortaf "accu" genoemd, is de voornaamste energiebron van de computer wanneer de netadapter niet is aangesloten.

U kunt extra accu-eenheden kopen voor langdurig computergebruik zonder netstroom.

De accu heeft een beperkte levensduur. Als de bedrijfstijd van een accu zelfs na volledig opladen afneemt, dient u de accu te vervangen.

■ De accu-eenheid bestaat uit een lithium-ion-batterij. Indien de batterij onjuist wordt vervangen, gebruikt, gehanteerd of afgedankt, bestaat ontploffingsgevaar. Houd u bij het afdanken van de accu aan de plaatselijke verordeningen of voorschriften. Gebruik alleen accu’s die door TOSHIBA zijn aanbevolen.

■ Verwijder de accu-eenheid niet terwijl de computer in de slaapstand staat. In deze modus worden er gegevens in het geheugen opgeslagen. Als de stroomtoevoer naar de computer uitvalt, gaan de gegevens verloren.

■ Accutype (afhankelijk van het gekochte model):

4 cellen – PA3591U-1BAS, PA3591U-BRS

6 cellen – PA3615U-1BAM, PA3615U-1BRM.

Gebruikershandleiding 6-2

Stroomvoorziening en spaarstanden

RTC-batterij

De RTC- ofwel Real Time Clock-batterij voorziet de interne realtime klok en kalender van stroom en handhaaft de systeemconfiguratie. Deze batterij handhaaft tevens de systeemconfiguratie.

Als de RTC-batterij leeg is, gaan deze gegevens verloren en werken de realtime klok en kalender niet meer.

Onderhoud en gebruik van de accu-eenheid

De accu-eenheid is een essentieel onderdeel van de draagbare computer.

Door de eenheid naar behoren te gebruiken en te onderhouden zorgt u ervoor dat deze langer stroom levert en langer meegaat. Volg de aanwijzingen in dit gedeelte zorgvuldig ter waarborging van veilig gebruik en maximale prestaties.

Voorzorgsmaatregelen

Verkeerde behandeling van accu's kan resulteren in ernstig of dodelijk letsel of materiële schade. Neem de volgende richtlijnen zorgvuldig in acht:

Gevaar: duidt op een dreigend gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming van de veiligheidsinstructie in ernstig of dodelijk letsel kan resulteren.

Waarschuwing: duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming van de veiligheidsinstructie in ernstig of dodelijk letsel kan resulteren.

Let op : duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming van de veiligheidsinstructie in lichte verwondingen of lichte schade aan eigendommen kan resulteren.

Opmerking: verschaft belangrijke informatie.

Gevaar

1. Verbrand de accu-eenheid NIET of stel de accu-eenheid NIET bloot aan een warmtebron zoals een magnetron. Hierdoor kan de accueenheid ontploffen en persoonlijk letsel veroorzaken.

2. Probeer NIET een accu-eenheid te openen, te repareren of anderszins aan te passen. Hierdoor zal de accu-eenheid oververhit raken en vlam vatten. Lekken van bijtende alkalineoplossing of andere elektrolytische stoffen veroorzaakt brand of verwondingen, mogelijk resulterend in ernstig of dodelijk letsel.

3. Houd metalen voorwerpen UIT DE BUURT VAN de accupolen ter voorkoming van kortsluiting. Kortsluiting kan brand veroorzaken, de accu-eenheid beschadigen en in verwondingen resulteren. Wanneer u de accu-eenheid opbergt, dient u deze altijd in plastic te wikkelen en de polen met isolatieband te bedekken om kortsluiting te voorkomen.

4. Prik NIET in de accu-eenheid met spijkers of andere scherpe voorwerpen. Sla nooit met een hamer of een ander voorwerp op de accu-eenheid. Ga niet op de accu staan.

Gebruikershandleiding 6-3

Stroomvoorziening en spaarstanden

5. Probeer de accu-eenheid NIET op te laden op een andere wijze dan wordt beschreven in deze handleiding. Koppel de accu-eenheid nooit aan een contactdoos of aan het aanstekercontact in een auto. Hierdoor kan de eenheid barsten of vlam vatten.

6.

Gebruik GEEN andere accu-eenheid dan die is meegeleverd bij het apparaat of die door TOSHIBA is aanbevolen.

Gebruik van een incorrecte accu kan resulteren in beschadiging van de accu-eenheid of in een ontploffing of brand.

7. Stel de accu-eenheid NIET bloot aan een warmtebron. Door blootstelling aan warmte kan de accu-eenheid vlam vatten, ontploffen of lek raken, en zodoende ernstig of dodelijk letsel teweegbrengen. De werking van de accu-eenheid kan hierdoor tevens geheel of gedeeltelijk worden onderbroken, hetgeen kan leiden tot gegevensverlies.

8. Stel de accu-eenheid NIET bloot aan abnormale schokken, trillingen of druk. Hierdoor zal het interne beschermende apparaat van de accueenheid defect raken, waardoor de eenheid oververhit of lek kan raken, vlam kan vatten of ontploffen, met ernstig of dodelijk letsel als gevolg.

9. Laat een accu-eenheid NIET nat worden. Een vochtige accu-eenheid zal oververhit raken, vlam vatten of ontploffen, en zodoende ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.

Waarschuwing

1.

Vermijd contact tussen de bijtende elektrolytvloeistof uit een batterij en uw ogen, huid of kleding. Mocht bijtende elektrolytische vloeistof onverhoopt in uw ogen terechtkomen, dan dient u uw ogen onmiddellijk met flinke hoeveelheden stromend water te wassen en medische hulp in te roepen. Als elektrolytische vloeistof onverhoopt in contact komt met uw huid, dient u deze onmiddellijk onder stromend water af te spoelen. Als de vloeistof op uw kleren terechtkomt, dient u deze direct uit te trekken teneinde contact met uw huid of ogen te voorkomen.

2. Schakel de computer onmiddellijk uit, ontkoppel de netadapter en verwijder de accu-eenheid als de eenheid een van de volgende verschijnselen vertoont: vreemde geur, extreme hitte, verkleuring of vervorming.

Laat de computer vervolgens nakijken door een Authorized Toshiba

Service Center voordat u er weer mee aan de slag gaat. Als u deze waarschuwing negeert, zal de accu-eenheid mogelijk rook gaan afgeven, vlam vatten of ontploffen.

3. Zorg dat de accu-eenheid correct in de computer is geïnstalleerd voordat u probeert de eenheid op te laden. Onjuiste installatie kan resulteren in beschadiging van de accu-eenheid of in een ontploffing of brand.

4. Houd de accu-eenheid buiten het bereik van baby's en kinderen.

Gebruikershandleiding 6-4

Stroomvoorziening en spaarstanden

Let op

1. Gebruik de accu-eenheid NIET als het maximale oplaadvermogen is bereikt of als een bericht is verschenen met de waarschuwing dat de accu-eenheid niet meer kan worden opgeladen. Als u een lege of aangetaste accu-eenheid blijft gebruiken, kan gegevensverlies optreden.

2. Gooi accu-eenheden NIET samen met het gewone afval weg. Breng ze naar uw TOSHIBA-leverancier of een ander recyclingcentrum om bronnen te besparen en schade aan het milieu te voorkomen. Dek de contactpunten af met isolatietape om kortsluiting te voorkomen, anders kan de batterij ontvlammen of exploderen.

3. Gebruik alleen de accu-eenheden die door TOSHIBA zijn aanbevolen.

4. Controleer altijd of de accu-eenheid correct is geïnstalleerd en stevig vastzit. Is dit niet het geval, dan kan de accu-eenheid uit de computer vallen en letsel teweegbrengen.

5. Laad de accu-eenheid op bij een omgevingstemperatuur tussen 5º en

30º Celsius. Als u de accu-eenheid bij hogere of lagere temperaturen oplaadt, kan elektrolytische vloeistof ontsnappen en kunnen de werking en de gebruiksduur van de eenheid achteruitgaan.

6. Vergeet niet de resterende accucapaciteit te controleren. Als de accu of de batterij van de klok helemaal leeg is, werkt de slaapmodus niet en gaan de gegevens die zich in het geheugen bevinden verloren. De computer geeft mogelijk ook een verkeerde datum en tijd weer. Sluit in dat geval de netadapter aan om de accu/batterij op te laden.

7. Installeer of verwijder de accu-eenheid NIET voordat de computer is uitgeschakeld en de netadapter is ontkoppeld. Verwijder de accu NIET als de computer zich in de slaapstand bevindt omdat de gegevens dan verloren gaan.

Opmerking

1. Verwijder de accu-eenheid NIET als de functie Activering op LAN is ingeschakeld omdat de gegevens dan verloren gaan. Schakel de functie Activering op LAN voordat u de accu-eenheid verwijdert.

2. Om te zorgen dat de accu zijn maximale capaciteit behoudt, dient u de computer ten minste eenmaal per week op accu-energie te gebruiken totdat de accu totaal leeg is. Raadpleeg het gedeelte

Levensduur verlengen

van dit hoofdstuk voor procedures. Als de computer geruime tijd of langer dan een week continu via de netadapter op netstroom wordt gebruikt, bestaat het risico dat de accucapaciteit wordt aangetast.

De accu-eenheid zal dan niet langer efficiënt functioneren, zelfs als de verwachte levensduur nog niet is verstreken. Bovendien kunt u er niet langer op vertrouwen dat het Accu-lampje gaat branden ter aanduiding van een laag accu-energieniveau.

3. Na het opladen van de accu-eenheid dient u de netadapter niet langer dan enkele uren achtereen aangesloten te laten wanneer de computer uit staat. Als u doorgaat met opladen terwijl de accu-eenheid reeds volledig is opgeladen, kan de accu beschadigd raken.

Gebruikershandleiding 6-5

Stroomvoorziening en spaarstanden

Accu's opladen

Als de lading in de accu-eenheid opraakt, brandt het accu lampje oranje om aan te geven dat de batterijcapaciteit minder dan 10 % is. Als u de computer blijft gebruiken terwijl het accu lampje brandt, wordt de slaapstand geactiveerd (zodat u geen gegevens verliest) en wordt de computer automatisch afgesloten.

U moet een accu-eenheid opladen wanneer deze leeg raakt.

Procedures

Om een accu-eenheid op te laden terwijl deze in de computer is geïnstalleerd, steekt u het ene uiteinde van de netadapter in de gelijkstroomingang ( DC IN ) en het andere uiteinde in een functionerend stopcontact.

Tijdens het opladen van de accu brandt het Accu -lampje oranje.

Laad de accu-eenheid alleen op via de computer terwijl deze is aangesloten op het elektriciteitsnet. Probeer de accu-eenheid niet met een andere lader op te laden.

Tijd

In de volgende tabel wordt aangegeven hoe lang het duurt om een lege accu volledig op te laden.

Oplaadtijd (uren)

Type accu/batterij

Accu-eenheid

RTC-batterij

Stroom ingeschakeld Stroom uitgeschakeld circa 12 of langer circa 4 of langer circa 24 circa 24 op netvoeding of accu-eenheid

De oplaadtijd wanneer de computer aan is, wordt beïnvloed door de omgevingstemperatuur, de temperatuur van de computer en de manier waarop u de computer gebruikt.

Als u intensief gebruik maakt van externe apparaten, wordt de accu tijdens gebruik wellicht nauwelijks opgeladen. Raadpleeg ook de paragraaf

Gebruiksduur van de accu maximaliseren

.

Aanwijzingen voor het opladen van de accu

In de volgende omstandigheden kan het gebeuren dat de accu niet direct wordt opgeladen:

■ De accu is extreem heet of koud. Om te zorgen dat de accu maximaal wordt opgeladen, dient u bij een kamertemperatuur van 10° tot 30 °C op te laden.

Gebruikershandleiding 6-6

Stroomvoorziening en spaarstanden

■ De accu is praktisch leeg. Laat de netadapter enkele minuten aangesloten; hierna begint het opladen.

Als een accu volledig is opgeladen, verdient het aanbeveling de computer uitsluitend op accuvoeding te gebruiken totdat de accu geheel leeg is.

Hierdoor zorgt u dat de accu langer meegaat en dat de accucapaciteit correct kan worden bijgehouden.

Als u een accu in de volgende omstandigheden probeert op te laden, kan het gebeuren dat het acculampje een snelle daling in de gebruiksduur van de accu aangeeft:

■ De accu is lange tijd niet gebruikt.

■ De accu is na verlies van zijn lading lange tijd in de computer gelaten.

■ Een koele accu is in een warme computer geïnstalleerd.

Voer in dergelijke gevallen de volgende stappen uit.

1. Ontlaad de accu volledig door deze in de ingeschakelde computer te laten tot de stroom automatisch wordt uitgeschakeld.

2. Sluit de netadapter aan.

3. Laad de accu op tot het acculampje groen brandt. Herhaal deze stappen twee à drie keer tot de accucapaciteit het normale niveau heeft bereikt.

Als u de netadapter aangesloten laat, wordt de levensduur van de accueenheid aangetast. Laat ten minste één keer per week de computer aan staan totdat de accu volledig leeg is en laad de accu vervolgens weer op.

Accucapaciteit controleren

De resterende accu-energie kan als volgt worden gecontroleerd.

■ Door te klikken op het accupictogram op de taakbalk

■ Via Battery Status (Accustatus) in het Windows Mobility Center-venster

■ Wacht ten minste 16 seconden nadat u de computer inschakelt voordat u probeert de resterende gebruiksduur te controleren. Dit omdat de computer deze tijd nodig heeft om de resterende capaciteit van de accu te controleren en om de resterende gebruiksduur uit te rekenen op basis van het huidige energieverbruik.

■ De werkelijke resterende bedrijfstijd kan enigszins afwijken van de berekende tijd.

Bij herhaald ontladen en opladen zal de capaciteit van de accu geleidelijk afnemen. Zelfs als een vaak gebruikte/oude accu en een nieuwe accu beide volledig zijn opgeladen, hebben ze niet dezelfde accucapaciteit.

Gebruikershandleiding 6-7

Stroomvoorziening en spaarstanden

Gebruiksduur van de accu maximaliseren

De bruikbaarheid van een accu is afhankelijk van de gebruiksduur die één acculading levert.

Hoe lang de lading van een accu meegaat, hangt af van de volgende factoren:

■ de configuratie van de computer (of u bijvoorbeeld energiebesparingsopties hebt geactiveerd). De computer verschaft een modus voor het besparen van accu-energie. Deze modus heeft de volgende opties:

■ Display auto off (beeldscherm automatisch uitschakelen)

■ Hard Disk Drive auto off (stroom vaste schijf automatisch uitschakelen)

■ System auto off (systeem automatisch uitschakelen)

■ LCD-helderheid

■ Frequentie en duur van het gebruik van de vaste schijf, het optische station en het diskettestation (als er een is aangesloten);

■ Het oorspronkelijke ladingsniveau van de accu.

■ de wijze waarop u gebruik maakt van optionele apparaten (zoals een

PC-kaart) die door de accu van stroom worden voorzien;

■ het activeren van de (zuinige) slaapstand bij regelmatig in- en uitschakelen van de computer;

■ De locatie waar u uw programma’s en gegevens opslaat.

■ het sluiten van het beeldscherm wanneer u het toetsenbord niet gebruikt om energie te besparen;

■ de omgevingstemperatuur (de bedrijfstijd neemt af bij lage temperaturen);

■ de toestand van de accupolen. Zorg dat de polen schoon blijven door ze met een schone, droge doek af te vegen voordat u de accu-eenheid installeert.

Behoud van gegevens bij het uitschakelen van de computer

(slaapstand)

Als u de computer uitschakelt terwijl de accu en RTC-batterij volledig zijn opgeladen, zorgen de accu en batterij dat de gegevens en energie gedurende de volgende tijdsperioden behouden blijven:

Accu

RTC-batterij

Circa 1,5 dag (slaapstand, 4 cellen)

Circa 2 dagen (slaapstand, 6 cellen)

Circa 1 maand (afsluitmodus, 4 cellen)

Circa 1,5 maand (afsluitmodus, 6 cellen)

Circa 3 maanden

Gebruikershandleiding 6-8

Stroomvoorziening en spaarstanden

Levensduur verlengen

U kunt de levensduur van de accu-eenheid als volgt verlengen:

■ Als u extra accu-eenheden hebt, gebruik deze dan afwisselend.

■ Verwijder de accu-eenheid als u het systeem langere tijd niet gebruikt.

■ Bewaar reserve-accu’s op een koele, droge plek zonder direct zonlicht.

De accu-eenheid vervangen

Als de accu-eenheid volledig versleten is, moet u een nieuwe eenheid installeren. Indien het Accu -lampje oranje knippert kort nadat de accu volledig is opgeladen, dient de accu-eenheid te worden vervangen.

U kunt een lege accu-eenheid ook vervangen door een reserve-accu als u de computer niet op het elektriciteitsnet hebt aangesloten. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de accu-eenheid verwijdert en installeert.

De accu-eenheid verwijderen

Voer de volgende stappen uit om een lege accu-eenheid te vervangen.

■ Wees bij het hanteren van accu-eenheden voorzichtig dat u de accucontactpunten niet kortsluit. Laat de eenheid niet vallen en vermijd schokken; kras of breek het accuoppervlak niet en buig of verdraai de accu-eenheid niet.

■ Verwijder de accu niet als de computer zich in de slaapstand bevindt omdat de gegevens die zich in het geheugen bevinden dan verloren gaan.

1. Sla uw werk op.

2. Schakel de computer uit. Controleer of de Aan/uit-lampje uit is.

3. Verwijder alle kabels die op de computer zijn aangesloten.

4. Zet de computer ondersteboven.

Gebruikershandleiding 6-9

Stroomvoorziening en spaarstanden

5. Ontgrendel de vergrendelingsschuif voor de accu-eenheid.

1

6. Duw de accuvergrendelingsschuif naar links en trek de accu uit de accuhouder.

3

2

Gebruikershandleiding 6-10

Stroomvoorziening en spaarstanden

De accu-eenheid installeren

Om een accu-eenheid te installeren voert u de volgende stappen uit.

De accu-eenheid bestaat uit een lithium-ion-batterij. Indien de batterij onjuist wordt vervangen, gebruikt, gehanteerd of afgedankt, bestaat ontploffingsgevaar. Houd u bij het afdanken van de accu aan de plaatselijke verordeningen of voorschriften. Gebruik alleen accu’s die door

TOSHIBA zijn aanbevolen.

1. Schakel de computer uit.

2. Ontkoppel alle kabels van de computer.

3. Houd de accu met het etiket naar beneden en de connectoren op de accu tegenover de connectoren op de computer.

4. Plaats de accu in de accuhouder tot de vergrendelingsschuif vastklikt.

1

2

Spaarstanden

De computer heeft de volgende spaarstanden:

■ Slaapstand (de gegevens in het geheugen worden opgeslagen op de vaste schijf).

■ Slaapstand (stroom blijft ingeschakeld, gegevens in het geheugen blijven behouden, maar de CPU en alle andere apparaten komen in de zogeheten slaapstand te staan).

■ Opstarten (de gegevens in het geheugen worden niet opgeslagen).

Raadpleeg ook het gedeelte De computer uitschakelen in hoofdstuk 3,

Voor u begint .

Gebruikershandleiding 6-11

Stroomvoorziening en spaarstanden

Uit/Inschakelen via LCD

Met deze functie schakelt de computer over op de slaapstand wanneer het beeldscherm wordt dichtgeklapt. De computer gaat weer aan wanneer het beeldscherm wordt geopend.

Als de functie Uitschakelen via LCD is geactiveerd en u Windows afsluiten gebruikt, dient u het scherm niet te sluiten voordat de afsluitfunctie is voltooid.

Systeem in automatische slaapstand/zuinige slaapstand

Met deze functie wordt het systeem automatisch in de (zuinige) slaapstand gezet als een bepaalde tijd lang geen computeractiviteit heeft plaatsgevonden.

Raadpleeg Speciale voorzieningen in hoofdstuk 1,

Voorzieningen L40serie , voor uitleg over het instellen van de tijdlimiet.

Gebruikershandleiding 6-12

Optionele apparaten

Hoofdstuk 7

Optionele apparaten

Optionele apparaten kunnen de capaciteiten en de veelzijdigheid van de computer uitbreiden. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de aansluiting of installatie van de volgende typen apparaten, die beschikbaar zijn bij uw

TOSHIBA-leverancier:

Kaarten/geheugen

■ Express-kaart

■ SD-/SDHC-/MMC-/MS-/MS Pro-/xD-geheugenkaart

■ Geheugenuitbreiding

Voedingsapparaten

■ Extra accu-eenheid

■ Extra netadapter

Randapparaten

■ Externe monitor

■ Beveiligingsslot

Express-kaart

Een Express-kaart installeren

De sleuf voor Express-kaarten bevindt zich aan de linkerkant van de computer. U kunt één Express-kaart in de sleuf installeren.

De Windows-voorziening voor "heet installeren" (hot install) maakt het mogelijk om Express-kaarten te installeren terwijl de computer is ingeschakeld.

Voer de volgende stappen uit om een Express-kaart te installeren.

Gebruikershandleiding 7-1

Optionele apparaten

Installeer geen Express-kaart wanneer de computer in de slaapstand of de zuinige slaapstand staat. Als u dit doet, werkt de kaart wellicht niet correct.

1. Plaats de Express-kaart in de sleuf.

2. Duw de kaart voorzichtig aan tot deze vastzit.

3. Controleer in het HW Setup-venster of de configuratie juist is voor uw kaart.

Een Express-kaart verwijderen

Voer de volgende stappen uit om de Express-kaart te verwijderen.

1. Windows Vista™, klik op het pictogram Safely Remove Hardware

(Hardware veilig verwijderen) op de taakbalk en schakel de Expresskaart uit.

2. Druk licht op de Express-kaart om de kaart een stukje uit te schuiven.

Gebruikershandleiding 7-2

3. Trek de Express-kaart uit de sleuf.

Optionele apparaten

SD-/SDHC-/MMC-/MS-/MS Pro-/xD-geheugenkaart

De kaartsleuf voor meerdere digitale media van de computer kan SD-/

SDHC-/MMC-/MS-/MS Pro-/xD-geheugenkaarten herbergen. Door middel van deze geheugenkaarten kunt u gemakkelijk gegevens overbrengen van apparaten, bijvoorbeeld digitale camera’s en PDA’s (Personal Digital

Assistants), die gebruik maken van flashgeheugen.

Kaarttype

SD

SDHC

MMC

MS

MS Pro xD

Capaciteiten

8 MB tot 2 GB

4 GB tot 8 GB

8 MB tot 2 GB

8 MB tot 256 MB

256 MB tot 2 GB

16 MB tot 2 GB

Zorg dat er geen voorwerpen in de geheugenkaartsleuf terechtkomen.

Een speld of soortgelijk voorwerp kan de schakelingen van de computer beschadigen.

Formatteer geheugenkaarten niet met Windows aangezien de geheugenkaart hierdoor onbruikbaar wordt.

Gebruikershandleiding 7-3

Optionele apparaten

Het logo van de SD-geheugenkaart is

Het logo van de SDHC-geheugenkaart is

.

.

■ De Memory Stick Duo/PRO Duo en de Memory Stick-adapter zijn niet compatibel met de kaartsleuf voor meerdere digitale media. Plaats geen Memory Stick Duo/PRO Duo in de sleuf. Gegevens gaan mogelijk verloren of raken beschadigd als u kaarten gebruikt die niet worden ondersteund.

■ De kaart kan slechts op één manier worden geplaatst. Gebruik geen overmatige kracht om de kaart in de sleuf te duwen.

■ Raadpleeg de handleiding bij de geheugenkaarten voor nadere informatie.

Een geheugenkaart installeren

Een geheugenkaart installeren:

1. Plaats de geheugenkaart in de sleuf.

2. Duw de kaart voorzichtig aan tot deze vastzit.

Zorg ervoor dat u de geheugenkaart niet verkeerd om plaatst. Als

Windows niet van de kaart kan lezen, dient u de kaart te verwijderen en opnieuw te plaatsen.

De kaartsleuf voor meerdere digitale media accepteert slechts één type kaart tegelijk. Probeer niet meerdere kaarten tegelijk in de sleuf te plaatsen aangezien u hiermee de kaarten en de computer kunt beschadigen.

Gebruikershandleiding 7-4

Optionele apparaten

Een geheugenkaart verwijderen

Voer de volgende stappen uit om een geheugenkaart te verwijderen:

1. Klik op het pictogram Hardware veilig verwijderen op de taakbalk.

2. Selecteer het te verwijderen apparaat en klik op de knop Stoppen.

Mogelijk wordt er een venster weergegeven waarin u om bevestiging van uw keuze wordt gevraagd. Dit hangt af van het besturingssysteem dat u gebruikt. Bevestig uw keuze.

3. Druk voorzichtig op de geheugenkaart in de opening om de kaart te kunnen verwijderen.

4. De kaart komt een stukje naar buiten, zodat u deze kunt verwijderen.

■ Zorg dat het lampje van de geheugenkaart uit is voordat u de kaart verwijdert of de computer uitschakelt. Als u de kaart verwijdert of de computer uitzet terwijl de computer toegang verkrijgt tot de kaart, loopt u het risico dat gegevens verloren gaan of de kaart beschadigd raakt.

■ Verwijder de kaart niet wanneer de computer in de (zuinige) slaapstand staat. Hierdoor kan de computer instabiel raken of kunnen gegevens op de geheugenkaart verloren gaan.

■ Schakel de computer niet uit en plaats de computer niet in de (zuinige) slaapstand wanneer er gegevens naar de geheugenkaart worden verplaatst of er vandaan worden gekopieerd. Hierdoor kan de computer instabiel raken of kunnen gegevens op de geheugenkaart verloren gaan.

Behandeling van geheugenkaarten

Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in de vergrendelde stand als u geen gegevens wilt vastleggen.

1. Schrijf niet naar een geheugenkaart als de accu bijna leeg is. Een laag energie-niveau kan de schrijfkwaliteit aantasten.

2. Verwijder een geheugenkaart niet tijdens het lezen of schrijven van gegevens.

Gebruikershandleiding 7-5

Optionele apparaten

3. De geheugenkaart kan slechts op één manier worden ingebracht.

Gebruik geen overmatige kracht om de kaart in de sleuf te duwen.

4. Laat een geheugenkaart niet gedeeltelijk in de sleuf gestoken. Duw de kaart in de sleuf tot deze vastklikt.

5. Buig geheugenkaarten niet.

6. Houd geheugenkaarten uit de buurt van vloeistoffen en bewaar de kaarten niet op een vochtige plaats.

7. Plaats de geheugenkaart na gebruik terug in de houder.

8. Raak het metalen vlak niet aan en laat het niet vochtig of vuil worden.

Geheugenuitbreiding

U kunt de geheugens van de computer uitbreiden door extra geheugenmodules te plaatsen in het hoofdgeheugen of het secundaire geheugen. In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een geheugenmodule installeert en verwijdert.

■ Schakel de computer vóór het installeren of verwijderen van een geheugenmodule uit met de optie Afsluiten in het menu Start van

Windows. Als u een geheugenmodule installeert of verwijdert terwijl de computer in de (zuinige) slaapstand staat, zullen gegevens verloren gaan.

■ Sommige geheugenmodules kunnen fysiek worden geïnstalleerd maar zijn niet compatibel met de computer. In dat geval wordt u door middel van geluidsignalen gewaarschuwd.

LET OP: gebruik alleen gecertificeerde modules als u het systeemgeheugen wilt bijwerken. Vraag uw leverancier of zoek op de website van TOSHIBA naar een lijst met goedgekeurde geheugenproducten.

Plaats twee geheugenmodules met dezelfde specificaties en capaciteit in sleuf A en sleuf B. De computer werkt nu in de tweekanaalsmodus.

U hebt efficiënt toegang tot de geplaatste geheugenmodules in de tweekanaalsmodus.

Extra accu-eenheid

U kunt de draagbaarheid van de computer verbeteren met extra accueenheden. Als er geen stopcontact in de buurt is en uw accu leeg raakt, kunt u de accu vervangen door een volledig opgeladen accu. Zie hoofdstuk 6,

Stroomvoorziening en spaarstanden .

Extra netadapter

Als u de computer regelmatig op verschillende locaties gebruikt, bijvoorbeeld thuis en op kantoor, kunt u het vervoer vergemakkelijken door op elke locatie een netadapter achter de hand te houden.

Gebruikershandleiding 7-6

Optionele apparaten

Externe monitor

Op de computerpoort voor de externe monitor kan een externe analoge monitor worden aangesloten.

Voer de volgende stappen uit om een monitor aan te sluiten.

1. Schakel de computer uit.

2. Sluit de monitor aan op de poort voor de externe monitor.

3. Schakel de monitor in.

4. Schakel de computer in.

Wanneer u de computer aanzet, wordt de monitor automatisch herkend.

Als u de beeldscherminstellingen wilt wijzigen, drukt u op Fn + F5 . Indien u de monitor loskoppelt alvorens de computer uit te schakelen, dient u op

Fn + F5 te drukken om over te schakelen naar het interne beeldscherm.

Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord , voor details over het wijzigen van

de beeldscherminstelling met sneltoetsen.

Gebruikershandleiding 7-7

Probleemoplossing

Hoofdstuk 8

Probleemoplossing

TOSHIBA-computers hebben een duurzaam ontwerp. Mochten er echter problemen optreden, dan kunt u aan de hand van de procedures in dit hoofdstuk bepalen wat er aan de hand is.

Handelwijze bij probleemoplossing

■ Houd onmiddellijk op met werken als u beseft dat er iets niet in orde is.

Als u doorgaat, loopt u het risico van gegevensverlies of materiële schade. Misschien vernietigt u informatie die waardevolle aanwijzingen voor het oplossen van het probleem kan verschaffen.

■ Let op wat er gebeurt. Noteer wat het systeem doet en welke handelingen u verrichtte vlak vóór het probleem zich voordeed. Als er een printer is aangesloten, maak dan met de toets PrtSc een afdruk van het scherm.

■ Isoleer het probleem. Probeer met behulp van de beschikbare middelen

(zoals de tips in dit hoofdstuk) te achterhalen welke specifieke handelingen ten grondslag liggen aan het probleem.

De vragen en procedures in dit hoofdstuk zijn bedoeld als leidraad, niet als onfeilbare probleemoplossingstechnieken. Veel problemen kunnen op eenvoudige wijze worden opgelost, maar in bepaalde gevallen zult u uw dealer of een servicecenter moeten inschakelen. Als u uw dealer of anderen wilt raadplegen, dient u bereid te zijn het probleem zo gedetailleerd mogelijk te beschrijven.

Algemene controlepunten

Overweeg eerst de eenvoudigste oplossing. De punten in deze lijst zijn eenvoudig te controleren maar kunnen ten grondslag liggen aan schijnbaar ernstige problemen.

■ Zet alle randapparatuur aan alvorens u de computer aanzet. Hiertoe behoren ook de printer en alle externe apparatuur waarvan u gebruik maakt.

■ Schakel de computer uit voordat u een extern apparaat aansluit. Het nieuwe apparaat wordt automatisch herkend wanneer u de computer weer inschakelt.

■ Zorg dat alle opties correct zijn ingesteld in het Setup-programma.

Gebruikershandleiding 8-1

Probleemoplossing

■ Controleer alle kabels. Zijn ze correct en stevig aangesloten? Losse kabels kunnen signaalfouten veroorzaken.

■ Controleer alle verbindingskabels op losse draden en alle connectoren op losse pinnen.

■ Controleer of het optische schijfstation juist is aangebracht. Maak notities van uw waarnemingen in een permanent foutenlogboek.

Hierdoor kunt u gemakkelijker aan uw dealer uitleggen wat de problemen zijn. Als een probleem zich nogmaals voordoet, kunt u het probleem aan de hand van dit logboek sneller identificeren.

Het probleem analyseren

Soms geeft het systeem aanwijzingen aan de hand waarvan u kunt bepalen wat er aan de hand is. Stel uzelf bij het oplossen van problemen de volgende vragen:

■ Welk deel van het systeem werkt niet naar behoren: toetsenbord, diskettestations, vaste schijf, printer, beeldscherm? De symptomen die u waarneemt, geven aan om welk apparaat het gaat.

■ Is het besturingssysteem correct geconfigureerd? Controleer de configuratie-opties.

■ Wat is er op het beeldscherm te zien? Zijn er berichten, of tekens in willekeurige volgorde? Maak een afdruk van het scherm als er een printer is aangesloten. Zoek de berichten op in de documentatie bij de software en het besturingssysteem. Controleer of alle kabels correct zijn aangesloten en goed vastzitten. Losse kabels kunnen foutieve of onderbroken signalen veroorzaken.

■ Lichten alle lampjes op? Welke? Welke kleur hebben ze? Branden ze ononderbroken of knipperen ze? Noteer wat u ziet.

■ Hoort u pieptonen? Hoeveel? Zijn ze lang of kort? Zijn het hoge of lage pieptonen? Maakt de computer ongebruikelijke geluiden? Noteer wat u hoort.

Registreer uw waarnemingen, zodat u ze aan uw dealer kunt beschrijven.

Gebruikershandleiding 8-2

Probleemoplossing

Software

Hardware

De problemen worden wellicht door de software veroorzaakt. Als u een softwarepakket niet kunt laden is het medium of het programma misschien beschadigd. Probeer een andere kopie van de software te laden.

Als tijdens het gebruik van een softwarepakket een foutbericht verschijnt, raadpleegt u de softwaredocumentatie. Deze documentatie bevat meestal een gedeelte over probleemoplossing of een samenvatting van foutberichten.

Vervolgens leest u de documentatie bij het besturingssysteem op foutberichten na.

Controleer de hardware als u geen softwareprobleem kunt vinden. Werk eerst de eerder genoemde controlelijst af. Kunt u het probleem nog steeds niet kunt verhelpen, dan probeert u de bron van het probleem vast te stellen. Het volgende gedeelte bevat controlelijsten voor afzonderlijke onderdelen en randapparaten.

Controlelijst voor hardware en systeem

In dit gedeelte wordt ingegaan op problemen die worden veroorzaakt door de computerhardware of de aangesloten randapparaten. In de volgende gebieden kunnen zich elementaire problemen voordoen:

■ USB ■ Opstartprocedure van het systeem

■ Zelftest

■ Voeding

■ Accu

■ Toetsenbord

■ LCD-scherm

■ Vaste schijf

■ PC/Express-kaart

■ Monitor

■ Aanwijsapparaat

■ DVD Super Multi-station met opnameondersteuning voor

Double Layer-schijven

LAN

Slaapstand/zuinige slaapstand

Geheugenuitbreiding

Modem

CD-RW-/DVD-ROM-station

Schijfstation

RTC (Real Time Clock)

Geluidssysteem

Gebruikershandleiding 8-3

Probleemoplossing

Opstartprocedure van het systeem

Als de computer niet correct wordt opgestart, controleert u het volgende:

■ zelftest

■ voedingsbronnen

■ wachtwoord voor opstarten

Zelftest

Wanneer de computer wordt opgestart, wordt de zelftest automatisch uitgevoerd en verschijnt het volgende bericht op het scherm:

Deze schermafbeelding is een voorbeeld. Al naar gelang het aangeschafte model kan het scherm er anders uitzien.

Dit bericht blijft enkele seconden zichtbaar.

Als de zelftest slaagt, probeert de computer het besturingssysteem te laden, afhankelijk van de instelling voor de opstartprioriteit (Boot Priority) in het BIOS van de computer.

Als een van de volgende situaties optreedt, is de zelftest mislukt:

■ De computer stopt en toont afgezien van het TOSHIBA-logo geen informatie of berichten.

■ Er verschijnen willekeurige tekens op het scherm en het systeem functioneert niet normaal.

■ Er verschijnt een foutbericht op het scherm.

Schakel de computer uit en controleer alle kabelaansluitingen en PC-kaart- en geheugenmodule-aansluitingen. Als de test hierna weer mislukt, neemt u contact op met de dealer.

Gebruikershandleiding 8-4

Probleemoplossing

Voeding

Als de computer niet op een stopcontact is aangesloten, is de accueenheid de voornaamste voedingsbron. De computer heeft echter een aantal andere voedingsbronnen, zoals een intelligente stroomvoorziening en de RTC-batterij. Deze bronnen staan met elkaar in verband en kunnen elk ten grondslag liggen aan schijnbare stroomvoorzieningsproblemen. Dit gedeelte bevat controlelijsten voor de netvoeding en de accu. Als u een probleem niet kunt oplossen aan de hand van deze lijsten, ligt de oorzaak misschien bij een andere voedingsbron. Neem in dergelijke gevallen contact op met uw dealer.

Uitschakelen bij oververhitting

Als de interne temperatuur van de computer te hoog oploopt, wordt de computer automatisch afgesloten.

Netvoeding

Als zich bij het inschakelen van de computer problemen voordoen terwijl de netadapter is aangesloten, controleert u het DC IN -lampje.

Probleem Procedure

Netadapter voorziet de computer niet van stroom (DC IN-lampje brandt niet blauw).

Controleer de aansluitingen. Zorg dat het snoer stevig is verbonden met de computer en een stopcontact.

Controleer de toestand van het snoer en de aansluitpunten. Is het snoer versleten of beschadigd, dan vervangt u het. Als de aansluitpunten vuil zijn, veegt u deze af met een schone, droge doek.

Als de netadapter de computer nog steeds niet van stroom voorziet, neemt u contact op met uw dealer.

Toetsenbord

Toetsenbordproblemen kunnen worden veroorzaakt door de computerconfiguratie.

Probleem

Sommige lettertoetsen produceren cijfers.

Procedure

Controleer of de geïntegreerde numerieke toetsen zijn geselecteerd. Druk op Fn + F11 en typ de letters opnieuw.

Gebruikershandleiding 8-5

Probleemoplossing

Probleem Procedure

De tekens worden niet correct weergegeven op het scherm.

Controleer of de software opnieuw wordt ingedeeld door het toetsenbord. Dat wil zeggen dat de betekenis van de toetsen door de software opnieuw wordt toegewezen. Raadpleeg de documentatie bij de software.

Als u het toetsenbord nog steeds niet kunt gebruiken, raadpleegt u uw dealer.

Accu

Als u een probleem met de accu vermoedt, controleert u het DC IN -lampje en het Accu-lampje.

Probleem

De accu voorziet de computer niet van stroom.

Procedure

De accu is wellicht ontladen. Sluit het netsnoer aan om de accu op te laden.

De accu wordt niet opgeladen wanneer het netsnoer is aangesloten.

( Accu -lampje brandt niet oranje.)

Als de accu volledig ontladen is, begint het oplaadproces niet meteen. Wacht enkele minuten.

Wordt de accu nog steeds niet opgeladen, dan controleert u met een ander apparaat of het stopcontact stroom levert. Steek de stekker van een apparaat in het stopcontact en kijk of het apparaat werkt. Als het apparaat niet werkt, probeert u een ander stopcontact.

Controleer of de accu heet of koud is: Een te hete of te koude accu wordt niet correct opgeladen.

Laat de accu op kamertemperatuur komen.

Verwijder de netadapter en de accu om te controleren of de accupolen schoon zijn. Veeg de polen zo nodig af met een schone, droge doek die is bevochtigd met alcohol.

Sluit de netadapter aan en plaats de accu terug.

Controleer het Accu -lampje. Als dit niet brandt, laat u de accu minimaal 20 minuten opladen via de computer. Indien het Accu -lampje hierna brandt, laat u de accu nog minstens 20 minuten opladen alvorens de computer in te schakelen.

Als het lampje nog steeds niet brandt, is de accu misschien versleten.

Vervang de accu.

Als de accu volgens u nog niet aan vervanging toe is, raadpleegt u de dealer.

Gebruikershandleiding 8-6

Probleemoplossing

Probleem

De accu levert minder lang stroom dan verwacht.

Procedure

Controleer de instellingen voor stroomverbruik in

Energiebeheer. Misschien is het een goed idee om een energiebesparingsmodus te gebruiken.

Vaste schijf

Probleem

Computer wordt niet opgestart vanaf de vaste schijf.

Procedure

Plaats een systeemdiskette in het diskettestation en start de computer opnieuw op.

Er is mogelijk een probleem met uw besturingssysteembestanden. Raadpleeg de documentatie bij het besturingssysteem.

Computer werkt traag.

Uw bestanden zijn misschien gefragmenteerd.

Voer Schijfcontrole en Defragmentatie uit om de toestand van uw bestanden en schijf te controleren. Raadpleeg de documentatie bij het besturingssysteem of de online Help voor informatie over het uitvoeren van deze programma’s.

Neem contact op met uw dealer als de problemen aanhouden.

LCD-scherm

Probleem Procedure

Er lopen strepen door de tekst.

De zojuist genoemde problemen houden aan of er treden andere problemen op.

Controleer of u in DOS-modus bent. In DOS kunnen er horizontale strepen door de tekst lopen vanwege de hogere resolutie van het LCDscherm. Onder Windows is de weergave normaal.

Het scherm blijft leeg. Druk op de sneltoets Fn + F5 om de beeldschermprioriteit te wijzigen, en zorg ervoor dat deze niet voor een externe monitor is ingesteld.

Controleer of directe beveiliging actief was. Als er een wachtwoord voor u is geregistreerd, voert u dit in. Of schakel de computer uit en vervolgens weer in om directe beveiliging op te heffen.

Raadpleeg de documentatie bij de software om te bepalen of het probleem wordt veroorzaakt door de software.

Neem contact op met uw dealer als de problemen aanhouden.

Gebruikershandleiding 8-7

Probleemoplossing

Draadloos LAN

Als u na het uitvoeren van de volgende procedure nog steeds geen toegang tot het LAN hebt, neemt u contact op met de netwerkbeheerder.

Probleem

Kan geen toegang krijgen tot draadloos

LAN.

Procedure

Controleer of de schakelaar voor draadloze communicatie van de computer is ingeschakeld.

Gebruik het vooraf geïnstalleerde programma

ConfigFree om de LAN-status te controleren.

Als het probleem aanhoudt, raadpleegt u de

LAN-beheerder.

PC-kaart

Probleem

Fout met PC-kaart

Procedure

Plaats de PC-kaart opnieuw om te zorgen dat deze stevig vastzit.

Controleer of er een stevige verbinding is tussen het externe apparaat en de kaart.

Lees de documentatie bij de kaart na.

Monitor

Raadpleeg tevens hoofdstuk 7, Optionele apparaten

, en de documentatie bij uw monitor.

Probleem Procedure

Monitor kan niet worden ingeschakeld

Controleer of de aan/uit-schakelaar van de externe monitor is ingeschakeld. Ga na of het netsnoer van de monitor op het stopcontact is aangesloten.

Het scherm blijft leeg.

Stel het contrast en de helderheid op de externe monitor bij.

Druk op de sneltoets Fn + F5 om de beeldschermprioriteit te wijzigen, zodat deze niet op het interne beeldscherm is ingesteld.

Beeldschermfout

Monitor schakelt over naar panningmodus

Controleer of de kabel tussen de monitor en de externe computer stevig is bevestigd.

Als de problemen aanhouden, neemt u contact op met uw leverancier.

Controleer de specificaties van uw monitor.

Mogelijk ondersteunt deze de geselecteerde resolutie en vernieuwingsfrequentie niet.

De monitorresolutie kan de panningmodus activeren wanneer u een beeldschermresolutie hebt geselecteerd.

Gebruikershandleiding 8-8

Probleemoplossing

Geluidssysteem

Probleem Procedure

Geen geluid hoorbaar.

Wijzig het volume met de volumeregelaar.

Controleer de volume-instellingen in de software.

Ga indien van toepassing na of de hoofdtelefoon stevig is aangesloten. Controleer

Apparaatbeheer in Windows en zorg dat de geluidsfunctie is geactiveerd en dat de instellingen voor het I/O-adres, interruptniveau en

DMA-kanaal correct zijn voor uw software en niet in strijd zijn met andere apparaten die op de computer zijn aangesloten.

Aanwijsapparaat

TouchPad

Probleem

Schermaanwijzer reageert niet wanneer het touchpad wordt gebruikt.

Procedure

Misschien is het systeem bezet. Als de aanwijzer de vorm van een zandloper heeft, wacht dan tot de aanwijzer weer de normale vorm heeft en probeer het opnieuw. U kunt ook op Fn + F9 drukken om het touchpad te activeren, en vervolgens opnieuw proberen de aanwijzer te verplaatsen.

Dubbel aantikken werkt niet

Wijzig de dubbelkliksnelheid in het hulpprogramma voor muisbesturing.

1. Open Configuratiescherm , selecteer het pictogram Muis en druk op Enter .

2. Klik op de tab Knoppen .

3. Stel de dubbelkliksnelheid in conform de aanwijzingen en klik op OK .

Schermaanwijzer wordt te snel of te traag verplaatst.

Wijzig de snelheid van de aanwijzer in het hulpprogramma voor muisbesturing.

1. Open Configuratiescherm , selecteer het pictogram Muis en druk op Enter .

2. Klik op het tabblad Aanwijzeropties .

3. Stel de snelheid van de aanwijzer in conform de aanwijzingen en klik op OK .

Gebruikershandleiding 8-9

Probleemoplossing

USB

Raadpleeg tevens de documentatie bij uw USB-apparaat.

Probleem

USB-apparaat werkt niet.

Procedure

Controleer of de kabelverbinding tussen de USBpoorten op de computer en het USB-apparaat in orde is. Ga na of de USBapparaatstuurprogramma’s correct zijn geïnstalleerd. Raadpleeg de Windowsdocumentatie voor informatie over het controleren van de stuurprogramma’s.

Als de problemen aanhouden, neemt u contact op met uw leverancier.

USB-muis

Probleem Procedure

Schermaanwijzer reageert niet wanneer de muis wordt bewogen.

Misschien is het systeem bezet. Als de aanwijzer de vorm van een zandloper heeft, wacht dan tot de aanwijzer weer de normale vorm heeft en probeer het opnieuw.

Controleer of de muis correct op de USB-poort is aangesloten.

Dubbelklikken werkt niet.

Wijzig de dubbelkliksnelheid in het hulpprogramma voor muisbesturing.

1. Open het Configuratiescherm , selecteer het pictogram Muis en druk op Enter .

2. Klik op de tab Knoppen .

3. Stel de dubbelkliksnelheid in conform de aanwijzingen en klik op OK .

Schermaanwijzer wordt te snel of te traag verplaatst.

Wijzig de snelheid van de aanwijzer in het hulpprogramma voor muisbesturing.

1. Open Configuratiescherm , selecteer het pictogram Muis en druk op Enter .

2. Klik op het tabblad Aanwijzeropties .

3. Stel de snelheid van de aanwijzer in conform de aanwijzingen en klik op OK .

U kunt de muisaanwijzer niet normaal verplaatsen.

Misschien is de muis vuil. Raadpleeg de documentatie bij de muis voor informatie over schoonmaken.

Gebruikershandleiding 8-10

Probleemoplossing

Geheugenuitbreiding

Probleem Procedure

De computer hangt op en laat pieptonen horen.

(Een lange pieptoon, gevolgd door twee reeksen van 3 korte pieptonen en dan een lange pieptoon.)

Controleer of de geheugenmodule die in de uitbreidingssleuf is geïnstalleerd, compatibel is met de computer.

Als een incompatibele module is geïnstalleerd, voer dan de volgende stappen uit.

1. Schakel de computer uit.

2. Ontkoppel de netadapter en alle randapparaten.

3. Verwijder de accu-eenheid.

4. Verwijder de geheugenmodule.

5. Plaats de accu-eenheid terug en/of sluit de netadapter aan.

6. Schakel de stroom in.

Slaapstand/zuinige slaapstand

Probleem

De slaapstand/zuinige slaapstand kan niet worden geactiveerd

Procedure

Is Windows Media Player geopend? Als Windows

Media Player een selectie afspeelt of zojuist heeft afgespeeld, kan het systeem mogelijk niet in de slaapstand of de zuinige slaapstand worden gezet. Sluit Windows Media Player alvorens de slaapstand/zuinige slaapstand te selecteren.

Modem

Probleem Procedure

Communicatiesoftware kan het modem niet initialiseren.

U hoort een kiestoon maar u kunt niet bellen.

Controleer of de modeminstellingen van de computer correct zijn. Raadpleeg Telefoon- en modemopties in het Configuratiescherm.

Als u een PBX-verbinding gebruikt, dient u te zorgen dat de functie voor toonkeuzedetectie van de toepassing is uitgeschakeld.

U hebt een nummer gebeld, maar er kan geen verbinding worden gemaakt.

Controleer of de instellingen in de communicatietoepassing correct zijn.

U hoort geen belsignaal na het bellen van een nummer.

Controleer of de keuzemethode (toon/puls) in de communicatietoepassing correct is ingesteld.

Gebruikershandleiding 8-11

Probleemoplossing

Probleem Procedure

De communicatie wordt plotseling afgebroken.

De communicatie wordt automatisch afgebroken wanneer een bepaalde tijd lang geen draaggolf is waargenomen. Probeer de tijdlimiet voor draaggolfdetectie te verlengen.

Een wordt snel opgevolgd door

CONNECT-

bericht

NO CARRIER

Verstoorde tekenweergave tijdens communicatie.

Controleer de instelling voor foutcontrole

(Error control) in de communicatietoepassing.

Controleer of de instellingen voor het pariteitsbit en het stopbit (voor gegevensoverdracht) corresponderen met die van de andere computer.

Controleer de transportbesturing (flow control) en het communicatieprotocol.

U kunt een binnenkomende oproep niet ontvangen.

Controleer in de communicatietoepassing na hoeveel belsignalen een oproep automatisch wordt beantwoord.

CD-RW-/DVD-ROM-station

Probleem

U kunt geen toegang krijgen tot een schijf in het station.

Procedure

Controleer of de stationslade goed dicht zit.

Duw zachtjes tot de lade vastklikt.

Open de lade en controleer of de schijf goed ligt: plat op het ladeoppervlak met het opschrift omhoog.

Een vreemd voorwerp in de lade kan leesactiviteit verhinderen. Zorg dat de laser niet wordt geblokkeerd. Verwijder eventuele voorwerpen.

Controleer of de schijf vuil is. Veeg de schijf zo nodig af met een schone doek die is bevochtigd met water of een neutraal schoonmaakmiddel.

Gebruikershandleiding 8-12

Probleem

Sommige schijven werken juist maar andere niet.

Problemen met het schrijven.

Probleemoplossing

Procedure

Het probleem kan worden veroorzaakt door de software- of hardwareconfiguratie. Controleer of de hardwareconfiguratie juist is voor de software.

Lees de documentatie bij de schijf na.

Controleer welk type schijf u gebruikt. Het station ondersteunt:

DVD-ROM: DVD-ROM, DVD-Video

CD-ROM: CD-DA, CD-Text, Photo CD™

(single/multi-session), CD-ROM

Mode 1, Mode 2, CD-ROM XA Mode

2 (Form1, Form2), Enhanced CD

(CD-EXTRA), CD-G (alleen audio-

CD)

Beschrijfbaar:CD-R, CD-RW

Controleer de regiocode op de DVD. Deze moet overeenkomen met de regiocode van het

CD-RW-/DVD-ROM-station.

Indien er problemen zijn met schrijven, controleert u of u de volgende voorschriften in acht hebt genomen:

■ Gebruik alleen schijven die door TOSHIBA zijn aanbevolen.

■ Gebruik het aanwijsapparaat of toetsenbord niet tijdens het schrijven.

■ Gebruik alleen de software die bij de computer is geleverd voor het opnemen van gegevens.

■ Gebruik of start geen andere software tijdens het schrijven.

■ Stoot niet tegen de computer tijdens het schrijven.

■ Koppel of ontkoppel geen externe apparaten en installeer/verwijder geen interne kaarten tijdens het schrijven.

Gebruikershandleiding 8-13

Probleemoplossing

DVD Super Multi-station met opnameondersteuning voor

Double Layer-schijven

Probleem

U kunt geen toegang krijgen tot een schijf in het station.

Sommige schijven werken correct maar andere niet.

Procedure

Controleer of de stationslade goed dicht zit. Duw zachtjes tot de lade vastklikt.

Open de lade en controleer of de schijf goed ligt: plat op het ladeoppervlak met het opschrift omhoog.

Een vreemd voorwerp in de lade kan leesactiviteit verhinderen. Zorg dat de laser niet wordt geblokkeerd. Verwijder eventuele voorwerpen.

Controleer of de schijf vuil is. Veeg de schijf zo nodig af met een schone doek die is bevochtigd met water of een neutraal schoonmaakmiddel.

Het probleem kan worden veroorzaakt door de software- of hardwareconfiguratie. Controleer of de hardwareconfiguratie juist is voor de software.

Lees de documentatie bij de schijf na.

Controleer welk type schijf u gebruikt. Het station ondersteunt:

DVD-ROM: DVD-ROM, DVD-video, DVD-R,

DVD-RW, DVD+R, DVD+RW,

DVD-RAM, DVD+R (Double

Layer), DVD-R (Dual Layer)

CD-ROM: CD-DA, CD-Text, Photo CD

(single/multi-session), CD-ROM

Mode 1, Mode 2, CD-ROM XA

Mode 2 (Form1, Form2),

Enhanced CD (CD-EXTRA),

CD-G (alleen audio-CD)

Beschrijfbaar: CD-R, CD-RW, DVD-R, DVD-R

(Double Layer), DVD+R, DVD+R

(Double Layer), DVD-RW,

DVD+RW, DVD-RAM

Controleer de regiocode op de DVD. Deze moet overeenkomen met de regiocode op het DVD

Super Multi-station.

Gebruikershandleiding 8-14

Probleemoplossing

Probleem

Problemen met het schrijven.

Procedure

Indien er problemen zijn met schrijven, controleert u of u de volgende voorschriften in acht hebt genomen:

■ Gebruik alleen schijven die door TOSHIBA zijn aanbevolen.

■ Gebruik het aanwijsapparaat of toetsenbord niet tijdens het schrijven.

■ Gebruik alleen de software die bij de computer is geleverd voor het opnemen van gegevens.

■ Gebruik of start geen andere software tijdens het schrijven.

■ Stoot niet tegen de computer tijdens het schrijven.

■ Koppel of ontkoppel geen externe apparaten en installeer/verwijder geen interne kaarten tijdens het schrijven.

Schijfstation

Probleem Procedure

Sommige programma’s worden correct uitgevoerd maar andere niet.

Het probleem kan worden veroorzaakt door de software- of hardwareconfiguratie. Controleer of de hardwareconfiguratie juist is voor de software.

U kunt geen toegang krijgen tot het diskettestation.

Probeer een andere diskette. Als u toegang hebt tot deze diskette, is er iets aan de hand met de oorspronkelijke diskette (niet met het diskettestation).

RTC (Real Time Clock)

Probleem

Het volgende bericht verschijnt op de sub-

LCD:

RTC battery is low or CMOS checksum is inconsistent.

Press [F2] key to set Date/

Time.

Procedure

De RTC-batterij is bijna leeg. Stel de datum en tijd in via BIOS Setup. Volg de onderstaande stappen:

1. Druk op [F1] . BIOS Setup wordt geopend.

2. Druk op [F2] om de datum in te stellen met

[System Date].

3. Druk op [F2] om de tijd in te stellen met

[System Time].

Gebruikershandleiding 8-15

Probleemoplossing

TOSHIBA-ondersteuning

Als u extra technische hulp nodig hebt of als u problemen hebt bij het gebruik van de computer, kunt u contact opnemen met TOSHIBA.

Voordat u opbelt

Aangezien sommige problemen wellicht te wijten zijn aan het besturingssysteem of het programma dat u gebruikt, is het belangrijk om eerst andere hulpbronnen te raadplegen. Probeer het volgende alvorens contact op te nemen met TOSHIBA:

■ Bestudeer de informatie over probleemoplossing in de documentatie bij de software en randapparaten.

■ Als een probleem optreedt tijdens de uitvoering van softwareprogramma’s, zoekt u in de softwaredocumentatie naar suggesties voor het oplossen van problemen. Neem zo nodig contact op met de afdeling voor technische support van het softwarebedrijf.

■ Neem contact op met de dealer waarbij u de computer en/of software hebt gekocht. Uw dealer is de aangewezen bron van up-to-date informatie.

Schrijven naar TOSHIBA

Kunt u het probleem nog altijd niet verhelpen en vermoedt u dat het te maken heeft met de hardware, schrijf dan een brief aan TOSHIBA.

Het adres vindt u in de bijgeleverde garantie-informatie of op http://www.toshiba-europe.com

.

Gebruikershandleiding 8-16

Vrijwaringsverklaringen

Hoofdstuk 9

Vrijwaringsverklaringen

In dit hoofdstuk vindt u informatie over de vrijwaringsverklaringen met betrekking tot TOSHIBA-computers.

CPU

Vrijwaringsverklaring met betrekking tot CPU-prestaties.

De prestaties van de CPU (Central Processing Unit ofwel Centrale

Verwerkingseenheid) in uw computer kunnen afwijken van de specificaties, onder invloed van de volgende factoren:

■ gebruik van bepaalde externe randapparaten;

■ gebruik van accuvoeding in plaats van netvoeding;

■ gebruik van bepaalde multimedia, door de computer gegenereerde afbeeldingen of videotoepassingen

■ gebruik van standaardtelefoonlijnen of langzame netwerkverbindingen;

■ gebruik van complexe ontwerpsoftware, bijvoorbeeld geavanceerde

CAD-toepassingen;

■ gelijktijdig gebruik van verschillende toepassingen of functies;

■ gebruik van de computer in gebieden met een lage luchtdruk (op een hoogte van meer dan duizend meter boven zeeniveau);

■ gebruik van de computer bij temperaturen onder 5 ºC of boven 30 ºC, of boven 25 ºC op grote hoogte. Deze temperatuurlimieten zijn niet nauwkeurig en kunnen per model verschillen. Raadpleeg de documentatie bij uw computer of ga naar de Toshiba-website op http://www.pcsupport.toshiba.com

voor meer informatie.

De CPU-prestaties kunnen bovendien afwijken van de specificaties als gevolg van de ontwerpconfiguratie.

Gebruikershandleiding 9-1

Vrijwaringsverklaringen

In bepaalde omstandigheden kan het gebeuren dat de computer wordt uitgeschakeld. Dit is een normale beschermende maatregel ter voorkoming van gegevensverlies of beschadiging van het product bij gebruik buiten de aanbevolen omstandigheden. Vermijd het risico van gegevensverlies door altijd back-ups van gegevens te maken. Dit doet u door de gegevens van tijd tot tijd op een extern opslagmedium op te slaan. Voor optimale prestaties dient u uw computer alleen onder de aanbevolen omstandigheden te gebruiken. Lees de aanvullende beperkingen in de productdocumentatie door. Neem voor meer informatie contact op met de

Toshiba-afdeling voor service en ondersteuning. Raadpleeg het gedeelte

TOSHIBA-ondersteuning

in hoofdstuk 8,

Probleemoplossing

, voor meer informatie.

Geheugen (hoofdsysteem)

Een deel van het hoofdsysteemgeheugen kan door het grafische systeem worden gebruikt om de grafische prestaties te verbeteren, waardoor de beschikbare hoeveelheid systeemgeheugen voor andere computeractiviteiten afneemt. De hoeveelheid systeemgeheugen die wordt toegewezen om de grafische prestaties te verbeteren, hangt af van het grafische systeem, de gebruikte toepassingen, de grootte van het systeemgeheugen en andere factoren. Voor computers die zijn geconfigureerd met 4 GB aan systeemgeheugen is de totale geheugenruimte voor computeractiviteiten aanzienlijk kleiner en varieert deze per model en systeemconfiguratie.

Gebruiksduur van de accu

De gebruiksduur van de accu varieert sterk al naar gelang factoren zoals productmodel, configuratie, toepassingen, energiebeheerinstellingen en gebruikte functies. Bovendien is de gebruiksduur onderhevig aan de natuurlijke prestatievariaties die voortvloeien uit het ontwerp van afzonderlijke onderdelen. Bepaalde modellen en configuraties die door

Toshiba vóór het tijdstip van publicatie zijn getest, worden geleverd met een classificatie voor de gebruiksduur van de accu. De oplaadtijd is afhankelijk van het gebruik. De accu wordt mogelijk niet opgeladen wanneer de computer maximale stroom verbruikt.

Nadat de accu meerdere malen is opgeladen en ontladen, kan deze niet langer op maximale capaciteit werken en is het tijd voor vervanging. Dat geldt voor alle accu's. Zie de informatie over accessoires die bij de computer is geleverd om na te gaan hoe en waar u een nieuwe accueenheid kunt aanschaffen.

Gebruikershandleiding 9-2

Vrijwaringsverklaringen

Capaciteit van vaste schijf

1 Gigabyte (GB) is 10

9

= 1.000.000.000 bytes, genoteerd als een macht van 10. Het besturingssysteem van de computer gebruikt echter het binaire talstelsel en definieert de opslagcapaciteit dus als volgt: 1 GB = 2 30 =

1.073.741.824 bytes. Hierdoor wordt een lagere opslagcapaciteit weergegeven. De beschikbare opslagcapaciteit is minder als er op het product een of meer besturingssystemen vooraf zijn geïnstalleerd, zoals

Microsoft Windows, of een of meer toepassingen vooraf zijn geïnstalleerd.

De werkelijke capaciteit na formatteren kan per model verschillen.

LCD

Na verloop van tijd en afhankelijk van het gebruik van de computer, neemt de helderheid van het LCD-scherm af. Dit is een bekend kenmerk van de

LCD-technologie.

Maximale helderheid is alleen beschikbaar wanneer de computer op netvoeding wordt gebruikt. Het beeldscherm wordt gedimd wanneer de computer op accu-energie wordt gebruikt. Het is niet mogelijk de helderheid van het scherm te vergroten.

GPU (Graphics Processor Unit)

De prestaties van de Graphics Processing Unit ("GPU") wisselen al naar gelang het productmodel, de ontwerpconfiguratie, de toepassingen, de instellingen voor energiebeheer en de gebruikte instellingen en functies.

De GPU-prestaties worden alleen geoptimaliseerd wanneer het apparaat op netstroom werkt. De prestaties zijn aanzienlijk minder wanneer de accu wordt gebruikt.

Draadloos LAN

De verzendsnelheid via het draadloos LAN en het maximale bereik van draadloos LAN kunnen variëren al naar gelang de elektromagnetische omgeving, obstakels, ontwerp en configuratie van toegangspunten, clientontwerp en software-/hardwareconfiguratie.

[54 Mbps is de theoretische maximumsnelheid volgens de IEEE802.11norm (a/b/g).] De werkelijke verzendsnelheid zal lager zijn dan de theoretische maximumsnelheid.

Niet-toepasselijke pictogrammen

Bepaalde notebookchassis zijn zodanig ontworpen dat deze alle mogelijke configuraties voor een volledige productserie kunnen huisvesten. Het door u geselecteerde model heeft mogelijk niet alle voorzieningen en specificaties die corresponderen met de pictogrammen of schakelaars op het notebookchassis.

Gebruikershandleiding 9-3

Vrijwaringsverklaringen

Kopieerbeveiliging

Technologie ter bescherming van het auteursrecht in sommige media verhindert mogelijk het weergeven en opnemen van die media.

Afbeeldingen

Alle afbeeldingen zijn gesimuleerd voor illustratiedoeleinden.

LCD-scherm en vermoeidheid van de ogen

Het LCD-scherm heeft een helderheid die overeenkomt met die van een tv.

Het verdient aanbeveling de helderheid van het LCD-scherm aan uw eigen voorkeur aan te passen om te voorkomen dat uw ogen vermoeid raken.

Gebruikershandleiding 9-4

Specificaties

Bijlage A

Specificaties

Deze bijlage bevat de technische specificaties van de notebook.

Afmetingen

269.5mm

Gebruikershandleiding

35.3mm

A-1

Specificaties

Gewicht

Uitgangsgewicht 2,75 kg*

* Het gewicht is afhankelijk van de productconfiguratie, de onderdelen van de leverancier, de fabricageverschillen en de geselecteerde opties.

Werkomgeving

Eigenschappen

Temperatuur

Hoogte

(vanaf zeeniveau)

Vochtigheid

In werking

5 °C tot 35 °C

–9 tot 3.000 meter

Specificaties

Niet in werking

–20 °C tot 65 °C

–9 tot 12.000 meter

20 % tot 80 %

Ingebouwde modem

Sommige computers in deze serie zijn uitgerust met modemfunctionaliteit.

Network control unit (NCU)

Type NCU AA

Type lijn

Keuzesysteem

Telefoonlijn (alleen analoog)

Puls

Toon

Besturingsopdracht AT-opdrachten

EIA-578-opdrachten

Controlefunctie Computerluidspreker

Communicatiespecificaties

Communicatiesysteem

Communicatieprotocol

Data:

Fax:

Data:

ITU-T-Rec

(voorheen CCITT)

Full duplex

Half duplex

V.21/V.22/V.22bis/

V.32/V.32bis/V.34/

V.90/V.92

(alleen voor VS en Canada)

103/212A Bell

Fax:

ITU-T-Rec

(voorheen CCITT)

V.17/V.29/V.27ter/V.21

ch2

Gebruikershandleiding A-2

Communicatiesnelheid

Foutcorrectie

Datacompressie

Specificaties

Gegevensverzending en -ontvangst

300/1200/2400/4800/7200/9600/12000/14400/

16800/19200/21600/24000/26400/28800/

31200/33600 bps

Gegevensontvangst alleen met V.90/V.92

28000/29333/30666/32000/33333/34666/

36000/37333/38666/40000/41333/42666/

44000/45333/46666/48000/49333/50666/

52000/53333/54666/ 56000 bps

Fax:

2400/4800/7200/9600/12000/14400 bps

MNP klasse 4 en ITU-T V.42

MNP klasse 5 en ITU-T V.42bis

Gebruikershandleiding A-3

Weergavemodi

Bijlage B

Weergavemodi

Deze bijlage bevat een tabel met alle weergavemodi wanneer de weergave is ingesteld voor een externe monitor.

Als u bepaalde toepassingen uitvoert (zoals een 3D-toepassing, videoweergave of iets dergelijks), kunt u storingen op het scherm zien, zoals flikkering of weggevallen frames. Als dit gebeurt, verlaagt u de schermresolutie totdat het scherm correct wordt weergegeven. U kunt ook

Windows Aero™ uitschakelen als u dit probleem wilt verhelpen.

Resolutie van CRTscherm

800 × 600

1024

1280

1280

1600

1920

2048

×

×

×

×

×

×

768

800

1024

1200

1440

1536

16 bpp

32 bpp

16 bpp

32 bpp

16 bpp

32 bpp

16 bpp

32 bpp

Kleurdiepte

(bpp)

16 bpp

32 bpp

16 bpp

32 bpp

16 bpp

32 bpp

Verversingsfrequentie

(Hz)

60, 75, 85, 100

60, 75, 85, 100

60, 75, 85, 100

60, 75, 85, 100

60

60

60, 75, 85, 100

60, 75, 85, 100

60, 75, 85, 100

60, 75, 85, 100

60, 75

60, 75

60

60

Mogelijk worden afhankelijk van de externe monitor die u gebruikt bepaalde weergavemodi niet ondersteund.

Gebruikershandleiding B-1

Netsnoer en connectoren

Bijlage C

Netsnoer en connectoren

De stekker van het netsnoer moet compatibel zijn met de diverse internationale wandcontactaansluitingen en het netsnoer moet voldoen aan de normen van het land/gebied waarin het wordt gebruikt. Alle snoeren moeten voldoen aan de volgende specificaties:

Lengte:

Kabeldikte:

Stroomsterktespecificatie:

Spanningsspecificatie:

Minimaal 1,7 meter

Minimaal 0,75 mm

2

Minimaal 2,5 ampère

125 of 250 V wisselstroom

(al naar gelang de netspanning die in het land/gebied wordt gebruikt)

Certificeringsinstanties

V.S. en Canada: Goedgekeurd door UL en CSA

No. 18 AWG, Type SVT of SPT-2

AS Australië:

Europa:

Oostenrijk:

België:

Denemarken:

Finland:

Frankrijk:

Duitsland:

OVE

CEBEC

DEMKO

FIMKO

LCIE

VDE

Italië:

Nederland:

Noorwegen:

Zweden:

Zwitserland:

Verenigd

Koninkrijk:

IMQ

KEMA

NEMKO

SEMKO

SEV

BSI

In Europa moet gebruik worden gemaakt van een dubbeldraads netsnoer van het type VDE, H05VVH2-F of H03VVH2-F, of van een driedraads netsnoer van het type VDE, H05VV-F.

Gebruikershandleiding C-1

Netsnoer en connectoren

Voor de Verenigde Staten en Canada dient een stekker met twee pinnen

2-15P (250V) of 1-15P (125V) te zijn en een stekker met drie pinnen 6-15P

(250V) of 5-15P (125V) zoals toegewezen in de U. S. National Electrical

Code Handbook en de Canadian Electrical Code Part II.

Hieronder worden de netstekkers weergegeven die u nodig hebt in de

U. S. A. en Canada, het Verenigd Koninkrijk, Australië en Europa.

V.S.

Verenigd Koninkrijk

Australië Europa

Canada

Gebruikershandleiding C-2

Als uw computer wordt gestolen

Bijlage D

Als uw computer wordt gestolen

Ga verantwoord met uw computer om en probeer diefstal te voorkomen.

U bent de eigenaar van een waardevol apparaat dat zeer aantrekkelijk is voor dieven: laat het dus nooit onbeheerd achter. Extra bescherming tegen diefstal is verkrijgbaar in de vorm van beveiligingskabels, waarmee u de notebook thuis of op kantoor aan een zwaar voorwerp kunt verankeren.

Noteer het type, modelnummer en serienummer van uw computer en bewaar deze gegevens op een veilige plaats. Deze informatie is te vinden op de onderkant van de notebook. Bewaar tevens het ontvangstbewijs voor de computer.

Mocht de computer ondanks uw voorzorgsmaatregelen toch worden gestolen , dan zullen we u helpen hem terug te vinden. Ter identificatie van uw computer dient u de volgende informatie paraat te hebben wanneer u contact opneemt met TOSHIBA:

■ In welk land is uw computer gestolen?

■ Wat is het type van uw computer?

■ Wat is het modelnummer (PA-nummer)?

■ Wat is het serienummer (8 cijfers)?

■ Op welke datum is de computer gestolen?

■ Wat is uw adres, telefoonnummer en faxnummer?

Volg deze procedures om de diefstal op papier te registreren:

■ Op de volgende pagina vindt u het formulier voor TOSHIBAdiefstalregistratie: vul dit formulier (of een kopie hiervan) in.

■ Voeg een kopie van uw ontvangstbewijs bij waarop wordt aangegeven waar u de computer hebt gekocht.

■ Stuur het registratieformulier en ontvangstbewijs per fax of post naar

Toshiba (de adresgegevens vindt u op de volgende pagina).

Volg deze procedures om de diefstal online te registreren:

■ Ga naar http://www.toshiba-europe.com

op internet. Kies in de lijst met productcategorieën Computer Systems .

■ Open het menu Support & Downloads en kies de optie Stolen units database .

Gebruikershandleiding D-1

Als uw computer wordt gestolen

De gegevens die u invoert, worden in onze servicecenters gebruikt om uw computer op te sporen.

TOSHIBA-diefstalregistratie

Aan: TOSHIBA Europe GmbH

Technical Service and Support

Leibnizstr. 2

93055 Regensburg

Duitsland

Faxnummer: +49 (0) 941 7807 921

Land waarin computer is gestolen:

Type computer:

(bijv. L40-serie)

Modelnummer:

(bijv. PSA30 YXT)

Serienummer:

(bijv. 12345678G)

Datum van diefstal: Jaar Maand Dag

Gegevens van eigenaar

Achternaam, voornaam:

Bedrijf:

Adres:

Postcode/plaatsnaam:

Land:

Telefoon:

Fax:

Gebruikershandleiding D-2

Woordenlijst

Woordenlijst

In deze woordenlijst worden onderwerpen toegelicht die verband houden met deze handleiding. Alternatieve benamingen zijn ter referentie opgenomen.

Afkortingen

AC: alternating current (wisselstroom)

AGP: accelerated graphics port (versnelde grafische poort)

BIOS: basic input output system

CD-ROM: compact Disc-Read Only Memory

CD-RW: compact disc-read/write

CMOS: Complementary Metal-Oxide Semiconductor

CPU: central processing unit (centrale verwerkingseenheid)

CRT: cathode ray tube (kathodestraalbuis)

DC: direct current (gelijkstroom)

DDC: display data channel (schermgegevenskanaal)

DMA: Direct Memory Access (rechtstreekse geheugentoegang)

DOS: Disk Operating System (schijfbesturingssysteem)

DVD: digital versatile disc

ECP: extended capabilities port (poort met uitgebreide capaciteit)

FDD: Floppy Disk Drive (diskettestation)

HDD: Hard Disk Drive (vasteschijfstation)

IDE: integrated drive electronics

I/O: input/output (invoer/uitvoer)

IRQ: interrupt request (onderbrekingsinstructie)

KB: kilobyte

LCD: Liquid Crystal Display

LED: light emitting diode (statuslampje)

LSI: large scale integration (grootschalige integratie)

MS-DOS: Microsoft Disk Operating System

PCI: peripheral component interconnect

Gebruikershandleiding Woordenlijst-1

Woordenlijst

RAM: random access memory

ROM: Read Only Memory

RTC: real time clock (real-time klok)

SCSI: small computer system interface (interface klein computersysteem)

TFT: thin film transistor (dunne-filmtransistor)

USB: universal serial bus

VESA: Video Electronic Standards Association

VGA: video graphics array

WXGA: Wide Extended Graphics Array

A adapter: een apparaat dat als interface fungeert tussen twee ongelijksoortige apparaten. Bijvoorbeeld: de netadapter wijzigt de stroom uit een stopcontact zodanig dat deze door de computer kan worden gebruikt. Deze term wordt ook gebruikt voor de uitbreidingskaarten die externe apparaten zoals monitors en magneetbanden besturen.

apparaatstuurprogramma: een programma dat de communicatie tussen een specifiek randapparaat en de computer regelt. Het bestand

CONFIG.SYS verwijst naar apparaatstuurprogramma's die door

MS-DOS worden geladen wanneer u de computer opstart.

Stuurprogramma's worden ook wel drivers genoemd.

B beeldscherm: een CRT-scherm, LCD-scherm of ander weergaveapparaat dat wordt gebruikt om computeruitvoer op weer te geven.

besturingssysteem: een groep programma’s die bepaalt hoe een computer werkt. Het besturingssysteem zorgt bijvoorbeeld voor het interpreteren van programma's, het maken van gegevensbestanden en het besturen van de gegevensoverdracht (invoer/uitvoer) tussen het geheugen en de randapparaten.

besturingstoetsen: een toets of toetscombinatie voor het activeren van een bepaalde functie in een programma.

BIOS: Basic Input Output System. De firmware die de gegevensstroom binnen de computer reguleert.

Zie ook firmware.

bit: afgeleid van "binary digit" (binair cijfer), de basiseenheid van informatie die de computer gebruikt. Een bit kan de waarde 0 of 1 hebben.

Acht bits vormen samen één byte. Zie ook byte en megabyte.

bps: bits per seconde. Meestal gebruikt ter aanduiding van de gegevensoverdrachtsnelheid van een modem.

Gebruikershandleiding Woordenlijst-2

Woordenlijst buffer: Het gedeelte van het computergeheugen waarin gegevens tijdelijk worden opgeslagen. Bij gegevensoverdracht dienen buffers vaak ter compensatie voor het verschil in stroomsnelheid tussen twee apparaten.

bus: een interface voor verzending van signalen, gegevens of elektrische stroom.

byte: de weergave van één teken. Een reeks van acht bits die als een eenheid wordt behandeld; tevens de kleinste adresseerbare eenheid in het systeem.

C cache: snel geheugen waarin gegevens worden opgeslagen om de snelheid van de processor en die van de gegevensoverdracht te verhogen. capaciteit: De hoeveelheid gegevens die kan worden opgeslagen op een magnetisch opslagmedium zoals een diskette

(floppy) of vaste schijf (harddisk). De capaciteit wordt doorgaans uitgedrukt in kilobytes (KB), megabytes (MB) en gigabytes (GB), waarbij 1 KB = 1024 bytes, 1 MB = 1024 KB en 1 GB = 1024 MB.

Level 1 is in de processor geïntegreerd en level 2 bevindt zich in het externe geheugen.

capaciteit: de hoeveelheid gegevens die kan worden opgeslagen op een magnetisch opslagmedium zoals een diskette of vaste schijf. De capaciteit wordt doorgaans in kilobytes (KB) en megabytes (MB) uitgedrukt, waarbij 1 KB = 1024 bytes en 1 MB = 1024 KB.

CardBus: een standaardbus voor 32-bits PC-kaarten.

CD-R: een Compact Disc-Recordable-schijf, die eenmaal kan worden beschreven en meermaals kan worden gelezen.

Zie ook CD-ROM.

CD-ROM: een Compact Disc-Read Only Memory-schijf is een schijf met een hoge capaciteit waarvan kan worden gelezen maar waar niet op kan worden geschreven. Het CD-ROM-station gebruikt een laserstraal om gegevens van de disc te lezen.

CD-RW: Een Compact Disc-Read/Write-schijf kan vele malen opnieuw worden beschreven.

Zie ook CD-ROM.

chip: een kleine halfgeleider waarop schakelingen zijn aangebracht ten behoeve van gegevensverwerking, geheugen, I/O-functies en het besturen van andere chips.

CMOS: Complementary Metal-Oxide Semiconductor. COM1, COM2,

COM3 en COM4: Geïntegreerde schakelingen die compatibel zijn met de CMOS-technologie, kunnen dicht bijeen worden geplaatst en zijn uiterst betrouwbaar.

compatibiliteit: 1) het vermogen van een computer om gegevens op dezelfde manier te gebruiken als een andere computer zonder deze gegevens of de gegevensindeling te hoeven wijzigen.

2) de mogelijkheid om een apparaat aan te sluiten op of te laten communiceren met een ander systeem of onderdeel.

Gebruikershandleiding Woordenlijst-3

Woordenlijst configuratie: de specifieke onderdelen van het systeem (zoals de terminal, printer en schijfstations) en de instellingen die bepalen hoe het systeem werkt. De systeemconfiguratie kan met het programma

HW Setup worden beheerd.

controller: ingebouwde hardware en software die de functies van een specifiek intern of randapparaat besturen (bijvoorbeeld een toetsenbordcontroller).

CPU: Central Processing Unit (centrale verwerkingseenheid). Het onderdeel van de computer dat instructies interpreteert en uitvoert.

CRT: Cathode Ray Tube. Een vacuümbuis waarin een elektronenbundel een scherm aftast dat met een fluorescerend laagje is bedekt, waardoor lichtpuntjes ontstaan. De CRT-techniek wordt bijvoorbeeld gebruikt in TV's.

cursor: een klein, knipperend blokje of streepje dat de huidige invoerpositie op het beeldscherm aanduidt.

D

DC: Direct Current (gelijkstroom). Ook wel een vooraf ingestelde waarde genoemd. Dit type stroom wordt normaal gesproken door accu’s en batterijen geleverd.

dialoogvenster: een venster dat invoer van de gebruiker accepteert om systeeminstellingen te maken of andere gegevens vast te leggen.

diskette: een verwisselbaar schijfje voor het opslaan van magnetisch gecodeerde gegevens. diskettestation: een elektromechanisch apparaat dat gegevens van een diskette leest en ernaar schrijft.

DOS: Disk Operating System (schijfbesturingssysteem).

Zie ook bij besturingssysteem.

DVD-RAM: een Digital Versatile Disc Random Access Memory-schijf is een hoogwaardige schijf met grote capaciteit waarop u grote hoeveelheden gegevens kunt opslaan. Een DVD-ROM-station gebruikt een laserstraal om gegevens vanaf schijf te lezen.

DVD-ROM: een Digital Versatile Disc Read Only Memory-schijf is een hoogwaardige schijf met grote capaciteit, geschikt voor weergave van video en andere bestanden met hoge gegevensdichtheid. Een

DVD-ROM-station gebruikt een laserstraal om gegevens vanaf schijf te lezen.

F formatteren: het proces waarmee een lege schijf wordt gereedgemaakt voor gegevensopslag. Bij het formatteren wordt de schijf voorzien van een structuur die het besturingssysteem nodig heeft om bestanden of programma’s naar de schijf te kunnen schrijven.

functietoetsen: de toetsen F1 t/m F12 die de computer instrueren om bepaalde functies uit te voeren.

Gebruikershandleiding Woordenlijst-4

Woordenlijst

G geïntegreerde numerieke toetsen: een functie waarmee u bepaalde toetsen op het toetsenbord kunt gebruiken voor invoer van numerieke gegevens of cursor- en paginabesturing.

gigabyte (GB): een eenheid van gegevensopslag die gelijk is aan

1024 megabytes. vaste schijf: graphics: informatie in de vorm van tekeningen, figuren of andere beelden, zoals diagrammen of grafieken.

H hertz: een eenheid voor frequentie die overeenkomt met 1 cyclus per seconde.

I

I/O: input/output (invoer/uitvoer) Heeft betrekking op gegevensoverdracht van en naar de computer.

I/O-apparaten: apparaten die worden gebruikt om met de computer te communiceren en om gegevens van en naar de computer over te dragen.

invoer: de gegevens of instructies die de gebruiker via het toetsenbord of een intern/extern gegevensopslagapparaat doorgeeft aan een computer, een communicatieapparaat of een ander randapparaat.

De gegevens van de verzendende computer (ofwel de uitvoer) zijn de invoer van de ontvangende computer.

J jumper: Een klein klemmetje of draadje waarmee twee punten van een circuit kunnen worden verbonden om hardwarekenmerken te wijzigen.

K

K: afkorting van het Griekse woord kilo, dat 1000 betekent; vaak gebruikt als equivalent van 1024, ofwel 2 tot de tiende macht.

Een invoerapparaat met schakelaars die worden geactiveerd door het indrukken van toetsen met opschriften.

KB: zie kilobyte.

Gebruikershandleiding Woordenlijst-5

Woordenlijst

L

Light Emitting Diode (LED): een lichtgevende diode. Een halfgeleiderapparaat dat licht uitstraalt als er stroom op wordt gezet.

Liquid Crystal Display (LCD): Liquid Crystal Display ofwel vloeibarekristallenscherm. Vloeibare kristallen tussen twee glasplaten die met doorzichtig, geleidend materiaal zijn bedekt. Op de zichtbare kant van het glas is een matrix van tekenvormende segmenten aangebracht. Wanneer tussen de glasplaten een spanning wordt aangebracht, verandert de helderheid van het vloeibare kristal.

LSI: Large Scale Integration. 1) Een technologie die het mogelijk maakt om maximaal 100.000 eenvoudige schakelingen op één chip aan te brengen.

2) Een geïntegreerd circuit dat LSI gebruikt.

M map: een pictogram in Windows dat dient voor het opslaan van documenten of andere mappen.

megabyte (MB): een eenheid van gegevensopslag die gelijk is aan 1024 kilobytes.

Zie ook byte en kilobyte.

modem: afgeleid van modulator/demodulator. Een apparaat dat digitale gegevens omzet (moduleert) voor transmissie via telefoonlijnen en de gemoduleerde gegevens bij aankomst weer omzet

(demoduleert) naar het digitale formaat.

modus: de gebruiksmodus van de computer, bijvoorbeeld de opstartmodus, de slaapstand of de zuinige slaapstand.

monitor: een apparaat dat rijen en kolommen pixels gebruikt om alfanumerieke tekens of grafische beelden weer te geven.

Read

Only Memory.

MP3: een norm voor audiocompressie die het mogelijk maakt geluidsbestanden optimaal over te dragen en in realtime af te spelen.

O onderdelen: de componenten van een systeem waaruit het geheel is opgebouwd.

opnieuw opstarten: een procedure waarbij de computer opnieuw wordt opgestart zonder de stroom uit te schakelen (ook wel "warme start" of "soft reset" genoemd).

Zie ook CRT.

opstarten: ook bootstrap genoemd. Bits per seconde. Het programma leest instructies van een opslagapparaat in het computergeheugen.

Gebruikershandleiding Woordenlijst-6

Woordenlijst

P pariteit: 1) de symmetrische verhouding tussen twee parameterwaarden

(gehele getallen) die allebei hetzij aan of uit, hetzij even of oneven, hetzij 0 of 1 zijn.

De computer biedt verschillende niveaus van wachtwoordbeveiliging, zoals het gebruikers-, supervisor- en uitwerpwachtwoord. De pariteit kan op Even, Odd (oneven) of None

(geen) worden ingesteld.

pixel: een beeldelement. De kleinste punt die op een beeldscherm kan worden weergegeven of op een printer kan worden afgedrukt. Ook wel pel genoemd.

plug & play: een eigenschap van Windows waarmee het systeem automatisch aangesloten externe apparaten kan herkennen en de nodige configuratie op de computer verzorgt.

poort: de elektrische verbinding door middel waarvan de computer gegevens van en naar apparaten of andere computers ontvangt en verzendt.

prompt: een schermbericht dat aangeeft dat de computer wacht op gegevensinvoer of een handeling van de kant van de gebruiker.

R

RAM (Random Access Memory): snel geheugen in de computercircuits waaruit kan worden gelezen en waarnaar kan worden geschreven.

randapparaat: een I/O-apparaat dat niet in de centrale processor en/of het hoofdgeheugen is geïntegreerd, bijvoorbeeld een printer of muis.

RJ11: een modulaire telefoonaansluiting.

RJ45: een modulaire LAN-poort.

ROM: Read Only Memory. Een niet-vluchtige geheugenchip die informatie bevat waarmee de basisfuncties van de computer worden bestuurd.

U kunt de informatie die in het ROM is opgeslagen, niet oproepen of wijzigen.

S schijfstation: een apparaat dat informatie van een schijf naar het computergeheugen kopieert en vice versa. Gegevens worden in concentrische sporen vastgelegd, zoals op een grammofoonplaat.

Hiertoe draait het apparaat de schijf op hoge snelheid langs een lees-/schrijfkop.

SCSI: Small Computer System Interface. Een industriestandaard voor de aansluiting van verscheidene randapparaten.

sneltoets: een toetscombinatie met de functietoets, Fn , die dient voor het instellen van systeemparameters, zoals het luidsprekervolume.

Gebruikershandleiding Woordenlijst-7

Woordenlijst softkey: toetscombinaties waarmee toetsen op het IBM-toetsenbord worden geëmuleerd, een aantal configuratieopties worden gewijzigd, programma's worden gestaakt en de geïntegreerde numerieke toetsen worden geactiveerd.

standaardinstelling: de parameterwaarde die automatisch door het systeem wordt geselecteerd als de gebruiker of het programma geen instructies verschaffen. Ook wel een vooraf ingestelde waarde genoemd.

stopbit: een of meer bits van een byte die in asynchrone seriële communicatie het verzonden teken volgen of codes groeperen.

stuurprogramma: een softwareprogramma dat een specifiek apparaat bestuurt (vaak een randapparaat zoals een printer of muis) en dat meestal deel uitmaakt van het besturingssysteem.

Stuurprogramma's worden ook wel drivers genoemd.

systeemschijf: een schijf die is geformatteerd met een besturingssysteem. terminal: Een toetsenbord (zoals dat van een schrijfmachine) en een CRT-beeldscherm die op de computer zijn aangesloten voor gegevensinvoer/-uitvoer. Wordt ook wel besturingssysteemschijf genoemd.

T teken: elke letter en elk cijfer, leesteken of symbool waarvan de computer gebruikmaakt. Ook synoniem met byte.

terminal: een toetsenbord (zoals dat van een schrijfmachine) en een CRTbeeldscherm die op de computer zijn aangesloten en waarmee gegevens worden ingevoerd/weergegeven.

TFT-beeldscherm: LCD-scherm met een reeks vloeibare-kristallencellen.

Gebruikt actieve-matrixtechnologie met dunne-laagtransistors

(TFT's).

toepassing: een reeks programma's die gezamenlijk voor een specifieke taak worden gebruikt, zoals boekhouding, financiële planning, spreadsheets, tekstverwerking en games.

touchpad: een aanwijsapparaat dat in de polssteun van de TOSHIBAcomputer is geïntegreerd. Ook wel aanraakvlak genoemd.

U uitvoer: de resultaten van een computerbewerking. Uitvoer verwijst gewoonlijk naar gegevens die

1) op papier is afgedrukt, 2) op een beeldscherm wordt weergegeven, 3) via de seriële poort of interne modem wordt verzonden of 4) op een magnetisch opslagmedium is vastgelegd.

uitvoeren: een instructie interpreteren en ten uitvoer brengen.

Universal Serial Bus: met deze seriële interface kunt u communiceren met diverse apparaten die in serie zijn verbonden met een enkele poort van de computer.

Gebruikershandleiding Woordenlijst-8

Woordenlijst

V vaste schijf: een niet-verwisselbare schijf, die meestal met de letter C wordt aangeduid. Deze schijf wordt in de fabriek geïnstalleerd en kan alleen door een erkend monteur worden verwijderd. Ook wel harde schijf of harddisk genoemd.

vasteschijfstation: een elektromechanisch apparaat dat gegevens van een vaste schijf leest en ernaar schrijft. Zie ook bij vaste schijf.

VGA: Video Graphics Array. Een industriestandaard voor grafische adapters die alle populaire software ondersteunen.

W warme start: een computer opnieuw opstarten zonder deze uit te schakelen. schrijfbeveiliging: een methode om de gegevens op een diskette te beschermen tegen abusievelijk wissen.

Gebruikershandleiding Woordenlijst-9

advertisement

Related manuals

Download PDF

advertisement

Table of contents