advertisement
HOOFDSTUK 3 BEDRIJFSKLAAR MAKEN
HET BEDIENINGSPANEEL
De taal op het LCD-scherm selecteren
Op het LCD-scherm wordt meestal de huidige printerstatus weergegeven.
Als u op de toetsen op het bedieningspaneel drukt, verschijnen de verschillende functies en instellingen op het LCD-scherm. Wanneer er iets niet in orde is, wordt een foutmelding weergegeven. Deze meldingen kunnen in diverse talen worden weergegeven. De standaardtaal is Engels.
• Engels
• Frans
• Duits • Spaans • Noors
• Nederlands • Italiaans • Fins
• Deens
• Portugees
Om de meldingen op het LCD-scherm in een andere taal te laten weergeven, handelt u als volgt:
1. Zet de printer uit.
2. Houd de FORM FEED-toets ingedrukt en zet de printer aan.
De melding “ZELFTEST” verschijnt, gevolgd door de melding
“LANG = ENGLISH *”.
3. Druk op ▲ of de ▼ tot de gewenste taal op het LCD-scherm verschijnt.
4. Druk op SET om de keuze van de gewenste taal te activeren.
Op het einde van het LCD-scherm komt even een sterretje (*) te staan, waarna de printer automatisch on-line gaat. Op het LCD-scherm verschijnen de meldingen nu in de gekozen taal.
De onderhoudsmelding uitschakelen
Teneinde een optimale en betrouwbare afdrukkwaliteit te kunnen handhaven, waarschuwt printer u regelmatig dat bepaalde onderdelen moeten worden vervangen.
Om deze meldingen uit te schakelen, gaat u als volgt te werk:
1. Houd de “FORM FEED”-toets ingedrukt en zet de printer aan.
2. Druk op ▼ totdat de melding “ONDERHOUD” verschijnt en druk op
SET .
3. Druk op ▼ totdat de melding “ONDERHOUD = UIT” verschijnt en druk op SET .
3-7
GEBRUIKERSHANDLEIDING
De toetsen op het bedieningspaneel
Deze printer heeft een veelzijdig bedieningspaneel. De bedieningstoetsen hebben twee standen:
Wanneer u de toetsen indrukt, activeert u de normale stand. U krijgt toegang tot de normale printerfuncties, die aan de bovenzijde van de toetsen staan vermeld. Als u de toetsen indrukt en de SHIFT-toets ingedrukt houdt, werken deze in SHIFT-stand, zoals onder de toetsen staat aangegeven. In de normale stand en de SHIFT-stand kunt u alle basishandelingen van deze printer uitvoeren. Ook kunt u in deze standen verschillende instellingen aanpassen.
Voor meer informatie, zie “Toetsen in de normale stand” en
“Toetsen in de Shift-stand” in hoofdstuk 4.
LCD-scherm - Met de
meldingen
TEST – Om het testpatroon of de fonts af te drukken
READY – B randt wanneer de printer kan afdrukken
ON LINE –Brandt wanneer de printer on-line staat
SEL – Om on-line of offline te selecteren
FONT – Om fonts en tekensets te selecteren
MODE – Om de functies in de diverse standen in te stellen
EMULATION – Om de printeremulatie te selecteren
DATA – Knippert wanneer er gegevens worden ontvangen en brandt als er gegevens in het geheugen zijn achtergebleven
FORM FEED – Om in het geheugen achtergebleven gegevens of de laatste pagina opnieuw af te drukken
FEEDER – Om de papierinvoer en soort en dubbelzijdig afdrukken te selecteren
CONTINUE – Een fout negeren en doorgaan met afdrukken
(UP) – (DOWN) – Om vooruit door de standen en instellingen te rollen
SHIFT – Om de onderste werking van de toetsen te activeren
RESET – Om de printer of de fabrieksinstellingen terug te stellen
SET – Om de geselecteerde stand en functie in te stellen
COPY – Om het aantal af te drukken exemplaren in te stellen
(DOWN) – Om a chteruit door de standen en instellingen te rollen
ECONOMY – Om de toner- en stroomspaarstand te selecteren
Afb. 3-1 Werking van de toetsen in de normale en de SHIFT-stand
✒ Opmerking
Wanneer de printer in de BR-Script 2-stand staat, kunnen sommige toetsen niet worden gebruikt.
3-8
HOOFDSTUK 3 BEDRIJFSKLAAR MAKEN
Printerinstellingen
U kunt deze printer gebruiken zonder dat u de instellingen met de toetsen op het bedieningspaneel wijzigt. Deze zijn standaard ingesteld op fabrieksinstellingen. Indien nodig, kunt u deze instellingen veranderen en als gebruikersinstellingen in het geheugen van de printer opslaan.
Op deze printer zijn twee soorten instellingen mogelijk:
1. Gebruikersinstellingen
2. Fabrieksinstellingen
Houd er rekening mee dat de fabrieksinstellingen worden opgeheven wanneer u gebruikersinstellingen in het geheugen opslaat. De gebruikersinstellingen blijven van kracht tot u ze wijzigt of terugstelt op de fabrieksinstellingen.
Gebruikersinstellingen
Met behulp van de toetsen op het bedieningspaneel kunt u de fabrieksinstellingen van deze printer aan uw wensen aanpassen. Omdat de printer een geheugen heeft, kunt u de nieuwe instellingen als gebruikersinstellingen in het geheugen van de printer opslaan. Telkens wanneer u de printer aanzet, wordt dan gebruik gemaakt van deze gebruikersinstellingen.
In aanvulling hierop kunt u met de MODE-toets twee verdere sets gebruikersinstellingen opslaan en met de RESET-toets op die instellingen terugstellen. Wanneer een van de in het geheugen opgeslagen sets gebruikersinstellingen opnieuw wordt ingesteld, vervangt deze de huidige instellingen.
Fabrieksinstellingen
De stanaardinstellingen op deze printer zijn in de fabriek gemaakt. U kunt de printer met deze fabrieksinstellingen gebruiken, of ze aanpassen en gebruikersinstellingen in het geheugen van de printer opslaan.
✒ Opmerking
Het wijzigen van in het geheugen opgeslagen gebruikersinstellingen heeft geen invloed op de standaard aanwezige fabrieksinstellingen. De fabrieksinstellingen zelf kunt u niet veranderen.
U gebruikt de RESET-toets wanneer u de in het geheugen opgeslagen gebruikersinstellingen wilt verwijderen en de fabrieksinstellingen weer
wilt gebruiken. Raadpleeg “RESET-toets” in hoofdstuk 4 voor meer informatie hierover.
3-9
advertisement
Related manuals
advertisement
Table of contents
- 18 OVER DEZE HANDLEIDING
- 20 INSTALLATIE VANAF CD-ROM
- 21 De printer driver en TrueType-lettertypen installeren
- 21 Voor Windows 95/98/NT4.0
- 22 Voor Windows 3.1/3.11
- 23 Adobe Acrobat Reader installeren
- 24 De on-line handleidingen bekijken
- 25 Adobe Acrobat Reader gebruiken
- 26 INSTALLATIE VANAF DISKETTES
- 26 Voor Windows 95/98
- 26 Voor Windows 3.1
- 28 UW CONNECTING YOUR PRINTER MET DE USB-INTERFACE OP UW COMPUTER AANSLUITEN
- 28 De USB-driver op uw PC installeren
- 30 De printer driver op uw PC installeren
- 30 De printerpoort op USB instellen
- 31 Problemen oplossen
- 32 OVER DEZE PRINTER
- 32 Kenmerken
- 32 Snelle en stille laserprinter
- 32 Resolutie van 1200 dpi
- 32 High Resolution Control
- 32 Onderhoudsvrije tonercassette
- 32 Advanced Photoscale Technology
- 33 Handinvoer
- 33 Vier interfaces
- 33 Automatische interfaceselectie
- 33 Vijf emulaties
- 34 Automatische emulatieselectie
- 34 Gegevenscompressie
- 34 Geheugenuitbreiding
- 34 75 schaalbare en 12 bitmapped lettertypen
- 36 Snel afdrukken met Microsoft Windows
- 36 Barcodes afdrukken
- 36 CCITT G3/G4
- 36 Paneelslot
- 36 Stroomspaarstand
- 36 Tonerspaarstand
- 37 Functie voor opnieuw afdrukken
- 37 Fontkaart, Flash-geheugenkaart en HDD-kaart
- 37 Gebruikersinstellingen opslaan
- 38 Toebehoren
- 38 Tweede papierbak
- 38 Duplex-unit
- 38 MIO-kaart
- 38 Fontkaarten
- 38 Flash-geheugenkaart en HDD-kaarten
- 38 Extra RAM
- 39 VOORDAT U BEGINT
- 39 Onderdelen
- 39 Verpakking van de printer
- 40 Tonercassette
- 41 Algemeen overzicht
- 42 Juiste opstelling van de printer
- 42 Stroomvoorziening
- 42 Omgeving
- 43 DE PRINTER INSTALLEREN
- 43 De printer openen en sluiten
- 44 De transportbescherming verwijderen
- 45 De tonercassette installeren
- 49 Papier in de papierbak plaatsen
- 53 De printer op uw computer aansluiten
- 55 De printer aan- en uitzetten
- 55 Het netsnoer aansluiten
- 56 De stroomschakelaar
- 57 Testafdruk en afdruk van beschikbare lettertypen
- 60 Het testpatroon en de demonstratiepagina controleren
- 61 SOFTWARE-COMPATIBILITEIT
- 63 AUTOMATISCHE EMULATIESELECTIE
- 65 AUTOMATISCHE INTERFACESELECTIE
- 67 HET BEDIENINGSPANEEL
- 67 De taal op het LCD-scherm selecteren
- 67 De onderhoudsmelding uitschakelen
- 68 De toetsen op het bedieningspaneel
- 69 Printerinstellingen
- 69 Gebruikersinstellingen
- 69 Fabrieksinstellingen
- 70 OMGAAN MET PAPIER
- 70 Afdrukmedia
- 70 Papierafmetingen
- 72 Enveloppen gebruiken
- 74 Papierinvoer vanuit een van de bakken
- 75 Handinvoer
- 76 Face-down papieruitvoer
- 76 ÿþFace-up papieruitvoer
- 77 LCD-SCHERM EN LAMPJES
- 78 LCD-scherm
- 78 Printerstatusmeldingen
- 81 Lampjes
- 81 READY
- 81 DATA
- 81 ON LINE
- 81 ALARM
- 82 TOETSEN IN DE NORMALE STAND
- 83 SEL-toets
- 84 SET-toets
- 84 OP of NEER
- 85 MODE-toets
- 86 Instellingen van de MODE-toets in de stand voor HP, EPSON en IBM
- 89 Instellingen van MODE-toets in BR-Script 2-stand
- 91 Instellingen van MODE-toets in HP-GL-stand
- 93 Basishandelingen
- 94 Praktijkvoorbeeld: de parallelle interface selecteren
- 95 INTERFACE
- 98 LAYOUT
- 98 AFDRUKSTAND
- 100 AUTOMATISCH
- 101 PAGINALAYOUT
- 104 GRAFISCHE STAND
- 107 RESOLUTIE
- 112 PAG. BESCHERMING
- 113 GEHEUGENKAART
- 122 GEAVANCEERD
- 122 NETWERK
- 124 PRINT FOUTLIJST
- 125 HERVATTEN
- 125 SCHAALBAAR FONT
- 126 PRINTDICHTHEID
- 126 INPUT BUFFER
- 127 INSTELL. OPSLAAN
- 128 PAGINATELLER
- 128 EINDIGEN
- 129 FONT-toets
- 129 De font en symbolenset instellen in de HP LaserJet-stand
- 134 De font en tekenset instellen in de EPSON of de IBM-stand
- 139 Lijst van lettertypen
- 140 Lijst van symbolen/tekensets
- 141 FORM FEED-toets (toets voor opnieuw afdrukken)
- 141 Form Feed
- 141 Opnieuw afdrukken
- 143 CONTINUE-toets
- 144 TOETSEN IN DE SHIFT-STAND
- 144 SHIFT-toets
- 145 EMULATION-toets
- 147 Over de emulaties
- 149 ECONOMY-toets
- 149 TONERSPAARSTAND
- 149 STROOMSPAARSTAND
- 150 FEEDER-toets
- 150 INVOER
- 152 MF EERST
- 153 HANDINVOER
- 154 MF-INSTELLING
- 155 PAPIERSOORT
- 156 DUPLEX-STAND
- 157 COPY-toets
- 158 RESET-toets
- 160 Lijst van fabrieksinstellingen
- 165 TEST-toets
- 168 HEX DUMP STAND
- 170 DE TWEEDE PAPIERBAK (LT-2000)
- 170 Papier invoeren vanuit de tweede papierbak
- 172 FONTKAART, FLASH-GEHEUGENKAART/HDD-KAART
- 172 De fontkaart, Flash-geheugenkaart en HDD-kaart installeren
- 174 De optionele lettertypen selecteren
- 176 MIO-KAART
- 177 EXTRA RAM
- 182 DUPLEX-UNIT (DX-2000)
- 184 ONDERHOUD
- 184 Tonercassette
- 184 De melding "Toner op"
- 185 De tonercassette vervangen
- 188 Reinigen
- 188 De buitenkant van de printer reinigen
- 189 Het inwendige van de printer reinigen
- 191 ONDERHOUDSMELDINGEN
- 192 PROBLEMEN OPLOSSEN
- 192 Waarschuwingsmeldingen
- 194 Foutmeldingen
- 196 Servicemeldingen
- 197 Mogelijke problemen
- 197 Papierdoorvoerstoringen
- 203 Slechte afdrukkwaliteit
- 210 PRINTERSPECIFICATIES
- 210 Afdrukken
- 211 Functies
- 212 Elektrische en mechanische specificaties
- 213 PAPIERSPECIFICATIES
- 217 INTERFACE-SPECIFICATIES
- 217 Bi-directionele parallelle interface
- 217 Interface-aansluiting
- 217 Aansluitingen
- 218 Signaalbeschrijving
- 219 Parallel kabelaansluiting voor IBM-PC/AT of compatibele computers en IBM-PS/2 computers
- 220 RS-232C Seriële interface
- 220 Standaard specifikaties
- 220 Interface-aansluitingen
- 220 Aansluitingen
- 221 Signaalbeschrijving
- 222 Seriële kabelaansluitingen voor gebruik met IBM-PC/AT of compatibele computers en IBM-PS/2 computers
- 224 TEKENSETS
- 224 OCR tekensets
- 225 HP LaserJet mode
- 233 EPSON mode
- 236 IBM mode
- 238 HP-GL mode
- 243 Tekensets die worden ondersteund door de Intellifont compatibele fonts van de printer
- 245 Tekensets die worden ondersteund door de TrueType en Type 1 Fonts compatibele en Original lettersoorten
- 247 REFERENTIELIJST VOOR COMMANDO'S
- 247 HP LaserJet Mode
- 247 PCL Command Sets
- 260 CCITT G3/G4 and TIFF
- 263 De modus voor een horizontaal 1200 dpi beeldformaat
- 266 HP-GL/2 Command Sets
- 268 Printer Job Language Commands Syntax
- 269 EPSON FX-850 Mode
- 272 IBM Proprinter XL Mode
- 275 HP-GL Mode
- 277 Bar Code Control