Gebruikersonderhoud. Canon i-SENSYS LBP325x

Add to my manuals
803 Pages

advertisement

Gebruikersonderhoud. Canon i-SENSYS LBP325x | Manualzz

Overzicht van menuopties

Gebruikersonderhoud

600U-04X

De instellingen voor apparaatinstellingen inclusief correctie van de afdrukpositie voor iedere papierbron en verbetering van afdrukkwaliteit verschijnen in een lijst, met korte beschrijvingen. U kunt deze instellingen opgeven als het apparaat offline is. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ).

Sterretjes (*)

● Instellingen gemarkeerd met een asterix (*) worden misschien niet weergegeven, afhankelijk van het model dat u gebruikt, opties, of andere instel-items.

Afdrukpositie aanp.(P. 371)

Herstel afdrukken(P. 372)

Controleer pap.form.(P. 372)

Vervangend formaat(P. 372)

Prior inv. korte zde(P. 373)

Sp. transfermodus(P. 373)

Spec. afdrukmodus A(P. 373)

Sec overdracht aanp.(P. 374)

Kreukcorrectie(P. 374)

Nabeeldcorrectie(P. 375)

Sp. transfermodus 2(P. 375)

Speciale uitv.modus(P. 376)

Tonerfixering verb.(P. 376)

Onderhoud SD-kaart(P. 376)

Speciale afdrukmodus(P. 377)

Spec. afdruk aanp. C(P. 379)

Firmware bijwerken(P. 379)

Papierinvoermethode(P. 379)

Toon takenlijst(P. 380)

Krlln dn papr beprkn(P. 381)

Inst. import/export(P. 381)

Melding vr reiniging(P. 382)

Tijd reinig.melding(P. 382)

Controletijd toner(P. 383)

Contr.tijd spec. tnr(P. 383)

Condensatiecontrole(P. 383)

Dnkr bp na cart.wssl(P. 384)

Afdrukpositie aanp.

Voor iedere papierbron kunt u de afdrukpositie aanpassen. De afdrukpositie aanpassen(P. 451)

Algemeen

U kunt de verticale / horizontale afdrukpositie instellen om bij dubbelzijdig afdrukken op de eerste pagina

(voorzijde) af te drukken. De afdrukpositie op de tweede pagina (achterzijde) volgt de instellingen voor de papierbron die beschikbaar is als het afdrukken wordt gestart.

Offset Y (2-zijdig) / Offset X (2-zijdig)

-5,0 tot 0,0 tot +5,0 (mm)

Multifunction. lade

U kunt de verticale / horizontale afdrukpositie instellen om op papier uit de multifunctionele invoer af te drukken.

Offset Y (MF-lade) / Offset X (MF-lade)

-5,0 tot 0,0 tot +5,0 (mm)

371

Overzicht van menuopties

Lade 1 tot 4

*

U kunt de verticale / horizontale afdrukpositie instellen om op papier uit een papierlade af te drukken.

Offset Y (Lade 1 tot 4)/ Offset X (Lade 1 tot 4)

-5,0 tot 0,0 tot +5,0 (mm)

Herstel afdrukken

Selecteer of u de pagina weer wilt afdrukken waarvan het afdrukken werd onderbroken door een papierstoring of een fout.

Uit

Aan

( ) <Gebruikersonderhoud> <Herstel afdrukken> <Uit> of <Aan>

Controleer pap.form.

Selecteer of u het formaat van het papier van de papierbron wilt controleren, met het papierformaat ingesteld op <Vrij formaat>. Als u <Aan> selecteert, verschijnt het bericht voor het bevestigen van het papierformaat, en het afdrukken wordt gestopt als het formaat van de papiertoevoer van de papierbron niet overeenkomt met de afdrukgegevens.

Uit

Aan

(

<Aan>

) <Gebruikersonderhoud> <Controleer pap.form.> <Uit> of

● Als een formaatverschil tussen het toegevoerde papier en de afdrukgegevens niet erg groot is, verschijnt er misschien geen bericht en blijft het afdrukken doorgaan, ook als de geselecteerde instelling <Aan> is.

Vervangend formaat

Selecteer of de papierformaten A4 respectievelijk Letter wederzijds als vervanging mogen worden gebruikt. Als u

<Aan> selecteert, wordt het formaat Letter gebruikt voor het afdrukken als u het formaat A4 hebt opgegeven voor afdrukken vanaf een computer, maar het formaat A4 niet in het apparaat is geladen.

Uit

Aan

372

Overzicht van menuopties

(

<Aan>

) <Gebruikersonderhoud> <Vervangend formaat> <Uit> of

Prior inv. korte zde

Als u afdrukt op een papierformaat dat zowel staand als liggend kan worden geladen, stel dit onderdeel dan in op

<Aan> als u het liefst hebt dat het papier staand wordt geladen. Deze instelling geldt alleen als <Papierbron> is ingesteld op <Automatisch>.

Uit

Aan

(

<Aan>

) <Gebruikersonderhoud> <Prior inv. korte zde> <Uit> of

Sp. transfermodus

Als u het apparaat in een omgeving met lage luchtvochtigheid gebruikt, kunnen de afgedrukte afbeeldingen of tekst vlekken gaan vertonen. In dat geval kunt u het probleem mogelijk verhelpen door hier de optie <Aan> in te stellen.

Uit

Aan

(

<Aan>

) <Gebruikersonderhoud> <Sp. transfermodus> <Uit> of

● Als u hier de optie <Aan> instelt en het apparaat gebruikt in een omgeving met hoge luchtvochtigheid, kan de tonerdichtheid verminderen of ongelijkmatig worden.

Spec. afdrukmodus A

Er kunnen strepen op afdrukken verschijnen, afhankelijk van het papiertype of de omgevingscondities. In dit geval kan het instellen van dit item het probleem oplossen. Het verbeterende effect is het zwakst met <Modus 1> en het sterkst met <Modus 4>.

Uit

373

Overzicht van menuopties

Modus 1

Modus 2

Modus 3

Modus 4

( modus

) <Gebruikersonderhoud> <Spec. afdrukmodus A> Selecteer de

● Als het verbeterende effect is toegenomen, wordt de afdrukdichtheid lichter. Bovendien kunnen de randen vaag worden of kan reliëf iets meer nadruk krijgen.

● Als u <Modus 3> of <Modus 4> selecteert, wordt de afdruksnelheid lager.

Sec overdracht aanp.

Als u het apparaat gebruikt in een omgeving met hoge luchtvochtigheid, kan de tonerdichtheid verminderen of ongelijkmatig worden. In dat geval kunt u het probleem mogelijk verhelpen door hier de optie <Aan> in te stellen.

Uit

Aan

(

<Aan>

) <Gebruikersonderhoud> <Sec overdracht aanp.> <Uit> of

● Als u <Aan> selecteert en het apparaat in een omgeving met lage luchtvochtigheid gebruikt, kunnen de afgedrukte afbeeldingen of tekst vlekken gaan vertonen.

Kreukcorrectie

Als de afdrukken kreukelen, stelt u dit item in op <Aan>.

Uit

Aan

374

Overzicht van menuopties

( ) <Gebruikersonderhoud> <Kreukcorrectie> <Uit> of <Aan>

Nabeeldcorrectie

Als u na het afdrukken op kleinformaat papier, op groot formaat papier afdrukt, kunnen in witte gedeelten zogenaamde nabeelden verschijnen. In dat geval kunt u het probleem oplossen door dit item op <Aan> te zetten.

Uit

Aan

( ) <Gebruikersonderhoud> <Nabeeldcorrectie> <Uit> of <Aan>

● Als u <Aan> selecteert, kan de afdruksnelheid lager zijn.

Sp. transfermodus 2

Als er vervagingen in afbeeldingen of tekst aanwezig blijven terwijl <Sp. transfermodus> is gespecificeerd, kan het probleem misschien worden opgelost door dit item op <Aan> te zetten.

Uit

Aan

(

<Aan>

) <Gebruikersonderhoud> <Sp. transfermodus 2> <Uit> of

● Als u <Aan> selecteert en het apparaat in een omgeving met hoge luchtvochtigheid gebruikt, kan de tonerdichtheid verminderen of ongelijkmatig worden.

375

Overzicht van menuopties

Speciale uitv.modus

Afhankelijk van het papiertype of de omgevingscondities, kunnen afdrukken kreukelen of kunnen er zwarte horizontale strepen in de voorrand van het papier verschijnen. In dat geval kunt u het probleem oplossen door dit item in te stellen.

Uit

Aan

(

<Aan>

) <Gebruikersonderhoud> <Speciale uitv.modus> <Uit> of

● Als u <Aan> selecteert, kan de afdruksnelheid lager zijn.

Tonerfixering verb.

Als het apparaat lange tijd niet is gebruikt en u gaat vervolgens dubbelzijdig afdrukken, kunnen in afgedrukte afbeeldingen witte plekken optreden. In dat geval kunt u het probleem oplossen door dit item op <Aan> te zetten.

Uit

Aan

(

<Aan>

) <Gebruikersonderhoud> <Tonerfixering verb.> <Uit> of

● Als u <Aan> selecteert, kan de afdruksnelheid lager zijn.

Onderhoud SD-kaart

*

Als er een fout optreedt in een SD-card of wanneer u een SD-card wilt weggooien, kunt u alle gegevens wissen die op de kaart staan.

Formatteren

Initialiseert de SD-card. Alle gegevens die op de kaart zijn opgeslagen, worden gewist.

376

Overzicht van menuopties

( ) <Gebruikersonderhoud> <Onderhoud SDkaart> <Formatteren> <Ja>

Geg. volledig wissen

Alle gegevens die op de kaart zijn opgeslagen, worden gewist. Verricht deze handeling als het nodig is, bijvoorbeeld als u een SD-card wilt weggooien nadat u alle opgeslagen gegevens hebt gewist, ook de

fragmenten die normaal gesproken niet kunnen worden gewist. Alle gegevens op een SD-Card verwijderen(P. 514)

Speciale afdrukmodus

Deze modus biedt u extra instellingen als u niet op de gewenste wijze kunt afdrukken.

Krulcorrectie

Als het afgedrukte papier krult, zet dan dit Item op <Aan>.

Uit

Aan

( ) <Gebruikersonderhoud> <Speciale afdrukmodus> <Krulcorrectie> <Uit> of <Aan>

● Als u <Aan> selecteert, kan de afdruksnelheid lager zijn. Tevens kunnen afdrukken vaag zijn.

Pap. plak. vermind.

Afhankelijk van de afbeeldingsdichtheid van afdrukgegevens, kunnen de bedrukte vellen bij dubbelzijdig afdrukken aan elkaar gaan plakken. In dat geval kunt u het probleem mogelijk verhelpen door dit item op

<Aan> te zetten.

Uit

Aan

( ) <Gebruikersonderhoud> <Speciale afdrukmodus> <Pap. plak.

vermind.> <Uit> of <Aan>

377

Overzicht van menuopties

● Als u <Aan> selecteert, kan de afdruksnelheid lager zijn.

Ruw papier aanpassen

Afhankelijk van de omgevingscondities, kan bij het afdrukken op enveloppen, toner loslaten van afbeeldingen.

In dat geval kunt u het probleem misschien oplossen door dit item op <Aan> te zetten. Maar dan zal de afdruksnelheid afnemen.

Uit

Aan

( ) <Gebruikersonderhoud> <Speciale afdrukmodus> <Ruw papier aanpassen> <Uit> of <Aan>

● <Ruw papier aanpassen> functioneert uitsluitend als de papiersoort is ingesteld op <Envelop H>.

Het type en formaat papier opgeven(P. 59)

● Als u instelt op <Aan>, is de instelling <Krulcorrectie> uitgeschakeld.

2-zijd. snelh.prior.

Bij dubbelzijdig afdrukken kan de afdruksnelheid lager zijn. Kies <Aan> om te vermijden dat de afdruksnelheid lager wordt.

Uit

Aan

( ) <Gebruikersonderhoud> <Speciale afdrukmodus> <2-zijd.

snelh.prior.> <Uit> of <Aan>

● Als u <Aan> kiest, kunnen strepen op afdrukken verschijnen.

Fixkwal. brfkt verh.

Afhankelijk van de omgevingscondities, kan bij het afdrukken op briefkaarten, toner loslaten van afbeeldingen.

In dat geval kunt u het probleem misschien oplossen door dit item op <Aan> te zetten. Maar dan zal de afdruksnelheid afnemen.

Uit

Aan

378

Overzicht van menuopties

( ) <Gebruikersonderhoud> <Speciale afdrukmodus> <Fixkwal. brfkt verh.> <Uit> of <Aan>

Spec. afdruk aanp. C

Stel dit item in op <Aan> als het afdrukken met geluid gepaard gaat.

Uit

Aan

(

<Aan>

) <Gebruikersonderhoud> <Spec. afdruk aanp. C> <Uit> of

● Als u dit item instelt op <Aan>, wordt de afdruksnelheid lager.

Firmware bijwerken

Actualiseert de firmware van het apparaat.

( ) <Gebruikersonderhoud> <Firmware bijwerken> Selecteer het verbindingstype <Ja>

Selectie verbindingsmethode

Selecteer de methode om verbinding te maken met een computer die de firmware actualiseert.

Papierinvoermethode

Geef deze instelling op wanneer u een document gaat afdrukken op papier met logo's. Als u gaat afdrukken op papier met logo's, moet u voor enkelzijdig of dubbelzijdig afdrukken het papier in de papierbron anders laden. Als u de

379

Overzicht van menuopties instelling echter wijzigt in <Priorit. afdrukzijde>, kunt u het papier voor zowel enkelzijdig als dubbelzijdig afdrukken

met de afdrukzijde naar beneden laden. Zie Voorbedrukt papier plaatsen(P. 54) voor meer informatie.

Snelheidsprioriteit

Priorit. afdrukzijde

( ) <Gebruikersonderhoud> <Papierinvoermethode> selecteer de papierbron <Snelheidsprioriteit> of <Priorit. afdrukzijde>

Selectie papierbron

Selecteer de papierbron waarvoor u de instelling van de papiertoevoermodus wilt veranderen.

<Snelheidsprioriteit>

Als u papier gebruikt waarop vooraf een logo is afgedrukt, moet u de afdrukzijde wijzigen, afhankelijk van het feit of u enkelzijdig of dubbelzijdig afdrukt.

● U kunt het beste <Snelheidsprioriteit> selecteren als het niet uitmaakt op welke zijde er wordt afgedrukt.

<Priorit. afdrukzijde>

Als u op een bepaalde zijde van het papier wilt afdrukken, hoeft u het papier in de papierbron niet om te draaien, ongeacht of enkelzijdig of dubbelzijdig afdrukken is geselecteerd.

Ook als <Priorit. afdrukzijde> is geselecteerd voor de papierbron ( Geschikt papier(P. 486) ), wordt hij

uitgeschakeld en het apparaat functioneert op dezelfde manier als wanneer <Snelheidsprioriteit> is geselecteerd. In dat geval laadt u het papier op dezelfde manier als wanneer <Snelheidsprioriteit> is

geselecteerd ( Voorbedrukt papier plaatsen(P. 54) ).

● Als u <Priorit. afdrukzijde> selecteert, wordt de afdruksnelheid voor enkelzijdig afdrukken lager.

Toon takenlijst

Selecteer of een lijst met gegevens moet worden weergegeven die wordt afgedrukt en in de wachtrij wordt geplaatst als u ( ) op het bedieningspaneel indrukt.

Uit

Aan

380

Overzicht van menuopties

( ) <Gebruikersonderhoud> <Toon takenlijst> <Uit> of <Aan>

● Als u ( ) indrukt wanneer <Uit> is geselecteerd, wordt de huidige afdruktaak geannuleerd.

Krlln dn papr beprkn

Als afdrukken op dun papier gekrulde afdrukken geeft, wordt het probleem misschien opgelost als u dit onderdeel instelt op <Aan>.

Uit

Aan

(

<Aan>

) <Gebruikersonderhoud> <Krlln dn papr beprkn> <Uit> of

<Krlln dn papr beprkn> functioneert uitsluitend als de papiersoort is ingesteld op <Dun 1>. Het type en formaat papier opgeven(P. 59)

● Als u <Aan> kiest, wordt automatisch dubbelzijdig afdrukken met <Dun 1> uitgeschakeld. Bovendien kunnen afdrukken vaag zijn omdat de toner niet goed hecht.

Inst. import/export

U kunt de geregistreerde gegevens op het apparaat en de instelgegevens van de menuopties naar het USB geheugentoestel dat is aangesloten op het apparaat verzenden en opslaan. De geëxporteerde gegevens kunnen worden geïmporteerd. Als het apparaat van hetzelfde model is, kunnen andere apparaten de gegevens importeren die zijn geëxporteerd vanaf dit apparaat en vice versa.

IMPORTEREN

U kunt gegevens importeren die vanuit het apparaat naar USB zijn geschreven.

( ) <Gebruikersonderhoud> <Inst. import/ export> <IMPORTEREN> <Ja> Selecteer het bestand dat u wilt importeren Voer het wachtwoord in Controleer het bericht

381

Overzicht van menuopties

EXPORTEREN

U kunt de gegevens die zijn geregistreerd in het apparaat en de instellingen van de menuopties opslaan op een

USB-geheugenapparaat.

( ) <Gebruikersonderhoud> <Inst. import/ export> <EXPORTEREN> Voer het wachtwoord in Wachtw.

(bevestigen) Controleer het bericht

● Hiervoor kunt u alleen de USB-poort aan de rechterzijde van het apparaat gebruiken.

● Als het scherm <Gereed om bestanden uit USB-geheugen af te drukken.> verschijnt terwijl USB geheugen is aangesloten, drukt u op ( ).

Voor meer informatie over het importeren / exporteren van instellingsgegevens, raadpleegt u

Geregistreerde gegevens opslaan/laden(P. 315) .

Melding vr reiniging

Selecteer of er een bericht moet verschijnen dat u vraagt de fixeereenheid te reinigen.

Uit

Aan

(

<Aan>

) <Gebruikersonderhoud> <Melding vr reiniging> <Uit> of

Tijd reinig.melding

*

Als u <Melding vr reiniging> hebt ingesteld op <Aan>, kunt u de tijd opgeven om een bericht weer te geven dat u vraagt de fixeereenheid te reinigen, in termen van het aantal afgedrukte pagina's en in eenheden van 1.000. Op de

Configuratiepagina kunt u controleren hoeveel pagina's u kunt afdrukken voordat het bericht verschijnt. (

Configuratiepagina(P. 456) )

1000 tot 50000

( ) <Gebruikersonderhoud> <Tijd reinig.melding> Voer het aantal afgedrukte pagina's in in

382

Overzicht van menuopties

Controletijd toner

Om het tijdstip voor het weergeven van een bericht dat er niet veel toner meer aanwezig is, te veranderen, selecteert u <Aangepast>.

Standaard

Aangepast

( ) <Gebruikersonderhoud> <Controletijd toner> <Standaard> of

<Aangepast>

Contr.tijd spec. tnr

*

Als u <Controletijd toner> hebt ingesteld op <Aangepast>, geef dan het tijdstip voor het weergeven van een bericht op.

( ) <Gebruikersonderhoud> <Contr.tijd spec. tnr> Voer met de numerieke toetsen de resterende hoeveelheid toner in

Condensatiecontrole

Als er snelle temperatuurveranderingen optreden in de omgeving van het apparaat, kan condensatie optreden, wat leidt tot vage of 'doorlopende' afbeeldingen en tekst. Als dit item is ingesteld op <Aan>, wordt condens binnen het apparaat verwijderd.

Uit

Aan

(

<Aan>

) <Gebruikersonderhoud> <Condensatiecontrole> <Uit> of

● Als het condens is verwijderd, gaat het afdrukken misschien niet goed, en kan er leeg papier worden

'geproduceerd'.

● Als u instelt op <Aan>, moet u het apparaat AAN laten om het effect van condensverwijdering te behouden.

383

Overzicht van menuopties

Dnkr bp na cart.wssl

Onmiddellijk nadat u de tonercartridge hebt vervangen door een nieuwe, kunnen er zwarte strepen op het drukwerk verschijnen, en bij zwaar papier kan het drukwerk grijsachtig zijn. In dit geval kan het probleem misschien worden opgelost door dit item in te stellen op <Aan>.

Uit

Aan

(

<Aan>

) <Gebruikersonderhoud> <Dnkr bp na cart.wssl> <Uit> of

● Als u instelt op <Aan>, wordt deze instelling van kracht nadat u de tonercartridges hebt vervangen.

● Onmiddellijk na het vervangen van de tonercartridges duurt het even voordat de toner gelijkmatig binnen de cartridge wordt verdeeld.

384

advertisement

Was this manual useful for you? Yes No
Thank you for your participation!

* Your assessment is very important for improving the workof artificial intelligence, which forms the content of this project

Related manuals

Download PDF

advertisement

Table of contents