FLIKKERVERMINDERING. Fujifilm X-T30, X-T30 + XF 18-55MM BLACK, X-T30 + XC 15-45MM OIS PZ SILVER

Add to My manuals
320 Pages

advertisement

FLIKKERVERMINDERING. Fujifilm X-T30, X-T30 + XF 18-55MM BLACK, X-T30 + XC 15-45MM OIS PZ SILVER | Manualzz

OPNAME-INSTELLINGEN

FLIKKERVERMINDERING

Selecteer

AAN

om fl ikkering in foto’s en op het scherm te verminderen bij het fotograferen onder tl-verlichting en andere soortgelijke lichtbronnen.

AAN UIT

O •

Bij het inschakelen van fl ikkerreductie wordt de elektronische sluiter uitgeschakeld en neemt de tijd toe die nodig is om foto’s te maken.

Flikkerreductie is niet beschikbaar tijdens fi lmopnamen.

IS MODE

Kies uit de volgende beeldstablisatie-opties:

L l

M

CONTINU

+BEWEGING

CONTINU

OPNEMEN

+BEWEGING

m

ALLEEN OPNAME

UIT

Beeldstabilisatie aan. Als

+BEWEGING

is geselecteerd, dan past de camera de sluitertijd aan om onscherpte te verminderen wanneer er bewegende voorwerpen zijn gedetecteerd.

Zoals hierboven, behalve dat beeldstabilisatie alleen wordt uitgevoerd wanneer de sluiterknop half wordt ingedrukt

(alleen scherpstellingsmodus

C

) of de sluiter wordt ontspannen. Als

+BEWEGING

is geselecteerd, dan past de camera de sluitertijd aan om onscherpte te verminderen wanneer er bewegende voorwerpen zijn gedetecteerd.

Beeldstabilisatie uit. Kies deze optie bij het gebruik van een statief.

N •

+BEWEGING

heeft geen eff ect wanneer gevoeligheid op een vaste waarde is ingesteld en kan ook niet beschikbaar zijn bij een aantal andere gecombineerde instellingen. Het eff ect kan variëren afhankelijk van de lichtomstandigheden en de snelheid waarbij het onderwerp beweegt.

Deze optie is enkel beschikbaar met lenzen die beeldstabilisatie ondersteunen.

6

135

ISO

Pas de gevoeligheid van de camera voor licht aan.

6

AUTO1

AUTO2

AUTO3

De gevoeligheid wordt automatisch aangepast als reactie op de opname-omstandigheden.

12800

160

Pas gevoeligheid handmatig aan. Geselecteerde waarde wordt in het scherm weergegeven.

H (51200)

H (25600)

L (125)

L (100)

L (80)

Kies voor bijzondere situaties. Merk op dat vlekken kunnen verschijnen in foto's genomen bij

H

, terwijl

L

het dynamisch bereik vermindert.

N

De gevoeligheid wordt niet gereset wanneer de camera wordt uitgezet.

Gevoeligheid aanpassen

Hoge waarden kunnen worden gebruikt om beelden minder wazig te maken als er weinig verlichting is, terwijl lagere waarden zorgen voor langere sluitertijden of een wijdere opening van het diafragma bij fel licht. Let erop dat spikkels kunnen verschijnen in foto’s met een hoge gevoeligheid.

136

OPNAME-INSTELLINGEN

AUTO

Kies de basisgevoeligheid, maximale gevoeligheid en minimale sluitertijd voor

AUTO1

,

AUTO2

en

AUTO3

. De standaardwaarden worden hieronder getoond.

BASISINSTEL. GEVOELIGHEID

MAX. GEVOELIGHEID

MIN. SLUITERSNELH

800

160

1600

AUTO

3200

De camera kiest automatisch een gevoeligheid tussen de standaard- en maximumwaarden; gevoeligheid wordt alleen verhoogd boven de standaardwaarde als de vereiste sluitertijd voor optimale belichting langer zou zijn dan de waarde geselecteerd voor

MIN. SLUITERSNELH

.

N •

Als de waarde geselecteerd voor

BASISINSTEL. GEVOELIGHEID

hoger is dan de waarde geselecteerd voor

MAX. GEVOELIGHEID

, wordt

BASISINSTEL. GEVOELIGHEID

ingesteld op de waarde geselecteerd voor

MAX. GEVOELIGHEID

.

De camera selecteert mogelijk sluitertijden die langer zijn dan

MIN.

SLUITERSNELH

als foto’s nog steeds onderbelicht zouden zijn bij de waarde geselecteerd voor

MAX. GEVOELIGHEID

.

Als

AUTO

is geselecteerd voor

MIN. SLUITERSNELH

, de camera kiest automatisch een minimale sluitertijd die ongeveer gelijk is aan de inversie van de lensbrandpuntafstand in seconden (bijvoorbeeld, als de lens een brandpuntafstand van 50 mm heeft, kiest de camera een minimale sluitertijd in de buurt van 1⁄50 s). De minimale sluitertijd wordt niet beïnvloed door de optie geselecteerd voor beeldstabilisatie.

6

137

advertisement

Related manuals

Download PDF

advertisement

Table of contents