Verklarende woordenlijst. Brother DCP-L6600DW, MFC-L5755DW, MFC-L5700DN, MFC-L6800DW, MFC-L5750DW, MFC-L5900DW, DCP-L5600DN, DCP-L5500DN, MFC-L6900DW
Add to My manuals726 Pages
advertisement
![Verklarende woordenlijst. Brother DCP-L6600DW, MFC-L5755DW, MFC-L5700DN, MFC-L6800DW, MFC-L5750DW, MFC-L5900DW, DCP-L5600DN, DCP-L5500DN, MFC-L6900DW | Manualzz Verklarende woordenlijst. Brother DCP-L6600DW, MFC-L5755DW, MFC-L5700DN, MFC-L6800DW, MFC-L5750DW, MFC-L5900DW, DCP-L5600DN, DCP-L5500DN, MFC-L6900DW | Manualzz](http://s3.manualzz.com/store/data/054897803_1-dc6a13eb81c2e8f537256f18bf399f15-360x466.png)
Home > Verklarende woordenlijst
Verklarende woordenlijst
Dit is een uitvoerige lijst van functies en termen die voorkomen in Brotherhandleidingen. Beschikbaarheid van deze functies is afhankelijk van het model dat u heeft aangeschaft.
A
•
Active Directory ® -verificatie
•
•
ADF (automatische documentinvoer)
•
•
•
•
Afdruklogboek op netwerk opslaan
•
•
•
•
•
•
•
•
B
•
•
•
•
692
Home > Verklarende woordenlijst
•
•
BRAdmin Professional (Windows ® )
•
C
•
•
•
•
•
Code voor activeren op afstand (alleen Fax/Tel-modus)
•
Code voor deactiveren op afstand (alleen Fax/Tel-modus)
•
•
Communicatiefout (of Comm. Fout)
•
•
•
Cryptosysteem voor gedeelde sleutels
•
Cryptosysteem voor openbare sleutels
•
•
D
•
•
•
•
•
693
Home > Verklarende woordenlijst
•
•
E
•
F
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Fotoresolutie (alleen zwart-wit)
•
•
•
G
•
•
•
•
H
•
•
694
Home > Verklarende woordenlijst
•
•
Hulpprogramma voor het herstellen van de netwerkverbinding
I
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
J
•
K
•
•
L
•
•
•
•
•
Lijst met gebruikersinstellingen
695
Home > Verklarende woordenlijst
M
•
•
•
N
•
•
•
•
•
•
O
•
OCR (Optische tekenherkenningssoftware)
•
P
•
•
Op een netwerk gedeelde printer
•
•
•
•
•
•
•
696
Home > Verklarende woordenlijst
R
•
•
•
•
•
S
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Superfijne resolutie (alleen zwart-wit)
697
Home > Verklarende woordenlijst
T
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
U
•
V
•
•
•
•
•
•
Volume van de waarschuwingstoon
W
•
•
•
698
Home > Verklarende woordenlijst
•
•
•
•
WPA-PSK/WPA2-PSK-verificatiemethode
Z
•
•
699
Home > Verklarende woordenlijst
Active Directory ® -verificatie
Met Active Directory ® -verificatie kunt u het gebruik van uw Brother-machine beperken. U kunt uw machine pas gebruiken nadat u zich hebt aangemeld met een gebruikers-ID en wachtwoord.
Ad-hocmodus
De bedieningsmodus in een draadloos netwerk waarop alle apparaten (machines en computers) zonder een toegangspoort/router zijn aangesloten.
ADF (automatische documentinvoer)
Het document kan in de ADF worden geplaatst en automatisch met één pagina tegelijk worden gescand.
Adresboek
Namen en nummers die u hebt opgeslagen voor snelkiezen.
Adresboeklijst
Een alfabetisch gerangschikte lijst van namen en nummers die zijn opgeslagen in het geheugen van het adresboek.
AES
AES (Advanced Encryption Standard) is een door Wi-Fi ® -geautoriseerde krachtige versleutelingsnorm.
Afdruklogboek op netwerk opslaan
De functie Afdruklogboek op netwerk opslaan maakt het u mogelijk om het bestand met het afdruklogboek van uw Brother-machine op te slaan op een netwerkserver via CIFS.
Afstandsbediening
De mogelijkheid om op afstand toegang tot de machine te krijgen met een telefoon met toetstonen.
ANTW.APP. (antwoordapparaat)
U kunt een extern antwoordapparaat op de machine aansluiten.
APIPA
Als u niet handmatig of automatisch een IP-adres toewijst (via een DHCP/BOOTP/RARP-server), zal het APIPAprotocol (Automatic Private IP Addressing) automatisch een IP-adres toewijzen binnen het bereik 169.254.1.0 tot
169.254.254.255.
700
Home > Verklarende woordenlijst
APOP
APOP (Authenticated Post Office Protocol) is een uitbreiding van POP3 (het protocol voor het ontvangen van email via internet) en voorziet in een verificatiemethode die het wachtwoord versleutelt zodra de client een emailbericht ontvangt.
ARP
Het ARP (Address Resolution Protocol) wijst een IP-adres aan een MAC-adres in een TCP/IP-netwerk toe.
Automatisch een fax verzenden
Een fax verzenden zonder de hoorn van de externe telefoon op te nemen.
Automatisch opnieuw kiezen
Een functie waarmee de machine het laatste faxnummer na vijf minuten opnieuw kan kiezen als de fax niet kon worden verzonden omdat de lijn bezet was.
Autoreductie
Hiermee wordt een inkomend faxbericht verkleind afgedrukt.
Beheer via een webbrowser
Wanneer u de machine wilt beheren met HTTP (Hyper Text Transfer Protocol) of HTTPS (Hyper Text Transfer
Protocol over Secure Socket Layer), kunt u een standaardwebbrowser gebruiken. Met een webbrowser kunt u de volgende functies uitvoeren of de volgende informatie van machines op uw netwerk ophalen:
• Informatie over de status van de machine
• De mogelijkheid om de faxconfiguratie te wijzigen, zoals de algemene instellingen, de instellingen voor het adresboek en faxen op afstand (MFC-modellen)
• Bepaalde netwerkinstellingen wijzigen, bijvoorbeeld de TCP/IP-gegevens
• Gigabit Ethernet en Jumbo Frame configureren
• Beveiligd functieslot configureren
• Afdruklog op Netwerk opslaan configureren
• Scannen naar FTP configureren
• Scannen naar netwerk configureren
• LDAP configureren (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
• Informatie opvragen omtrent de softwareversie van de machine en de afdrukserver
• De configuratie van het netwerk en de machine wijzigen
Als u Beheer via een webbrowser wilt gebruiken, moet u het TCP/IP-protocol op uw netwerk gebruiken en moet er een geldig IP-adres in de afdrukserver en de computer zijn geprogrammeerd.
Belvertraging
Het aantal keren dat het belsignaal overgaat voordat de machine reageert in de modi Alleen fax en Fax/Tel.
701
Home > Verklarende woordenlijst
Belvolume
Instelling van het volume voor het belsignaal van de machine.
BOOTP
BOOTP (Bootstrap Protocol) is een netwerkprotocol dat door een netwerkclient wordt gebruikt om een IP-adres van een configuratieserver op te vragen.
Neem contact op met uw netwerkbeheerder als u het BOOTP-protocol wilt gebruiken.
BRAdmin Light (Windows ® )
BRAdmin Light is ontworpen voor de voorbereidende installatie van Brother-apparaten op het netwerk. Met dit hulpprogramma kunt u naar Brother-producten in het netwerk zoeken, de status bekijken en de basisnetwerkinstellingen, zoals het IP-adres, configureren.
Ga naar de Downloads -pagina van uw model in het Brother Solutions Center via support.brother.com
om
BRAdmin Light te downloaden.
BRAdmin Professional (Windows ® )
BRAdmin Professional 3 is een hulpprogramma dat meer geavanceerde functies biedt voor het beheren van apparaten van Brother die op een netwerk aangesloten zijn. Dit hulpprogramma kan ook worden gebruikt om in uw netwerk te zoeken naar Brother-producten en voor het weergeven van de apparaatstatus via een venster dat gelijkaardig is aan Windows ® Verkenner, waarin de status van elk apparaat in verschillende kleuren wordt aangegeven. U kunt netwerk- en apparaatinstellingen configureren en daarnaast apparaatfirmware bijwerken vanaf een Windows ® -computer op uw LAN. Met BRAdmin Professional 3 kunt u bovendien de activiteiten van
Brother-apparaten in uw netwerk in een logboek bijhouden en de loggegevens exporteren als een HTML-, CSV-,
TXT- of SQL-bestand.Installeer het programma Print Auditor Client op de clientcomputer voor gebruikers die lokaal aangesloten machines willen controleren. Met dit hulpprogramma kunt u met behulp van BRAdmin
Professional 3 apparaten controleren die via de USB-interface op een clientcomputer zijn aangesloten.
Ga naar de Downloads -pagina van uw model in het Brother Solutions Center via support.brother.com
om de software te downloaden.
• Dit programma is alleen bedoeld voor Windows ® .
• Ga naar de Downloads -pagina van uw model in het Brother Solutions Center via support.brother.com
om de meest recente versie van het hulpprogramma BRAdmin Professional 3 van Brother te downloaden.
• Knooppuntnaam: de knooppuntnaam is te vinden in het huidige venster van BRAdmin Professional 3.
De standaardnaam is “BRNxxxxxxxxxxxx” voor een bedraad netwerk of “BRWxxxxxxxxxxxx” voor een draadloos netwerk (waarbij “xxxxxxxxxxxx” staat voor het MAC-adres/Ethernet-adres van de machine).
• Als u gebruikmaakt van Windows ® Firewall of van de firewallfunctie van een antispyware- of antivirusprogramma, moet u deze tijdelijk uitschakelen. Nadat u gecontroleerd hebt of u kunt afdrukken, configureert u de software-instellingen aan de hand van de instructies.
BRPrint Auditor (Windows ® )
Met de software BRPrint Auditor brengt u het monitoringvermogen van de Brother-programma's voor netwerkbeheer over naar lokaal verbonden machines. Met dit programma kan een clientcomputer gebruiks- en statusinformatie van uw Brother-machine verkrijgen via de parallelle of USB-interface. De BRPrint Auditor kan
702
Home > Verklarende woordenlijst
vervolgens deze informatie doorgeven aan een andere computer binnen het netwerk via BRAdmin
Professional 3. Dit stelt de beheerder in staat om zaken te controleren zoals het aantal pagina's, de status van een toner of drum en de firmwareversie. Naast het rapporteren aan Brother-netwerkbeheertoepassingen kan dit programma de gebruiks- en statusinformatie rechtstreeks in CSV- of XML-bestandsformaat (SMTPondersteuning vereist) naar een vooraf ingesteld e-mailadres e-mailen. BRPrint Auditor ondersteunt ook waarschuwingen via e-mail in het geval van twijfelachtige of incorrecte omstandigheden.
CA
Een CA is een instantie die digitale certificaten (vooral X.509-certificaten) uitgeeft en de binding tussen de gegevensitems in een certificaat waarborgt.
CA-certificaat
Een CA-certificaat identificeert de CA zelf en is voorzien van een persoonlijke sleutel van de CA. Een CAcertificaat controleert een certificaat dat door de CA is uitgegeven.
Certificaat
Een certificaat is de informatie die een openbare sleutel aan een identiteit koppelt. Het certificaat kan worden gebruikt om te verifiëren of een openbare sleutel van een bepaalde persoon afkomstig is. De indeling wordt gedefinieerd door de X.509-standaard.
CIFS
CIFS (Common Internet File System) is de standaardmanier waarop computergebruikers bestanden en printers delen in Windows ® .
Code voor activeren op afstand (alleen Fax/Tel-modus)
Druk op deze code (*51) wanneer u een faxoproep beantwoordt op een tweede toestel of externe telefoon.
Code voor deactiveren op afstand (alleen Fax/Tel-modus)
Wanneer de machine een telefoonoproep beantwoordt, laat het een dubbel belsignaal horen. U kunt opnemen op een tweede toestel door op deze code te drukken ( #51 ).
Coderingsmethode
Methode voor het coderen van de informatie in een document. Alle faxmachines dienen de minimum standaard
Modified Huffman (MH) te gebruiken. Uw machine is uitgerust met betere compressiemethodes, Modified Read
(MR), Modified Modified Read (MMR) en JBIG, als de ontvangende machine over dezelfde mogelijkheden beschikt.
Communicatiefout (of Comm. Fout)
Een fout tijdens het verzenden of ontvangen van een faxbericht, meestal veroorzaakt door ruis of statische elektriciteit op de lijn.
703
Home > Verklarende woordenlijst
Compatibiliteitsgroep
De mogelijkheid van een faxapparaat om met een ander faxapparaat te communiceren. Tussen ITU-T-groepen is compatibiliteit verzekerd.
Contrast
Instelling om te compenseren voor donkere of lichte documenten. Faxen of kopieën van donkere documenten worden lichter en omgekeerd.
Cryptosysteem voor gedeelde sleutels
Cryptosystemen voor gedeelde sleutels vormen een tak van cryptologie, waarin algoritmes dezelfde sleutel gebruiken voor twee verschillende stappen van het algoritme (zoals versleuteling en ontsleuteling).
Cryptosysteem voor openbare sleutels
Cryptosystemen voor openbare sleutels vormen een moderne tak van cryptologie, waarin algoritmes een sleutelpaar (een openbare en een persoonlijke sleutel) gebruiken en een verschillende component van het paar voor verschillende stappen van het algoritme gebruiken.
CSR
Een CSR (Certificate Signing Request) is een bericht dat wordt verzonden van een verzoeker naar een certificeringsinstantie (CA) om een certificaat aan te vragen. De CSR bevat informatie die de aanvrager, de openbare sleutel die de aanvrager heeft gemaakt en de digitale handtekening van de aanvrager identificeert.
Custom Raw Port
Custom Raw Port is een vaak gebruikt afdrukprotocol op een TCP/IP-netwerk waarmee interactieve gegevensoverdracht mogelijk is. Standaard is poort 9100.
DHCP
DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) is een netwerkprotocol dat wordt gebruikt om netwerkapparaten te configureren zodat ze in een IP-netwerk met andere apparaten kunnen communiceren.
Neem contact op met uw netwerkbeheerder als u het DHCP-protocol wilt gebruiken.
Dichtheid
Wijziging van de dichtheid maakt de gehele afbeelding lichter of donkerder.
Digitale handtekening
Een digitale handtekening is een waarde die met een cryptografisch algoritme is berekend en op zodanige wijze aan een gegevensobject is toegevoegd dat ontvangers van deze gegevens de handtekening kunnen gebruiken om de oorsprong en integriteit van de gegevens te verifiëren.
704
Home > Verklarende woordenlijst
Direct verzenden
Als het geheugen vol is, kunt u faxen onmiddellijk verzenden.
DNS Client
De afdrukserver van Brother ondersteunt de functie Domeinnaamsysteem (DNS)-client. Met deze functie kan de afdrukserver communiceren met andere apparaten die zijn DNS-naam gebruiken.
DNS Server
DNS (Domain Name System) is een technologie waarmee u de namen van websites en internetdomeinen kunt beheren. Via een DNS-server kan uw computer zijn IP-adres automatisch vinden.
Driver Deployment Wizard
De installatie-cd-rom van Brother bevat de Windows ® -printerdriver en Brother-netwerkpoortdriver (LPR en
NetBIOS). Als een beheerder de printer- en poortdrivers met deze toepassing installeert, kan deze het bestand op de bestandsserver opslaan of per e-mail naar de gebruikers sturen. Iedere gebruiker kan vervolgens eenvoudig op het bestand klikken waarna de printerdriver, de poortdriver, het IP-adres, enzovoort, automatisch naar hun computer worden gekopieerd.
Extern toestel
Een antwoordapparaat of telefoon die is aangesloten op de machine.
F/T-beltijd
De tijd dat de machine van Brother een dubbel belsignaal laathoren (wanneer de ontvangstmodus op Fax/Tel in ingesteld) om u aan te geven om een telefoonoproep te beantwoorden die wordt ontvangen.
Fax doorzenden
Hiermee wordt een fax die in het geheugen is ontvangen, doorgestuurd naar een ander, voorgeprogrammeerd faxnummer.
Fax opslaan
U kunt faxen in het geheugen opslaan.
Fax Waarnemen
Hiermee reageert de machine toch op faxtonen als u de telefoon aanneemt en het een faxoproep blijkt te zijn.
Fax/Telefoon
In deze modus kunt u faxoproepen en telefoongesprekken ontvangen. Gebruik deze modus niet als een antwoordapparaat is aangesloten.
705
Home > Verklarende woordenlijst
Faxjournaal
In het journaal staat informatie over de laatste 200 faxberichten die zijn ontvangen en verzonden. TX betekent verzonden. RX betekent ontvangen.
Faxtonen
De speciale tonen (geluidssignalen) die een faxmachine tijdens automatische transmissie uitzendt om de ontvangende machine te laten weten dat het een faxtransmissie betreft.
Faxtonen
De tonen die tijdens faxtransmissies door de faxmachines worden uitgezonden.
Fotoresolutie (alleen zwart-wit)
Een resolutie-instelling die diverse grijstinten gebruikt voor de beste weergave van foto's.
Foutcorrectiemodus ECM
Met deze functie worden fouten tijdens een faxtransmissie gedetecteerd en worden de faxpagina's met fouten opnieuw verzonden.
FTP
Met het FTP (File Transfer Protocol ofwel bestandsoverdrachtsprotocol) kan de Brother-machine documenten in zwart-wit en kleur rechtstreeks naar een FTP-server op uw netwerk of op internet scannen.
Fijne resolutie
Resolutie is 203 × 196 dpi. Deze wordt gebruikt voor faxberichten met kleine lettertypen en afbeeldingen.
Gateway
Een gateway is een netwerkpunt dat fungeert als een ingang naar een ander netwerk en dat gegevens die via het netwerk worden doorgegeven naar de juiste bestemming stuurt. De router weet waarheen gegevens die via de gateway binnenkwamen, geleid moeten worden. Als een bestemming zich op een extern netwerk bevindt, geeft de router gegevens aan het externe netwerk door. Wanneer uw netwerk met andere netwerken communiceert, zult u wellicht ook het IP-adres van de gateway moeten configureren. Als u het IP-adres van de gateway niet kent, kunt u dit bij uw netwerkbeheerder opvragen.
Geheugenontvangst
Faxen worden in het geheugen van de machine opgeslagen als het papier van de machine op is.
Groepsnummer
Een combinatie van nummers die zijn opgeslagen in het adresboek en worden gebruikt voor rondsturen.
706
Home > Verklarende woordenlijst
Grijsschaal
De grijstinten die voor het kopiëren en faxen van foto's worden gebruikt.
Handmatig faxen verzenden
Wanneer u de Hoorn van uw externe telefoon neemt zodat u het ontvangende faxapparaat hoort antwoorden voordat u op Fax starten drukt om de transmissie te starten.
HTTP (Webserver)
Het HTTP-protocol (Hypertext Transfer Protocol) wordt gebruikt voor het versturen van gegevens tussen een webserver en een webbrowser. De Brother-afdrukserver heeft een ingebouwde webserver waarmee u de status van het apparaat kunt controleren en bepaalde configuratie-instellingen kunt wijzigen via een webbrowser.
HTTPS
HTTPS (HTTP over SSL/TLS) is de versie van het HTTP (Hypertext Transfer Protocol) die gebruikmaakt van
SSL/TLS voor het veilig overdragen en weergeven van webinhoud.
Hulpprogramma voor het herstellen van de netwerkverbinding
Met het Brother-hulpprogramma voor het herstellen van de netwerkverbinding kunt u de driverinstellingen corrigeren, zodat ze overeenkomen met de netwerkinstellingen van de machine. Neem contact op met uw netwerkbeheerder als u dit programma wilt gebruiken.
IEEE 802.1x
IEEE 802.1x is een netwerkverificatiestandaard die gebruikt wordt om verbinding te maken met een bekabeld of draadloos LAN. Deze standaard beperkt verbindingen die niet authentiek zijn, en alleen gebruikers die geverifieerd werden door een centrale autoriteit kunnen verbinding maken.
Infrastructuurmodus
De bedieningsmodus in een draadloos netwerk waarop alle apparaten (machines en computers) via een toegangspoort/router zijn aangesloten.
Instellingstabellen
Beknopte instructies voor alle instellingen en opties die beschikbaar zijn voor het instellen van de machine.
Internationale modus
In deze modus worden de faxtonen tijdelijk gewijzigd, zodat ruis en statische elektriciteit op de lijn onderdrukt worden.
Internetfax
Met Internetfax (I-Fax) kunt u via internet faxdocumenten versturen en ontvangen.
707
Home > Verklarende woordenlijst
Voordat u deze functie gebruikt, configureert u de noodzakelijke machine-instellingen met behulp van het bedieningspaneel van de machine.
IP-adres
Een IP-adres (Internet Protocol) is een reeks getallen die elk apparaat identificeert dat op het netwerk is aangesloten. Een IP-adres bestaat uit vier getallen die door punten van elkaar worden gescheiden. Elk getal ligt tussen de 0 en 255.
Voorbeeld: in een klein netwerk zou u normaal gesproken het laatste cijfer wijzigen.
192.168.1.1
192.168.1.2
192.168.1.3
Hoe het IP-adres aan de afdrukserver wordt toegewezen:
Als u een DHCP/BOOTP/RARP-server in uw netwerk hebt, zal de afdrukserver het IP-adres automatisch via deze server ontvangen.
Op kleinere netwerken kan de DHCP-server ook de router zijn.
Als er geen DHCP/BOOTP/RARP-server beschikbaar is, zal het APIPA-protocol (Automatic Private IP
Addressing) automatisch een IP-adres toewijzen binnen het bereik 169.254.1.0 tot 169.254.254.255.
IPP
Het Internet Printing Protocol (IPP versie 1.0) stelt u in staat documenten via het internet rechtstreeks naar een beschikbare printer af te drukken.
IPPS
IPPS (Internet Printing Protocol) is het afdrukprotocol dat gebruikmaakt van SSL. IPPS wordt gebruikt voor het verzenden en ontvangen van afdrukgegevens en het beheren van afdrukapparaten.
IPsec
IPsec is een optionele beveiligingsfunctie van het IP-protocol dat verificatie- en versleutelingsservices voorziet.
IPv6
IPv6 is het internetprotocol van de volgende generatie. Meer informatie over het IPv6-protocol vindt u op de pagina van uw model in het Brother Solutions Center via support.brother.com
.
Journaaltijd
De voorgeprogrammeerde regelmaat waarmee het faxjournaal automatisch wordt afgedrukt. U kunt het faxjournaal desgewenst ook op elk ander tijdstip afdrukken (zonder deze instelling op te heffen).
708
Home > Verklarende woordenlijst
Kanalen
Draadloze netwerken gebruiken kanalen. Elk draadloos kanaal zit op een andere frequentie. Bij gebruik van een draadloos netwerk kunnen maximaal 14 kanalen worden gebruikt. In vele landen is echter slechts een beperkt aantal kanalen beschikbaar.
Knooppuntnaam
De knooppuntnaam is de naam van de machine in het netwerk. Deze naam wordt vaak de NetBIOS-naam genoemd; het is de naam die is geregistreerd bij de WINS-server op uw netwerk. Brother beveelt de naam
'BRNxxxxxxxxxxxx' aan voor een bedraad netwerk, of 'BRWxxxxxxxxxxxx' voor een draadloos netwerk (waarbij
'xxxxxxxxxxxx' staat voor het MAC-adres/Ethernet-adres van de machine).
LEAP
Cisco Systems, Inc. heeft Lightweight Extensible Authentication Protocol (LEAP) ontwikkeld dat gebruik maakt van een gebruikers-ID en wachtwoord voor de verificatie. LEAP wordt gebruikt op draadloze netwerken.
LLMNR
Het LLMNR-protocol (Link-Local Multicast Name Resolution) zet de namen van naburige computers om als het netwerk geen DNS-server (Domeinnaamsysteem) heeft. De LLMNR Responder-functie werkt in de IPv4- of IPv6omgeving bij gebruik van Windows Vista ® of recenter.
LPD
Het Line Printer Daemon (LPD of LPR)-protocol is een vaak gebruikt afdrukprotocol op een TCP/IP-netwerk, voornamelijk voor UNIX ® -besturingssystemen.
LPR
Het LPD of LPR-protocol (Line Printer Daemon Protocol) is een veelgebruikt afdrukprotocol in een TCP/IPnetwerk.
Lijst met gebruikersinstellingen
Een afgedrukt rapport waarin de huidige instellingen van de machine worden weergegeven.
MAC-adres
Het MAC-adres (Ethernet-adres) is een uniek nummer dat wordt toegekend aan de netwerkinterface van de machine.
MDN
Het MDN-veld (Message Disposition Notification) van het bedieningspaneelmenu vraagt de status van de internetfax/e-mail op nadat deze via het SMTP-systeem (Simple Mail Transfer Protocol) is bezorgd.
Nadat het bericht op het ontvangende station is aangekomen, wordt deze informatie gebruikt wanneer de ontvangen internetfax of e-mail wordt gelezen of afgedrukt.
709
Home > Verklarende woordenlijst
Als het bericht bijvoorbeeld wordt geopend of afgedrukt, stuurt de ontvanger een melding naar de afzender.
De ontvanger moet de optie MDN ondersteunen om een dergelijke melding te kunnen verzenden, anders wordt het verzoek genegeerd.
mDNS
Met Multicase DNS (mDNS) kan de afdrukserver van Brother zichzelf automatisch configureren, zodat hij in een
Apple-systeem kan werken dat met de eenvoudige netwerkconfiguratie van OS X is ingesteld.
NetBIOS-naamresolutie
Met Network Basic Input/Output System-naamresolutie (NetBIOS) kunt u tijdens de netwerkaansluiting het IPadres van het andere apparaat verkrijgen via de NetBIOS-naam.
Netwerk PC-Fax
Gebruik Netwerk PC-Fax om vanaf uw computer bestanden als fax te verzenden. Windows ® -gebruikers kunnen ook faxen via PC-Fax ontvangen.
Netwerkconfiguratierapport
Het netwerkconfiguratierapport is een afgedrukt rapport met een overzicht van de huidige netwerkconfiguratie, inclusief de netwerkinstellingen van de afdrukserver.
Netwerksleutel
De netwerksleutel is een wachtwoord dat wordt gebruikt wanneer de gegevens gecodeerd of gedecodeerd. De netwerksleutel wordt ook wachtwoord, beveiligingssleutel of codeersleutel genoemd. De tabel toont het aantal tekens van de sleutel die u voor elke instelling moet gebruiken.
Open systeem/Gedeelde sleutel met WEP
Deze sleutel is een 64-bits of 128-bits waarde die moet worden ingevoerd in een ASCII-formaat of een
HEXADECIMAAL formaat.
64 (40) bits
128 (104) bits
ASCII
Gebruikt vijf letters.
Bijvoorbeeld 'WSLAN' (hoofdlettergevoelig).
Gebruikt 13 letters.
Bijvoorbeeld 'Wirelesscomms'
(hoofdlettergevoelig).
Hexadecimaal
Gebruikt 10 hexadecimale tekens.
Bijvoorbeeld '71f2234aba' (niet hoofdlettergevoelig).
Gebruikt 26 hexadecimale tekens.
Bijvoorbeeld '71f2234ab56cd709e5412aa2ba'
(niet hoofdlettergevoelig).
WPA ‑ PSK/WPA2 ‑ PSK en TKIP of AES
Gebruikt een Pre-Shared Key (PSK) van meer dan acht en minder dan 63 tekens lang.
Network Remote Setup
Met Remote Setup kunt u netwerkinstellingen configureren vanaf een Windows ® - of Mac-computer.
710
Home > Verklarende woordenlijst
Nummerweergave (Beller ID)
Een dienst aangekocht van het telefoonbedrijf waarmee u het nummer (of de naam) kunt zien van wie u belt.
OCR (Optische tekenherkenningssoftware)
Nuance ™ PaperPort ™ of Presto! PageManager zet een afbeelding of tekst om naar tekst die u kunt bewerken.
Onderscheiden beltoon
Deze functie is alleen beschikbaar in de VS en Canada.
Een abonnementsservice gekocht van het telefoonbedrijf dat u een ander telefoonnummer op een bestaande telefoonlijn geeft. De machine van Brother gebruikt het nieuwe nummer om een speciale faxlijn te simuleren.
Ontvangst zonder papier
Ontvangt faxen in het geheugen van de machine wanneer de machine zonder papier zit.
Op een netwerk gedeelde printer
Een manier van afdrukken in een gedeelde netwerkomgeving. In een gedeelde netwerkomgeving stuurt elke computer gegevens via een server of afdrukserver.
Open System
Open System is een van de verificatiemethoden voor het netwerk. Met Open System-verificatie krijgen alle draadloze apparaten toegang tot het netwerk zonder dat daarvoor een WEP-sleutel is vereist.
Pager
Met deze functie kan uw machine uw mobiele telefoon of pager bellen wanneer een fax in zijn geheugen wordt ontvangen.
Pauze
Hiermee kunt u een vertraging in de kiesreeks invoeren tijdens het kiezen of terwijl u adresboeknummers opslaat. Druk zo vaak als nodig op Pauze op de LCD voor langere pauzes.
PEAP
Protected Extensible Authentication Protocol (PEAP) is een versie van de EAP-methode die door Cisco
Systems, Inc., Microsoft ® Corporation en RSA Security is ontwikkeld. PEAP maakt een versleutelde Secure
Sockets Layer (SSL)/Transport Layer Security (TLS)-tunnel tussen een client en een verificatieserver voor de verzending van een gebruikers-ID en wachtwoord. PEAP zorgt voor een wederzijdse verificatie tussen de server en de client.
De Brother-machine ondersteunt de volgende interne verificatiemethoden:
• PEAP/MS-CHAPv2
• PEAP/GTC
711
Home > Verklarende woordenlijst
Peer ‑ to ‑ peer
Peer-to-Peer is een manier van afdrukken in een peer-to-peeromgeving.In een peer-to-peeromgeving kan elke computer rechtstreeks gegevens uitwisselen met alle apparaten. Er is geen centrale server die de toegang tot of het delen van printers beheert.
Protocollen
Protocollen zijn gestandaardiseerde sets regels volgens welke gegevens over een netwerk worden overdragen.
Protocollen bieden de gebruiker toegang tot op het netwerk aangesloten apparaten. De afdrukserver die met dit
Brother-product wordt gebruikt, ondersteunt het TCP/IP-protocol (Transmission Control Protocol/Internet
Protocol).
Puls
Deze functie is in sommige landen niet beschikbaar.
Een soort draaiend kiezen op een telefoonlijn.
RARP
RARP (Reverse Address Resolution Protocol) zoekt het logische adres voor een machine die alleen zijn fysieke adres weet.
Neem contact op met uw netwerkbeheerder als u het RARP-protocol wilt gebruiken.
Remote Setup
Met het programma Remote Setup kunt u een aantal machine- en netwerkinstellingen vanuit een computertoepassing configureren. Wanneer u deze toepassing start, worden de instellingen op uw machine automatisch naar uw computer gedownload en op het computerscherm weergegeven. Als u de instellingen wijzigt, kunt u deze direct naar de machine overbrengen.
Reserveafdruk
De machine maakt een afdruk van alle faxen die zijn ontvangen en in het geheugen zijn opgeslagen. Dit is een veiligheidsmaatregel die ervoor zorgt dat er in geval van stroomstoringen geen faxberichten verloren gaan.
Resolutie
Het aantal verticale en horizontale lijnen per inch.
Resterende taken
U kunt controleren welke geprogrammeerde faxtaken nog in het geheugen staan en deze taken afzonderlijk annuleren.
Rondsturen
De mogelijkheid om één en hetzelfde faxbericht naar meerdere locaties te verzenden.
712
Home > Verklarende woordenlijst
Scannen
De procedure waarmee een elektronische afbeelding van een papieren document naar uw computer wordt verzonden.
Scannen naar e-mailserver
Met de functie Scannen naar e-mailserver kunt u een document in zwart-wit en kleur scannen en van op de machine rechtstreeks naar een e-mailadres verzenden.
Secure Function Lock 3.0
Secure Function Lock 3.0 verhoogt de beveiliging door het gebruik van functies te beperken.
SMTP over SSL
De SMTP over SSL-functie maakt het verzenden van versleutelde e-mailberichten via SSL mogelijk.
SMTP-client
De SMTP-client (Simple Mail Transfer Protocol) wordt gebruikt om e-mails via het internet of intranet te versturen.
SMTP-VERIF
SMTP-VERIF (SMTP-verificatie) is een uitbreiding van het SMTP-protocol (het protocol voor het verzenden van e-mail via internet) en voorziet in een verificatiemethode die ervoor zorgt dat de ware identiteit van de afzender bekend is.
SNMP
Het Simple Network Management Protocol (SNMP) wordt gebruikt voor het beheren van netwerkapparaten zoals computers, routers en netwerkklare Brother-machines. De Brother-afdrukserver ondersteunt SNMPv1, SNMPv2c en SNMPv3.
SNMPv3
Simple Network Management Protocol versie 3 (SNMPv3) zorgt voor gebruikersverificatie en gegevensversleuteling om netwerkapparaten veilig te kunnen beheren.
SNTP
Het SNTP-protocol (Simple Network Time Protocol) wordt gebruikt om computerklokken op een TCP/IP-netwerk te synchroniseren. U kunt de SNTP-instellingen configureren met Beheer via een webbrowser.
713
Home > Verklarende woordenlijst
SSID
Elk draadloos netwerk heeft een eigen, unieke netwerknaam; in technische termen wordt dit SSID (Service Set
Identifier) genoemd. De SSID is een waarde van 32 bytes of minder en wordt toegewezen aan de toegangspoort. De draadloze netwerkapparaten die u aan het draadloze netwerk wilt toewijzen, moeten compatibel zijn met de toegangspoort. De toegangspoort en de draadloze netwerkapparaten verzenden regelmatig draadloze pakketjes (ook wel beacons genoemd), die de SSID-gegevens bevatten. Wanneer uw draadloze netwerkapparaat een beacon ontvangt, kunt u bepalen van welk draadloze netwerk uw apparaat radiogolven kan ontvangen.
SSL/TLS
SSL (Secure Socket Layer) of TLS (Transport Layer Security) is een effectieve methode om gegevens die via een LAN of WAN worden verzonden, te beschermen. SSL/TLS werkt door gegevens, zoals een afdruktaak, te versleutelen zodat de gegevens niet door onbevoegden kunnen worden gelezen.
SSL/TLS kan zowel op bedrade als draadloze netwerken worden geconfigureerd en werkt met andere vormen van beveiliging, waaronder WPA-sleutels en firewalls.
Standaardresolutie
203 × 98 dpi (zwart-wit). 203 × 196 dpi (kleur). Dit wordt gebruikt voor tekst van normale grootte en de snelste transmissie.
Stations-ID
De opgeslagen informatie die boven aan gefaxte pagina's wordt weergegeven. Deze inforegel bevat de naam van de afzender en het faxnummer.
Status Monitor
Status Monitor is een configureerbaar hulpprogramma waarmee de status van een of meer apparaten kan worden gecontroleerd, zodat er direct een melding verschijnt wanneer zich problemen voordoen, bijvoorbeeld als het papier op is of vastzit.
Subnetmasker
Met een subnetmasker kunt u bepalen welk deel van een IP-adres als het netwerkadres wordt gebruikt, en welk deel als het hostadres wordt gebruikt.
In het volgende voorbeeld is het laatste segment van het IP-adres het hostadres en vormen de eerste drie segmenten het netwerkadres.
Voorbeeld: computer 1 kan communiceren met computer 2
• Computer 1
IP-adres: 192.168.1.2
Subnetmasker: 255.255.255.0
• Computer 2
IP-adres: 192.168.1.3
Subnetmasker: 255.255.255.0
0 geeft aan dat er geen communicatielimiet geldt voor dit gedeelte van het adres.
714
Home > Verklarende woordenlijst
Superfijne resolutie (alleen zwart-wit)
203 × 392 dpi. Best voor heel klein lettertype en lijntekeningen.
Taak annuleren
Annuleert een geprogrammeerde afdruktaak en wist deze uit het geheugen van de machine.
TCP/IP
Transmission Control Protocol/Internet Protocol (TCP/IP) is de populairste reeks protocollen die voor communicatie zoals internet en e-mail worden gebruikt. Dit protocol kan in bijna alle besturingssystemen worden gebruikt, waaronder Windows ® , Windows Server ® , OS X en Linux ® .
TELNET
Het TELNET-protocol stelt u in staat om de netwerkapparaten op een TCP/IP-netwerk te bedienen via uw computer.
TKIP
TKIP (Temporal Key Integrity Protocol) is een van de versleutelingsmethoden die in WPA ™ opgenomen is voor gebruik in een draadloos netwerk. TKIP is in principe een sleutelcombinatie per pakket, met een combinatie van berichtintegriteitscontrole en een vernieuwingsmechanisme voor de sleutels.
Toegangscode op afstand
Uw eigen code van vier tekens (– – –*) waarmee u de machine vanaf een toestel op afstand kunt bellen en bedienen.
Toon
Deze functie is in sommige landen niet beschikbaar.
Een soort kiezen op een telefoonlijn gebruikt voor toetstelefoons.
Transmissie
Het proces waarbij een fax vanaf de machine via de telefoonlijn naar het ontvangende faxapparaat wordt verzonden.
Tweede toestel
Een telefoon op het faxnummer die in een afzonderlijke wandcontactdoos zit.
Tweevoudige werking
De machine kan uitgaande faxen of geplande taken in het geheugen scannen terwijl deze een fax verzendt, een fax ontvangt of een binnenkomende fax afdrukt.
715
Home > Verklarende woordenlijst
Tijdelijke instellingen
Voor elke faxtransmissie en kopie kunt u bepaalde opties selecteren die geen invloed hebben op de standaardinstellingen.
Uitgestelde fax (Tijdklok)
Hiermee kunt u uw fax later op de dag op een door u opgegeven tijdstip verzenden.
Verificatie
De meeste draadloze netwerken gebruiken bepaalde beveiligingsinstellingen. Deze beveiligingsinstellingen bepalen de verificatie (de manier waarop het apparaat zich bij het netwerk bekend maakt) en de versleuteling
(de manier waarop de gegevens worden versleuteld wanneer deze over het netwerk worden verstuurd). Als u tijdens het configureren van de draadloze Brother-machine bij deze opties een fout maakt, kan de machine geen verbinding met het draadloze netwerk maken. Deze opties moeten derhalve zorgvuldig worden geconfigureerd.
Verificatiemethoden voor een persoonlijk draadloos netwerk
Een persoonlijk draadloos netwerk is een klein netwerk, zoals een draadloos thuisnetwerk, zonder IEEE
802.1x-ondersteuning.
• Open systeem
Draadloze apparaten worden zonder enige verificatie op het netwerk toegelaten.
• Gedeelde sleutel
Alle apparaten die toegang tot het draadloze netwerk hebben, delen een geheime, vooraf gedefinieerde sleutel. De draadloze machine van Brother gebruikt de WEP-sleutels als de vooraf gedefinieerde sleutel.
• WPA-PSK/WPA2-PSK
Activeert een Wi-Fi Protected Access ® Pre-Shared Key (WPA-PSK/WPA2-PSK), waarmee de draadloze machine van Brother met behulp van TKIP voor WPA-PSK of AES-versleuteling voor WPA-PSK en WPA2-
PSK (WPA-Personal) verbinding kan maken met toegangspoorten.
Verificatiemethoden voor een draadloos bedrijfsnetwerk
Een draadloos bedrijfsnetwerk is een groot netwerk, bijvoorbeeld uw machine in een draadloos bedrijfsnetwerk, met IEEE 802.1x-ondersteuning. Als u uw machine in een door IEEE 802.1x ondersteund draadloos netwerk configureert, kunt u de volgende verificatiemethoden gebruiken.
• LEAP
• EAP-FAST
• PEAP
• EAP-TTLS
• EAP-TLS
De bovenstaande verificatiemethoden maken gebruik van een gebruiker-ID van minder dan 64 tekens en een wachtwoord van minder dan 32 tekens.
Versleuteling
De meeste draadloze netwerken gebruiken bepaalde beveiligingsinstellingen. Deze beveiligingsinstellingen bepalen de verificatie (de manier waarop het apparaat zich bij het netwerk bekend maakt) en de versleuteling
(de manier waarop de gegevens worden versleuteld wanneer deze over het netwerk worden verstuurd). Als u tijdens het configureren van de draadloze Brother-machine bij deze opties een fout maakt, kan de machine geen verbinding met het draadloze netwerk maken. Deze opties moeten derhalve zorgvuldig worden geconfigureerd.
716
Home > Verklarende woordenlijst
Versleutelingsmethoden voor een persoonlijk draadloos netwerk
Een persoonlijk draadloos netwerk is een klein netwerk, zoals een draadloos thuisnetwerk, zonder IEEE
802.1x-ondersteuning.
• Geen
Er wordt geen versleutelingsmethode gebruikt.
• WEP
Met WEP (Wired Equivalent Privacy) worden de gegevens met een beveiligde sleutel verzonden en ontvangen.
• TKIP
TKIP (Temporal Key Integrity Protocol) is in principe een sleutelcombinatie per pakket, met een combinatie van berichtintegriteitscontrole en een vernieuwingsmechanisme voor de sleutels.
• AES
Advanced Encryption Standard (AES) biedt een krachtigere gegevensbescherming door gebruik te maken van een versleuteling met symmetrische sleutel.
• IEEE 802.11n ondersteunt geen WEP of TKIP als versleutelingsmethode.
• Als u via IEEE 802.11n verbinding wilt maken met het draadloze netwerk, raden we u aan AES te selecteren.
Versleutelingsmethoden voor een draadloos bedrijfsnetwerk
Een draadloos bedrijfsnetwerk is een groot netwerk, bijvoorbeeld uw machine in een draadloos bedrijfsnetwerk, met IEEE 802.1x-ondersteuning. Als u uw machine in een door IEEE 802.1x ondersteund draadloos netwerk configureert, kunt u de volgende versleutelingsmethodes gebruiken.
• TKIP
• AES
• CKIP
Het originele Key Integrity Protocol voor LEAP van Cisco Systems, Inc.
Vertical Pairing
Vertical Pairing is een technologie voor Windows ® waarmee u uw draadloze machine die Vertical Pairing ondersteunt, kunt verbinden met uw infrastructuurnetwerk met behulp van de PIN-methode van Wi-Fi Protected
Setup ™ en de functie Web Services. Dit maakt het ook mogelijk om de printerdriver te installeren via het printerpictogram op het scherm Add a device .
Verzendrapport
Een rapport waarop de datum, tijd en het nummer van elke faxverzending worden vermeld.
Verzendrapport
Een rapport waarop de datum, tijd en het nummer van elke faxverzending worden vermeld.
Volume van de waarschuwingstoon
Instelling van het volume van het geluidssignaal dat u hoort wanneer u op een toets drukt of een vergissing maakt.
717
Home > Verklarende woordenlijst
Web Services
Met het Web Services-protocol kunnen gebruikers van Windows Vista ® , Windows ® 7 of Windows ® 8 de drivers voor afdrukken en scannen installeren door op het machinepictogram in de map Netwerk te klikken. Met Web
Services kunt u bovendien vanaf uw computer de huidige status van de machine controleren.
WEP
WEP (Wired Equivalent Privacy) is een van de versleutelingsmethoden die in een draadloos netwerk worden gebruikt. Met WEP worden de gegevens met een beveiligde sleutel verzonden en ontvangen.
Wi-Fi Direct ®
Wi-Fi Direct is een van de draadloze configuratiemethodes die door de Wi-Fi Alliance ® zijn ontwikkeld. Dit type verbinding betreft een Wi-Fi ® -standaard waarmee apparaten via een beveiligde methode zonder een draadloos toegangspunt met elkaar verbinding kunnen maken.
WINS
WINS (Windows ® Internet Name Service) is een informatieverstrekkende service voor de NetBIOSnaamresolutie. Deze service consolideert een IP-adres en een NetBIOS-naam in het lokale netwerk.
WINS-server
De WINS (Windows ® Internet Name Service)-server koppelt IP-adressen aan computernamen (NetBIOS-namen) in een Windows ® -netwerk.
WLAN-rapport
U kunt het draadloze statusrapport van de machine met de optie WLAN-rapport afdrukken. Als de draadloze verbinding niet is gelukt, controleert u de foutcode op het afgedrukte rapport.
WPA-PSK/WPA2-PSK-verificatiemethode
De verificatiemethode WPA-PSK/WPA2-PSK activeert een vooraf gedeelde sleutel van Wi-Fi Protected Access ®
(WPA-PSK/WPA2-PSK) waarmee de draadloze machine van Brother met behulp van TKIP voor WPA-PSK of
AES voor WPA-PSK en WPA2-PSK (WPA-Personal) verbinding kan maken met toegangspunten.
WPS
WPS (Wi-Fi Protected Setup ™ ) is een norm waarmee u een beveiligd draadloos netwerk kunt configureren. WPS werd in 2007 gecreëerd door de Wi-Fi Alliance ® .
Zoeken
Een alfabetisch gerangschikte elektronische lijst van adresboek- en groepsnummers.
718
Bezoek ons op World Wide Web www.brother.com
DUT
Versie B
advertisement
Key Features
- Business Laser Mono printing
- 1200 x 1200 DPI
- Printing colours: Black
- A4 40 ppm
- Mono copying Colour scanning
- Apple AirPrint, Brother iPrint & Scan, Google Cloud Print, Mopria Print Service
- Direct printing
- USB port Ethernet LAN
- Internal memory: 256 MB Built-in processor ARM 800 MHz
- 16.4 kg
Related manuals
advertisement
Table of contents
- 8 Voordat u uw Brother-machine gebruikt
- 9 Modellen
- 10 Definities van opmerkingen
- 11 Handelsmerken
- 12 Belangrijke opmerking
- 13 Inleiding op uw machine van Brother
- 14 Voordat u uw machine gebruikt
- 15 Overzicht van het bedieningspaneel
- 17 Overzicht van het touchscreen-LCD
- 21 Hoe navigeren op de touchscreen LCD
- 23 Overzicht instellingenscherm
- 25 Het beginscherm instellen
- 29 Papierverwerking
- 30 Papier plaatsen
- 31 Plaatsen en afdrukken met behulp van de papierlade
- 37 Plaatsen en afdrukken met behulp van de multifunctionele lade (Multif. lade)
- 45 Papierinstellingen
- 46 Het papierformaat en de papiersoort wijzigen
- 47 De lade die voor afdrukken wordt gebruikt selecteren
- 48 De instelling voor het controleren van het papier wijzigen
- 49 Aanbevolen afdrukmedia
- 50 Documenten plaatsen
- 51 Documenten plaatsen in de automatische documentinvoer (ADF)
- 53 Documenten op de glasplaat plaatsen
- 54 Onscanbare en onbedrukbare gedeelten
- 55 Speciaal papier gebruiken
- 56 Afdrukken
- 81 Afdrukken vanaf uw computer (Macintosh)
- 82 Een document afdrukken (Mac)
- 83 Druk af op beide zijden van het papier (Mac)
- 85 Druk meer dan één pagina af op één vel papier (N-in-1) (Mac)
- 86 Afdruk beveiligen (Macintosh)
- 87 (Mac)
- 88 Controleer de status van de machine vanaf uw computer (Macintosh)
- 90 Afdrukopties (Macintosh)
- 95 Kopieën van één pagina op verschillende papiertypes afdrukken
- 96 Een afdruktaak annuleren
- 97 Een testafdruk maken
- 98 Scannen
- 99 Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-machine
- 100 Foto's en afbeeldingen scannen
- 102 Gescande gegevens als een PDF-bestand in een map opslaan
- 104 Gescande gegevens op een USB-flashgeheugen opslaan
- 106 Scannen naar een bewerkbare tekst (OCR)
- 108 Scannen naar e-mailbijlage
- 110 Gescande gegevens naar een e-mailserver verzenden
- 112 Scan naar FTP
- 117 Scannen naar SSH FTP (SFTP)
- 144 Wijzig de Instellingen van Scan-knop met ControlCenter2 (Macintosh)
- 148 Configureer het certificaat voor Signed PDF
- 149 Scannen vanaf uw computer uitschakelen
- 186 14SE of een andere Windows®-toepassing
- 188 Faxen en scannen
- 191 Scan vanaf uw computer (Mac)
- 192 Scan met ControlCenter2 (Mac)
- 205 Scannen met Presto! PageManager of andere TWAIN-toepassingen (Mac)
- 209 Scaninstellingen configureren met Beheer via een webbrowser
- 210 Het e-mailrapport voor scantaken instellen met Beheer via een webbrowser
- 211 Kopiëren
- 212 Een document kopiëren
- 214 Gekopieerde afbeeldingen vergroten of verkleinen
- 215 N-in-1-kopieën maken met de functie paginalay-out
- 217 Kopieën sorteren
- 218 Een identiteitskaart kopiëren
- 219 Kopiëren op beide zijden van het papier (tweezijdig kopiëren)
- 221 Kopieeropties
- 223 Faxen
- 224 Een fax verzenden
- 227 Een dubbelzijdige fax vanuit de ADF verzenden
- 228 Een fax handmatig verzenden
- 229 Een fax verzenden aan het einde van een gesprek
- 230 Dezelfde fax naar meer dan een bestemmeling verzenden (groepsverzenden)
- 233 Een fax in realtime verzenden
- 234 Een fax verzenden op een specifiek tijdstip (uitgestelde fax)
- 235 Een voorblad aan uw fax toevoegen
- 238 Een fax die wordt verzonden annuleren
- 239 Een wachtende fax controleren en annuleren
- 240 Faxopties
- 241 Faxen ontvangen
- 242 Instellingen ontvangstmodus
- 252 Opties voor geheugenontvangst (faxen op afstand)
- 259 Opties voor faxen op afstand
- 265 Voicehandelingen en faxnummers
- 266 Voicehandelingen
- 268 Faxnummers opslaan
- 272 Groepen voor groepsverzenden instellen
- 276 Adresboeknummers combineren
- 277 Telefoondiensten en externe apparaten
- 278 Het type telefoonlijn instellen
- 280 Extern antwoordapparaat
- 283 Externe en tweede toestellen
- 289 Aansluiting op meerdere lijnen (PBX)
- 290 Faxrapporten
- 291 Een verzendrapport afdrukken
- 292 Een faxjournaal afdrukken
- 293 PC-FAX
- 319 PC-FAX voor Mac
- 322 Gegevens rechtstreeks afdrukken vanaf een USB-flashstation
- 323 Compatibele USB-flashstations
- 324 ondersteunt
- 327 Netwerk
- 328 Aan de slag
- 329 Ondersteunde basisnetwerkfuncties
- 330 Netwerkbeheersoftware en -hulpprogramma's
- 331 Meer informatie over netwerkbeheersoftware en -hulpprogramma's
- 332 Andere methoden om uw machine van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
- 333 Voor u de machine van Brother configureert voor een draadloos netwerk
- 334 De machine configureren voor een draadloos netwerk
- 335 (WPS)
- 343 het bedieningspaneel van de machine
- 347 De machine voor een draadloos Enterprise-netwerk configureren
- 349 gebruiken
- 359 Geavanceerde netwerkfuncties
- 360 Het netwerkconfiguratierapport afdrukken
- 361 Uw mailserverinstellingen configureren met Beheer via een webbrowser
- 364 De Brother-machine voor e-mail of internetfax (I-fax) configureren
- 379 Internetfaxopties
- 384 De functie Fax naar server verzenden gebruiken
- 388 Het WLAN-rapport afdrukken
- 392 Een LDAP-zoekopdracht configureren en uitvoeren
- 395 De tijd synchroniseren met de SNTP-server met behulp van Beheer via een webbrowser
- 399 Technische informatie voor gevorderde gebruikers
- 400 Gigabit Ethernet (alleen bedrade netwerken)
- 402 De netwerkinstellingen resetten naar de fabrieksinstellingen
- 403 Beveiliging
- 404 De machine-instellingen vergrendelen
- 405 Over het gebruik van Setting Lock
- 409 Functies voor netwerkbeveiliging
- 410 Voor u netwerkbeveiligingsfuncties gebruikt
- 411 Secure Function Lock
- 418 -verificatie gebruiken
- 423 LDAP-verificatie gebruiken
- 427 Uw netwerk veilig beheren met SSL/TLS
- 460 Uw netwerkmachine veilig beheren met IPsec
- 480 E-mailberichten veilig verzenden of ontvangen
- 486 IEEE 802.1x-verificatie gebruiken voor een bedraad of draadloos netwerk
- 491 Afdruklogboek op netwerk opslaan
- 498 Mobiel/Web Connect
- 499 Web Services gebruiken vanaf de Brother-machine
- 500 Brother Web Services gebruiken
- 503 Afdrukken met AirPrint
- 505 Afdrukken en scannen vanaf een mobiel apparaat
- 506 Afdrukken en scannen met Near-Field Communication (NFC)
- 507 ControlCenter
- 517 ControlCenter2 (Mac)
- 518 Scan met ControlCenter2 (Mac)
- 519 Stel de Brother-machine in met ControlCenter2 (Mac)
- 521 Problemen oplossen
- 522 Fout- en onderhoudsberichten
- 528 Uw faxen of faxjournaalrapport overbrengen
- 532 Vastgelopen documenten
- 533 Een document is aan de bovenzijde van de ADF vastgelopen
- 534 Document is vastgelopen onder het documentdeksel
- 536 Vastgelopen papier
- 537 Er is papier vastgelopen in de multifunctionele lade
- 538 Er is papier vastgelopen in de papierlade
- 540 Papier is achter in de machine vastgelopen
- 542 Er is papier in de machine vastgelopen
- 544 Er is papier vastgelopen in de dubbelzijdige lade
- 547 Afdrukproblemen
- 550 De afdrukkwaliteit verbeteren
- 555 Telefoon- en faxproblemen
- 559 Stel de kiestoondetectie in
- 560 De compatibiliteit van de telefoonlijn instellen voor interferentie en VoIP-systemen
- 561 Netwerkproblemen
- 562 Foutmeldingen
- 565 Waar kan ik netwerkinstellingen van de Brother-machine vinden?
- 566 Het lukt niet om de configuratie van het draadloze netwerk te voltooien
- 568 Mijn Brother-machine kan niet afdrukken, scannen of PC-FAX Ontvangen via het netwerk
- 570 Ik wil controleren of mijn netwerkapparaten naar behoren werken
- 571 Overige problemen
- 574 De gegevens van de machine controleren
- 575 Uw machine resetten
- 576 Overzicht van de resetfuncties
- 577 Routineonderhoud
- 578 Verbruiksartikelen vervangen
- 580 De tonercartridge vervangen
- 583 De drumeenheid vervangen
- 586 De machine schoonmaken
- 588 De scanner schoonmaken
- 589 Het LCD-touchscreen schoonmaken
- 590 De coronadraad schoonmaken
- 592 De drumeenheid schoonmaken
- 596 De papierinvoerrollen schoonmaken
- 598 De resterende levensduur van onderdelen controleren
- 599 Uw machine verpakken en verzenden
- 600 De machine en de tonercartridge samen verpakken
- 602 De machine en de tonercartridge apart verpakken
- 605 Onderdelen bij periodiek onderhoud vervangen
- 606 Machine-instellingen
- 607 De instellingen van de machine vanaf het bedieningspaneel wijzigen
- 608 In het geval van stroomstoring (opslag in geheugen)
- 609 Algemene instellingen
- 625 Uw favoriete instellingen opslaan als een snelkoppeling
- 628 Rapporten afdrukken
- 631 Instellingen- en functietabellen
- 667 De instellingen van de machine wijzigen vanaf een computer
- 668 De instellingen van uw machine wijzigen met Beheer via een webbrowser
- 673 De instellingen van de machine wijzigen met behulp van Remote Setup
- 685 Appendix
- 686 Specificaties
- 694 Hoe tekst invoeren in uw machine van Brother
- 696 Verbruiksartikelen
- 697 Accessoires
- 698 Informatie over kringlooppapier
- 699 Verklarende woordenlijst