advertisement
INSTRUCTIEBOEKJE - BIJLAGE
Welkom
In dit document worden de bijzonderheden voor wat betreft het in- en exterieur en het gebruik van uw DS 3 CABRIO behandeld.
Raadpleeg het instructieboekje voor alle overige beschrijvingen en kenmerken en het garantie- en onderhoudsboekje voor het onderhoudsschema van uw auto.
Symbolen
veiligheidswaarschuwing
aanvullende informatie
TOEGANG TOT
DE AUTO
2 Cabriodak
10 Kofferdeksel
12 Alarmsysteem
COMFORT
13 Hoedenplank
PRAKTISCHE
INFORMATIE
14 Zekeringen
15 Onderhoudstips
auto met linkse besturing.
TECHNISCHE
GEGEVENS
16 Benzinemotoren
17 Gewichten
18 Dieselmotor
19 Gewichten
20 Afmetingen
auto met rechtse besturing.
Cabriodak
Uw auto is uitgerust met een elektrisch bedienbaar cabriodak.
2
Toegang tot de auto
Elektrisch openen en sluiten
Het dak kan worden geopend en gesloten door op de zijde openen 1 en sluiten 2 van de schakelaar op de plafonnier te drukken.
3
Toegang tot de auto
Het bedienen van het dak is mogelijk:
- bij draaiende motor of
- bij aangezet contact.
Zones waarin het dak beweegt Posities van het dak
Om te voorkomen dat de accu ontladen raakt, is het raadzaam het dak te bedienen bij draaiende motor .
Als tijdens het openen of sluiten van het dak bij aangezet contact de motor wordt gestart, kan afhankelijk van de laadtoestand van de accu de beweging van het dak stoppen. Druk de schakelaar na het starten van de motor nogmaals in om de beweging van het dak te hervatten.
Het dak beweegt in twee zones:
Zone A : zone waarin het dak horizontaal beweegt, handbediend of automatisch.
Zone B : zone waarin het dak verticaal beweegt, uitsluitend automatisch.
Positie 0 : Dak volledig gesloten.
Positie 1 : Positie waarin het dak stopt bij het automatisch sluiten.
Positie 2 : Dak horizontaal geopend.
Positie 3 : Dak volledig geopend.
Verzeker u er voordat u het dak bedient van dat niemand in of buiten de auto verwondingen zou kunnen oplopen bij de beweging van het dak of de achterruit, en dat er geen voorwerpen zijn die de beweging hinderen.
4
Toegang tot de auto
Openen
) Dak in zone A : houd de schakelaar tot aan het zware punt ingedrukt om het dak te openen.
) Het dak stopt zodra u de schakelaar loslaat.
Het openen van het dak in de zone B is alleen automatisch mogelijk.
) Dak in de zone A : druk de schakelaar door het zware punt heen om het dak te laten opengaan.
Als het dak zich tijdens het automatisch openen in de zone A bevindt, kan het dak worden stilgezet door de schakelaar in te drukken.
Sluiten
5
Toegang tot de auto
) Laat de schakelaar los: het dak gaat open tot het volledig horizontaal is geopend
(positie 2 ).
Als het dak volledig wordt geopend, komt de achterruit op de hoedenplank te liggen. Controleer of zich geen voorwerpen op de hoedenplank bevinden die de achterruit of het dak zouden kunnen beschadigen.
Het automatisch openen van het dak in de zone B is niet mogelijk als het kofferdeksel is geopend.
Controleer als de bediening van het dak niet werkt of het kofferdeksel goed is gesloten.
) Dak in de zone B : druk op de schakelaar om het dak volledig te openen (positie 3 ).
Als het dak beweegt in de zone worden omgekeerd.
B , is het stilzetten van het dak niet mogelijk.
Als in dat geval op de schakelaar wordt gedrukt, ongeacht aan welke zijde, wordt de bewegingsrichting van het dak omgekeerd.
Deze "antipaniekfunctie" zorgt ervoor dat in een noodsituatie de bewegingsrichting van het dak snel kan
Handmatig
) Dak in zone A : houd de schakelaar tot aan het zware punt ingedrukt om het dak te sluiten.
6
Toegang tot de auto
) Het dak stopt zodra u de schakelaar loslaat.
) Houd om het dak volledig te sluiten de schakelaar ingedrukt tot u het dak hoort vergrendelen.
Probeer het dak, als het niet goed is vergrendeld, bij draaiende motor nogmaals te sluiten.
Raadpleeg als dit probleem zich blijft voordoen het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Het sluiten van het dak in de zone B is alleen automatisch mogelijk.
Automatisch
) Dak in positie 3 : druk op de schakelaar om het dak te laten sluiten.
Als het dak volledig is geopend, ligt de achterruit op de hoedenplank.
Plaats geen voorwerpen op de achterruit.
) Laat de schakelaar los: het sluiten van het dak gaat door tot het dak de positie
2 bereikt.
Als het dak beweegt in de zone B , is het stilzetten van het dak niet mogelijk.
Als in dat geval op de schakelaar wordt gedrukt, ongeacht aan welke zijde, wordt de bewegingsrichting van het dak omgekeerd.
Deze "antipaniekfunctie" zorgt ervoor dat in een noodsituatie de bewegingsrichting van het dak snel kan worden omgekeerd.
Het volledig sluiten van het dak in de zone A is alleen handmatig mogelijk.
Houd de schakelaar ingedrukt tot u het dak hoort vergrendelen.
Probeer het dak, als het niet goed is vergrendeld, bij draaiende motor nogmaals te sluiten.
Raadpleeg als dit probleem zich blijft voordoen het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
7
Toegang tot de auto
Windscherm
) Dak tussen positie 2 en 1 : als u de schakelaar door het zware punt heen indrukt, wordt het dak automatisch gesloten tot aan de positie 1 .
) Dak tussen positie 1 en 0 : druk op de schakelaar en houd deze ingedrukt tot het dak volledig is gesloten.
Er is een windscherm beschikbaar om het comfort van de inzittenden onder bepaalde rijomstandigheden (hoge snelheid) te verbeteren. Hierdoor worden de luchtturbulenties in het interieur zoveel mogelijk beperkt.
Bij het openen van het dak kan het windscherm, als het niet is vastgemaakt, worden uitgeklapt.
Bij het sluiten van het dak wordt het windscherm automatisch weer ingeklapt.
) Als het dak is geopend, kan dit windscherm handmatig worden ingeklapt en in het midden worden vastgemaakt: druk de hendel naast de handgreep aan de bovenzijde van het windscherm omlaag en zet de handgreep vast in de uitsparing.
) Druk om het windscherm handmatig uit te klappen de hendel naast de handgreep omlaag om hem los te maken uit de uitsparing en trek de handgreep iets naar u toe.
Als het dak zich tijdens het automatisch sluiten in de zone A (tussen positie 2 en
1 ) bevindt, kan het dak worden stilgezet door de schakelaar in te drukken.
Openen en sluiten van het dak tijdens het rijden
- als het dak opengaat in de zone B , wordt de beweging voltooid,
- als het dak sluit in de zone B , stopt deze beweging en wordt automatisch de bewegingsrichting omgekeerd tot het dak volledig is geopend tot aan de positie 3 ,
- als het dak opengaat of sluit in de zone B na het bedienen van de "antipaniekfunctie", wordt de beweging voltooid.
8
Toegang tot de auto
Noodloopfunctie
De schakelaar voor het openen en sluiten van het dak werkt tot een wagensnelheid van ongeveer 120 km/h.
Bij hogere snelheden verschijnt een melding op het display dat het dak niet kan worden bediend (snelheid te hoog).
Als het openen of sluiten van het dak is gestart bij een snelheid lager dan ongeveer 120 km/h en deze snelheid wordt overschreden, dan gebeurt afhankelijk van de beweging het volgende:
- als het dak beweegt in de zone A , stopt de beweging,
Zodra de wagensnelheid lager is dan ongeveer 120 km/h zal het dak weer bediend kunnen worden.
Als het dak tot stilstand komt in de zone B , wordt u door een melding op het display verzocht het openen of sluiten onmiddellijk te voltooien.
) Houd de schakelaar ingedrukt:
- in de richting voor het openen tot het dak de positie 3 bereikt,
- in de richting voor het sluiten tot het dak de positie 2 bereikt.
Het is niet toegestaan te rijden als het dak tot stilstand is gekomen in de zone B .
9
Toegang tot de auto
Resetten
Als de automatische bediening van het dak niet meer werkt, moet deze functie worden gereset.
) Houd de schakelaar ingedrukt in de richting voor het sluiten van het dak.
) Na ongeveer 5 seconden sluit het dak volledig tot aan de positie 0 .
De bediening van het dak is dan gereset.
Gebruiksvoorschriften
Plaats nooit voorwerpen op het dak als het dak is geopend of gesloten.
Open het dak niet bij sneeuw of ijzel, om te voorkomen dat het dak hierdoor beschadigd raakt.
Gebruik nooit scherp gereedschap om ijs of sneeuw van het dak te verwijderen.
Gebruik nooit een ijskrabber of een spuitbus met ruitontdooier om ijs van de achterruit te verwijderen.
Schakel de achterruitverwarming niet in als het dak volledig is geopend (om oververhitting te voorkomen).
Om blijvende vouwlijnen in het cabriodak te voorkomen, is het raadzaam het dak niet gedurende lange periodes geopend te houden.
Het wordt afgeraden de airconditioning van de auto te gebruiken als het dak is geopend.
Ga nooit op de daktraverse zitten en plaats er geen voorwerpen op als het dak is geopend.
Laat de schakelaar tijdens de procedure voor het resetten niet los.
Storing
Raadpleeg in geval van een elektrische storing het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Wanneer u de auto voor een langere periode buiten parkeert, is het raadzaam het dak te beschermen met een hoes.
Het is raadzaam het dak te sluiten als u de auto parkeert en verlaat.
Ook als het dak is gesloten, is het beter om geen waardevolle spullen in de auto achter te laten.
Haal de sleutel uit het contact als u de auto verlaat, om te voorkomen dat het dak ongewenst in beweging wordt gezet.
Als uw auto is voorzien van functies met spraakcommando's, werken deze mogelijk minder goed als het dak is geopend.
Bescherming van de elektromotoren voor het openen en sluiten van het dak: als het dak in korte tijd veelvuldig wordt geopend en gesloten, kunnen de elektromotoren oververhit raken waardoor het dak stilvalt. Wacht in dat geval 10 minuten met het bedienen van het dak om de elektromotoren te laten afkoelen.
10
Toegang tot de auto
Kofferdeksel
Openen Sluiten
) Ontgrendel de auto met de afstandsbediening of de sleutel, druk op de knop voor het openen van het kofferdeksel en beweeg het omhoog.
) Beweeg het kofferdeksel omlaag door op het midden van de sierlijst de duwen.
Duw niet aan één kant van het kofferdeksel om het te sluiten.
Als het kofferdeksel niet goed is gesloten:
- bij draaiende motor gaat dit controlelampje branden in combinatie met een melding op het multifunctionele display gedurende enkele seconden,
- tijdens het rijden (snelheid hoger dan
10 km/h) gaat dit controlelampje branden in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het multifunctionele display gedurende enkele seconden.
Als het kofferdeksel niet goed is gesloten, is het openen van het dak in de zone B niet mogelijk.
Controleer of het kofferdeksel goed is gesloten.
11
Toegang tot de auto
Voorwaarden voor het openen van het kofferdeksel met het dak in de zone B
Om te voorkomen dat het kofferdeksel en het dak elkaar in de zone B raken, is de mogelijkheid om het kofferdeksel te openen afhankelijk van de positie van het dak.
Als het dak zich tijdens het openen in de zone B bevindt en de schakelaar voor het openen van het kofferdeksel wordt bediend, dan wordt het dak weer gesloten. Het kofferdeksel gaat open als het dak de positie heeft bereikt. U kunt het kofferdeksel vervolgens volledig openen.
Als het dak zich tijdens het sluiten in de zone B bevindt en de schakelaar voor het openen van het kofferdeksel wordt bediend, dan heeft dit geen gevolgen voor de beweging van het dak. Het kofferdeksel gaat echter pas open als het dak de positie heeft bereikt. U kunt het kofferdeksel vervolgens volledig openen.
Als het dak zich bij het openen of sluiten in de zone B bevindt na het gebruik van de
"antipaniekfunctie", werkt de schakelaar voor het openen van het kofferdeksel niet. De bediening van de schakelaar werkt weer zodra het dak de positie 2 of de positie 3 heeft bereikt.
Als het dak zich in de positie 3 bevindt, wordt het dak bij het bedienen van de schakelaar voor het openen van het kofferdeksel gesloten tot aan de positie . Zodra het dak deze positie heeft bereikt, wordt het kofferdeksel geopend. U kunt het kofferdeksel vervolgens volledig openen.
Noodbediening
Hiermee kan bij een lege accu of een eventuele storing in de centrale vergrendeling het kofferdeksel mechanisch ontgrendeld worden.
Ontgrendelen
) Klap de achterbank naar voren om bij de twee sloten in de bagageruimte te komen.
) Steek een kleine schroevendraaier in de opening A van de beide sloten aan de zijkant om het kofferdeksel te ontgrendelen.
Controleer voordat u het kofferdeksel opent of het dak zich niet in de zone B bevindt.
12
Toegang tot de auto
Alarmsysteem
Dit systeem beschermt uw auto tegen diefstal.
Het alarmsysteem bestaat uitsluitend uit een omtrekbeveiliging van uw auto.
Raadpleeg het instructieboekje van de DS 3 voor de werking van de omtrekbeveiliging van uw auto.
Hoedenplank
De hoedenplank kan niet worden verwijderd .
Controleer voordat u het dak volledig opent of zich geen voorwerpen op de hoedenplank bevinden.
Als het dak volledig is geopend, ligt de achterruit op de hoedenplank. Plaats geen voorwerpen op de achterruit.
13
Comfort
14
Praktische informatie
Zekeringen vervangen
Er zijn drie specifieke zekeringen voor het cabriodak.
Zekeringen onder de hoedenplank Zekering in de motorruimte
(hoofdzekering)
Zekering Ampère
MF08 40 A
Functies
Cabriodak
) Maak de bekleding aan de bovenzijde van de bagageruimte los door deze omlaag te trekken, te beginnen aan de linkerzijde.
) Verwijder de bekleding door deze omlaag te kantelen.
) Vervang de zekeringen.
Voer deze handelingen in de omgekeerde volgorde uit om de bekleding weer aan te brengen, begin daarbij achter in de bagageruimte.
De hoofdzekeringen zorgen voor een extra beveiliging van de elektrische installatie.
Werkzaamheden aan de hoofdzekeringen dienen door het CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats uitgevoerd te worden.
Zekering
-
-
Ampère
20 A
20 A
Cabriodak
Cabriodak
Functies
Als het dak zich in de zone B bevindt en een of meer van deze zekeringen raakt defect, kan het kofferdeksel niet worden geopend. Om het kofferdeksel te kunnen openen en de zekering(en) te vervangen, moet u het dak eerst handmatig sluiten vanuit de bagageruimte (bereikbaar door de achterbank is neer te klappen).
15
Praktische informatie
Onderhoudstips
Algemene adviezen voor wat betreft het onderhoud van uw auto vindt u in het garantie- en onderhoudsboekje.
Cabriodak
Verwijder met een zachte borstel of een stofzuiger zoveel mogelijk vuil van het cabriodak voordat u het dak gaat wassen.
Verwijder vlekken door ze te deppen
(nooit door ze weg te wrijven) met een spons en zeepsop, en spoel het dak direct daarna af met schoon water.
Gebruik voor het reinigen van het cabriodak beslist geen chemische producten, schoonmaakmiddelen, vlekkenverwijderaars, oplosmiddelen, alcohol, wasbenzine, enz.
Wij adviseren u de auto te wassen in een automatisch wasstation met roterende borstels.
Om beschadiging van het dak te voorkomen is het reinigen van de auto met een hogedrukspuit beslist niet toegestaan.
Laat de auto drogen in de schaduw en stel hem tijdens het drogen niet bloot aan direct zonlicht.
Verwijder vogelpoep en hars zo snel mogelijk, omdat door de bijtende werking ervan het materiaal van het dak beschadigd kan raken.
Gebruik voor het waterafstotend maken van het cabriodak uitsluitend speciaal voor cabriodaken bedoelde impregneermiddelen.
Voor het regelmatige onderhoud van het cabriodak en om het in nieuwstaat te houden, adviseren wij u gebruik te maken van het milieuvriendelijke product "Insectenverwijderaar -
Reiniger voor cabrioletdaken" uit het gamma "TECHNATURE". Dit product is verkrijgbaar bij het CITROËN-netwerk.
Windscherm
Wij adviseren u het windscherm voorzichtig te reinigen en gebruik te maken van een soepele borstel.
16
Technische gegevens
Benzinemotoren
Benzinemotoren
Versnellingsbakken
PureTech 82 VTi 120 PureTech 110 S&S
THP 165 S&S
THP 150 S&S **
Handgeschakeld
(5 versnellingen)
Automatisch
(4 versnellingen)
Handgeschakeld
(5 versnellingen)
EAT6 (Automaat
6 versnellingen)
Handgeschakeld
(6 versnellingen)
Type Variant Uitvoering:
SB...
HMZ6 5FS9
Cilinderinhoud (cm 3 )
Boring x slag (mm) 75 x 90,5 77 x 85,8
HNZ6/S
1199
75 x 90,5
HNZT/S
81 Max.vermogen: ECE-norm (kW) *
Toerental bij max.vermogen (t/min)
Max.koppel: ECE-norm (Nm)
Toerental bij max.koppel (t/min)
Inhoud carter (in liter) van de motor (met vervangen filter)
60
5750
118
2750
3,25
88
6000
160
4250
4,25
5500
205
1500
Loodvrij
Ja
3,25
5GZM/S
5GWM/S **
1598
77 x 85,8
120
110 **
6000
240
1750
Loodvrij
Ja
4,25
* Het maximumvermogen komt overeen met de op de testbank gehomologeerde waarde, onder de omstandigheden die zijn vastgelegd in de Europese regelgeving (richtlijn 1999/99/CE).
** België.
.../S: uitvoering met Stop & Start.
17
Technische gegevens
Gewichten en aanhangergewichten (in kg) (benzine)
Benzinemotoren PureTech 82 VTi 120 PureTech 110 S&S
THP 165 S&S
THP 150 S&S *
Versnellingsbakken
Handgeschakeld
(5 versnellingen)
Automatisch
(4 versnellingen)
Handgeschakeld
(5 versnellingen)
EAT6 (Automaat
6 versnellingen)
Handgeschakeld
(6 versnellingen)
Type Variant Uitvoering:
SB...
HMZ6
1035
1110
5FS9
1133
1208
HNZ6/S
1090
1165
HNZT/S
1150
1225
5GZM/S
5GWM/S *
1165
1240
- Maximum technisch toegestane massa totaal
- Max. toegestaan treingewicht helling max. 12%
- Aanhanger geremd (binnen max. toegestaan treingewicht) helling max. 12% geremd auto, binnen max. toegestaan treingewicht)
1536
2336
800
1100
1610
2510
900
1150
1598
2498
900
1100
1635
2535
900
1150
1630
2530
900
1150
520
46
570
46
520
46
570
46
570
46
* België.
** Het totale gewicht van de aanhanger kan, binnen het maximaal toegestane treingewicht, worden verhoogd indien de belading van de auto wordt verminderd.
Houd er in dat geval rekening mee dat het trekken van een aanhanger met een licht beladen auto een negatieve invloed heeft op het weggedrag.
Het maximaal toegestane treingewicht en de aanhangergewichten gelden tot een hoogte van maximaal 1000 meter; het opgegeven aanhangergewicht dient voor elke extra 1000 meter met 10% te worden verminderd.
Bij het trekken van een aanhanger mag niet harder worden gereden dan 100 km/h of de plaatselijk geldende snelheidslimiet (in Nederland wettelijk 90 km/h).
Bij hoge buitentemperaturen kunnen de prestaties van de auto minder worden om de motor te beschermen. Als de buitentemperatuur meer dan 37°C bedraagt, moet het treingewicht worden verminderd.
18
Technische gegevens
Dieselmotoren
Dieselmotoren
Versnellingsbakken
Handgeschakeld
(5 versnellingen)
Elektronisch gestuurd
(6 versnellingen)
Handgeschakeld
(5 versnellingen)
Type Variant Uitvoering:
SB...
9HPK/S 9HP8/PS BHY6/S
Cilinderinhoud (cm 3 1560
Boring x slag (mm) 75 x 88,3 75 x 88,3
Max.vermogen: ECE-norm (kW) *
Toerental bij max.vermogen (t/min)
Max.koppel: ECE-norm (Nm)
Toerental bij max.koppel (t/min) e-HDi 90
68
4000
230
1750
BlueHDi 100
73
3750
254
1750
BlueHDi 120
BlueHDi 115 **
Handgeschakeld
(6 versnellingen)
BHZM/S
BHXM/S **
1560
75 x 88,3
88
85 **
3500
300
1750
Diesel
Ja
Ja Roetfilter (FAP)
Inhoud carter (in liter) van de motor
(met vervangen filter)
Ja
3,75
Ja
3,75 3,75
* Het maximumvermogen komt overeen met de op de testbank gehomologeerde waarde, onder de omstandigheden die zijn vastgelegd in de Europese regelgeving (richtlijn1999/99/CE).
** België.
.../S: uitvoering met Stop & Start.
19
Technische gegevens
Gewichten en aanhangergewichten (in kg) (diesel)
Dieselmotoren
Versnellingsbakken
Type Variant Uitvoering :
SB...
- Maximaal technisch toegestane massa totaal
- Maximaal toegestaan treingewicht helling max. 12%
- Aanhanger geremd (binnen max. toegestaan treingewicht) helling max. 12% e-HDi 90
Handgeschakeld
(5 versnellingen)
Elektronisch gestuurd
(6 versnellingen)
9HPK/S
1085
1160
1625
2525
9HP8/PS
1090
1165
1639
2539
900 900
BlueHDi 100
Handgeschakeld
(5 versnellingen)
BHY6/S
1148
1223
1652
2552
900
BlueHDi 120
BlueHDi 115 **
Handgeschakeld
(6 versnellingen)
BHZM/S
BHXM/S **
1200
1275
1665
2565
900 belading auto, binnen max. toegestaan treingewicht)
1150 1150 1150 1150
570
46
570
46
570
46
570
46
* Het totale gewicht van de aanhanger kan, binnen het maximaal toegestane treingewicht, worden verhoogd indien de belading van de auto wordt verminderd.
Houd er in dat geval rekening mee dat het trekken van een aanhanger met een licht beladen auto een negatieve invloed heeft op het weggedrag.
** België.
Het maximaal toegestane treingewicht en de aanhangergewichten gelden tot een hoogte van maximaal 1000 meter; het opgegeven aanhangergewicht dient voor elke extra 1000 meter met 10% te worden verminderd.
Bij het trekken van een aanhanger mag niet harder worden gereden dan 100 km/h of de plaatselijk geldende snelheidslimiet (in Nederland wettelijk 90 km/h).
Bij hoge buitentemperaturen kunnen de prestaties van de auto minder worden om de motor te beschermen. Als de buitentemperatuur meer dan 37°C bedraagt, moet het treingewicht worden verminderd.
Afmetingen (in mm)
20
Technische gegevens
Gedrukt in de
EU
Néerlandais
12-14
4Dconcept
Diadeis
Interak
15DS3C.070
Néerlandais
advertisement
Related manuals
advertisement
Table of contents
- 3 WELKOM
- 4 INHOUDSOPGAVE
- 8 OVERZICHT
- 16 Eco-rijden
- 18 CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
- 20 Instrumentenpanelen
- 24 Controle- en waarschuwingslampjes
- 37 Meters
- 42 Regelknoppen
- 44 Monochroom display A
- 47 Monochroom display C
- 51 Touchscreen
- 56 Boordcomputer
- 60 TOEGANG TOT DE AUTO
- 62 Sleutel met afstandsbediening
- 66 Ruitbediening
- 68 Portieren
- 71 Achterklep
- 72 COMFORT
- 74 Voorstoelen
- 79 Achterbank
- 80 Stuurwielverstelling
- 81 Spiegels
- 83 Ventilatie
- 85 Verwarming
- 85 Handbediende airconditioning
- 88 Automatische airconditioning
- 91 Ontwasemen - Ontdooien voorruit en zijruiten
- 92 Achterruitverwarming
- 92 Parfumeur
- 94 Voorzieningen interieur
- 98 Voorzieningen in de bagageruimte
- 100 RIJDEN
- 102 Rijadviezen
- 103 Starten - afzetten van de motor
- 106 Parkeerrem
- 107 Handgeschakelde 6-versnellingsbak
- 108 Elektronisch gestuurde versnellingsbak (ETG)
- 113 Automatische transmissie
- 117 Opschakelindicator
- 118 Stop & Start-systeem
- 121 Hill Start Assist
- 122 Snelheidsbegrenzer
- 124 Snelheidsregelaar
- 126 Parkeerhulp achter
- 128 Achteruitrijcamera
- 130 ZICHT
- 132 Lichtschakelaar
- 135 Automatische verlichting
- 136 LED-dagrijverlichting
- 137 Koplampen verstellen
- 138 Ruitenwisserschakelaar
- 142 Plafonnier
- 143 Sfeerverlichting
- 143 Verlichting bagageruimte
- 144 VEILIGHEID
- 146 Richtingaanwijzers
- 146 Alarmknipperlichten
- 147 Claxon
- 147 Urgence-oproep of Assistance-oproep
- 148 Bandenspanningscontrolesysteem
- 152 Hulpsystemen bij het remmen
- 153 Stabiliteitscontrolesystemen
- 155 Active City Brake
- 159 Veiligheidsgordels
- 162 Airbags
- 168 VEILIG VERVOEREN VAN KINDEREN
- 170 Kinderzitjes
- 173 Uitschakelen van de airbag vóór aan passagierszijde
- 180 ISOFIX-kinderzitjes
- 184 PRAKTISCHE INFORMATIE
- 186 Brandstoftank
- 188 Vulpistoolrestrictie (diesel)
- 189 Brandstoftank leeg (diesel)
- 190 Additief AdBlue® en SCR-systeem (BlueHDi-dieselmotor)
- 197 Bandenreparatieset
- 202 Wiel verwisselen
- 209 Sneeuwkettingen
- 210 Een lamp vervangen
- 218 Zekeringen vervangen
- 225 Accu
- 228 Eco-modus
- 229 Wisserbladen vervangen
- 230 Slepen van uw auto
- 232 Trekken van een aanhanger
- 234 Onderhoudstips
- 236 Accessoires
- 238 ONDERHOUD
- 241 Motorkap
- 242 Benzinemotoren
- 243 Dieselmotoren
- 244 Niveaus controleren
- 248 Controles
- 250 TECHNISCHE GEGEVENS
- 252 Benzinemotoren
- 255 Gewichten (benzine)
- 258 Motor met LPG-installatie
- 259 Gewichten (auto met LPG-installatie)
- 260 Dieselmotoren
- 261 Gewichten (diesel)
- 262 Afmetingen
- 264 Identificatie
- 266 AUDIO en DATACOMMUNICATIE
- 268 Urgence-oproep of Assistance-oproep
- 271 7 inch touchscreen
- 333 Autoradio
- 352 ZOEKEN OP AFBEELDING
- 358 TREFWOORDENREGISTER
- 373 BIJLAGE DS3 CABRIO
- 397 Automatische transmissie (EAT6)
- 401 Stop & Start-systeem
- 404 Internetdiensten