7 Diverse functies gebruiken voor afspelen en bewerken. Canon PowerShot A800

Add to My manuals
144 Pages

advertisement

7
Diverse functies gebruiken voor afspelen en bewerken. Canon PowerShot A800 | Manualzz

7

Diverse functies gebruiken voor afspelen en bewerken

In dit hoofdstuk worden verschillende manieren beschreven voor het afspelen en bewerken van beelden.

Druk op de knop

1 om de afspeelmodus te selecteren voordat u de camera bedient.

Beelden die zijn bewerkt op een computer, beelden waarvan de bestandsnaam is gewijzigd en beelden die met een andere camera zijn gemaakt, kunnen mogelijk niet worden afgespeeld of bewerkt.

De bewerkingsfunctie (pp. 95 –

96)

kan niet worden gebruikt als er niet voldoende vrije ruimte beschikbaar is op de geheugenkaart.

85

Snel naar beelden zoeken

Naar beelden zoeken in de Indexweergave

U kunt snel het beeld vinden dat u zoekt door meerdere beelden tegelijk weer te geven.

Druk op de zoomknop

g.

X

De beelden worden weergegeven in een index.

z

Het aantal beelden neemt toe elke keer wanneer u op de zoomknop g drukt.

z

Het aantal beelden neemt af elke keer wanneer u op de zoomknop k drukt.

Selecteer een beeld.

z

Druk op de knoppen opqr om een beeld te selecteren.

X

Er wordt een oranje kader weergegeven om het geselecteerde beeld.

z

Druk op de knop m om het geselecteerde beeld afzonderlijk weer te geven.

Zoeken in een groot aantal beelden

Als u herhaaldelijk op de zoomknop g drukt, kunt u maximaal 100 beelden weergeven. Als u nogmaals op de zoomknop g drukt, verschijnt er een oranje kader rondom alle beelden en kunt u snel zoeken door met de knoppen op tussen sets van 100 beelden te schakelen.

86

Naar beelden zoeken in de springweergave

Als er veel beelden op de geheugenkaart staan, kunt u zoeken aan de hand van een opgegeven methode of in een opgegeven groep beelden.

De locatie van het beeld dat op dat moment wordt

Selecteer een springmethode.

z

Druk in de enkelvoudige weergave op de knop o.

X

De springmethode en de locatie van het beeld dat op dat moment wordt weergegeven, verschijnen onder aan het scherm.

z

Druk op de knoppen op om de gewenste springmethode te selecteren.

Schakel naar andere beelden.

z

Druk op de knoppen qr.

X

U gaat naar andere beelden volgens de gekozen springmethode.

z

Druk op de knop n om terug te keren naar de enkelvoudige weergave.

Volgende 10

Volgende 100

Ga naar datum

Springt met 10 beelden tegelijk.

Springt met 100 beelden tegelijk.

Springt naar het eerste beeld in de groep van elke opnamedatum.

Springt alleen naar foto’s.

Naar eerste gaan

Ga naar film Springt alleen naar films.

• Het aantal beelden dat overeenstemt met de springmethode, wordt aan de rechterkant van het scherm weergegeven, behalve bij en .

Als er geen beelden zijn die overeenkomen met de springmethode, werken de knoppen qr niet.

87

Diavoorstellingen bekijken

Beelden die zijn opgeslagen op een geheugenkaart, kunt u automatisch afspelen.

Selecteer [Diavoorstelling].

z

Druk op de knop n, selecteer

[Diavoorstelling] op het tabblad

1 en druk op de knop m.

Selecteer een instelling.

z

Druk op de knoppen op om een menuitem te selecteren en gebruik vervolgens de knoppen qr om een optie te selecteren.

Herhalen Herhaalt het afspelen van beelden

Speeltijd

Effect

Speeltijd voor elk beeld

Overgangseffecten bij het schakelen tussen beelden

Selecteer [Start].

z

Druk op de knoppen op om [Start] te selecteren en druk vervolgens op de knop m.

X De diavoorstelling begint enkele seconden nadat [Laden van beeld...] verschijnt.

z

U kunt de diavoorstelling onderbreken of opnieuw starten door nogmaals op de knop m te drukken.

z

Druk op de knop n om de diavoorstelling te beëindigen.

Als u tijdens het afspelen op de knoppen qr drukt, verandert het beeld.

Als u de knoppen qr ingedrukt houdt, kunt u sneller door de beelden bladeren.

De spaarstand

(p. 45) werkt niet tijdens diavoorstellingen.

88

De focus controleren

U kunt het gebied vergroten dat zich in een opgenomen beeld binnen het

AF-kader bevindt om de focus te controleren.

Selecteer [Focus check].

z

Druk op de knop n om [Info scherm] op het tabblad

1 te selecteren.

z

Druk op de knoppen qr om [Focus check] te selecteren en druk vervolgens op de knop n.

X

Er verschijnt een wit kader waar het

AF-kader zich bevond toen de focus werd ingesteld.

X

Een grijs kader verschijnt rond een gezicht dat tijdens de weergave wordt herkend.

X Het gebied binnen het oranje kader wordt vergroot weergegeven.

Schakel tussen kaders.

z

Druk één keer op de zoomknop k.

X

Het scherm links wordt weergegeven.

z

Druk op de knop m om naar een ander kader te gaan wanneer er meerdere kaders worden weergegeven.

Wijzig het vergrotingsniveau of de locatie.

z

Wijzig de grootte van de weergave met de zoomknoppen en gebruik de knoppen opqr om de weergavepositie te wijzigen terwijl u de focus controleert.

z

Druk op de knop n om terug te gaan naar stap 1.

De focuscontroleweergave is niet beschikbaar voor films.

89

Beelden vergroten

Geschatte locatie van weergegeven gebied

Druk op de zoomknop

k. z

De weergave zoomt in op het beeld en

wordt weergegeven. Als u de zoomknoppen ingedrukt houdt, wordt er verder ingezoomd tot een maximale factor van circa 10x.

z

Met de knoppen opqr kunt u de locatie van het weergegeven gebied aanpassen.

z

Druk op de zoomknop g om uit te zoomen, of blijf de knop vasthouden om terug te keren naar de enkelvoudige z weergave.

Wanneer op het scherm wordt weergegeven, drukt u op de knop m om over te schakelen naar . Druk op de knoppen qr om tussen de ingezoomde beelden te schakelen. Druk nogmaals op de knop m om terug te keren naar de oorspronkelijke instelling.

Druk in de vergrote weergave op de knop n om terug te keren naar de enkelvoudige weergave.

Films kunnen niet worden vergroot.

Beeldovergangen wijzigen

U kunt kiezen uit twee overgangseffecten voor het schakelen tussen beelden in de enkelvoudige weergave.

Selecteer [Overgang].

z

Druk op de knop n en selecteer

[Overgang] op het tabblad

1. Druk vervolgens op de knoppen qr om een overgangseffect te selecteren.

90

Beelden bekijken op een tv

Met de meegeleverde AV-kabel kunt u de camera aansluiten op een televisie om opgenomen beelden te bekijken.

Geel

Wit of zwart

Schakel de camera en de tv uit.

Sluit de camera aan op de tv.

z

Open het klepje van de aansluiting en steek de stekker van de kabel volledig in de aansluiting van de camera.

z

Steek de kabelstekker helemaal in de video-ingangen, zoals wordt getoond in de afbeelding.

Geel

Zwart

Zet de televisie aan en stel deze in op de ingang waarop de kabel is aangesloten.

Schakel de camera in.

z

Druk op

1 om de camera aan te zetten.

X

Het beeld verschijnt op het tv-scherm (er wordt niets weergegeven op het scherm van de camera).

z

Als u klaar bent, schakelt u de camera en de tv uit en verwijdert u de kabel.

Wat als de beelden niet goed worden weergegeven op de televisie?

Beelden worden niet correct weergegeven als de instelling van het videosysteem van de camera (NTSC/PAL) niet gelijk is aan die van de televisie. Druk op de knop n en selecteer de optie [Video Systeem] op het tabblad 3 om het juiste videosysteem in te stellen.

91

Beelden beveiligen

U kunt belangrijke beelden beveiligen, zodat ze niet per ongeluk met de

camera kunnen worden gewist (pp. 24

, 93) .

Selecteer [Beveilig].

z

Druk op de knop n om [Beveilig] te selecteren op het tabblad

1. Druk vervolgens op de knop m.

Selecteer een beeld.

z

Druk op de knoppen qr om een beeld te selecteren en druk vervolgens op de knop m.

X

verschijnt op het scherm.

z

Druk opnieuw op de knop m om de selectie van het beeld ongedaan te maken.

verdwijnt dan.

z

Herhaal de hierboven beschreven procedure als u meerdere beelden wilt selecteren.

Beveilig het beeld.

z

Als u op de knop n drukt, verschijnt een bevestigingsscherm.

z

Druk op de knoppen qr om [OK] te selecteren en druk vervolgens op de knop m.

Als u de geheugenkaart formatteert (pp. 18 ,

110) , worden beveiligde

beelden ook gewist.

Als u de opnamemodus activeert of de camera uitschakelt voordat u stap

3 hebt voltooid, worden de beelden niet beveiligd.

Beveiligde beelden kunnen niet worden gewist met de wisfunctie van de camera. Hef eerst de beveiligingsinstellingen op voordat u een beeld wist.

92

Alle beelden wissen

U kunt alle beelden tegelijk wissen. Gewiste beelden kunnen niet worden

hersteld, dus denk goed na voordat u ze wist. Beveiligde beelden (p. 92)

kunnen niet worden gewist.

Selecteer [Alles wissen].

z

Druk op de knop n, selecteer [Alles wissen] op het tabblad

1 en druk op de knop m.

Wis alle beelden.

z

Druk op de knoppen qr om [OK] te selecteren en druk vervolgens op de knop m.

93

Beelden roteren

U kunt de stand van een beeld wijzigen en opslaan.

Selecteer [Roteren].

z

Druk op de knop n om [Roteren] te selecteren op het tabblad

1. Druk vervolgens op de knop m.

Draai het beeld.

z

Druk op de knoppen qr om een afbeelding te selecteren.

z

Elke keer dat u op de knop m drukt, wordt het beeld 90° geroteerd.

z

Druk op de knop n om terug te keren naar het menuscherm.

94

Het formaat van beelden wijzigen

U kunt beelden omzetten naar een lagere resolutie-instelling en de gewijzigde beelden opslaan als een afzonderlijk bestand.

Selecteer [Veranderen].

z

Druk op de knop n om [Veranderen] te selecteren op het tabblad

1. Druk vervolgens op de knop m.

Selecteer een beeld.

z

Druk op de knoppen qr om een beeld te selecteren en druk vervolgens op de knop m.

Selecteer een beeldformaat.

z

Druk op de knoppen qr om een optie te selecteren en druk op de knop m.

X [Nieuw beeld opslaan?] verschijnt op het scherm.

Sla het nieuwe beeld op.

z

Druk op de knoppen qr om [OK] te selecteren en druk vervolgens op de knop m.

X

Het beeld wordt opgeslagen als een nieuw bestand.

Geef het nieuwe beeld weer.

z

Als u op de knop n drukt, verschijnt

[Nieuw beeld weergeven?] op het scherm.

z

Druk op de knoppen qr om [Ja] te selecteren en druk vervolgens op de knop m.

X

Het opgeslagen beeld wordt weergegeven.

U kunt een beeld niet opslaan in een hogere resolutie.

Beelden die zijn opgenomen met een resolutie van

(p. 55) of die in

stap 3 zijn opgeslagen als , kunnen niet worden bewerkt.

Films kunnen niet worden bewerkt.

95

Het rode-ogeneffect corrigeren

U kunt rode ogen in beelden automatisch corrigeren en deze beelden opslaan als nieuwe bestanden.

Selecteer [Rode-Ogen Corr.].

z

Druk op de knop n en selecteer

[Rode-Ogen Corr.] op het tabblad

1. Druk vervolgens op de knop m.

Selecteer een beeld.

z

Druk op de knoppen qr om een afbeelding te selecteren.

Corrigeer het beeld.

z

Druk op de knop m.

X Het gebied met rode ogen dat door de camera wordt gedetecteerd, wordt gecorrigeerd en er wordt een kader weergegeven om het gecorrigeerde gedeelte.

z

U kunt het beeld vergroten of verkleinen met de procedures die worden beschreven in “Beelden vergroten”

(p. 90) .

Sla het beeld op als een nieuw beeld en geef het weer.

z

Druk op de knoppen opqr om [Nieuw bestand] te selecteren en druk vervolgens op de knop m.

X

Het beeld wordt opgeslagen als een nieuw bestand.

z

Volg stap 5 op p. 95

.

Sommige beelden worden mogelijk niet goed gecorrigeerd.

Als bij stap 4 [Overschrijven] is geselecteerd, wordt het nietgecorrigeerde beeld overschreven door de bewerkte gegevens. Het oorspronkelijke beeld wordt dan gewist.

Beveiligde beelden kunnen niet worden overschreven.

Films kunnen niet worden aangepast.

96

advertisement

Related manuals

advertisement

Table of contents