Nederlands, Gebruikershandleiding. Linksys WRT54GS, WRT54GS EU


Add to My manuals
453 Pages

advertisement

Nederlands, Gebruikershandleiding. Linksys WRT54GS, WRT54GS EU | Manualzz

2,4

GHz

802.11 g

WIRELESS

WirelessG

Breedbandrouter

Gebruikershandleiding met SpeedBooster

Modelnr.

WRT54GS (NL)

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

Copyright en handelsmerken

Specificaties kunnen worden gewijzigd zonder kennisgeving vooraf. Linksys is een gedeponeerd handelsmerk van Cisco Systems, Inc. en/of zijn dochterondernemingen in de VS en bepaalde andere landen. Copyright © 2006

Cisco Systems, Inc. Alle rechten voorbehouden. Andere merken en productnamen zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de respectieve houders.

Toelichting op het gebruik

Deze gebruikershandleiding is bedoeld om het u zo gemakkelijk mogelijk te maken om een netwerk te gebruiken met de Wireless-G-breedbandrouter. Let op de volgende zaken als u deze gebruikershandleiding leest:

Dit vinkje geeft een aandachtspunt aan en is iets waar u speciaal op moet letten bij het gebruik van deze handleiding en uw Wireless-G-breedbandrouter.

Dit uitroepteken geeft een voorzorgsmaatregel of waarschuwing aan en is bedoeld om u erop attent te maken dat bij onvoorzichtig handelen uw eigendom of de Wireless-G-breedbandrouter beschadigd kan raken.

Dit vraagteken is bedoeld ter herinnering aan een handeling die u mogelijk moet uitvoeren bij het gebruik van de Wireless-G-breedbandrouter.

Naast deze symbolen worden er definities voor technische termen gegeven die als volgt worden weergegeven:

woord: definitie.

Ook is iedere afbeelding (grafiek, schermafbeelding of anders) voorzien van een afbeeldingsnummer en beschrijving, zoals:

Afbeelding 0-1: voorbeeld van een afbeeldingsbeschrijving

Afbeeldingsnummers en beschrijvingen vindt u ook in het deel "Afbeeldingenlijst" in de "Inhoudsopgave".

WRT54GS_V6-NL-UG-61906A SW

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

Hoofdstuk 1: Bekend raken met de Wireless-Gbreedbandrouter

Het achterpaneel

De poorten van de router, waarop de kabels worden aangesloten, bevinden zich op het achterpaneel.

Afbeelding 1-1: Het achterpaneel van de router

Knop Reset

Er zijn twee manieren om de fabrieksinstellingen van de router te herstellen. U kunt ongeveer vijf seconden lang op de knop Reset drukken of de standaardwaarden herstellen op het tabblad Administration (Administratie) - Factory Defaults (Fabrieksinstellingen) in het webgebaseerde hulpprogramma van de router.

Internet

1, 2, 3, 4

De poort

Internet is de poort waarop u uw breedbandinternetverbinding aansluit.

Met deze poorten (1, 2, 3, 4) sluit u de router aan op de computers van uw draadloze netwerk en andere Ethernet-netwerkapparatuur.

Power (Voeding) De poort Power (Voeding) is de poort waarop u de netstroomadapter aansluit.

Hoofdstuk 1: Bekend raken met de Wireless-G-breedbandrouter

Het achterpaneel

BELANGRIJK: Als u de router terugzet, worden al uw instellingen (WEP-codering, netwerkinstellingen, enz.) gewist en vervangen door de fabrieksinstellingen. Stel de router niet op standaardwaarden in als u de betreffende instellingen wilt behouden.

2

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

Het voorpaneel

De LED's van de router, die informatie over netwerkactiviteit geven, bevinden zich op het voorpaneel.

Afbeelding 1-2: Het voorpaneel van de router

(Cisco-logo)

Oranje/wit. Het Cisco-logo vormt de knop SecureEasySetup van de router. Het logo licht op en blijft oranje branden wanneer de router is ingeschakeld. De kleur oranje geeft aan dat de router geen gebruikmaakt van de functie SecureEasySetup en de kleur wit geeft aan dat de router wel gebruikmaakt van de functie SecureEasySetup. Wanneer de modus

SecureEasySetup wordt geactiveerd, zal het Cisco-logo wit gaan knipperen. Nadat de router de SSID en de WPA-PSK-sleutel (ook wel WPA-Personal genoemd) heeft gegenereerd, stopt het Cisco-logo met knipperen en blijft het wit branden.

Power (Voeding) Groen. De LED Power (Voeding) licht op en blijft branden terwijl de router wordt ingeschakeld.

Wanneer de router tijdens het opstarten de zelfdiagnostische routine doorloopt, knippert deze

LED. Wanneer de diagnose is voltooid, blijft de LED ononderbroken branden.

DMZ

WLAN

Groen. De LED

DMZ geeft aan wanneer de functie DMZ wordt gebruikt. Deze LED blijft branden zo lang DMZ is ingeschakeld.

Groen. De LED WLAN licht op wanneer er een draadloze verbinding tot stand is gebracht. Als de LED knippert, worden er actief gegevens via het netwerk verzonden of ontvangen.

1, 2, 3, 4

Als u de SSID en de WPA-PSK-sleutel wilt wissen, houdt u het Cisco-logo vijf seconden lang ingedrukt. Het Cisco-logo knippert langzaam terwijl de router op de standaardwaarden wordt ingesteld. Het Cisco-logo wordt oranje als het instellen is voltooid.

Internet

Groen. Deze genummerde LED's, die overeenkomen met de genummerde poorten op het achterpaneel van de router, hebben een tweeledige functie. Als de LED ononderbroken brandt, is de router via de betreffende poort met een apparaat verbonden. Een knipperende LED duidt op netwerkactiviteit via de betreffende poort.

Groen. De LED Internet licht op wanneer er een verbinding tot stand is gebracht via de poort Internet.

Hoofdstuk 1: Bekend raken met de Wireless-G-breedbandrouter

Het voorpaneel

OPMERKING: SecureEasySetup is een functie waarmee u uw draadloze netwerk op eenvoudige wijze kunt instellen. Als u over apparaten met

SecureEasySetup beschikt, voert u de cd-rom met de installatiewizard van de router uit en volgt u de instructies op het scherm voor het gebruik van

SecureEasySetup.

3

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

Hoofdstuk 2: Het aansluiten van de Wireless-Gbreedbandrouter

Overzicht

Dit hoofdstuk omvat twee sets met instructies. Als de Wireless-G-breedbandrouter de enige router in uw netwerk is, volgt u de instructies in “Hardware-installatie voor verbinding met uw breedbandmodem”. Mogelijk wilt u voor bepaalde pc's in uw netwerk bepaalde toepassingen uitvoeren en dient u de Wireless-G-breedbandrouter achter een andere router uit te voeren om dit te kunnen doen. Als u de Wireless-G-breedbandrouter achter een andere router in uw netwerk wilt installeren, volgt u de instructies in

“Een router op een andere aansluiten”.

Hardware-installatie voor verbinding met uw breedbandmodem

1. Schakel al uw netwerkapparatuur uit.

2. Bepaal een optimale locatie voor de router. De beste plaats voor de router is normaal gesproken in het midden van uw draadloze netwerk, binnen het gezichtsveld van al uw computers en mobiele stations.

3. Bepaal de richting van de antennes. Probeer de router zo te plaatsen dat uw draadloze netwerk optimaal wordt gedekt. Hoe hoger de antenne wordt geplaatst, des te beter de prestaties doorgaans zijn.

4. Sluit een normale Ethernet-netwerkkabel aan op de poort Internet van de router. Sluit het andere einde van de Ethernet-kabel aan op uw kabel- of DSL-breedbandmodem.

Afbeelding 2-1: Uw modem aansluiten

5. Sluit de netwerkcomputers of Ethernet-apparaten aan op de genummerde poorten van de router met behulp van normale Ethernetnetwerkkabels.

BELANGRIJK: Gebruik uitsluitend de netstroomadapter die bij de router wordt geleverd. Het gebruik van een andere netstroomadapter kan de router beschadigen.

Afbeelding 2-2: De netwerkapparaten aansluiten

6. Sluit de netstroomadapter aan op de poort Power (Voeding) van de router en sluit het andere uiteinde aan op een stopcontact.

Gebruik uitsluitend de netstroomadapter die bij de router wordt geleverd. U kunt het product beschadigen als u een andere adapter gebruikt.

Nu de hardware-installatie is voltooid, gaat u verder naar “Hoofdstuk 3: De Wireless-G-breedbandrouter configureren” voor aanwijzigen met betrekking tot het webgebaseerde hulpprogramma van de router voor het configureren van de instellingen van de router voor uw netwerk.

Afbeelding 2-3: De voeding aansluiten

Hoofdstuk 2: Het aansluiten van de Wireless-G-breedbandrouter

Overzicht

4

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

Een router op een andere aansluiten

Sommige toepassingen, zoals Parental Control (Kinderslot), passen instellingen toe op alle pc's die op de router zijn aangesloten. Het kan zijn dat u niet wilt dat deze instellingen op alle instellingen van uw netwerk worden toegepast. Als dit het geval is, kunt u de router achter een andere aansluiten, zodat u bepaalde pc's met Parental Control (Kinderslot) op de router kunt aansluiten en andere pc's zonder Parental Control.

Voordat u een router op een andere aansluit, dient u ervoor te zorgen dat de routers verschillende IP-adressen hebben. Dit is noodzakelijk omdat beide routers standaard op hetzelfde IP-adres kunnen zijn ingesteld. Als beide routers hetzelfde IPadres hebben, kunt u de router wellicht niet instellen met Parental Control (Kinderslot).

Zorg dat de router NIET met uw netwerk is verbonden. Volg dan deze instructies:

1. Als u het webgebaseerde hulpprogramma van de router wilt openen, start u Internet Explorer of Netscape Navigator en geeft u het standaard IP-adres van de router,

192.168.1.1, of het door u ingestelde IP-adres op in het veld Adres. Druk vervolgens op Enter.

2. Er wordt een pagina voor het invoeren van een wachtwoord weergegeven. Laat het veld User Name (Gebruikersnaam) leeg. In het veld Password (Wachtwoord) voert u het wachtwoord in dat u hebt ingesteld (het standaardwachtwoord is admin). Klik vervolgens op OK.

3. Het eerste scherm dat wordt weergegeven, bevat het tabblad Setup (Instellingen). In de sectie Network Setup

(Netwerkinstellingen) bevindt zich een instelling genaamd Local IP Address (Lokaal IP-adres) die is ingesteld op

192.168.1.1. Wijzig deze instelling in 192.168.2.1.

4. Klik op de knop Save Settings (Instellingen opslaan) om uw wijziging op te slaan en sluit het webgebaseerde hulpprogramma af.

5. Schakel al uw netwerkapparatuur uit. Nu begint u met de hardware-installatie van de breedbandrouter.

6. Bepaal een optimale locatie voor de breedbandrouter. De beste plaats voor de breedbandrouter is normaal gesproken in het midden van uw draadloze netwerk, binnen het gezichtsveld van al uw computers en mobiele stations.

7. Bepaal de richting van de antennes. Probeer de router zo te plaatsen dat uw draadloze netwerk optimaal wordt gedekt.

Hoe hoger de antenne wordt geplaatst, des te beter de prestaties doorgaans zijn.

Internet Breedbandmodem

Router Wireless-Gbreedbandrouter

Afbeelding 2-4: De router aansluiten achter een andere

OPMERKING: De stappen 1 - 4 bevatten instructies voor een gewone Linksys-router; als u echter een router van een ander merk gebruikt, raadpleegt u de documentatie van de andere router voor instructies met betrekking tot het wijzigen van het lokale IPadres in 192.168.2.1.

Internet

Breedbandmodem

Router

Wireless-Gbreedbandrouter

Hoofdstuk 2: Het aansluiten van de Wireless-G-breedbandrouter

Een router op een andere aansluiten

Meerdere computers

Afbeelding 2-5: Diagram voor verbinding met een andere router

5

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

8. Sluit een normale Ethernet-netwerkkabel aan op de poort Internet van de breedbandrouter. Sluit vervolgens het andere uiteinde van de Ethernet-kabel aan op een van de genummerde Ethernet-poorten op de andere router.

Afbeelding 2-6: De router met de internetverbinding wordt aangesloten via de internetpoort.

9. Bepaal welke netwerkcomputers of Ethernet-apparaten u op de breedbandrouter wilt aansluiten.

BELANGRIJK: Gebruik uitsluitend de netstroomadapter die bij de router wordt geleverd. Het gebruik van een andere netstroomadapter kan de router beschadigen.

Koppel de geselecteerde computers of apparaten los van de andere router en sluit deze vervolgens met behulp van gewone Ethernet-netwerkkabels op de genummerde poorten van de breedbandrouter aan.

Afbeelding 2-7: De netwerkapparaten aansluiten

10. Sluit de netstroomadapter aan op de poort Power (Voeding) van de breedbandrouter en sluit het andere uiteinde aan op een stopcontact. Gebruik uitsluitend de netstroomadapter die bij de breedbandrouter wordt geleverd. U kunt het product beschadigen als u een andere adapter gebruikt.

Nu de hardware-installatie is voltooid, gaat u verder naar “Hoofdstuk 5: De Wireless-G-breedbandrouter configureren” voor aanwijzigen met betrekking tot het webgebaseerde hulpprogramma van de router voor het configureren van de instellingen van de router voor uw netwerk.

Hoofdstuk 2: Het aansluiten van de Wireless-G-breedbandrouter

Een router op een andere aansluiten

Afbeelding 2-8: De voeding aansluiten

6

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

Hoofdstuk 3: De Wireless-G-breedbandrouter configureren

Overzicht

Gebruik de installatie-cd-rom als u de router voor het eerst installeert. Als u de installatiewizard op de installatie-cd-rom niet wilt uitvoeren, kunt u de router configureren met het webgebaseerde hulpprogramma van de router. Ervaren gebruikers kunnen het webgebaseerde hulpprogramma gebruiken voor de configuratie van de geavanceerde instellingen van de router.

OPMERKING: Gebruik de Setup Wizard

(Installatiewizard) op de installatie-cd-rom als u de router voor het eerst installeert. Als u geavanceerde instellingen wilt configureren, gebruikt u dit hoofdstuk voor meer informatie over het webgebaseerde hulpprogramma.

In dit hoofdstuk komen alle webpagina's van het hulpprogramma en de belangrijkste functies op deze pagina's aan de orde.

U hebt toegang tot het hulpprogramma via de webbrowser op een computer die op de router is aangesloten. Voor een standaardnetwerkinstelling worden de volgende twee schermen in het hulpprogramma het meest gebruikt:

HEBT U: TCP/IP op uw computers ingeschakeld? Dit is het protocol waarmee computers via het netwerk kunnen communiceren. Raadpleeg “Bijlage D:

Windows Help” voor meer informatie over TCP/IP.

• Basic Setup (Basisinstellingen). In het scherm Basic Setup (Basisinstellingen) voert u de instellingen in die u via uw internetprovider hebt ontvangen.

• Management (Beheer). Klik op het tabblad Administration (Administratie) en op het tabblad Management (Beheer). Het standaardwachtwoord van de router is admin. U kunt dit wachtwoord wijzigen om de router beter te beveiligen.

Er zijn zeven hoofdtabbladen: Setup (Installatie), Wireless (Draadloos), Security (Beveiliging), Access Restrictions

(Toegangsbeperkingen), Applications & Gaming (Toepassingen en games), Administration (Administratie) en Status. Nadat u op één van de hoofdtabbladen hebt geklikt, worden meer tabbladen weergegeven.

Voor toegang tot het webgebaseerde hulpprogramma, start u Internet Explorer of Netscape Navigator en typt u het standaard-

IP-adres van de router ( 192.168.1.1) in het veld Adres. Druk vervolgens op Enter.

Er wordt een pagina voor het invoeren van een wachtwoord weergegeven. (Gebruikers met een ander besturingssysteem dan

Windows XP, zien een soortgelijk scherm.) Laat het veld User Name (Gebruikersnaam) leeg. Als u het webgebaseerde hulpprogramma voor het eerst gebruikt, voert u het standaardwachtwoord admin in. (U kunt een nieuw wachtwoord instellen in het scherm Management (Beheer) op het tabblad Administration [Administratie]). Klik op de knop

OK om door te gaan.

Afbeelding 3-1: Scherm voor wachtwoord

7

Hoofdstuk 3: De Wireless-G-breedbandrouter configureren

Overzicht

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

Het tabblad Setup (Instellingen) - Basic Setup (Basisinstellingen)

Op het eerste scherm dat wordt weergegeven, is het tabblad Setup (Instellingen) geselecteerd. Op dit tabblad kunt u de algemene instellingen van de router wijzigen. Wijzig deze instellingen aan de hand van deze instructies en klik op de knop

Save Settings (Instellingen opslaan) als u de wijzigingen wilt toepassen of klik op Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) als u de wijzigingen wilt annuleren.

Internet Setup (Internetinstellingen)

In het gedeelte Internet Setup (Internetinstellingen) kunt u de router configureren voor uw internetverbinding. U kunt het merendeel van de benodigde gegevens bij uw internetprovider opvragen.

Internet Connection Type (Type internetverbinding)

Kies het type internetverbinding van uw internetprovider in het vervolgkeuzemenu.

• DHCP. Het type internetverbinding van de router is standaard ingesteld op Automatic Configuration - DHCP

(Automatische configuratie - DHCP). Houd deze instelling alleen aan als uw internetprovider DHCP ondersteunt of als u verbinding maakt via een dynamisch IP-adres.

• Static IP (Vast IP-adres). Als u een permanent IP-adres moet gebruiken om verbinding te maken met internet, selecteert u Static IP (Vast IP-adres).

Internet IP Address (IP-adres voor internet). Dit is het IP-adres van de router dat gebruikers op internet te zien krijgen.

U ontvangt het IP-adres dat u hier dient op te geven via uw internetprovider.

Subnet Mask (Subnetmasker). Dit is het subnetmasker van de router dat gebruikers op internet (inclusief uw internetprovider) te zien krijgen. U ontvangt het subnetmasker via uw internetprovider.

Gateway. U ontvangt het gateway-adres via uw internetprovider; dit is het IP-adres van de internetproviderserver.

DNS. U ontvangt het IP-adres van ten minste één DNS (Domain Name System) via uw internetprovider.

Afbeelding 3-2: Tabblad Setup (Instellingen) - Basic

Setup (Basisinstellingen)

Afbeelding 3-3: Type internetverbinding: DHCP

Hoofdstuk 3: De Wireless-G-breedbandrouter configureren

Het tabblad Setup (Instellingen) - Basic Setup (Basisinstellingen)

Afbeelding 3-4: Type internetverbinding: Vast IP-adres

vast ip-adres: een vast adres dat aan een computer of apparaat in een netwerk wordt toegewezen.

8

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

• PPPoE. Sommige internetproviders op basis van DSL brengen internetverbinding tot stand met gebruik van PPPoE

(Point-to-Point Protocol over Ethernet). Als u een internetverbinding via een DSL-lijn gebruikt, dient u contact op te nemen met uw internetprovider om te controleren of PPPoE wordt gebruikt. Als dit het geval is, schakelt u PPPoE in.

User Name en Password (Gebruikersnaam en wachtwoord). Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in die u van uw internetprovider hebt ontvangen.

Connect on Demand: Max Idle Time (Verbinden op verzoek: Max. duur inactiviteit). U kunt de router zo configureren dat de internetverbinding wordt verbroken bij een periode zonder activiteit (Max. duur inactiviteit). Als de internetverbinding vanwege inactiviteit is verbroken, wordt de router door Connect on Demand (Verbinden op verzoek) zo ingesteld, dat er automatisch weer verbinding tot stand wordt gebracht wanneer u verbinding met internet wilt maken. Als u de optie voor verbinden op verzoek wilt inschakelen, klikt u op het keuzerondje. Voer in het veld Max Idle Time (Max. duur inactiviteit) het aantal minuten in waarna de internetverbinding moet worden verbroken.

Optie Keep Alive: Redial Period (Continu verbinding houden: Interval voor opnieuw kiezen). Als u deze optie selecteert, wordt uw internetverbinding regelmatig gecontroleerd door de router. Als de verbinding wordt verbroken, brengt de router automatisch weer een verbinding tot stand. U schakelt deze optie in door op het keuzerondje bij Keep Alive (Continu

verbinding houden)

te klikken. Geef in het veld Redial Period (Interval voor opnieuw kiezen) op hoe vaak u de internetverbinding door de router wilt laten controleren. De standaardinterval voor opnieuw kiezen is 30 seconden.

PPTP. Point-to-Point Tunneling Protocol (PPTP) is een service die alleen van toepassing is op verbindingen in Europa.

Internet IP Address (Internet-IP-adres). Dit is het IP-adres van de router dat internetgebruikers te zien krijgen. U ontvangt het IP-adres dat u hier dient op te geven via uw internetprovider.

Subnet Mask (Subnetmasker). Dit is het subnetmasker van de router dat gebruikers op internet (inclusief uw internetprovider) te zien krijgen. U ontvangt het subnetmasker via uw internetprovider.

Gateway. U ontvangt het IP-adres van de gateway via uw internetprovider.

User Name en Password (Gebruikersnaam en wachtwoord). Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in die u van uw internetprovider hebt ontvangen.

Connect on Demand: Max Idle Time (Verbinden op verzoek: Max. duur inactiviteit). U kunt de router zo configureren dat de internetverbinding wordt verbroken bij een periode zonder activiteit (Max. duur inactiviteit). Als de internetverbinding vanwege inactiviteit is verbroken, wordt de router door Connect on Demand (Verbinden op verzoek) zo ingesteld, dat er automatisch weer verbinding tot stand wordt gebracht wanneer u verbinding met internet wilt maken. Als u de optie voor verbinden op verzoek wilt inschakelen, klikt u op het keuzerondje. Voer in het veld Max Idle Time (Max. duur inactiviteit) het aantal minuten in waarna de internetverbinding moet worden verbroken.

Optie Keep Alive: Redial Period (Continu verbinding houden: Interval voor opnieuw kiezen). Als u deze optie selecteert, wordt uw internetverbinding regelmatig gecontroleerd door de router. Als de verbinding wordt verbroken, brengt de router automatisch weer een verbinding tot stand. U schakelt deze optie in door op het keuzerondje bij Keep Alive (Continu

verbinding houden)

te klikken. Geef in het veld Redial Period (Interval voor opnieuw kiezen) op hoe vaak u de internetverbinding door de router wilt laten controleren. De standaardinterval voor opnieuw kiezen is 30 seconden.

Hoofdstuk 3: De Wireless-G-breedbandrouter configureren

Het tabblad Setup (Instellingen) - Basic Setup (Basisinstellingen)

Afbeelding 3-5: Type internetverbinding: PPPoE

pppoe: een type breedbandverbinding dat naast gegevenstransport ook voorziet in verificatie

(gebruikersnaam en wachtwoord).

Afbeelding 3-6: Type internetverbinding: PPTP

9

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

• Telstra-kabel. Telstra-kabel is een dienst die alleen is bedoeld voor verbindingen in Australië.

User Name en Password (Gebruikersnaam en wachtwoord). Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in die u van uw internetprovider hebt ontvangen.

Heart Beat Server (HeartBeat-server). Dit is het IP-adres van de router dat gebruikers op internet te zien krijgen.

U ontvangt het IP-adres dat u hier dient op te geven via uw internetprovider.

Connect on Demand: Max Idle Time (Verbinden op verzoek: Max. duur inactiviteit). U kunt de router zo configureren dat de internetverbinding wordt verbroken bij een periode zonder activiteit (Max. duur inactiviteit). Als de internetverbinding vanwege inactiviteit is verbroken, wordt de router door Connect on Demand (Verbinden op verzoek) zo ingesteld, dat er automatisch weer verbinding tot stand wordt gebracht wanneer u verbinding met internet wilt maken. Als u de optie voor verbinden op verzoek wilt inschakelen, klikt u op het keuzerondje. Voer in het veld Max Idle Time (Max. duur inactiviteit) het aantal minuten in waarna de internetverbinding moet worden verbroken.

Optie Keep Alive: Redial Period (Continu verbinding houden: Interval voor opnieuw kiezen). Als u deze optie selecteert, wordt uw internetverbinding regelmatig gecontroleerd door de router. Als de verbinding wordt verbroken, brengt de router automatisch weer een verbinding tot stand. U schakelt deze optie in door op het keuzerondje bij Keep Alive (Continu

verbinding houden)

te klikken. Geef in het veld Redial Period (Interval voor opnieuw kiezen) op hoe vaak u de internetverbinding door de router wilt laten controleren. De standaardinterval voor opnieuw kiezen is 30 seconden.

• L2TP. L2TP is een dienst die alleen is bedoeld voor verbindingen in Israël.

User Name en Password (Gebruikersnaam en wachtwoord). Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in die u van uw internetprovider hebt ontvangen.

L2TP Server (L2TP-server). Dit is het IP-adres van de router dat gebruikers op internet te zien krijgen. U ontvangt het IPadres dat u hier dient op te geven via uw internetprovider.

Connect on Demand: Max Idle Time (Verbinden op verzoek: Max. duur inactiviteit). U kunt de router zo configureren dat de internetverbinding wordt verbroken bij een periode zonder activiteit (Max. duur inactiviteit). Als de internetverbinding vanwege inactiviteit is verbroken, wordt de router door Connect on Demand (Verbinden op verzoek) zo ingesteld, dat er automatisch weer verbinding tot stand wordt gebracht wanneer u verbinding met internet wilt maken. Als u de optie voor verbinden op verzoek wilt inschakelen, klikt u op het keuzerondje. Voer in het veld Max Idle Time (Max. duur inactiviteit) het aantal minuten in waarna de internetverbinding moet worden verbroken.

Optie Keep Alive: Redial Period (Continu verbinding houden: Interval voor opnieuw kiezen). Als u deze optie selecteert, wordt uw internetverbinding regelmatig gecontroleerd door de router. Als de verbinding wordt verbroken, brengt de router automatisch weer een verbinding tot stand. U schakelt deze optie in door op het keuzerondje bij Keep Alive (Continu

verbinding houden)

te klikken. Geef in het veld Redial Period (Interval voor opnieuw kiezen) op hoe vaak u de internetverbinding door de router wilt laten controleren. De standaardinterval voor opnieuw kiezen is 30 seconden.

Afbeelding 3-7: Type internetverbinding: Telstra-kabel

Afbeelding 3-8: Type internetverbinding: L2TP

Hoofdstuk 3: De Wireless-G-breedbandrouter configureren

Het tabblad Setup (Instellingen) - Basic Setup (Basisinstellingen)

10

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

Optional Settings (Optionele instellingen)

Een aantal van deze instellingen is mogelijk vereist door uw internetprovider. Neem contact op met uw internetprovider voordat u wijzigingen aanbrengt.

Router Name (Naam router). In dit veld kunt u een naam van maximaal 39 tekens invoeren voor de router.

Host Name/Domain Name (Hostnaam/Domeinnaam). In deze velden kunt u een host- en domeinnaam voor de router opgeven. Voor sommige internetproviders, meestal kabelinternetproviders, zijn deze namen vereist ter identificatie. U dient wellicht bij uw internetprovider na te vragen of uw breedbandinternetdienst is geconfigureerd met een host- en domeinnaam.

In de meeste gevallen kunt u deze velden leeg laten.

MTU. MTU is de Maximum Transmission Unit. Deze geeft de maximale pakketgrootte aan die via internet kan worden verstuurd. Met de standaardinstelling Manual (Handmatig) kunt u de maximale pakketgrootte invoeren die kan worden verstuurd. De aanbevolen grootte voor het veld Size (Grootte) is 1492. U dient hier een waarde tussen 1200 en 1500 op te geven. Bij de instelling Auto (Automatisch) kiest de router de beste MTU voor uw internetverbinding.

Network Setup (Netwerkinstellingen)

In het gedeelte Network Setup (Netwerkinstellingen) kunt u de instellingen wijzigen voor het netwerk dat is verbonden met de

Ethernet-poorten op uw router. U kunt een draadloos netwerk instellen op het tabblad Wireless (Draadloos).

Router IP (IP-adres router)

Dit is zowel het IP-adres als het submasker van de router zoals die worden weergegeven in het netwerk.

Network Address Server Settings (DHCP) (Serverinstellingen netwerkadres [DHCP])

Met de instellingen kunt u de serverfunctie Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP) van de router configureren. De router kan worden gebruikt als DHCP-server voor uw netwerk. DHCP-servers wijzen automatisch een IP-adres toe aan elke computer in uw netwerk. Configureer al uw netwerkcomputers zodanig dat ze verbinding maken met een DHCP-server (de router) als u de serveroptie DHCP van de router inschakelt. Zorg er eveneens voor dat zich geen andere DHCP-server in uw netwerk bevindt.

DHCP Server (DHCP-server). DHCP is standaard ingeschakeld. Als er zich al een DHCP-server in uw netwerk bevindt of u geen

DHCP-server wilt gebruiken, klikt u op het keuzerondje Disable (Uitschakelen) (er zijn dan geen andere DHCP-functies beschikbaar).

Starting IP Address (Eerste IP-adres). Voer een numerieke waarde voor de DHCP-server in als u IP-adressen gaat uitgeven.

Aangezien het standaard IP-adres van de router 192.168.1.1 is, moet het standaardbegin van het IP-bereik 192.168.1.2 zijn of hoger, maar lager dan 192.168.1.253. Het standaardbegin van het IP-bereik is

192.168.1.100.

Maximum Number of DHCP Users (Maximumaantal DHCP-gebruikers). Voer het maximumaantal computers in waaraan u door de DHCP-server IP-adressen wilt laten toewijzen. Dit aantal mag niet groter zijn dan 253. Het standaardaantal is 50.

Afbeelding 3-9: Optional Settings (Optionele instellingen)

pakket: een gegevenseenheid die via een netwerk wordt verzonden

Afbeelding 3-10: Router IP (IP-adres router)

Afbeelding 3-11: Network Address Server Settings

(Serverinstellingen netwerkadres)

Hoofdstuk 3: De Wireless-G-breedbandrouter configureren

Het tabblad Setup (Instellingen) - Basic Setup (Basisinstellingen)

11

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

Client Lease Time (Leasetijd client). De leasetijd van de client geeft aan hoe lang een netwerkgebruiker met zijn huidige dynamische IP-adres verbinding kan hebben met de router. Voer de tijd in minuten in die de gebruiker krijgt om dit dynamische IP-adres te kunnen gebruiken. Als deze tijd is verstreken, wordt automatisch een nieuw dynamisch IP-adres aan de gebruiker toegewezen. De standaardinstelling is 0 minuten, waarmee één dag wordt aangegeven.

Static DNS (Statische DNS) (1-3). Het DNS (Domain Name System) is de manier waarop namen van domeinen of websites op internet worden omgezet naar internetadressen of URL's. Van uw internetprovider ontvangt u het IP-adres van ten minste één domeinnaamserver. Als u een andere IP-server wilt gebruiken, voert u het betreffende IP-adres in een van deze velden in.

U kunt hier maximaal drie IP-adressen van DNS-servers invoeren. Deze adressen worden door de router gebruikt om sneller toegang te krijgen tot werkende DNS-servers.

WINS. De interactie van elke computer met internet wordt door WINS (Windows Internet Naming Service) beheerd. Als u een

WINS-server gebruikt, voert u hier het IP-adres van die server in. In alle andere gevallen laat u dit veld leeg.

Time Setting (Tijdsinstellingen)

In deze vervolgkeuzelijst kunt u de tijdzone wijzigen waarin uw netwerk opereert. (U kunt zelfs de klok automatisch aanpassen aan zomer- en wintertijd.)

dynamisch IP-adres: een tijdelijk IP-adres dat is toegewezen door een DHCP-server

Afbeelding 3-12: Time Setting (Tijdsinstellingen)

Hoofdstuk 3: De Wireless-G-breedbandrouter configureren

Het tabblad Setup (Instellingen) - Basic Setup (Basisinstellingen)

12

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

Het tabblad Setup (Instellingen) - DDNS

De router beschikt over een DDNS-functie (Dynamic Domain Name System). Met DDNS kunt u een vaste host- en domeinnaam aan een dynamisch IP-adres toekennen. Dit is een handige optie wanneer u de host van uw eigen website, FTPserver of een andere server achter de router bent. U dient u aan te melden bij een DDNS-dienst via een DDNS-provider, www.dyndns.org of www.TZO.com, voordat u deze functie kunt gebruiken.

DDNS Service (DDNS-dienst). In deze vervolgkeuzelijst kunt u de DDNS-dienst invoeren waarbij u bent aangemeld.

User name (Gebruikersnaam). Voer de gebruikersnaam voor uw DDNS-account in.

Password (Wachtwoord). Voer het wachtwoord voor uw DDNS-account in.

Host name (Hostnaam). Dit is de URL van de DDNS die door de DDNS-dienst is toegewezen.

Internet IP Address (IP-adres voor internet). Dit is het actuele IP-adres van de router dat internetgebruikers te zien krijgen.

Status. Dit is de status van de DDNS-verbinding.

Wijzig deze instellingen aan de hand van deze instructies en klik op de knop Save Settings (Instellingen opslaan) als u de wijzigingen wilt toepassen of klik op

Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) als u de wijzigingen wilt annuleren.

Afbeelding 3-13: Tabblad Setup (Instellingen) - DDNS

ddns: hiermee is het mogelijk als host te fungeren voor een website, FTP-server of e-mailserver met een vaste domeinnaam (bijv. www.xyz.com) en een dynamisch IP-adres

Hoofdstuk 3: De Wireless-G-breedbandrouter configureren

Het tabblad Setup (Instellingen) - DDNS

Afbeelding 3-14: Tabblad Setup (Instellingen) - MAC

Address Clone (MAC-adres klonen)

13

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

Het tabblad Setup (Instellingen) - MAC Address Clone (MAC-adres klonen)

Een MAC-adres is een 12-cijferige code die voor identificatiedoeleinden wordt toegewezen aan een uniek stuk hardware.

Bij sommige internetproviders moet u een MAC-adres registreren om verbinding met internet te kunnen maken. Als u het

MAC-adres niet opnieuw wilt registreren met uw ISP, kunt u het MAC-adres dat momenteel bij uw ISP-adres is geregistreerd, aan de router toewijzen bij de functie MAC-adres klonen.

Enable/Disable (Inschakelen/Uitschakelen). Als u het MAC-adres wilt laten klonen, klikt u op het keuzerondje bij Enable

(Inschakelen).

User Defined Entry (Eigen invoer). Voer hier het MAC-adres in dat bij uw internetprovider is geregistreerd.

Clone Your PC’s MAC Address (MAC-adres van uw computer klonen) Klik op deze knop als u het MAC-adres wilt laten klonen.

Wijzig deze instellingen aan de hand van deze instructies en klik op de knop Save Settings (Instellingen opslaan) als u de wijzigingen wilt toepassen of klik op

Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) als u de wijzigingen wilt annuleren.

Afbeelding 3-15: Tabblad Setup (Instellingen) -

Advanced Routing (Geavanceerde routing) (gateway)

Hoofdstuk 3: De Wireless-G-breedbandrouter configureren

Het tabblad Setup (Instellingen) - MAC Address Clone (MAC-adres klonen)

Afbeelding 3-16: Tabblad Setup (Instellingen) -

Advanced Routing (Geavanceerde routing) (router)

standaardgateway: een apparaat waarmee internetverkeer vanaf het lokale netwerk wordt doorgestuurd.

14

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

Het tabblad Setup (Instellingen) - Advanced Routing (Geavanceerde routing)

Op dit tabblad kunt u de geavanceerde functies van de router instellen. Met Operating Mode (Bedrijfsmodus) kunt u het type geavanceerde functies selecteren dat u gebruikt. Met Dynamic Routing (Dynamische routing) wordt de wijze waarop pakketten worden verplaatst in uw netwerk automatisch aangepast. Met Static Routing (Statische routing) wordt een vaste route naar een andere bestemming in het netwerk ingesteld.

Operating Mode (Bedrijfsmodus). Selecteer de modus waarin deze router werkt. Selecteer Gateway als de router de host is van uw internetverbinding. Selecteer

Router als zich nog een andere router in uw netwerk bevindt. Als u Router selecteert, wordt

Dynamic Routing (Dynamische routing) ingeschakeld.

Dynamic Routing (Dynamische routing). Met deze functie kan de router zich automatisch aanpassen aan fysieke veranderingen in de netwerkstructuur en routingtabellen met andere routers uitwisselen. De router bepaalt de route van de netwerkpakketten op basis van het geringste aantal knooppunten tussen de bron en de bestemming. Deze functie is standaard uitgeschakeld. In de vervolgkeuzelijst kunt u ook

LAN & Wireless (LAN & draadloos) selecteren. Met deze functie vindt dynamische routing plaats via uw Ethernet- en draadloze netwerken. U kunt ook WAN selecteren. Hiermee vindt dynamische routing plaats met gegevens die worden ontvangen van internet. Selecteer

Both (Beide) voor dynamische routing voor beide netwerken, en met gegevens van internet.

Static Routing (Statische routing). U stelt een statische route tussen de router en een ander netwerk in door een getal in de keuzelijst Static Routing (Statische routing) te selecteren. (Een statische route is een vooraf gedefinieerd pad dat netwerkgegevens moeten volgen om een bepaalde host of een bepaald netwerk te bereiken.) Voer de onderstaande gegevens in als u een nieuwe route wilt instellen. (Klik op de knop

Delete This Entry (Item verwijderen) als u een statische route wilt verwijderen.)

Enter Route Name (Voer routenaam in) Voer hier de naam van de route in. De naam mag niet langer zijn dan 25 alfanumerieke tekens.

Destination LAN IP (IP doel-LAN) Dit is het adres van het externe netwerk of de externe host waaraan u de statische route wilt toewijzen.

Subnet Mask (Subnetmasker). Het subnetmasker bepaalt welk deel van een IP-adres van het doel-LAN het netwerk en welk deel de host is.

Default Gateway (Standaardgateway) Het IP-adres van het apparaat dat als gateway dient en dat de verbinding tussen de router en het externe netwerk of de externe host mogelijk maakt.

Interface. Deze interface geeft aan of het IP-adres van de bestemming voor LAN & Wireless geldt (LAN & draadloos) (Ethernet en draadloze netwerken), WAN (internet) of Loopback (Lus) (een dummynetwerk waarin

één computer als een netwerk fungeert, nodig is voor bepaalde softwareprogramma's).

Klik op de knop Show Routing Table (Routingtabel weergeven) als u de reeds ingestelde statische routes wilt weergeven.

Wijzig deze instellingen aan de hand van deze instructies en klik op de knop Save Settings (Instellingen opslaan) als u de wijzigingen wilt toepassen of klik op

Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) als u de wijzigingen wilt annuleren.

Hoofdstuk 3: De Wireless-G-breedbandrouter configureren

Het tabblad Setup (Instellingen) - Advanced Routing (Geavanceerde routing)

Afbeelding 3-17: Tabblad Wireless (Draadloos) - Basic

Wireless Settings (Standaardinstellingen voor draadloos netwerk)

OPMERKING: SpeedBooster werkt ALLEEN in de infrastructuurmodus.

15

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

Het tabblad Wireless (Draadloos) - Basic Wireless Settings

(Standaardinstellingen voor draadloos netwerk)

Op dit tabblad kunt u de beveiliging van uw draadloze netwerk configureren. Kies Disabled (Uitgeschakeld) in de vervolgkeuzelijst Security Mode (Beveiligingsmodus) als u geen beveiliging wilt gebruiken voor het draadloze netwerk.

De opties voor beveiliging van draadloze netwerken zijn WPA Personal (WPA - Persoonlijk), WPA Enterprise (WPA

- Onderneming), WPA2 Personal (WPA2 - Persoonlijk), WPA2 Enterprise (WPA2 - Onderneming), RADIUS en WEP.

(WEP staat voor Wired Equivalent Privacy, WPA staat voor Wi-Fi Protected Access, een standaard die een hogere mate van beveiliging biedt dan WEP-codering. WPA2 is veiliger dan WPA. WPA Enterprise is WPA in combinatie met een RADIUS-server. RADIUS staat voor Remote Authentication Dial-In User Service.) Hieronder vindt u een beknopte beschrijving van de modi. Raadpleeg “Bijlage B: Draadloze beveiliging” voor uitgebreide instructies voor het configureren van draadloze beveiliging voor de router.

WPA Personal (WPA - Persoonlijk). WPA biedt twee coderingsmethoden: TKIP en AES, met dynamische coderingssleutels. Selecteer het algoritme: TKIP of AES. Voer een WPA-gedeelde sleutel van 8-63 tekens in. Geef vervolgens een interval voor de vernieuwing van de groepssleutel op. Hiermee bepaalt u hoe vaak de router de coderingssleutels moet wijzigen.

BELANGRIJK: Als u WPA gebruikt, houd er dan rekening mee dat elk apparaat in uw draadloze netwerk dezelfde WPA-methode en gedeelde sleutel moet gebruiken, anders functioneert het netwerk niet naar behoren.

WPA Enterprise (WPA - Onderneming). Met deze optie wordt WPA gebruikt in combinatie met een RADIUSserver. (Gebruik de optie alleen wanneer een RADIUS-server op de router is aangesloten.) Selecteer eerst het type

WPA-algoritme dat u wilt gebruiken:

TKIP of AES. Voer het IP-adres en het poortnummer van de RADIUS-server in, en een sleutel die wordt gedeeld door de router en de server. Geef ten slotte een interval voor de vernieuwing van de groepssleutel op. Hiermee bepaalt u hoe vaak de router de coderingssleutels moet wijzigen.

Afbeelding 3-18: Tabblad Wireless (Draadloos) - Wireless

Security (Beveiliging draadloos netwerk)

(WPA-Personal) (WPA - Persoonlijk)

Hoofdstuk 3: De Wireless-G-breedbandrouter configureren

Het tabblad Wireless (Draadloos) - Basic Wireless Settings (Standaardinstellingen voor draadloos netwerk)

Afbeelding 3-19: Tabblad Wireless (Draadloos) - Wireless

Security (Beveiliging draadloos netwerk)

(WPA Enterprise) (WPA - Onderneming)

16

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

WPA2 Personal (WPA2 - Persoonlijk) WPA2 biedt twee coderingsmethoden: TKIP en AES, met dynamische coderingssleutels. Selecteer het type algoritme:

AES of TKIP + AES. Voer een WPA-gedeelde sleutel van 8-63 tekens in. Geef vervolgens een interval voor de vernieuwing van de groepssleutel op. Hiermee bepaalt u hoe vaak de router de coderingssleutels moet wijzigen.

WPA2 Enterprise (WPA2 - Onderneming) Met deze optie wordt WPA2 gebruikt in combinatie met een RADIUSserver. (Gebruik de optie alleen wanneer een RADIUS-server op de router is aangesloten.) Selecteer eerst het type

WPA-algoritme dat u wilt gebruiken:

AES of TKIP + AES. Voer het IP-adres en het poortnummer van de RADIUSserver in, en een sleutel die wordt gedeeld door de router en de server. Geef ten slotte een interval voor de vernieuwing van de groepssleutel op. Hiermee bepaalt u hoe vaak de router de coderingssleutels moet wijzigen.

Afbeelding 3-20: Tabblad Wireless (Draadloos) - Wireless

Security (Beveiliging draadloos netwerk)

(WPA2 Personal) (WPA2 - Persoonlijk)

Hoofdstuk 3: De Wireless-G-breedbandrouter configureren

Het tabblad Wireless (Draadloos) - Basic Wireless Settings (Standaardinstellingen voor draadloos netwerk)

Afbeelding 3-21: Tabblad Wireless (Draadloos) - Wireless

Security (Beveiliging draadloos netwerk)

(WPA2 Enterprise) (WPA2 - Onderneming)

17

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

RADIUS. Met deze optie wordt WEP gebruikt in combinatie met een RADIUS-server. (Gebruik deze optie alleen als een RADIUS-server op de router is aangesloten.) Voer eerst het IP-adres en het poortnummer van de RADIUSserver in, en een sleutel die wordt gedeeld door de router en de server. Selecteer vervolgens een standaardzendsleutel (hiermee bepaalt u welke sleutel wordt gebruikt) en het niveau van de WEP-codering:

64 bits 10 hex digits (64-bits 10 hexadecimale tekens) of 128 bits 26 hex digits (128-bits 26 hexadecimale tekens). Genereer ten slotte een WEP-sleutel met de wachtzin of voer de WEP-sleutel handmatig in.

Afbeelding 3-22: Tabblad Wireless (Draadloos) - Wireless

Security (WLAN-beveiliging) (RADIUS)

WEP. WEP is een basale coderingsmethode en minder veilig dan WPA. Als u WEP wilt gebruiken, selecteert u een standaardzendsleutel (hiermee bepaalt u welke sleutel wordt gebruikt) en het niveau van de WEP-codering:

64 bits 10 hex digits (64-bits 10 hexadecimale tekens) of 128 bits 26 hex digits (128-bits 26 hexadecimale tekens). Genereer vervolgens een WEP-sleutel met de wachtzin of voer de WEP-sleutel handmatig in.

Wijzig deze instellingen aan de hand van deze instructies en klik op de knop

Save Settings (Instellingen opslaan) als u de wijzigingen wilt toepassen of klik op

Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) als u de wijzigingen wilt annuleren. Raadpleeg “Bijlage B: Draadloze beveiliging” voor uitgebreide instructies voor het configureren van draadloze beveiliging voor de router.

Hoofdstuk 3: De Wireless-G-breedbandrouter configureren

Het tabblad Wireless (Draadloos) - Basic Wireless Settings (Standaardinstellingen voor draadloos netwerk)

Afbeelding 3-23: Tabblad Wireless (Draadloos) - Wireless

Security (WLAN-beveiliging) (WEP)

18

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

Het tabblad Wireless (Draadloos) - Wireless Security (WLAN-beveiliging)

Op dit tabblad kunt u de beveiliging van uw draadloze netwerk configureren. De router ondersteunt vier modi voor beveiliging van draadloze netwerken: WPA Pre-Shared Key (Vooraf gedeelde WPA-sleutel), WPA RADIUS, RADIUS en WEP. (WPA staat voor

Wi-Fi Protected Access, een beveiligingsstandaard die sterker is dan WEP-codering. WEP staat voor Wired Equivalent Privacy en RADIUS voor Remote Authentication Dial-In User Service.) Hieronder vindt u een beknopte beschrijving van de vier modi.

Raadpleeg “Bijlage B: Draadloze beveiliging” voor uitgebreide instructies voor het configureren van draadloze beveiliging voor de router.

WPA Pre-Shared Key (Vooraf gedeelde WPA-sleutel). WPA biedt twee coderingsmethoden: TKIP en AES, met dynamische coderingssleutels. Selecteer het algoritme:

TKIP of AES. Voer een WPA-gedeelde sleutel van 8-63 tekens in. Geef vervolgens een interval voor de vernieuwing van de groepssleutel op. Hiermee bepaalt u hoe vaak de router de coderingssleutels moet wijzigen.

WPA RADIUS. Met deze optie wordt WPA gebruikt in combinatie met een RADIUS-server. (Gebruik de optie alleen wanneer een

RADIUS-server op de router is aangesloten.) Selecteer eerst het type WPA-algoritme dat u wilt gebruiken: TKIP of AES. Voer het IP-adres en het poortnummer van de RADIUS-server in, en een sleutel die wordt gedeeld door de router en de server. Geef ten slotte een interval voor de vernieuwing van de groepssleutel op. Hiermee bepaalt u hoe vaak de router de coderingssleutels moet wijzigen.

BELANGRIJK: Als u WEP-codering gebruikt, houd er dan rekening mee dat elk apparaat in uw draadloze netwerk dezelfde WEP-coderingsmethode en coderingssleutel moet gebruiken, anders functioneert het draadloze netwerk niet naar behoren.

Afbeelding 3-24: Tabblad Wireless (Draadloos) -

Wireless Security (WLAN-beveiliging) (RADIUS)

Hoofdstuk 3: De Wireless-G-breedbandrouter configureren

Het tabblad Wireless (Draadloos) - Wireless Security (WLAN-beveiliging)

Afbeelding 3-25: Tabblad Wireless (Draadloos) -

Wireless Security (WLAN-beveiliging) (WEP)

19

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

RADIUS. Met deze optie wordt WEP gebruikt in combinatie met een RADIUS-server. (Gebruik deze optie alleen als een RADIUSserver op de router is aangesloten.) Voer eerst het IP-adres en het poortnummer van de RADIUS-server in, en een sleutel die wordt gedeeld door de router en de server. Selecteer vervolgens een standaardzendsleutel (hiermee bepaalt u welke sleutel wordt gebruikt) en het niveau van de WEP-codering:

64 bits 10 hex digits (64-bits 10 hexadecimale tekens) of 128 bits 26 hex digits (128-bits 26 hexadecimale tekens). Genereer ten slotte een WEP-sleutel met de wachtzin of voer de WEP-sleutel handmatig in.

WEP. WEP is een basale coderingsmethode en minder veilig dan WPA. Als u WEP wilt gebruiken, selecteert u een standaardzendsleutel (hiermee bepaalt u welke sleutel wordt gebruikt) en het niveau van de WEP-codering: 64 bits 10 hex digits (64-bits 10 hexadecimale tekens) of 128 bits 26 hex digits (128-bits 26 hexadecimale tekens). Genereer vervolgens een WEP-sleutel met de wachtzin of voer de WEP-sleutel handmatig in.

Wijzig deze instellingen aan de hand van deze instructies en klik op de knop Save Settings (Instellingen opslaan) als u de wijzigingen wilt toepassen of klik op

Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) als u de wijzigingen wilt annuleren. Raadpleeg

“Bijlage B: Draadloze beveiliging” voor uitgebreide instructies voor het configureren van draadloze beveiliging voor de router.

Afbeelding 3-26: Tabblad Wireless (Draadloos) -

Wireless MAC Filter (MAC-filter WLAN)

Hoofdstuk 3: De Wireless-G-breedbandrouter configureren

Het tabblad Wireless (Draadloos) - Wireless Security (WLAN-beveiliging)

Afbeelding 3-27: MAC Address Filter

List (Filterlijst MAC-adressen)

20

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

Het tabblad Wireless (Draadloos) - Wireless MAC Filter (MAC-filter WLAN)

Draadloze toegang kan worden beperkt tot de MAC-adressen van de draadloze apparaten die binnen het bereik van uw netwerk gegevens verzenden.

Wireless MAC Filter (MAC-filter WLAN) Klik op Enable (Inschakelen) als u draadloze gebruikers wilt filteren op MAC-adres, en daarmee toegang wilt toestaan of blokkeren. Selecteer Disable (Uitschakelen) als u gebruikers niet wilt filteren op MAC-adres.

Prevent (Voorkomen) Als u op deze knop klikt, wordt draadloze toegang geblokkeerd aan de hand van het MAC-adres.

Permit Only (Alleen) Als u op deze knop klikt, wordt draadloze toegang toegestaan aan de hand van het MAC-adres.

Edit MAC Address Filter List (Lijst filtering MAC-adres bewerken). Met deze knop opent u de lijst met MAC-adressen die worden gefilterd. Op dit scherm kunt u gebruikers weergeven (op MAC-adres) aan wie u toegang wilt toekennen of voor wie u toegang u wilt blokkeren. Klik op de knop

Wireless Client MAC List (Overzicht MAC-adressen WLAN-clients) om snel een lijst weer te geven van netwerkgebruikers op basis van hun MAC-adres.

Wijzig deze instellingen aan de hand van deze instructies en klik op de knop Save Settings (Instellingen opslaan) als u de wijzigingen wilt toepassen of klik op Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) als u de wijzigingen wilt annuleren.

Het tabblad Wireless (Draadloos) - Advanced Wireless Settings (Geavanceerde instellingen voor draadloos netwerk)

Op dit tabblad kunt u de geavanceerde draadloze functies van de router instellen. Deze instellingen dienen alleen door ervaren beheerders te worden aangepast, omdat bij onjuiste instellingen de prestaties van het draadloze netwerk kunnen afnemen.

Authentication Type (Verificatietype) Dit is standaard ingesteld op Auto (Automatisch) waardoor Open System-verificatie of verificatie met een gedeelde sleutel kan worden gebruikt. Bij Open System-verificatie gebruiken de verzender en de ontvanger GEEN WEP-sleutel voor de verificatie. Bij verificatie met een gedeelde sleutel gebruiken de verzender en de ontvanger wél een WEP-sleutel voor de verificatie.

Basic Rate (Basissnelheid) De instelling Basic Rate (Basissnelheid) is niet één vaste overdrachtssnelheid, maar een reeks snelheden waarmee de router kan zenden. De router geeft de basissnelheid door aan de andere draadloze apparaten in het netwerk, zodat deze weten welke snelheden worden gebruikt. De router zal ook bekendmaken dat deze automatisch de beste overdrachtssnelheid zal selecteren. De standaardinstelling is Default (Standaard), waarbij overdracht door de router mogelijk is met alle draadloze gegevenssnelheden (1-2 Mbps, 5,5 Mbps, 11 Mbps, 18 Mbps en 24 Mbps). Andere opties zijn 1-2 Mbps, voor gebruik met oudere draadloze technologie, en All (Alle) als overdracht met alle draadloze gegevenssnelheden mogelijk is. De basissnelheid is niet gelijk aan de daadwerkelijke gegevensoverdrachtssnelheid. Als u de gegevensoverdrachtssnelheid van de router wilt opgeven, configureert u de instelling Transmission Rate (Overdrachtssnelheid).

Transmission Rate (Overdrachtssnelheid). De snelheid van de gegevensoverdracht dient te worden ingesteld naargelang de snelheid van uw draadloze netwerk. U kunt het bereik van de overdrachtssnelheden selecteren of Auto (Automatisch) selecteren als u de router de hoogst mogelijke gegevenssnelheid wilt laten gebruiken en de functie voor automatisch terugvallen wilt instellen. Met deze optie wordt onderhandeld over de beste verbindingssnelheid tussen de router en een draadloze client. De standaardwaarde is Auto (Automatisch).

CTS Protection Mode (CTS-beveiligingsmodus). Schakel de CTS-beveiligingsmodus (CTS, Clear-To-Send) alleen in wanneer u ernstige problemen ondervindt met uw Wireless-G-producten en geen overdracht mogelijk is naar de router in een omgeving met intensief

802.11b-verkeer. Met deze functie kan de router alle Wireless-G-overdrachten beter opvangen, maar nemen de prestaties van de router zeer sterk af.

Afbeelding 3-28: Tabblad Wireless (Draadloos) -

Advanced Wireless Settings (Geavanceerde instellingen voor draadloos netwerk)

wep (wired equivalent privacy): een coderingsmethode voor netwerkgegevens die via een draadloos netwerk worden verzonden, voor een betere beveiliging

cts (clear-to-send): een signaal dat wordt verzonden door een draadloos apparaat om aan te geven dat het apparaat gereed is voor het ontvangen van gegevens

beacon interval (bakeninterval): gegevens die over uw draadloze netwerk worden verzonden om ervoor te zorgen dat het netwerk gesynchroniseerd blijft

dtim: een bericht dat wordt meegezonden met gegevenspakketten om de efficiëntie van draadloos netwerkgebruik te vergroten

Hoofdstuk 3: De Wireless-G-breedbandrouter configureren

Het tabblad Wireless (Draadloos) - Wireless MAC Filter (MAC-filter WLAN)

21

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

Frame Burst (Frame-burst). Met deze optie nemen de prestaties van uw netwerk toe, afhankelijk van de leverancier van uw draadloze producten. Gebruik de standaardinstelling Disable (Uitschakelen) als u niet zeker weet hoe u deze optie moet gebruiken.

Beacon Interval (Bakeninterval). De standaardwaarde is 100. Geef een waarde op tussen 1 en 65.535 milliseconden. De waarde van het bakeninterval geeft het frequentie-interval van het baken aan. Een baken is een pakketbroadcast van de router voor de synchronisatie van het draadloze netwerk.

DTIM Interval (DTIM-interval). Deze waarde, die tussen 1 en 255 ligt, geeft het interval van de Delivery Traffic Indication

Message (DTIM) aan. Een DTIM-veld is een aftelveld dat de clients informatie verstrekt over het volgende venster voor het luisteren naar broadcast- en multicast-berichten. Als er zich broadcast- of multicast-berichten voor gekoppelde clients in de buffer van de router bevinden, verzendt de router de volgende DTIM met een DTIM-intervalwaarde. De clients krijgen de bakens door en worden geactiveerd. Vervolgens kunnen de clients de broadcast-berichten en multicast-berichten ontvangen.

De standaardwaarde is 1.

Fragmentation Threshold (Fragmentatiedrempel). Deze waarde geeft de maximale grootte van een pakket aan voordat de gegevens over meerdere pakketten worden verdeeld. Als er zich veel pakketfouten voordoen, kunt u de fragmentatiedrempel iets verhogen. Als u de fragmentatiedrempel te laag instelt, kan dat slechte netwerkprestaties veroorzaken. Het is raadzaam de verlaging van de standaardwaarde tot een minimum te beperken. In de meeste gevallen kan de standaardwaarde

2346 worden gebruikt.

RTS Threshold (RTS-drempel). Bij een inconsistente gegevensstroom is het raadzaam de standaardwaarde (2347), slechts licht te wijzigen. Als een netwerkpakket de vooraf ingestelde RTS-drempel niet overschrijdt, wordt de RTS/CTS-techniek niet ingeschakeld. De router verzendt Request to Send-frames (RTS) naar een bepaald ontvangststation en onderhandelt over het verzenden van een gegevensframe. Het draadloze station reageert op de ontvangst van de RTS met een Clear to Send-frame (CTS) ter bevestiging van het recht de overdracht te beginnen. De RTS-drempel moet op de standaardwaarde 2347 blijven ingesteld.

Wijzig deze instellingen aan de hand van deze instructies en klik op de knop

Save Settings (Instellingen opslaan) als u de wijzigingen wilt toepassen of klik op

Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) als u de wijzigingen wilt annuleren.

Tabblad Security (Beveiliging) - Firewall

Firewall Protection (Firewallbescherming). Schakel deze functie in om Stateful Packet Inspection (SPI) te gebruiken voor een meer gedetailleerde controle van gegevenspakketten die uw netwerkomgeving binnenkomen.

Block WAN Requests (WAN-verzoeken blokkeren). U schakelt de functie voor het blokkeren van WAN-verzoeken in door het vakje naast

Block Anonymous Internet Requests (Anonieme internetverzoeken blokkeren) te selecteren. Door de functie in te schakelen, kunt u voorkomen dat uw netwerk door andere internetgebruikers wordt 'gepingd' (gedetecteerd). Uw netwerk wordt met deze functie ook beter beveiligd, omdat de netwerkpoorten worden verborgen. Als u WAN-verzoeken blokkeert, wordt het voor gebruikers van buitenaf moeilijker uw netwerk binnen te dringen. Deze functie is standaard ingeschakeld.

Selecteer

Disabled (Uitgeschakeld) als u anonieme internetverzoeken wilt toestaan.

Filter Multicast (Multicast filteren). Met multicasting kunnen meerdere overdrachten tegelijk naar bepaalde ontvangers worden verzonden. Als multicasting is toegestaan, kan de router IP-multicastpakketten naar de daarvoor bestemde computers doorsturen. Selecteer Enabled (Ingeschakeld) als u multicasting wilt filteren of Disabled (Uitgeschakeld) als u deze functie wilt uitschakelen.

Filter Internet NAT Redirection (Filter Doorsturen NAT). Met deze functie worden poorten doorgestuurd om te voorkomen dat met lokale netwerkcomputers toegang wordt verkregen tot lokale servers. Selecteer

Enabled (Ingeschakeld) als u het doorsturen van NAT wilt filteren of

Disabled (Uitschakelen) als u deze functie wilt uitschakelen.

Filter IDENT (Port 113) (IDENT filteren [poort 113]) Met deze functie wordt voorkomen dat poort 113 wordt gescand door apparaten buiten uw lokale netwerk. Selecteer Enabled (Ingeschakeld) als poort 113 wilt filteren of Disabled (Uitgeschakeld) als u deze functie wilt uitschakelen.

Wijzig deze instellingen aan de hand van deze instructies en klik op de knop

Save Settings (Instellingen opslaan) als u de wijzigingen wilt toepassen of klik op

Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) als u de wijzigingen wilt annuleren.

Hoofdstuk 3: De Wireless-G-breedbandrouter configureren

Tabblad Security (Beveiliging) - Firewall

Fragmentatie: het opdelen van een pakket in kleinere eenheden bij verzending via een netwerkmedium dat het oorspronkelijke pakketformaat niet ondersteunt.

Afbeelding 3-29: Tabblad Security (Beveiliging) - Firewall

Firewall: een verzameling verwante programma's op een server van een netwerkgateway. Deze programma's beschermen de netwerkbronnen tegen gebruikers van andere netwerken

vpn: een veiligheidsmaatregel om gegevens te beschermen zodra deze een netwerk verlaten en via internet naar een ander netwerk gaan

22

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

Het tabblad Security (Beveiliging) - VPN Passthrough (VPN-doorvoer)

Met de instellingen op dit tabblad kunt u VPN-tunnels die gebruikmaken van IPSec-, PPTP- of L2TP-protocollen via de firewall van de router laten doorvoeren.

IPSec Pass-through (IPSec-doorvoer). IPSec (Internet Protocol Security) is een pakket protocollen waarmee een veilige uitwisseling van pakketten op de IP-laag kan worden gegarandeerd. Klik op

Enable (Inschakelen) als u IPSec-tunnels via de router wilt laten doorvoeren.

De optie IPSec Pass-through (IPSec-doorvoer) is standaard ingeschakeld.

PPTP Pass-through (PPTP-doorvoer). Met Point-to-Point Tunneling Protocol (PPTP) kan het Point-to-Point Protocol (PPP) via een IP-netwerk worden doorgevoerd. Klik op

Enable (Inschakelen) als u PPTP-tunnels via de router wilt laten doorvoeren. De optie voor PPTP-doorvoer is standaard ingeschakeld.

L2TP Pass-through (L2TP-doorvoer). Layer 2 Tunneling Protocol is de methode waarmee Point-to-Point-sessies via internet op Layer 2-niveau worden ingeschakeld. Klik op

Enable (Inschakelen) als u L2TP-tunnels via de router wilt laten doorvoeren.

De optie voor L2TP-doorvoer is standaard ingeschakeld.

Wijzig deze instellingen aan de hand van deze instructies en klik op de knop Save Settings (Instellingen opslaan) als u de wijzigingen wilt toepassen of klik op

Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) als u de wijzigingen wilt annuleren.

Afbeelding 3-30: Tabblad Security (Beveiliging) - VPN

Passthrough (VPN-doorvoer)

ipsec: een VPN-protocol waarmee een veilige uitwisseling van pakketten op de IP-laag kan worden gegarandeerd

pptp: een VPN-protocol waarmee het Point to Point Protocol (PPP) kan worden getunneld over een IP-netwerk. Dit protocol wordt in

Europa ook gebruikt als een soort breedbandverbinding

Het tabblad Access Restrictions (Toegangsbeperkingen) - Internet Access

(Internettoegang)

Op het scherm Internet Access (Internettoegang) kunt u bepaalde soorten internetgebruik en -verkeer blokkeren of toestaan, zoals internettoegang, toegewezen services, websites en inkomend verkeer op bepaalde dagen en tijden.

Internet Access Policy (Internettoegangsbeleid). Toegang tot internet kan worden beheerd met een beleidsregel. Met de instellingen in dit scherm kunt u een toegangsbeleid instellen (nadat u op de knop Save Settings (Instellingen opslaan) hebt geklikt). Selecteer in het vervolgkeuzemenu een beleidsregel om de instellingen voor die beleidsregel weer te geven. Als u een beleid wilt verwijderen, selecteert u het nummer van dat beleid en klikt u op de knop Delete (Verwijderen). Klik op de knop

Summary (Samenvatting) voor een overzicht van alle beleidsregels. (U kunt een beleidsregel verwijderen in het scherm

Summary

(Overzicht) door de gewenste beleidsregel(s) te selecteren en te klikken op de knop Delete (Verwijderen). Klik op de knop

Close (Sluiten) als u wilt terugkeren naar het tabblad Internet Access [Internettoegang].)

Status. Beleidsregels zijn standaard uitgeschakeld. Als u een beleid wilt inschakelen, selecteert u het beleidsnummer in het vervolgkeuzemenu en klikt u op het keuzerondje naast Enable (Inschakelen).

U kunt twee soorten beleid samenstellen, één voor het beheer van internettoegang en één voor het beheer van inkomend verkeer.

Een beleid voor internettoegang instellen:

1. Selecteer een nummer in het vervolgkeuzemenu Internet Access Policy (Internettoegangsbeleid).

2. U kunt het beleid inschakelen door op het keuzerondje naast Enable (inschakelen) te klikken.

3. Geef een naam voor het beleid op in het daarvoor bestemde veld.

Afbeelding 3-31: Tabblad Access Restrictions

(Toegangsbeperkingen) - Internet Access (Internettoegang)

Hoofdstuk 3: De Wireless-G-breedbandrouter configureren

Het tabblad Security (Beveiliging) - VPN Passthrough (VPN-doorvoer)

23

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

4. Klik op de knop

Edit List (Lijst bewerken) en selecteer op welke computers het beleid van kracht zal zijn. Het venster List of PCs (Overzicht van pc's) wordt weergegeven. U kunt een computer selecteren op basis van het

MAC- of IP-adres. U kunt ook een reeks IP-adressen invoeren als u dit beleid wilt toepassen op een groep computers. Klik nadat u de wijzigingen hebt ingevoerd op de knop Save Settings (Instellingen opslaan) als u de wijzigingen wilt toepassen of klik op

Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) als u de wijzigingen wilt annuleren. Klik vervolgens op Close (Sluiten).

5. Klik op Deny (Weigeren) of Allow (Toestaan) en bepaal zo of u internettoegang wilt toestaan of blokkeren voor de computers die u hebt geselecteerd in het scherm List of PCs (Overzicht van pc's).

6. Bepaal op welke dagen en tijdstippen dit beleid van toepassing is. Selecteer de gewenste dagen waarop het beleid van kracht moet zijn of selecteer Everyday (Dagelijks). Geef vervolgens een tijdsduur in uren en minuten op waarin het beleid van kracht zal zijn of selecteer

24 Hours (24 uur).

7. U kunt de toegang tot verschillende services die via internet toegankelijk zijn, zoals FTP of Telnet, filteren door deze services te selecteren in de vervolgkeuzelijsten naast Blocked Services (Geblokkeerde services). (U kunt maximaal 20 services blokkeren.)

Geef vervolgens het poortbereik op dat u wilt filteren.

Als de service die u wilt blokkeren niet in de lijst staat of als u de instellingen van een service wilt bewerken, klikt u op de knop

Add/Edit Service (Service toevoegen/bewerken). Het scherm Port Services (Poortservices) wordt weergegeven.

Als u een service wilt toevoegen, geeft u de naam van de service op in het veld Service Name (Servicenaam).

Selecteer het protocol voor de service in het vervolgkeuzemenu Protocol en geef het gewenste bereik op in de velden Port Range (Poortbereik). Klik vervolgens op de knop Add (Toevoegen).

Als u een service wilt wijzigen, selecteert u de service in de lijst rechts in het scherm. Wijzig de naam, de protocolinstelling of het poortbereik. Klik vervolgens op de knop

Modify (Wijzigen).

Als u een service wilt verwijderen, selecteert u de service in de lijst rechts op het scherm. Klik vervolgens op de knop Delete (Verwijderen).

Nadat u de gewenste wijzigingen hebt aangebracht in het scherm Port Services (Poortservices), klikt u op de knop

Apply (Toepassen) om de wijzigingen op te slaan. Klik op de knop Cancel (Annuleren) als u de wijzigingen wilt annuleren. Klik op de knop Close (Sluiten) om het scherm Port Services (Poortservices) te sluiten en terug te keren naar het scherm Access Restrictions (Toegangsbeperkingen).

8. Als u websites op basis van een bepaalde URL wilt blokkeren, typt u elke URL in een apart veld naast Website

Blocking by URL Address

(Websiteblokkering op URL).

9. Als u websites op basis van een bepaald trefwoord wilt blokkeren, typt u elk trefwoord in een apart veld naast

Website Blocking by Keyword

(Websiteblokkering op trefwoord).

10. Klik op de knop

Save Settings (Instellingen opslaan) als u de instellingen voor de beleidsregel wilt opslaan.

Klik op de knop Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) als u de instellingen voor het beleid wilt annuleren.

Hoofdstuk 3: De Wireless-G-breedbandrouter configureren

Het tabblad Access Restrictions (Toegangsbeperkingen) - Internet Access (Internettoegang)

Afbeelding 3-32: Internet Policy Summary

(Overzicht internettoegangsbeleid)

Afbeelding 3-33: List of PCs (Overzicht van pc's)

Afbeelding 3-34: Port Services (Poortservices)

ftp: een protocol dat wordt gebruikt voor bestandsoverdracht in een TCP/IP-netwerk

telnet: een gebruikersopdracht en TCP/IPprotocol voor toegang tot externe pc's

url: het adres van een bestand dat zich op internet bevindt

24

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

Het tabblad Applications and Gaming (Toepassingen en games) - Port Range

Forward (Doorsturen poortbereik)

Op het tabblad Applications and Gaming (Toepassingen en games) kunt u openbare services op uw netwerk instellen, zoals webservers, ftp-servers, e-mailservers of andere, gespecialiseerde internettoepassingen. (Gespecialiseerde internettoepassingen zijn toepassingen die gebruikmaken van internet om functies uit te voeren, zoals videoconferenties en on line games. Voor sommige internettoepassingen is doorsturen niet nodig.)

Als u een poort wilt doorsturen, voert u op elke regel de gegevens voor de vereiste criteria in. De criteria worden hieronder beschreven.

Application (Toepassing). Typ in dit veld de naam voor de toepassing. Elke naam mag niet langer dan 12 tekens zijn.

Start/End (Eerste/laatste). Dit is het poortbereik. Geef de waarde waarmee het poortbereik begint op onder Start (Begin) en de waarde waarmee het bereik eindigt onder End (Einde).

Protocol. Geef het protocol op dat wordt gebruikt voor deze toepassing: TCP of UDP, of Both (Beide).

IP Address (IP-adres). Voer voor elke toepassing het IP-adres in van de computer waarop de desbetreffende toepassing wordt uitgevoerd.

Enable (Inschakelen). Klik op het selectievakje Enable (Inschakelen) als u het doorsturen van poorten voor de desbetreffende toepassing wilt inschakelen.

Wijzig deze instellingen aan de hand van deze instructies en klik op de knop Save Settings (Instellingen opslaan) als u de wijzigingen wilt toepassen of klik op

Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) als u de wijzigingen wilt annuleren.

Afbeelding 3-35: Tabblad Applications and

Gaming (Toepassingen en games) - Port

Range Forward (Doorsturen poortbereik)

tcp: een netwerkprotocol voor het verzenden van gegevens waarvoor bevestiging door de ontvanger van de verzonden gegevens is vereist

udp: een netwerkprotocol voor het verzenden van gegevens waarvoor geen bevestiging door de ontvanger van de verzonden gegevens is vereist

ip (internet protocol): een protocol dat wordt gebruikt voor het verzenden van gegevens via een netwerk

ip-adres: het adres dat wordt gebruikt om een computer of apparaat in een netwerk te identificeren

Hoofdstuk 3: De Wireless-G-breedbandrouter configureren

Het tabblad Applications and Gaming (Toepassingen en games) - Port Range Forward (Doorsturen poortbereik)

25

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

Het tabblad Applications & Gaming (Toepassingen en games) - Port Triggering

(Poorttriggers)

Op het scherm Port Triggering (Poorttriggers) kunt u instellen dat de router uitgaande gegevens controleert op bepaalde poortnummers. De router onthoudt het IP-adres van de computer die de overeenkomende gegevens verzendt. Wanneer de aangevraagde gegevens vervolgens worden teruggestuurd via de router, worden de gegevens naar de juiste computer teruggeleid aan de hand van het IP-adres en de regels voor poorttoewijzing.

Port Triggering (Poorttriggers)

Application (Toepassing). Voer de toepassingsnaam van de trigger in.

Triggered Range (Getriggerd bereik)

Voer voor elke toepassing het getriggerde poortbereik in. Raadpleeg de documentatie bij de internettoepassing voor de gewenste poortnummers.

Start Port (Begin poortbereik). Voer het nummer in van de eerste poort in het getriggerde bereik.

End Port (Einde poortbereik). Voer het nummer in van de laatste poort in het getriggerde bereik.

Forwarded Range (Doorgestuurd bereik)

Voer voor elke toepassing het doorgestuurde poortbereik in. Raadpleeg de documentatie bij de internettoepassing voor de gewenste poortnummers.

Start Port (Begin poortbereik). Voer het nummer in van de eerste poort in het doorgestuurde bereik.

End Port (Einde poortbereik). Voer het nummer in van de laatste poort in het doorgestuurde bereik.

Wijzig deze instellingen aan de hand van deze instructies en klik op de knop Save Settings (Instellingen opslaan) als u de wijzigingen wilt toepassen of klik op Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) als u de wijzigingen wilt annuleren.

Het tabblad Applications and Gaming (Toepassingen en games) - DMZ

Met de DMZ-functie kan één netwerkgebruiker verbinding met internet maken en een bepaalde service gebruiken, zoals on line games of videoconferenties. DMZ-hosting wijst alle poorten op hetzelfde moment aan één computer toe. De functie voor het doorsturen van poortbereiken is veiliger, omdat hierbij alleen de poorten worden geopend die u wilt openen, terwijl bij

DMZ-hosting alle poorten op één computer worden geopend, zodat via internet verbinding met de computer kan worden gemaakt.

Op elke computer waarvan de poort wordt toegewezen, moet de DHCP-clientfunctie worden uitgeschakeld en moet er een nieuw, vast IP-adres aan worden toegewezen, omdat het IP-adres kan veranderen wanneer de DHCP-functie wordt gebruikt.

Als u één computer wilt weergeven, selecteert u Enable (Inschakelen). Geef vervolgens in het veld DMZ Host IP Address (IPadres DMZ-host) het IP-adres van de computer op.

Wijzig deze instellingen aan de hand van deze instructies en klik op de knop

Save Settings (Instellingen opslaan) als u de wijzigingen wilt toepassen of klik op Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) als u de wijzigingen wilt annuleren.

Hoofdstuk 3: De Wireless-G-breedbandrouter configureren

Het tabblad Applications & Gaming (Toepassingen en games) - Port Triggering (Poorttriggers)

Afbeelding 3-36: Tabblad Applications & Gaming

(Toepassingen en games) - Port Triggering

(Poorttriggers)

Afbeelding 3-37: Tabblad Applications and Gaming

(Toepassingen en games) - DMZ

26

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

QoS

Dankzij Quality of Service (QoS) is betere service mogelijk voor netwerkverkeer met een hoge prioriteit waarvoor veeleisende, real-time toepassingen nodig zijn, zoals videoconferenties.

U kunt kiezen uit drie soorten QoS: Device Priority (Prioriteit apparaat), Application Priority (Prioriteit toepassing) en Ethernet

Port Priority (Prioriteit LAN-poort).

Enabled/Disabled (Ingeschakeld/Uitgeschakeld). Selecteer Enable (Inschakelen) als u de uitgaande bandbreedte wilt beperken voor de QoS-beleidsregels die worden gebruikt. In andere gevallen selecteert u

Disable (Uitschakelen).

Upstream Bandwidth (Upload-bandbreedte). Selecteer in het vervolgkeuzemenu de te gebruiken bandbreedte. Met deze instelling kunt u de uitgaande bandbreedte beperken voor de QoS-beleidsregels die worden gebruikt, zodat u kunt bepalen hoeveel bandbreedte door een bepaalde toepassing mag worden gebruikt.

Device Priority (Prioriteit apparaat)

Typ de naam van uw netwerkapparaat in het veld Device name (Apparaatnaam), geef het MAC-adres van het apparaat op en selecteer de gewenste prioriteit in de vervolgkeuzelijst.

Ethernet Port Priority (Prioriteit LAN-poort)

Met Ethernet Port Priority QoS (QoS-prioriteit LAN-poort) kunt u een prioriteit instellen voor de prestaties voor vier routerpoorten

(LAN-poort 1-4). Selecteer voor elk van deze poorten de prioriteit High (Hoog) of Low (Laag). Selecteer Enable (Inschakelen) voor Flow Control (Gegevensstroombeheer) als u de gegevens tussen netwerkapparaten door de router wilt laten beheren. Als u deze functie niet wilt gebruiken, selecteert u Disable (Uitschakelen). Aan de overige vier poorten van de router wordt automatisch een lage prioriteit toegewezen. Met Incoming Rate Limit (Beperking inkomende snelheid) kunt u de inkomende bandbreedte beperken. Als u deze functie wilt gebruiken, selecteert u 8M, 4M, 2M, 1M, 512K, 256K of 128K (M staat voor

Mbps, K staat voor kbps). Als u deze functie niet wilt gebruiken, houdt u de standaardinstelling Disable (Uitschakelen) aan.

Ethernet Port Priority QoS (QoS-prioriteit LAN-poort) hoeft niet te worden ondersteund door uw internetprovider omdat de poorten waarvoor een prioriteit wordt ingesteld, uitgaande LAN-poorten naar uw netwerk zijn.

Application Port Priority (Prioriteit toepassingspoort)

Met Application Port Priority QoS (QoS-prioriteit toepassingspoort) worden gegevens beheerd terwijl deze worden verzonden en ontvangen. Naar gelang de instellingen in het scherm QoS, kunt u met deze functie een hoge of lage prioriteit toekennen aan gegevens voor vijf vooraf ingestelde toepassingen en drie extra, door u ingestelde toepassingen. Selecteer voor elke toepassing de prioriteit High (Hoog) of Low (Laag). Bij Specific Port# (Specifiek poortnummer) kunt u drie extra toepassingen opgeven door de poortnummers voor deze toepassingen in te voeren in de velden Specific Port# (Specifiek poortnummer).

FTP (File Transfer Protocol). Een protocol dat wordt gebruikt voor bestandsoverdracht in een TCP/IP-netwerk (internet, UNIX, enz.).

U kunt FTP bijvoorbeeld gebruiken voor het uploaden van HTML-pagina's voor een website van een lokale computer naar de webserver.

HTTP (HyperText Transport Protocol). Het communicatieprotocol dat wordt gebruikt om verbinding te maken met servers op internet. De belangrijkste functie van dit protocol is het tot stand brengen van een verbinding met een webserver en het verzenden van HTML-pagina's naar de webbrowser van de client.

Telnet. Een terminal-emulatieprotocol dat veel wordt gebruikt voor internet- en TCP/IP-netwerken. Met dit protocol kan een gebruiker op een terminal of computer zich aanmelden bij een extern apparaat en een programma uitvoeren.

Hoofdstuk 3: De Wireless-G-breedbandrouter configureren

QoS

Afbeelding 3-38: Tabblad Applications and Gaming

(Toepassingen en games) - QoS

27

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

SMTP (Simple Mail Transfer Protocol). Het standaardprotocol voor e-mail op internet. Het is een TCP/IP-protocol waarmee de berichtindeling en de MTA (Message Transfer Agent), die de berichten opslaat en doorstuurt, worden bepaald.

POP3 (Post Office Protocol 3). Een standaard-e-mailserver die veel op internet wordt gebruikt. POP3 biedt een berichtenopslag waarin inkomende e-mailberichten worden opgeslagen totdat gebruikers zich aanmelden en de berichten downloaden. POP3 is een eenvoudig systeem met weinig keuzemogelijkheden. Alle wachtende berichten en bijlagen worden tegelijk gedownload. POP3 maakt gebruikt van het SMTP-berichtenprotocol.

Application Name (Naam toepassing). U kunt drie extra toepassingen toevoegen door de namen ervan in te voeren in de velden Application Name (Naam toepassing).

Wijzig deze instellingen aan de hand van deze instructies en klik op de knop

Save Settings (Instellingen opslaan) als u de wijzigingen wilt toepassen of klik op Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) als u de wijzigingen wilt annuleren.

Het tabblad Administration (Administratie) - Management (Beheer)

In dit gedeelte van het tabblad Administration (Administratie) kan de netwerkbeheerder bepaalde functies van de router voor toegang en beveiliging beheren.

Local Router Access (Lokale routertoegang). Hier kunt u het wachtwoord van de router wijzigen. Voer een nieuw routerwachtwoord in en typ dit wachtwoord nogmaals in het veld voor wachtwoordbevestiging om het te bevestigen.

Web Access (Internettoegang). HTTP (HyperText Transport Protocol) is het communicatieprotocol dat wordt gebruikt om verbinding te maken met servers op internet. HTTPS maakt gebruik van SSL (Secured Socket Layer) voor het coderen van gegevens die worden verzonden en biedt daarmee een betere beveiliging. Selecteer

HTTP of HTTPS. Wireless Access Web

(Draadloze internettoegang) - Als u uw draadloze router gebruikt in een openbaar domein waarin u draadloze toegang verleent aan uw gasten, kunt u draadloze toegang tot het webgebaseerde hulpprogramma van de router uitschakelen. U hebt dan alleen toegang tot het webgebaseerde hulpprogramma via een bekabelde aansluiting. Selecteer Enable (Inschakelen) als u draadloze toegang tot het webgebaseerde hulpprogramma van de router wilt inschakelen of

Disable (Uitschakelen) als u draadloze toegang tot het hulpprogramma wilt uitschakelen.

Remote Router Access (Externe routertoegang) Voor externe toegang tot de router (buiten het netwerk), dient u Enable

(Inschakelen) te selecteren. Voer vervolgens het poortnummer in voor de externe toegang. Wanneer u de router op deze manier benadert, dient u net als gebruikelijk het wachtwoord van de router in te voeren.

UPnP. Selecteer Enable (Inschakelen) als u de UPnP-functie gebruikt. Deze optie is standaard uitgeschakeld, omdat de functie tot veiligheidsrisico's kan leiden.

Wijzig deze instellingen aan de hand van deze instructies en klik op de knop Save Settings (Instellingen opslaan) als u de wijzigingen wilt toepassen of klik op Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) als u de wijzigingen wilt annuleren.

Het tabblad Administration (Administratie) - Log (Logboek)

De router kan logboeken van al het verkeer van uw internetverbinding bijhouden. Als u de logboekfunctie wilt uitschakelen, houdt u de standaardinstelling

Disable (Uitschakelen) aan. Selecteer Enable (Inschakelen) als u toezicht wilt houden op het verkeer tussen het netwerk en internet. Klik (naar gelang het gewenste type logboek) op Incoming Log (Logboek inkomend verkeer) of Outgoing Log (Logboek uitgaand verkeer) als u de logboeken wilt weergeven.

Wijzig deze instellingen aan de hand van deze instructies en klik op de knop Save Settings (Instellingen opslaan) als u de wijzigingen wilt toepassen of klik op Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) als u de wijzigingen wilt annuleren.

Afbeelding 3-39: Tabblad Administration (Administratie) -

Management (Beheer)

Afbeelding 3-40: Tabblad Administration (Administratie) -

Log (Logboek)

Hoofdstuk 3: De Wireless-G-breedbandrouter configureren

Het tabblad Administration (Administratie) - Management (Beheer)

28

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

Het tabblad Administration (Administratie) - Diagnostics (Diagnostische gegevens)

Met de diagnostische tests (Ping en Traceroute) kunt u de verbindingen van uw netwerkcomponenten controleren.

Ping Test (Ping-test). Met de ping-test wordt de status van een verbinding gecontroleerd. Klik op de knop Ping om het scherm Ping Test (Ping-test) te openen. Voer het adres in van de computer waarvan u de verbinding wilt testen en geef op hoe vaak u de verbinding wilt testen. Klik vervolgens op de knop

Ping. In het scherm Ping Test (Ping-test) wordt weergegeven of de test is geslaagd.. Klik op de knop Stop (Stoppen) als u het testen wilt stoppen. Klik op de knop Clear Log (Logboek wissen) als u het scherm wilt wissen. Klik op de knop

Close (Sluiten) als u wilt terugkeren naar het scherm Diagnostics (Diagnostische gegevens).

Traceroute Test (Traceroute-test). Als u de prestaties van een verbinding wilt testen, klikt u op de knop Traceroute. Voer het adres in van de computer waarvan u de verbinding wilt testen en klik op de knop

Ping. In het scherm Traceroute Test

(Traceroute-test). wordt weergegeven of de test is geslaagd. Klik op de knop Stop (Stoppen) als u het testen wilt stoppen. Klik op de knop

Clear Log (Logboek wissen) als u het scherm wilt wissen. Klik op de knop Close (Sluiten) als u wilt terugkeren naar het scherm Diagnostics (Diagnostische gegevens).

Wijzig deze instellingen aan de hand van deze instructies en klik op de knop Save Settings (Instellingen opslaan) als u de wijzigingen wilt toepassen of klik op

Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) als u de wijzigingen wilt annuleren.

Afbeelding 3-41: Tabblad Administration (Administratie) -

Diagnostics (Diagnostische gegevens)

Afbeelding 3-42: The Ping Test

(De Ping-test)

Hoofdstuk 3: De Wireless-G-breedbandrouter configureren

Het tabblad Administration (Administratie) - Diagnostics (Diagnostische gegevens)

Afbeelding 3-43: The Traceroute Test

(De Traceroute-test)

29

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

Het tabblad Administration (Administratie) - Factory Defaults

(Fabrieksinstellingen)

Klik op de knop

Yes (Ja) als u de standaardwaarden van alle configuratie-instellingen wilt herstellen en klik vervolgens op de knop Save Settings (Instellingen opslaan). Als u de standaardinstellingen herstelt, gaan alle door u opgeslagen instellingen verloren. Deze functie is standaard uitgeschakeld.

Het tabblad Administration (Administratie) - Firmware Upgrade

(Firmware-upgrade)

U kunt een upgrade van firmware uitvoeren door te klikken op de knop

Upgrade nadat u naar de firmware hebt gezocht, die u kunt downloaden vanaf de website van Linksys. Voer alleen een upgrade van de firmware uit wanneer u problemen ondervindt met de router. Raadpleeg “Bijlage C: Het upgraden van de firmware” voor meer informatie over het upgraden van firmware.

Afbeelding 3-44: Tabblad Administration (Administratie) -

Factory Defaults (Fabrieksinstellingen)

Het tabblad Administration (Administratie) - Config Management

(Configuratiebeheer)

Op dit scherm kunt u een reservekopie maken van het configuratiebestand van de router of dit configuratiebestand herstellen.

Klik op de knop Backup (Reservekopie) als u een reservekopie wilt maken van het configuratiebestand van de router. Volg de instructies op het scherm.

Als u het configuratiebestand van de router wilt herstellen, klikt u op de knop

Browse (Bladeren) om het gewenste bestand te zoeken. Volg daarna de instructies op het scherm. Klik op de knop Restore (Herstellen) nadat u het bestand hebt geselecteerd.

Wijzig deze instellingen aan de hand van deze instructies en klik op de knop

Save Settings (Instellingen opslaan) als u de wijzigingen wilt toepassen of klik op Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) als u de wijzigingen wilt annuleren.

Hoofdstuk 3: De Wireless-G-breedbandrouter configureren

Het tabblad Administration (Administratie) - Factory Defaults (Fabrieksinstellingen)

Afbeelding 3-45: Tabblad Administration (Administratie) -

Firmware Upgrade (Firmware-upgrade)

Afbeelding 3-46: Tabblad Administration (Administratie) -

Config Management (Configuratiebeheer)

30

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

Het tabblad Status - Router

De status van de router wordt weergegeven in het scherm Router op het tabblad Status.

Firmware Version (Firmwareversie). De huidige firmware van de router.

Current Time (Huidige tijd). De huidige tijd, zoals u deze hebt ingesteld op het tabblad Setup (Instellingen).

MAC Address (MAC-adres). Het MAC-adres van de router dat wordt doorgegeven aan uw internetprovider.

Router Name (Naam router). De routernaam die u hebt ingesteld op het tabblad Setup (Instellingen).

Host name (Hostnaam). De hostnaam die u hebt ingesteld op het tabblad Setup (Instellingen) als uw internetprovider een hostnaam vereist.

Domain Name (Domeinnaam). De hostnaam die u hebt ingesteld op het tabblad Setup (Instellingen) als uw internetprovider een hostnaam vereist.

Configuration Type (Configuratietype). De gegevens die uw internetprovider nodig heeft om verbinding te kunnen maken met internet. Deze gegevens zijn ingevoerd op het tabblad Setup (Instellingen). U kunt een verbinding tot stand brengen met de knop

Connect (Aansluiten) of verbreken met de knop Disconnect (Verbinding verbreken).

Afbeelding 3-47: Tabblad Status - Router

mac address: het unieke adres dat door een fabrikant wordt toegewezen aan een netwerkapparaat

isp: uw internetprovider

domein: een specifieke naam voor een netwerk van computers

Hoofdstuk 3: De Wireless-G-breedbandrouter configureren

Het tabblad Status - Router

31

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

Het tabblad Status - Local Network (Lokaal netwerk)

De status van het netwerk wordt weergegeven in het scherm Local Network (Lokaal netwerk) op het tabblad Status.

MAC Address (MAC-adres). Het MAC-adres van de router, zoals dit wordt weergegeven in uw lokale, Ethernet-netwerk.

IP Address (IP-adres). Het IP-adres van de router, zoals dit wordt weergegeven in uw lokale, Ethernet-netwerk.

Subnet Mask (Subnetmasker). Als de router een subnetmasker gebruikt, wordt dat hier weergegeven.

DHCP Server (DHCP-server). Als de router wordt gebruikt als DHCP-server, wordt dat hier weergegeven.

Start IP Address (Eerste IP-adres). Het begin van de reeks IP-adressen die door de apparaten in uw lokale, Ethernet-netwerk worden gebruikt.

End IP Address (Laatste IP-adres). Het eind van de reeks IP-adressen die door de apparaten in uw lokale, Ethernet-netwerk worden gebruikt.

DHCP Clients Table (Clienttabel DHCP). Met deze knop geeft u een scherm weer met een overzicht van de computers die de router als DHCP-server gebruiken. U kunt computers uit deze lijst verwijderen en de verbinding ervan verbreken door het vakje

Delete (Verwijderen) te selecteren en op de knop Delete (Verwijderen) te klikken.

Afbeelding 3-48: Tabblad Status - Local Network

(Lokaal netwerk)

Het tabblad Status - Wireless (Draadloos)

De status van het draadloze netwerk wordt weergegeven op het tabblad Status in het scherm Wireless (Draadloos).

MAC Address (MAC-adres). Het MAC-adres van de router, zoals dit wordt weergegeven in uw lokale, WLAN-netwerk.

Mode (Modus). De draadloze modus (Mixed (Gemengd), G-Only (Alleen G) of Disabled (Uitgeschakeld)) van het netwerk, die u hebt ingesteld op het tabblad Wireless (Draadloos).

SSID. De naam of SSID van het draadloze netwerk die u hebt opgegeven op het tabblad Wireless (Draadloos).

DHCP Server (DHCP-server). Als de router wordt gebruikt als DHCP-server, wordt dat hier weergegeven.

Channel (Kanaal). Het kanaal waarop uw draadloze netwerk uitzendt, dat u hebt opgegeven op het tabblad Wireless

(Draadloos).

Encryption Function (Codering). Het coderingstype dat de router gebruikt voor de beveiliging, dat u hebt geselecteerd op het tabblad Security (Beveiliging).

Hoofdstuk 3: De Wireless-G-breedbandrouter configureren

Het tabblad Status - Local Network (Lokaal netwerk)

Afbeelding 3-49: DHCP Clients Table (Clienttabel DHCP)

Afbeelding 3-50: Tabblad Status - Wireless

(Draadloos)

32

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

Bijlage A: Probleemoplossing

Deze bijlage bestaat uit twee delen: “Algemene problemen en oplossingen” en “Veelgestelde vragen”. Er worden mogelijke oplossingen gegeven van problemen die kunnen optreden tijdens de installatie en bediening van de router. Lees de onderstaande beschrijvingen die u kunnen helpen bij het oplossen van uw problemen. Als u hier de antwoorden niet kunt vinden, raadpleegt u de website van Linksys op www.linksys.com/international.

Algemene problemen en oplossingen

1. Ik probeer toegang te krijgen tot het webgebaseerde hulpprogramma van de router, maar ik zie het aanmeldscherm niet. Ik zie in plaats daarvan een scherm waarop staat “404 Forbidden” (404 verboden).

Als u Internet Explorer gebruikt, volgt u de onderstaande stappen totdat u het aanmeldscherm van het webgebaseerde hulpprogramma ziet (bij Netscape Navigator zult u gelijksoortige stappen moeten volgen):

1. Klik op

Bestand. Zorg dat Off line werken NIET is geselecteerd.

2. Druk op CTRL + F5. Dit is een harde vernieuwing, waardoor Windows Explorer gedwongen wordt nieuwe webpagina's te laden in plaats van de pagina's die in het cachegeheugen zijn geplaatst.

3. Klik op Extra. Klik op Internet-opties. Klik op het tabblad Beveiliging. Klik op de knop Standaardniveau. Zorg dat het niveau van de beveiliging op Normaal of lager staat. Klik vervolgens op

OK.

2. Ik moet een vast IP-adres op een computer instellen.

U kunt een vast IP-adres aan een computer toekennen door de volgende stappen te volgen:

• Windows 98SE en Me:

1. Klik op Start, Instellingen en Configuratiescherm. Dubbelklik op Netwerk.

2. In het vak De volgende netwerkcomponenten zijn geïnstalleerd, selecteert u de TCP/IP-> voor uw Ethernet-adapter. Als u slechts één Ethernet-adapter hebt geïnstalleerd, ziet u slechts één TCP/IP-lijn die niet bij een Ethernet-adapter hoort. Markeer deze lijn en klik op de knop Eigenschappen.

3. In het venster TCP/IP-eigenschappen, selecteert u het tabblad

IP-adres en vervolgens selecteert u Een IP-adres opgeven. Voer een uniek IP-adres in dat niet wordt gebruikt door een andere computer in het netwerk dat is aangesloten op de router. Zorg dat elk IP-adres uniek is voor elke computer of elk netwerkapparaat.

4. Klik op het tabblad

Gateway en in de prompt Nieuwe gateway, voert u 192.168.1.1 in (het standaard IP-adres van de router). Klik op de knop Toevoegen om de invoer te accepteren.

5. Klik op het tabblad

DNS en zorg dat de optie DNS ingeschakeld is geselecteerd. Voer de host- en domeinnaam in (b.v. John voor Host en home voor Domein). Voer de

DNS-gegevens in die u hebt ontvangen van uw internetprovider. Als u geen DNS-IP-adres van uw internetprovider hebt ontvangen, neemt u contact op met uw internetprovider of gaat u naar de website van de internetprovider om deze informatie te verkrijgen.

6. Klik op de knop OK in het venster TCP/IP-eigenschappen en klik op Sluiten of op OK in het venster Netwerk.

7. Start de computer opnieuw op als u hierom wordt gevraagd.

• Windows 2000:

1. Klik op

Start, Instellingen en Configuratiescherm. Dubbelklik op Netwerk- en inbelverbindingen.

2. Klik met de rechtermuisknop op de LAN-verbinding voor de Ethernet-adapter die u gebruikt en selecteer de optie Eigenschappen.

3. In het vak Geselecteerde onderdelen worden door deze verbinding gebruikt, markeert u

Internet-protocol (TCP/IP) en klikt u op de knop Eigenschappen. Selecteer de optie Het volgende IP-adres gebruiken.

4. Voer een uniek IP-adres in dat niet wordt gebruikt door een andere computer in het netwerk dat is aangesloten op de router.

5. Voer het subnetmasker in ( 255.255.255.0).

6. Voer de standaardgateway (

192.168.1.1, het standaard IP-adres van de router).

7. Onder in het venster, selecteert u De volgende DNS-serveradressen gebruiken en voert u Voorkeurs-DNS-server en Alternatieve DNS-server (ontvangen van uw internetprovider) in. Neem contact op met uw internetprovider of ga naar diens website om de benodigde gegevens te zoeken.

8. Klik op de knop OK in het venster Eigenschappen voor Internet-protocol (TCP/IP) en op OK in het venster Eigenschappen van LAN-verbinding.

Bijlage A: Probleemoplossing

33

Algemene problemen en oplossingen

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

9. Start de computer opnieuw op als u hierom wordt gevraagd.

• Windows XP:

In de volgende aanwijzingen is aangenomen dat u Windows XP uitvoert met de standaardinterface. Als u de Classic-interface gebruikt (waarbij de pictogrammen en menu's eruitzien als de voorgaande Windows-versies), volgt u de aanwijzingen voor Windows 2000.

1. Klik op

Start en Configuratiescherm.

2. Klik op het pictogram

Netwerk- en Internet-verbindingen en klik vervolgens op het pictogram Netwerkverbindingen.

3. Klik met de rechtermuisknop op de LAN-verbinding voor de Ethernet-adapter die u gebruikt en selecteer de optie Eigenschappen.

4. In het vak Deze verbinding heeft de volgende onderdelen nodig, markeert u Internet-protocol (TCP/IP). Klik op de knop Eigenschappen.

5. Voer een uniek IP-adres in dat niet wordt gebruikt door een andere computer in het netwerk dat is aangesloten op de router.

6. Voer het subnetmasker in ( 255.255.255.0).

7. Voer de standaardgateway ( 192.168.1.1, het standaard IP-adres van de router).

8. Onder in het venster, selecteert u De volgende DNS-serveradressen gebruiken en voert u Voorkeurs-DNS-server en Alternatieve DNS-server (ontvangen van uw internetprovider) in. Neem contact op met uw internetprovider of ga naar diens website om de benodigde gegevens te zoeken.

9. Klik op de knop OK in het venster Eigenschappen voor Internet Protocol (TCP/IP). Klik op de knop OK in het venster Eigenschappen van LAN-verbinding.

3. Ik wil mijn internetverbinding testen.

A Controleer uw TCP/IP-instellingen.

Windows 98SE, Me, 2000 en XP:

• Zorg dat Automatisch een IP-adres laten toewijzen is geselecteerd in de instellingen.

B Open een opdrachtprompt (Start, Programma's, Bureau-accessoires).

Windows 98SE en Me:

• Klik op

Start en Uitvoeren. Typ command in het veld Openen. Druk op de toets Enter of klik op de knop OK.

Windows 2000 en XP:

• Klik op

Start en Uitvoeren. Typ cmd in het veld Openen. Druk op de toets Enter of klik op de knop OK. Typ ping 192.168.1.1 in de opdrachtprompt en druk op de toets

Enter.

• Als u een antwoord krijgt, communiceert de computer met de router.

• Controleer de kabel. Als u GEEN antwoord krijgt, zorg er dan voor dat Automatisch een IP-adres laten toewijzen is geselecteerd in de TCP/IP-instellingen voor uw Ethernetadapter.

C Typ ping in de opdrachtprompt, gevolgd door uw internet- of WAN-IP-adres en druk op de toets Enter. U vindt het internet- of WAN-IP-adres in het scherm Status van het webgebaseerde hulpprogramma van de router. Als uw internet- of WAN-IP-adres bijvoorbeeld 1.2.3.4 is, voert u ping 1.2.3.4 in en drukt u op de toets Enter.

• Als u een antwoord krijgt, is de computer verbonden met de router.

• Probeer de ping-opdracht op een andere computer als u GEEN antwoord krijgt om te controleren of het probleem wellicht wordt veroorzaakt door uw computer.

D Typ ping www.yahoo.com in de opdrachtprompt en druk op de toets Enter.

• Als u een antwoord krijgt, is de computer verbonden met internet. Probeer de ping-opdracht op een andere computer als u geen webpagina kunt openen om te controleren of het probleem wellicht wordt veroorzaakt door uw computer.

• Als u GEEN antwoord krijgt, is er wellicht een probleem met de verbinding. Probeer de ping-opdracht op een andere computer om te controleren of het probleem wellicht wordt veroorzaakt door uw computer.

5. Ik krijg geen IP-adres op internet met mijn internetverbinding.

• Raadpleeg "Probleem 2: Ik wil mijn internetverbinding testen" om te controleren of verbinding met internet tot stand is gebracht.

• Als u het MAC-adres van uw Ethernet-adapter bij uw internetprovider moet registreren, raadpleegt u “Bijlage E: Het achterhalen van het MAC- en IP-adres voor uw

Ethernet-adapter”. Als u het MAC-adres van uw Ethernet-adapter op de router moet klonen, raadpleegt u het gedeelte over het systeem van “Hoofdstuk 5: De Wireless-Gbreedbandrouter configureren".

Bijlage A: Probleemoplossing

Algemene problemen en oplossingen

34

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

• Zorg dat u de juiste instellingen voor uw internetverbinding gebruikt. Neem contact op met uw internetprovider om na te gaan of het type internetverbinding dat u gebruikt

DHCP, vast IP-adres of PPPoE (meestal gebruikt door DSL-klanten) is. Raadpleeg het gedeelte Instellingen van “Hoofdstuk 5: De Wireless-G-breedbandrouter configureren” voor meer informatie over instellingen voor uw internetverbinding.

• Zorg dat u de juiste kabel gebruikt. Controleer of de internetkolom een Link-/Act-LED heeft die ononderbroken oplicht.

• Zorg dat de kabel van uw kabel- of DSL-modem is aangesloten op de internetpoort van de router. Controleer of het scherm Status van het webgebaseerde hulpprogramma van de router een geldig IP-adres van uw internetprovider toont.

• Zet de computer, router en DSL-/kabelmodem uit. Wacht 30 seconden en zet dan de router, DSL-/kabelmodem en computer weer aan. Controleer het tabblad Status van het webgebaseerde hulpprogramma van de router om te zien of u een IP-adres krijgt.

6. Ik kan geen toegang krijgen tot de pagina Setup (Instellingen) van het webgebaseerde hulpprogramma van de router.

• Raadpleeg “Probleem 2, Ik wil mijn internetverbinding testen” om te controleren of uw computer correct op de router is aangesloten.

• Raadpleeg “Bijlage E: Het achterhalen van het MAC- en IP-adres voor uw Ethernet-adapter” om te controleren of uw computer een IP-adres, subnetmasker, gateway en

DNS heeft.

• Stel een vast IP-adres op uw systeem in; raadpleeg "Probleem 1: Ik moet een vast IP-adres op een computer instellen".

• Raadpleeg “Probleem 10: Ik ben een PPPoE-gebruiker en ik moet de proxy-instellingen of het inbelvenster verwijderen.”

7. Ik moet een server achter mijn router installeren en deze openbaar maken.

Als u een server, zoals een web-, ftp- of mailserver, wilt gebruiken, dient u het poortnummer voor deze server te weten. Bijvoorbeeld: poort 80 (HTTP) wordt gebruikt voor web; poort 21 (FTP) wordt gebruikt voor FTP en poort 25 (SMTP uitgaand) en poort 110 (POP3 inkomend) worden gebruikt voor de mailserver. Meer informatie hierover vindt u in de documentatie die is geleverd bij de server die u hebt geïnstalleerd.

Volg de onderstaande stappen als u het doorsturen van poorten wilt instellen via het webgebaseerde hulpprogramma van de router. We gaan web-, FTP- en mailservers instellen.

1. Open het webgebaseerde hulpprogramma van de router door naar http://192.168.1.1 of naar het IP-adres van de router te gaan. Ga naar het tabblad Applications &

Gaming (Toepassingen en games) => Port Forwarding (Doorsturen poort).

2. Voer een naam in die u wilt gebruiken voor de aangepaste toepassing.

3. Voer het externe poortbereik in van de service die u gebruikt. Als u bijvoorbeeld een webserver hebt, voert u het bereik 80 tot 80 in.

4. Selecteer het protocol dat u gaat gebruiken: TCP en/of UDP.

5. Voer het IP-adres in van de computer of het netwerkapparaat voor de poortserver. Bijvoorbeeld: als het IP-adres van de Ethernet-adapter van de webserver

192.168.1.100 is, typt u 100 in het desbetreffende veld. Raadpleeg “Bijlage E: Het achterhalen van het MAC- en IP-adres voor uw Ethernet-adapter” voor meer informatie over het verkrijgen van een IP-adres.

6. Selecteer de optie

Enable (Inschakelen) voor de poortservices die u wilt gebruiken. Bekijk het onderstaande voorbeeld:

Toepassing

Webserver

FTP-server

SMTP (uitgaand)

POP3 (inkomend)

Bijlage A: Probleemoplossing

Algemene problemen en oplossingen

Begin en eind Protocol IP Address (IP-adres) Ingeschakeld

80 tot 80

21 tot 21

25 tot 25

110 tot 110

Beide

TCP

Beide

Beide

192.168.1.100

192.168.1.101

192.168.1.102

192.168.1.102

X

X

X

X

35

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

Als u klaar bent met de configuratie, klikt u op de knop

Save Settings (Instellingen opslaan).

8. Ik moet hosting van on line games installeren of andere internettoepassingen gebruiken.

Als u on line games wilt spelen of internettoepassingen wilt gebruiken, zal dat meestal goed werken zonder dat u poorten hoeft door te sturen of DMZ-hosting hoeft uit te voeren. Er kunnen zich situaties voordoen waarin u een on line game of internettoepassing wilt hosten. Hiervoor moet u de router instellen om inkomende pakketten of gegevens aan een specifieke computer af te leveren. Dit geldt ook voor de internettoepassingen die u gebruikt. Voor informatie over de te gebruiken poortservices kunt u het beste naar de website gaan van de on line game of van de toepassing die u wilt gebruiken. Volg onderstaande stappen om hosting van on line games in te stellen of een bepaalde internettoepassing te gebruiken:

1. Raadpleeg de webinterface van de router door naar http://192.168.1.1 of naar het IP-adres van de router te gaan. Ga naar het tabblad Applications & Gaming

(Toepassingen en games) => Port Forwarding (Doorsturen poort).

2. Voer een naam in die u wilt gebruiken voor de aangepaste toepassing.

3. Voer het externe poortbereik in van de service die u gebruikt. Als u bijvoorbeeld een Unreal Tournament (UT) wilt hosten, voert u het bereik 7777 tot 27900 in.

4. Selecteer het protocol dat u gaat gebruiken: TCP en/of UDP.

5. Voer het IP-adres in van de computer of het netwerkapparaat voor de poortserver. Bijvoorbeeld: als het IP-adres van de Ethernet-adapter van de webserver

192.168.1.100 is, typt u 100 in het desbetreffende veld. Raadpleeg “Bijlage E: Het achterhalen van het MAC- en IP-adres voor uw Ethernet-adapter” voor meer informatie over het verkrijgen van een IP-adres.

6. Selecteer de optie

Enable (Inschakelen) voor de poortservices die u wilt gebruiken. Bekijk het onderstaande voorbeeld:

Toepassing

UT

Halflife

PC Anywhere

VPN IPSEC

Begin en eind Protocol IP Address (IP-adres) Ingeschakeld

7777 tot 27900

27015 tot 27015

5631 tot 5631

500 tot 500

Beide

Beide

UDP

UDP

192.168.1.100

192.168.1.105

192.168.1.102

192.168.1.100

X

X

X

X

Als u klaar bent met de configuratie, klikt u op de knop

Save Settings (Instellingen opslaan).

9. De internetgame, -server of -toepassing werkt niet.

Als een internetgame, -server of -toepassing niet goed werkt, kunt u overwegen één computer aan internet bloot te stellen door DMZ- hosting (DeMilitarized Zone) te gebruiken. Deze optie is beschikbaar als een toepassing te veel poorten nodig heeft of als u niet zeker weet welke poortservices u moet gebruiken. Zorg dat u alle geselecteerde doorstuuropties uitschakelt als u DMZ-hosting correct wilt gebruiken, omdat doorsturen voorrang heeft boven DMZ-hosting. (Met andere woorden, gegevens die de router inkomen, worden eerst gecontroleerd door de doorstuurinstellingen. Als voor het poortnummer waar de gegevens vandaan het doorsturen van poorten niet is ingeschakeld, stuurt de router de gegevens naar de computer of het netwerkapparaat dat u hebt ingesteld voor DMZ-hosting.)

Volg de onderstaande stappen om DMZ-hosting in te stellen:

1. Open het webgebaseerde hulpprogramma van de router door naar http://192.168.1.1 of naar het IP-adres van de router te gaan. Ga naar het tabblad Applications &

Gaming (Toepassingen en games) => Port Forwarding (Doorsturen poort).

2. Zorg dat alle doorstuurselecties zijn verwijderd of uitgeschakeld. Bewaar deze gegevens voor het geval u ze op een later tijdstip weer wilt gebruiken.

3. Ga naar het tabblad Applications & Gaming (Toepassingen en games) => DMZ.

Bijlage A: Probleemoplossing

Algemene problemen en oplossingen

36

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

4. Selecteer

Enable (Inschakelen) naast DMZ. In het veld DMZ Host IP Address (IP-adres DMZ-host) voert u het IP-adres in van de computer die u aan internet bloot wilt stellen. Hierdoor wordt de NAT-technologie voor die computer omzeild. Raadpleeg “Bijlage E: Het achterhalen van het MAC- en IP-adres voor uw Ethernet-adapter” voor meer informatie over het verkrijgen van een IP-adres.

5. Als u klaar bent met de configuratie, klikt u op de knop

Save Settings (Instellingen opslaan).

10. Ik ben mijn wachtwoord vergeten of de wachtwoordprompt verschijnt altijd als ik instellingen op de router opsla.

Herstel de fabrieksinstellingen van de router door de knop Reset 10 seconden ingedrukt te houden en dan weer los te laten. Als u nog steeds om een wachtwoord wordt gevraagd als u instellingen opslaat, volgt u de onderstaande stappen:

1. Open het webgebaseerde hulpprogramma van de router door naar http://192.168.1.1 of naar het IP-adres van de router te gaan. Geef het standaardwachtwoord admin op en klik op het tabblad Administration (Administratie) => Management (Beheer).

2. Geef een ander wachtwoord op in het veld Router Password (Routerwachtwoord) en voer hetzelfde wachtwoord in het tweede veld in om het te bevestigen.

3. Klik op de knop

Save Settings (Instellingen opslaan).

11. Ik ben een PPPoE-gebruiker en ik moet de proxy-instellingen of het inbelvenster verwijderen.

Als u proxy-instellingen hebt, moet u deze op uw computer uitschakelen. Aangezien de router de gateway is voor de internetverbinding, heeft de computer geen proxyinstellingen nodig om toegang te krijgen. Volg de onderstaande aanwijzingen om te controleren of u geen proxy-instellingen hebt en of de browser die u gebruikt is ingesteld om rechtstreeks verbinding met het LAN te maken.

• Microsoft Internet Explorer 5.0 of hoger:

1. Klik op

Start, Instellingen en Configuratiescherm. Dubbelklik op Internet-opties.

2. Klik op het tabblad

Verbindingen.

3. Klik op de knop

LAN-instellingen en maak alle selecties ongedaan.

4. Klik op de knop

OK om terug te keren naar het vorige scherm.

5. Klik op de optie

Nooit een verbinding kiezen. Hierdoor worden inbelpop-ups voor PPPoE-gebruikers verwijderd.

• Netscape 4.7 of hoger:

1. Start

Netscape Navigator en klik op Edit (Bewerken), Preferences (Voorkeuren), Advanced (Geavanceerd) en Proxies.

2. Zorg dat de optie voor rechtstreekse verbinding met internet is geselecteerd op dit scherm.

3. Sluit alle vensters.

12. Ik moet opnieuw beginnen en moet de fabrieksinstellingen van de router herstellen.

Houd de reset-knop 10 seconden ingedrukt en laat deze dan weer los. Hierdoor worden de instellingen voor het wachtwoord, het doorsturen en andere instellingen op de router hersteld tot de fabrieksinstellingen. Met andere woorden, de oorspronkelijke fabrieksconfiguratie is weer van toepassing.

13. De LED voor de voeding blijft knipperen.

Houd de reset-knop vijf seconden ingedrukt. Als dit niet werkt, is uw firmware mogelijk beschadigd. Volg de aanwijzingen in “Bijlage C: Het upgraden van de firmware” om de firmware te upgraden.

14. Ik moet de firmware upgraden.

Als u de firmware wilt upgraden, gaat u naar de website van Linksys op www.linksys.com/international en downloadt u de nieuwste firmware.

Volg de onderstaande stappen:

1. Ga naar de website van Linksys op http://www.linksys.com/international en download de nieuwste firmware.

2. Volg de aanwijzingen in “Bijlage C: Het upgraden van de firmware” om de firmware te upgraden.

Bijlage A: Probleemoplossing

Algemene problemen en oplossingen

37

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

15. Het upgraden van de firmware is mislukt en/of de LED voor de voeding knippert.

De upgrade kan om verschillende redenen zijn mislukt. Volg de onderstaande stappen om de firmware te upgraden en/of de LED voor de voeding te laten stoppen met knipperen:

• Gebruik het TFTP-programma als het upgraden van de firmware is mislukt (dit is samen met de firmware gedownload). Open het pdf-bestand dat samen met de firmware en het TFTP-programma is gedownload en volg de instructies in dit bestand.

• Stel een vast IP-adres op de pc in; raadpleeg "Probleem 1: Ik moet een vast IP-adres op een computer instellen". Gebruik de volgende instelling voor het IP-adres voor de computer die u gebruikt:

IP-adres: 192.168.1.50

Subnetmasker: 255.255.255.0

Gateway: 192.168.1.1

• Voer de upgrade uit met het TFTP-programma of via het tabblad Administration (Administratie) van het webgebaseerde hulpprogramma van de router.

16. De PPPoE-verbinding van mijn DSL-service wordt voortdurend verbroken.

PPPoE is geen verbinding die speciaal is toegewezen of altijd is ingeschakeld. De DSL-internetprovider kan de verbinding van de service na een periode van inactiviteit verbreken, net als bij een normale inbelverbinding naar internet.

• Er is een instellingsoptie waarmee dit probleem kunt voorkomen: “Keep alive” (Continu verbinding houden). Deze oplossing werkt mogelijk niet altijd, dus u moet wellicht geregeld de verbinding opnieuw tot stand brengen.

1. Als u verbinding wilt maken met de router, gaat u naar de webbrowser en voert u http://192.168.1.1 of het IP-adres van de router in.

2. Voer het wachtwoord in als u daarom wordt gevraagd. (Het standaardwachtwoord is admin.)

3. In het scherm Setup (Instellingen), selecteert u de optie

Keep Alive (Continu verbinding houden) en stelt u de optie Redial Period (Interval voor opnieuw kiezen) in op 20

(seconden).

4. Klik op de knop Save Settings (Inst. opslaan).

5. Klik op het tabblad

Status en klik op de knop Connect (Verbinding maken).

6. Wellicht wordt de aanmeldstatus Connecting (Maakt verbinding) weergegeven. Druk op de toets F5 om het scherm te vernieuwen totdat de aanmeldstatus Connected

(Verbonden) is.

• Klik op de knop Save Settings (Instellingen opslaan) om verder te gaan.

• Als de verbinding opnieuw wordt verbroken, volgt u stappen 1 - 6 om de verbinding opnieuw tot stand te brengen.

17. Ik kan geen toegang krijgen tot mijn e-mail of het web, of ik krijg beschadigde gegevens van internet.

De instelling van de Maximum Transmission Unit (MTU) moet mogelijk worden aangepast. Standaard is de MTU ingesteld op 1500. Voor de meeste DSL-gebruikers wordt aangeraden om MTU 1492 te gebruiken.

• Ga als volgt te werk als u moeilijkheden ondervindt:

1. Als u verbinding wilt maken met de router, gaat u naar de webbrowser en voert u http://192.168.1.1 of het IP-adres van de router in.

2. Voer het wachtwoord in als u daarom wordt gevraagd. (Het standaardwachtwoord is admin.)

3. Zoek de optie MTU op en selecteer Manual (Handmatig). In het veld Size (Formaat) voert u 1492 in.

4. Klik op de knop Save Settings (Instellingen opslaan) om verder te gaan.

• Als u nog steeds moeilijkheden ondervindt, probeert u andere waarden voor het formaat in te stellen. Probeer de onderstaande waarden, één per keer en in deze volgorde, tot het probleem is verholpen:

1462

1400

1362

1300

Bijlage A: Probleemoplossing

Algemene problemen en oplossingen

38

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

18. Als ik een URL- of IP-adres invoer, doet zich een time-out-fout voor of word ik gevraagd het opnieuw te proberen.

• Controleer of u het URL- of IP-adres wel op andere computers kunt invoeren. Als dit het geval is, controleert u of de IP-instellingen van uw werkstation juist zijn (IP-adres, subnetmasker, standaardgateway en DNS). Start de computer waarop het probleem optreedt opnieuw op.

• Als de computers juist zijn geconfigureerd en het probleem is niet verholpen, controleert u de router. Zorg dat de router is aangesloten en ingeschakeld. Maak verbinding met de router en controleer de instellingen. (Controleer de LAN- en voedingsaansluitingen als u geen verbinding met de router kunt maken.)

• Als de router juist is geconfigureerd, controleert u de internetverbinding (DSL-/kabelmodem, enz.) om te bepalen of deze juist werkt. U kunt de router verwijderen om een rechtstreekse verbinding te controleren.

• Configureer de TCP/IP-instellingen met een DNS-adres dat door uw internetprovider is verstrekt.

• Zorg dat uw browser is ingesteld op de optie voor het rechtstreeks tot stand brengen van een verbinding en dat alle inbelopties zijn uitgeschakeld. In Internet Explorer klikt u op

Extra, Internet-opties en vervolgens op het tabblad Verbinding. Zorg dat Internet Explorer is ingesteld op Nooit een verbinding kiezen. In Netscape Navigator, klikt u op

Edit (Bewerken), Preferences (Voorkeuren), Advanced (Geavanceerd) en Proxy. Zorg dat Netscape Navigator is ingesteld op de optie voor rechtstreekse verbinding met internet.

19. Ik kan geen verbinding maken met internet.

• Kabelgebruikers - Klik op het tabblad Status en zorg dat het Internet IP address (IP-adres voor internet) niet 0.0.0.0 is. Als dat wel het geval is, klikt u op de knop DHCP

Renew (DHCP vernieuwen) en wacht u een paar minuten voordat u de router probeert en neemt u contact op met uw serviceprovider. Start de computer opnieuw op nadat er met succes een IP-adres aan de router is toegewezen.

• DSL-gebruikers - 1) Controleer of u uw gebruikersnaam en wachtwoord correct hebt getypt. Sommige serviceproviders gebruiken uw volledige e-mailadres als gebruikersnaam. Als u zeker weet dat u de correcte gebruikersnaam hebt ingevuld, kunt u proberen gebruikersnaam@[isp.com] te gebruiken, waarbij isp.com de gebruikersnaam van uw serviceprovider is. 2) Schakel uw DSL-modem, PC en router uit. Schakel uw DSL-modem vervolgens in en wacht tot de LED's op de modem stoppen met knipperen. Schakel uw router in en wacht tot de LED voor de voeding stopt met knipperen. Schakel ten slotte uw pc in.

20. De snelheid van mijn Wireless-G lijkt langzaam te zijn.

• Plaats de antenne opnieuw.

• Plaats de router opnieuw, zodat deze hoger staat dan uw andere netwerkapparaten.

• Wijzig bij de geavanceerde draadloze instellingen CTS Protection (CTS-beveiliging) in Disable (Uitschakelen).

21. De snelheid is niet verbeterd als ik draadloos surf met mijn SpeedBooster-apparatuur.

• Uw internetverbinding is meestal veel langzamer dan uw draadloze netwerk met SpeedBooster-apparatuur. Deze apparatuur is niet van invloed op de snelheid van uw internetverbinding.

• U ziet voornamelijk verbeteringen bij het overbrengen of streamen van bestanden van de ene computer naar de andere in uw netwerk.

• De snelheid van uw netwerk wordt lager als u gecombineerde 802.11g en SpeedBooster-clients hebt. Gebruik voor de beste resultaten alle SpeedBooster-apparaten van uw netwerk.

22. Hoe kan ik SpeedBooster inschakelen op mijn router?

SpeedBooster wordt in de modi Mixed (Gemengd) en G-Only (Alleen G) automatisch ingeschakeld. U hoeft niets te doen om deze functie te gebruiken.

Bijlage A: Probleemoplossing

Algemene problemen en oplossingen

39

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

Veelgestelde vragen

Nadat ik SecureEasySetup heb gebruikt, kunnen mijn bestaande draadloze apparaten geen verbinding meer maken met de router.

Voor SecureEasySetup wordt WPA-Personal-codering gebruikt. Als de draadloze apparaten die u gebruikt geen ondersteuning bieden voor WPA-Personal-beveiliging, kunt u

SecureEasySetup niet gebruiken in uw netwerk. In dat geval dient u uw netwerkbeveiliging handmatig te configureren met de codering die wordt ondersteund door de apparaten die u gebruikt.

Hoe stel ik extra apparaten in met SecureEasySetup?

Herhaal de procedure van SecureEasySetup voor elk gewenst apparaat totdat al uw apparaten zijn geconfigureerd.

Waar is mijn knop SecureEasySetup?

De knop SecureEasySetup bevindt zich op het voorpaneel van de router. De knop licht oranje of wit op. Raadpleeg de documentatie van elk draadloos apparaat voor informatie over het vinden van de knop op andere apparaten met SecureEasySetup.

Ik heb apparaten die de beveiliging van WPA-Personal ondersteunen, maar ik heb geen SecureEasySetup. Kan ik SecureEasySetup toch gebruiken?

Ja. Druk de beveiligingsinstellingen voor het draadloze netwerk af aan het einde van de SecureEasySetup-procedure en configureer dan handmatig de instellingen voor uw apparaten zonder SecureEasySetup. Raadpleeg de documentatie van elk draadloos apparaat voor instructies over hoe u deze instellingen in kunt voeren.

Hoeveel IP-adressen ondersteunt de router maximaal?

De router ondersteunt maximaal 253 IP-adressen.

Wordt IPSec-doorvoer ondersteund door de router?

Ja, dit is een ingebouwde functie die automatisch door de router wordt ingeschakeld.

Waar in het netwerk is de router geïnstalleerd?

Meestal wordt de router tussen het DSL- of kabelmodem en het LAN geplaatst. Sluit de router aan op de Ethernet-poort van het DSL- of kabelmodem.

Ondersteunt de router IPX of AppleTalk?

Nee. TCP/IP is de enige protocolstandaard voor internet en is de mondiale standaard voor communicaties geworden. IPX, een NetWare-communicatieprotocol dat alleen wordt gebruikt om berichten van het ene knooppunt naar het andere te leiden, en AppleTalk, een communicatieprotocol dat wordt gebruikt op Apple- en Macintosh-netwerken, kunnen worden gebruikt voor LAN-naar-LAN-verbindingen, maar deze beide protocollen kunnen geen verbinding maken tussen internet en een LAN.

Ondersteunt de internetverbinding of de router 100 Mbps Ethernet?

Het huidige hardwareontwerp van de router ondersteunt tot 100 Mbps Ethernet op de internetpoort; de snelheid van de internetverbinding varieert naar gelang de snelheid van uw breedbandverbinding. De router ondersteunt ook 100 Mbps over de snelle 10/100 Ethernetswitch met auto-sensing aan de LAN-zijde van de router.

Wat is NAT (Network Address Translation, omzetten netwerkadres) en waar wordt het voor gebruikt?

Met Network Address Translation (NAT) worden meerdere IP-adressen op het persoonlijke LAN omgezet naar één openbaar adres dat naar internet wordt verzonden. Hierdoor wordt een extra beveiligingsniveau toegevoegd, omdat het adres van een computer die is aangesloten op het persoonlijke LAN, nooit wordt vrijgegeven op internet. Verder kan dankzij NAT de router worden gebruikt met goedkope internetaccounts, zoals DSL- of kabelmodems, als slechts één TCP/IP-adres door de internetprovider wordt aangeleverd. De gebruiker kan vele persoonlijke adressen hebben achter dit enkele adres dat door de internetprovider is verstrekt.

Bijlage A: Probleemoplossing

Veelgestelde vragen

40

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

Ondersteunt de router andere besturingssystemen dan Windows 98SE, Windows Millennium, Windows 2000 of Windows XP?

Ja, maar momenteel biedt Linksys geen technische ondersteuning voor installatie, configuratie of probleemoplossing van systemen die niet onder Windows worden uitgevoerd.

Ondersteunt de router het versturen van bestanden via ICQ?

Ja, met de volgende instelling: klik op het menu ICQ -> preference (voorkeur) -> tabblad connections (verbindingen) -> en selecteer het vakje I am behind a firewall or proxy (Ik bevind me achter een firewall of proxy). Stel de time-out van de firewall in op 80 seconden in de firewall-instellingen. De internetgebruiker kan dan een bestand versturen naar een gebruiker achter de router.

Ik heb een UT-server (Unreal Tournament) geïnstalleerd, maar anderen op het LAN kunnen er geen toegang tot krijgen. Wat moet ik doen?

Als u een toegewezen UT-server hebt, moet u een vast IP-adres voor alle LAN-computers maken en poorten 7777, 7778, 7779, 7780, 7781 en 27900 naar het IP-adres van de server doorsturen. U kunt ook een poortbereik voor het doorsturen gebruiken van 7777 tot 27900. Stuur een andere poort door als u het beheer van de UT-server wilt gebruiken. (Poort 8080 werkt normaal gesproken goed, maar wordt gebruikt voor beheer op afstand. U moet dat wellicht uitschakelen.) Vervolgens stelt u in het deel [UWeb.WebServer] van het bestand server.ini de ListenPort in op 8080 (om overeen te komen met de toegewezen poort hierboven) en de ServerName op de IP die door uw internetprovider aan de router is toegekend.

Kunnen meerdere gamers op het LAN zich op één gameserver aanmelden en gelijktijdig met slechts één openbaar IP-adres spelen?

Dat hangt af van de netwerkgame of het soort gameserver dat u gebruikt. Unreal Tournament, bijvoorbeeld, ondersteunt meerdere aanmeldingen met één openbaar IP.

Hoe krijg ik Half-Life: Team Fortress met de router aan de praat?

De standaard-clientpoort voor Half-Life is 27005. De computers op uw LAN hebben de toevoeging “+clientport 2700x” nodig aan de opdrachtregel voor de HL-shortcut; de x staat dan voor 6, 7, 8 en hoger. Hierdoor kunnen meerdere computers verbinding maken met dezelfde server. Eén probleem: bij versie 1.0.1.6 kunt u niet met meerdere computers met dezelfde cd-sleutel gelijktijdig verbinding maken, ook niet als ze zich op hetzelfde LAN bevinden. (Dit probleem doet zich niet voor bij 1.0.1.3). Voor het hosten van games hoeft de

HL-server niet in DMZ te staan. Stuur gewoonweg poort 27015 door naar het lokale IP-adres van de servercomputer.

Hoe kan ik beschadigde FTP-downloads blokkeren?

Probeer een ander FTP-programma als u beschadigde bestanden ontvangt als u een bestand met uw FTP-client downloadt.

De webpagina blijft hangen; downloads zijn beschadigd of ik zie alleen maar ongeldige tekens op het scherm. Wat moet ik doen?

Stel uw Ethernet-adapter geforceerd in op 10 Mbps of half-duplex-modus en schakel als tijdelijke maatregel, de functie “Auto-negotiate” (Automatisch onderhandelen) van uw

Ethernet-adapter uit. (Raadpleeg het scherm voor netwerkconfiguratie op het tabblad voor geavanceerde eigenschappen van uw Ethernet-adapter.) Zorg dat de proxy-instelling in de browser is uitgeschakeld. Kijk op onze website op www.linksys.com/international voor meer informatie.

Wat kan ik doen als er niets meer werkt bij de installatie?

Reset de router door de reset-knop ingedrukt te houden totdat de LED voor de voeding oplicht en weer uitgaat. Reset uw kabel- of DSL-modem door de eenheid uit en weer aan te zetten. Haal de nieuwste firmwarerelease op die direct beschikbaar is op de Linksys website, www.linksys.com/international en flash deze.

Hoe word ik op de hoogte gesteld van nieuwe firmware-upgrades voor de router?

Alle upgrades van Linksys-firmware worden vermeld op de website van Linksys op www.linksys.com/international, waar ze gratis kunnen worden gedownload. Gebruik het tabblad System (Systeem) van het webgebaseerde hulpprogramma van de router om de firmware van de router te upgraden. U hoeft geen nieuwere versie van de firmware van de router te downloaden als de internetverbinding naar behoren functioneert, tenzij die versie functies bevat die u graag wilt gebruiken. Het downloaden van een recentere versie van de firmware van de router verbetert de kwaliteit of snelheid van uw internetverbinding niet en kan uw huidige verbindingsstabiliteit juist verstoren.

Bijlage A: Probleemoplossing

Veelgestelde vragen

41

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

Werkt de router in een Macintosh-omgeving?

Ja, maar voor Macintosh zijn de installatiepagina's van de router alleen toegankelijk via Internet Explorer 4.0 of Netscape Navigator 4.0 of hoger.

Ik kan het webconfiguratiescherm voor de router niet openen. Wat kan ik doen?

U dient mogelijk de proxy-instellingen in uw internetbrowser, bijv. Netscape Navigator of Internet Explorer, te verwijderen. Wellicht dient u de inbelinstellingen uit uw browser te verwijderen. Controleer de documentatie bij de browser en zorg dat uw browser is ingesteld op de optie voor het rechtstreeks tot stand brengen van een verbinding en dat alle inbelopties zijn uitgeschakeld. Zorg dat uw browser is ingesteld op de optie voor het rechtstreeks tot stand brengen van een verbinding en dat alle inbelopties zijn uitgeschakeld. In

Internet Explorer klikt u op Extra, Internet-opties en vervolgens op het tabblad Verbinding. Zorg ervoor dat Internet Explorer is ingesteld op Nooit een verbinding kiezen. In Netscape

Navigator, klikt u op Edit (Bewerken), Preferences (Voorkeuren), Advanced (Geavanceerd) en Proxy. Zorg dat Netscape Navigator is ingesteld op de optie voor rechtstreekse verbinding met internet.

Wat is DMZ-hosting?

Met Demilitarized Zone (DMZ) kan één IP-adres (computer) worden blootgesteld aan internet. Bepaalde toepassingen vereisen dat meerdere TCP/IP-poorten openstaan. Het is raadzaam uw computer in te stellen met een vast IP-adres als u DMZ-hosting wilt gebruiken. Raadpleeg “Bijlage E: Het achterhalen van het MAC- en IP-adres voor uw Ethernetadapter” om het IP-adres van het LAN te verkrijgen.

Als DMZ-hosting wordt gebruikt, deelt de blootgestelde gebruiker dan het openbare IP met de router?

Nee.

Geeft de router PPTP-pakketten door of verstuurt de router actief PPTP-sessies?

De router staat toe dat er PPTP-pakketten worden doorgegeven.

Is de router compatibel met meerdere platforms?

Elk platform dat Ethernet en TCP/IP ondersteunt, is compatibel met de router.

Hoeveel poorten kunnen gelijktijdig worden doorgestuurd?

Theoretisch kan de router 520 sessies gelijktijdig uitvoeren, maar u kunt slechts 10 poortbereiken doorsturen.

Wat zijn de geavanceerde functies van de router?

De geavanceerde functies van de router zijn onder andere draadloze geavanceerde instellingen, filters, filters, doorsturen van poorten, routing en DDNS.

Hoe krijg ik mIRC met de router aan de praat?

Stel op het tabblad Port Forwarding (Doorsturen van poorten) het doorsturen van poorten in op 113 voor de computer waarop u mIRC gebruikt.

Kan de router functioneren als mijn DHCP-server?

Ja. In de router is software voor DHCP-server geïntegreerd.

Kan ik een toepassing van een computer op afstand uitvoeren via het draadloze netwerk?

Dit hangt er vanaf of de toepassing in een netwerk kan worden gebruikt. Raadpleeg de documentatie van de toepassing om te bepalen of het in een netwerk kan worden uitgevoerd.

Wat is de IEEE 802.11g-standaard?

Het is een van de IEEE-standaarden voor draadloze netwerken. Met de 802.11g-standaard kan draadloze netwerkhardware van verschillende fabrikanten met elkaar communiceren, zolang die hardware voldoet aan de 802.11g-standaard. De 802.11g-standaard stelt een maximale gegevensoverdrachtsnelheid van 54 Mbps en een bedrijfsfrequentie van 2,4 GHz.

Bijlage A: Probleemoplossing

Veelgestelde vragen

42

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

Welke IEEE 802.11b-functies worden ondersteund?

Het product ondersteunt de volgende IEEE 802.11b-functies:

• CSMA/CA plus Bevestigingsprotocol

• Roaming over meerdere kanalen

• Automatische snelheidselectie

• RTS/CTS-functie

• Fragmentatie

• Energiebeheer

Wat is de ad-hocmodus?

Als een draadloos netwerk is ingesteld op de ad-hocmodus, zijn de computers die op het draadloze netwerk zijn aangesloten, geconfigureerd om rechtstreeks met elkaar te communiceren. Het ad-hoc draadloze netwerk communiceert niet met een bekabeld netwerk.

Wat is infrastructuurmodus?

Als een draadloos netwerk is ingesteld op infrastructuurmodus, is het draadloze netwerk geconfigureerd om met een bekabeld netwerk te communiceren via een draadloos toegangspunt.

Wat is roaming?

Roaming betekent dat het mogelijk is voor een gebruiker van een draagbare computer om continu te communiceren terwijl de gebruiker zich vrij kan verplaatsen in een gebied dat groter is dan het bereik van een enkel toegangspunt. Voordat u de roamingfunctie gebruikt, moet het werkstation controleren dat deze hetzelfde kanaalnummer heeft als het toegangspunt van het toegewezen draadloze bereik.

Om een werkelijk feilloze verbinding te verkrijgen, moet een aantal functies onderdeel uitmaken van het draadloze LAN. Zo moeten elk knooppunt en toegangspunt altijd ontvangst van elk bericht bevestigen. Elk knooppunt moet contact houden met het draadloze netwerk, zelfs als er geen gegevens worden verzonden. Om de functies gelijktijdig te kunnen laten werken, is dynamische RF-netwerktechnologie nodig waarmee toegangspunten en knooppunten aan elkaar worden gekoppeld. In een dergelijk systeem wordt door het eindknooppunt van de gebruiker gezocht naar de best mogelijke toegang tot het systeem. Eerst worden factoren geëvalueerd als signaalsterkte en -kwaliteit, evenals de berichtenlast die op dat moment over elk toegangspunt loopt en de afstand van elk toegangspunt tot de bekabelde backbone. Op basis van deze informatie, wordt door het knooppunt het juiste toegangspunt geselecteerd en wordt het knooppuntadres geregistreerd. Communicatie tussen het eindknooppunt en hostcomputer kunnen dan via de backbone worden verzonden en ontvangen.

Als de gebruiker zich verplaatst, wordt het systeem regelmatig gecontroleerd door de RF-zender van het eindknooppunt en wordt bepaald of er nog verbinding bestaat met het oorspronkelijke toegangspunt en of naar een nieuw toegangspunt moet worden gezocht. Als door een knooppunt geen bevestigingen meer worden ontvangen van het oorspronkelijke toegangspunt, wordt een nieuwe zoekbewerking uitgevoerd. Nadat een nieuw toegangspunt is gevonden, wordt het knooppunt opnieuw aangemeld en wordt het communicatieproces voortgezet.

Wat is ISM-band?

De FCC en gelijksoortige organisaties buiten de VS. hebben een bandbreedte apart gehouden voor gebruik zonder licentie in de ISM-band (Industrial, Scientific en Medical;

Industrieel, Wetenschappelijk en Medisch). Het gebied in de buurt van 2,4 GHz wordt wereldwijd beschikbaar gemaakt. Hiermee wordt een werkelijk revolutionaire kans geboden om gemakkelijke, snelle, draadloze mogelijkheden beschikbaar te stellen voor gebruikers wereldwijd.

Bijlage A: Probleemoplossing

Veelgestelde vragen

43

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

Wat is Spread Spectrum?

Spread Spectrum-technologie is een breedbandradiofrequentietechniek die door het leger is ontworpen voor gebruik in betrouwbare, veilige, cruciale communicatiesystemen.

Deze technologie leidt tot lagere bandbreedte-efficiëntie, maar hogere betrouwbaarheid, integriteit en veiligheid. Met andere woorden, er wordt meer bandbreedte gebruikt dan het geval is bij een smalbanduitzending. In ruil daarvoor wordt een signaal gegenereerd dat eigenlijk luider is en dus makkelijker is te detecteren, mits de ontvanger de paramaters weet van het spread-spectrum-signaal dat wordt uitgezonden. Als een ontvanger niet op de juiste frequentie is afgesteld, lijkt een spread-spectrum-signaal op achtergrondruis. Er zijn twee belangrijke alternatieven, Direct Sequence Spread Spectrum (DSSS) en Frequency Hopping Spread Spectrum (FHSS).

Wat is DSSS? Wat is FHSS? En wat zijn de verschillen?

Frequency-Hopping Spread-Spectrum (FHSS) gebruikt een smalbandzender die de frequentie patroonsgewijs verandert en waarvan het patroon bij zowel de zender als de ontvanger bekend is. Bij een juiste synchronisatie is het netto effect dat een enkel logisch kanaal wordt behouden. Voor een onbedoelde ontvanger lijkt FHSS een kortdurend impulsgeluid. Bij Direct-Sequence Spread-Spectrum (DSSS) wordt een redundant bitpatroon gegenereerd voor elke bit die moet worden verzonden. Dit bitpatroon wordt een chip

(of chippingcode) genoemd. Hoe langer de chip, des te groter de kans dat de oorspronkelijke gegevens kunnen worden hersteld. Zelfs als er een of meerdere bits in een chip zijn beschadigd tijdens de overdracht, kunnen met statistische technieken die zijn ingebouwd in de radio de oorspronkelijke gegevens worden hersteld zonder dat nieuwe overdracht nodig is. Voor een onbedoelde ontvanger lijkt DSSS op een breedbandruis met een laag vermogen en het wordt afgewezen (genegeerd) door de meeste smalbandontvangers.

Wat is WEP?

WEP is Wired Equivalent Privacy, een gegevensprivacymechanisme dat is gebaseerd op een gedeelde sleutel-algoritme van 64 bits of 128 bits, zoals beschreven in de IEEE 802.11standaard.

Wat is een MAC-adres?

Het Media Access Control-adres (MAC) is een uniek nummer dat door de fabrikant is toegekend aan een Ethernet-netwerkapparaat, zoals een netwerkadapter, waardoor het netwerk het op hardwareniveau kan identificeren. Dit nummer is om praktische redenen gewoonlijk permanent. In tegenstelling tot IP-adressen, die elke keer kunnen veranderen als een computer bij het netwerk wordt aangemeld, blijft het MAC-adres van een apparaat hetzelfde. Hierdoor is het een waardevolle identificatie voor het netwerk.

Hoe kan ik de router resetten?

Houd de knop Reset op het achterpaneel van de router ongeveer vijf seconden ingedrukt. Hierdoor worden de standaardinstellingen van de router hersteld.

Hoe los ik problemen op die te maken hebben met signaalverlies?

Het exacte bereik van uw draadloze netwerk is alleen door testen te achterhalen. Elk obstakel dat tussen de router en een draadloze computer wordt geplaatst, kan signaalverlies veroorzaken. Glas in lood, metaal, betonnen vloeren, water en muren hinderen het signaal en verkleinen het bereik. Plaats de router en uw draadloze computer eerst in dezelfde ruimte en zet uw computer in kleine stappen verder weg om te bepalen wat het maximale bereik is in uw omgeving.

U kunt ook proberen verschillende kanalen te gebruiken, omdat hiermee interferentie kan worden uitgesloten die alleen één kanaal beïnvloedt.

Ik heb een uitstekende signaalsterkte, maar ik kan mijn netwerk niet zien.

Waarschijnlijk is WEP wel ingeschakeld op de router maar niet op uw draadloze adapter (of vice versa). Controleer of dezelfde WEP-sleutels en WEP-niveaus worden gebruikt op alle knooppunten binnen uw draadloze netwerk.

Hoeveel kanalen/frequenties zijn bij de router beschikbaar?

In Noord-, Midden- en Zuid-Amerika zijn bijna overal elf kanalen beschikbaar. In Europa en Azië zijn er bijna overal dertien kanalen.

Raadpleeg de website van Linksys op www.linksys.com/international als uw vragen niet zijn behandeld in deze bijlage.

Bijlage A: Probleemoplossing

Veelgestelde vragen

44

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

Bijlage B: Specificaties

Model WRT54GS

Standaarden IEEE 802.3, IEEE 802.3u, IEEE 802.11g, IEEE 802.11b

Kanalen

Poorten/knoppen

Type bekabeling

LED's

Afgegeven RF-vermogen

UPnP mogelijk/gecertificeerd

11 kanalen (grootste deel van Noord-, Midden- en Zuid-Amerika)

13 kanalen (grootste deel van Europa en Azië)

Internet: één 10/100 RJ-45-poort

LAN: vier 10/100 RJ-45-poorten (geschakeld)

Eén aansluiting voor voeding

Eén reset-knop

Eén SecureEasySetup-knop

UTP CAT 5

Voeding, DMZ, WLAN, LAN (1, 2, 3, 4), internet

18 dBm mogelijk

Beveiligingsfuncties SPI-firewall (Stateful Packet Inspection), Internetbeleid

Beveiliging draadloos netwerk WEP, draadloze MAC-filtering, WPA, WPA2

Afmetingen

Gewicht van de eenheid

186 mm x 48 mm x 200 mm

0,48 kg

Voeding

Certificatie

Bedrijfstemperatuur

Opslagtemperatuur

Bedrijfsvochtigheid

Opslagvochtigheid

Garantie

Extern, 12V DC, 1,0 A

FCC, IC-03, CE

0 tot 40° C

-20 tot 70° C

10 tot 85%, niet-condenserend

5 tot 90%, niet-condenserend

3 jaar

Bijlage B: Specificaties

45

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

Bijlage C: Informatie over garantie

Linksys garandeert u dat uw Linksys-product gedurende een periode van drie jaar (de 'garantieperiode') bij normaal gebruik vrij is van materiaal- en constructiefouten. Uw enige verhaalmogelijkheid en de volledige aansprakelijkheid van Linksys krachtens deze garantie bestaan ter keuze van Linksys in hetzij het repareren of vervangen van het product of het vergoeden van het aankoopbedrag verminderd met eventuele kortingen. Deze beperkte garantie is alleen van toepassing op de oorspronkelijke koper.

Als het product gebreken vertoont tijdens de garantieperiode, neemt u contact op met de afdeling technische ondersteuning van Linksys voor een retourgoedkeuringsnummer, indien van toepassing. ZORG DAT U UW AANKOOPBEWIJS BIJ DE HAND

HEBT WANNEER U CONTACT OPNEEMT. Als u verzocht wordt het product te retourneren, brengt u het retourgoedkeuringsnummer duidelijk op de buitenzijde van het pakket aan en stuurt u een kopie van het oorspronkelijke aankoopbewijs mee. VERZOEKEN OM RETOURNERING KUNNEN NIET WORDEN VERWERKT ZONDER AANKOOPBEWIJS. U bent verantwoordelijk voor de verzending van defecte producten naar Linksys. Linksys betaalt alleen voor terugzending naar u met UPS over de grond. Klanten buiten de Verenigde Staten en Canada zijn verantwoordelijk voor alle verzend- en afhandelingskosten.

ALLE IMPLICIETE GARANTIES EN VOORWAARDEN VAN VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL

ZIJN BEPERKT TOT DE DUUR VAN DE GARANTIEPERIODE. ALLE ANDERE EXPLICIETE OF IMPLICIETE VOORWAARDEN,

VERKLARINGEN EN GARANTIES, MET INBEGRIP VAN IMPLICIETE GARANTIES INZAKE HET NIET INBREUK MAKEN OP RECHTEN

VAN DERDEN, WORDEN AFGEWEZEN. Aangezien in sommige rechtsgebieden geen beperkingen zijn toegestaan inzake de duur van een impliciete garantie, geldt deze beperking mogelijk niet voor u. Deze garantie geeft u specifieke wettelijke rechten, en u kunt ook andere rechten hebben die per rechtsgebied variëren.

Deze garantie vervalt als het product (a) is gewijzigd, anders dan door Linksys, (b) niet is geïnstalleerd, bediend, gerepareerd of onderhouden overeenkomstig de instructies van Linksys, of (c) is blootgesteld aan abnormale fysieke of elektrische belasting, misbruik, nalatigheid of een ongeval. Als gevolg van de voortdurende ontwikkeling van nieuwe technieken inzake het binnendringen en hacken van netwerken, geeft Linksys bovendien geen garantie dat het product niet kwetsbaar is voor binnendringing en hacking.

IN ZOVERRE DE WET DIT TOESTAAT IS LINKSYS GEENSZINS AANSPRAKELIJK VOOR GEGEVENSVERLIES, DERVING VAN

INKOMSTEN OF WINST, OF VOOR SPECIALE, INDIRECTE OF INCIDENTELE SCHADE, GEVOLGSCHADE OF SCHADE DOOR

SCHADEVERGOEDING, ONGEACHT DE THEORIE VAN AANSPRAKELIJKHEID (INCLUSIEF NALATIGHEID), DIE HET GEVOLG IS VAN

OF BETREKKING HEEFT OP HET GEBRUIK OF HET NIET KUNNEN GEBRUIKEN VAN HET PRODUCT (MET INBEGRIP VAN

SOFTWARE), ZELFS AL HEEFT MEN LINKSYS EROP GEATTENDEERD DAT DIE SCHADEN ZICH KUNNEN VOORDOEN. DE

AANSPRAKELIJKHEID VAN LINKSYS OVERSTIJGT IN GEEN GEVAL HET AANKOOPBEDRAG DAT DOOR U VOOR HET PRODUCT IS

BETAALD. De bovengenoemde beperkingen zijn van toepassing, zelfs als enige garantie of verhaalsmogelijkheid onder deze overeenkomst haar wezenlijke doel niet heeft gediend. Sommige rechtsgebieden staan de uitsluiting of beperking van incidentele schade of gevolgschade niet toe. Mogelijk is de bovenstaande beperking of uitsluiting niet op u van toepassing.

Deze garantie is alleen van kracht in het land van aankoop.

U kunt al uw vragen richten aan: Linksys, P.O. Box 18558, Irvine, CA 92623, Verenigde Staten

Bijlage C: Informatie over garantie

46

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

Bijlage D: Informatie over regelgeving

FCC-verklaring

Dit product is getest en voldoet aan de specificaties voor een digitaal apparaat van klasse B, overeenkomstig deel 15 van de FCC-regelgeving. Deze limieten zijn bedoeld om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie in een thuisnetwerk. Deze apparatuur genereert en gebruikt radiofrequente energie en kan deze ook uitstralen. Indien de apparatuur niet volgens de instructies wordt geïnstalleerd en gebruikt, kan de apparatuur schadelijke interferentie met radiocommunicatie veroorzaken. Er bestaat echter geen enkele garantie dat deze interferentie niet in een bepaalde installatie kan optreden. Als deze apparatuur schadelijke interferentie veroorzaakt in de ontvangst van radio of tv, wat u kunt vaststellen door de apparatuur uit en weer aan te zetten, kan de gebruiker proberen om de interferentie te verhelpen met een of meer van de volgende maatregelen:

• De ontvangstantenne richten of verplaatsen

• De afstand tussen de apparatuur vergroten

• De apparatuur op een ander stopcontact dan dat voor de ontvanger aansluiten

• Contact opnemen met een dealer of een ervaren radio/tv-monteur voor assistentie

FCC-verklaring inzake stralingsblootstelling

Deze apparatuur voldoet aan de FCC-limieten voor stralingsblootstelling die zijn opgesteld voor een ongecontroleerde omgeving. Deze apparatuur dient te worden geïnstalleerd en bediend met een minimumafstand van 20 cm tussen het stralingsdeel en uw lichaam.

Veiligheidskennisgevingen

Voorzichtig: om het risico van brand te verminderen mag alleen telecommunicatiekabel nr. 26 AWG of een dikkere kabel worden gebruikt.

Gebruik dit product niet in de buurt van water, bijvoorbeeld in een vochtige kelder of naast een zwembad.

Gebruik dit product bij voorkeur niet tijdens onweer. Er bestaat dan een klein risico op een elektrische schok door blikseminslag.

Canada

Deze apparatuur voldoet aan de Canadese voorschriften ICES-003 en RSS210.

Cet appareil est conforme aux normes NMB003 et RSS210 d'Industrie Canada.

Bijlage D: Informatie over regelgeving

47

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

IC-verklaring

Het apparaat mag onder de volgende twee voorwaarden worden gebruikt:

1. Dit apparaat mag geen interferentie veroorzaken, en

2. Dit apparaat moet alle interferentie accepteren, ook interferentie die kan leiden tot een ongewenste werking van het apparaat.

Règlement d’Industrie Canada

Le fonctionnement est soumis aux conditions suivantes:

1. Ce périphérique ne doit pas causer d'interférences;

2. Ce périphérique doit accepter toutes les interférences reçues, y compris celles qui risquent d'entraîner un fonctionnement indésirable.

Bijlage D: Informatie over regelgeving

48

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

Informatie over de naleving van richtlijnen voor draadloze producten van 2,4 GHz en 5 GHz die van belang zijn voor de EU en andere landen die de EU-richtlijn 1999/5/EC (R&TTE-richtlijn) hanteren

Verklaring van conformiteit met betrekking tot EU-richtlijn 1999/5/EC

(R&TTE-richtlijn)

Bijlage D: Informatie over regelgeving

49

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

OPMERKING: De verklaring van conformiteit is voor alle producten beschikbaar via een of meer van de volgende opties:

• De cd van het product bevat een PDF-bestand.

• Het product gaat vergezeld van een gedrukt exemplaar.

• Op de website van het product is een PDF-bestand beschikbaar. Ga naar www.linksys.com/international en selecteer uw land of regio. Selecteer vervolgens uw product.

Als u andere technische documentatie nodig hebt, raadpleegt u de sectie 'Technische documenten op www.linksys.com/international' zoals verderop in deze bijlage wordt aangegeven.

Bij het beoordelen van het product aan de hand van de vereisten in richtlijn 1999/5/EC werden de volgende standaarden toegepast:

• Straling: EN 300 328 en/of EN 301 893 zoals van toepassing

• EMC: EN 301 489-1, EN 301 489-17

• Veiligheid: EN 60950 alsmede EN 50385 of EN 50371

Voor het gebruik met de 5 GHz-band zijn Dynamic Frequency Selection (DFS) en Transmit Power Control (TPC) vereist.

DFS: de apparatuur voldoet aan de vereisten voor DFS zoals vastgelegd in ETSI EN 301 893. Deze functie is wettelijk verplicht om interferentie met Radio Location Services (radars) te voorkomen.

TPC: het maximale vermogensniveau voor gebruik met de 5 GHz-band is 3 dB of meer volgens de toepasselijke beperking.

TPC is dus niet vereist. U kunt de vermogensafgifte als u dat wilt echter verder verlagen. Raadpleeg de documentatie bij uw product op de cd of www.linksys.com/international voor meer informatie over het wijzigen van de instellingen voor vermogensafgifte.

CE-markering

Voor de Wireless-N, -G, -B, en/of-A-producten van Linksys zijn als volgt de CE-markering, het nummer van de aangemelde instantie (waar dat van toepassing is) en de klasse 2-identificator op de apparatuur aangebracht.

of of of

Controleer het CE-label op het product om te zien welke aangemelde instantie bij de beoordeling was betrokken.

Bijlage D: Informatie over regelgeving

50

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

Beperkingen op nationaal niveau

Dit product kan zonder enige beperking worden gebruikt in alle EU-landen (en andere landen die de EU-richtlijn 1999/5/EC hanteren), met uitzondering van de hierna genoemde landen:

Ce produit peut être utilisé dans tous les pays de l’UE (et dans tous les pays ayant transposés la directive 1999/5/CE) sans aucune limitation, excepté pour les pays mentionnés ci-dessous:

Questo prodotto è utilizzabile in tutte i paesi EU (ed in tutti gli altri paesi che seguono le direttive EU 1999/5/EC) senza nessuna limitazione, eccetto per i paesii menzionati di seguito:

Das Produkt kann in allen EU Staaten ohne Einschränkungen eingesetzt werden (sowie in anderen Staaten die der EU

Direktive 1999/5/CE folgen) mit Außnahme der folgenden aufgeführten Staaten:

In het grootste deel van de EU en andere Europese landen zijn 2,4- en 5-GHz-banden beschikbaar voor gebruik van draadloze lokale netwerken (wireless local networks, LAN's). In tabel 1 wordt een overzicht weergegeven van de wettelijke vereisten voor 2,4- en 5-GHz-banden.

Verderop in dit document staat een overzicht van de landen waar extra beperkingen en/of vereisten van toepassing zijn.

De vereisten voor een land kunnen verschillen. Linksys raadt u aan bij de plaatselijke autoriteiten te informeren naar de huidige status van de nationale regels voor 2,4- en 5-GHz Wireless LAN's.

2400 - 2483,5

5150-5350

5470-5725

Tabel 1: Overzicht van wettelijke vereisten voor Wireless LAN's

Frequentieband (MHz) Maximaal vermogensniveau

(EIRP) (mW)

100

200

1000

ALLEEN binnenshuis Binnenshuis en buitenshuis

X

X

X

† Voor de frequentiebereiken van 5250-5350 MHz en 5470-5725 MHz zijn Dynamic Frequency Selection en Transmit Power

Control vereist.

Bijlage D: Informatie over regelgeving

51

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

In de volgende landen zijn extra beperkingen en/of vereisten van toepassing, in aanvulling op die worden vermeld in tabel 1:

Denemarken

In Denemarken is de band 5150-5350 MHz ook toegestaan voor gebruik buitenshuis.

I Danmark må frekvensbåndet 5150 - 5350 også anvendes udendørs.

Frankrijk

De vermogensafgifte voor 2,4 GHz is beperkt tot 10 mW EIRP als het product buitenshuis wordt gebruikt op de band van

2454-2483,5 MHz. Er zijn geen beperkingen voor het gebruik in andere delen van de 2,4 GHz-band. Raadpleeg http:// www.arcep.fr/ voor meer informatie.

Pour la bande 2,4 GHz, la puissance est limitée à 10 mW en p.i.r.e. pour les équipements utilisés en extérieur dans la bande

2454 - 2483,5 MHz. Il n'y a pas de restrictions pour des utilisations dans d'autres parties de la bande 2,4 GHz. Consultez http://www.arcep.fr/ pour de plus amples détails.

Tabel 2: Toepasselijke vermogensniveaus in Frankrijk

Locatie

Binnenshuis (geen beperkingen)

Buitenshuis

Frequentiebereik (MHz)

2400 - 2483,5

2400 - 2454

2454 - 2483,5

Vermogen (EIRP)

100 mW (20 dBm)

100 mW (20 dBm)

10 mW (10 dBm)

Italië

Dit product voldoet aan de nationale radio-interface en aan de vereisten zoals gestipuleerd in de nationale tabel voor frequentietoewijzing voor Italië. Voor het gebruik van dit 2,4-GHz draadloos LAN-product is een "algemene toestemming" vereist, tenzij dat gebruik plaatsheeft binnen de grenzen van het eigendom van de eigenaar. Ga naar http:// www.comunicazioni.it/it/ voor meer informatie.

Questo prodotto è conforme alla specifiche di Interfaccia Radio Nazionali e rispetta il Piano Nazionale di ripartizione delle frequenze in Italia. Se non viene installato all’interno del proprio fondo, l’utilizzo di prodotti Wireless LAN a 2,4 GHz richiede una “Autorizzazione Generale”. Consultare http://www.comunicazioni.it/it/ per maggiori dettagli.

Bijlage D: Informatie over regelgeving

52

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

Letland

Voor het buitenshuis gebruik van de 2,4 GHz-band is toestemming vereist van de Electronic Communications Office. Ga naar http://www.esd.lv voor meer informatie.

Opmerkingen: (1) Hoewel Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein geen lidstaten van de EU zijn, is de EU-richtlijn

1999/5/EC ook in die landen geïmplementeerd.

(2) De wettelijke beperkingen voor de maximale vermogensafgifte worden aangegeven in EIRP. Het EIRP-niveau van een apparaat kan worden berekend door de ontvangst van de gebruikte antenne (aangegeven in dBi) op te tellen bij de beschikbare vermogensafgifte van de aansluiting (aangegeven in dBm).

Beperkingen aan het productgebruik

Dit product is alleen bedoeld voor gebruik binnenshuis. Tenzij anders aangegeven wordt gebruik buitenshuis niet aanbevolen.

Beperkingen voor 2,4 GHz

Dit product is bedoeld voor gebruik met de integrale of speciale (externe) antenne(s) die standaard bij het product worden geleverd. Bij sommige toepassingen moet(en) de antenne(s), indien verwijderbaar, van het product worden losgenomen en op afstand van het product worden geïnstalleerd met behulp van verlengkabels. Voor deze toepassingen biedt Linksys een

R-SMA-verlengkabel (AC9SMA) en een R-TNC-verlengkabel (AC9TNC). Beide kabels zijn 9 meter lang en hebben een verlies (demping) van 5 dB. Ter compensatie voor de demping biedt Linksys ook antennes met een hogere versterkingsfactor, de HGA7S (met R-SMA-aansluiting) en HGA7T (met R-TNC-aansluiting). Deze antennes hebben een versterkingsfactor van 7 dBi en mogen alleen worden gebruikt met de R-SMA- of de R-TNC-verlengkabel.

Combinaties van verlengkabels en antennes, die een uitgestraald vermogensniveau van meer dan 100 mW EIRP tot gevolg hebben, zijn verboden.

Afgegeven vermogen van uw apparaat

Mogelijk moet u het afgegeven vermogen van uw draadloze apparaat wijzigen om te voldoen aan de regelgeving in uw land. Ga naar de juiste sectie voor uw apparaat.

OPMERKING: De instelling voor vermogensafgifte is mogelijk niet beschikbaar op alle draadloze producten. Voor meer informatie raadpleegt u de documentatie op de product-cd of op http://www.linksys.com/international.

Bijlage D: Informatie over regelgeving

53

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

Draadloze adapters

Voor draadloze adapters die worden gebruikt in de 2,4-GHz-band is de uitgestraalde vermogensafgifte 18 dBm EIRP, terwijl de maximale uitgestraalde vermogensafgifte niet meer is dan 20 dBm

(100 mW) EIRP. Voor draadloze adapters die worden gebruikt in de 5-GHz-band is de uitgestraalde vermogensafgifte 20 dBm EIRP, terwijl de maximale uitgestraalde vermogensafgifte niet meer is dan 23 dBm (200 mW) EIRP. Als u de vermogensafgifte van uw draadloze adapter wilt wijzigen, volgt u de van toepassing zijnde instructies voor het besturingssysteem van uw computer:

Windows XP

1. Dubbelklik op het pictogram

Draadloos in het systeemvak op het bureaublad.

2. Open het venster Draadloze netwerkverbinding.

3. Klik op de knop

Eigenschappen.

4. Selecteer het tabblad

Algemeen en klik op de knop Configureren.

5. Open het venster Eigenschappen en klik op het tabblad

Geavanceerd.

6. Selecteer

Power Output (Vermogensafgifte).

7. Selecteer in de vervolgkeuzelijst aan de rechterzijde het vermogensafgiftepercentage van de adapter.

Windows 2000

1. Open het

Configuratiescherm.

2. Dubbelklik op

Netwerk- en inbelverbindingen.

3. Selecteer uw huidige draadloze verbinding en selecteer

Eigenschappen.

4. Klik in het scherm Eigenschappen op de knop

Configureren.

5. Open het tabblad

Geavanceerd en selecteer Power Output (Vermogensafgifte).

6. Selecteer in de vervolgkeuzelijst aan de rechterzijde de vermogensinstelling van de adapter.

Als op uw computer Windows Millennium of Windows 98 wordt uitgevoerd, raadpleegt u Windows Help voor instructies met betrekking tot het openen van de geavanceerde instellingen van een netwerkadapter.

Bijlage D: Informatie over regelgeving

54

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

Draadloze toegangspunten, draadloze routers of andere draadloze producten

Als u een ander draadloos product hebt, gebruikt u het webgebaseerde hulpprogramma van dat product om de instelling voor vermogensafgifte te configureren (raadpleeg de productdocumentatie voor meer informatie).

Technische documenten op www.linksys.com/international

Voer de volgende stappen uit voor toegang tot technische documenten:

1. Voer http://www.linksys.com/international in uw webbrowser in.

2. Selecteer het land of de regio waarin u woont.

3. Klik op het tabblad

Products (Producten).

4. Selecteer de juiste productcategorie.

5. Selecteer zo nodig de productsubcategorie.

6. Selecteer het product.

7. Selecteer het type documentatie dat u wenst in de sectie More Information (Meer informatie). Het document wordt geopend in PDF-indeling als u Adobe Acrobat op uw computer hebt geïnstalleerd.

OPMERKING: Als u vragen hebt over de compatibiliteit van dit product of als u de gewenste informatie niet kunt vinden, neemt u contact op met uw lokale verkoopkantoor of gaat u naar http://www.linksys.com/international voor nadere gegevens.

Bijlage D: Informatie over regelgeving

55

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

Gebruikersinformatie voor consumentenproducten onder EU-richtlijn 2002/96/EC inzake afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (WEEE)

Dit document bevat belangrijke informatie voor gebruikers met betrekking tot de juiste afvoerwijze en recycling van

Linksys-producten. Consumenten moeten zich aan deze kennisgeving houden voor alle elektronische producten die het volgende symbool dragen:

Bijlage D: Informatie over regelgeving

56

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

Bijlage D: Informatie over regelgeving

57

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

Bijlage D: Informatie over regelgeving

58

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

Bijlage D: Informatie over regelgeving

59

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

Voor meer informatie gaat u naar www.linksys.com.

Bijlage D: Informatie over regelgeving

60

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

Bijlage E: Contactgegevens

Wilt u contact opnemen met Linksys?

Bezoek ons on line voor informatie over de nieuwste producten en updates voor uw bestaande producten op: http://www.linksys.com/international

Als u problemen ondervindt met een product van Linksys, stuur dan een e-mail naar:

In Europa

België

Denemarken

Duitsland

Finland

Frankrijk

Griekenland

Hongarije

Ierland

Italië

Nederland

Noorwegen

Oostenrijk

Polen

Portugal

Rusland

Spanje

Tsjechië

Verenigd Koninkrijk

E-mailadres [email protected]

[email protected]

[email protected]

[email protected]

[email protected]

[email protected] (alleen Engelstalig) [email protected] [email protected]

[email protected]

[email protected]

[email protected]

[email protected]

[email protected]

[email protected]

[email protected]

[email protected]

[email protected] [email protected]

Bijlage E: Contactgegevens

61

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster

In Europa

Zweden

Zwitserland

E-mailadres [email protected]

[email protected]

Buiten Europa

Azië-Pacific

Latijns-Amerika

Midden-Oosten en Afrika

VAE

VS en Canada

Zuid-Afrika

E-mailadres [email protected] (alleen Engelstalig) [email protected] of [email protected]

[email protected] (alleen Engelstalig) [email protected] (alleen Engelstalig) [email protected]

[email protected] (alleen Engelstalig)

Opmerking: in sommige landen kan alleen Engelstalig ondersteuning worden gegeven.

Bijlage E: Contactgegevens

62

advertisement

Key Features

  • Black, Blue
  • Fast Ethernet
  • Ethernet WAN
  • Ethernet LAN (RJ-45) ports: 4
  • Web-based management

Related manuals

Download PDF

advertisement

Table of contents