PAPIERSPECIFICATIES. Brother HL-2060

Add to My manuals
287 Pages

advertisement

PAPIERSPECIFICATIES. Brother HL-2060 | Manualzz

GEBRUIKERSHANDLEIDING

PAPIERSPECIFICATIES

Papierinvoer Papierbakken:

• Standaard bovenste bak (Bak 1).

• Optionele tweede bak (Bak 2).

• Papierafmetingen:

BAK 1 : Letter, Legal en A4

BAK 2 : Letter, Legal en A4 (OPTIE).

• Max. hoogte van papier in de bak = 55 mm.

• Max. capaciteit van papierbak = ong. 500 vellen van 80 g/m 2 .

Met duplex-unit geplaatst = ong. 250 vellen van 80 g/m 2 A4/Letter (Bak 1).

Universele bak:

Capaciteit van universele bak = ong. 150 vellen van

80 g/m 2 .

Papieruitvoer Face-down papieruitvoer: ong. 500 vellen.

Face-up papieruitvoer

Standaard bovenste bak (Bak 1) :

• Normaal papier: Letter, Legal of A4

[60 tot 105 g/m 2 ].

Universele bak (MF bak):

• Normaal papier 95 x 148 mm tot 216 x 356 mm

[60 to 199 g/m 2 ].

• Transparanten (OHP-vellen).

• Gekleurd papier.

• Etiketten.

• Enveloppen: COM10, Monarch, C5, DL en ISO B5

Optionele tweede bak (Bak 2) :

Normaal papier: A4, Letter en Legal

[60 to 90 g/m 2 ]

Appendix–4

APPENDICES

Het is raadzaam om, zeker bij het afdrukken van enveloppen, eerst een proefafdruk te maken.

Gebruik de hieronder aangegeven enveloppen bij voorkeur niet:

• Enveloppen met dikke of scheve hoeken.

• Enveloppen die beschadigd, gekruld, of gekreukeld zijn.

• Enveloppen met een heel glad of glimmend oppervlak.

• Enveloppen met een klemsluiting.

• Dikke enveloppen.

• Enveloppen die niet scherp zijn gevouwen.

• Dubbele enveloppen.

• Met een laser voorgedrukte enveloppen.

• Enveloppen met een voorgedrukte binnenkant.

• Enveloppen die u niet goed kunt stapelen.

✒ Opmerkingen

Het gebied binnen 15 mm. vanaf de zij-, onder- en bovenkanten van de envelop kan niet worden bedrukt.

Voer etiketten zodanig in dat het papier waarop de etiketten zijn geplakt, naar onderen is gekeerd. Zo niet, dan kan de printer worden beschadigd.

Voor een optimale afdruk is het raadzaam om een goede kwaliteit transparanten te gebruiken. Raadpleeg uw dealer voor het juiste type transparanten, geschikt voor gebruik in een laser printer.

■ PAPIERSPECIFIKATIES

Deze printer is zodanig ontworpen dat hij met de meeste soorten xerografisch papier en normaal papier van goede kwaliteit kan werken.

Bij sommige papiersoorten kan de afdrukkwaliteit echter wat minder zijn, of kan de printer minder betrouwbaar werken. Om u te verzekeren van een optimale afdruk is het raadzaam om altijd eerst een testafdruk te maken op het papier dat u wilt gebruiken. Hieronder staan een aantal punten die u helpen de juiste papiersoort te kiezen:

1. Vertel uw leverancier dat het papier of de enveloppen in een laser printer gebruikt zullen worden.

2. De inkt op voorgedrukt papier moet bestendig zijn tegen de temperatuur van het fixeerproces in de printer (200° C).

3. Het gebruik van papier waarin katoen is verwerkt, papier met een ruw oppervlak zoals geribbeld of gevergeerd papier, of papier dat gerimpeld of verkreukt is, komt de werking van de printer niet ten goede, en de afdrukkwaliteit laat bij dergelijk papier te wensen over.

Appendix–5

GEBRUIKERSHANDLEIDING

✒ Opmerking

De fabrikant geeft geen aanbevelingen m.b.t. te gebruiken papiersoorten en waarborgt het gebruik van enig papier evenmin. De gebruiker van de printer is zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van het papier dat in de printer gebruikt wordt.

Papiersoorten die niet gebruikt moeten worden

Sommige soorten papier zijn minder geschikt voor deze printer, of kunnen de printer beschadigen.

Onderstaande papiersoorten moeten niet worden gebruikt:

1. Ruw of grof papier.

2. Glad of glanzend papier.

3. Gecoat papier of papier dat met chemicaliën is afgewerkt.

4. Beschadigd, gekreukt of voorgevouwen papier.

5. Papier dat zwaarder is dan het in de handleiding maximaal aanbevolen gewicht.

6. Papier met lipjes of nietjes.

7. Briefhoofden waar gebruik is gemaakt van lage-temperatuur verf of thermografie.

8. Meerdelig papier of papier zonder koolstof.

SCHADE OF ANDERE DEFEKTEN ALS GEVOLG VAN HET

GEBRUIK VAN BOVENSTAAND PAPIER WORDEN NIET DOOR

GARANTIE OF ONDERHOUDSOVEREENKOMSTEN GEDEKT.

■ SPECIFIKATIES VOOR ENVELOPPEN

Uw printer kan met de meeste enveloppen werken. De manier waarop sommige enveloppen zijn gevouwen kan bij de doorvoer of bij het afdrukken echter problemen opleveren. Geschikte enveloppen zijn recht en scherp gevouwen en hebben niet meer dan twee lagen papier. De enveloppe moet plat en vlak liggen, mag niet slordig zijn gevouwen en het papier moet van goede kwaliteit zijn. Het is raadzaam om alleen enveloppen van hoge kwaliteit te kopen; vertel uw leverancier dat de enveloppen in een laser printer gebruikt zullen worden. Om u te verzekeren van een acceptabele afdruk moet u eerst een testafdruk maken.

Onderstaande soorten enveloppen moeten niet worden gebruikt:

1. Enveloppen met papier dat zwaarder is dan het in de handleiding aangegeven gewicht.

2. Enveloppen van inferieure kwaliteit, met onregelmatige randen.

3. Enveloppen die slordig zijn gevouwen of met onscherpe vouwen.

4. Enveloppen met een doorzichtig venster, met gaten, uitsnijdingen of perforaties.

Appendix–6

APPENDICES

5. Enveloppen met klemsluiting, druksluiting of touwtjes.

6. Enveloppen van glad of glanzend papier.

7. Enveloppen met een ruw of grof oppervlak, of gegraufeerde enveloppen.

8. Enveloppen die niet plat en vlak liggen, enveloppen met omgekrulde hoeken, gekreukelde enveloppen, of onregelmatige enveloppen.

9. Enveloppen met een open flap met lijm erop.

HET GEBRUIK VAN BOVENSTAANDE ENVELOPPEN KAN UW

PRINTER BESCHADIGEN. DERGELIJKE SCHADE WORDT

NIET DOOR GARANTIE OF

ONDERHOUDSOVEREENKOMSTEN GEDEKT.

✒ Opmerking

De fabrikant geeft geen aanbevelingen m.b.t. te gebruiken enveloppen en waarborgt het gebruik van enige enveloppen evenmin aangezien de kwaliteit van enveloppen van merk tot merk verschilt. De gebruiker van de printer is zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van de enveloppen die in de printer gebruikt worden.

■ ETIKETTEN enTRANSPARPARANTEN

De printer kan afdrukken op etiketten en transparanten die zijn ontworpen voor gebruik in een laser printer. De lijm van etiketten moet gebaseerd zijn op acryl, daar dergelijke lijm bij de hoge temperaturen in de fixeerinrichting stabieler is. De lijm mag niet in aanraking komen met delen van de printer aangezien de etiketten anders aan de drum of de rollen blijven plakken, wat papierdoorvoerstoringen en problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaakt. Er mag geen lijm zichtbaar zijn tussen de etiketten. Etiketten moeten zodanig worden geplaatst dat zij de gehele pagina beslaan en op het vel mogen alleen in de lengte open plaatsen zichtbaar zijn. Gebruikt u vellen met open plaatsen tussen de etiketten, dan kunnen deze losraken en ernstige doorvoerstoringen of printproblemen veroorzaken.

Alle etiketten en transparanten die in de printer gebruikt worden, moeten gedurende 0,1 seconde bestendig zijn tegen een temperatuur van 200 ° C.

Etiketten en transparanten mogen niet zwaarder zijn dan de in de gebruikershandleiding aangegeven gewichten. Zwaardere etiketten of transparanten worden mogelijk niet goed doorgevoerd of niet goed bedrukt en kunnen uw printer beschadigen.

De gebruiker van de printer is zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van de etiketten en transparanten die in de printer gebruikt worden.

SCHADE OF ANDERE DEFEKTEN ALS GEVOLG VAN HET

GEBRUIK VAN ONGESCHIKTE ETIKETTEN OF

TRANSPARANTEN WORDEN NIET DOOR GARANTIE OF

ONDERHOUDSOVEREENKOMSTEN GEDEKT.

Appendix–7

advertisement

Related manuals

advertisement

Table of contents