BIJLAGE DS3 CABRIO. CITROEN DS 3

Add to My manuals
458 Pages

advertisement

BIJLAGE DS3 CABRIO. CITROEN DS 3 | Manualzz

INSTRUCTIEBOEKJE - BIJLAGE

Welkom

In dit document worden de bijzonderheden voor wat betreft het in- en exterieur en het gebruik van uw DS 3 CABRIO behandeld.

Raadpleeg het instructieboekje voor alle overige beschrijvingen en kenmerken en het garantie- en onderhoudsboekje voor het onderhoudsschema van uw auto.

Symbolen

veiligheidswaarschuwing

aanvullende informatie

TOEGANG TOT

DE AUTO

2 Cabriodak

10 Kofferdeksel

12 Alarmsysteem

COMFORT

13 Hoedenplank

PRAKTISCHE

INFORMATIE

14 Zekeringen

15 Onderhoudstips

auto met linkse besturing.

TECHNISCHE

GEGEVENS

16 Benzinemotoren

17 Gewichten

18 Dieselmotor

19 Gewichten

20 Afmetingen

auto met rechtse besturing.

Cabriodak

Uw auto is uitgerust met een elektrisch bedienbaar cabriodak.

2

Toegang tot de auto

Elektrisch openen en sluiten

Het dak kan worden geopend en gesloten door op de zijde openen 1 en sluiten 2 van de schakelaar op de plafonnier te drukken.

3

Toegang tot de auto

Het bedienen van het dak is mogelijk:

- bij draaiende motor of

- bij aangezet contact.

Zones waarin het dak beweegt Posities van het dak

Om te voorkomen dat de accu ontladen raakt, is het raadzaam het dak te bedienen bij draaiende motor .

Als tijdens het openen of sluiten van het dak bij aangezet contact de motor wordt gestart, kan afhankelijk van de laadtoestand van de accu de beweging van het dak stoppen. Druk de schakelaar na het starten van de motor nogmaals in om de beweging van het dak te hervatten.

Het dak beweegt in twee zones:

Zone A : zone waarin het dak horizontaal beweegt, handbediend of automatisch.

Zone B : zone waarin het dak verticaal beweegt, uitsluitend automatisch.

Positie 0 : Dak volledig gesloten.

Positie 1 : Positie waarin het dak stopt bij het automatisch sluiten.

Positie 2 : Dak horizontaal geopend.

Positie 3 : Dak volledig geopend.

Verzeker u er voordat u het dak bedient van dat niemand in of buiten de auto verwondingen zou kunnen oplopen bij de beweging van het dak of de achterruit, en dat er geen voorwerpen zijn die de beweging hinderen.

4

Toegang tot de auto

Openen

) Dak in zone A : houd de schakelaar tot aan het zware punt ingedrukt om het dak te openen.

) Het dak stopt zodra u de schakelaar loslaat.

Het openen van het dak in de zone B is alleen automatisch mogelijk.

) Dak in de zone A : druk de schakelaar door het zware punt heen om het dak te laten opengaan.

Als het dak zich tijdens het automatisch openen in de zone A bevindt, kan het dak worden stilgezet door de schakelaar in te drukken.

Sluiten

5

Toegang tot de auto

) Laat de schakelaar los: het dak gaat open tot het volledig horizontaal is geopend

(positie 2 ).

Als het dak volledig wordt geopend, komt de achterruit op de hoedenplank te liggen. Controleer of zich geen voorwerpen op de hoedenplank bevinden die de achterruit of het dak zouden kunnen beschadigen.

Het automatisch openen van het dak in de zone B is niet mogelijk als het kofferdeksel is geopend.

Controleer als de bediening van het dak niet werkt of het kofferdeksel goed is gesloten.

) Dak in de zone B : druk op de schakelaar om het dak volledig te openen (positie 3 ).

Als het dak beweegt in de zone worden omgekeerd.

B , is het stilzetten van het dak niet mogelijk.

Als in dat geval op de schakelaar wordt gedrukt, ongeacht aan welke zijde, wordt de bewegingsrichting van het dak omgekeerd.

Deze "antipaniekfunctie" zorgt ervoor dat in een noodsituatie de bewegingsrichting van het dak snel kan

Handmatig

) Dak in zone A : houd de schakelaar tot aan het zware punt ingedrukt om het dak te sluiten.

6

Toegang tot de auto

) Het dak stopt zodra u de schakelaar loslaat.

) Houd om het dak volledig te sluiten de schakelaar ingedrukt tot u het dak hoort vergrendelen.

Probeer het dak, als het niet goed is vergrendeld, bij draaiende motor nogmaals te sluiten.

Raadpleeg als dit probleem zich blijft voordoen het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.

Het sluiten van het dak in de zone B is alleen automatisch mogelijk.

Automatisch

) Dak in positie 3 : druk op de schakelaar om het dak te laten sluiten.

Als het dak volledig is geopend, ligt de achterruit op de hoedenplank.

Plaats geen voorwerpen op de achterruit.

) Laat de schakelaar los: het sluiten van het dak gaat door tot het dak de positie

2 bereikt.

Als het dak beweegt in de zone B , is het stilzetten van het dak niet mogelijk.

Als in dat geval op de schakelaar wordt gedrukt, ongeacht aan welke zijde, wordt de bewegingsrichting van het dak omgekeerd.

Deze "antipaniekfunctie" zorgt ervoor dat in een noodsituatie de bewegingsrichting van het dak snel kan worden omgekeerd.

Het volledig sluiten van het dak in de zone A is alleen handmatig mogelijk.

Houd de schakelaar ingedrukt tot u het dak hoort vergrendelen.

Probeer het dak, als het niet goed is vergrendeld, bij draaiende motor nogmaals te sluiten.

Raadpleeg als dit probleem zich blijft voordoen het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.

7

Toegang tot de auto

Windscherm

) Dak tussen positie 2 en 1 : als u de schakelaar door het zware punt heen indrukt, wordt het dak automatisch gesloten tot aan de positie 1 .

) Dak tussen positie 1 en 0 : druk op de schakelaar en houd deze ingedrukt tot het dak volledig is gesloten.

Er is een windscherm beschikbaar om het comfort van de inzittenden onder bepaalde rijomstandigheden (hoge snelheid) te verbeteren. Hierdoor worden de luchtturbulenties in het interieur zoveel mogelijk beperkt.

Bij het openen van het dak kan het windscherm, als het niet is vastgemaakt, worden uitgeklapt.

Bij het sluiten van het dak wordt het windscherm automatisch weer ingeklapt.

) Als het dak is geopend, kan dit windscherm handmatig worden ingeklapt en in het midden worden vastgemaakt: druk de hendel naast de handgreep aan de bovenzijde van het windscherm omlaag en zet de handgreep vast in de uitsparing.

) Druk om het windscherm handmatig uit te klappen de hendel naast de handgreep omlaag om hem los te maken uit de uitsparing en trek de handgreep iets naar u toe.

Als het dak zich tijdens het automatisch sluiten in de zone A (tussen positie 2 en

1 ) bevindt, kan het dak worden stilgezet door de schakelaar in te drukken.

Openen en sluiten van het dak tijdens het rijden

- als het dak opengaat in de zone B , wordt de beweging voltooid,

- als het dak sluit in de zone B , stopt deze beweging en wordt automatisch de bewegingsrichting omgekeerd tot het dak volledig is geopend tot aan de positie 3 ,

- als het dak opengaat of sluit in de zone B na het bedienen van de "antipaniekfunctie", wordt de beweging voltooid.

8

Toegang tot de auto

Noodloopfunctie

De schakelaar voor het openen en sluiten van het dak werkt tot een wagensnelheid van ongeveer 120 km/h.

Bij hogere snelheden verschijnt een melding op het display dat het dak niet kan worden bediend (snelheid te hoog).

Als het openen of sluiten van het dak is gestart bij een snelheid lager dan ongeveer 120 km/h en deze snelheid wordt overschreden, dan gebeurt afhankelijk van de beweging het volgende:

- als het dak beweegt in de zone A , stopt de beweging,

Zodra de wagensnelheid lager is dan ongeveer 120 km/h zal het dak weer bediend kunnen worden.

Als het dak tot stilstand komt in de zone B , wordt u door een melding op het display verzocht het openen of sluiten onmiddellijk te voltooien.

) Houd de schakelaar ingedrukt:

- in de richting voor het openen tot het dak de positie 3 bereikt,

- in de richting voor het sluiten tot het dak de positie 2 bereikt.

Het is niet toegestaan te rijden als het dak tot stilstand is gekomen in de zone B .

9

Toegang tot de auto

Resetten

Als de automatische bediening van het dak niet meer werkt, moet deze functie worden gereset.

) Houd de schakelaar ingedrukt in de richting voor het sluiten van het dak.

) Na ongeveer 5 seconden sluit het dak volledig tot aan de positie 0 .

De bediening van het dak is dan gereset.

Gebruiksvoorschriften

Plaats nooit voorwerpen op het dak als het dak is geopend of gesloten.

Open het dak niet bij sneeuw of ijzel, om te voorkomen dat het dak hierdoor beschadigd raakt.

Gebruik nooit scherp gereedschap om ijs of sneeuw van het dak te verwijderen.

Gebruik nooit een ijskrabber of een spuitbus met ruitontdooier om ijs van de achterruit te verwijderen.

Schakel de achterruitverwarming niet in als het dak volledig is geopend (om oververhitting te voorkomen).

Om blijvende vouwlijnen in het cabriodak te voorkomen, is het raadzaam het dak niet gedurende lange periodes geopend te houden.

Het wordt afgeraden de airconditioning van de auto te gebruiken als het dak is geopend.

Ga nooit op de daktraverse zitten en plaats er geen voorwerpen op als het dak is geopend.

Laat de schakelaar tijdens de procedure voor het resetten niet los.

Storing

Raadpleeg in geval van een elektrische storing het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.

Wanneer u de auto voor een langere periode buiten parkeert, is het raadzaam het dak te beschermen met een hoes.

Het is raadzaam het dak te sluiten als u de auto parkeert en verlaat.

Ook als het dak is gesloten, is het beter om geen waardevolle spullen in de auto achter te laten.

Haal de sleutel uit het contact als u de auto verlaat, om te voorkomen dat het dak ongewenst in beweging wordt gezet.

Als uw auto is voorzien van functies met spraakcommando's, werken deze mogelijk minder goed als het dak is geopend.

Bescherming van de elektromotoren voor het openen en sluiten van het dak: als het dak in korte tijd veelvuldig wordt geopend en gesloten, kunnen de elektromotoren oververhit raken waardoor het dak stilvalt. Wacht in dat geval 10 minuten met het bedienen van het dak om de elektromotoren te laten afkoelen.

10

Toegang tot de auto

Kofferdeksel

Openen Sluiten

) Ontgrendel de auto met de afstandsbediening of de sleutel, druk op de knop voor het openen van het kofferdeksel en beweeg het omhoog.

) Beweeg het kofferdeksel omlaag door op het midden van de sierlijst de duwen.

Duw niet aan één kant van het kofferdeksel om het te sluiten.

Als het kofferdeksel niet goed is gesloten:

- bij draaiende motor gaat dit controlelampje branden in combinatie met een melding op het multifunctionele display gedurende enkele seconden,

- tijdens het rijden (snelheid hoger dan

10 km/h) gaat dit controlelampje branden in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het multifunctionele display gedurende enkele seconden.

Als het kofferdeksel niet goed is gesloten, is het openen van het dak in de zone B niet mogelijk.

Controleer of het kofferdeksel goed is gesloten.

11

Toegang tot de auto

Voorwaarden voor het openen van het kofferdeksel met het dak in de zone B

Om te voorkomen dat het kofferdeksel en het dak elkaar in de zone B raken, is de mogelijkheid om het kofferdeksel te openen afhankelijk van de positie van het dak.

Als het dak zich tijdens het openen in de zone B bevindt en de schakelaar voor het openen van het kofferdeksel wordt bediend, dan wordt het dak weer gesloten. Het kofferdeksel gaat open als het dak de positie heeft bereikt. U kunt het kofferdeksel vervolgens volledig openen.

Als het dak zich tijdens het sluiten in de zone B bevindt en de schakelaar voor het openen van het kofferdeksel wordt bediend, dan heeft dit geen gevolgen voor de beweging van het dak. Het kofferdeksel gaat echter pas open als het dak de positie heeft bereikt. U kunt het kofferdeksel vervolgens volledig openen.

Als het dak zich bij het openen of sluiten in de zone B bevindt na het gebruik van de

"antipaniekfunctie", werkt de schakelaar voor het openen van het kofferdeksel niet. De bediening van de schakelaar werkt weer zodra het dak de positie 2 of de positie 3 heeft bereikt.

Als het dak zich in de positie 3 bevindt, wordt het dak bij het bedienen van de schakelaar voor het openen van het kofferdeksel gesloten tot aan de positie . Zodra het dak deze positie heeft bereikt, wordt het kofferdeksel geopend. U kunt het kofferdeksel vervolgens volledig openen.

Noodbediening

Hiermee kan bij een lege accu of een eventuele storing in de centrale vergrendeling het kofferdeksel mechanisch ontgrendeld worden.

Ontgrendelen

) Klap de achterbank naar voren om bij de twee sloten in de bagageruimte te komen.

) Steek een kleine schroevendraaier in de opening A van de beide sloten aan de zijkant om het kofferdeksel te ontgrendelen.

Controleer voordat u het kofferdeksel opent of het dak zich niet in de zone B bevindt.

12

Toegang tot de auto

Alarmsysteem

Dit systeem beschermt uw auto tegen diefstal.

Het alarmsysteem bestaat uitsluitend uit een omtrekbeveiliging van uw auto.

Raadpleeg het instructieboekje van de DS 3 voor de werking van de omtrekbeveiliging van uw auto.

Hoedenplank

De hoedenplank kan niet worden verwijderd .

Controleer voordat u het dak volledig opent of zich geen voorwerpen op de hoedenplank bevinden.

Als het dak volledig is geopend, ligt de achterruit op de hoedenplank. Plaats geen voorwerpen op de achterruit.

13

Comfort

14

Praktische informatie

Zekeringen vervangen

Er zijn drie specifieke zekeringen voor het cabriodak.

Zekeringen onder de hoedenplank Zekering in de motorruimte

(hoofdzekering)

Zekering Ampère

MF08 40 A

Functies

Cabriodak

) Maak de bekleding aan de bovenzijde van de bagageruimte los door deze omlaag te trekken, te beginnen aan de linkerzijde.

) Verwijder de bekleding door deze omlaag te kantelen.

) Vervang de zekeringen.

Voer deze handelingen in de omgekeerde volgorde uit om de bekleding weer aan te brengen, begin daarbij achter in de bagageruimte.

De hoofdzekeringen zorgen voor een extra beveiliging van de elektrische installatie.

Werkzaamheden aan de hoofdzekeringen dienen door het CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats uitgevoerd te worden.

Zekering

-

-

Ampère

20 A

20 A

Cabriodak

Cabriodak

Functies

Als het dak zich in de zone B bevindt en een of meer van deze zekeringen raakt defect, kan het kofferdeksel niet worden geopend. Om het kofferdeksel te kunnen openen en de zekering(en) te vervangen, moet u het dak eerst handmatig sluiten vanuit de bagageruimte (bereikbaar door de achterbank is neer te klappen).

15

Praktische informatie

Onderhoudstips

Algemene adviezen voor wat betreft het onderhoud van uw auto vindt u in het garantie- en onderhoudsboekje.

Cabriodak

Verwijder met een zachte borstel of een stofzuiger zoveel mogelijk vuil van het cabriodak voordat u het dak gaat wassen.

Verwijder vlekken door ze te deppen

(nooit door ze weg te wrijven) met een spons en zeepsop, en spoel het dak direct daarna af met schoon water.

Gebruik voor het reinigen van het cabriodak beslist geen chemische producten, schoonmaakmiddelen, vlekkenverwijderaars, oplosmiddelen, alcohol, wasbenzine, enz.

Wij adviseren u de auto te wassen in een automatisch wasstation met roterende borstels.

Om beschadiging van het dak te voorkomen is het reinigen van de auto met een hogedrukspuit beslist niet toegestaan.

Laat de auto drogen in de schaduw en stel hem tijdens het drogen niet bloot aan direct zonlicht.

Verwijder vogelpoep en hars zo snel mogelijk, omdat door de bijtende werking ervan het materiaal van het dak beschadigd kan raken.

Gebruik voor het waterafstotend maken van het cabriodak uitsluitend speciaal voor cabriodaken bedoelde impregneermiddelen.

Voor het regelmatige onderhoud van het cabriodak en om het in nieuwstaat te houden, adviseren wij u gebruik te maken van het milieuvriendelijke product "Insectenverwijderaar -

Reiniger voor cabrioletdaken" uit het gamma "TECHNATURE". Dit product is verkrijgbaar bij het CITROËN-netwerk.

Windscherm

Wij adviseren u het windscherm voorzichtig te reinigen en gebruik te maken van een soepele borstel.

16

Technische gegevens

Benzinemotoren

Benzinemotoren

Versnellingsbakken

PureTech 82 VTi 120 PureTech 110 S&S

THP 165 S&S

THP 150 S&S **

Handgeschakeld

(5 versnellingen)

Automatisch

(4 versnellingen)

Handgeschakeld

(5 versnellingen)

EAT6 (Automaat

6 versnellingen)

Handgeschakeld

(6 versnellingen)

Type Variant Uitvoering:

SB...

HMZ6 5FS9

Cilinderinhoud (cm 3 )

Boring x slag (mm) 75 x 90,5 77 x 85,8

HNZ6/S

1199

75 x 90,5

HNZT/S

81 Max.vermogen: ECE-norm (kW) *

Toerental bij max.vermogen (t/min)

Max.koppel: ECE-norm (Nm)

Toerental bij max.koppel (t/min)

Inhoud carter (in liter) van de motor (met vervangen filter)

60

5750

118

2750

3,25

88

6000

160

4250

4,25

5500

205

1500

Loodvrij

Ja

3,25

5GZM/S

5GWM/S **

1598

77 x 85,8

120

110 **

6000

240

1750

Loodvrij

Ja

4,25

* Het maximumvermogen komt overeen met de op de testbank gehomologeerde waarde, onder de omstandigheden die zijn vastgelegd in de Europese regelgeving (richtlijn 1999/99/CE).

** België.

.../S: uitvoering met Stop & Start.

17

Technische gegevens

Gewichten en aanhangergewichten (in kg) (benzine)

Benzinemotoren PureTech 82 VTi 120 PureTech 110 S&S

THP 165 S&S

THP 150 S&S *

Versnellingsbakken

Handgeschakeld

(5 versnellingen)

Automatisch

(4 versnellingen)

Handgeschakeld

(5 versnellingen)

EAT6 (Automaat

6 versnellingen)

Handgeschakeld

(6 versnellingen)

Type Variant Uitvoering:

SB...

HMZ6

1035

1110

5FS9

1133

1208

HNZ6/S

1090

1165

HNZT/S

1150

1225

5GZM/S

5GWM/S *

1165

1240

- Maximum technisch toegestane massa totaal

- Max. toegestaan treingewicht helling max. 12%

- Aanhanger geremd (binnen max. toegestaan treingewicht) helling max. 12% geremd auto, binnen max. toegestaan treingewicht)

1536

2336

800

1100

1610

2510

900

1150

1598

2498

900

1100

1635

2535

900

1150

1630

2530

900

1150

520

46

570

46

520

46

570

46

570

46

* België.

** Het totale gewicht van de aanhanger kan, binnen het maximaal toegestane treingewicht, worden verhoogd indien de belading van de auto wordt verminderd.

Houd er in dat geval rekening mee dat het trekken van een aanhanger met een licht beladen auto een negatieve invloed heeft op het weggedrag.

Het maximaal toegestane treingewicht en de aanhangergewichten gelden tot een hoogte van maximaal 1000 meter; het opgegeven aanhangergewicht dient voor elke extra 1000 meter met 10% te worden verminderd.

Bij het trekken van een aanhanger mag niet harder worden gereden dan 100 km/h of de plaatselijk geldende snelheidslimiet (in Nederland wettelijk 90 km/h).

Bij hoge buitentemperaturen kunnen de prestaties van de auto minder worden om de motor te beschermen. Als de buitentemperatuur meer dan 37°C bedraagt, moet het treingewicht worden verminderd.

18

Technische gegevens

Dieselmotoren

Dieselmotoren

Versnellingsbakken

Handgeschakeld

(5 versnellingen)

Elektronisch gestuurd

(6 versnellingen)

Handgeschakeld

(5 versnellingen)

Type Variant Uitvoering:

SB...

9HPK/S 9HP8/PS BHY6/S

Cilinderinhoud (cm 3 1560

Boring x slag (mm) 75 x 88,3 75 x 88,3

Max.vermogen: ECE-norm (kW) *

Toerental bij max.vermogen (t/min)

Max.koppel: ECE-norm (Nm)

Toerental bij max.koppel (t/min) e-HDi 90

68

4000

230

1750

BlueHDi 100

73

3750

254

1750

BlueHDi 120

BlueHDi 115 **

Handgeschakeld

(6 versnellingen)

BHZM/S

BHXM/S **

1560

75 x 88,3

88

85 **

3500

300

1750

Diesel

Ja

Ja Roetfilter (FAP)

Inhoud carter (in liter) van de motor

(met vervangen filter)

Ja

3,75

Ja

3,75 3,75

* Het maximumvermogen komt overeen met de op de testbank gehomologeerde waarde, onder de omstandigheden die zijn vastgelegd in de Europese regelgeving (richtlijn1999/99/CE).

** België.

.../S: uitvoering met Stop & Start.

19

Technische gegevens

Gewichten en aanhangergewichten (in kg) (diesel)

Dieselmotoren

Versnellingsbakken

Type Variant Uitvoering :

SB...

- Maximaal technisch toegestane massa totaal

- Maximaal toegestaan treingewicht helling max. 12%

- Aanhanger geremd (binnen max. toegestaan treingewicht) helling max. 12% e-HDi 90

Handgeschakeld

(5 versnellingen)

Elektronisch gestuurd

(6 versnellingen)

9HPK/S

1085

1160

1625

2525

9HP8/PS

1090

1165

1639

2539

900 900

BlueHDi 100

Handgeschakeld

(5 versnellingen)

BHY6/S

1148

1223

1652

2552

900

BlueHDi 120

BlueHDi 115 **

Handgeschakeld

(6 versnellingen)

BHZM/S

BHXM/S **

1200

1275

1665

2565

900 belading auto, binnen max. toegestaan treingewicht)

1150 1150 1150 1150

570

46

570

46

570

46

570

46

* Het totale gewicht van de aanhanger kan, binnen het maximaal toegestane treingewicht, worden verhoogd indien de belading van de auto wordt verminderd.

Houd er in dat geval rekening mee dat het trekken van een aanhanger met een licht beladen auto een negatieve invloed heeft op het weggedrag.

** België.

Het maximaal toegestane treingewicht en de aanhangergewichten gelden tot een hoogte van maximaal 1000 meter; het opgegeven aanhangergewicht dient voor elke extra 1000 meter met 10% te worden verminderd.

Bij het trekken van een aanhanger mag niet harder worden gereden dan 100 km/h of de plaatselijk geldende snelheidslimiet (in Nederland wettelijk 90 km/h).

Bij hoge buitentemperaturen kunnen de prestaties van de auto minder worden om de motor te beschermen. Als de buitentemperatuur meer dan 37°C bedraagt, moet het treingewicht worden verminderd.

Afmetingen (in mm)

20

Technische gegevens

Gedrukt in de

EU

Néerlandais

12-14

4Dconcept

Diadeis

Interak

15DS3C.070

Néerlandais

advertisement

Related manuals

Download PDF

advertisement

Table of contents